Schuldbesef.
kneogde Butenlandsche berichten
Nieuws uit de Bollen
streek en de Meer.
Uemengd Nieuws.
Kerknieuws.
Posterijen en Telegrafie
Landbouw en Visschenj.
Wetenswaardig Allerlei.
n: u i
FEUILLETON.
I M
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™ÏÏ!JÏÏ£P
Kooserolt in Europa. Oud-presi-
*®.t Roosevelt zal op 2 April don Ita-
Wnschen grond te Napels betreden,
ben, volgenden dag gaat hij naar Rome,
Har hij drie dlageni blijft en doop den
Hnaiaa en den Paus zal worden ontvan
gen.
Van Rome uit gaat de reis door
^oord-Italië, waar een aantal uit histo-
Hch en artistiek oogpunt belangrijke
leden worden bezocht. Dan rust die
«x-president weer wat uit op de villa
van zijn schoonzuster, miss Carrews,
•0. d ebuurt van die Fransche grens
fel eg en. Van daar denkt Roosevedt óf
direct naar Parijs te reizen, waar hij
ien. 25en April zou aankomen, óf eerst
laar Weenen en dan naar Pfarijs te
Daan.
Op 10 Mei komt de 'onvermoeide rei
niger, die tlan alweer Chrisüamia heeft
bezocht, uit die stad1 te Berlijn aan.
Èn op 15 Mei wordt hij te Londen
verwacht. Zijn oponthoud in Engeland
■tal slechts van korten duur zijn, daar
hij midden in Juni in Amerika terug
zal wezen bij het huwelijk van een
•zijner zoons.
De „godsdienstige neutraliteit'' van
*e socialisten. In het socialistische Bel
gische hoofdblad! „Het Volk", staat de
Volgende aankondiging: „Feestmaal op
tl en z.g. Goeden Vrijdag. I)e Vrije
Gedachte organiseert tegen 25 Maart,
den z.g. Goeden Vrijdag in hel Volks
huis een protestdiner tegen die stomme
(Stupide) clericale gewoonte. Prijs per
jcouvert 1 franc".
Commentaar overbodig!
Die heeren. praten dan nog er van,
<iat in hun partij zelfs voor geloovigen
•laats zou wezen!
Op liun diamantcn-leost gostor-
-ren. In het kleine stadje Arzberg, op
de Boheemsche grens, vierden de hei
de oudjes Keiler hun diamanten-huwe
lijksfeest. Toen zij aan het feestmaal
zaten, richtte de oude dame zich plot
seling op en viel weer in haar stoel
terug. Zij had een hartverlamming ge
kregen.
De echtgenoot heeft dit zoo aange
grepen, dat hij in elkaar zakte en op
slag dood) was.
De pastoor, die gekomen was, wilde
den grijsaard ophelpen, maar men kon
niets dan den dood constateeren. De
man had ook een hartverlamming ge
kregen.
„Melksalon,"
Verklaring(Mijnheer had in het
buurtje achteraf een ruit gekocht,
bespaarde afbraak van een vroeger
melksalon. Op die ruit had dat voord
geschilderd gestaan in forsche kleu
ren- De opkooper had de verf er
af gewasschen. ÖEat oogenschijnlijk
gelukt was. Maar bij het aanslaan
van de ruit kwamen de letters op
het glas terug. En zoo prijkte op
Utrecht's allervoorn aamsten stand
het woord dat men er niet gewend
is te vinden.
De ruit is alweer verdwenen. De
schilder heeft er een andere van 25
gulden voor in de plaats gezet. Tien
gulden voor het „melksalon" en de
rest voor het tweede exemplaar.
Mijnheer betaalt nu de ruit met 35
gulden.
Dat is van zuinigheid die de wijs
heid bedriegt.
dat woonwagens geen standplaats
mogen nemen onder onze gemeente?
Daargelaten neg de overlast die Bom-
mige der gemeentenaren wordt aan
gedaan ontsieren ze de omgeving van
Lisse in niet gering mate. Dat de
gemeenteautoriteiten hier hunne aan
dacht eens op vestige en zoo mogelijk
afdoende maatregelen nemen, zou
zeker met blijdschap worden begroet.
Dit ter overweging.
De zuinigheid, die d® wijsheid.
beanogt
Het Utr. Dagblad verhaalt van
oen rijkaard op een der allervoor
naamste standen in Utrecht, die, toen
er een ruit in een zijner kamers brak,
naar ©en achterbuurtje ging om een
ander voor een prijsje te koopen,
en deze zelf in de sponnen zette.
Den volgenden dag 'u opstoot voor
het huis.
Mijnheer neemt z n hoed en gaat
zelf zien wat er is, Komt buiten,
kijkt evenals de anderen doen, naar
z'jx ramen. Speciaal na.ar het nieuwe
raam.
Hij dreigt ?t te besterven, want
leest op dat fonkelnieuwe raam, dat
bij den avond te voren zeft zette en
zoo héél goedkoop was, in groote
letters
LISSE.
De woonwagens. Men schrijft
ons
Nu de zomer wederom op handeis
krijgt men ook weder de reizende
„woonwagens" met al den aankleve
van dien welke zoo af en toe onze
gemeente passeeren. Nu valt er natuur
lijk op dergelijk reizen en trekken
niets te zeggen, ware h» t niet dat vele
dezer wereldreizigers zoo nu en dan
standplaats nemen onderonzegemeente.
Zij vinden daarvoor een prachtige
gelegenheid op een terreitdje, wat er
als 't ware voor „geknipt" is, aan den
Btaalbrug. Het gebeurt dan ook niet
zelden dat zich dsar aJs 't ware <-ea
kleine gemeente vormt vu,n dergelijke
woningeD. Het vorige jaar ter gelegen
heid van de kermis stonden er minstens
een twintigtal. En een week geleden,
van Zaterdag op Zondag, stonden er
wederom zeven, en een „fijn stelletje"
ook. Gewoonlijk zijn er bij dergelijke
families een groote massa kinderen
die er nu juist ni-t aldjd ev6n proper
uitzien. Het is dan ook geen wonder
dat men dan ook zoo nu en dan
walgelijke tooneeleu te zien krijgt. Nu
is dit voor tien, die dergelijke wagens
maar hebben voorbij te loopec, juist
i iet zoo heel erg hoewei men de
lucht die men noodgedwongen op
vangt nu niet altijd even aangenaam
vindt. Hoe afstootelijk moet het echter
wel zijn voor hen, die soms een heele
week zoo'u „stelletje" voor hunnen
ramen hebben. Ons dunkt de bewoners
daar zijn verre van te benijden Daar
komt nog bij dat die bewouers aldaar
den gebeelen dag worden lastig geval
len, dan om water, brood enz. enz.
En zijn dan de rijtuigen eenmaal
vertrokken, dan iaten zij meestal eeD
heelen mestvaalt" achter, waar men
nog dagen van „profiteeien" kan
Thans is er weder ten dergelijk rijtuig
gestationneerd, welke bepaald van
plan is gedurende de blotmentijd
aldaar te verblijven. Reeds edert een
jaar of vier zijn we dat van hem
gewoon. Menigmaal hebben we o s
al afgevraagd zou d<iar van Gemeen
tewege niets aan te doen zijn Zou er
b. v. in de Gemeenteverordecing niet
ren artikel kunnen worden opgenomen
Catacomben in Valkenburg.
Eenigen tijd geleden vermeldden
wij, dat onder leiding van cLr. Cuij-
pers in het Rotspark der familie
Diepen te Valkenburg (Limburg) een
nabootsing der Romeinsche catacom
ben zou worden gegraven. (Wdj zijd
in staat «nadere bijzonderheden te
geven
Zoo zullen worden aangelegd:
le. Een gedeelte der beroemde ca
tacombe van Callixtus, de girafkapel
der Pausen, die der H. Caecilia, drie
Sacramentskapellen, de crypten van
Lucina, met dien van den H- Cor
nelius, de kapel der vijf heiligen en
die der H. Evangelisten.
2e Uit de catacombe van Priseilla,
de capella greca. met de benoemde
„Iractio panis" en haar atrium, de
„kapel der in kleeding eener god
gewijde Maagd," de Madonna,-cryp-
te.
3e Uit de catacombe van Pontia-
nus het baptisterium, waar in de
eerste eeuwen door indompeling Jiet
H. Doopsel werd toegediend
4e Uit. de catacombe van Petrus,
en Marcellinus menige der best be
waarde en beschilderde crypten, met.
fresco's der „hemelsche maaltijden
5e Uit 'de catacombe van Thraso
de „oranten
6e ,Uit de catacombe „Coemeteri-
unï majus" genaamd, de ka.pel der
„.Mad on n aj orante.
In deze catacomben zullen een aan
tal copieën van afschriften met sym
bolen naar origineclen, voorkomen
de in de Romeinsche Catacomben
w orden aangebracht, o.m een tiental
echte Catacomben-lampjes, geschon
ken door de Pauselijke Commissie
voor Christelijke oudheidkunde, ter
wijl aan den ingang een marmeren
gedenksteen zal komen te staan te
Rome vervaardigd en gezegend door
Z. H Paus Pius X. die het plan tot
aanleg van de Valkenburgsclie Ca
tacomben ten zeerste heeft toe
gejuicht.
pers, Moj. E. G. Hoogerbsots, allen
ta Haarlem; Mej. A. v. Asperen, Hui
zen; B. Reinders, Hijum; J. J. Vroege,
Rietveld; J. Winters, Rotterdamj K. v.
Sunder, Uitrecht; mej. Jo Winter, Zaan
dam; pastoor P„ v. d). Waal, Zeven-
bergen; mevr. E verding en mej. K.
Klaassen, Haarlem; C. v. Noord, Hout-
mans-Hoff, mej. A. Bouwhuis, mej. Joh.
Claus, F. v. Tienen, allen A'dain; mevr.
Souman-de Vries en mej. N. Lasemann,
s-Gravenhage; J. Eveleins en mej. N.
Passehier, Haarlem; Heer en mevr.
Jongerling,
BUITENLAND.
Mile. J. Renoir, Brussel; Schloeper,
Elberfeld; B. Linden, Montreal; Jozef
Olk, Paris; miss Vonk v. d. Veen,
Beaufronit-SureyG. J. Stratennvin a.b.
Eemland, Buenos-Aires; fam. Cramer,
Luzem; J. K. G. Regemann, Pretoria;
A. A. v. v. Duffelen, Surritorpe; mej.
A. Hagedoom, Haarlem (uit Mr. Cor
nells); v. Honschoten, Haarlem (uit
Tiimaiii).
N o 1 aAan de afzenders wordt aan
bevolen hun adres op 'de brieven en
briefkaarten te vermelden p,jxlat deze
bij onbestelbaarheid! aan hen kunnen
worden teruggegeven.
'Lijst van brieven en briefkaarten aan
dit kantoor ter post bezorgd gedurende
de le helft dier maand Maart, welke
wegens onbekendheid der afzenders niet
konden worden, uitgereikt.
BINNENLAND.
Mannouri Co., O. W. de Nobel, Mej.
M. Pennantie, N. N. Boise rain, Mej.
G. M. v. Gelder, allen Amsterdam;
Rink, Beverwijk; Jlir. Cegers, prof. dr.
Muller, Joh. Bavene, allen te's-Graven
hage; Mej. Hendrikse, v. d. Berg, J.
v. Heusden, P. Klein, mej. B. Kui-
Speciaal «tndjerwijs vjnnr
boerendochters.
Op de laatste vergadering van do
Vereeniging tot Ontwikkeling van den
Landbouw in Hollands Noorderkwar
tier, in het laatst van het vorig jaar,
te Alkmaar gehouden, werd medege
deeld, dat het bestuur een circulaire
ontvangen had van het Nationaal Bu
reau voor Vrouwenarbeid, waarin de
aandacht werd gevestigd op het feit, ciat
men in België reeds heel wat .scholen
bezit, waar boerendochters onderwijs
ontvangen in do beginselen van den
landbouw, zuivelbereiding, huishoud
kunde, taal en rekenen en dat to
Veendam aan de landbouwwintcrschool
van Rijkswege een proef zou worden ge
nomen met het geven van -onderwijs aan
meisjes. Tevens werden in het schrij
ven eenige vragen gesteld met 'net doel
te weten te komen of het bestuur .van,
Hollands Noorderkwartier, het wen-
schelijk oordeelde ootk in Noord-Hol
land voor boerendochters de gelegen
heid te openen dergelijk onderwijs te
ontvangen.
Het bestuur achtte na rijpe overwe
ging deze kwestiie van zooveel gewicht',
dat er een, commissie van advies werd
benoemd oin ten dezen zake het be
stuur van voorlichting te dienen.
Deze commissie,, bestaande uit de
heeren C. Nobel, voorzitter, G. Nobel,
secretaris, Mej. M. W. 'ArbaTer, 'di
rectrice der Alkmaarsche Huishoud- en
industrieschool, de dames A. Visser
Swaag en J. ZijpWjjdenes Spaans en
de heeren Dr. L. F. C. Scheij ëTu K.
H. M. van 'uer Zand©, hebben thans
over dit onderwerp „onderwijs aan boe
rendochters" een rapport uitgebracht
waaraan wij het volgende ontleenem:
De commissie heeft zich niet afge
vraagd welk landbouwonderwijs de boe
rendochters behooren te ontvangen,
maar welk onderwijs in het algemeen
gewenscht moet worden geacht voor
boerendochters, die later hare taak als
boerin, huisvrouw en moeder naar be
hooren moeten vervullen.
Zij stelde zich op het breede stand
punt, dat vrij uitgebreide kennis van
do melk en hare beihandeling en van,
boter- en kaasbereiding noodiig is. Ver
der eenige meerdere kennis van reke
nen en Nederlandische taal, van natuur-
en scheikundige verschijnselen, van
gik^Snten, vruchten en bloemen.
Bovenal de kundigheden, om bij het
besturen van haar huishouding, het huis
en de omgeving gezellig in, te richten,
het eten zonder groote kosten smakelijk
te maken, de kleediing op de meest
doelmatige manier te verzorgen en 'de
gezondheid der huisgenooten te bewa
ken.
Zij heeft haar plan in drieën ver
deeld. Plan A. een cursus aan, de Alk
maarsche Huishoud- ern Industrieschool,
plan B. een 4-jarige cursus in de plaats
van. inwoning; plan C. een eenvoudige
2-jarige cursus in de plaats van inwo
ning.
Do volgende vakken, zullen onderwe
zen worden, koken, huishoudkunde,
wasschen en strijken,, natuur- en schei
kunde, gezondheidsleer, voedingsleer,
melk, boter en kaas, groenten en ooft,
bloemen, hoenders, Ned'. taal, rekenen,
naaien en verstellen, cosluuinnaai en,
opvoedkunde.
Aan net eina van naar tapporu,
spreekt de commissie de noop uit, aat
naar arneTd nets zal kunnen bijdragen
om te komen tot een bevredigende op
lossing van dit vraagstuk.
DE MOOISTE STAD VAN DE
lWERELD.
Do Amerikanen beweren, dat (Was
hington de mooiste stad van de we
reld. is Dit mag; een weinig over
dreven zijn, maar mooi is Washing
ton in eik geval. Het is evenwel
merkwaardig, dat het de ineest-on-
Amerikaanscne stad in de Vereenig-
de Staten is. Moer dan 100 000 in
woners en geen noemenswaardige
zaak. Green industrie Een reusach
tige residentie in de volle beteeke-
nis des woords. Geen „wolkenkrab
bers."
Daarentegen mooie rijks en stede
lijke gebouwen, gewoonlijk op een
groot plein; geen haastige, jagende
mensedenmaar rustige, gemoede
lijke burgers; geen schreeuwen en
twisten; breede straten, met boomen
beplante boulevards. Neen, Was
hington is niet Amerikaausch.
(Washington heeit evenais Monaco
zijn seizoen. In den zomer is het er
doodsch, 's winters daarentegen ge
lijkt het wel een Europcesche we
reldstad. Dan komen de Van der bi lts
en de Morgans terug en volgt het
eeno feest het andere. Alles evenwel
zeer onofficieel, want een opera-ge
bouw kent Washington niet, niet
eens een goede schouwburg.
Interessant is het gade te slaan,
hoe in Washington de echte aristo
cratie zich afzondert van de geld
aristocratie. Geen Europeaan kan
'zoo trotsch zijn op .zijn voorouders
als ,,'de eerste families van Ameri
ka." Met de afgevaardigden gaan
ziji niet om en zij zijn doodsbenauwd
in een lering te komen, die niet hoog
genoeg voor hen is.
In dit jaargetijde, waarin de Ka
mers weer vergaderen en de presi
dent thuis moet zijn, wemelt het in
Washington van vreemdelingen. Het
lijkt wel of de Amerikanen een
bedevaart doen. Ten eerste willen
zij den president de hand drukken,
ten tweede George Washington's
woonhuis in Mount Vernon bezoe
ken. Verder maken zij een au torn o-
bieltocht .door de stad en. in, één
dag is alles ai'geloopen.
Sinds onheugelijke tijden heeft de
president der Vereenigde Staten vijf
dagen in het jaar gereserveerd pis
ontvangdagen. Wie er lust in heeft
kan zich laten voorstellen, van wel
ke gelegenheid door duizenden per
sonen wordt gebruik gemaakt. lede
ren morgen van 1012 uur ontvangt
da president de afgevaardigden en
senaatsleden. Dan is het druk in „het
Witte Huis." De afgevaardigden
kent hij natuurlijk alle en hij ont
vangt ze joviaal. Ook tegen de
vreemdelingen is president Taft zeer
vriendelijk. Hij ziet er evenwel ou
der uit, dan hij op de portretten
lijkt. Zijn snor is reeds wit. Daar
entegen maakt hij niet den indruk
zeer corpulent te zijn, wat men al
tijd van hem vertelt. Zijn oogen
staan vroolijk en hij heeft een vrien
delijk gelaat en als hij hartelijk
lacht, is het alsof er op ejen half
dozijn trommels met krachtigen
vuist geslagen wordt. Het klinkt
niet zoo oorverdoovend, maar even
luid en de ramen trillen ervan.
HET NIEUWE MESSINA.
Vanaf de Ferry-boot, die hot ver
keer tusschen Sicilië en hot vaste
land onderhoudt, lijkt het alsof Mes
sina er weer uitziet als in de dagen
van den grootsten bloei. Het ia even
wel slechts een schijnbeeld JVanneer
men dichterbij komt, ziet men tde
verwoestingen, welke in de stad heb
ben plaats gehad.
Daartusscnen ziet men overal klei
ne puntjes, het zijn de barakken, die
voor de dakloozen zijn opgericht.
„Het nieuwe Messina" noemt de Si-
ciliër het trotsch. En het ia inder
daad een nieuw Messina dat hier
na verloop van eenige maanden yer-
rezen is.
In de doode stad heerscht weer
nieuw leven, meer dan 50.00Ü inwo
ners bevinden zich er en verdienen er
alle hun brood. Gelukkig evenwel
zij, die in de barakken een onder
komen hebben gevonden en niet zoo
als anderen langer dan een jaar in
een ledigen goederenwageu moeten
wonen. Men heeft het zich daar even
wel ook gemakkelijk gemaakt en
sommigen hebben van ruWe plan
ken voor de schuifdeuren een ter
ras met een tuintje gemaakt.
Overal waar maar ruimte is, zijn
houten huizen gebouwd, terwijl vele
oude mooie citroenboomen plaats
moesten maken voor barakken. Dat
is evenwel ook het eenige verlies,
dat de bouw der zuidvruchten ge
leden heeft. De aardbevingen heb
ben de schaduwrijke sinaasappel- en
citroenentuinen geen schade gedaan
integendeel, de oogst was grooter
dan de vorige
De stad, die vroeger reeds een
groote oppervlakte besloeg, heeft
zich nu nog meer uitgestrekt en zal
zeker een mooier aanzien krijgen,
15)
Luiten aait Helmuth stond in even
sombere stemming als zijn vader op
het perron. Verena had niet geschre
ven. „Mondeling meer,' had de ba
rones door den knecht laten zeggen.
Een langdurig gegil, een scherp ge
fluit en daar rolde de trein het
station binnen. Nu raakte liet ge
zelschap in beweging. Spoedig had-
den von Imjhof, vader en zoon, plaa.ts
genomen in den voor hen bestemden j
eerste-klasse-coupé. Het tweede en|
derde toeken werd gegeven daar,
op hot laatste oogen blik werd heti
portier ojiengarukt barones Ida
steeg in.
„Uwe Excellentie heeft er toch
niets op tegen," vroeg ze met een
allervriendelijkst lachje. „Ik moet
ook naar d© residentie."
Het gezicht van den luitenant
straalde.
„Uitmuntend.' sprak hij opge
wekt en spoedig was het drietal
in een hoog-ernstig gesprek ver
diept.
„Wat een heerlijke morgen," sprak
prins Rudiger, terwijl hij een blik
naar buiten wierp. „Hoe jammer dat
excellentie von Imhof om acht. uur
komt. Ilc zou anders o zoo graag
«en rit te paard gaan maken. Maar
helaas, de sehoone dagen van Aran-
juoz zijn teu einde Tot vannacht
twee uur heb ik Tmhof's rapporten)
zitten bestudeeren, en toen ik
daarmee klaar was. wilde de slaap
niet meer komen.'"
Adjudant von Falkenberg zette
«en bezorgd, gezicht. Hij stond op
het punt zijn meester tot wat voor
zichtigheid aan te sporen, toen het
acht uur sloeg en de minister aange
diend werd.
De conferentie duurde lang Einde
lijk toch was alles afgehandeld, en
langzaam en aarzelend borg von Im-
hoi' ziji) Stukken weer in de groote
zwarte portefeuille.
Prins Rudiger fronste de wenk-!
bra u wen1
„Hebt ge nog iets op het hart,
von Imhof," vroeg hijt
„Een persoonlijk verzoek, Hoog
heid."
„Dat kan men zulk een voorzich
tig1 .staatsman en rechtschapen amb
tenaar als gij1 zijt, wel te voren toe
staan."
„De vrouw1 van den kantonrechter
Vitus Muller verzoekt een gehoor
bij Uwe Hoogheid."
„Muller? Kantonrechter Muller?
Die naam is mij heelemaal onbekend.
„Tot dusver kantonrechter te Ho-
hen wart." De prins keek op. „Zijn
vrouw is .de moeder van mijn toe
komstige schoondochter, baronesse
Gar ter burg."
„Ha zoo, en wil ze niet graag
naar de hoofdstad?"
„Ze komt om voor haar echtge
noot de toegevendheid en genale van
Uwe Hoogheid in te roepen. Hij'heeft
gelden die hem toevertrouwd waren,
verduisterd."
De prins keek op „Verduistering
van gelden Dan hen ik voor die
dame. niet te spreken, von Imhof."
„Hoogheid, ik heb mij niet nauw
keurig, misschien niet eens juist uit
gedrukt. Het is waar dat kanton
rechter Muller een fout begaan heeft,
maai- hij verdient, de toegevendheid
van Uwe Hoogheid, omdat hij geen
gebruik heeft willen maken van de
gunstige gelegenheid, die het lot hem
aar.bood, om zijne schuld voor altijd
te verbergen. In plaats daarvan
heeft hij mij vrijwillig alles bekend."
De prins keek von Imhof ongeloo-
vig' aan.
„Niet omdat het geluk van mijn
zoon hier op het spel staat, wend
ik mij tot Uwe Hoogheid," ging von
Imhof met warmte voort. ,maa.r om
dat ik den ongelukkige ondanks zijn
misslag toch voor een eerlijken man
hond."
„Een eerlijke misdadiger," spotte
prins Rudiger. „Maar ik kan de zaak
immers wel van u hooren. Daarvoor
behoef ik immers mevrouw Muller
nog niet te ontvangen."
Imhof hield zich flink in deze
moeilijke omstandigheden.
„Hoogheid", sprak hij flink, „de
dame heeft mij verzocht, hare zaak
zelf te mogen verdedigen."
„Ik ben niet om te koopen." sprak
de prins kortaf. „Als de rechter ge
sproken heeft, kan do vorst genade
verleenen, -maar eer niet. Me
vrouw Muller heeft zich te vroeg tot
mij gewend."
„Dat heb ik ook bedacht, maar ik
geloof als Uwer Hoogheid getrouwe
raadgever deze inbreuk op den ge
wonen gang van zaken toch te kun
nen verantwoorden. t\Vordt Muller
bestraft, dan is hij daarmede als
ambtenaar onmogelijk geworden. En
deze Muller, Hoogheid, is misschien
geen man van buitengewoon scherp
verstand. -maar wel iemand van
hoog© zedelijke kracht. Vernuftige
lieden hebben we in onzen tijd ge
noeg Maar aan mannen van een vast
en edel karakter ontbreekt het he
laas maar al te veel Vitus Muller
was er zeker van dat zijn misdrijf
nooit ontdekt zou kunnen worden
en toch heeft liij zich, daartoe al
leen gedreven door zijn levendig
rechtsgevoel, bij mij aangeklaagd.
Hoogheid, zulke mannen als deze
Muller moeten voor den Staat be
waard blijven."
De prins staarde eenige oogenblik-
ken nadenkend voor zich uit en en
antwoordde toen„Goed, ik zal uwe
beschermelinge dan ontvangen,
maar denk er aan, ik beloof niets.
Gij hebt mij niet overtuigd. Is me
vrouw Muller al aangekomen
„Zij wacht bij een mijner familie
leden hier in de stad in de grootste
spanning ,op uw genadige beslis
sing."
„Zoo. ze heeft toch op mij niet
den indruk gemaakt van een zoo
buitengewoon diepvoelende natuur."
„De eer van haar echtgenoot en
het levensgeluk van haar man staan
op het' spel, en dat brengt in de
vrouw altijd een geweldige verande
ring teweeg. Ik wil niet zeggen dat
zij fijn voelt, en in beschaving, voor-
naamhoid en takt staan vele vrou-
weai ongetwijfeld ver boven haar.
Maar in groote dingen beschikt zij
over een geweldige wilskracht en
een zeer sterk gevoel. Daardoor ver
richt zij inderdaad wonderen."
Het gelaat van den vorst helderde
„Zeg1 eens vriend, toen gij je een
oordeel over die vrouw gevormd hebt
hebben je oogen toch zeker óók wel
een woordje meegesproken Maar ik
zal niet ongevoelig zijnonzeker
heid, waar het geluk en eer geldt,
is ook voor een sterk hart een mar
teling Ik zal uw beschermelinge
van middag om twaalf uur wach
ten."
De minister boog dankend, en de
vorst keek hem spottend aan. „Ge
hebt mij intussehen nog volstrekt
niet ten gunste van mevrouw Muller
gestemdbericht haar dus alleen dat
ik haar ontvangen zal, maar geef
haar vooral niet den minsten troost!
De deuren van 's prinsen werkka
mer stonden wijd open. Langzaam
schreed de vorst op en neerde zaak-
Muller om ,het zoo eens uit te
drukken verontrustte hem ge
weldig. Hjji was niet week van ge
moed, maar toch had het denkbeeld,
zijn regeering met oen uitoefening
van het schoonste recht des vorsten
te beginnen, voor hem een niet ge
ring© aantrekkelijkheid.
Maar moet ook ©en vorst niet
spaarzaam van zijn voorrechten ge
bruik maken? En is het den vorst
wel waardig, den onderdaan in be
scherming te nemen tegen de uit
spraken der wet?
Midden in de kamer bleef lrij plot
seling staan. „Neen," sprak hij plot
seling, „eerst recht en dan pas ge
nade."
Achter hem klonken zachte schre
den Een kamerdienaar kondigde het
bezoek aan 'Op .een wenk van den
vorst verschenen excellentie von Im
hof en barones jGatterburg op den
drempel. Ida maakte een diepe bui
ging. Toen ze het hoofd weer op
hief, voornaam en slank in haar een
voudige zwaarte klecding, en hetblee-
ke gelaa t met *le donkere oogen naar
den prins richtte, bood deze haar
ridderlijk een stoel aan.
„(Wanneer ik den lieer von Imhof
goed begrepen heb," zoo begon nij,
„dan is de aanleiding tot uw bezoek
een zeer treurige."
„Inderdaad, Hoogheid," antwoord
de de barones, „en toch heb ik mij
nog' nooit mot zooveel vertrouwen
tot iemand gewend als in deze zaak
tot uwe Hoogheid. Uwe Hoogheid
is do eenige, die mijn man troosten,
hem opbeuren en hem aan de wefeld
en aan mij weergeven kunt."
De vorst keek do .spreekster ver
baasd aan.
„Ik wil hopen," viel hij haar ijs
koud in do rede,, „dat onze opvat
tingen niet al te ver uiteenloopen.
Naar excellentie von Imhof mij mee
deelde, heeft uw echtgenoot zich aan
misbruik Van vertrouwen schuldig
gemaakt."
„Hoogheid," sprïik Ida en zij
vouwde sineekend de handen. „(Wan
neer mijn echtgenoot uit al te groote
goedheid en toegevendheid jegens mij
een fout begaan heeft, dan is deze
door zijn verleden en door zijn edel
moedig schuld bekennen toch zeker
wel voldoende geboet. Ik in het bijL
j zonder dank God voor dien eenen
zwarten dag, dien Hij mij overgezon-
j den hoeft, want zonder dien was het
mijn bekrompen inzicht nooit duide-
lijk geworden, wat een kostbaren
schat ik in mijn man bezit en hoe
trotsch ik op hem moet zijn!"
„Zegt u mij eens, mevrouw Mul
ler," viel de prins haar in de rede,
„is het uw man bekend, dat u zici
tot mij gewend hebt?"
„God beware mij daarvoor," anb
woordde zij openhartig. „Hij heeft
den brief, waarin ik het doel van
mijn reis mededeelde, pas zóó laat
gekregen, dat er geen denken meer
aan was, mij terug te halen. Want
eigenzinnig is mijn man evenals alle
andere, hij wil zich met geweld
voor mij opofferen. Maar dat wil ik
niet, in de hoop dat Uw Hoogheid
mij ..helpen zal De zaak heeft zich
zóó toegedragen.
Imhof had gelijk. Dat was de toon
der waarheid. Muller was schuldig
geweest, maar zonder misdadig te
zijn geworden
„Maar hoe grootsch en edel ook
liet gevoel is dat mijn man bezielt,
het strenge recht mag hier niet
I zegevieren. In dat geval zou ik min
stens de dubbele straf moeten heb
ben Fm dat zouden toch ook de
rechters niet willen, want ik heb
de zwaarte van het misdrijf niet in
gezien. Dat is de schuld van mijn
opvoeding', die weinig degelijk als
ze was, mij ook langen tijd he
lot heeft mijn man op zijn rechte
waarde te schatten. Maar nu ken
j ik hem, en mijn liefde zal hem zoo
inoodig tegen heel een wereld ver-
Idedigen. Daarom richt ik mij tot
Uwe Hoogheid, Als U, hem met een
handdruk wilt zeggen: „Muller, gij
zijt een eerlijken rechtschapen man,
al hebt ge dan éénmaal gefaald,"
dan zal hij zich aan uw inzicht
onderwerpen. Hoogheid, ik smeek
om genade voor mijn echtgenoot."
Prins Rudiger dacht eenige oogen-
blikken na. Toon antwoordde hij op
langzamen toon: „Ik beloof u, (lat
uw echtgenoot begenadigd zal wor
den. Intussehen begrijpt ge wel, dat
het recht zijn loop moet hebben
Eerst de rechter dan ik Maar
hoe de justitie ook over de schuld
van uw echtgenoot uitspraak moge
doen, mijn meening staat vast."
„Ach Hoogheid,'" sprak Ida treu
rig, „dan heb ik dus tevergeefs ge
smeekt. Om zulk een kleine schuld
krenkt men toch zulk een groot
hart niet!"
„Zij heeft gelijk," dacht prins Ru
diger. „Als zoo heldhaftige burger
deugd geen onderscheiding meer ver
dient, wat dan wel?"
En hij wendde zich naar do deur
en riep Von Imhof. „Excellentie,"
sprak hij, „ik deel uw meening over
kantonrechter Muller ten volle.
Mannen als hij kunnen we niet mis
sen zij zijn den Staat van het groot
ste nut. De eerste post van ver
trouwen die open komt is voor hem."
„En wat u betreft, mevrouw,"
sprak hij tot Ida, „ik verwacht uw
echtgenoot morgen hier. Uit mijn
eigen mond zal hij vernemen, dat zijn
schuld reeds voldoende geboet is."
Een zucht van verademing kwam
over Muller's lippen, toen hij het
genadig oordeel zijns vorsten ver
nam.
„Vrij van alle schuld," zuchtte hij.
„maar den Staat en mijn koning tot
dubbelen dank verplicht."
„Geen woord over het verleden,
mijn waarde Muller," sprak prins
Rudiger den volgenden dag, „bedenk
het welhot is mijn vorstelijk ver
langen, dat al wat gebeurd is, met
den sluier der vergetelheid bedekt
worden. Vorst en vaderland hebben
u nog' noodig: het hoofd omhoog en
den blik vooruit dus!"
Sprakeloos van ontroering, kuste
Vitus Muller de hand zijns vorsten-
i -I
EINDE.