Schuldbesef. kneogde Butenlandsche berichten Nieuws uit de Bollen streek en de Meer. Uemengd Nieuws. Kerknieuws. Posterijen en Telegrafie Landbouw en Visschenj. Wetenswaardig Allerlei. n: u i FEUILLETON. I M NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™ÏÏ!JÏÏ£P Kooserolt in Europa. Oud-presi- *®.t Roosevelt zal op 2 April don Ita- Wnschen grond te Napels betreden, ben, volgenden dag gaat hij naar Rome, Har hij drie dlageni blijft en doop den Hnaiaa en den Paus zal worden ontvan gen. Van Rome uit gaat de reis door ^oord-Italië, waar een aantal uit histo- Hch en artistiek oogpunt belangrijke leden worden bezocht. Dan rust die «x-president weer wat uit op de villa van zijn schoonzuster, miss Carrews, •0. d ebuurt van die Fransche grens fel eg en. Van daar denkt Roosevedt óf direct naar Parijs te reizen, waar hij ien. 25en April zou aankomen, óf eerst laar Weenen en dan naar Pfarijs te Daan. Op 10 Mei komt de 'onvermoeide rei niger, die tlan alweer Chrisüamia heeft bezocht, uit die stad1 te Berlijn aan. Èn op 15 Mei wordt hij te Londen verwacht. Zijn oponthoud in Engeland ■tal slechts van korten duur zijn, daar hij midden in Juni in Amerika terug zal wezen bij het huwelijk van een •zijner zoons. De „godsdienstige neutraliteit'' van *e socialisten. In het socialistische Bel gische hoofdblad! „Het Volk", staat de Volgende aankondiging: „Feestmaal op tl en z.g. Goeden Vrijdag. I)e Vrije Gedachte organiseert tegen 25 Maart, den z.g. Goeden Vrijdag in hel Volks huis een protestdiner tegen die stomme (Stupide) clericale gewoonte. Prijs per jcouvert 1 franc". Commentaar overbodig! Die heeren. praten dan nog er van, <iat in hun partij zelfs voor geloovigen •laats zou wezen! Op liun diamantcn-leost gostor- -ren. In het kleine stadje Arzberg, op de Boheemsche grens, vierden de hei de oudjes Keiler hun diamanten-huwe lijksfeest. Toen zij aan het feestmaal zaten, richtte de oude dame zich plot seling op en viel weer in haar stoel terug. Zij had een hartverlamming ge kregen. De echtgenoot heeft dit zoo aange grepen, dat hij in elkaar zakte en op slag dood) was. De pastoor, die gekomen was, wilde den grijsaard ophelpen, maar men kon niets dan den dood constateeren. De man had ook een hartverlamming ge kregen. „Melksalon," Verklaring(Mijnheer had in het buurtje achteraf een ruit gekocht, bespaarde afbraak van een vroeger melksalon. Op die ruit had dat voord geschilderd gestaan in forsche kleu ren- De opkooper had de verf er af gewasschen. ÖEat oogenschijnlijk gelukt was. Maar bij het aanslaan van de ruit kwamen de letters op het glas terug. En zoo prijkte op Utrecht's allervoorn aamsten stand het woord dat men er niet gewend is te vinden. De ruit is alweer verdwenen. De schilder heeft er een andere van 25 gulden voor in de plaats gezet. Tien gulden voor het „melksalon" en de rest voor het tweede exemplaar. Mijnheer betaalt nu de ruit met 35 gulden. Dat is van zuinigheid die de wijs heid bedriegt. dat woonwagens geen standplaats mogen nemen onder onze gemeente? Daargelaten neg de overlast die Bom- mige der gemeentenaren wordt aan gedaan ontsieren ze de omgeving van Lisse in niet gering mate. Dat de gemeenteautoriteiten hier hunne aan dacht eens op vestige en zoo mogelijk afdoende maatregelen nemen, zou zeker met blijdschap worden begroet. Dit ter overweging. De zuinigheid, die d® wijsheid. beanogt Het Utr. Dagblad verhaalt van oen rijkaard op een der allervoor naamste standen in Utrecht, die, toen er een ruit in een zijner kamers brak, naar ©en achterbuurtje ging om een ander voor een prijsje te koopen, en deze zelf in de sponnen zette. Den volgenden dag 'u opstoot voor het huis. Mijnheer neemt z n hoed en gaat zelf zien wat er is, Komt buiten, kijkt evenals de anderen doen, naar z'jx ramen. Speciaal na.ar het nieuwe raam. Hij dreigt ?t te besterven, want leest op dat fonkelnieuwe raam, dat bij den avond te voren zeft zette en zoo héél goedkoop was, in groote letters LISSE. De woonwagens. Men schrijft ons Nu de zomer wederom op handeis krijgt men ook weder de reizende „woonwagens" met al den aankleve van dien welke zoo af en toe onze gemeente passeeren. Nu valt er natuur lijk op dergelijk reizen en trekken niets te zeggen, ware h» t niet dat vele dezer wereldreizigers zoo nu en dan standplaats nemen onderonzegemeente. Zij vinden daarvoor een prachtige gelegenheid op een terreitdje, wat er als 't ware voor „geknipt" is, aan den Btaalbrug. Het gebeurt dan ook niet zelden dat zich dsar aJs 't ware <-ea kleine gemeente vormt vu,n dergelijke woningeD. Het vorige jaar ter gelegen heid van de kermis stonden er minstens een twintigtal. En een week geleden, van Zaterdag op Zondag, stonden er wederom zeven, en een „fijn stelletje" ook. Gewoonlijk zijn er bij dergelijke families een groote massa kinderen die er nu juist ni-t aldjd ev6n proper uitzien. Het is dan ook geen wonder dat men dan ook zoo nu en dan walgelijke tooneeleu te zien krijgt. Nu is dit voor tien, die dergelijke wagens maar hebben voorbij te loopec, juist i iet zoo heel erg hoewei men de lucht die men noodgedwongen op vangt nu niet altijd even aangenaam vindt. Hoe afstootelijk moet het echter wel zijn voor hen, die soms een heele week zoo'u „stelletje" voor hunnen ramen hebben. Ons dunkt de bewoners daar zijn verre van te benijden Daar komt nog bij dat die bewouers aldaar den gebeelen dag worden lastig geval len, dan om water, brood enz. enz. En zijn dan de rijtuigen eenmaal vertrokken, dan iaten zij meestal eeD heelen mestvaalt" achter, waar men nog dagen van „profiteeien" kan Thans is er weder ten dergelijk rijtuig gestationneerd, welke bepaald van plan is gedurende de blotmentijd aldaar te verblijven. Reeds edert een jaar of vier zijn we dat van hem gewoon. Menigmaal hebben we o s al afgevraagd zou d<iar van Gemeen tewege niets aan te doen zijn Zou er b. v. in de Gemeenteverordecing niet ren artikel kunnen worden opgenomen Catacomben in Valkenburg. Eenigen tijd geleden vermeldden wij, dat onder leiding van cLr. Cuij- pers in het Rotspark der familie Diepen te Valkenburg (Limburg) een nabootsing der Romeinsche catacom ben zou worden gegraven. (Wdj zijd in staat «nadere bijzonderheden te geven Zoo zullen worden aangelegd: le. Een gedeelte der beroemde ca tacombe van Callixtus, de girafkapel der Pausen, die der H. Caecilia, drie Sacramentskapellen, de crypten van Lucina, met dien van den H- Cor nelius, de kapel der vijf heiligen en die der H. Evangelisten. 2e Uit de catacombe van Priseilla, de capella greca. met de benoemde „Iractio panis" en haar atrium, de „kapel der in kleeding eener god gewijde Maagd," de Madonna,-cryp- te. 3e Uit de catacombe van Pontia- nus het baptisterium, waar in de eerste eeuwen door indompeling Jiet H. Doopsel werd toegediend 4e Uit. de catacombe van Petrus, en Marcellinus menige der best be waarde en beschilderde crypten, met. fresco's der „hemelsche maaltijden 5e Uit 'de catacombe van Thraso de „oranten 6e ,Uit de catacombe „Coemeteri- unï majus" genaamd, de ka.pel der „.Mad on n aj orante. In deze catacomben zullen een aan tal copieën van afschriften met sym bolen naar origineclen, voorkomen de in de Romeinsche Catacomben w orden aangebracht, o.m een tiental echte Catacomben-lampjes, geschon ken door de Pauselijke Commissie voor Christelijke oudheidkunde, ter wijl aan den ingang een marmeren gedenksteen zal komen te staan te Rome vervaardigd en gezegend door Z. H Paus Pius X. die het plan tot aanleg van de Valkenburgsclie Ca tacomben ten zeerste heeft toe gejuicht. pers, Moj. E. G. Hoogerbsots, allen ta Haarlem; Mej. A. v. Asperen, Hui zen; B. Reinders, Hijum; J. J. Vroege, Rietveld; J. Winters, Rotterdamj K. v. Sunder, Uitrecht; mej. Jo Winter, Zaan dam; pastoor P„ v. d). Waal, Zeven- bergen; mevr. E verding en mej. K. Klaassen, Haarlem; C. v. Noord, Hout- mans-Hoff, mej. A. Bouwhuis, mej. Joh. Claus, F. v. Tienen, allen A'dain; mevr. Souman-de Vries en mej. N. Lasemann, s-Gravenhage; J. Eveleins en mej. N. Passehier, Haarlem; Heer en mevr. Jongerling, BUITENLAND. Mile. J. Renoir, Brussel; Schloeper, Elberfeld; B. Linden, Montreal; Jozef Olk, Paris; miss Vonk v. d. Veen, Beaufronit-SureyG. J. Stratennvin a.b. Eemland, Buenos-Aires; fam. Cramer, Luzem; J. K. G. Regemann, Pretoria; A. A. v. v. Duffelen, Surritorpe; mej. A. Hagedoom, Haarlem (uit Mr. Cor nells); v. Honschoten, Haarlem (uit Tiimaiii). N o 1 aAan de afzenders wordt aan bevolen hun adres op 'de brieven en briefkaarten te vermelden p,jxlat deze bij onbestelbaarheid! aan hen kunnen worden teruggegeven. 'Lijst van brieven en briefkaarten aan dit kantoor ter post bezorgd gedurende de le helft dier maand Maart, welke wegens onbekendheid der afzenders niet konden worden, uitgereikt. BINNENLAND. Mannouri Co., O. W. de Nobel, Mej. M. Pennantie, N. N. Boise rain, Mej. G. M. v. Gelder, allen Amsterdam; Rink, Beverwijk; Jlir. Cegers, prof. dr. Muller, Joh. Bavene, allen te's-Graven hage; Mej. Hendrikse, v. d. Berg, J. v. Heusden, P. Klein, mej. B. Kui- Speciaal «tndjerwijs vjnnr boerendochters. Op de laatste vergadering van do Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwar tier, in het laatst van het vorig jaar, te Alkmaar gehouden, werd medege deeld, dat het bestuur een circulaire ontvangen had van het Nationaal Bu reau voor Vrouwenarbeid, waarin de aandacht werd gevestigd op het feit, ciat men in België reeds heel wat .scholen bezit, waar boerendochters onderwijs ontvangen in do beginselen van den landbouw, zuivelbereiding, huishoud kunde, taal en rekenen en dat to Veendam aan de landbouwwintcrschool van Rijkswege een proef zou worden ge nomen met het geven van -onderwijs aan meisjes. Tevens werden in het schrij ven eenige vragen gesteld met 'net doel te weten te komen of het bestuur .van, Hollands Noorderkwartier, het wen- schelijk oordeelde ootk in Noord-Hol land voor boerendochters de gelegen heid te openen dergelijk onderwijs te ontvangen. Het bestuur achtte na rijpe overwe ging deze kwestiie van zooveel gewicht', dat er een, commissie van advies werd benoemd oin ten dezen zake het be stuur van voorlichting te dienen. Deze commissie,, bestaande uit de heeren C. Nobel, voorzitter, G. Nobel, secretaris, Mej. M. W. 'ArbaTer, 'di rectrice der Alkmaarsche Huishoud- en industrieschool, de dames A. Visser Swaag en J. ZijpWjjdenes Spaans en de heeren Dr. L. F. C. Scheij ëTu K. H. M. van 'uer Zand©, hebben thans over dit onderwerp „onderwijs aan boe rendochters" een rapport uitgebracht waaraan wij het volgende ontleenem: De commissie heeft zich niet afge vraagd welk landbouwonderwijs de boe rendochters behooren te ontvangen, maar welk onderwijs in het algemeen gewenscht moet worden geacht voor boerendochters, die later hare taak als boerin, huisvrouw en moeder naar be hooren moeten vervullen. Zij stelde zich op het breede stand punt, dat vrij uitgebreide kennis van do melk en hare beihandeling en van, boter- en kaasbereiding noodiig is. Ver der eenige meerdere kennis van reke nen en Nederlandische taal, van natuur- en scheikundige verschijnselen, van gik^Snten, vruchten en bloemen. Bovenal de kundigheden, om bij het besturen van haar huishouding, het huis en de omgeving gezellig in, te richten, het eten zonder groote kosten smakelijk te maken, de kleediing op de meest doelmatige manier te verzorgen en 'de gezondheid der huisgenooten te bewa ken. Zij heeft haar plan in drieën ver deeld. Plan A. een cursus aan, de Alk maarsche Huishoud- ern Industrieschool, plan B. een 4-jarige cursus in de plaats van. inwoning; plan C. een eenvoudige 2-jarige cursus in de plaats van inwo ning. Do volgende vakken, zullen onderwe zen worden, koken, huishoudkunde, wasschen en strijken,, natuur- en schei kunde, gezondheidsleer, voedingsleer, melk, boter en kaas, groenten en ooft, bloemen, hoenders, Ned'. taal, rekenen, naaien en verstellen, cosluuinnaai en, opvoedkunde. Aan net eina van naar tapporu, spreekt de commissie de noop uit, aat naar arneTd nets zal kunnen bijdragen om te komen tot een bevredigende op lossing van dit vraagstuk. DE MOOISTE STAD VAN DE lWERELD. Do Amerikanen beweren, dat (Was hington de mooiste stad van de we reld. is Dit mag; een weinig over dreven zijn, maar mooi is Washing ton in eik geval. Het is evenwel merkwaardig, dat het de ineest-on- Amerikaanscne stad in de Vereenig- de Staten is. Moer dan 100 000 in woners en geen noemenswaardige zaak. Green industrie Een reusach tige residentie in de volle beteeke- nis des woords. Geen „wolkenkrab bers." Daarentegen mooie rijks en stede lijke gebouwen, gewoonlijk op een groot plein; geen haastige, jagende mensedenmaar rustige, gemoede lijke burgers; geen schreeuwen en twisten; breede straten, met boomen beplante boulevards. Neen, Was hington is niet Amerikaausch. (Washington heeit evenais Monaco zijn seizoen. In den zomer is het er doodsch, 's winters daarentegen ge lijkt het wel een Europcesche we reldstad. Dan komen de Van der bi lts en de Morgans terug en volgt het eeno feest het andere. Alles evenwel zeer onofficieel, want een opera-ge bouw kent Washington niet, niet eens een goede schouwburg. Interessant is het gade te slaan, hoe in Washington de echte aristo cratie zich afzondert van de geld aristocratie. Geen Europeaan kan 'zoo trotsch zijn op .zijn voorouders als ,,'de eerste families van Ameri ka." Met de afgevaardigden gaan ziji niet om en zij zijn doodsbenauwd in een lering te komen, die niet hoog genoeg voor hen is. In dit jaargetijde, waarin de Ka mers weer vergaderen en de presi dent thuis moet zijn, wemelt het in Washington van vreemdelingen. Het lijkt wel of de Amerikanen een bedevaart doen. Ten eerste willen zij den president de hand drukken, ten tweede George Washington's woonhuis in Mount Vernon bezoe ken. Verder maken zij een au torn o- bieltocht .door de stad en. in, één dag is alles ai'geloopen. Sinds onheugelijke tijden heeft de president der Vereenigde Staten vijf dagen in het jaar gereserveerd pis ontvangdagen. Wie er lust in heeft kan zich laten voorstellen, van wel ke gelegenheid door duizenden per sonen wordt gebruik gemaakt. lede ren morgen van 1012 uur ontvangt da president de afgevaardigden en senaatsleden. Dan is het druk in „het Witte Huis." De afgevaardigden kent hij natuurlijk alle en hij ont vangt ze joviaal. Ook tegen de vreemdelingen is president Taft zeer vriendelijk. Hij ziet er evenwel ou der uit, dan hij op de portretten lijkt. Zijn snor is reeds wit. Daar entegen maakt hij niet den indruk zeer corpulent te zijn, wat men al tijd van hem vertelt. Zijn oogen staan vroolijk en hij heeft een vrien delijk gelaat en als hij hartelijk lacht, is het alsof er op ejen half dozijn trommels met krachtigen vuist geslagen wordt. Het klinkt niet zoo oorverdoovend, maar even luid en de ramen trillen ervan. HET NIEUWE MESSINA. Vanaf de Ferry-boot, die hot ver keer tusschen Sicilië en hot vaste land onderhoudt, lijkt het alsof Mes sina er weer uitziet als in de dagen van den grootsten bloei. Het ia even wel slechts een schijnbeeld JVanneer men dichterbij komt, ziet men tde verwoestingen, welke in de stad heb ben plaats gehad. Daartusscnen ziet men overal klei ne puntjes, het zijn de barakken, die voor de dakloozen zijn opgericht. „Het nieuwe Messina" noemt de Si- ciliër het trotsch. En het ia inder daad een nieuw Messina dat hier na verloop van eenige maanden yer- rezen is. In de doode stad heerscht weer nieuw leven, meer dan 50.00Ü inwo ners bevinden zich er en verdienen er alle hun brood. Gelukkig evenwel zij, die in de barakken een onder komen hebben gevonden en niet zoo als anderen langer dan een jaar in een ledigen goederenwageu moeten wonen. Men heeft het zich daar even wel ook gemakkelijk gemaakt en sommigen hebben van ruWe plan ken voor de schuifdeuren een ter ras met een tuintje gemaakt. Overal waar maar ruimte is, zijn houten huizen gebouwd, terwijl vele oude mooie citroenboomen plaats moesten maken voor barakken. Dat is evenwel ook het eenige verlies, dat de bouw der zuidvruchten ge leden heeft. De aardbevingen heb ben de schaduwrijke sinaasappel- en citroenentuinen geen schade gedaan integendeel, de oogst was grooter dan de vorige De stad, die vroeger reeds een groote oppervlakte besloeg, heeft zich nu nog meer uitgestrekt en zal zeker een mooier aanzien krijgen, 15) Luiten aait Helmuth stond in even sombere stemming als zijn vader op het perron. Verena had niet geschre ven. „Mondeling meer,' had de ba rones door den knecht laten zeggen. Een langdurig gegil, een scherp ge fluit en daar rolde de trein het station binnen. Nu raakte liet ge zelschap in beweging. Spoedig had- den von Imjhof, vader en zoon, plaa.ts genomen in den voor hen bestemden j eerste-klasse-coupé. Het tweede en| derde toeken werd gegeven daar, op hot laatste oogen blik werd heti portier ojiengarukt barones Ida steeg in. „Uwe Excellentie heeft er toch niets op tegen," vroeg ze met een allervriendelijkst lachje. „Ik moet ook naar d© residentie." Het gezicht van den luitenant straalde. „Uitmuntend.' sprak hij opge wekt en spoedig was het drietal in een hoog-ernstig gesprek ver diept. „Wat een heerlijke morgen," sprak prins Rudiger, terwijl hij een blik naar buiten wierp. „Hoe jammer dat excellentie von Imhof om acht. uur komt. Ilc zou anders o zoo graag «en rit te paard gaan maken. Maar helaas, de sehoone dagen van Aran- juoz zijn teu einde Tot vannacht twee uur heb ik Tmhof's rapporten) zitten bestudeeren, en toen ik daarmee klaar was. wilde de slaap niet meer komen.'" Adjudant von Falkenberg zette «en bezorgd, gezicht. Hij stond op het punt zijn meester tot wat voor zichtigheid aan te sporen, toen het acht uur sloeg en de minister aange diend werd. De conferentie duurde lang Einde lijk toch was alles afgehandeld, en langzaam en aarzelend borg von Im- hoi' ziji) Stukken weer in de groote zwarte portefeuille. Prins Rudiger fronste de wenk-! bra u wen1 „Hebt ge nog iets op het hart, von Imhof," vroeg hijt „Een persoonlijk verzoek, Hoog heid." „Dat kan men zulk een voorzich tig1 .staatsman en rechtschapen amb tenaar als gij1 zijt, wel te voren toe staan." „De vrouw1 van den kantonrechter Vitus Muller verzoekt een gehoor bij Uwe Hoogheid." „Muller? Kantonrechter Muller? Die naam is mij heelemaal onbekend. „Tot dusver kantonrechter te Ho- hen wart." De prins keek op. „Zijn vrouw is .de moeder van mijn toe komstige schoondochter, baronesse Gar ter burg." „Ha zoo, en wil ze niet graag naar de hoofdstad?" „Ze komt om voor haar echtge noot de toegevendheid en genale van Uwe Hoogheid in te roepen. Hij'heeft gelden die hem toevertrouwd waren, verduisterd." De prins keek op „Verduistering van gelden Dan hen ik voor die dame. niet te spreken, von Imhof." „Hoogheid, ik heb mij niet nauw keurig, misschien niet eens juist uit gedrukt. Het is waar dat kanton rechter Muller een fout begaan heeft, maai- hij verdient, de toegevendheid van Uwe Hoogheid, omdat hij geen gebruik heeft willen maken van de gunstige gelegenheid, die het lot hem aar.bood, om zijne schuld voor altijd te verbergen. In plaats daarvan heeft hij mij vrijwillig alles bekend." De prins keek von Imhof ongeloo- vig' aan. „Niet omdat het geluk van mijn zoon hier op het spel staat, wend ik mij tot Uwe Hoogheid," ging von Imhof met warmte voort. ,maa.r om dat ik den ongelukkige ondanks zijn misslag toch voor een eerlijken man hond." „Een eerlijke misdadiger," spotte prins Rudiger. „Maar ik kan de zaak immers wel van u hooren. Daarvoor behoef ik immers mevrouw Muller nog niet te ontvangen." Imhof hield zich flink in deze moeilijke omstandigheden. „Hoogheid", sprak hij flink, „de dame heeft mij verzocht, hare zaak zelf te mogen verdedigen." „Ik ben niet om te koopen." sprak de prins kortaf. „Als de rechter ge sproken heeft, kan do vorst genade verleenen, -maar eer niet. Me vrouw Muller heeft zich te vroeg tot mij gewend." „Dat heb ik ook bedacht, maar ik geloof als Uwer Hoogheid getrouwe raadgever deze inbreuk op den ge wonen gang van zaken toch te kun nen verantwoorden. t\Vordt Muller bestraft, dan is hij daarmede als ambtenaar onmogelijk geworden. En deze Muller, Hoogheid, is misschien geen man van buitengewoon scherp verstand. -maar wel iemand van hoog© zedelijke kracht. Vernuftige lieden hebben we in onzen tijd ge noeg Maar aan mannen van een vast en edel karakter ontbreekt het he laas maar al te veel Vitus Muller was er zeker van dat zijn misdrijf nooit ontdekt zou kunnen worden en toch heeft liij zich, daartoe al leen gedreven door zijn levendig rechtsgevoel, bij mij aangeklaagd. Hoogheid, zulke mannen als deze Muller moeten voor den Staat be waard blijven." De prins staarde eenige oogenblik- ken nadenkend voor zich uit en en antwoordde toen„Goed, ik zal uwe beschermelinge dan ontvangen, maar denk er aan, ik beloof niets. Gij hebt mij niet overtuigd. Is me vrouw Muller al aangekomen „Zij wacht bij een mijner familie leden hier in de stad in de grootste spanning ,op uw genadige beslis sing." „Zoo. ze heeft toch op mij niet den indruk gemaakt van een zoo buitengewoon diepvoelende natuur." „De eer van haar echtgenoot en het levensgeluk van haar man staan op het' spel, en dat brengt in de vrouw altijd een geweldige verande ring teweeg. Ik wil niet zeggen dat zij fijn voelt, en in beschaving, voor- naamhoid en takt staan vele vrou- weai ongetwijfeld ver boven haar. Maar in groote dingen beschikt zij over een geweldige wilskracht en een zeer sterk gevoel. Daardoor ver richt zij inderdaad wonderen." Het gelaat van den vorst helderde „Zeg1 eens vriend, toen gij je een oordeel over die vrouw gevormd hebt hebben je oogen toch zeker óók wel een woordje meegesproken Maar ik zal niet ongevoelig zijnonzeker heid, waar het geluk en eer geldt, is ook voor een sterk hart een mar teling Ik zal uw beschermelinge van middag om twaalf uur wach ten." De minister boog dankend, en de vorst keek hem spottend aan. „Ge hebt mij intussehen nog volstrekt niet ten gunste van mevrouw Muller gestemdbericht haar dus alleen dat ik haar ontvangen zal, maar geef haar vooral niet den minsten troost! De deuren van 's prinsen werkka mer stonden wijd open. Langzaam schreed de vorst op en neerde zaak- Muller om ,het zoo eens uit te drukken verontrustte hem ge weldig. Hjji was niet week van ge moed, maar toch had het denkbeeld, zijn regeering met oen uitoefening van het schoonste recht des vorsten te beginnen, voor hem een niet ge ring© aantrekkelijkheid. Maar moet ook ©en vorst niet spaarzaam van zijn voorrechten ge bruik maken? En is het den vorst wel waardig, den onderdaan in be scherming te nemen tegen de uit spraken der wet? Midden in de kamer bleef lrij plot seling staan. „Neen," sprak hij plot seling, „eerst recht en dan pas ge nade." Achter hem klonken zachte schre den Een kamerdienaar kondigde het bezoek aan 'Op .een wenk van den vorst verschenen excellentie von Im hof en barones jGatterburg op den drempel. Ida maakte een diepe bui ging. Toen ze het hoofd weer op hief, voornaam en slank in haar een voudige zwaarte klecding, en hetblee- ke gelaa t met *le donkere oogen naar den prins richtte, bood deze haar ridderlijk een stoel aan. „(Wanneer ik den lieer von Imhof goed begrepen heb," zoo begon nij, „dan is de aanleiding tot uw bezoek een zeer treurige." „Inderdaad, Hoogheid," antwoord de de barones, „en toch heb ik mij nog' nooit mot zooveel vertrouwen tot iemand gewend als in deze zaak tot uwe Hoogheid. Uwe Hoogheid is do eenige, die mijn man troosten, hem opbeuren en hem aan de wefeld en aan mij weergeven kunt." De vorst keek do .spreekster ver baasd aan. „Ik wil hopen," viel hij haar ijs koud in do rede,, „dat onze opvat tingen niet al te ver uiteenloopen. Naar excellentie von Imhof mij mee deelde, heeft uw echtgenoot zich aan misbruik Van vertrouwen schuldig gemaakt." „Hoogheid," sprïik Ida en zij vouwde sineekend de handen. „(Wan neer mijn echtgenoot uit al te groote goedheid en toegevendheid jegens mij een fout begaan heeft, dan is deze door zijn verleden en door zijn edel moedig schuld bekennen toch zeker wel voldoende geboet. Ik in het bijL j zonder dank God voor dien eenen zwarten dag, dien Hij mij overgezon- j den hoeft, want zonder dien was het mijn bekrompen inzicht nooit duide- lijk geworden, wat een kostbaren schat ik in mijn man bezit en hoe trotsch ik op hem moet zijn!" „Zegt u mij eens, mevrouw Mul ler," viel de prins haar in de rede, „is het uw man bekend, dat u zici tot mij gewend hebt?" „God beware mij daarvoor," anb woordde zij openhartig. „Hij heeft den brief, waarin ik het doel van mijn reis mededeelde, pas zóó laat gekregen, dat er geen denken meer aan was, mij terug te halen. Want eigenzinnig is mijn man evenals alle andere, hij wil zich met geweld voor mij opofferen. Maar dat wil ik niet, in de hoop dat Uw Hoogheid mij ..helpen zal De zaak heeft zich zóó toegedragen. Imhof had gelijk. Dat was de toon der waarheid. Muller was schuldig geweest, maar zonder misdadig te zijn geworden „Maar hoe grootsch en edel ook liet gevoel is dat mijn man bezielt, het strenge recht mag hier niet I zegevieren. In dat geval zou ik min stens de dubbele straf moeten heb ben Fm dat zouden toch ook de rechters niet willen, want ik heb de zwaarte van het misdrijf niet in gezien. Dat is de schuld van mijn opvoeding', die weinig degelijk als ze was, mij ook langen tijd he lot heeft mijn man op zijn rechte waarde te schatten. Maar nu ken j ik hem, en mijn liefde zal hem zoo inoodig tegen heel een wereld ver- Idedigen. Daarom richt ik mij tot Uwe Hoogheid, Als U, hem met een handdruk wilt zeggen: „Muller, gij zijt een eerlijken rechtschapen man, al hebt ge dan éénmaal gefaald," dan zal hij zich aan uw inzicht onderwerpen. Hoogheid, ik smeek om genade voor mijn echtgenoot." Prins Rudiger dacht eenige oogen- blikken na. Toon antwoordde hij op langzamen toon: „Ik beloof u, (lat uw echtgenoot begenadigd zal wor den. Intussehen begrijpt ge wel, dat het recht zijn loop moet hebben Eerst de rechter dan ik Maar hoe de justitie ook over de schuld van uw echtgenoot uitspraak moge doen, mijn meening staat vast." „Ach Hoogheid,'" sprak Ida treu rig, „dan heb ik dus tevergeefs ge smeekt. Om zulk een kleine schuld krenkt men toch zulk een groot hart niet!" „Zij heeft gelijk," dacht prins Ru diger. „Als zoo heldhaftige burger deugd geen onderscheiding meer ver dient, wat dan wel?" En hij wendde zich naar do deur en riep Von Imhof. „Excellentie," sprak hij, „ik deel uw meening over kantonrechter Muller ten volle. Mannen als hij kunnen we niet mis sen zij zijn den Staat van het groot ste nut. De eerste post van ver trouwen die open komt is voor hem." „En wat u betreft, mevrouw," sprak hij tot Ida, „ik verwacht uw echtgenoot morgen hier. Uit mijn eigen mond zal hij vernemen, dat zijn schuld reeds voldoende geboet is." Een zucht van verademing kwam over Muller's lippen, toen hij het genadig oordeel zijns vorsten ver nam. „Vrij van alle schuld," zuchtte hij. „maar den Staat en mijn koning tot dubbelen dank verplicht." „Geen woord over het verleden, mijn waarde Muller," sprak prins Rudiger den volgenden dag, „bedenk het welhot is mijn vorstelijk ver langen, dat al wat gebeurd is, met den sluier der vergetelheid bedekt worden. Vorst en vaderland hebben u nog' noodig: het hoofd omhoog en den blik vooruit dus!" Sprakeloos van ontroering, kuste Vitus Muller de hand zijns vorsten- i -I EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5