TWEEDE BLAD.
Circusmenschen.
Letteren en Kunst.
Dam-Rubriek.
Leger en Vloot.
u:
DINSDAG 5 APRIL 1910.
Van de» man,; die zijn eigen ge
raamten verkocht had. In Zweden, heelt
een eigenaardig proces plaats gohadL
Ziehier de feiten. Zekere Albert
Nyström van Stockholm, was op 20-
jarigen. ouderdom een arme duiveL, zon
der een eenit qp zak, dlie niet (wist Wat
aan te vangen.
Op zekeren dag veraam hij, dait het
Koninklijk Instituut van Ontleedkunde
•p voorhand geraamten kocht. Hij die
het post mortem zijne' eigen, knoken wil
de afstaan, had zich slechts naar de
kanselarij van het Instituut te begeven,
«en contract te teekenem en die centen
•p te strijken.
Nysitröm dacht er niet lang over na.
Hij begaf zich naar het Instituut en
stelde zich voor. Men vond! zijn geraam
te perfekt en, de zaak werd) beklonken.
Heit ontvangen, geld bracht geluk aan
Nysitröim en heden is hij. meer dan mil-
laonnair. Hij is getrouwd en heeft kin
deren. Dat alles heeft heun zijn geraam
te kostbaarder gemaakt.
Onlangs nu raadpleegde hij een ad
vocaat over het vroeger door hem met
het Instituut gesloten verdrag. Is het
passend, dat het geraamte van ©en rijk
««.an eenmaal in het museum prijkte?
Zeker niet. De advocaat deelde dit ge
voelen, en Nyström spande een proces
'•gen het Instituut.
-Maar dat proces, is hij nu verloren.
Ha, an eer nog, hij i s veroordeeld) tot
betaling van een schadeloosstelling aan
het Instituut, omdat hijs zich twee tan
den heeft laten trekken zonder per
missie.
Van 't Belgische platteland.
Er woonde, dus vertelt de Bel
gische correspondent van een onzer
'Waden, te lankebeek een pachter,
een dien men onder de verstandig
ste moest tellen en een die dus voor
„kiesbaar gemeenteraadslid" mocht
Ïshouden worden. De burgemeester,
e een colijkaard is ging den pach
ter opzoeken en zei
Ziste (of Kobe.. mijn jongen
ge moet u laten op de lijst zetten,
seloof mij.
Ja? mijnheer de Burgemeester
Ja wel, Ziste..en op mijn lijst,
jongen.... en ge zult gekozen wor
den
.Maar, mijnheer de Burgemees
ter....
[Wjat is er, Ziste
Er hapert iets aan, mijnheer
de Burgemeester.
[Wél zoo! En wat hapert er
aan. Ziste, mijn kameraad?
Ik kan piet drinken, mijnheer
de Burgemeester, dat weet ge toch.
De burgemeester fronste zijn
wenkbrauwen en bedacht zich. In
derdaad, het schoot hem nu te bin
nen, dat Ziste de eenige van het
dorp, niet drinken kon. Ziste dronk
nooit, en eene electorale propaganda
zonder drinken is een onbegonnen.
werk.
Dat is spijtig, zei de Burge
meester.
Hij vertrok, sprak over de zaak
met den eersten en tweeden sche-
B«ne, aarzelde, trok eindelijk weer
fry' Ziste en was roekeloos genoeg,
om, spijts alles, den geheelonthouder
tóch. op zijn lijst als candidaa.t te
doen fungeeren.
De verkiezingsstrijd ving aan. Zis
te werd welsprekend. Ziste legde een
•Bverwachten ijver aan den dag. Zis-
te werd allemans vriend. En Ziste
werd waarachtig gekozen
.Maar....! Ziste's vrouw herken
de in het nieuwei gemeenteraadslid
waren man niet meer. Ziste, die
vroeger niet drinken kón, wilde nu
*iets anderis meer dan drinken't
^iög zoo verre, dat hij op een laten
«»vond de zoldertrap niet kon vin-
*eD en biij vergissing den hooitas
voor zijne slaapkamer optrok. Des
•ohtends, nog zat en in halven dron
keman slaap zwijmelend, hoorde hij
in den koestal zijne vrouw omgaan.
Zij1 gaf, naar het hem toescheen, zoe
temelk aan het jonge kalf en da.t
koppige beest wilde maar niet zwel
gen. Ziste s vrouw had er groote
moeite mee, tot Ziste het niet meer
aanhoor en kon en, zijn hoofd uit het
hooi stekend:
„Verdikkie!" riep hij! haar toe,
maak er een raadslid vanhet zal
dan wel drinken!"
Moderne „Kunst."
De Parijeche corr. der „N. R. Ct."
schrijft
Het maandblad „Fantasie" heeft
een vermakelijke grap uitgehaald ten-
koste van het „Salon der Onafhan-
kelijken", van de honderden in vrij
heid kladdende schilder en van de
geheele zoogenaamd modern-onafhan
kelijke schilderschool, die ons hun
prententieus oppervlakkig, vaag en
wild gevert als volmaakte en geniale
kunstwerken wil opdringen. Zijdelings j
is het tevens een niet onaardig prikje
in het onschuldige, maar wel wat erg
schreeuwerige zich-au-rérieux-nemen
van onzen braven Italiaanschen rijk
aard Marinetti, die de vermakelijke
maar dure, eerzucht heeft voor een
echt Franoo-Italiaanech dichter en
letterkundige door te gaan, die hier
geen kosten en moeite voor ontziet,
die sedert eenige jaren op de eerste
pagina der groote Parijsche bladen
waar de reclameregels schrikkelijk
duur zijn van den „gemalen dich
ter Marinetti" doet spreken, en die
zich het vorig jaar de dure weelde
betaald heeft op de eerBte bladzijde
van de „Figaro" met eenige kolom
men van Franco-Italiaansche bombast,
getiteld „manifest van het futurisme",
een heldhaftige poging te doen de
ten opzichte van zijn genie zoo weer
spannige wereldaandacht te trekken.
Sedert dien slag van het Futurisme
is Marinetti nog vermakelijker ge
worden dan te voren; in den duur-
sten mooisten automobiel, dieu men
zioh denken kan, komt hij nog vaker
dan te voren in de goede stad Parijs
aanzetten en biedt u met nog meer
hartelijkheid zijn levensbeschrijving,
op keurig papier met een aantal fo
tografieën.
Maar terzake. Op de 25ste tentoon
stellingde zilveren bruiloft der
„Artistes Indépendante" tentoonstel
ling zonder jury vaa in vrijheid ge
dresseerde gepieën had dit jaar ook
een schilder J. R. Boronali tentoon
gesteld. Een groot, dwaas doek met
verwarde schreeuwende kleuren door
elkaar, getiteld: „Et lasoleils'endormit
sur l'Adriatique." Dit schilderij was
niet erger, buitensporiger of schrik-
kelijker dan vijfduizend andere ten
toongestelde verschrikkingen. Maar
toch eischte Dh. Boronali er bijzondere
aandacnt voor. Hij wijdde namelijk
met dit stuk een nieuwe schilderschool
inhet Excessivisme. Hij zond aan
de bladen een „manifest" „Le manifeste
de l'Excessivisme",waarin hij betoogde,
dat l'excès, de buitensporigheid, de
ware kracht was. Daarin lag de toe
komst der kunst, de schilderkunst
zoowel als der andere kunsten. Buiten
sporige kleuren, buitensporige lijnen,
daaruit zou de schoonheid geboren
worden. En bijna letterlijk Marinetti's
manifest van het futurisme navolgend
eischte hy het verwoesten der musea
en het verpletteren en in het niet
slingeren van al de oude afgedankte
sokken, die in academies, instituten,
saloDS zaten of maar aan eenig niet-
buitensportg kunstbedrijf deden.
Men lachte wel om dien Boronali,
den tweeden Italiaan, die door ge
schreeuw en, vergeef mij het woord,
krachtpatserij, de aandacnt van Parijs
wilde trekken. Maar myn manifest
was korter, leesbaarder,in beter Franscb
dan de bombast van den braven
Marinetti en men dacht verder niet
aan het geval. Men keek naar zijn
schilderij. Sommigen gingen schouder
ophalend voorbij, anderen tuurden,
dachten diep na, bespiedden eeu
buurman en verklaarden de een, dat
het nog wat wild was, maar dat er
veel ?.n zat, de ander dat het geniaal
was; een aantal jeugdige buitenland-
sche schilders en ecailderessen inspi
reerden er zich aan en kwamen er
dicht bij om den schepper van dezen
heerlijken, onafhankelijken zonsonder
gang de kunst af te kijken.
En wat blijkt thans? Boronali is
een letteromzetting Aliboron, den be
kenden ezelnaam. En het schilderij
is vervaardigddoor een ezel, door
Lolo, den ezel van den baas van de
hoog op Montmartre gelegen bekende
artiestenkroeg „Gabaret du Lapin
Agile." Twee redacteurs van „Fantasie"
hadden deze voor de gekhouderij
ondernomen. Zij hadden een doek op
een stoel gezet, aan het achterdeel
van Lolo een verfkwast vastgebonden,
dezen kwast telkens in verschillende
schrille kleuren gedoopt en een beetje
meehelpend, Lolo met het bovenge
deelte van zijn staart het doek vol
doen verven. En opdat geen betwis
ting mogelijk zou zijn, hadden ze een
deurwaarder laten komen om van
deze kunstbewerking esn authentiek
procesverbaal op te maken. Het eenige
wat toen nog ontbrak was de titel.
Men aarzelde tusschen „Japansche
hardlooper," de „Champs Elysées," of
eenvoudig „Bosch studie", tot, om het
Italiaansche van de grap, van den
naam en het manifest te voltooien,
een de geniale gedachte had„En de
zon sliep in over de Adriatische Zee."
Onder dezen titel zal men het thans
nog op het SaloD der Onafhankelijken
kunnen bewonderen.
Wit op. 26, 27, 28, 32, 33, 35, 36,
37, 38, 39, 40, 42, 43, 45, 48.
In dezen stand kan wit- toch. ook
die slagzet maken, door 2721,
32:12, enz.
Keen, zoo als gezegd, dat kan wit
niet, als wit dat deed, dan bezorg
de hij zwart een dam: want hij is
nood gedwongen, 12:14 te slaan,
waarna zw, dan met schijf 41 dam
haalt. i
Een -volgend voorbeeld: j
Men plaatst weer dè zelfde stand
als hier hoven op .bord, met nog een
zwarte schijf pp ruit 14, dan is het
aantal schijven gelijk.-
Dok in dezen stand kan wit die
slag niet maken met 2721 enz.,
I want dan volgt als wit toch speelt
27—21 16:27
I 32:12 23:41
Slaat wit nu 36:37 dan wint zwart
door 8:17 .of 18:7 een schyf.
Slaat wit 12:23 dian zw. 19:38. Nu
kan wit Weer .op twee manieren slaan
A. 33:22 zw. 4146 of 41—47 en
dam. E 36:47 zw;, 28—32, 24—30,
20:49 en dam'.
In het J annari-nummer van het
Bondstijdschrift, komt ook een slag-
zet voor die uitgevoerd werd door
den heer J- de Haas, kampioen van
Nederland. Ih deze party" speelde ge
noemde heer met wit en speelde als
volgt:
Redacteur: H. C. VAN OORT.
Alle correspondentie betreffende deze
Rubriek, alsook Damnieuws, proble
men. slagzelten, eindspelen, gespeelde
partijen, enz. te richten Nassaustr. 14.
Telefoon 1434, Haarlem.
Ieder belangstellende gelieve altijd
de Correspondentie te raadplegen of
er ook iets voor zijn gading bij is.
Zondag1 j.l. had de prijsuitdeeling
plaats en werd Ottina tot kampioen
van Parijs geproclameerd.
Uitdaging). [WeissOttina.
Na den wedstrijd, heeft de hteer
iJVjeiss Ottina uitgedaagd voor een
match om het Kampioenschap van
Parijs. De inzet bedraagt 50 fr. In
gevolge het reglement is Ottina ver
plicht deze uitdaging pan te nemen,
daar hy: hij weigering den titel van
kampioen zou .verliezen en boven
dien de 50 fr., die voor den inzet
van zijn prijs zijn afgetrokken, „Le
Bulletin" van „Le D. F." is gemach
tigd! te verzekeren, dat de heer Ot
tina de uitdaging zal aannemen. Dat
belooft wel zeer interessant te wor
den I ^Vellicht- een paar leerzame par
tijen, die ons tot nut kunnen strek
ken
SLAG-ZETTEN-
De slagzet die wij nu gaan behan
delen is wa,t uiteenloopend van de
vorigen cLw.z. wat de opening, op
houw en afwerking betreft. Het is
aanbevelenswaardig met veel ijver
deze oefening te volgen.
wit zwart.
1. 33—28 18—23
2. 39—33 12—18
3. 31—27 17—21
4. 37—31 21—26
5. 42—37 7—12
6. 43—39 12—17!
(stond na den 6den zet van zwart).
In dezen verkregen stand kan wit
een schijf winnen als volgt:
7. 27—21 16:27
8. 32:12 23:43
9 12:23 19:28
10. 33:22 of 49:38 dat blijft gelijk.
Men moet Thj het uitvoeren van de
zen slag, 'die een schijf winst bezorgt
toch voorzichtig! zijn, b.v. als het
schijven-aantal van .beiden wat min
der is geworden, dan komt boven
staande stand ook heel veel voor.
Wanneer men dan den slagzet niet
na voldoende doorzicht, ook wëer ten
uitvoer brengt, het meestal op ver
lies voor wit afloopt.
Zie hiervoor de volgende voorbeel
den.
Men plaatst onderstaande stand op
Zw. op 3, 6, 8, 9, 13, 15, 16, 17, 18,
19, 20, 23, 24, 25.
Stand. Zw. op. 3, 4 11, 12, 13, 16,met mij eens zijn, dat het een pracht j
18, 19, 21, 23, 24, 25.
Stand Wit op 27, 28, 32, 33, 34,
35, 37, 38, 39, 43, 44, 45, 47, 50.
Oplossing.
Wit. 34-29,39: 30. 28-231 44-391 506
Zw. 23: 34, 25: 34, 19: 48. 48: 44.
Ik geloof wel dat de lezers liet.
van combinatie is, vooral als men)
de 3de en 4de toet beschouw^ deze
zijn zeer diep gezocht, (Hulde voor
deze mooie slag),
Onderstaande stand .wertl inge
zonden door den heer U JStenoOaf,
IJmuiden.
In deze stand vraagt wit met de
dam de Schijf op 32, zw, heeft niet
veel idee om die schijf prijs te gjeven
maar denkt wit te verleiden, en
speelt heel listig, 3136, nu. heeft
wit de gelegenheid om twee schijven
te winnen door te spelen 914» maar
wit doorziet den stand goed en be
merkt nog Jhitjjds waarom zw. 31
36 speelt om wit te verleiden dat
hij zal spelen, 4137 dan had. zw,
gespeeld 2127 wit 9:31, zw, 36:27
en dan had wit de partij' wel op kun
nen geven.
Maar zoo is het niet gegaan.
Op dien listigen zet van zw, 3136
speelde wit zeer mooi, hij condoleer
de zw. met het verlies van zijn partij,
[Wat ia dat zegt zw, in dezen stand
verloren, dat geloof ik niet hard.
Kom aan zegt wit, dan gaan wij ver
der spelen, wit laat zw. heel ge
moedelijk dam halen en speelde
(Wit, Zwart.
9—3 36:47
30—24 47:20
34—30 3:29
en zw. gaf de partij op.
Een mooi voorbeeld, waarin men
kan zien, het gevaar waarin men
verkeert, als men van zijn partners
schijven vraagt, en het niet kan doen.
Deze week hebben wij op te lossen
de probleemletter D gevormd dora
de witte schijven: zw. op 2, 3, 7,
10, 13, 15. 19, 00, 29, 30. .dam op 8
wit op 16, 17, 22. 26, 28, 38, 42
46, 47, dam <Jp 86-t
Oplossingen fl.v.ö, schriftelijk bin
nen 10 dagen in, te zenden aan bo
venstaand adres,
Stand van probleem no. 19 was:
zw, op 4, 5, 9, 17, 25, 30, 40. en twee
dammen op 7, 35 wit op 15, 18,
19, 24, 33, 39, 43, 44 49.
Oplossing wit 1813, 1510, 43-
38. 39—34, 33 .-2 en wint.
Goede oplossing ontvangen van:
Mój. Z. Lantinga, de heeren EL Lan-
tinga Sr., Bi. O. Broekmeljer. C. P
Kraaij, G. P. Heek, E Kapteijn, P.
Hopman. J, Q. V., allen te Haarlem
B. Benooij!, LJmuidenSg. C. Faas,
O verveen; CL v. d. Berg, J, Beuve-
kamp, Noordwijkerhout, Hl Lantin-
ga Jr., 's-Hage.
Correspondentie.
H. L, te 'sHage De stand van
probleem was zw. op 4 5, 8 10, 12,
14 16, 19, 31wit op 15, 21, 22, 27
30, 32, 33, 36, 42, en zooals u weet
is dat niet gewonnen. [Wilt u het
wijzigen, of moet ik hei doen.
M- .CL F, Overveen. Op uw ver
zoek heeft u de stand als volgt:
zw. op 1, 5, 7, 10, 18, 23, 26 - dam op
36wit op ;20, 27, 33, 34, 37, 38, 44,
48 Gaarne ontvang ik het van u
terug)
J. H. BHaarlem. Uw probleem
zal gewijzigd moeten worden, of het
is foutief opgegeven, gaarne hierop
uw antwoord.
M V., te Haarlem Hoe komt bast
dat ik niet meer van uw verneem. Te
weinig tijd. HZÜkfc u het damspel
leeren dan, moet het ook gevolgd
zorden.
J. G. te Haarlem Nog steeds wach
tende op uw antwoord op mijn schrij
ven, betreffende die probleemsia»-
den,
J. R- en C v, d B,, Noordwijker
hout Dank voor uw schrijven. At»
er een mooie Stand of zetje in de club
voorkomt dan zend u het maar, öluW
nieuws kunt u ook zenden.
K_ S. Zaandam Kan aan mijd ver
zoek al voldaan worden of w;eet u
nog niets nader.
B. S., Schoten Heeft u al wat ge-
gehoord wanneer het plaats ad heb
ben.
KI B., Hillegom, De stand scfcjjnt
zeer interessant te zijd, ik zal het
voor u uitwerken, dan kan zie»
hoe het afspel had moeten zjju.
De vereeniging Damclub Haarlet*
houdt iederen Donderdagavond va»
812 uur speelavond in de achter
zaal van café de Kareeboom, Groot»
Houtstraat 99 (Buiten bet café ocb
Belangstellenden steeds vrije toe
gang.
De Kon. JSed. Bond va» Ou»
Onderofficieren.
Bij het jongste bezoek va» ML Ai.
den Prins aau» 't Sehietgobo»* der
Schiet ver. „Generaal van Merj*»' vei
aan de aanwezige autoriteiten uitger«lts
de pas verschene» brochure:
W at beoogt do Koninklijke
Nederlandsche Bond v au Oud-
Oadcrollioierea1'
Deze brochure (14 pagina's) is saaaa-
gesteld en woixft verspreid door het
Hoofdbestuur van den Kon. Nederi.
Bond van Oudf-Onderoffieieran. 5üjj be
oogt meerdere bekendheid te geve»
aan. bet werken ran den Bond, e»
daardoor meerderen bloei dezer nuttige
vereenïging te bevorderen, die, wordt
doel en strekking goed begrepen, veie»
ten goede ka» komen.
Doch alvorens de vraag te beantwoor
den;: Wat beoogt de Kon. Ned. Bood?
wordt die wordingsgeschieden is van die»
Bond. toegelicht.
Het doel van de» Boud is drieledig:
Eerstens „toewijding aan Vorstin e»
Vaderland, alsmede verhooging van 's
Lands weerbaarheid" vervolgens „de
kameraadschap aa de stoffelijke belan
gen, te bevorderen*" au tan derde^ „zo*
noodig ondersteuning te verleen en aa»
ajjne leden», an zoo mogelijk aan hunne
weduwen, of weeaeu.'
Om tot de uitvoering van hertgee»
de Boud zich voorstelt, te komew,
zijn verschillende wegen geopend.
SKiij noemen o. m.
le. „Zijne bereidwillige Leden bw
mobilisatie ter beschikking van db
Begeering te stellen."
Sa Het houden van stoliiehoefeni»-
gen en wedstrijden,
öe. Het vormen van afdeel inge»
en het houden van bijeen komsten.
4a Zijne Leden en de actief die
nende onderofficieren (aspirant-lid
zijnde) die den militairen dienst we»
schen te verlaten, behulpzaam te ey»
in het verkrijgen eener betrekking.
5e. „Het vormen van fondsen om
da-aruit zijne leden in ziekte of te
genspoed geldelijk bij te staan. Da
delijke ren tel oo ze voorschotten te
verstrekken. Bjj overlijden hunn*
weduwen of weezen een uitkeerrag1
te verzekeren en zoo mogelijk gelde
lijk te steunen."
Hierna vrordt in de brochure uit
eengezet de inwendige organisatie
der Vereeniging, hare werkwijze,
voorwaarden tot toetreding, enz,, om
ten slotte te betoogen
[Wil evenwel datgene wat wij ons
voorstellen, geheel tot zijn recht ko
men, dan dient de toetreding nog
grooter te zijn en daarom roepen wij
u toe Oud-Onderofficieren, laat S
FfcUlLLE f ON.
Roman uit het Artintenleven.
Naar bet Eugelach van
GEORGE R SIMS.
5)
.Andermaal wordt hét, vurige ros
'i an ©ingebracht: ^weo stalknechten
^yn noodig ,om het in zijn vooruit-
«4 lotende vaart tegen te houden,
met, één sprong wipt de Ko-
juigon op zijn rug en galoppeert wel-
]i(>^(^°PT1ieuw met hem de manége
echter komen de vdjf-
7.7 f'kken niet te voorschijn
r a'ri i °r hoepels worden gespron
gen, bekende met papier beplakte
hoepete ----- Ü6 w ^4 den vnen,
(lelyken glimlach, die blijkbaar veel
belang stelt in de k un.s tvenri cht. in gen
.^e, deelt hier en daar ver-
schillende terechtwijzingen uit, ter-
j nfan égo personee 1 op ver
schillende punten de barrière be-
klimt om de hoepels gereed te hou
den, en dan, als alles'gereed is, be
gint de „Koningin." door de hoepels
te springenwat zij) echter even ge
makkelijk ten uitvoer brengt, alsiof
20 een schoolj ongen was, die over
een slootje moet springen. Doch
<»e werkzaamheden zijn nog niet af-
geioopen. Da,ar klimt, de vriende
lijk lachende heer zelf op de bar
rière van de manége en vertoont een
met papier beplakt hoepeltje; zoo
klein, dat het u voor de „Koningin"
moeielijk toeschijnt, zich er door heen
te wringen, en dus nog veel meer on
mogelijk, er met vaart door heem
te springen.
Er ontstaat een gegons van verba
zing en zenuwachtige spanning, doch
„St! St!" wordt er geroepen, want
de manége-meester komt in het mid
den van den circus, maakt een bui
ging en begint in zijn „circus-taal
te zeggen:
„Geëerde dames en heerenDe
„Koningin der Arena" zal hare ver
bazende kunstverrichtingen beslui
ten met dooi" dezen kleinen hoepel
te springen, het hoofd voorwaarts
gericht, en terwijl het paard in den
vol-ver snelden galop zich bevindt.
Dit, is een toer, waarover zij in per
soonlijkheid werd begroet en gecom
plimenteerd door alle gekroondehoof-
den van geheel Europa. Klaar?"
Dit laatste tegen de „Koningin."
Een lachje en een knikje met het
hoofd van hare zijde. Klappende
zweepen van de zijde van het ma
nége-personeel, en een triomphale
marsch of galop van het orkest.
Het paard rent, galoppeert, vliegt
vooruit. De vriendelijk lachende
heer, die op de barrière staat, houdt
den hoepel uitgestrekt; het publiek
houdt zijn adem in, en Verkeert in
een toestand van de hoogste span
ning sommige dames kijken den an
deren kant uit. De Koningin vouwt
haar handen boven haar hoofd, in
den trant van iemand, die als duiker
te water zal giaan en zoo het water
zal klieven, maakt dan den
sprong, de lucht in naar den
hoepoldoch dan
Juist, op .dit oogenblik valt een
kind, dat op de voorste rij op den
schoot van eene vrouw werd vastge
houden en voo rover leunde valt
vóór de barrière en helaas! juist on
der de hoeven van het woest gaiop-
peerende paard. De heer met den
glimlach ziet het en vliegt onder het
uitstooten van een rauwen kreet van
de barrière af, om het kind te grij
pen doch juist in dat zelfde oogen-
bd ik, zoo als reeds zeiden, maakt de
Koningin haar sprong naar den hoe
pel in zijne handzij blijft)
in haar sprong, haken aan den hoev
pel, dien zij mist, en met een doffen
slag, die ook zelfs het koudste hart
doét rillen van schrik, stort zij tegen
de houten barrière of muur van de
manége.
De dames onder hét publiek schreeu
wen en gillen liet uit, de mannen
springen de manége binnenen er
heerscht de grootste verwarring.
„Zij is doodis de angstkreet van
de vrouwen, "'t Is een schande!"
hoort men de mannen zeggen. „Zul
ke dingen moesten verboden worden
dat is moorden, zoo iets." En het
fatsoenlijke deel van het publiek
verlaat den circus.
Doch te midden Van al het ge
schreeuw en lawaai is er één figuur,
die de aandacht van allen trekt.
Het is de heer met den vriendelijken
glimlach, die straks voor de Konin
gin in den hoepel hield. Hij heeft de
kleine, die onder het paard viel, ge
red, zonder dat het kind iets overko
men is. Het was zijn kindj
Doch aian zijne voeten ligt de ko
ningin", badende in haar bloed, zon
der eenig geluid te geven, en, naar
het schijnt levenloos.
Het is zijn vrouw...!
„O myn lieveling, mijn arme lieve- j
ling, ik heb u gedood. Onze kleine I
vielik zag het en meende
dat het paard het zou raken, en ik
wou het reddenEn nu heb ik uj
gedood Och, zeg toch wat i
spreek tochmijn engel, mijn
alles.mijn vrouw
Er komt een dokter door de me-1
nigte, die hem omringt, heendringen, j
om assistentie aan te biedenHij j
knielt bij de vrouw neer en stelt zichj
op de hoogte van haar toestand.
„Zij Jeeft nog," zegt hij na een i
paar oogenblikken, „maar zij is
zwaar gewond Laat haar dade-j
lijk wegbrengen
Een uur later ongeveer', toen
allo lichten reeds uit waren en het
straks nog zoo vroolijke en levendige
circusgebouw er van binnen donker,
duister en treurig uitzag, liet;
de dokter den armen acrobaat bij
zich komen en deelde hem zijn droe
vige bevinding omtrent den toestand
van zijne vrouw mede.
•Met veel zorg en zorgvuldige op
passing zou zij kunnen blijven leven,
doch, aangezien de ruggegraat aan
gedaan was door den val, was er
geen kwestie van, dat zij ooit weer
zou kunnen rijden. Het was moge
lijk, dat deze aandoening in den rug
langzamerhand zou verergeren, en
ja het was maar het best, in
eens de volle .waarheid te zeggen
de mogelijikheid bestond, dat zij
eindelijk in het laatst heelemaal hul
peloos zou worden en niet in staat
om armen of boenen te verroeren.
Op het strop van den armzaligen
stal van den circus, waar men het
arme schepsel zoo voorzichtig moge
lijk had heengebracht en neergelegd,
knielde de acrobaat naast zijne nog
altoos hewustelooze vxouw. Hij be
woog zijne lippen tot een gebed en
smeekte den Hemel, dat haar leven
gespaard mocht worden om den wille
van hem en zijn kind.
De „Koningin der Arena" was de
vrouw, van Zeph, en hun kind was
het meisje, dat wij als Totty hebben
leeren kennen.
IV.
TORONI, DE ACROBATEN-
AGENT.
Vier jaren zijn voorbijgegaan,
sinds de „Koningin der Arena' va»
haar paard werd geworpen, om nim
mer meer eenig ros te bestijgen. Mei
de grootste zorgvuldigheid ver
pleegd, naoht en dag met eene vrou
welijke toewijding door Iiaar echt
genoot, den acrobaat, verzorgd en
opgepast, herstelde zij langzamer
hand zoover, dat zij vervoerd kon
worden, en, werd, toen zij ook hier
voor voldoende krachten had, naar
Londen getransporteerd en in har*
woning' in de Lambethw'ijk behoor
lijk geïnstalleerd en -voorzien va»
zooveel „comfort" en gezelligheid al»
maar mogelijk was. Ze huisden toe»
nog niet pp het zolderkamertje, waar
wij ze nu aangetroffen hebben, want
Zeph was in die dagen nog in goeden
doen. Hij en zijn vrouw hadden
steeds groote traktementen en rui
me betaling genoten voor de voor
stellingen, waarbij zij optraden,
want hun naam was op de biljette»
altoos een punt, dat het eerst de aan
dacht wekte en een zeker middel
om publiek te trekken.
JPonïl vervolgd
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.