TWEEDE BLAD. Circusmenschen. Letteren en Kunst. Dam-Rubriek. Leger en Vloot. u: DINSDAG 5 APRIL 1910. Van de» man,; die zijn eigen ge raamten verkocht had. In Zweden, heelt een eigenaardig proces plaats gohadL Ziehier de feiten. Zekere Albert Nyström van Stockholm, was op 20- jarigen. ouderdom een arme duiveL, zon der een eenit qp zak, dlie niet (wist Wat aan te vangen. Op zekeren dag veraam hij, dait het Koninklijk Instituut van Ontleedkunde •p voorhand geraamten kocht. Hij die het post mortem zijne' eigen, knoken wil de afstaan, had zich slechts naar de kanselarij van het Instituut te begeven, «en contract te teekenem en die centen •p te strijken. Nysitröm dacht er niet lang over na. Hij begaf zich naar het Instituut en stelde zich voor. Men vond! zijn geraam te perfekt en, de zaak werd) beklonken. Heit ontvangen, geld bracht geluk aan Nysitröim en heden is hij. meer dan mil- laonnair. Hij is getrouwd en heeft kin deren. Dat alles heeft heun zijn geraam te kostbaarder gemaakt. Onlangs nu raadpleegde hij een ad vocaat over het vroeger door hem met het Instituut gesloten verdrag. Is het passend, dat het geraamte van ©en rijk ««.an eenmaal in het museum prijkte? Zeker niet. De advocaat deelde dit ge voelen, en Nyström spande een proces '•gen het Instituut. -Maar dat proces, is hij nu verloren. Ha, an eer nog, hij i s veroordeeld) tot betaling van een schadeloosstelling aan het Instituut, omdat hijs zich twee tan den heeft laten trekken zonder per missie. Van 't Belgische platteland. Er woonde, dus vertelt de Bel gische correspondent van een onzer 'Waden, te lankebeek een pachter, een dien men onder de verstandig ste moest tellen en een die dus voor „kiesbaar gemeenteraadslid" mocht Ïshouden worden. De burgemeester, e een colijkaard is ging den pach ter opzoeken en zei Ziste (of Kobe.. mijn jongen ge moet u laten op de lijst zetten, seloof mij. Ja? mijnheer de Burgemeester Ja wel, Ziste..en op mijn lijst, jongen.... en ge zult gekozen wor den .Maar, mijnheer de Burgemees ter.... [Wjat is er, Ziste Er hapert iets aan, mijnheer de Burgemeester. [Wél zoo! En wat hapert er aan. Ziste, mijn kameraad? Ik kan piet drinken, mijnheer de Burgemeester, dat weet ge toch. De burgemeester fronste zijn wenkbrauwen en bedacht zich. In derdaad, het schoot hem nu te bin nen, dat Ziste de eenige van het dorp, niet drinken kon. Ziste dronk nooit, en eene electorale propaganda zonder drinken is een onbegonnen. werk. Dat is spijtig, zei de Burge meester. Hij vertrok, sprak over de zaak met den eersten en tweeden sche- B«ne, aarzelde, trok eindelijk weer fry' Ziste en was roekeloos genoeg, om, spijts alles, den geheelonthouder tóch. op zijn lijst als candidaa.t te doen fungeeren. De verkiezingsstrijd ving aan. Zis te werd welsprekend. Ziste legde een •Bverwachten ijver aan den dag. Zis- te werd allemans vriend. En Ziste werd waarachtig gekozen .Maar....! Ziste's vrouw herken de in het nieuwei gemeenteraadslid waren man niet meer. Ziste, die vroeger niet drinken kón, wilde nu *iets anderis meer dan drinken't ^iög zoo verre, dat hij op een laten «»vond de zoldertrap niet kon vin- *eD en biij vergissing den hooitas voor zijne slaapkamer optrok. Des •ohtends, nog zat en in halven dron keman slaap zwijmelend, hoorde hij in den koestal zijne vrouw omgaan. Zij1 gaf, naar het hem toescheen, zoe temelk aan het jonge kalf en da.t koppige beest wilde maar niet zwel gen. Ziste s vrouw had er groote moeite mee, tot Ziste het niet meer aanhoor en kon en, zijn hoofd uit het hooi stekend: „Verdikkie!" riep hij! haar toe, maak er een raadslid vanhet zal dan wel drinken!" Moderne „Kunst." De Parijeche corr. der „N. R. Ct." schrijft Het maandblad „Fantasie" heeft een vermakelijke grap uitgehaald ten- koste van het „Salon der Onafhan- kelijken", van de honderden in vrij heid kladdende schilder en van de geheele zoogenaamd modern-onafhan kelijke schilderschool, die ons hun prententieus oppervlakkig, vaag en wild gevert als volmaakte en geniale kunstwerken wil opdringen. Zijdelings j is het tevens een niet onaardig prikje in het onschuldige, maar wel wat erg schreeuwerige zich-au-rérieux-nemen van onzen braven Italiaanschen rijk aard Marinetti, die de vermakelijke maar dure, eerzucht heeft voor een echt Franoo-Italiaanech dichter en letterkundige door te gaan, die hier geen kosten en moeite voor ontziet, die sedert eenige jaren op de eerste pagina der groote Parijsche bladen waar de reclameregels schrikkelijk duur zijn van den „gemalen dich ter Marinetti" doet spreken, en die zich het vorig jaar de dure weelde betaald heeft op de eerBte bladzijde van de „Figaro" met eenige kolom men van Franco-Italiaansche bombast, getiteld „manifest van het futurisme", een heldhaftige poging te doen de ten opzichte van zijn genie zoo weer spannige wereldaandacht te trekken. Sedert dien slag van het Futurisme is Marinetti nog vermakelijker ge worden dan te voren; in den duur- sten mooisten automobiel, dieu men zioh denken kan, komt hij nog vaker dan te voren in de goede stad Parijs aanzetten en biedt u met nog meer hartelijkheid zijn levensbeschrijving, op keurig papier met een aantal fo tografieën. Maar terzake. Op de 25ste tentoon stellingde zilveren bruiloft der „Artistes Indépendante" tentoonstel ling zonder jury vaa in vrijheid ge dresseerde gepieën had dit jaar ook een schilder J. R. Boronali tentoon gesteld. Een groot, dwaas doek met verwarde schreeuwende kleuren door elkaar, getiteld: „Et lasoleils'endormit sur l'Adriatique." Dit schilderij was niet erger, buitensporiger of schrik- kelijker dan vijfduizend andere ten toongestelde verschrikkingen. Maar toch eischte Dh. Boronali er bijzondere aandacnt voor. Hij wijdde namelijk met dit stuk een nieuwe schilderschool inhet Excessivisme. Hij zond aan de bladen een „manifest" „Le manifeste de l'Excessivisme",waarin hij betoogde, dat l'excès, de buitensporigheid, de ware kracht was. Daarin lag de toe komst der kunst, de schilderkunst zoowel als der andere kunsten. Buiten sporige kleuren, buitensporige lijnen, daaruit zou de schoonheid geboren worden. En bijna letterlijk Marinetti's manifest van het futurisme navolgend eischte hy het verwoesten der musea en het verpletteren en in het niet slingeren van al de oude afgedankte sokken, die in academies, instituten, saloDS zaten of maar aan eenig niet- buitensportg kunstbedrijf deden. Men lachte wel om dien Boronali, den tweeden Italiaan, die door ge schreeuw en, vergeef mij het woord, krachtpatserij, de aandacnt van Parijs wilde trekken. Maar myn manifest was korter, leesbaarder,in beter Franscb dan de bombast van den braven Marinetti en men dacht verder niet aan het geval. Men keek naar zijn schilderij. Sommigen gingen schouder ophalend voorbij, anderen tuurden, dachten diep na, bespiedden eeu buurman en verklaarden de een, dat het nog wat wild was, maar dat er veel ?.n zat, de ander dat het geniaal was; een aantal jeugdige buitenland- sche schilders en ecailderessen inspi reerden er zich aan en kwamen er dicht bij om den schepper van dezen heerlijken, onafhankelijken zonsonder gang de kunst af te kijken. En wat blijkt thans? Boronali is een letteromzetting Aliboron, den be kenden ezelnaam. En het schilderij is vervaardigddoor een ezel, door Lolo, den ezel van den baas van de hoog op Montmartre gelegen bekende artiestenkroeg „Gabaret du Lapin Agile." Twee redacteurs van „Fantasie" hadden deze voor de gekhouderij ondernomen. Zij hadden een doek op een stoel gezet, aan het achterdeel van Lolo een verfkwast vastgebonden, dezen kwast telkens in verschillende schrille kleuren gedoopt en een beetje meehelpend, Lolo met het bovenge deelte van zijn staart het doek vol doen verven. En opdat geen betwis ting mogelijk zou zijn, hadden ze een deurwaarder laten komen om van deze kunstbewerking esn authentiek procesverbaal op te maken. Het eenige wat toen nog ontbrak was de titel. Men aarzelde tusschen „Japansche hardlooper," de „Champs Elysées," of eenvoudig „Bosch studie", tot, om het Italiaansche van de grap, van den naam en het manifest te voltooien, een de geniale gedachte had„En de zon sliep in over de Adriatische Zee." Onder dezen titel zal men het thans nog op het SaloD der Onafhankelijken kunnen bewonderen. Wit op. 26, 27, 28, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 42, 43, 45, 48. In dezen stand kan wit- toch. ook die slagzet maken, door 2721, 32:12, enz. Keen, zoo als gezegd, dat kan wit niet, als wit dat deed, dan bezorg de hij zwart een dam: want hij is nood gedwongen, 12:14 te slaan, waarna zw, dan met schijf 41 dam haalt. i Een -volgend voorbeeld: j Men plaatst weer dè zelfde stand als hier hoven op .bord, met nog een zwarte schijf pp ruit 14, dan is het aantal schijven gelijk.- Dok in dezen stand kan wit die slag niet maken met 2721 enz., I want dan volgt als wit toch speelt 27—21 16:27 I 32:12 23:41 Slaat wit nu 36:37 dan wint zwart door 8:17 .of 18:7 een schyf. Slaat wit 12:23 dian zw. 19:38. Nu kan wit Weer .op twee manieren slaan A. 33:22 zw. 4146 of 41—47 en dam. E 36:47 zw;, 28—32, 24—30, 20:49 en dam'. In het J annari-nummer van het Bondstijdschrift, komt ook een slag- zet voor die uitgevoerd werd door den heer J- de Haas, kampioen van Nederland. Ih deze party" speelde ge noemde heer met wit en speelde als volgt: Redacteur: H. C. VAN OORT. Alle correspondentie betreffende deze Rubriek, alsook Damnieuws, proble men. slagzelten, eindspelen, gespeelde partijen, enz. te richten Nassaustr. 14. Telefoon 1434, Haarlem. Ieder belangstellende gelieve altijd de Correspondentie te raadplegen of er ook iets voor zijn gading bij is. Zondag1 j.l. had de prijsuitdeeling plaats en werd Ottina tot kampioen van Parijs geproclameerd. Uitdaging). [WeissOttina. Na den wedstrijd, heeft de hteer iJVjeiss Ottina uitgedaagd voor een match om het Kampioenschap van Parijs. De inzet bedraagt 50 fr. In gevolge het reglement is Ottina ver plicht deze uitdaging pan te nemen, daar hy: hij weigering den titel van kampioen zou .verliezen en boven dien de 50 fr., die voor den inzet van zijn prijs zijn afgetrokken, „Le Bulletin" van „Le D. F." is gemach tigd! te verzekeren, dat de heer Ot tina de uitdaging zal aannemen. Dat belooft wel zeer interessant te wor den I ^Vellicht- een paar leerzame par tijen, die ons tot nut kunnen strek ken SLAG-ZETTEN- De slagzet die wij nu gaan behan delen is wa,t uiteenloopend van de vorigen cLw.z. wat de opening, op houw en afwerking betreft. Het is aanbevelenswaardig met veel ijver deze oefening te volgen. wit zwart. 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 3. 31—27 17—21 4. 37—31 21—26 5. 42—37 7—12 6. 43—39 12—17! (stond na den 6den zet van zwart). In dezen verkregen stand kan wit een schijf winnen als volgt: 7. 27—21 16:27 8. 32:12 23:43 9 12:23 19:28 10. 33:22 of 49:38 dat blijft gelijk. Men moet Thj het uitvoeren van de zen slag, 'die een schijf winst bezorgt toch voorzichtig! zijn, b.v. als het schijven-aantal van .beiden wat min der is geworden, dan komt boven staande stand ook heel veel voor. Wanneer men dan den slagzet niet na voldoende doorzicht, ook wëer ten uitvoer brengt, het meestal op ver lies voor wit afloopt. Zie hiervoor de volgende voorbeel den. Men plaatst onderstaande stand op Zw. op 3, 6, 8, 9, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24, 25. Stand. Zw. op. 3, 4 11, 12, 13, 16,met mij eens zijn, dat het een pracht j 18, 19, 21, 23, 24, 25. Stand Wit op 27, 28, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 43, 44, 45, 47, 50. Oplossing. Wit. 34-29,39: 30. 28-231 44-391 506 Zw. 23: 34, 25: 34, 19: 48. 48: 44. Ik geloof wel dat de lezers liet. van combinatie is, vooral als men) de 3de en 4de toet beschouw^ deze zijn zeer diep gezocht, (Hulde voor deze mooie slag), Onderstaande stand .wertl inge zonden door den heer U JStenoOaf, IJmuiden. In deze stand vraagt wit met de dam de Schijf op 32, zw, heeft niet veel idee om die schijf prijs te gjeven maar denkt wit te verleiden, en speelt heel listig, 3136, nu. heeft wit de gelegenheid om twee schijven te winnen door te spelen 914» maar wit doorziet den stand goed en be merkt nog Jhitjjds waarom zw. 31 36 speelt om wit te verleiden dat hij zal spelen, 4137 dan had. zw, gespeeld 2127 wit 9:31, zw, 36:27 en dan had wit de partij' wel op kun nen geven. Maar zoo is het niet gegaan. Op dien listigen zet van zw, 3136 speelde wit zeer mooi, hij condoleer de zw. met het verlies van zijn partij, [Wat ia dat zegt zw, in dezen stand verloren, dat geloof ik niet hard. Kom aan zegt wit, dan gaan wij ver der spelen, wit laat zw. heel ge moedelijk dam halen en speelde (Wit, Zwart. 9—3 36:47 30—24 47:20 34—30 3:29 en zw. gaf de partij op. Een mooi voorbeeld, waarin men kan zien, het gevaar waarin men verkeert, als men van zijn partners schijven vraagt, en het niet kan doen. Deze week hebben wij op te lossen de probleemletter D gevormd dora de witte schijven: zw. op 2, 3, 7, 10, 13, 15. 19, 00, 29, 30. .dam op 8 wit op 16, 17, 22. 26, 28, 38, 42 46, 47, dam <Jp 86-t Oplossingen fl.v.ö, schriftelijk bin nen 10 dagen in, te zenden aan bo venstaand adres, Stand van probleem no. 19 was: zw, op 4, 5, 9, 17, 25, 30, 40. en twee dammen op 7, 35 wit op 15, 18, 19, 24, 33, 39, 43, 44 49. Oplossing wit 1813, 1510, 43- 38. 39—34, 33 .-2 en wint. Goede oplossing ontvangen van: Mój. Z. Lantinga, de heeren EL Lan- tinga Sr., Bi. O. Broekmeljer. C. P Kraaij, G. P. Heek, E Kapteijn, P. Hopman. J, Q. V., allen te Haarlem B. Benooij!, LJmuidenSg. C. Faas, O verveen; CL v. d. Berg, J, Beuve- kamp, Noordwijkerhout, Hl Lantin- ga Jr., 's-Hage. Correspondentie. H. L, te 'sHage De stand van probleem was zw. op 4 5, 8 10, 12, 14 16, 19, 31wit op 15, 21, 22, 27 30, 32, 33, 36, 42, en zooals u weet is dat niet gewonnen. [Wilt u het wijzigen, of moet ik hei doen. M- .CL F, Overveen. Op uw ver zoek heeft u de stand als volgt: zw. op 1, 5, 7, 10, 18, 23, 26 - dam op 36wit op ;20, 27, 33, 34, 37, 38, 44, 48 Gaarne ontvang ik het van u terug) J. H. BHaarlem. Uw probleem zal gewijzigd moeten worden, of het is foutief opgegeven, gaarne hierop uw antwoord. M V., te Haarlem Hoe komt bast dat ik niet meer van uw verneem. Te weinig tijd. HZÜkfc u het damspel leeren dan, moet het ook gevolgd zorden. J. G. te Haarlem Nog steeds wach tende op uw antwoord op mijn schrij ven, betreffende die probleemsia»- den, J. R- en C v, d B,, Noordwijker hout Dank voor uw schrijven. At» er een mooie Stand of zetje in de club voorkomt dan zend u het maar, öluW nieuws kunt u ook zenden. K_ S. Zaandam Kan aan mijd ver zoek al voldaan worden of w;eet u nog niets nader. B. S., Schoten Heeft u al wat ge- gehoord wanneer het plaats ad heb ben. KI B., Hillegom, De stand scfcjjnt zeer interessant te zijd, ik zal het voor u uitwerken, dan kan zie» hoe het afspel had moeten zjju. De vereeniging Damclub Haarlet* houdt iederen Donderdagavond va» 812 uur speelavond in de achter zaal van café de Kareeboom, Groot» Houtstraat 99 (Buiten bet café ocb Belangstellenden steeds vrije toe gang. De Kon. JSed. Bond va» Ou» Onderofficieren. Bij het jongste bezoek va» ML Ai. den Prins aau» 't Sehietgobo»* der Schiet ver. „Generaal van Merj*»' vei aan de aanwezige autoriteiten uitger«lts de pas verschene» brochure: W at beoogt do Koninklijke Nederlandsche Bond v au Oud- Oadcrollioierea1' Deze brochure (14 pagina's) is saaaa- gesteld en woixft verspreid door het Hoofdbestuur van den Kon. Nederi. Bond van Oudf-Onderoffieieran. 5üjj be oogt meerdere bekendheid te geve» aan. bet werken ran den Bond, e» daardoor meerderen bloei dezer nuttige vereenïging te bevorderen, die, wordt doel en strekking goed begrepen, veie» ten goede ka» komen. Doch alvorens de vraag te beantwoor den;: Wat beoogt de Kon. Ned. Bood? wordt die wordingsgeschieden is van die» Bond. toegelicht. Het doel van de» Boud is drieledig: Eerstens „toewijding aan Vorstin e» Vaderland, alsmede verhooging van 's Lands weerbaarheid" vervolgens „de kameraadschap aa de stoffelijke belan gen, te bevorderen*" au tan derde^ „zo* noodig ondersteuning te verleen en aa» ajjne leden», an zoo mogelijk aan hunne weduwen, of weeaeu.' Om tot de uitvoering van hertgee» de Boud zich voorstelt, te komew, zijn verschillende wegen geopend. SKiij noemen o. m. le. „Zijne bereidwillige Leden bw mobilisatie ter beschikking van db Begeering te stellen." Sa Het houden van stoliiehoefeni»- gen en wedstrijden, öe. Het vormen van afdeel inge» en het houden van bijeen komsten. 4a Zijne Leden en de actief die nende onderofficieren (aspirant-lid zijnde) die den militairen dienst we» schen te verlaten, behulpzaam te ey» in het verkrijgen eener betrekking. 5e. „Het vormen van fondsen om da-aruit zijne leden in ziekte of te genspoed geldelijk bij te staan. Da delijke ren tel oo ze voorschotten te verstrekken. Bjj overlijden hunn* weduwen of weezen een uitkeerrag1 te verzekeren en zoo mogelijk gelde lijk te steunen." Hierna vrordt in de brochure uit eengezet de inwendige organisatie der Vereeniging, hare werkwijze, voorwaarden tot toetreding, enz,, om ten slotte te betoogen [Wil evenwel datgene wat wij ons voorstellen, geheel tot zijn recht ko men, dan dient de toetreding nog grooter te zijn en daarom roepen wij u toe Oud-Onderofficieren, laat S FfcUlLLE f ON. Roman uit het Artintenleven. Naar bet Eugelach van GEORGE R SIMS. 5) .Andermaal wordt hét, vurige ros 'i an ©ingebracht: ^weo stalknechten ^yn noodig ,om het in zijn vooruit- «4 lotende vaart tegen te houden, met, één sprong wipt de Ko- juigon op zijn rug en galoppeert wel- ]i(>^(^°PT1ieuw met hem de manége echter komen de vdjf- 7.7 f'kken niet te voorschijn r a'ri i °r hoepels worden gespron gen, bekende met papier beplakte hoepete ----- Ü6 w ^4 den vnen, (lelyken glimlach, die blijkbaar veel belang stelt in de k un.s tvenri cht. in gen .^e, deelt hier en daar ver- schillende terechtwijzingen uit, ter- j nfan égo personee 1 op ver schillende punten de barrière be- klimt om de hoepels gereed te hou den, en dan, als alles'gereed is, be gint de „Koningin." door de hoepels te springenwat zij) echter even ge makkelijk ten uitvoer brengt, alsiof 20 een schoolj ongen was, die over een slootje moet springen. Doch <»e werkzaamheden zijn nog niet af- geioopen. Da,ar klimt, de vriende lijk lachende heer zelf op de bar rière van de manége en vertoont een met papier beplakt hoepeltje; zoo klein, dat het u voor de „Koningin" moeielijk toeschijnt, zich er door heen te wringen, en dus nog veel meer on mogelijk, er met vaart door heem te springen. Er ontstaat een gegons van verba zing en zenuwachtige spanning, doch „St! St!" wordt er geroepen, want de manége-meester komt in het mid den van den circus, maakt een bui ging en begint in zijn „circus-taal te zeggen: „Geëerde dames en heerenDe „Koningin der Arena" zal hare ver bazende kunstverrichtingen beslui ten met dooi" dezen kleinen hoepel te springen, het hoofd voorwaarts gericht, en terwijl het paard in den vol-ver snelden galop zich bevindt. Dit, is een toer, waarover zij in per soonlijkheid werd begroet en gecom plimenteerd door alle gekroondehoof- den van geheel Europa. Klaar?" Dit laatste tegen de „Koningin." Een lachje en een knikje met het hoofd van hare zijde. Klappende zweepen van de zijde van het ma nége-personeel, en een triomphale marsch of galop van het orkest. Het paard rent, galoppeert, vliegt vooruit. De vriendelijk lachende heer, die op de barrière staat, houdt den hoepel uitgestrekt; het publiek houdt zijn adem in, en Verkeert in een toestand van de hoogste span ning sommige dames kijken den an deren kant uit. De Koningin vouwt haar handen boven haar hoofd, in den trant van iemand, die als duiker te water zal giaan en zoo het water zal klieven, maakt dan den sprong, de lucht in naar den hoepoldoch dan Juist, op .dit oogenblik valt een kind, dat op de voorste rij op den schoot van eene vrouw werd vastge houden en voo rover leunde valt vóór de barrière en helaas! juist on der de hoeven van het woest gaiop- peerende paard. De heer met den glimlach ziet het en vliegt onder het uitstooten van een rauwen kreet van de barrière af, om het kind te grij pen doch juist in dat zelfde oogen- bd ik, zoo als reeds zeiden, maakt de Koningin haar sprong naar den hoe pel in zijne handzij blijft) in haar sprong, haken aan den hoev pel, dien zij mist, en met een doffen slag, die ook zelfs het koudste hart doét rillen van schrik, stort zij tegen de houten barrière of muur van de manége. De dames onder hét publiek schreeu wen en gillen liet uit, de mannen springen de manége binnenen er heerscht de grootste verwarring. „Zij is doodis de angstkreet van de vrouwen, "'t Is een schande!" hoort men de mannen zeggen. „Zul ke dingen moesten verboden worden dat is moorden, zoo iets." En het fatsoenlijke deel van het publiek verlaat den circus. Doch te midden Van al het ge schreeuw en lawaai is er één figuur, die de aandacht van allen trekt. Het is de heer met den vriendelijken glimlach, die straks voor de Konin gin in den hoepel hield. Hij heeft de kleine, die onder het paard viel, ge red, zonder dat het kind iets overko men is. Het was zijn kindj Doch aian zijne voeten ligt de ko ningin", badende in haar bloed, zon der eenig geluid te geven, en, naar het schijnt levenloos. Het is zijn vrouw...! „O myn lieveling, mijn arme lieve- j ling, ik heb u gedood. Onze kleine I vielik zag het en meende dat het paard het zou raken, en ik wou het reddenEn nu heb ik uj gedood Och, zeg toch wat i spreek tochmijn engel, mijn alles.mijn vrouw Er komt een dokter door de me-1 nigte, die hem omringt, heendringen, j om assistentie aan te biedenHij j knielt bij de vrouw neer en stelt zichj op de hoogte van haar toestand. „Zij Jeeft nog," zegt hij na een i paar oogenblikken, „maar zij is zwaar gewond Laat haar dade-j lijk wegbrengen Een uur later ongeveer', toen allo lichten reeds uit waren en het straks nog zoo vroolijke en levendige circusgebouw er van binnen donker, duister en treurig uitzag, liet; de dokter den armen acrobaat bij zich komen en deelde hem zijn droe vige bevinding omtrent den toestand van zijne vrouw mede. •Met veel zorg en zorgvuldige op passing zou zij kunnen blijven leven, doch, aangezien de ruggegraat aan gedaan was door den val, was er geen kwestie van, dat zij ooit weer zou kunnen rijden. Het was moge lijk, dat deze aandoening in den rug langzamerhand zou verergeren, en ja het was maar het best, in eens de volle .waarheid te zeggen de mogelijikheid bestond, dat zij eindelijk in het laatst heelemaal hul peloos zou worden en niet in staat om armen of boenen te verroeren. Op het strop van den armzaligen stal van den circus, waar men het arme schepsel zoo voorzichtig moge lijk had heengebracht en neergelegd, knielde de acrobaat naast zijne nog altoos hewustelooze vxouw. Hij be woog zijne lippen tot een gebed en smeekte den Hemel, dat haar leven gespaard mocht worden om den wille van hem en zijn kind. De „Koningin der Arena" was de vrouw, van Zeph, en hun kind was het meisje, dat wij als Totty hebben leeren kennen. IV. TORONI, DE ACROBATEN- AGENT. Vier jaren zijn voorbijgegaan, sinds de „Koningin der Arena' va» haar paard werd geworpen, om nim mer meer eenig ros te bestijgen. Mei de grootste zorgvuldigheid ver pleegd, naoht en dag met eene vrou welijke toewijding door Iiaar echt genoot, den acrobaat, verzorgd en opgepast, herstelde zij langzamer hand zoover, dat zij vervoerd kon worden, en, werd, toen zij ook hier voor voldoende krachten had, naar Londen getransporteerd en in har* woning' in de Lambethw'ijk behoor lijk geïnstalleerd en -voorzien va» zooveel „comfort" en gezelligheid al» maar mogelijk was. Ze huisden toe» nog niet pp het zolderkamertje, waar wij ze nu aangetroffen hebben, want Zeph was in die dagen nog in goeden doen. Hij en zijn vrouw hadden steeds groote traktementen en rui me betaling genoten voor de voor stellingen, waarbij zij optraden, want hun naam was op de biljette» altoos een punt, dat het eerst de aan dacht wekte en een zeker middel om publiek te trekken. JPonïl vervolgd NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5