Met de Landweer in Drente.
Gemengde Buitenlandsche berichten
Staten-üeneraaL
sociale Berichten.
Wetenswaardig Allerlei.
BINNENLAND.
Gewisselde stukken.
b. om aanplakbiljetten te krijgen
met opschrift: „Voedt de jeugd op
in geheelonthouding," voor trams;
apenbare gebouwen en dergelijke;
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. TW.EÊ?.^*a
Gastra eters. In een vierslag aan
den Ciityraadl van Londen, wordt ge
klaagd over de gasmeters. Van do gas-
meters, die verleden: jaar onderzocht
■werden op klacht van d|e gebruikers,,
werden er 2658 goed bevonden en 3335
afgekeurd. Van dleze toekenden er 1430
te veel aan, en wel 762 nog geem 4 pQt.,
526 nog geen 7 pGt., 96 nog geen 10
pCit., en 42 nog geien 20 pCt. De in
specteur, die het rapport heeft opge
steld, keurt die manier af, waarop da
gasmeters worden beproefdL Dat diende
aan huis, bij de klagers te gebeuren! Nu
de proef op een andere plaats wordt
gendniem, geeft zij z. i. geen maatstaf.
Verder vindt hij 't verkeerd), dat, als
«en gasmeter goed is gekeurd, dat ge
tuigschrift onbeperkte» tijd geldit. Hij
wil hebben, dat het slechts zeven jaar
van. kracht zal zijn, onverminderd] het
recht van den gebruiker oin tusschan-
tijds herkeuring aan' te vragen.
Ouderdomszorg in JDanemarken.
Het rapport omtrent een onderzoek naar
de werking van die wet op de ouder
domszorg in Denemarken^ uitgebracht
aan deri minister van Landbouw, Nij
verheid ien Handel door mr. WL ;H. A.
Elink Schuurman (in Juli 1909) is thans
ut druk verschenen.
Het draagt tot motto: „Zie in dien
herfst met dankbaarheid achter u en
goedsmoeds in die toekomst."
Mr. Elink Sdhuurtman besiLuit zijn
rapport, (dat 96 bladzijden druks telt,
behalve de bijdragen cn waarin eenige
foto's zijn o.pgenoimen van ouderdoms-
tehuizen in Denemarken) met zichzelf
deze vragen te stellen:
Is het Deensche stelsel een hellend
vlak ruïnes. voor de schatkist"? Ant
woord: neen.
Bevordert hel de zorgeloosheid? Ant
woord: neen.
Wat is de karaktertrek, waardoor de
vreemdeling vooral wordt getroffen?
Antwoord: de methode van het aanpas
sen der ondersteuning aan de behoef
ten van elk geval.
Welke lichtzijden heeft dia regeling?
Antwoord: Vooreerst de volmaakte aan
sluiting aan het Deensche milieu. Daar
bij, de vatbaarheid door zijh eenvoud
voor toepassing der wet door de ver-*
tegenwoordigers der burgerij zelf. Ten
slotte: de volkomen harmonie van dioel
«n middelen.
Lijfstraffen op de openbare school.
Het besluit van den Pruisischen minis
ter van onderwijs ên ©eredienst, over
do toepassing van lijfstraffen op de
openbare school, luidt aldlus
le. Het reclit tot lichamelijke tuch
tiging van den leerling, mag den onder
wijzer niet worden ontnomen.
2e. Het is een zaak van eer voor
den onderwijzer de toepassing der lijf
straffen in zijn school te beperken tot
het allemoodigste.
3e. Misbruik van dit recht toont ge
brek aan paedagogisclie vorming.
4e. De lijfstraf is geen geschikt mid
del tot bevordering van het onderwijs.
5e. Zij mag niet worden toegepast
zonder diat vooraf eiken invloed van
huiselijke of physi ©logische omstandig
heden op de houding van den leerling
is onderzocht.
6e. De toepassing der lijfstraf mag in
geen enkel opzicht de gezondheid van
den leerlingen benadeel an, noch zijn eer
aantasten of zijn gevoel van schaamte
kwetsen.
7e. Overschrijding van het recht tot
lichamelijke tuchtiging leidt niet zelden
Siqoofs fiz s[B qoo SfUBqiqaej sp jooa
in. ijver, opwinding of toorn is gepleegd.
8e. De onderwijzer moet daarom ter
bescherming niet alleen van deax leer
ling, maar ook van zijn eigen paedago-
gische waardigheid, alles vermijden wat
het optreden in opgewonden toestand
verzwaren.
9e. Het is vooral raadzaam1 niet te
dicht bij den leerling te komen.
10e. Het beste middel om aanleidin
gen tot toepassing van lijfstraffen te
voorkomen, is nauwgezette voorberei
ding, boeiend onderricht en strenge
tucht voor zich zelf.
"7 Ch er het paard geftild. Als men het
onderstaande leest, kan men zich er toch
usch n'et tneer over verwonde-
Ten, dat vele Duitsche officiertjcs zulke
«nvercragenjke typen; zijn. Ze worden er
letterlijk voor opgekweekt, meent de
-,Zw. y«t. De „Sohikölener Antzeig-er"
bevat in een extra-blad het volgende:
„Hoogst verblijd en met gelukkig hart
deel ik bij dezen aan mijn, beste ka
meraden van he Milit&r-Verein m,ee, dat
onze vereeniging zich te verblijden heeft
over de bijzonder hooge ©er en onder
scheiding, haar te beurt gevallen. De
heer luitenant Siegfried van Tollmann,
zoon van den koninklijken oeoonomie-
raad, den heer ritmeester von Tellmaim,
en eere-voorzitter van het Militar-Ver
ein, is namelijk ails eeretid toegetre
den.
„In naam van het Verein acht ikQjet
mijn plicht, bij dezen mijn warm sten
en oprechtsten dank uit te spreken voor
de hooge eer en onderscheiding, die
onze vereeniging ten die,al geworden,
zijn.
„Met de meeste hoogachting en onder
danigheid ben ik met kam era adschap-
p el ijk en groet
Karl Pauh Voorzitter."
Stoutmoedige roorvcT. Bij klaarlich-
teifdag is te Berlijn de koopman Wolf,
eigenaar van een pdshandei, aange
vallen en beroofd. Hij was van een bank
Unter den Linden eene som gèlds gaan
ontvangen en keerde toen te voet naar
de Linkstrasse terug. Toen hij die trap
van zijn magazijn op de eerste verdie
ping opging, werd hij gevolgd door een
vreemden man., dien hij niet bemerkt
had. Op den tamelijk, donkeren draai
van de trap, greep deze hieml vast en
wierp hem een zwart poeder, waar
schijnlijk gestampt houtskool, in het
gelaat, zoodat het hem in oogen, heus
en mond drong. De aanvaller stiet hem
in een hoek rukte hem die kleeren open
en greep zijne portefeuille met 2000
mark.
Wolf was nog iro de dichte stofwolk
gehuid, toen, een zijner bedienden, uil
het magazijn, kwam eni zijn meester 'in
dien. toestand] op de trap vond. De
aanvaller was intusschem naar beneden
gesneld en in het menschiengewoel ver
dwenen. De aangevallen© werd in het
tnagazijn gebracht en daar verzorgd. Hij
heelt den dader nauwelijks gezien, zoo
als hij later vertelde en kan hem zelfs
niet ten naastenbij beschrijven; hij
meent dat het nog een jonge man) ^vas,
die een hoogen hoed droeg. Da trap van
dilt huis is gewoonlijk druk beloopen,
maar op dait ooganMik was er juist
geen meniscb. Daar ,er in heel 'thuis
nieimanfd ietts heeft gehoord is hetonder-i
zoek der politie bootst moeilijk.
Noodlottig kasteel. Het kasteel bij
Saarbrilcken zal nogmaals van eigenaar
veranderen. Op 1 Januari ji. was het
aangekocht door Dr. Adlodf Scihmitt, di
recteur van het hui» Krupp, te Essen.
Schmitt is verleden week op het kas
teel aangekomen, om er ©enige weken
door te brengen. Hij heeft ©ene ver
koudheid! opgedaan, die ontaard is in
lomgomrtiStaking en gisteren is de nieuwe
kasteelheer gestorven.
Eene volksoverlevering in Lotharin
gen zegt, diat er op de eigenaars van
dit kasteel ©en vloek rust. Het begon
me|t generaal de Gustine, die in 1793
op heit schavot stierf, omdat hij, Mainz
had laten innemen door het Pruisisch©
leger. Een twaalftal jaren geleden wend
het kasteel gekocht door graaf van
Stietencroiii, oud-kapitein der Pruisisch©
garde, 't Was een man van zeer ge
weldig karakter. Op zekeren dag, toen.
een Italiaansch werkman. og> het kas
teel bezig, op „omgeposten toon" ant
woordde, schoot de ex-kapitein hem
dood met een geweer. De graaf werd
door *t gerecht vrijgesproken, maar hij
moest de streek verlaten, om te (ont
snappen aan de „vendetta" van de ka
meraden van den doode. Hij vestigde
zich aan den oövar van hot jncer van
Genève, maar een nieuw incident van
dien aard verplichtte hem spoedig te
verdwijnen). Hij nam dliemst in het Rus
sische leger en verloor hett laven in
Manttsjoerije als kapitein der kozakken.
Sedert zijn er vier onfllera kasteal-
heerem geweasj te Saarbröokenj. Geen
enkele heeft er meer dan tw©e jaren
gewoond. De voorganger van Schmitt
was een geneesheer, dde van. het kasteel
sanatorium maakte. Verleden jaar werd
het gesticht openbaar ver,kocht na ge
rechtelijk in betslag genomen te zijn.
iWtij lezen in de E i n dit oven sche
Courant"
Een jongen uit een dorp in de
buurt van Eindhoven bezoekt de 3
jaxigte H. B. S. te Helmond. Vroe
ger was die jongen leerling eener
katholieke lagere school, bestuurd
door Eerw. Broeders, waar hij. was
ingeschreven als lid der Vereeniging
„Voor Eer en Deugd" en ten bewijze
van zijn lidmaatschap een insigne
had gekregen, dat hij zichtbaar pp
zijn jas droeg.
Na 'het verlaten van de school der
Eierwi. Broeders behield de kranige
jongen den moed zijner overtuiging
en bleef ook als leerling'! der Rijks
H. B. S. tie Helmond zijn insigne
dragen.
Onlangs nu kreeg een der geleerde
leeraren dier neutmie H. B. S., die
natuurlijk een zeer „verlicht" man
man was, dat insigne in de gaten en
vroeg dien jongen
„[Wat heb je daar voor een ding
hangen
„Een insigne van eene .vereejü-
ging," was het antwoord,
„Van welke vereeniging
„Van „Voor Eer en Deugd,"
„Zulke dingetjes hoonen hier niet
thuis!"
Zie lieve lezer zoo oordeelde deze
neutrale opvoeder der jeugd.
Maar zeg 'j eens, Gij' hooggeleer
de leeraar der 3-jarige H. B. S. van
Helmond, zeg 'r eens is ook U voor
de absolute neutraliteit en voor de
stelling: „Geef het kind wat des
kinds is?"
En hoort dan ook1 onder dit laat
ste, dat gij het kind tracht te lee-
nen minachting voor eeue deugd,
welke in hooge eer is bij alle vol
ken, onbeschaafde zoowel als be
schaafde, in hooge eere zelfs bij; hen,
welke haar niet beoefenen
De nieuwe Armenwet.
Ingediend is een wetsontwerp tot
regeling van het armbestuur
In de 'Memorie van Toelichting
wijst de minister van binnen land-
echo zaken er op dat de bestaande
wet in hoofdzaak rust op de volgen
de beginselen:
lo. overlaten van de ondersteuning
der armen aan de kerkelijke en bij
zondere instellingen van weldadig
heid
2o de burgerlijke armenzorg mag
een arme slechts dan onderstand ver-
leenen, wanneer hij dien niet van
kerkelijke of bijzondere instellingen
van weldadigheid kan verkrijgen-;
3o de burgerlijke armenzorg mag
slechts bij volstrekte onvermijdelijk
heid ondersteunen;
4o vermindering van subsidies uit
de fondsen van burgerlijke gemeen
ten aan instellingen van. weldadig
heid.
Aanleiding tot het voorstellen van
eene nieuwe regeling van het arm
bestuur is in hoofdzaak de wensohe-
lijkheid, ten deele zelfs de noodza
kelijkheid van eene gewijzigde toe
passing van het eerste en van een
herziening van het derde hierboven
aangegeven beginsel van de wet, en
van een verduidelijking van de wet,
wat betreft het tweede beginsel.
De minister betoogt dat op,het ge
bied der armenzorg versnippering
van krachten is ontstaan die zich
wreekt in twee .richtingen. In de
eerste plaats tegenover de armenin
de tweede plaats tegenover de in
stellingen. Deze fouten van de be
staande wet worden tegenwoordig
alom ingezien en eenstemmig en
dringend wordt aan den wetgever
gevraagd dat hij te hulp zal komen
aan het streven om de geschetste
fouten te verhelpen, en dat wel door
bevordering van onderlinge bekend
heid van doel en werk.
Het subsidiair karakter van de
burgerlijke arjnenzorg moet-, aldus
de minister, nadrukkelijk worden
gehandhaafd. De omvang .van de
burgerlijke armenzorg worde be
paald door den omvang van de lief
dadigheid; .tegen invloed in omge
keerde richting worde zooveel mo
gelijk gewaakt.
Instemming, in zooverre^ met de
strekking .van de geldende wet be
let intusschen niet, dat de burger
lijke armenzorg' aan critiek bloot
staat Die critiek betreft het begin
sel van de voltrektse onvermijdelijk
heid zoowel op zichzelf als wat de
toepassing aangaat-. In de praktijk
toch is vooral in de latere jaren
de burgerlijke armenzorg herhaal
delijk getreden buiten de enge gren-j
zen van heit Wettelijk .beginsel en
werd stoffelijke hulp op ruimer voet!
geboden. De samenleving ontgroeit
aam het wettelijk beginsel, dat, wordt
het niet herzien, meer en meer uit
het oog zal worden verloren.
Het beginsel dat de armenzorg
wordt overgelaten aan de kerkelijke
en particuliere liefdadigheid, bleek
in de practijk te leiden tot tweeër
lei kwaadgemis aan onderlinge be
kendheid en samenwerking bij de in
stellingen van weldadigheid en in de
hand werken van bedrog tengevolge
van de gedeeldheid van krachten.
Beperking, van de toepassig van het
beginsel is wenschelijk voor zooveel
deze beide gevolgen betreft, en wel
door wettelijke gelegenheid tot or
ganisatie open te stellen.
Daartoe worde de mogelijkheid ge
schapen tot instelling in de gemeen
ten van een centraal orgaan, waar
in de verschillende instellingen van
armenzorg samen kunnen komejn en
dat- door organisatie van een inlich
tingendienst bedrog onder de vele
armen kan helpen weren. Dergelijk
orgaan wordt gevonden in een ar
menraad.
Aan de samenstelling en de wer
king vam den armenraad liggen de
volgende beginselen ten grondslag.
In de eerste plaats moet dwang tot
deelneming tegenover de liefdadig
heid zijn uitgesloten, vermits de
geest tot samenwerking niet kan
worden afgedwongen. De deelne
ming .aam dem raad het zenden vaji
vertegenwoordigers sta; voor alle
instellingen van weldadigheid open,
maar moet afhankelijk blijven van
het. vrije inzicht der besturen. In
één opzicht zal, volgens het ontwerp
her ledental beperkt zijn. Alleen in
stellingen, die armenverzorging bui
ten gestichten ten doel hebben, zul
len een vertegenwoordiger kunnen
aanwijzen. Daarmee kan warden vol
staan, omdat alleen bij de armenzorg
buiten gestichten de behoefte aan
samenwerking zich doet gevoelen.
In de tweede .plaats moet de zelf
standigheid van de deelnemende in
stellingen volstrekt gewaarborgd
blijven. Een armenraad zal nimmer
dwingende bevoegdheden mogen heb
ben. Alleen dan is de kans op ruime
deelneming groot.
In de derde plaats .zal de armen -
raad moeten zijn adviseerend ooilege,
behalve met betrekking1 tot het bu
reau van inlichtingen, dat middel
moet zijn tot wering van mislei
ding. Volgens het ontwerp zal de
inlichtingendienst een wezenlijk deel
zijn van de taak, die aan het cen-
traal-orgaan voor samenwerking
wordt opgelegd Alleen in die ge
meenten, waarvoor een armenraad
niet is ingesteld, zullen burgemees
ter en wethouders bevoegd zijn om
een register van informatie in te
stellen.
De kerkelijke instellingen van 'wel
dadigheid zullen aan dezen informa
tiedienst mededeelingen slechts be
hoeven te doen met betrekking tot
de armen, die mede vam een andere
instelling, niet behoorende tot de
zelfde kerkelijke gezindte, onder
steuning ontvangen of hebben ge
vraagd. Opdat dit kunne blijken, zal
ook eene kerkelijke instelling aan
iedere andere instelling ,en aan den
secretaris van den armenraad moe
ten mededeelen, of een arme, die boj
die andere instelling om steun heeft
aangeklopt of aangaande wien in
lichtingen zijn gevraagd. Van haar
ondersteuning ontvangt.
Gelijk gezegd, acht de minister
handhaving van het subsidiair ka
rakter van de burgerlijke armenzorg
geraden Verduidelijking is alleen
wenschelijk om de vraag, pf z g.
dubbele bedeeling toelaatbaar is, in
bevestigenden zin te beantwoorden
(gelijk geschiedt bij art. 27 van het
ontwerp) en eenige Vorm voor behan
deling van gevallen van z.g, dub
bele bedoeling te geven. In art. 27
wordt drieërlei uitgesprokenlo. de
afwezigheid van plicht tot onder
steuning; 2a het geoorloofde van
z. g- dubbele bedeelingen; 3o. het
subsidaire van de burgerlijke armen
zorg, met dien verstande evenwel,
dat zij ook tegenover de gemengde
instellingen subsidair optreedt.
Artikel 30 behelst niet meer dan
een vingerwijzing. Het bepaalt dat
indien de arme reeds ondersteuning
ontvangt van een andere instelling
van weldadigheid, over het verzoek
om ondersteuning door de burger
lijke instelling of de burgerlijke
overheid niet wordt beslist dan na
dat zooveel mogelijk overleg is ge
pleegd met het bestuur van die in
stelling. Voor het geval ondersteu
ning mocht worden toegekend, wordt
zooveel 'mogelijk gestreefd naar sa
menwerking .en eenheid in de onder
steuning en hetgeen daarmede sa
menhangt.
:Uit de omstandigheid, dat de over
heid zich met armenzorg inlaat, niet
ter wille van eenig individueel be
lang;, maar van het algemeen be
lang-, volgt naar 's ministers mea
ning .drieërlei
lo. principieel moet dfe overheids
zorg jer niet op gericht zijn, dat de
arme in nood gelaten wordt. Ge
tracht moet althans worden, den
arme uit zijn hulpbehoevendheid op
te helpen, want alleen indien dat ge
lukt is, kan gezegd worden, dat het
belang der maatschappij; zoo goed
mogelijk behartigd is
2o. het minimum, dat voor die
hulp noodig is, moet gegeven won
den. (Meer dan het minimum mag
door ,de burgerlijke armenzorg nim
mer gegeven worden, want het meer
dere kan alleen voor zuiver indivi-
dueele wenschen bevorderlijk zijn,
maar gaat buiten het algemeen be
lang omi
3o. dat minimum moet zijn mate
rieel en ideëel en omvat, wat het
materieel© betreft, het noodzakelijk
levensonderhoud, niets meer en niets
minder, wat het ideëele betreft, toe
zicht, raad en bijstand. .Vélen ach
ten de z.g. Elberfelder organisatie
het onmisbare middel om deze hulp
te verwezenlijken. De minister acht,
afgezien van de vraag, of dit oordeel
instemming- verdient, dwang in deze
verwerpelijk. De gemeenten moeten
zelve weten, op welke wijize zij de
wettelijke voorschriften zullen toe
passen, mits de wet de norm aan-
geve en geen belemmeringen jhtecLe
voor een of andere organisatie. Op
deze overwegingen steunt het ont
werp op dit- punt.
Bobriëtam.
De Sectie „Pérs en Lectuur" van
Sobriëtas (voorzitter dr. Ariëns'
heeft in haar jongste vergadering be
sloten
lo. tot uitbreiding: van het leden
tal met twee dames-leden;
2. tot opname in Men Sobriëtas-al
manak van een beknopt overzicht
de® n iet-katholieken Drankbestrij-
dersvereenigingen in Nederland;
3. tot uitgave van
.a. een brochure over hét dioel en
de beginselen der katholieke drank
bestrijding
b. een brochure tot bestrijding, der
drinkgewoonten
o. prentjes in verschillende soor
ten met het. gebed voor geheelont
houding zonder Latijnschem tekst,
doch met korte gezegden, op het al
coholgebruik door de jeugd toepas
selijk;
4. tot vertaling Van „Die Seelaor-
ge und die Miissigkeitsbeweging'
von Joh. Kapitza;
5. een proef te nemen met een blad
voor Jongens- en Meisjeshanden
6. de drankbestrijding du en door
de school te bevorderen bij onze
eerw. Zustens-onderwijzeressen, en
de Boomsche Leakenverpleegstera
voor de drankweer te winnen;
7. pogingen aan te wanden:
a„ voor een dnderzoek naar het
drankgebruik bij verkiezingen in
verschillende districten, met de be
doeling dat dit materiaal in bro-
chuSe-vorm zal wooden gepubliceerd
c. voor anti-alcoholiscbe-propagan-
dla in het leger;
8. den katholieken boekhandel in
kennis te stellen piet de inrichting
en de werkzaamheid der keurings
commissie van „Pers en Lectuur."
LEVENDE DIEREN IN DE MAAG.
Over dit ietwat curieuze onderwerp
schrijft dr. Pinkhof onlangs een arti
keltje in het „Tijdschrift voor Genees
kunde".
Wij omtleeneo aan dr. Pinkhof» arti
kel hier eeo en; ander
Onder de insecten zijn het vooral
tw(eev!eugelige, maar ook schild- en
schubvleugelige, die levendl door den
mensch kunnen worden geherbergd; Zóó
b.v. de hulsrlieg, de blauwe bromvlieg
en de bloemvliegen,, wier eieren zich
in die maag spoedig tot larven ontwik
kelen, of wier larven, zooals bg do
grauwe vleeschrlieg, kant en klaar op
het vleesch worden gelegd. De blau
we vliqg weet de eitjes te laten yat-
len door de mazen van de gewon*
vlieg end ehs els heen (zoodat het netel
doek een betere bescherming vormt)
en zoekt vleesch, dat reed» eenigszkts
in ontbinding verkeert, terwijl de
vleeschrlieg het vleesch reed» besmet,
als de mensch nog niets van ontbin
ding bemerkt.
De bloemvlieg-soorten leggen haar
eieren op verschillend© groenten en.
vruchten; frambozen en bramen bevat
ten vaak in iedere vrucht een larve.
De larven der slijk vlieg, die op rat
jes gelijken en in vuil poeiwater leven,
weten soms ook den weg te vinden
naar het binnenste van weinig kiesch-
keurige mensch en, eveneens de larve*,
van de vlooi en die kaasmade; de ove
rigens onschadelijke larve van een klei*
vliegje, schijnt een Lekkernij te zijn voor
sommige mensch en, die aan onbewe
gelijke kaas geen aardigheid] vinden. De
horzels, die de maag der huisdiere»,
zoo vaak bewonen, komen slechts zel
den bij den mensch voor.
Vier-en-twintig soorten van kevers ot
hun larven zijn, na prikkelingsverschijn
sel en van de maag, uitgebraakt of met
de ontlasting verwijderd door de»
mensch. Meestal waren het kortvleu
gel igen Joopkevers of zwartvleugedigen..
De doodlskever, wier larve bjjna 4 c.M.
lang wordt en krachtige klauwen en ka
ken heeft, is geen te versmaden gast.
'De meelworm komt bij genoegzam*
warmte, en voeding gedurende het ge-
heele jaar voor, en zoo kon hotiineom-
mige gevallen gebeuren, dat het dier
in alle trappen van ontwikkeling b%
denzelfden persoon, werd gevonden.
Meestal komen deze insecten met meet
of brood naar binnen, of doordat aar
de, die eitjes bevat, in den mond komt.
Rupsen, meestal van nachtvlinders,
zjjn ook meer dan eens bij den mensch
waargenomen; ook vlooiensoorten ea
houtluizen, die in grooten getale zij»
uitgebraakt.
Terwijl de oorzaak van het inslikken
der eieren, larven en Insecten meestal
is te zoeken in het gebruik van onvol
doend© gereinigde of beschutte spijze»
en dranken, komt het opzettelijk ete»
van larven of tuinaarde, door kinderen
of hysterische personen, ook in aan
merking.
In enkele gevallen moeten de insec
ten hun gaheele ontwikkeling hebbest
doorgemaakt in da ingewanden en. zich
daar zelfs hebben, vermeerderd; dit
bleek dan ook uit de verwijdering va»
alle ontwikkelingsvormen van "het insect
bij tueschenpoozen gedurende jaren.
Proeven hebben het groote weer
standsvermogen van larven, vooral va*
schildpadvleugeligen, aangetoond, e»
blaptidae kunnen urenlang onbescha
digd in alcohol Liggen. Is er in de maag
een tekort aan zoutzuur, dan begunstigt
dit de ontwikkeling der larven.
De verschijnselen zijn afhankelijk
van het aantal en den aard der 'dieren.
Vliegenlarveu geven vaak eerst bjj hu»
verschijnen in de ontlasting een toe
ken van bestaan.
Keverlarven kunnen hevige prikke
lingsverschijnselen teweegbrengen; tij
dens hun ontwikkeling gaan soms, doch
niet altijd, onduidelijke pijnen, gebrek
aan eetlust, onrust vooraf. Daarna be
staan de verschijnselen in hoofdpijn,
dorst, flauwten, soms hevige duizeling,
braken en oprispingen, vaak koorts ge
durende dagen of weken, diarrhee; bij
kinderen stuipen en delixia. Heftige,
scheurende pijnen en bloedbraking zijn
ook waasgenomen. .Weldra worden
eendge exemplaren van het Insect uit
gebraakt, maar eoms een liter vol! Dit
larvenbraken duurt soms maanden I
Wat men leest omtrent het uitbra
ken van levende slakken na maanden
lange klachten, is zeer onwaarschijn
lijk, omdat deze het reeds in warm wa
ter slechts kort kunnen uithouden, zoo
veel te minder in den zuren maagin
houd. Misschien zou het bij mensch e»
zonder zoutzuur mogelijk zijn.
Ook varhalen omtrent levende wor
men, hagedissen, kikvorschen, kikker
dril, kikkervischjes, salamanders, zoet
watergarnalen, moet men niet te zeer
vertrouwen.
Kleine amphibeën zoudem wel na
eenige uren nog levend kunnen worde»
uitgebraakt, eenmaal zelfs na 60 uren.
Van een Rus wordt verhaald, dat hg
slapende een adder heeft ingeslikt, di*
hem nog twee dagen lang hevig kwelde
en eerst na twee weken dood mei ito
ontlasting werd verwijderd 1
(Van een onzer medewerkers.
I.
Eerst een en ander over de Land-
Mtoeroeafningien in liet algemeen
Tot nu toe hebben de Ltandweeroe-
teningen om het andere jaar plaats.
Zooals wij straks zien zullen, ver
ten deze oefeningen groote bedragen
ën in verband daarmede hebben nu
°°k de groote manoeuvres om het
andere jaar plaats en wel in 't jaar,
daarin de Landweer niet onder de
Gapenen komt.
Zoo is trots een goede uitvoering
ter Landweer-wet evenwicht behou-
i ten m de oorlogsuitgaven.
V oor een groote manoeuvre heeft1
teen ©en Landweeroefening in de
Plaats gekregen en wij hopen straks
ten te toonen, dat deze ruil waarlijk
teet slecht is te noemen. W© hooren
reds vragen of er dan dit jaar geen
"Meningen op groote schaal Lij die
lp mouten gehouden worden?
-rer zeker, doch de groote divisde-
manoeuvres, zooals die de laatste ja
ren gehouden zijn in do Betuwe, in
Limburg, in Oost-Brabant, die heb
ben dit jaar niet plaats.
.Wel echter tot e!ot der zomer-
oefeningon de z.g kleine manoeu
vres in de maanden Augustus en Sep
tember, doch dit zajn meer oefenin
gen in het: compagnies bataljons re
giments ver hand, oefeningen die,
ztjn er geschikte terreinen yoorham-
clen, op eenige uren alatands der
g'arnizoensi) taatsen gehouden wor
den of wel, de troepen worden gie-
evaeueerd naar die terreinen, waar
de oefeningen kunnen, plaats heb
ben en ze slaan er kampen op.
V oor deze soort oefeningen zullen
de lichtingen 1903 en 1904 van 12
tot 22 September en de lichting 1909
van 16 Aug.. tot 20 September on
der de wapens komen, die met de
voorj aarsploegen en de Viermaan-
diers der lichting van dit jaar aan
de oefeningen deelnemen zullen.
Maar nu de ndwem-oefening
Neit mind* vr: 4 lichtingen n.l.
van 1905, 19s.18 en 1909 komen
dit jaar onder de Wapenen om een
oefeningstijd. van Maandag tot Za
terdag, zes daagjes, mee te werken
in de verschillende plaatsen van ons
land, waar kazernes zijn, die de hee-
ren kwartier kunnen verleenen.
In het geheel zijn dat niet minder
dan 48 bataljons infanterie, 44 com
pagnieën vesitdng-artillerie, 5 com
pagnieën genietroepen en 2 compag-
niën pontonniers.
Voldoende georganiseerd zijn deze
troepen nog allerminst. Nog een
groot getal officieren en onderoffi-
i eieren ontbreken er in en voor de
l aanvulling zorgt nu het >aotieve leger
Zoo zullen in elke Landweercom
pagnie dienst doen 1 kapitein, 2 lui
tenants, 1 sergeant-majoor instruc
teur, en 1 sergeant per 30 man.
(Wat nu de Landweerorganisatie
te ruim, bezit, vult het actieve Leger
aan.
Doch dit gaat niet zonder bezwa
ren gepaaid en men heeft nu midde
len gevonden om decze aanvulling zoo
klein mogelijk te doen zijn.
Men heeft n.l. de officieren en on
derofficieren, die dienst doen bdj, de
Landweer, in de gelegenheid gesteld
nog een Landweer oefen ing elders
mea te maken, onder deze voordee-
ligte voorwaarde, dat n.l. deze dienst-
dagen dubbel in mindering zullen
gebracht worden van den verplichte
werkelijken dienst, die zij in 1910 of
1911 hij de regimenten zouden moe-1
ten volbrengen
Dit pogen is niet zonder succes ge- j
bleven en nu ziet men tal van oi'fi-;
eieren, en onderofficieren bij vreemde
districten dienst verrichten.
JVdnnaer woj eens op de begrooting
zien hoeveel deze zesdaagsehe Land-1
weer oefen ing onze schatkist welkost,
dan komen we voor een bedrag te
staan, dat waarlijk op 't eerste oogen
blik verbazing moet wekken
Deze zesdaagsehe Land weeroef e-1
ning kost ons Nederland niet meer;
dan f 180.000 en dan zijn in ditj
bedrag nog niet begrepen de gelden
der vergoedingen, die aan de gezin
nen der Landweermannen worden
toegekend.
En wij kunnen verzekeren, dat ook
dit een belangrijk bedrag vormt!
Niet minder dan 30.000 man komen
onder de wapenen em het is vtan vo
rige kéerem btakand, dat door 'tgros
vergoeding wordt aangevraagd.
Inderdaad kost de Landweeroefe
ning dus een massa gpld. Er is dus
voor ieder reden om te vragen of
nu ook werkeliik iets goeds voor dit
ueld zal geleverd worden?
ÏW'ij meenen d©ze yraag bevesti
gend te kunnen beantwoorden-
Alles is erop aangelegd om de»e
oefeningen zoo productief mogelijk
te doen zijn. De oefeningen zijn met
zeer veel zorg overlegd en vastge
steld. Van den vroegen morgen tot
den laten avond, ook zelfs 's nachts,
wordt geoefend en den geheelen dag
is 't tableau rijk aan afwisseling,
zoodat ook hier het nuttige aan het
aangename is gepaard.
Direct na de opkomst is de dienst
reeds aangevangen en even vóór 't
vertrek eindigt hij. Met den tijd is
op alle mogelijke wijzen gewoekerd.
Zóó is op zeer oordeelkundige wij
ze deze Landweeroefening in elkaar
gezet en zóó zijn er resultaten van
te verwachten.
Deze oefeningstijd kan beschouwd
worden als één groote repetitieweek.
- s -
Alles wat de milicien vroeger ge
leerd heeft, wordt opgefrischt, op-
gescherpt en opnieuw weer inge-
pompt
i Zeker, veel wordt tijdens deze oe-
fening van de manschappen gevergd
niet zoozeer omdat de oefeningen
vermoeiend zijn, als wel omdat dezs
niet alledaagsche arbeid moet ver
richt worden door mannen, die reeds
de 30 gepasseerd zijn; en uit den
aard der zaak dit dienstkloppen min
of meer ontwend zijn
[Wij hebben 't genoegen deze week
een dergelijke Landweeroefening in
Drentbe's Hoofdstad mee te maken
en in een volgend episteltje willen
wij daar nog het e>en en ander van
vertellen.
Mogelijk hebben wij dan ook ge
legenheid. iets mee te deelen over het
„Noorscha Haagje", dat bij velen on
zer lezers waarschijnlijk onbekend,
toch wel recht heeft op een ruim»
bekendheid