TWEEDE BLAD. Circusmanschen. De tijden veranderen. Nieuws uit de Bollen streek en de Meer. STADSNIEUWS. Sport en Wedstrijden. Gemengd Nieuws. VAN ELDERS. MAANDAG 2 MEI 1910. Rechtszaken. FEUILLETON. 26) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Onder dit opschrift bevat de Arnh. Ct. een interessant artikel naar aan leiding van het geweldig verschil in vervoermiddelen, dat binnen de tijd van nog geen een.w valt te consta- teeren. Zoo leefden we weer eenige oogen- blikken in het verleden, zoo om en bij het jaar 1825. Dat was een emo tievolle tijdin fingeland. Daar waren toen zeer angstig gestemde gemoederen. Deze behoorden aan men- schen, die in de nabijheid van Stockton en Darlington woonden, welke plaat sen onze lezers verzocht worden te zoeken een weinig ten zuiden van Durham. De angst was groot. Ze maakten bezorgd over viervoetige dieren en over gevleugeld wild, over huizen en gewas, over hotelhouders en reizigers. En de reden? fir zou schrikkelijke gebeurtenis I een ijzeren lijnenpaar gelegd wor den tusschen de twee genoemoe steden en daarover wilde „iemand zóó on wetend als Stephenson," een „dweper!" een trein laten rollen, een zware loco motief, door stoom gedreven, en door wagens, menschen gevuld, achtervolgd. Welk een belachelijk denkbeeld, wat een hersenschim 1 Wist men wel, waaraan men zich blootstelde? „De aanleg van den spoorweg, zoo zeiden waarschuwende stemmen, zou de koeien beletten te grazen en de j kippen verhinderen om eieren te leggen; de vergiftigde lucht uit de locomotieven zou vogels in de vlucht dooden en eind maken aan de jacht op fazanten en vossen. De huizen nabij de lijn zouden in brand geraken door het vuur uit den schoorsteen der locomotief; paarden zouden geen nut meer hebben; zij zouden uitsterven en daardoor zouden hooi en haver onverkoopbaar worden. Reizigers langs 's Heeren wegen zouden groot gevaar loopen en herbergiers en hotelhouders op het platteland zouden ten gronde gericht worden. De springende ketels zouden de passagiers dooden, maar gelukkig zou hetgewicht der locomo tieven het haar ten eenenmale onmo gelijk maken in beweging te komen en, als en spoorwegen werden aange legd, zou men er nooit stoom vermogen kunnen gebruiken." Welnu, de spoorweg kwam er; de koeien gingen voort met grazen, de kippen met eieren leggen, de vogels met vliegen, fin de trem dacht er niet aan stil te blijven staan, omdat de trein te zwaar was, maar stoomde vooruit eerst langzaam en daarna al harder en harder met een snelheid, waarvan de heer Brougham zelf geen vermoeden had, toen nij Stephenson, die van dertig kilometer gesproken had, vaderlijk vermaande: „zich te matigen en een redelijke snelheid voor zijne machines op te geven, anders zeu bij onvermijdelijk de geheele zaak doen mislukken en zelf voor waanzin nig worden aangezien." De spoorweg, waarover treinen, door stoom getrek- ker, zich voortbewegen, was er. Engeland had zijn eerste ijzeren baan, de eerste van de wereld. Dat lijntje van Stockton naar Dar lington, 41 kilometer lang, was dus de triomf van Stephenson's denkbeeld. Toch was deze Stephenson de man, van wiens plannen Nicholas Wood in 1825 te goeder trouw en met komische verontwaardiging schreef; „Verre zij het van mij, denkbeelden te verspreiden van den dweper, die locomotieven hoopt te zien, welke 20 ja zelfs 30 kilometer per uur zouden afleggenI" fin nu loopen er treinen zooals de Flying Scotcnman van Londen naar fidinburg met 85, de trein van Berlijn Wittenberge Hamburg met 80, de Empire-State Express op den New- York-Central and Hudson Ri verspoor- weg met 90 kilometer per uur, terwijl bij proefritten zelfs wei met 100 kilo meter snelheid en meer is gereden. Dat begreep men echter niet in Stephenson's tijd. Een Engelsen tijd schrift, welks redactie voorstandster was van spoorwegen, vond 13 15 kilometer per uur de uiterste grens. Tweemaal sneller dan een postwagen te rijden, zou te belachelijk zijn om het te durven veronderstellen. „Wij zouden", zoo schreef de Redactie, „ons even goed kunnen voorstellen, dat de menschen zich lieten voort- schieh met een vuurpijl, als dat zij hun leven zouden toevertrouwen aan een machire, die zich met zulk eene snelheid voortbewoog!" Brave menschen! Ze dachten aan alles behalve aan het genie, dat ver over hunne zeer begrijpelijke maar alledaagsche be- zorgdheiajes heenzag en medelijdend moest glimlachen, wanneer men vroeg: „Maar, mijnheer Stephenson, zon het niet verschrikkelijk zijn voor de locomotief, die in volle vaart op een koe aanreed, als zulk een dier bij ongeluk op den spoorweg verdwaald was?" Jawel, was het antwoord, inder daad zeer verschrikkelijk, doch niet voor de locomotief, voor de koe. Hoe keek men met bedenkelijke blikken naar hem en zeide men, ter wijl men eene kleine beweging met den vinger naar het hoofd schetste: „Het plan om door een vochtige weide een spoorweg aan te leggen kan alleen opkomen bij iemand, die zoo onwetend is als Stephenson. Eik on derdeel van het plan levert het bewijs, dat hij spreekt over zaken, waarvan hij geen kennis heeft." Nog eens, brave menschenHet genie is byna altijd krankzinnig ge plaatst naast de algemeene middel matigheid, of de exceptioneele uitne mendheid. Nu echter is Stephensons werk er, overal, ook in Nederland. We zijn er zóó mee opgegroeid, zóó van door drongen, zóó aangewend, dat we ons ternauwernood kunnen voorstellen, hoe nog geen volle vyf en tachtig jaar geleden, er geen spoorweg bestond, dat er nóg onder de levenden zijn, die er destijds als iets heel nieuws over hoorde spreken, gelijk wij over telefoon, telograaf, x-stralen, radium eD bestuurbare luchtschepen. Het is daarom goed, dat nu en dan gebeurtenissen als de instelling van een mailcoach dienst in Den Haag onB komen herinneren aan den tijd, die nog niet zoo ver van ons af is. We meten de vooruitgang van de moderne industrie. HAABLEMMKRMEER. De absolute neutraliteit. Teneinde met juistheid weer te geven het antwoord van B. en W. op de vraag van den heer Knaap, volgt hier een woordelijk afschrift. In antwoord op de vraag, in Uwe vorige vergadering door den heer Knaap gedaan, heb ik de eer U het volgende mede te deeleu: B. en W. zijn van oordeel, dat het hun dure plicht ie ernstig mee te werken en te waken dat onze ge meentescholen zoo goed mogelijk zijn. Daartoe is ook noodig dat zij de Ossendorpiaansche buitensporigheden der „absolute neutraliteit" keeren en weren. Daartoe behoort niet, dat ze bijzon derlijk gaan onderzoeken, welke poli tieke richting de openbare onderwijzers zijn toegedaan. Mits de openbare onderwijzer maar onderwijs geeft in nationalen zin d. w. z. zijn leerlingen eerbied inprent voor het Hoofd van den Staat en gehoorzaamheid aan de gestelde mach ten. dan is hij overigens vrij om zich te voegen bij de politieke partij, welke hem het beste lijkt. Mocht uit het optreden, uit het doen of laten van een onderwijzer blijken, dat hij in de school niet in boven- gemelden geest kan of wil werkzaam zijn, zoo zal ons College niet aarzelen hem voor ontslag aan Uwen raad voor te dragen. Terwijl B en W. voorts voornemens zijn zich voor zooveel hun betreft bij vacaturen als tot dusverre gewoonte was zooveel mogelijk op de hoogte te stellen van de opvattingen der solliciteerende onderwijzers, teneinde aan Uwen raad te kunnen voordragen onderwijzers van wie mag worden vorden verwacht dat zij bereid zullen zijn bij de schooljeugd aan te kweeken eerbied voor de wet en overheid en liefde voor het Huis van Oranje. Federatie van Chr. Gem. Weikiieden- Vereemgingen. Dezer dagen hield bovengenoemde Federatie eene vergadering, welke toe gankelijk was voor aMe gemeente-werk lieden. Als sprekers traden op de heeren J. H. Heemskerk, van A'dam, en M. de Braab, alhier; beiden met het onderwerp„Waarom en hoe veree- nigd?" Na een kort openingswoord van den leider der vergadering, de heer J. A. v. Seggelen, verkreeg eerstgenoemde Spr. het woord. Na eensft gewezen te hebben op- het ontstaan (van het [mantscha pp el ijk vraag stuk, waai'van het arbeidersvraagstuk een onderdeel ïs, behandelt spreker het1 opmerkenswaardige l'eit, dat in alle be schaafde landen een drang naar aaneen sluiting, naar vereeniging, onder de werklieden is te zien. Hieruit consta teert spreker dat deze drang haar ont- schesnming. Nu bespreekt de heer Heemskerk het Gildewezen, de achteruitgang hiervan, Staan vindt in een behoefte naai' be kende oorzaken van dien achteruitgang (welke voor- een zeer groot gedeelte moeten gezocht worden in de mensche- lijke zelfzucht), om ten slotte te komen te kennen tot de opheffing der Gil den door de Fransche Revolutie. In den hrcede wijdt spreker vervol gens. uit over den toestand der werk lieden, die hiervan het gevolg was: dat zij de werklieden namelijk het slacht offer werden van de ontstane toome- löoze concurrentie. Hieruit vloeide weer voort, de noodzakelijkheid tot aaneen sluiting om door organisatie den werk man de hem toekomende plaats in de maatschappij ,tc hergeven. Dewijl nu het afwijken van de Chris telijke beginselen de verkeerde toestan den in de maatschappij ten gevolge hadden, kan de redding alleen gezocht worden in liet'(weder in toepassingbren gen dezer beginselen. '4 Pracliseh recht van Chr. Organisa ties bewijst spreker op grond der ver schillende verbeteringen door deze ver kregen. De, tweede spreker: de heer M. de Braad, zal zich plaatsen op Prol. Chris telijke (grondslag bij de beantwoording der vraag: „Waarom en hoe veree- nigd Hij gaat terug tot de vroegste tijden, waarover in de II. Schrift, geschreven, dat reeds bij liet tweede menschen paar, na de zonde het woord weerklonk „Ben ik mijns broeders hoeder?" Dit woord is in de loop der eeuwen zeer dikwijls herhaald. Niet aMe patroons waren en zijn als Abraham ol Boaz. Helaas vele. slechte voorbeelden zijn door alle tijden ge geven. t Ilij doorloopt de geschiedenis en staat evenals de eerste spreker bij bel Gil dewezen even stil. Zou hij niet gaarne alles overnemen van de Gilden, hij is overtuigd, dat wanneer zij nog beston den de maatschappelijke toestand vee! beter zou zijn. Spreker gaat na de ontwikkeling der maiaAschappetijke verhoudingen waarin de werkman meer en meer ten onder ging, zoodat hij ten laatste weder aan greep liet wapen der organisatie om- te kómen tol hervorming zich vereenig- de om menscli te zijn. Na dit antwoord op het „Waarom vereenigd" behandtAt spreker de vraag „Hoe vereenijgd Hoewel sedert 20 jaar aangesloten bij „Patrimonium"was hij l-angen tijd als vakman aangesloten bij den Alg. Ned. MeSaalbewerkersbond, dewijl in de vakvereenjging .slechts de stoffelijke be langen besproken dienden te worden. Spreker was zelfs voorzitter van de afd. Haarlem van laatstgenoemden Rond en had zich verzet toen Patrimonium zelf standig vak vereen igiugen Wilde oprich ten. Hoe langer hoe meer was echter ge bleken, dat ook andere zaken dan stof felijke behingen een vraagstuk uitma ken in de vakorganisatie en dewijl vooral de laatste jaren hij met geno men besluiten niet kon medegaan, is ook spreker voorstander geworden van principiëele vakorganisatie. Nog behandelt spreker het vraagstuk van confcssioneele of intcrconl'essionce- le vakorganisatie. Vrije gedacMenwisseling was toege staan. Hiervan maakte gebruik C. Wes- sielius, secretaris der afd. Haarlem van den Rond van Nederl. Gemeentewerk lieden, en G. C. v. d. Tempel, bezol digd secretaris der afd. Amsterdam van dezen Rond. De eerste spr. merkte op, dat er z. L te heel; getheoretiseerd ishij had liever wat meer practijk gehoord en gaf als zijn meening te kennen, dat aLs alle werklieden in één organisatie wa ren, deze veel sterker zoude zijn. Hoe wel feitelijk buiten de orde liggend, gaf spreker een uiteenzetting van het geen door den Nederl. Bond was ge daan, inzake de dienstregeling van het drinploegensitelsel aan de Gemeentel icht fabrieken. De lieer v, d. Tempel, I-as een ge deelte der statuten zijner organisatie voor en concludeerde daaruit dat de Ned. Rond neutraal is. Ilij liet daarna de statuten der Christelijke organisaties de revue passeeren en besloot hieruit, dait deze slechts werken voor een ze kere categorie van personen, bijzonder de Katholieke organisatie. Hij citeerde eenige plaatsen uit de brochure van J. v. d. Tempel, over de Christ. Vak beweging, om aan te toonen, dat de patroons zich niet R.-K. organiseeren, dat door de kerkelijke overheid daar ook niet wordt op aangedrongen. De debater eindigde met een woord van propaganda voor zijne organisatie. Door den Voorzitter werd in 't kort geantwoord op hetgeen door den eersten debater betreffende bet drieploegenstel- sel aan de Lichtfabrieken gezegd was, waaruit bleek, dat ook de Chr. orga nisaties deze zaak flink ter hand had den genome ne ndait de houding van den Nederl. Rond in deze niet geheel correct was geweest. Hierna verkregen beide sprekers we der heit woord. De heer Heemskerk noemde eenige feiten van practised en aard en toonde aan dat machtsontwikkeling zeer goed mogelijk is, al blijft men principieel op eigen standpunt st-aan. Als voorbeeld werd aangehaald de actie der verschil lende metaalbewerker,svereenigingen te Amsterdam. Ook beantwoordde spr. uitvoerig het geen was aangehaald inzake Patroons organisatie. De heer De Braai verdedigde nader zijn standpunt en stond vooral stil hij het jaar 1903, In dat jaar zijn vele Christelijke organisaties opgericht, de wijl toen vooral bleek, dat principieele vakorganisatie noodzakelijk was. Spre ker noemde eenige feiten in dit ver band. Na gekregen verlof, werden door den heer v, d. Tempel nog eenige opmer kingen gemaakt, waarna de voorzitter deze druk bezochte vergadering stoot met den Christelijken groet, in zijn slot woord opmerkend, dat eene principieele bestrijding van 3e "zijde des debaters was, acMerwege gebleven. Programma. Orgelbespeling in de Grooie kerk al hier, op Dinsdag 3 Mei, 's nam. van 1—2 uur, door den lieer W. Ezerman. No. 1. Concert No. 3, G. 'F. Han del. No. 2. Largo (2e Symphonic), Beet hoven, No. 3. Sonate No. 4, \V. Rud- niek. a. Allegro maestoso, b. Andante, c. Fuge. No. 4. Adagio, G. Merkel. No. 5. Aria uit „Paulus", Mendelssohn. Pauihao's vliee-toch'. Een onzer correspondenten schrijft ons •Tuist teruggekeerd' uit Engeland ben ik in staat aan awe mededeeling omtrent Paulhan's vliegtocht in uw blad van gisteren eenige toevoegin gen te doen. Ofschoon in Engeland in geen ge val eenige antipathie bestaat dat de som van f 120.000 is gewonnen door een „Franschman" heerscht toch ook een gevoelen dat „de eer" .toekomt aan „den Engelschlan" (VVihite. om dat deze Zaterdag aan Paulhan den weg heeft gewezen door 113 mijlen af te leggen en alleen door tegenwer king der wind heeft moeten dalen en wachten. tVUeer door anderen wordt in liooge mate geprezen de doortastende wijze van optreden door Paulhan welke niet eens een proeftocht heeft ge maakt, doch, t-oen men klaar was met het samenstellen der vliegma chine, van zijne vrouw afscheid nam met een „ik zie u weer te Manches ter", de tocht aanving met het doel zonder daling de eindpaal te be reiken. Door het invallen der duis ternis heeft lüj echter ééns moeten dalen, (uw bericht zegt tweemaal), eu des morgens te ongeveer) 3.30 werd de tocht voortgezet, tot 't eindpunt werd bereikt te 5.30. De exprestrein welke Paulhan moest in 't oog' hou den heeft het moeten afleggen en kwam verre achter. Er bestaat in Engeland ook min of meer verontwaarrdjging over liet feit dat White in zoete rust lag te bed toon Paulhan opvloog. Een klein voorbeeld hiervan Toen ik Dondeadagmorgen een mij ner vrienden het eerste nieuws mede deelde en er de toevoeging aan deed dat White in slaap was op '1 mo ment dat Paulhan vertrok, ant woordde hij „That is always the oasethe whole country is asleep and wont awaken untill they are nibbed, the same as (White is done." Dit was natuurlijk een enthusiast gezegde, doch geeft een algemeen gevoelen weer'. Toen Paulhan gedaald was voor de le maal begaf hij zich ten eerste in een hotel doch 2 ingeaiieurs wik kelden zich in dekens en legden zich te sl apen o n d e r de vliegmachine, nadat deze zoodanig was vastge sjord dal; een .geval van omslaan, als White Zaterdag ondervond, onmoge lijk was gemaakt. tiet, enthusiasme is zeer groot eu Mr. Wilbur [Wright, de pion oei' der vliegsport, heeft zelfs als zijne mee ning uitgesproken dat 't zeer goed mogelijk zijn eene machine te bau wen om de Atlantische Oceaan over te steken. De „Daily Mail" heeft nu 4 jaar geleden deze hooge prijs uitgeloofd en het is daaraan te danken dat de wereld nu reeds overtuigd is dat „vliegen" zéér goed mogelijk is. Honden en rolschaatsen. Beoefenaars van rolscbaatsensport en honden zijn geslagen vijanden. Esnerzijds zijn de eersten verbitterd over bet voordurend voor hun rollen loopen van deze keffende, bijtende huisdieren, en anderzijds kunnen de laatsten nu eenmaal geen roirijders op den openbaren weg dulden. Auto's durven ze niet aan, gewoDe wielrijders, vinden ze meestal niet meer de moeite waard om er na te kijken, laat staan achterna vliegen, voetgan gers bewegen zich te langzaam en kunnen zich gemakkelijk verdedigen. Maar menschen op rolschaatsen 1 Misschien beoefent ge dezeschoone sport, lezermogelijk zijt ge matador er in, dat geval van harte gelukwenscht maar probeer eens hoe goed ge ook rolt om een u achtervolgenden hond. die het op uw broekspijpen, ja, op uw sportbeeoen gemunt beeft, een raken trap te gevenVeel kans bebt ge niet. In de appbaltetraten hebben heel wat honden buitelingen van rolschaat- senrijders op hun geweten, doch ook aan dit vervoermiddel zal ons keffend huisdier eindelijk wel wenneD, al is er zeer veel kans dat rolscbaatsensport wat eerder uitsterft aan de „Canes domesticus." In onze hoofdstad hebben haratoch- telijke rolschaatsers hun baan in 't Paleis voor Volksvlijt 3 hagen moeteD missen ter wille van een hondenten- toonetelling. Nu we de volgende maand eengroo- te rolschaatsen baan in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in den Haag krijgen en de Haagse berij der» niet meer aangewezen zijn op de winkelstraten, kan men ook de hon den ontioopen. Laat men nu ter wille van den lieven vrede den toegang aan honden aldaar verbieden en in een geval hier tentoonstellingen van hen organiseeren 1 Een Zwitsersch landschap. Zooais bekend, wordt dezen zomer te Nijmegen een Electriciteitstentoonslelling gehou den. Tot de grooie attracties behoort ook een Zwitsersch landschap op reusachtige schaal, dat gebouwd zal worden op het terrein tusschen het Valkenhof en de Waalkade. Het co mité droeg het ontwerp hiervoor op aan den decoratieschilder den heer J. J. Poutsma, te Den Haag, die na een assistent, den heer M. van der Lugt MeLsert, door Zwitserland een ont werp toekende, dat zoozeer in den smaak viel, dat hem dadelijk de ge heele onveranderde uitvoering werd op gedragen. Onmiddellijk, heeft hij zich toen met een 12-tal bekwame decoratieschilders aan het werk gesteld. Hoe grootsch het plan is opgevat, blijkt reeds daaruit, dat het doek, hetwelk beschilderd moet worden, een lengte heeft van 200 M. en het panorama een hoogte verkrijgt varieerende van 41 tot 33 M. uit den grond. Aan de bovenzijde wordt alles zoodanig uitgezaagd, dat men geen ge schilderde lucht te zien krijgt, doch alles den aanblik zal hebben in de vrije natuur te staan. Het gewicht aan beschilderd doek is niet minder dan 4000 K.G. Het geheel zal een zooveel mogelijk natuurgetrouwe nabootsing geven van de Alpen, de glctschers, een Alpen weide, dorpsgezichten, enz. Het decoraticwerk wordt in drie ach ter elkander staande doekeii trapsge wijze opgesteld. Waar het weer en wind zal moeten kunnen weerstaan, wordt het aan bijzonder slerke staket sels bevestigd, waartoe zelfseen serie heipalen noodig is. Verder zullen ter aansluiting aan dat decoratief, gebouwd worden een 20-tal Zwitsersche huisjes, waaronder een boerderij, een restaurant, bruggen en een natuurlijke Alpenweide met levend vee. De weide wordt door een flinke beek doorsneden. Deze beek ontvangt haar stroomend water door middel van een monumentale fontein, welke des avonds een schitterend kleuren effect zal- geven, door middel van elec- triciteit. Sen kind als koopwaar. Bij vonnis der Arrondissement» Rechtbank te Doodewaard te Tiel, weri de 13 jarige G. C., ter beschik king van ae Regeering gesteld. Dat dit ingrijpen niet ontijdig is, kan blijken, zegt de ,,T. C uit de hoogst eigenaardige wijze, waarop oolangs met deze jeugdige boosdoenster „ge handeld" werd De stiefvader, te wiens huize G. C. tot nog toe verblyft, scheen haar gaarne kwijt te zijn, terwijl de vader P. C. nog we! zin in nasr had. Vragen, biedeD, in de hand slaan, zooals dat gebruikelijk is, en spoedig was de zaak beslist. Voor de kapitale som van f 1 (zegge één gulden), werd P. C. kooper vau zijn dochter. Ger- ritje, dat een eerste feeks is. bleek evenwel nog iets meer te zijn dan een ge wood handelsartikel, althans zij weigerde haar nieuwen meester te volgen, zoodat de levering niet kon plaats hebben. Terecht werd hier ingegrepen door de justitie. Failliet verklaard: 16 April. M. D. Spijer, Amsterdam Roman uit het Artistenleoen. Naar het Engelsch van GEORG R. SIMS. (Waarlijk, al deze verwikkelingen en moeiel ijikheden varen voldoende om zelfs een sterker hoofd dan dat van Toroni in verlegenheid te bren gen. Toroni zat danig' in de war. Als hij wist, waar Pedro was, als'hij naar heni toe kon gaan en zich vergewissen, in 'hoeverre hij zijn ge heugen en de herinnering- vak vroe gere tijden verloren had, wel, dan zou hij ten minste een punt vau uit gang hebben, hij zou dan ten minste gaan. wat er- mogelijk zou gebeuren en hij. zou daarnaar zich hebben kun nen regelen en voorzorgen nemen Maar hij wist niets, totaal niets. Pedro was verdwenen, spoorloos ver dwenen en dat juist op een oogien- blik, nu (als heit verhaal van Inez: omtrent zijn gedrag bij hunne aan komst juist was) zijne herinnering aan vroegere tijden, door hetgeen hij hier zag, geheel en al weer levendig begon te worden en misschien de on noozelste toevallige omstandigheid zijn geheugen en het begrip van het geen piet hem gebeurd was, en wie Jiiji was, in eens jweer tot helderheid en klaarheid zou kunnen brengen. Ieder oogenblik kon hij plotseling weer te voorschijn komen. Op straat zou hij plotseling Totty kunnen te genkomen of wel Toroni rakelings kunnen passeeren en hem in eens herkennen. Het zweet brak Toroni uit, als hij: aan dit laatste dacht. (Wat zou hij: zeggen, hoe zou hij aan alles een uitleg weten te gevfen En dan wat betrof TottyZou hij haar waarschuwen, dat zij er op bedacht moest wezen, misschien plot seling haar lang' verloren vader te gen te zullen komenhaar vader over wrien zij nu al jaren lang, als iemand die gestorven was, getreurd en gerouwd had H aar waarschuwen Neen, dat, zeer zeker niet. iWjat dat betrof, nam hij onmiddellijk een vast be sluit. Hij kende Totty's opgewonden en zenuwachtig' gestel en was overtuigd dat zulk een plotselinge tijdinghaar ernstig ongesteld zou maken. De gevaarlijke toeren, die zij zoo sierlijk en bevallig daar in de hoogte ten uitvoer wist te brengen, vereisch- ten niet alleen groote technische be kwaamheid en langdurige oefening, maar ook eene kalme gemoedsge steldheid en een rustig zenuw-stel sel. I 'i Hoe zou zij op haar oog, het zien van het juiste oogenblik voor den sprong, of op haar armen kunnen vertrouwen, wanneer' haar gemoed: 1 voortdurend verontrust werd door de 1 gedachte, dat haa;r vader misschien in hare nabijheid wasja, wie weet, misschien wel onder de menigte, die, i daar beneden, met ingehouden aiem haar volgde, terwijl zij boven in de lucht, op eens duizelacktigo hoogte, zich' van de eene naar de andere trapéze slingerde. In iederem kreet van liet publiek zou zij' de stem van baar vader meenen te hooren. die haar herkend had. Neen, in elk geval en tot allen prijs moest, .alles voor Totty geheim worden gehouden. Hij zou dadelijk er op uitg&an, om Inez, op te zoeken en haar te zeggen,, dat zij nooit iets van deze geschiedenis, noch van vroeger, noch van hetgeen 'nu met Pedro gebeurd was, aan Totty moest vertellen. Maarals Pedro nu eens heel gauw terugkwam, wat dan? (Web het zou kunnen zijn, dat hij nu reeds weer thuis gekomen was. In dat geval zou hij wel verplicht zijn, Totty alles mede te deelen, ten zij' Ja, hij durfde het haast niet zeg gen. waf hij hierbij dacht, Toen hij indertijd Zeph gaarne voor een poosje, uit den weg wilde hebben, had hij hem een emplooi bezorgd bij een circus op het vasteland1, ver weg, eu verder hadden het toeval en de verdere loop van omstandigheden de rest gedaan. -Als Pedro, of lie ver Zeph, nu weer teruggekomen was. dan, zoo dacht de heer Toroni bij zich zelf, zou het ook nu mis schien wel mogelijk wezen, hem voor een poosje uit den weg te ruimen. Als hij zijn Lang bedachte en ge prepareerde „Zeta-Inez sensatie-voor stelling" maar eerst ten uitvoer kon brengen, en een poosje voloudheu. zonder' dat Zeph tusschen beiden kwam of er in gemoeid was. dan kon het, heau verder zooveel niet schelen. Hij! kon dan later Totty en Zeph langzamerhand voorbereiden en hen bij elkaar brengen, terwijl hij .dan verder de toekomst zou moeten over laten nan zijn goed gesternte, zijn beleid en zijn slimheid. Maar hoe zou hij Z<eph uit den weg kunnen houden, wanneer het straks bleek, 'dat, Pedro teruggekomen was? Pedro zou -bij Inez willen blijven en hij zou Totty zienneen, hij wist geen middel, om dat te voorkomen. Nog altoos liep hij in de .kamer op en neer. zonder er toe te komen, Inez te bezoeken. - Hij: liep maar steeds op en neer, praatte tegen zich zelf en praatte liardop, pookte in liet vuur, krabde Zich achter het oor, doch vond majar geen middel, om zich zeiven uit deze. lastige verwikkeling los te maken en zijn wagen weer in het rechte spoor te brengen. Eindelijk nam hij zijn hoed en zette hem met, een duw op zijn hoofd. „In ieder geval," zei hij tegen zich zelf, „ga ik er uit, stap naar Inez, en zorg dat zij haar mond houdt En als Pedro teruggekomen is. kaai ik altoos nog zien, wat ik kan en zal doen." P'edro kwam niet. terug. Weken en weken gingen voorbij, doch niets kwam er omtrent hem aan het licht. Geen dag ging er voorbij, of Inez drong er opnieuw bij Toroni op aan, ami toch zijn best te doen en nieuwe pogingen in het werk to stellen tot. bet terugvinden van haar metgezel en voqgd; en telkens beloofde To roni. alles, wat zij van hem! vroeg. Doch telkens kwam lüj weer met hetzelfde bericht terug en Inez be gon hoe langer hoe zenuwachtiger te worden. De angst voor het weder varen van Pedro gjreep haar zooda nig! aan en bracht haar zenuwgestel zoo deerlijk in de war, dat zij hoe langer hoe onhandiger werd in hare j werkzaamheden .op de trapéze; bij hare repetities inet Totty getemde het tot twee keer toe, dat zij bijna, een ongeluk hadden gekregen met hun beiden. Het was wel merkwaardig, dat na zulk een lang tijdsverloop van ette lijke .jaren, Toroni ten opzichte van Inez wieer in dezelfde moeiel ijkheden geraakte, als indertijd met Totty en dat de oorzaak: van dit alles ander maal lag in het- verd!wijnen van den- zelfden persoon, namelijk, van Zeph. Toroni besloot, ook dezen keer zijn toevlucht te nemen tot dezelfde maatregelen als toen. Om Totty tot kalmte te krengen, had hij haar eenvoudig verteld, dat Zeph overleden was. Om Inez langzamerhand op het ergste voor te bereiden, bedacht hij een Lange geschiedenis, vertelde haar die in kleuren en fleuren en eindigde met haai' kennis te geven van Pedro's overlijden, hopende op die wijze ook haar gemoed op den duur weer tot lcalmte te stemmen- Het:- arme meisje zonk ineen, toen zij het hoorde en begon daarop bitter te weenen, doch, zie plotseling: keek zij ham aan. vestigde aandachtig bare blikken op zijn gelaat en hield op met schreien. Toroni begreep er eerst niets van. „Dat 's zeker iets eigenaardigs Spaan sch," zei lïij na een poosje tot zich zelf. Jlk heb wel eens meer gehoord, dat die Spaanschen nog al gauw hun verdriet te boven zijn." Doch toen de repetitie afgvloopen was en Inez weer op haar kamers in die Lambeth-wijk terug was, ging zij zitten en dacht bedaard na over alles, wat bij haar verteld had. r Wordt t'rvolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5