TWEEDE BLAD. Gemengde Buitenlandsche Berichten Gemengd Nieuws. Een Leugenaar. VRIJDAG 13 MEI 1910. BINNENLAND. 1-fcUiLL^i ON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. DE FRANSCHE PERS OVER DEN UITSLAG DER HERSTEMMINGEN. Uit de verschillende bladen, die zich over den uitslag der herstemmingen uit laten, volgen hier enkele typeerende uitlatingen. De „Univers" merkt op: „Enkele schitterende successen, door onze vrienden behaald en enkele neder lagen, onzen tegenstanders toegebracht, geven enkele oppositiebladen aanleiding victorie te roepen. Wij deeten die illu sie niel. Wlat ons Katholieken betreft, wij blijven na de herslemmingen onze positie behouden en dat is voor ons reeds een betrekkelijk succes, als men denkt aan de geweldige krachtsont plooiing tegen ons." De „Croix" schrijft: „De samenstelling der Kamer is ge heel gewijzigd door de 205 nieuwe le den, die er binnenkomen. Hel „bloc" is uit zijn voegenDe arrondisse- menls-verkiezing is veroordeeld en het stelsel der evenredige volksvertegen woordiging heeft een succes behaald, dal een ware triomf genoemd kan worden" De „Gaulois" meent, dat de Kamer in haar tegenwoordige gedaante ten dienste zal staan van dengene, die be slist en zelfstandig genoeg is om er de leiding van op zich te nemen. De „Éclair" ziet in den uitslag de definitieve nederlaag van de fanatieke machthebbers der oude meerderheid. De „Liberlé" zegt, dat de verkiezin gen hel einde van het bloc beleekenen, daar dat een groot getal van zijn voor naamste vertegenwoordigers verloren heeft en zijn stemmencijfers in ver schillende districten belangrijk heeft zien dalen. Tevens waren deze verkie zingen, zegt het blad, een veroordee ling van de nog gébruikte kiesmethode. De „Temps" oordeelt, dat alleen de radicaal-socialistische partij ernstige verliezen geleden heeft.' „Blijkbaar," zegt het blad, „heeft het land paal en perk willen stellen aan de democratiseerende praclijken, waarmede de radicale af gevaardigden zich bedienden, door zich als de uildeelers voor te doen van alle offjciëele gunstbewijzen, zonder de min ste eischen te eerbiedigen van recht en billijkheid. De „Echo de Paris" constateert, dat de radicalen de overwonnenen van den dag zijn. De heerschers in gelalsterkle keeren verzwakt en geslagen in de Ka mer terug. De „Figaro" verheugt zich te zien, dat de „ideeën van verdraagzaamheid en wijsheid" altijd nieuwen voortgang maken. Hel „Journal" is van meening, dat de richting van de algemeene politiek in niets zal' veranderen. De „Pelite Républque" vindt, dat de politieke schakeeringen zoo goed als onveranderd zijn gebleven. Alleen hel persoonlijke heeft in de Kamer groote wijziging ondergaan. Daarin ziel het blad een teeken, dat het land iets an ders wil. De „Malin" oordeelt, dat de voorstan ders van hel evenredige vertegenwoor digingsstelsel de feitelijke overwinnaars zijn. De „Action" verheugt zich, dat de leekenrepubliek gehandhaafd zal wor den. De „Rappel", de „Aurore" de „Radical" en de „Lanlerne" wenschen zichzelf geluk, dal de republikcinsche discipline de overwinning behaald heeft over de reactie en den triomf heeft verzekerd van de democratie. De „Humanité" ten slotte verheugt zich over de toeneming van de socia listische groepen in de Kamer. Het blad beschouwt ze als de eenige fac tor voor een wezenlijken vooruitgang. DE OPSTAND IN ALBANIË. Meer dan 30.000 man Turksehe troe pen zijn nu tegenover de Albanische opstandelingen in het veld. In het Mo- rawa-dal wordt sinds eenige dagen ver bitterd gevochten, en de brandende en verwoeste dorpen toonen met welk een heftigheid daar de strijd woedde. Zoo hoog is de vloed der hartstochten ge stegen, dat zelfs vrouwen aan de ge vechten deelnemen, zoodat in Noord- Albaniö van een krijg van allien tegen alen kan worden gesproken. Gedeel telijk is dit een gevolg van de fou-, ten, die Turghut-Schefket pasja beging, en van het hemantelings-slelsel, dat zelfs onder de tegenwoordige regeering niet schijnt te kunnen worden uitge roeid. De regeering schaadt zichezlf en haar prestige meer door die ge heimzinnigheid dan door het openhar- ilge blootleggen van den toestand. Thans worden de gebeurtenissen met spanning en bezorgdheid gevolgd, en meer en meer dringt zich, ook in Stam boel en Saloniki, het gmevoel op, dat bij de afrekening met de Albaniërs te weinig rekening wordt gehouden met de toekomst. Het is geen buitenlandsche vijand, die onderworpen moet worden, en dan den vrede gedicteerd, het is een Turksehe stam, wonende op Turksch gebied, die straks bevredigd en ver zoend moet worden, en wélks afgevaar digden nu reeds zitting hebben in het Turksehe parlement. In Turksehe kringen wordt het pijn lijk gevoeld dat, geloofsgenooten, die vaak en met roem onder het groene vaandel vochten, thans zoo hardnekkig worden bestreden, en dat hun have en goed wordt verbrand. Dat is niet de manier, om hen voor den nieuwen toe stand te' winnen. Sneller en vroeger optreden, voordat de opstand zulke groote afmetingen had aangenomen, wa re beter geweest. Te meer, daar reeds voor een jaar de opstand werd gepre dikt, de aanvoerders en leiders bekend waren, en hun invloed op de onwe tende bevolking niet gering mag wor den geschat. Djavid-pasja had toen da- deijlk krachtig willen optreden tegen de bey's en aga's, die de bevolking le gen de nieuwe regeering opzetten, maar hem werd iedere vrijheid van beweging belet. En thans moet de "Porte, me(t veel meer inspanning, met veel meer bloedvergieten, en met iveeL krasser mid delen pogen te herstellen, wat toen ver zuimd werd. Dit is de les, die de Pbrte uit dezen opstand trekken kant Politieagent-porder. De burgemees ter van Woodbury, in den staat New Jersey, heeft zijn stadgenoolen aan zich verplicht. Hij heeft nil. aan de burgerij doen welen, dat ieder, die heel in de vroegte wilde worden gewekt in nach ten, dat de komeet van Haley aan den hamel met het biloole oog te zien zou zijn, dal kon gedaan krijgen. De survcLleerende polilie-agenten zouden wel porren! Een missionaris onder de Eski mo's. Een Spaansche monnik, pater Bernard, op het oogenbiik te Parijs wonend, heeft getracht het Katholiek geloof onder de Eskimo's le verbrei den. Verscheidene reizen heeft hij daarvoor ondernomen. Zijn eerste reis was in 1906. Hij ging toen naar Alaska en had met reusachtige moeilijkheden te kampen; zelfs bouwde hij een kerk, de „Marys Igiöo", Maria-kcrk, hel eer ste Godshuis, in het Bering-gebied. De weinige, planken en spijkers, die hij voor den bouw van zijn kerk noodig had, kostten hem reeds 6000 gulden. De beschrijving, die de pater van zijn woongebied geeft, is werkelijk aangrij pend. Midden in die oneindig groote woestijn, bedekt door sneeuw, waar tel kens weer vreeselijke sneeuwstormen woeden, die het weinige wat er nog is zelfs verwoesten, leven in Alaska onge veer 40.000 Indiaansche Eskimo's.; hun woningen liggen meestal 30, soms zelfs 40 K.M. van elkaar verwijderd. De be woners zijn goedaardige menschen. Voor de meeste ondeugden der bescha ving zijn ze gespaard gebleven. Las ter, huichelarij en leugen zijn hun on bekend, ze verafschuwen de veelwijverij en hel familieleven is hun het meest heilig. Paler Bernard is trotsch op zijn Es kimo's en hel leven daar zou hem zeer licht valilen, als hij niet zoo vreeselijk van hel ruwe klimaat le lijden had. Meer,malien is hij gered door zijn hond. Deze trouwe vriend in die onherberg zame streken heeft hem menigmaal gered als hij voor de sneeuwstormen moest vluchten. Vooral zijn hond Spat, dien hij eens voor f 1200 had gekocht, heeft hem verscheiden keeren het leven gered. Als niemand meer'weg wisL in die sneeuwwoestenij, alls allies in de sneeuw begraven lag, dan was het tel kens de speurzin van dien hond, die den ongelukkige weer op het re elite pad bracht. Ondanks de 'vreesélijke gevaren, waaraan pater Bernard blootstaat, keert hij in Juni weer naar zijn Eskimo's terug. Een Fransch warenhuis te Londen. Een eigenaardig denkbeeld zal binnen- koii te Londen werkelijkheid worden. Aan het einde van 't Strand, zal met een kapitaal van 12 millioen een soort warenhuis worden gebouwd, waarin'uit sluitend Fransche kunst- en industrie- voorwerpen verkocht zullen worden. Het bouwterrein is voor 99. jaar ge huurd geworden voor 55.000 p. st. per jaar. Het reuzengébouw zal een monu mentaal front krijgen en inwendig voor zien worden van galerijen voor perma nente tentoonstellingen. In het gebouw zal verder een restaurant en een Fransch theater worden ondergebracht, zoodat een geheel Fransche cultuur, op een klein plekje van den Londenschen bodem aanschouwelijk vertegenwoor digd zal' worden. Yankees. Hel schijnt, dat de toe vloed van Amerikaansehe reizigers naar Europa, dit jaar zeer groot zal zijn. Volgens een bericht uit New-York, zijn op de schepen, die tot 1 Augustus van New-York zullen afvaren, alle plaatsen reeds bezet en de agenten der stoom vaartmaatschappijen verklaren, dat zij" nog de helft meer passagebil'jetten had den kunnen verkoopen, indien, er maar plaats geweest was. Geweerkogels van water. Over het algemeen golden lood en andere me talen als de eenige materialen waaruit geschut kon worden vervaardigd. Een Amerikaansch tijdschrift geeft thans af beeldingen van hout- en loodplaten, waarop geweren zijn afgevuurd, die niet alleen met looden kogels, maar met ko gels van water geladen waren. Het wa ter werd in een gewone patroonhuls met de gebruikelijke lading kruit lus- schen twee dunne wasplaatjes ingeslo ten. Toen werd op een afstand van 10 centimeter op een duimdikke plank gescholen en de waterkogel ging er glad door heen. Practisch. Ten einde den rech terlijken stand in nauwere aanraking met de nijverheid te brengen en zoo doende le voldoen aan een herhaalde lijk gevoelde behoefte, zijn onderhande lingen gevoerd tusschen het door het Duitsche rijksministerie van justitie daartoe aangewezen Kammergerieht fen het Verbond van industrieel en, opgrond waarvan een, volgens de verschillende takken der nijverheid gerangschikt, be- ziehligingsplan is opgemaakt, dat in de eerste plaats aan de rechter» gelegen heid zall geven, den gang en de ont wikkeling der fabrieksnijverheid te lee- ren kennen. Hel plan is door den mi nister goedgekeurd en een aantal' rech terlijke ambtenaren uit Berlijn en om streken hebben reeds Vcrschi lende groo te fabrieken bezichtigd. Zich Mind geschoten. In Sigtnarin- ringen had de secreLaris van den hof maarschalk, toen hij ter 'jacht trok, vergelen de haan van zijn buks vast te zetten. Het wapen, dat hem voor de borst hiug, ging plotseling af en de volle laag trof den ongelukkige in het gelaat, waardoor hem beide oogen wer den blind geschoten. De jongeman viel bezwijmd neer en bleef op de plaats liggen tot twee uur in den nacht. Toen kroop hij voort op zijn handen en bereikte op deze manier een boerenhuisje, waar den geheel uil- gepulten man de eerste hulp verleend werd. Daarna werd hij zoodra mogelijk naar het academisch ziekenhuis in Tü- biugen gebracht. Een „coupé" voor Zeppelin. De passagiershut van het eerste passagiers- luchtschip der Deutsche LufLschiffahrts- Acliengeselischaft is in de werkplaatsen van een meubelfabriek te Stultgart af gemaakt en naar Friedriehshafen ver zonden, waar zij in het luchtschip ge bouwd aal worden-. De hul, die be kleed is m.et mahoniehout, ingelegd niet rozenhout en parelmoer, is 10 meter lang en 2—2% meier breed en verdeeld in 5 afdeelingen, elk met 4 zitplaatsen en bestaande uit een draaibare fau teuil De raamopeningen zijn zeer breed en groot, doch zonder glas; alleen in een afdeeling is bij wijze van proef glas aangebracht. Daar de geheele hut slechts 750 K.G. mag wegen, zijn de wanden uiterst dun: terwijl de bodem 6 fm.M. dik is, zijn de opstaande wan den 4 m.M. Beide einden der hut ko men uit in de loopgang van het schip. Ongeluk aan den spoorweg. Naar de Belgische bladen melden, had tus schen Lovenjoul en Leuven een ver schrikkelijk spoorwegongeluk plaats. Bij een onbewaakten overweg werden door een trein, die van Luik kwam, de pachteres, vrouw Thielens, en het 12-jarig meisje Van Laer, verrast en overreden. Het meisje was door den trein ont hoofd en 't hoofd van de tante was geheel vermorzeld. Men denkt, dat de slachtoffers eerst een trein hadden laten voorbijrijden en toen over de baan wilden stappen, zon der te zien, dat een andere trein van tegenovergestelde richting kwam. De moeder van het kleine meisje had vernomen, dat een kind overreden was en zij vertelde het aan andere vrouwen over, zonder le weten, dat het haar eigen kind was. De biechtvader van Z. H overleden. In den gezegen den oudenlom van 94 jaar overleed de vorige week Mgr. Guillielmo Pifferi, sacristaan van Z', H. den Paus en diens .biecht vader. Hij behoorde tot de Orde der Au gustijnen, waarin bij eenige jaren lang assistent-generaal was, en volg de in 1886 [Mgr. Martinelli, die toen kardinaal werd, als sacristaan of pastoor der pauselijke paleizen op. Eieeds in 1856 riep Pius IX hem. naar het Vaticaan, waar hij' toen onder-pastoor werd en dus meer dan een halve eeuw de zielzorg heeft uitgeoefend, onder drie opeenvolgen de pausen. Hij gaf indertijd ook on derwijs in de hoogere meetkunst en philosophic: van zijne leerlingen, ook Augustijnen werden niet min der da.n zeven met het kardinaals- purper gesierd. Doeh Mgr. Pifferi zelf verkoos deze onderscheiding niet al werd zö hem meermalen aangebo den. De eenvoudige en buitenge woon-vrome prelaat- wenschte op zijn post van vertrouwen te blijven, als zieleherder van liet Vaticaan, waar hij: gedurende twee geslachten van hoog tot laag de algemeene veree ring genoot. Op zijn maandenlang ziekbed, waar heel zachtjes het levenslicht van den ascetiseh.cn grijsaard, weg kwijnde als een godslamp» die niet genoeg.olie meer heeft, werd de ge duldige. lijider herhaaldelijk bezocht door Z. H. den Paus. Kort vóór het verscheiden kwam Paus X nog aan het sterfbed neerknielen en daar zelf de gebeden der stervenden verrich ten. Nauwelijks had de H. Vader het ziekenvertrek verlaten, of Mg|r. Pif feri, getroost door den zegen en be moedigd door het gebed van den Fans., blies ongemerkt bijna den la.atsten adem uit. Zijn plechtige uitvaart bad giste ren plaats yi de fraaie kerk van Sint Augustinus. Zoo goed als voltallig woonde bet pauselijk Hof in diepen rouw 'haar bijl Da begrafenis ge schiedde op het kerkhof van San Lorenzo buiten de muren. Als de vermoedelijke opvolger van Mgir. P'iffari wordt zijn neef P. Agos- tino, die hem sedert lang als onder pastoor assisteerde, het meest ge noemd. De benoeming gaat direct van den Hf Vader uit, maar na een voordracht van drie cardidaten door den Hooglierw. Pater Generaal der Au gustijnen-ordo, wa.a'rtoe volgens zeer oud gebruik de pauselijke sar cristaan moet behooren. Het heengaan van Minister Noliseen. Over bet ontslag van Minister Ne- lisesn wordt door de couranten van alle richting' vol waardeering voor den heiengUianden Minister* geschre ven. Da Telegraaf h.v. meldt: Het Werd gevreesd. Dit is hot juiste woord. Vriend en tegenstander zien dezen sympathie- ken, bescheiden, eenvoudigen inlan met weemoed heengia.an. Geen minis ter kan ooit allerwegen, bij rechts en bij links, oprechter genegenheid- en warnier waardeering hebben ge vonden, dan de heer Nelissen. Dit is geen overdrijving en geen hoffe lijke afscbeidsphrase. Het is de waar heid. Zijn bekwaamheid was ver maard, zijn werkkracht spreek woordelijk, zijn toewijding aan het ambt grenzenloos. De kleinste za ken, hij' moest en zou ze grondig on derzoeken, om der rechtvaardigheid wille. Zijn houding tegenover het Plapendreehtsche treurspel getuigt van den zin voor recht,, en rechtvaar digheid, die hem leidde, van zijn energiek doortastend optreden. Zijn parlementaire redevoeringen waren massief Van argumentatie. Fraaie, holle woorden, algemeenheden, hij liad er een afkeer van, gelijk ook zijn heele persoonlijkheid van eenvoud getuigde. Een man, die voor minis ter alle kwaliteiten bezat, die in zijn hooge, moeilijke betrekking be vrediging scheen te vinden. Zijn heengaan stemt vooral weemoedig, Wijl het juist de wijze is, waarop hij zijn ambt vervulde, die hem er toe dwong. Zijn rustelooze werkkracht bezorgde hem een overspanning, die, grootendeels genezen, hem nu toch tot ontslag-aanvrage noopte. Onge twijfeld wordt over hem gedemon streerd de juistheid der meening, dat sommige minister-portefeuilles te genwoordig inderdaad te zwaar zijn om te torsen, en dat hier arbeids- verdeeling en schifting noodzakelijk is. Geen audiëntie, maar cour. De Amsterdamsche briefschrijver van de „Arnh Ct." het aansta,ande Kon. Bezoek besprekende, zegt, da,t ook van de zijde van het Kon. Huis zelf reeds maatregelen zijn getrof fen, om 't niet zoo druk te hebben in Amsterdam- Zoo zal ditmaal niet, zooals ge woonlijk bij bet jaarlijksch bezoek audiëntie worden verleend, maar er zia, cour worden gelliouden. Het verschil daaxtusschen is 't vol gende Op audiëntie mag ieder komen, die zich daartoe voelt geroepen, en voor al zij maken daar gebruik van, die in den loop van het jaar gexidderi werden. Verder komen de officieren van leger en vloot van heinde en ver naar de hoofdstad om zich aan Hare Majesteit te laten voorstellen of te bedanken voor gemaakte promotie. Thans mogen alleen zij komen, die Vroeger al eens kennis ma,akten met het Hoofd van den 8tuat, waar door natuurlijk het aantal personen dat het Koninklijk Paleis bezoeken zal, veel minder groot is dan ge woonlijk. Dit doet- als logisch gevolg jiet aantal logeergasten te Amster dam belangrijk inkrimpen, en zal een niet onbelaingrijk schadepostje voor de hotelhouders zijn. Een ander gevolg is, dat ook Hare Majesteit het minder vermoeiend heeft, want zoo'n audiëntie van eeni ge uren is "werkelijk geen gemakke lijke taak. Het schijnt op het oogen biik wel weer noodig te zijn op de Koningin voor groote vermoeienis te sparen, want de geruchten, die in den laatsten tijd de ronie deden, dat weer een vermeerdering van het Kor ninklijk gezin te wachten is, wer den {mij thans bevestigd- Vervalsching van spiritualiën. Wij lezen in het „Weekblad t. d. Verval- schingen: Het was begrijpelijk, dat de enorme verhooging van den accijns op het ge dis till,eerd voor de knoeiers een groote verzoeking zoude aanbieden, om de spi ritualiën te vervalschen. Wij wezen reeds herhaaldelijk op deze mogelijk beid ook in verband met het kleur loos maken van brandspiritus en vernemen nu, dat bij eenige likeur stokers en andere neringdoenden in ge distilleerd door de ambtenaren der ac cijnzen sterke drank aangetroffen is, die vermengd bleek te zijn met ge- zuiverden houlgeest (melhyl-alcohol, methanol^ carbinol), een voor de ge zondheid schadelijke stof, welke niet door kleur, reuk of smaak van ge wonen alcohol is1 le onderscheiden. Het verkoopen, te koop aanbieden, afleveren of ten verkoop in voorraad hebben van daarmede vermengden drank, is een overtreding der fiscale welgeving, strafbaar met een zware boete. Bovendien kan van toepassing zijn art. 174, 175 of 330 van het Wet boek van Strafrecht, en dientengevolge ook gevangenisstraf worden beloopen. De administratie gaat thans geduren de eenige maanden op groote schaal een onderzoek instellen en het voor nemen bestaat, bij verdere bevinding der overtreding, onverminderd de straf vervolging, de namen der overtreders aan het publiek bekend te maken. Wij maken de autoriteiten nog op merkzaam op het feit dat ook ver schillende parfumerie-artikelen (Eau de Cologne, enz.) met methyl-alcohol be reid, naar ons bericht wordt, in den handelt aangeboden worden. Het behoeft geen betoog, dat al is deze stof natuurlijk geen „drank" schadelijke gevolgen bijv. voor oogen, ook daarbij niet uit kunnen blijven. Een wijziging, resp. aanvulling van het bovenbedoelde wetsartikel, zou der halve aanbeveling verdienen ter voor koming van dit gevaar. Honden-avontuur. Zwartje was een zwemmer ie zijn hondenhart. Van zwartje kon met recht gezegd worden, dat hij opzichte van het water, dat hij als badgelegenheid koos, niet kies keurig was. Nooit gehoord van een hondenzwem- inrichling in het Jacob van Lennepka- naal te Amsterdam. Op een goeien dag, het was voor Zwartje bijna een deksels kwaje dag geworden, springt-ie in de Jacob van Lennepvaart, ter hoogte van de brug voor de Bilderdijkstxaat. 't-Gebeurde 's avonds zeven uur; die het het laatst heeft "naverteld, leeft nog. Eenmaal er in, wou-ie er ook weer uit. Dat ging niet. De wal was te hoog. Een medelijdende jongen van Jan de Wit werkt zich langs een der spijlers van de brug tot bij de oppervlakte van het water. Ging niet Hondje raakte er 'n paar van de hon denvijf kwijt. Zwemt naar den over kant, bij intuïLie in de richting van den vleessehhouwer. Vegetariër was hij blijkbaar nog niet. Ook daar keerl de wal het schip en den hond. Ha, een gal! Maar 't was helaas.... de opening van een der beroemde Am sterdamsche riolen. Hondje beseft het gevaar niet. Het hondenvernuft had hem verlaten. Ér in. Menigte op den kant siddert. Een spotziek deel, heft het lied aan: „O, mijn lieve Zwartkop." Hondje blijft voor die ovatie onge voelig. Staat op het punt verder in de voor hem onbekende riool-wereld door ie dringen. Daar neemt een der omstanders een kloek besluit. Het luik, dat een "der galen van de brug bedekt, wcaJL ge opend. Een jongeling wringt zich er in. Doodsche s lil te. 't Gaaf om .een hon den-leven. Enkele minuten slechts en, met hondenbuit be'aden, keert de hon denredder weer. Hoera! Een agentje Vfcn het gemoedelijk soort noteert nauwkeurig naam en adres van den held. Volk verstrooit zich. Jongens ontfermen zich over het natte zwartje, dat zich dankbaar droog schudt en er van door trekt Geste van: Dank je wel, 'k zal nou mijn weg wel vinden. De Krengenslager. „Uit het dag boek van een geneesheer". 'n Krengenslager, alias „knorston der mijne patiënten, liet mij in een bui ven erkentelijkheid voor de gene zing zijner vrouw na een zware ziekte, zijn geheele inrichting bezichtigen: zijn heiligdom, waar hij trotsch op is. Met risten hingen daar de gerookte worsten, hammen, stukken gerookt vleesch in een overigens zindelijke om geving; alles afkomstig van aan ziekte gestorven of verdronken koeien, paar den, schapen, enz. Met innig welbehagen en op kinder lijk-brutalen toon vertelde hij mij in vertrouwen, zonder blijkbaar ook maar eenig besef van het misdadige van zijn vak te hebben, hoe hij dat Vleesch, dat door ziekte, ontbinding als anders zins bleek gekleurd was, weer zoo prachtig rood had gemaakt: „Je zoudt T zoo in happen: wat meneer?" Zelf eten, deed hij nooit! „Maar meneer, als je 'ns wist, welke slagers 't van me hebben, welke voor name fabrieken van de fijnste vleesch- waren ik dagelijks bedien, en dan wie 't eten: 't puikie, puikie van 't mensch- dom! Als je rekent, meneer, dat ik per jaar minstens twintig duizend pond aflever, en dat ze 't allemaal even graag eten! Zoo of zoo heeft 't ge staan en ik was rijksleverancier ge weest. 't Was er al door, feitelijk. Daar verklapt me 'n konkurreut. En fin, voor laster ken je niet voor!" Toen ik de opmerking maakte, dat „Hij' kamt laat van a.vond," zeide Miss Ta,bitha. „Gisterenavond wlas hij' ook ai am derhalve minuut over zijn tijd," zei haar oom Mat, die op do sofa. uit gestrekt lag. „Wij moeten kern be duiden, da,t dit niet voortduren mag. 'O, daar is bij en zicb toit den bin nentredende -wendende, ging hij voort: „P'bilip, oude jongen, dat gaat niet langer, je bent drie minuten te laat, Tab it ha wordt er zenuwachtig onder." „Het spijt mij," zei Philip, met vriendelijken glimlach, terwijl bij betel zorgvuldig meit zijn gekleurden zakdoek eenige regendroppels van zijn hoogen hoed afveegde. Dp iman was leelijk en toch bad z'ijn glimlach iels zoets. Hij was lang, 'magiër en een weinig voorover ge bogen. „Het kantoor werd van avond wat later dan anders gesloten," zei bij'. „Of wilden de jong» klerken weer uitgaan en bleef je om bun werk te doen?" vroeg1 Tabitha. „Neen, Ik kwam niet zoo gauw met mijn eig'en werk klaar. Wiel, Tabby, wat heb je dat vleesch heer lijk klaargemaakt voor me! Het is waarlijk ai to goed voor mij Dat nam niet wagi, dat hij. met veel smaak zijn karbonade opat. Tóen bij! daarmee giereed kwam, Waren zijn broeder en zuster in een partijtje schaak verdiept. Philip was dankbaar voor da stil te, welke er beerschte, want de ar me oude Blore, de wijnkooper, bij wien biji sedert zijn vijftiende jaar in dienst was geweest, was aan een beroerte gestorven een grooten schul denlast nalatende. Da.t beteekende ook het einde van zijn zaak en van bet klein salaris, dat drie eenvou dige lieden bad helpen voortleven, en P'bilip was met looden sahoene|n huiswaarts gekeerd, vast besloten niets te zeggen voor dat hij een nieu wen post gevonden h,ad- Waarom de anderen nu reeds te verontrusten? Hij! was, wel is waar, niet. jong meer: maar een uitstekend boekhou der en eerlijk als goud. Dergelijke hoedanigheden waren niet te ver smaden. Hij zon naar iets uitkijken terwijl de zaak aan kant werd ge bracht. Misschien zou hij ergens wpl hooger loon kunnen krijgen. Zijn broeder Muthias was vroeger klerk bij een .advokaat geweest en zon vooruit zijn gekomen in de we reld: maar tien jaar geleden viel hij van een hoogen steenen trap en. se dert was hij' aan zijn sofa, geketend. Nn en dan kreeg hij' wat. copiëer- werk te doen en hij' zou alles hebben g'egerv'en om ook wait in het huishou den te brengen. Maar dat wias hem niet; gegeven. „Vijf en vijftig ja,ar oud!" dacht Philip telkens: „vijf en vijftig!" Hiji had dien dag zelf bet doods bericht van zijn chef aan de advo caten der firma overgebracht en de zen hadden spoed met de zaak ge maakt.. Een accountant zou den vol genden morgen bij hem op bet kan toor komen en met hem nagaan hoe alles stond. i Toen die m orgiën aanbrak, vroeg hiji zich af hoe hij met dien man zou kunnen opschieten. Hij had buitenge wone zorgen aan zijn toilet besteed: maar ondanks al zijne moeite zag hij er toch uit als iemand van middel haren leaftijki. Hij poogde zich ech ter zoo recht mogelijk te houden en stapte de straat op met het plan een jongen indruk te maken. "M ij hield over het geheel niet van accountants. Zij hadden altijd iets zoo wantrouwends Tot zijn vreug- dh bleek deze man heel geschikt. De balans werd opgemaaktmen zag duidelijk in dat de zaak niet voort gezet kon worden; .men zou dus al les onder den hamer brengen, wat nog voorhanden was, en het perso neel afdanken. Philip Pook keerde met een maand salaris op zak huiswaarts. Het was meer dan hij ooit bezeten had. Hij bad een gansehe maand vrijt Maar dan O, hij moest zonder uitstel naar een betrekking omzien. Voor het oogenbiik wilde hij thuis nog niets zeggen, omJ de anderen piet bezorgd te malven. Hij zou dus blijven uit gaan als altijd, op het gewone uur terugkeeren en onderwijl naar een betrekking .zoeken. De accountant was ook een best mens oh. Hij had beloofd a,an hem te zullen denken als hij' v;an iets geschikts hooide. En Philip Pook vertrouwde hem op zijn woord. Dien avond vertelde hij aan Mat thias, dat mijnheer Blore op reis was gegaan, en voorloopig afwezig zou blijven: da,t onthief hem v.an de noodzakelijkheid in de eerste we ken allerlei fabels te verzinnen- Den volgenden dag begaf hij zich als altijd op w»g .en, zoo sterk is de macht der gewoonte, dat hij, voor dat hij. liet wist, voor de deur der wijnz.aak in Crump Street stond. Zij was echter gesloten en hij droeg den sleutel niet meer bij zich. Na het een tijdlang even plechtig te hebben aan gestaard, alsof het een grafmonu ment ware geweest, ging hij verder en een courant koopen. Met. een koortsachtigen ijver zocht Hij do advertentiekolommen op. Het w;as schrikwekkend, zooveel lieden als om een betrekking vroegen. Het schonk hem kippenvel. Maar toch werden er ook enkele posten aange boden en daar maakte hij een kruis- jo bij: In een boekwinkel voorzag hy zich van ordentelijk papier, een pen en een fleschje inkt en keek daarna uit naar een stil hoekjei, waar hij zijn hirieven kon schrijven. Het kwam hem heel vreemd daarnaar te moe ten omkijken, hij die bijna veertig jaar over een en denzelfden lesse naar gebogen had gezeten. Eindelijk kwiam hij op de gedachte naar een klein restaurant te gaan en daar te schrijvenmaar dan moest hij' ook wat bestellen en, zuinig heidshalve, besloot hij daarmee te wachten tot het etensuur. Hij bleef dan ook rondzwerven met zijn ziel onder den arm, totdat 't oogenbiik was gekomen, wachtte toen nog een uur, tot de grootste drukte voorbij zou zijn, en trad eindelijk heel hon gerig een klein koffiehuis binnen, waar hij. wat brood, boter en thee bestelde. Na gegeten te hebben, verzocht hij vriendelijk om de vergunning een paar brieven te mogen schrijven en schikte zijn benoodigdheden keurig netjes voor zich. Het eerste epistel nam heel wat tijd in beslag. Melk adres zou, hij opgeven Niet dat van thuis, waar hij nooit een brief ont ving, Dat zon achterdocht opwek ken Niet dat van het koffiehuis, want mannen van zaken schrijven geen zaken-brieven in zulk een oord. Hij beet een stuk van zijn penhou der af en besloot de straat en het nummer van zijn vBoeger kantoor op te geven en later aan den accoun tant te vragen, of hij daar dagelijks even aan mocht komen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5