TWEEDE BLAD.
Gemengde Buitenlandsche Berichten
Gemengd Nieuws.
Een Leugenaar.
VRIJDAG 13 MEI 1910.
BINNENLAND.
1-fcUiLL^i ON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
DE FRANSCHE PERS OVER DEN
UITSLAG DER HERSTEMMINGEN.
Uit de verschillende bladen, die zich
over den uitslag der herstemmingen uit
laten, volgen hier enkele typeerende
uitlatingen.
De „Univers" merkt op:
„Enkele schitterende successen, door
onze vrienden behaald en enkele neder
lagen, onzen tegenstanders toegebracht,
geven enkele oppositiebladen aanleiding
victorie te roepen. Wij deeten die illu
sie niel. Wlat ons Katholieken betreft,
wij blijven na de herslemmingen onze
positie behouden en dat is voor ons
reeds een betrekkelijk succes, als men
denkt aan de geweldige krachtsont
plooiing tegen ons."
De „Croix" schrijft:
„De samenstelling der Kamer is ge
heel gewijzigd door de 205 nieuwe le
den, die er binnenkomen. Hel „bloc"
is uit zijn voegenDe arrondisse-
menls-verkiezing is veroordeeld en het
stelsel der evenredige volksvertegen
woordiging heeft een succes behaald,
dal een ware triomf genoemd kan
worden"
De „Gaulois" meent, dat de Kamer
in haar tegenwoordige gedaante ten
dienste zal staan van dengene, die be
slist en zelfstandig genoeg is om er
de leiding van op zich te nemen.
De „Éclair" ziet in den uitslag de
definitieve nederlaag van de fanatieke
machthebbers der oude meerderheid.
De „Liberlé" zegt, dat de verkiezin
gen hel einde van het bloc beleekenen,
daar dat een groot getal van zijn voor
naamste vertegenwoordigers verloren
heeft en zijn stemmencijfers in ver
schillende districten belangrijk heeft
zien dalen. Tevens waren deze verkie
zingen, zegt het blad, een veroordee
ling van de nog gébruikte kiesmethode.
De „Temps" oordeelt, dat alleen de
radicaal-socialistische partij ernstige
verliezen geleden heeft.' „Blijkbaar," zegt
het blad, „heeft het land paal en perk
willen stellen aan de democratiseerende
praclijken, waarmede de radicale af
gevaardigden zich bedienden, door zich
als de uildeelers voor te doen van alle
offjciëele gunstbewijzen, zonder de min
ste eischen te eerbiedigen van recht en
billijkheid.
De „Echo de Paris" constateert, dat
de radicalen de overwonnenen van den
dag zijn. De heerschers in gelalsterkle
keeren verzwakt en geslagen in de Ka
mer terug.
De „Figaro" verheugt zich te zien,
dat de „ideeën van verdraagzaamheid
en wijsheid" altijd nieuwen voortgang
maken.
Hel „Journal" is van meening, dat de
richting van de algemeene politiek in
niets zal' veranderen.
De „Pelite Républque" vindt, dat de
politieke schakeeringen zoo goed als
onveranderd zijn gebleven. Alleen hel
persoonlijke heeft in de Kamer groote
wijziging ondergaan. Daarin ziel het
blad een teeken, dat het land iets an
ders wil.
De „Malin" oordeelt, dat de voorstan
ders van hel evenredige vertegenwoor
digingsstelsel de feitelijke overwinnaars
zijn.
De „Action" verheugt zich, dat de
leekenrepubliek gehandhaafd zal wor
den.
De „Rappel", de „Aurore" de
„Radical" en de „Lanlerne" wenschen
zichzelf geluk, dal de republikcinsche
discipline de overwinning behaald heeft
over de reactie en den triomf heeft
verzekerd van de democratie.
De „Humanité" ten slotte verheugt
zich over de toeneming van de socia
listische groepen in de Kamer. Het
blad beschouwt ze als de eenige fac
tor voor een wezenlijken vooruitgang.
DE OPSTAND IN ALBANIË.
Meer dan 30.000 man Turksehe troe
pen zijn nu tegenover de Albanische
opstandelingen in het veld. In het Mo-
rawa-dal wordt sinds eenige dagen ver
bitterd gevochten, en de brandende en
verwoeste dorpen toonen met welk een
heftigheid daar de strijd woedde. Zoo
hoog is de vloed der hartstochten ge
stegen, dat zelfs vrouwen aan de ge
vechten deelnemen, zoodat in Noord-
Albaniö van een krijg van allien tegen
alen kan worden gesproken. Gedeel
telijk is dit een gevolg van de fou-,
ten, die Turghut-Schefket pasja beging,
en van het hemantelings-slelsel, dat
zelfs onder de tegenwoordige regeering
niet schijnt te kunnen worden uitge
roeid. De regeering schaadt zichezlf
en haar prestige meer door die ge
heimzinnigheid dan door het openhar-
ilge blootleggen van den toestand.
Thans worden de gebeurtenissen met
spanning en bezorgdheid gevolgd, en
meer en meer dringt zich, ook in Stam
boel en Saloniki, het gmevoel op, dat
bij de afrekening met de Albaniërs te
weinig rekening wordt gehouden met de
toekomst. Het is geen buitenlandsche
vijand, die onderworpen moet worden,
en dan den vrede gedicteerd, het is een
Turksehe stam, wonende op Turksch
gebied, die straks bevredigd en ver
zoend moet worden, en wélks afgevaar
digden nu reeds zitting hebben in het
Turksehe parlement.
In Turksehe kringen wordt het pijn
lijk gevoeld dat, geloofsgenooten, die
vaak en met roem onder het groene
vaandel vochten, thans zoo hardnekkig
worden bestreden, en dat hun have en
goed wordt verbrand. Dat is niet de
manier, om hen voor den nieuwen toe
stand te' winnen. Sneller en vroeger
optreden, voordat de opstand zulke
groote afmetingen had aangenomen, wa
re beter geweest. Te meer, daar reeds
voor een jaar de opstand werd gepre
dikt, de aanvoerders en leiders bekend
waren, en hun invloed op de onwe
tende bevolking niet gering mag wor
den geschat. Djavid-pasja had toen da-
deijlk krachtig willen optreden tegen de
bey's en aga's, die de bevolking le
gen de nieuwe regeering opzetten, maar
hem werd iedere vrijheid van beweging
belet. En thans moet de "Porte, me(t
veel meer inspanning, met veel meer
bloedvergieten, en met iveeL krasser mid
delen pogen te herstellen, wat toen ver
zuimd werd.
Dit is de les, die de Pbrte uit dezen
opstand trekken kant
Politieagent-porder. De burgemees
ter van Woodbury, in den staat New
Jersey, heeft zijn stadgenoolen aan zich
verplicht. Hij heeft nil. aan de burgerij
doen welen, dat ieder, die heel in de
vroegte wilde worden gewekt in nach
ten, dat de komeet van Haley aan
den hamel met het biloole oog te zien
zou zijn, dal kon gedaan krijgen. De
survcLleerende polilie-agenten zouden
wel porren!
Een missionaris onder de Eski
mo's. Een Spaansche monnik, pater
Bernard, op het oogenbiik te Parijs
wonend, heeft getracht het Katholiek
geloof onder de Eskimo's le verbrei
den. Verscheidene reizen heeft hij
daarvoor ondernomen. Zijn eerste reis
was in 1906. Hij ging toen naar Alaska
en had met reusachtige moeilijkheden
te kampen; zelfs bouwde hij een kerk,
de „Marys Igiöo", Maria-kcrk, hel eer
ste Godshuis, in het Bering-gebied. De
weinige, planken en spijkers, die hij
voor den bouw van zijn kerk noodig
had, kostten hem reeds 6000 gulden.
De beschrijving, die de pater van zijn
woongebied geeft, is werkelijk aangrij
pend. Midden in die oneindig groote
woestijn, bedekt door sneeuw, waar tel
kens weer vreeselijke sneeuwstormen
woeden, die het weinige wat er nog is
zelfs verwoesten, leven in Alaska onge
veer 40.000 Indiaansche Eskimo's.; hun
woningen liggen meestal 30, soms zelfs
40 K.M. van elkaar verwijderd. De be
woners zijn goedaardige menschen.
Voor de meeste ondeugden der bescha
ving zijn ze gespaard gebleven. Las
ter, huichelarij en leugen zijn hun on
bekend, ze verafschuwen de veelwijverij
en hel familieleven is hun het meest
heilig.
Paler Bernard is trotsch op zijn Es
kimo's en hel leven daar zou hem zeer
licht valilen, als hij niet zoo vreeselijk
van hel ruwe klimaat le lijden had.
Meer,malien is hij gered door zijn hond.
Deze trouwe vriend in die onherberg
zame streken heeft hem menigmaal
gered als hij voor de sneeuwstormen
moest vluchten. Vooral zijn hond Spat,
dien hij eens voor f 1200 had gekocht,
heeft hem verscheiden keeren het leven
gered. Als niemand meer'weg wisL in
die sneeuwwoestenij, alls allies in de
sneeuw begraven lag, dan was het tel
kens de speurzin van dien hond, die
den ongelukkige weer op het re elite
pad bracht.
Ondanks de 'vreesélijke gevaren,
waaraan pater Bernard blootstaat, keert
hij in Juni weer naar zijn Eskimo's
terug.
Een Fransch warenhuis te Londen.
Een eigenaardig denkbeeld zal binnen-
koii te Londen werkelijkheid worden.
Aan het einde van 't Strand, zal met
een kapitaal van 12 millioen een soort
warenhuis worden gebouwd, waarin'uit
sluitend Fransche kunst- en industrie-
voorwerpen verkocht zullen worden.
Het bouwterrein is voor 99. jaar ge
huurd geworden voor 55.000 p. st. per
jaar. Het reuzengébouw zal een monu
mentaal front krijgen en inwendig voor
zien worden van galerijen voor perma
nente tentoonstellingen. In het gebouw
zal verder een restaurant en een
Fransch theater worden ondergebracht,
zoodat een geheel Fransche cultuur, op
een klein plekje van den Londenschen
bodem aanschouwelijk vertegenwoor
digd zal' worden.
Yankees. Hel schijnt, dat de toe
vloed van Amerikaansehe reizigers naar
Europa, dit jaar zeer groot zal zijn.
Volgens een bericht uit New-York, zijn
op de schepen, die tot 1 Augustus van
New-York zullen afvaren, alle plaatsen
reeds bezet en de agenten der stoom
vaartmaatschappijen verklaren, dat zij"
nog de helft meer passagebil'jetten had
den kunnen verkoopen, indien, er maar
plaats geweest was.
Geweerkogels van water. Over het
algemeen golden lood en andere me
talen als de eenige materialen waaruit
geschut kon worden vervaardigd. Een
Amerikaansch tijdschrift geeft thans af
beeldingen van hout- en loodplaten,
waarop geweren zijn afgevuurd, die niet
alleen met looden kogels, maar met ko
gels van water geladen waren. Het wa
ter werd in een gewone patroonhuls
met de gebruikelijke lading kruit lus-
schen twee dunne wasplaatjes ingeslo
ten. Toen werd op een afstand van
10 centimeter op een duimdikke plank
gescholen en de waterkogel ging er glad
door heen.
Practisch. Ten einde den rech
terlijken stand in nauwere aanraking
met de nijverheid te brengen en zoo
doende le voldoen aan een herhaalde
lijk gevoelde behoefte, zijn onderhande
lingen gevoerd tusschen het door het
Duitsche rijksministerie van justitie
daartoe aangewezen Kammergerieht fen
het Verbond van industrieel en, opgrond
waarvan een, volgens de verschillende
takken der nijverheid gerangschikt, be-
ziehligingsplan is opgemaakt, dat in de
eerste plaats aan de rechter» gelegen
heid zall geven, den gang en de ont
wikkeling der fabrieksnijverheid te lee-
ren kennen. Hel plan is door den mi
nister goedgekeurd en een aantal' rech
terlijke ambtenaren uit Berlijn en om
streken hebben reeds Vcrschi lende groo
te fabrieken bezichtigd.
Zich Mind geschoten. In Sigtnarin-
ringen had de secreLaris van den hof
maarschalk, toen hij ter 'jacht trok,
vergelen de haan van zijn buks vast
te zetten. Het wapen, dat hem voor
de borst hiug, ging plotseling af en de
volle laag trof den ongelukkige in het
gelaat, waardoor hem beide oogen wer
den blind geschoten.
De jongeman viel bezwijmd neer en
bleef op de plaats liggen tot twee uur
in den nacht. Toen kroop hij voort op
zijn handen en bereikte op deze manier
een boerenhuisje, waar den geheel uil-
gepulten man de eerste hulp verleend
werd. Daarna werd hij zoodra mogelijk
naar het academisch ziekenhuis in Tü-
biugen gebracht.
Een „coupé" voor Zeppelin. De
passagiershut van het eerste passagiers-
luchtschip der Deutsche LufLschiffahrts-
Acliengeselischaft is in de werkplaatsen
van een meubelfabriek te Stultgart af
gemaakt en naar Friedriehshafen ver
zonden, waar zij in het luchtschip ge
bouwd aal worden-. De hul, die be
kleed is m.et mahoniehout, ingelegd niet
rozenhout en parelmoer, is 10 meter
lang en 2—2% meier breed en verdeeld
in 5 afdeelingen, elk met 4 zitplaatsen
en bestaande uit een draaibare fau
teuil De raamopeningen zijn zeer breed
en groot, doch zonder glas; alleen in
een afdeeling is bij wijze van proef
glas aangebracht. Daar de geheele hut
slechts 750 K.G. mag wegen, zijn de
wanden uiterst dun: terwijl de bodem
6 fm.M. dik is, zijn de opstaande wan
den 4 m.M. Beide einden der hut ko
men uit in de loopgang van het schip.
Ongeluk aan den spoorweg. Naar
de Belgische bladen melden, had tus
schen Lovenjoul en Leuven een ver
schrikkelijk spoorwegongeluk plaats.
Bij een onbewaakten overweg werden
door een trein, die van Luik kwam,
de pachteres, vrouw Thielens, en het
12-jarig meisje Van Laer, verrast en
overreden.
Het meisje was door den trein ont
hoofd en 't hoofd van de tante was
geheel vermorzeld.
Men denkt, dat de slachtoffers eerst
een trein hadden laten voorbijrijden en
toen over de baan wilden stappen, zon
der te zien, dat een andere trein van
tegenovergestelde richting kwam.
De moeder van het kleine meisje
had vernomen, dat een kind overreden
was en zij vertelde het aan andere
vrouwen over, zonder le weten, dat het
haar eigen kind was.
De biechtvader van Z. H overleden.
In den gezegen den oudenlom van
94 jaar overleed de vorige week
Mgr. Guillielmo Pifferi, sacristaan
van Z', H. den Paus en diens .biecht
vader.
Hij behoorde tot de Orde der Au
gustijnen, waarin bij eenige jaren
lang assistent-generaal was, en volg
de in 1886 [Mgr. Martinelli, die toen
kardinaal werd, als sacristaan of
pastoor der pauselijke paleizen op.
Eieeds in 1856 riep Pius IX hem.
naar het Vaticaan, waar hij' toen
onder-pastoor werd en dus meer dan
een halve eeuw de zielzorg heeft
uitgeoefend, onder drie opeenvolgen
de pausen. Hij gaf indertijd ook on
derwijs in de hoogere meetkunst en
philosophic: van zijne leerlingen,
ook Augustijnen werden niet min
der da.n zeven met het kardinaals-
purper gesierd. Doeh Mgr. Pifferi
zelf verkoos deze onderscheiding niet
al werd zö hem meermalen aangebo
den. De eenvoudige en buitenge
woon-vrome prelaat- wenschte op zijn
post van vertrouwen te blijven, als
zieleherder van liet Vaticaan, waar
hij: gedurende twee geslachten van
hoog tot laag de algemeene veree
ring genoot.
Op zijn maandenlang ziekbed,
waar heel zachtjes het levenslicht
van den ascetiseh.cn grijsaard, weg
kwijnde als een godslamp» die niet
genoeg.olie meer heeft, werd de ge
duldige. lijider herhaaldelijk bezocht
door Z. H. den Paus. Kort vóór het
verscheiden kwam Paus X nog aan
het sterfbed neerknielen en daar zelf
de gebeden der stervenden verrich
ten. Nauwelijks had de H. Vader het
ziekenvertrek verlaten, of Mg|r. Pif
feri, getroost door den zegen en be
moedigd door het gebed van den
Fans., blies ongemerkt bijna den
la.atsten adem uit.
Zijn plechtige uitvaart bad giste
ren plaats yi de fraaie kerk van Sint
Augustinus. Zoo goed als voltallig
woonde bet pauselijk Hof in diepen
rouw 'haar bijl Da begrafenis ge
schiedde op het kerkhof van San
Lorenzo buiten de muren.
Als de vermoedelijke opvolger van
Mgir. P'iffari wordt zijn neef P. Agos-
tino, die hem sedert lang als onder
pastoor assisteerde, het meest ge
noemd. De benoeming gaat direct
van den Hf Vader uit, maar na een
voordracht van drie cardidaten door
den Hooglierw. Pater Generaal der
Au gustijnen-ordo, wa.a'rtoe volgens
zeer oud gebruik de pauselijke sar
cristaan moet behooren.
Het heengaan van Minister Noliseen.
Over bet ontslag van Minister Ne-
lisesn wordt door de couranten van
alle richting' vol waardeering voor
den heiengUianden Minister* geschre
ven.
Da Telegraaf h.v. meldt:
Het Werd gevreesd.
Dit is hot juiste woord. Vriend en
tegenstander zien dezen sympathie-
ken, bescheiden, eenvoudigen inlan
met weemoed heengia.an. Geen minis
ter kan ooit allerwegen, bij rechts
en bij links, oprechter genegenheid-
en warnier waardeering hebben ge
vonden, dan de heer Nelissen. Dit
is geen overdrijving en geen hoffe
lijke afscbeidsphrase. Het is de waar
heid. Zijn bekwaamheid was ver
maard, zijn werkkracht spreek
woordelijk, zijn toewijding aan het
ambt grenzenloos. De kleinste za
ken, hij' moest en zou ze grondig on
derzoeken, om der rechtvaardigheid
wille. Zijn houding tegenover het
Plapendreehtsche treurspel getuigt
van den zin voor recht,, en rechtvaar
digheid, die hem leidde, van zijn
energiek doortastend optreden. Zijn
parlementaire redevoeringen waren
massief Van argumentatie. Fraaie,
holle woorden, algemeenheden, hij
liad er een afkeer van, gelijk ook zijn
heele persoonlijkheid van eenvoud
getuigde. Een man, die voor minis
ter alle kwaliteiten bezat, die in
zijn hooge, moeilijke betrekking be
vrediging scheen te vinden. Zijn
heengaan stemt vooral weemoedig,
Wijl het juist de wijze is, waarop hij
zijn ambt vervulde, die hem er toe
dwong. Zijn rustelooze werkkracht
bezorgde hem een overspanning, die,
grootendeels genezen, hem nu toch
tot ontslag-aanvrage noopte. Onge
twijfeld wordt over hem gedemon
streerd de juistheid der meening, dat
sommige minister-portefeuilles te
genwoordig inderdaad te zwaar zijn
om te torsen, en dat hier arbeids-
verdeeling en schifting noodzakelijk
is.
Geen audiëntie, maar cour.
De Amsterdamsche briefschrijver
van de „Arnh Ct." het aansta,ande
Kon. Bezoek besprekende, zegt, da,t
ook van de zijde van het Kon. Huis
zelf reeds maatregelen zijn getrof
fen, om 't niet zoo druk te hebben in
Amsterdam-
Zoo zal ditmaal niet, zooals ge
woonlijk bij bet jaarlijksch bezoek
audiëntie worden verleend, maar er
zia, cour worden gelliouden.
Het verschil daaxtusschen is 't vol
gende
Op audiëntie mag ieder komen, die
zich daartoe voelt geroepen, en voor
al zij maken daar gebruik van, die in
den loop van het jaar gexidderi
werden. Verder komen de officieren
van leger en vloot van heinde en ver
naar de hoofdstad om zich aan Hare
Majesteit te laten voorstellen of te
bedanken voor gemaakte promotie.
Thans mogen alleen zij komen,
die Vroeger al eens kennis ma,akten
met het Hoofd van den 8tuat, waar
door natuurlijk het aantal personen
dat het Koninklijk Paleis bezoeken
zal, veel minder groot is dan ge
woonlijk. Dit doet- als logisch gevolg
jiet aantal logeergasten te Amster
dam belangrijk inkrimpen, en zal
een niet onbelaingrijk schadepostje
voor de hotelhouders zijn.
Een ander gevolg is, dat ook Hare
Majesteit het minder vermoeiend
heeft, want zoo'n audiëntie van eeni
ge uren is "werkelijk geen gemakke
lijke taak. Het schijnt op het oogen
biik wel weer noodig te zijn op de
Koningin voor groote vermoeienis
te sparen, want de geruchten, die in
den laatsten tijd de ronie deden, dat
weer een vermeerdering van het Kor
ninklijk gezin te wachten is, wer
den {mij thans bevestigd-
Vervalsching van spiritualiën. Wij
lezen in het „Weekblad t. d. Verval-
schingen:
Het was begrijpelijk, dat de enorme
verhooging van den accijns op het ge
dis till,eerd voor de knoeiers een groote
verzoeking zoude aanbieden, om de spi
ritualiën te vervalschen. Wij wezen
reeds herhaaldelijk op deze mogelijk
beid ook in verband met het kleur
loos maken van brandspiritus en
vernemen nu, dat bij eenige likeur
stokers en andere neringdoenden in ge
distilleerd door de ambtenaren der ac
cijnzen sterke drank aangetroffen is,
die vermengd bleek te zijn met ge-
zuiverden houlgeest (melhyl-alcohol,
methanol^ carbinol), een voor de ge
zondheid schadelijke stof, welke niet
door kleur, reuk of smaak van ge
wonen alcohol is1 le onderscheiden.
Het verkoopen, te koop aanbieden,
afleveren of ten verkoop in voorraad
hebben van daarmede vermengden
drank, is een overtreding der fiscale
welgeving, strafbaar met een zware
boete. Bovendien kan van toepassing
zijn art. 174, 175 of 330 van het Wet
boek van Strafrecht, en dientengevolge
ook gevangenisstraf worden beloopen.
De administratie gaat thans geduren
de eenige maanden op groote schaal
een onderzoek instellen en het voor
nemen bestaat, bij verdere bevinding
der overtreding, onverminderd de straf
vervolging, de namen der overtreders
aan het publiek bekend te maken.
Wij maken de autoriteiten nog op
merkzaam op het feit dat ook ver
schillende parfumerie-artikelen (Eau de
Cologne, enz.) met methyl-alcohol be
reid, naar ons bericht wordt, in den
handelt aangeboden worden.
Het behoeft geen betoog, dat al is
deze stof natuurlijk geen „drank"
schadelijke gevolgen bijv. voor oogen,
ook daarbij niet uit kunnen blijven.
Een wijziging, resp. aanvulling van het
bovenbedoelde wetsartikel, zou der
halve aanbeveling verdienen ter voor
koming van dit gevaar.
Honden-avontuur. Zwartje was een
zwemmer ie zijn hondenhart. Van
zwartje kon met recht gezegd worden,
dat hij opzichte van het water, dat
hij als badgelegenheid koos, niet kies
keurig was.
Nooit gehoord van een hondenzwem-
inrichling in het Jacob van Lennepka-
naal te Amsterdam.
Op een goeien dag, het was voor
Zwartje bijna een deksels kwaje dag
geworden, springt-ie in de Jacob van
Lennepvaart, ter hoogte van de brug
voor de Bilderdijkstxaat.
't-Gebeurde 's avonds zeven uur; die
het het laatst heeft "naverteld, leeft nog.
Eenmaal er in, wou-ie er ook weer
uit.
Dat ging niet. De wal was te hoog.
Een medelijdende jongen van Jan de
Wit werkt zich langs een der spijlers
van de brug tot bij de oppervlakte
van het water. Ging niet
Hondje raakte er 'n paar van de hon
denvijf kwijt. Zwemt naar den over
kant, bij intuïLie in de richting van
den vleessehhouwer. Vegetariër was hij
blijkbaar nog niet.
Ook daar keerl de wal het schip
en den hond.
Ha, een gal! Maar 't was helaas....
de opening van een der beroemde Am
sterdamsche riolen.
Hondje beseft het gevaar niet. Het
hondenvernuft had hem verlaten. Ér in.
Menigte op den kant siddert. Een
spotziek deel, heft het lied aan: „O,
mijn lieve Zwartkop."
Hondje blijft voor die ovatie onge
voelig. Staat op het punt verder in
de voor hem onbekende riool-wereld
door ie dringen.
Daar neemt een der omstanders een
kloek besluit. Het luik, dat een "der
galen van de brug bedekt, wcaJL ge
opend. Een jongeling wringt zich er in.
Doodsche s lil te. 't Gaaf om .een hon
den-leven. Enkele minuten slechts en,
met hondenbuit be'aden, keert de hon
denredder weer. Hoera!
Een agentje Vfcn het gemoedelijk soort
noteert nauwkeurig naam en adres van
den held.
Volk verstrooit zich.
Jongens ontfermen zich over het natte
zwartje, dat zich dankbaar droog schudt
en er van door trekt
Geste van: Dank je wel, 'k zal nou
mijn weg wel vinden.
De Krengenslager. „Uit het dag
boek van een geneesheer".
'n Krengenslager, alias „knorston
der mijne patiënten, liet mij in een
bui ven erkentelijkheid voor de gene
zing zijner vrouw na een zware ziekte,
zijn geheele inrichting bezichtigen: zijn
heiligdom, waar hij trotsch op is.
Met risten hingen daar de gerookte
worsten, hammen, stukken gerookt
vleesch in een overigens zindelijke om
geving; alles afkomstig van aan ziekte
gestorven of verdronken koeien, paar
den, schapen, enz.
Met innig welbehagen en op kinder
lijk-brutalen toon vertelde hij mij in
vertrouwen, zonder blijkbaar ook maar
eenig besef van het misdadige van zijn
vak te hebben, hoe hij dat Vleesch,
dat door ziekte, ontbinding als anders
zins bleek gekleurd was, weer zoo
prachtig rood had gemaakt: „Je zoudt
T zoo in happen: wat meneer?"
Zelf eten, deed hij nooit!
„Maar meneer, als je 'ns wist, welke
slagers 't van me hebben, welke voor
name fabrieken van de fijnste vleesch-
waren ik dagelijks bedien, en dan wie
't eten: 't puikie, puikie van 't mensch-
dom! Als je rekent, meneer, dat ik
per jaar minstens twintig duizend pond
aflever, en dat ze 't allemaal even
graag eten! Zoo of zoo heeft 't ge
staan en ik was rijksleverancier ge
weest. 't Was er al door, feitelijk.
Daar verklapt me 'n konkurreut. En
fin, voor laster ken je niet voor!"
Toen ik de opmerking maakte, dat
„Hij' kamt laat van a.vond," zeide
Miss Ta,bitha.
„Gisterenavond wlas hij' ook ai am
derhalve minuut over zijn tijd," zei
haar oom Mat, die op do sofa. uit
gestrekt lag. „Wij moeten kern be
duiden, da,t dit niet voortduren mag.
'O, daar is bij en zicb toit den bin
nentredende -wendende, ging hij
voort: „P'bilip, oude jongen, dat gaat
niet langer, je bent drie minuten te
laat, Tab it ha wordt er zenuwachtig
onder."
„Het spijt mij," zei Philip, met
vriendelijken glimlach, terwijl bij
betel zorgvuldig meit zijn gekleurden
zakdoek eenige regendroppels van
zijn hoogen hoed afveegde.
Dp iman was leelijk en toch bad
z'ijn glimlach iels zoets. Hij was lang,
'magiër en een weinig voorover ge
bogen.
„Het kantoor werd van avond wat
later dan anders gesloten," zei bij'.
„Of wilden de jong» klerken weer
uitgaan en bleef je om bun werk te
doen?" vroeg1 Tabitha.
„Neen, Ik kwam niet zoo gauw
met mijn eig'en werk klaar. Wiel,
Tabby, wat heb je dat vleesch heer
lijk klaargemaakt voor me! Het is
waarlijk ai to goed voor mij
Dat nam niet wagi, dat hij. met
veel smaak zijn karbonade opat.
Tóen bij! daarmee giereed kwam,
Waren zijn broeder en zuster in een
partijtje schaak verdiept.
Philip was dankbaar voor da stil
te, welke er beerschte, want de ar
me oude Blore, de wijnkooper, bij
wien biji sedert zijn vijftiende jaar
in dienst was geweest, was aan een
beroerte gestorven een grooten schul
denlast nalatende. Da.t beteekende
ook het einde van zijn zaak en van
bet klein salaris, dat drie eenvou
dige lieden bad helpen voortleven,
en P'bilip was met looden sahoene|n
huiswaarts gekeerd, vast besloten
niets te zeggen voor dat hij een nieu
wen post gevonden h,ad- Waarom de
anderen nu reeds te verontrusten?
Hij! was, wel is waar, niet. jong
meer: maar een uitstekend boekhou
der en eerlijk als goud. Dergelijke
hoedanigheden waren niet te ver
smaden. Hij zon naar iets uitkijken
terwijl de zaak aan kant werd ge
bracht. Misschien zou hij ergens wpl
hooger loon kunnen krijgen.
Zijn broeder Muthias was vroeger
klerk bij een .advokaat geweest en
zon vooruit zijn gekomen in de we
reld: maar tien jaar geleden viel hij
van een hoogen steenen trap en. se
dert was hij' aan zijn sofa, geketend.
Nn en dan kreeg hij' wat. copiëer-
werk te doen en hij' zou alles hebben
g'egerv'en om ook wait in het huishou
den te brengen. Maar dat wias hem
niet; gegeven.
„Vijf en vijftig ja,ar oud!" dacht
Philip telkens: „vijf en vijftig!"
Hiji had dien dag zelf bet doods
bericht van zijn chef aan de advo
caten der firma overgebracht en de
zen hadden spoed met de zaak ge
maakt.. Een accountant zou den vol
genden morgen bij hem op bet kan
toor komen en met hem nagaan hoe
alles stond. i
Toen die m orgiën aanbrak, vroeg
hiji zich af hoe hij met dien man zou
kunnen opschieten. Hij had buitenge
wone zorgen aan zijn toilet besteed:
maar ondanks al zijne moeite zag hij
er toch uit als iemand van middel
haren leaftijki. Hij poogde zich ech
ter zoo recht mogelijk te houden en
stapte de straat op met het plan
een jongen indruk te maken.
"M ij hield over het geheel niet van
accountants. Zij hadden altijd iets
zoo wantrouwends Tot zijn vreug-
dh bleek deze man heel geschikt.
De balans werd opgemaaktmen zag
duidelijk in dat de zaak niet voort
gezet kon worden; .men zou dus al
les onder den hamer brengen, wat
nog voorhanden was, en het perso
neel afdanken.
Philip Pook keerde met een maand
salaris op zak huiswaarts. Het was
meer dan hij ooit bezeten had. Hij
bad een gansehe maand vrijt Maar
dan O, hij moest zonder uitstel naar
een betrekking omzien. Voor het
oogenbiik wilde hij thuis nog niets
zeggen, omJ de anderen piet bezorgd
te malven. Hij zou dus blijven uit
gaan als altijd, op het gewone uur
terugkeeren en onderwijl naar een
betrekking .zoeken. De accountant
was ook een best mens oh. Hij had
beloofd a,an hem te zullen denken
als hij' v;an iets geschikts hooide. En
Philip Pook vertrouwde hem op zijn
woord.
Dien avond vertelde hij aan Mat
thias, dat mijnheer Blore op reis
was gegaan, en voorloopig afwezig
zou blijven: da,t onthief hem v.an
de noodzakelijkheid in de eerste we
ken allerlei fabels te verzinnen-
Den volgenden dag begaf hij zich
als altijd op w»g .en, zoo sterk is
de macht der gewoonte, dat hij, voor
dat hij. liet wist, voor de deur der
wijnz.aak in Crump Street stond. Zij
was echter gesloten en hij droeg den
sleutel niet meer bij zich. Na het een
tijdlang even plechtig te hebben aan
gestaard, alsof het een grafmonu
ment ware geweest, ging hij verder
en een courant koopen.
Met. een koortsachtigen ijver zocht
Hij do advertentiekolommen op. Het
w;as schrikwekkend, zooveel lieden
als om een betrekking vroegen. Het
schonk hem kippenvel. Maar toch
werden er ook enkele posten aange
boden en daar maakte hij een kruis-
jo bij:
In een boekwinkel voorzag hy zich
van ordentelijk papier, een pen en
een fleschje inkt en keek daarna uit
naar een stil hoekjei, waar hij zijn
hirieven kon schrijven. Het kwam
hem heel vreemd daarnaar te moe
ten omkijken, hij die bijna veertig
jaar over een en denzelfden lesse
naar gebogen had gezeten.
Eindelijk kwiam hij op de gedachte
naar een klein restaurant te gaan
en daar te schrijvenmaar dan moest
hij' ook wat bestellen en, zuinig
heidshalve, besloot hij daarmee te
wachten tot het etensuur. Hij bleef
dan ook rondzwerven met zijn ziel
onder den arm, totdat 't oogenbiik
was gekomen, wachtte toen nog een
uur, tot de grootste drukte voorbij
zou zijn, en trad eindelijk heel hon
gerig een klein koffiehuis binnen,
waar hij. wat brood, boter en thee
bestelde.
Na gegeten te hebben, verzocht
hij vriendelijk om de vergunning een
paar brieven te mogen schrijven en
schikte zijn benoodigdheden keurig
netjes voor zich. Het eerste epistel
nam heel wat tijd in beslag. Melk
adres zou, hij opgeven Niet dat van
thuis, waar hij nooit een brief ont
ving, Dat zon achterdocht opwek
ken Niet dat van het koffiehuis,
want mannen van zaken schrijven
geen zaken-brieven in zulk een oord.
Hij beet een stuk van zijn penhou
der af en besloot de straat en het
nummer van zijn vBoeger kantoor op
te geven en later aan den accoun
tant te vragen, of hij daar dagelijks
even aan mocht komen.
Wordt vervolgd.)