De Luxe Broodbakkerij
Smakelijk Brood
25
A. VON DER MOHLEN Gr. larkt
m uitsluitend prima kwaliteit.
Mengelwerk.
De zwarte Edelman.
Wat beteekende die
knoop
Namens het Bestuur,
A. B. Sohrama, Secr
Namens het [Bestuur,
3J: H. Broekhuizen, 1 Secr
R. K. Militaire Vereeniglng.
Sint Jozefsgezellen-Vereeniging.
R. K. Vereeniging tot bestrijding van
het drankmisbruik vergadert elke twee
maanden; hetwelk vooraf in de agenda
dezer courant wordt bekend gemaakt.
HOlHi C. i. CARELS
voorheen Paul Kaiser,
Specialiteit in WITTE en TRICOTG0EOEREN, RO&KES3 en BLOUSES.
Telefoon Ka 1471
!- HAARIEBH r
J. en P. de Wildt, „Klein Bosch" en
Hoven".
S. en O. Booms,- Binnenweg 73,
J. Mooren, R&adhufcetouat 2.
OVEBVEEN.
,W. J. Jansen.
C. de Vries, Dompvloedslaan 607, B.
1
SCHOTEN.
B. Burgerj H. v. 3. Bos, W. J. r,
9. Bos, H. A. Langendorf, alien t«
Schoten.
GeBrs. Spanjaard, Bloemendaal.
J. v. d. Berg, Santpoort (Station}.
J. v. d. Bronk, Santpoort (Station.!
J. P.. Handgraaf, Santpoort.
HAABLEMMERLIEDE EN SPAABN-
WOUDE.
N. Jabroer, Spaarndam.
Renier Balm, Spaarnwoude.
N. Molenaar, Lagen Dijk.
,W. v. Warmerdam, Lage Dijik.
WelEerw. heer J. van der Hark]
Kapelaan-commissaris.
DBIEHUIZEN.
WelEerw. heer E. A. Burwinkel; Ka
pelaan-Commissaris te Driehuizen.
P. Tervoort; G. Schoorl; L. Kroonej
R. Uitendaal L. Tervoort.
Zij, die zich bij de PropagandacJub
willen aansluiten, worden beleefd ver-
Bocht zich te wenden tot den heer
G. Kromhout Azn., Secretaris, Oliasla-
gerslaan 14, Haarlem.
De heeren Propagandisten zjjn ook
Bereid om abonnementen voor de S,N.
H. Ct." aan te nemen.
HILLEGOM.
„B. K. Propagandaclub LEO XIH"
voor verspreiding van
B. K. Volkslectuur, te Hillegom en
Omstrekenten huize van de heeren
Propagandisten, wier adressen
hieronder volgen, zijn te allen tijd»
de boeken verkrijgbaar.
A. J. Loerakker, Meerdorpstraat; P.
van Rooden, Kerkstraat; C. Kortekaas,
Meerstraat; L. van "Tol, Zilk; J. v.
Leeuwen, Havenstraat; J. Pijpers, Meer-
öorpstraat; J. van der Linden, Maria
al raat; G. Brouwer, Stationsweg; N.
iWijers, Molenstraat; A. Wassenaar,
Meerdorpstraat; J. van der Linden,
Meerstraat; J. Trouwen, Kerkstraat; W.
van Maria, Weerestijnstraat; A. der Lin
den, Weerestijnstr.M. Ruigrok, Loos
ter weg III; F. Ruigrok, Loosterweg III;
P, Dam en, Kalkovens; A. Broekhof,
Kalkovens; C. Jansen, Ringdijk.
dea van St. Isidorus. Deze vergadering
wordt uitsluitend gehouden voor de be
spreking der loonactie, waarvan ook
tevens verwacht wordt "dal alle leden
tegenwoordig zullen zijn.
ttok MUt t l jUTi
Afdeeling HAARLEM.
Nederlandsehe B.-K. Volksbond.
BondflgebouwSmedeetraat 33
(St. Bavo.)
Dinsdag, 17 Mei, half 9 uur On
dersteuningsfonds, half 9 uur Schoen
makerspatroons vereeniging ,,St. Crispi-
H»s"| 9 uur Repetitie Zangvereeniging.
Woensdag 18 Mei, half 9 uur Re
derij kersJfiaim er.
Donderdag, 19 Mei, half 9 uur
Bestuursvergadering Kalk- en Steenbe-
werkersgilde.
V r ij d a g 20 Mei, half 9 uur Hoofd*
Bestuur, half 8 uur Exploitatieeommis-
sie, half 9 uur Bestuursvergadering Me-
t&albewerkersgilide „St. Eloy", half 9
uur Stucadoorsgillde „St. Jeroen", haal
S uur Bestuursvergadering Medbeltna-
kersgilde „St. Paulus".
Zaterdag 21 Mei, v. 81/2—91/2 u.
zitting Steuncomité Leo XIII. Half 9
atting Spaarbank „St. Antonius van'
Padua", 8 uur zitting Hulpspaarbanki
(Schoterklwartier). Half 9 uur zitting
Spaarbank! St. Nicolaas (winterprovisie)
half 9 uur zitting en inschrijving van
nieuwe leden in die Coöperatieve Bak
kerij1 „Arbeid; Adelt". Half 9 uur
Comimmiefonds.
Mededeel ing.
Maandag 23 Mei, viering van het
Encycliekfeest. Spreker de WelEerw.
heer A. W. Hulsebosch, Kapelaan te
Beverwijk. De avond zal verder opge-
Ituisterd worden door de Zangvereeni
ging en Rederijkerskamer. De leden
hebben op vertoon van hun diploma
toegang met 1 dame. Kinderen bene-
den de 16 jaar worden beslist niet
toegelaten.
K\v>
Afdeeling VELSEN en 0.
[Rondsgebouw[Rijksstraatweg L2ic.
Zondag 29 Mei, des avonds te 7
uur, buitengewone feestvergadering ter
herdenking der uitvaardiging van de
groote Encycliek „Rerum Novarum",
met welwillende medewerking onzer
Tooneelvereeniging. Spreker: de Z.E.
heer F. J. M. Wassen, pastoor der
parochie SL Joseph, te Wijkeroog.
Toegankelijk voor alle leden der af
deeling met hunne 'dames, op vertoon
der op 25 Mei verschijnende en be
taalde kwitantie.
Zij, die lid wenschen te worden der
nieuwe opgerichte onderafd. „Liefde
bus", kunnen zich daartoe opgeven en
daaromtrent inlichtingen bekomen bij de
heeren: D. Dudink, A. P. Moöij, Th.
Portegies, J. Rozemeijer Azn. en S. Es-
kus.
Het comité „Hulp in Nood" verzoekt
een ieder beleefd, adressen le willen op
geven, waar men het oud-papier zou
kunnen inzamelen.
Namens het Bestuur,
Pi. van 't P adj e, Voorz.
JA O. ZUURBIER, Secr
Afdeeling LISSE.
Bondsgebouw: Bondstraat H 47.
Zaterdag 14 Mei, 'sav. van 8—
9 uur, zitting Spaarkas. Van 8 tot
kwart voor 9 uur zitting Winterpro
visie.
D i n s d a g-avondi, repetitie Zang.
Woensdag 18 Mei, 's av. te 8 uur,
huishoudelijke vergadering voor de Je-
HAABLEM.
Zoetestraat 13.
Het gebouw is dagelijks geopend, dee
avonds van 610 uur en op Zon- en
Feestdagen den geheelen dag.
Vereenigingsgebouw Zoetestraat No. 3
Geopend des Zondags van 12-3 en van
5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uur
's avonds.
I 1 i>i
A
Liefdewerk: St, Joseph»-
Atobackfsleerlingen,
Patronaat voor jongens van 1216 jaar.
lederen Zondagavond te 6 uur Gods
dienstonderricht en daarna ontspanning
en gelegenheid tot inleg op_ de Spaar
bank.
De jongens vereenTgen zich' in het SL
Vincentiushuis, Zoetestraat no. 11, al
waar ook het Bestuur lederen Zondag
avond van 671/2 uur over de belangen
der jongens Is te spreken. (Ingang: N.
Groenmarkt no. 22.)
Aanneming van nieuwe leden ge
schiedt in 't begin van September aan
slaande.
B. K. Vereeniging tot bescherming
van meisjes, gen. „St. Martha."
Het Bemiddelingsbureau der Vereeni
ging is geopend eiken Dinsdagmiddag
van 12—2 uur, voor betrekkingen als
dienstboden enz., Donkere Spname 22
alwaar voor B. K. dienstmeisjes wier
ouders buiten de stad woonachtig zijn
iederen Zondag- en Woensdagavon.. van
810 ure gelegenheid bestaat tegen de
geringe vergoeding van 5 ct. per week
haar vrijen tijd aangenaam en gezellig
door te brengen.
Aanmelding daartoe aan het „Te Huis"
op bovengenoemde avonden.
St. Bosa-vereeni ging.
Tijdelijk Zoetestraat 12rood.
Het Bestuur is te spreken eiken 2en
Vrijdag der maand, Bes avonds tusschen
half acht en half negen.
Het deel dezer vereeniging is: Meisjes
uit den dienstbaren stand van 12-16-
jarigen leeftijd gratis in het naaien
en aanverwante vakkeiij alsook het
knippenj te onderrichten.
Het onderwijs wordt gegeven eiken
avond dier week, uitgenomen den Zater
dag; des avonds van half zeven tot
half negen.
Aangifte van leerlingen tweemaal per
jaar op een steeds in dit blad te ver
melden datum.
St. Elisabethsvereeniging.
Inleveren van ziekenBriefjes Maan
dagavond tusschen 7 uur en half 9.
Woensdag- $n Vrijdagmiddag tusschen
1 en 2 uur, Jansstraat 49.
Maria-vereeniglng.
De Mariaver. heeft een onderafdea-
ling, Meisjesbond, voor leden van
11—16 jaar, die ook tweemaandelijks
vergadert op Zondags 'snamidd. 4 uur
in 't gebouw St. Bavo, Smedestraat.
In de vergadering is gelegenheid zich
voor het lidmaatschap te laten inschrij
ven tusschentijds bij het secretariaat
der vereeniging Z ij 1 w e g 21.
Zondag 8 Mei vergadering te 4 uur,
in St. Bavo, voor de meisjes.
„ABTI ET BE LI GIG NI".
Secretariaat: Spaame2. Roo^veldstr. 45.
Directeur: CAREL PHILIPPEAU.
W, o e n s d a g 15 Mei wekelijksche
repetitie in de kleine concertzaal van de
Sociëteit „Vereeniging", aanvangende
voor de dames te 8 uur precies, voor
de heeren te kwart vóór 9 uur.
De dames welke geen kennis van af
wezigheid hebben gegeven, worden ver
zocht vooral op het aangegeven uur te
willen tegenwoordig zijn, opdat met de
repetitie kan worden begonnen;
Op deze en de vollgende repelitiën
zullen reglementen op het repetitie-lo
kaal ter lezing liggen.
Het Bestuur.
LEVERT:
door
REINHOLD ORTHMANN.
Als hij taaar een klein beetje meer
gevoel van eigenwaarde had gehad en
een klein weinigje flinker was geweest,
had men Fritz Rennebaum, boekhou
der aan een bank, als het ideaal van
een aangenaam en beminnelijk mensch
kunnen beschouwen. Maar het was niet
te ontkennen, dat zijn bijna meisjes
achtige bedeesdheid het zeer moeilijk
maakte zijn tailooze goede eigenschap
pen recht te waardeeren voor diegenen
tenminste die nog geen gelegenheid heb
ben gehad om hem nader te leeren
kennen.
De weduwe van den opper-postse-
cretaris Neudwig bijvoorbeeld, bij wien
Fritz Rennebaum nu reeds twee jaar
een kamer had, nam reeds lang niet
den minsten aanstoot meer aan zijn
schuchterheid. Ze iwas veel meer ge
neigd hem die als een bijzondere deugd
toe te rekenen, daar de vooral in den
omgang met het vrouwelijk geslacht aan
den dag komende verlegenheid van den
jongen mian het voor haar zeker maak
te, dat de boekhouder zich nooit op
onbehoorlijke wijze tegenover haar 18-
jarige dochter Hertha zou gedragen. En
dat een zoo vertrouwbare commensaal
voor de moeder eener huwbare en zeer
mooie dochter van onschatbare waarde
is, behoeft wel geen nader betoog.
Hoe juffrouw Hertha over de waarde
der bedeesdheid bij den Binken en ver
stand igen man van zeven en twintig
jaar dacht, bleef haar eigen geheim;
Zeker was het echter, dat ze meneer
Rennebaum daarom haar vriendschap
pelijke toegenegenheid nog lang niet
onttrokken had, dat ze zeer voorkomend
placht te glimlachen, wanneer hij een
maal om de een of andere reden haar
moest aanspreken, en dat ze aan het
eind van zulke, meestal slechts korte
gesprekken, in den regel even gloeiend
roode wangen had als hij zeil.
Elk jaar in den vroolijken Vasten-
avondtijd organiseerde de vereeniging
„Harmonie" haar door vele jonge har
ten met groot verlangen tegemoet ge
zien gemaskerd balk En op een mor
gen in Januari vernam de boekhouder
uit den mond van zijn hospita, dat zij
op aandringen van een bloedverwant,
die bestuurslid van „Harmonie" was,
had besloten dezen keer met haar
dochter het feest te bezoeken. Sedert
dat oogenblik bestond er voor meneer
Fritz Rennebaum geen belangrijker
kwestie dan deze, of hij het wel1 zou
durven wagen moeite te doen om ook
een enlreekaart machtig te worden.
En wijl hij, bezorgd als hij was dat
men hem voor een indringerig mensch
zou aanzien, niet tot een besluit kon
komen, zocht hij kort voor het ver
schijnen van den grooten dag, raad bij
zijn besten vriend Paul Holleuffer, can-
didaat in de medicijnen, een jonge man,
dien hij zeer bewonderde om zijn le
venservaring en beslist optreden. De
aanstaande dokter lachte hem hartelijk
uil om zijn vele bedenkingen en be
zwaren.
Natuurlijk ga je er heen, zei hij.
Meen je dan, dat de waardige da
me je zou hebben medegedeeld, wat ze
van plan was, als ze niet wenschte,
dat jij o phet bal de cavalier van haar
bekoorlijke dochter zoudt zijn? Heeft ze
je ook niet gezegd als hoedanig juffrouw
Hertha op het bal zal verschijnen?
Ja als Gretchen. Met haar
prachtige blonde lokken is ze voor deze
figuur immers aüs geknipt.
Onze candidaat in de imedicijnen slbeg
zich van louter pret op de knie, dat
het klapte.
Prachtig. Daar jij in dit geval na
tuurlijk niet anders dan als Faust kan
verschijnen, treft het letterlijk wonder
baarlijk, dat ik mijn costuum van het
vorige gemaskerd bal nog heb liggen. Ik
heb het toen door mijn kleermaker
persoonlijk laten maken, en omdat ik
als je vriend tot een opoffering bereid
ben, wil ik het je, voor zestig mark,
de som, die het mij zelf gekost heeft,
overdoen tegen contante betaling na
tuurlijk, want goede vrienden moeten
uit beginsel nooit wat van elkander op
crediet nemen.
Het costuum zat den boekhouder als
aan het lichaam geschilderd, en nog
denzelfden avond droeg hij het, nadat
zijn portemonnaie zestig mark lichter
was geworden, met een kloppend hart
naar huis. Holeufer had hem geraden
zijn bezoek aan het gemaskerd bal voor
de beide dames een verrassing te doen
zijn. Maar daarvoor had Rennebaum
toch geen courage genoeg.
Twee dagen voor het feest, zond hij
de weduwe van den öpper-postsecreta-
rïs door bemiddeling van het dienst
meisje, een brief, waarin hij in cor-
recten vorm haar goedkeuring op zijn
plan verzocht. En hij gevoelde zich rij*
kelijk beloond voor het afzien van de
verrassing, toen de voortreffelijke da
me hem in vriendelijke woorden haar
goedkeuring over zijn correctheid te
kennen gaf en hem voor den tocht
naar het vergaderlokaal zelfs een plaats
in de reeds bestelde vigelante aanbood
tegen betaling van de helft der on
kosten natuurlijk.
Nooit had Fritz Rennebaum zich ge
lukkiger gevoeld dan gedurende dezen
gemeen schappelij ken rit naar het feest
lokaal. Een verrukkelijker Gretchen dan
juffrouw Hertha had er stellig nog nooit
op aarde rondgewandeld en al vond
hij ook geen enkel woordje om uitdruk
king te geven aan de overmaat zijner
bewondering, die bewondering moest
moest dan toch wel duidelijk op zijn
gelaat geschreven staan, daar zijn blon
de vis-a-vis onophoudelijk bloosde en
zich ten- slotte niet anders uit haar
bekoorlijke verlegenheid wist te redden,
dan hiermee, dat ze het zwarte flu
weel en masker reeds veel vroeger voor
deed dan bepaald noodzakelijk was.
Fritz Rennebaum volgde haar voor-
beeld, want ook voor de mannelijke
bezoekers van het bal was het mas
ker streng voorgeschreven. En zoo "be
trad hij, met de als oud-Duilsche Pa-
triciërsvrouw gekleede weduwe aan den
arm de schitterend verlichte danszaal
in de bemoedigende zekerheid, dat nie
mand hem herkende. Nooit zou hij
het mogelijk hebben geacht, dat deze
zekerheid iemand zooveel vertrouwen
en opgewektheid kon schenken, ais hij
reeds bij de eerste toonen van een
wals in zijn borst gevoelde. Het kostte
hem maar een heel klein beetje moeite
om juffrouw Hertha ten dans te vra
gen en toen hij eenmaal' danste,
was hij zoo verrassend snel in zijn
rol als Faust thuis, dat hij zonder eeni-
ge bedeesdheid haar in het oor waagde
te fluisteren:
Nietwaar u zult mij ook den vol
genden dans toestaan, juffrouw. Hertha?
En den daarop volgenden en alle
anderen behalve de Fran^aise, die
ik niet dansen kan.
En van onder Gretehen's fluweelen
masker klonk het aarzelend:
Och, de Frangaise is heelemaal
niet zoo moeilijk. Ik zal u wel de noo-
dige wenken geven en u behoeft maar
na te doen, wat u anderen ziet doen.
Met deze woorden was Fritz Renne-
baum's geluk bezegeld. En hij zou zich
de gelukkigste mensch ter wereld ge
voeld hebben, wanneer niet reeds na
verloop van 't eerste heerlijke halfuur
een zonderling verschijnsel hem meer
en meer was beginnen te verontrusten.
Reeds gedurende den dans had hij mee-
nen op te merken, dat hij voor een
dea* aanwezige gemaskerden het voor
werp van bijzondere belangstelling was.
In het pikzwarte gewaad van een Ita-
•liaansch edelman gekleed, leunde met
over de borst gekruiste armen tegen
een der pilaren van de galerij een man,
lang en buitengewoon mager, wiens
sombere verschijning ie midden van het
bonte gewoel! een des te akeliger in
druk maakte, wijl uit de openingen
van het masker twee zwarte oogen met
een werkelijk demonisch vuur fonkel
den. En deze scherpe hartstochtelijke
oogen schenen onder al de kleurrijke
feestgenooten slechts één enkel per
soon te zoeken meneer Fritz Ren
nebaum namelijk. Zoo dikwijls de
boekhouder ter sluiks naar den pilaar
gluurde, telkens ontmoette hij den door
dringenden blik van den zwarten edel
man en van minuut tol minuut gevoel
de hij duidelijker de bedreiging, welke
er lag in dit onafgebroken aanstaren.
Hij was zich niet bewust ooit met op
zet een mensch te na te zijn gekomen
en tot op dit oogenblik had hij geleefd
in het geloof, dat hij geen vijand had.
Nu begon hij echter ernstig te twijfe
len, of dat geloof wel op goede gron
den berustte. Want in het bedrag van
dien man was iets zoo beslist vijan
digs en hatelijks, dat het meneer Ren
nebaum telkens ijskoiyl over den rug
liep, zoodra hij bij het dansen dicht
aan den geheknzinnigen toeschouwer
voorbij moesL
Maar het zou nog akeliger worden.
Juffrouw Hertha had gezegd, dat zij
haar moeder wilde opzoeken om zich
door haar een glas limonade of iets
anders, dat drinkbaar was, te laten
koopen. En als welopgevoed cavalier
had Fritz Rennebaum haar verlof ge
vraagd haar de gewenschte verfris-
schimg te mogen verschaffen.
Hij bracht haar tot dit doel in een
der kleine aangrenzende vertrekken,
waar hij met haar aan een tafeltje
tegenover den ingang ging zitten. Ze
namen hun maskers niet af en spraken
slechts weinig, maar hun oogen conser
veerden des te ijveriger met elkaar en
juist hadden hun vingers elkander on
der de tafel even aarzelend aangeraakt,
toen juffrouw Hertha plotseling zeide:
Kijk toch eens dien akeligen man,
meneer Rennebaum. Hij ziet er waar
lijk uit alsof hij iets vreeselijks tegen
ons in het schild voert
De boekhouder keek op.
Tegen den deurpost leunde met over
de borst gekruiste armen de zwarte
edeltaan en staarde met sombere fon
kelende oogen naar het jonge paartje.
En nu ontvlamde er een heerlijke hel
denbloed in de borst van Fritz Renne
baum.
Vastbesloten stond hij op om ifaar
den spook acht igen onbekende te gaan
en hij zou ongetwijfeld manhaftig om
rekenschap hebben gevraagd, als niet
de edelman plotseling de armen van
elkaar had gedaan om de rechterhand
tusschen een der spleten van zijn flu
weelen wambuis te steken allsof hij een
dolk of eenig ander dooddlijk wapen
voor den dag wilde halen.
Frilz Rennebaum was niet hang, en
als hij toch bij de verdachte beweging
halverwege staan bleef en na een korte
aarzeling rechtsomkeert maakte, dan
had hij daarvoor andere, werkelijk rid
derlijke beweegredenen. Zwijgend bood
hij zijn blond Gretchen den arm en
bracht haar door een andere verbin-
dingsdeur Weer in de zaal. Hier fluis
terde hij haar biet slechls weinig be
vende stem in het willig gebogen oor.
Dat zwarte masker, juffrouw Her
tha, is ongetwijfeld een mensch, die
mij uit jaloerschheid als mijn schaduw
volgt, en die mij, naar het schijnt,
zelfs naar het leven staat. Öw uw dier
bare persoon niet in gevaar te brengen,
is het misschien maar het beste, dal
ik u het volgende gedeelte van den
avond alleen laat.
Angstig omklemde Hertha zijn arm,
terwijl ze meteen een schuwen Mik ach
ter zich wierp. En tot haar ontzetting
moest ze zien, dat de zwarte hen an
dermaal gevolgd was, dat zijn moord
zuchtige bllik nog altijd elk van haar
bewegingen volgde.
O, mijn hemel, zei ze, wat is dat
vreeselijk. Hebt u geen vermoeden, wie
dat zijn kan?
Neen, maar ik zal het nog in dit
uur weten. Als de zaak verkeerd mocht
afloopen, wilt u mij beloven juffrouw
Hertha, dan in in vriendschap aan
mij te denken.
O1, ik zou sterven als u iets
kwaads overkwam, snikte ze. Nog eer
ze op de plaats kwamen waar de we
duwe van den ópper-secretaris reeds
lang naar Kaar dochter uitkeek;
hadden ze elkander hun liefde ver
klaard. Want het bewustzijn van het
vreesdijke gevaar dat boven zijn hoofd
zweefde, had den boekhouder met een
vroeger nooit gekende energie bezield.
Nu gevoelde hij zich sterk genoeg om
het kostbare dat hij bezat, tegen eiken
mededinger te verdedigen. En er waren
nog geen tien minuten verlppgen, of hij
stond buiten in de gang tegenover den
zwarten edelman welken hij met een
gebiedend gebaar gelast had hem te
volgen.
Wie zijt ge? vroeg hij op plech-
tigen toon. En waarom achtervolgt ge
mij als mijn schaduw? Ik ben niet van
plan mij dit langer te laten welge
vallen.
Weer tastte de Veneliaan in zijn buis,
doch het was geen scheitp gestepen dolk,
tnoar een opgevouwen stuk' papier, dat
hij te voorschijn haalde, terwijl hij met
een heel liooge en bedeesde slem zei:
Neem me, als 't u "belieft, niet
kwalijk, mijnheer de dokter. Maar u
weet well, dat u mij nog altijd het cos
tuum schuldig bent, dat u daar aan
hebt. Ik ben in het laatste jaar min
stens dertig maal aan uw huis geweest,
zonder u aan te treffen. Nu dacht ik,
dat u ook dit gemaskerd bal wel weer
zou bezoeken, en ik verschafte mij een
costuum, om u op het geschikte oogen
blik mijn gekwiteerde rekening te kun
nen presenteeren. Aan uw costuum heb
ik u dadelijk herkend en u moogl het
mij niet kwalijk nemen, dat ik u niet
weer uit het oog wilde verliezen. Een
arme kleermaker moet ook leven, dok
ter.
Terwijl hij luidkeels lachte, nam Fritz
Rennebaum zijn masker af om den te-
leurgestelden ridder van de naald fe
overtuigen, dat hij niet zijn vriend Hel-
'leufer voor zich had. Maar daarop haal
de hij zijn beurs voor den dag en
betaalde in zijn gevoel van groot ge
luk voor de tweede maal zijn Faust-
costuum, waaraan hij naar zijn vaste
overtuiging, geheel alleen den moed te
danken had om een liefdesverklaring
af te 'leggen, die anders misschien voor
goed achterwege was gebleven.
O
Ik ben de soliditeit zelve. Toch ge
loof ik geen droogstoppel te zijn en
mijn aangenaamste bezigheid is knij eensi
goed te amuseeren in den kring mijner
vrienden. Zulk een gelegenheid had
zich onlangs weer eens Voorgedaan. Een
vriend van me maakte zich den tijd
dat hij „onbestorven weduwnaar" was
ten nutte om een heerendiner te ge
ven; zooafls gewoonlijk een alleraange
naamst. Veertien heeren waren aan den
feestelijk versierden disch vereenigd, en
wat men maar aan heerlijke gerechten
bedenken kan, werd opgedragen. Wij
scheidden eerst iaat in den nacht en
stil' ging ik naar huis: want het was
den volgenden morgen hard dienst doen
bij ons regiment.
Onder aan de trap trok" Ik mijn laar
zen uit, om mijn vrouw niet wakker
te maken en zachtkens klom lik naar
beven, zondeg iemand te wekken!
De nacht was verschrikkelijk ik was
den ganschen nacht in een draaimo
len en dan weer bevond ik mij in een
roeibootje op den Stillen Oceaan, die
echter bij (deze gelegenheid volstrekt niet
met zijn naam lin overeenstemming was.
Vreeselijk was de nacht, nog vrease-
lijker het ontwaken. Toen de knecht
mij den anderen morgen kwam wek
ken, trachtte ik tevergeefs mijn hoofd
van het kussen op te lichten ik
had nooit gedacht, dat een normaal
gebouwde schedel zoo zwaar kon zijn,
daar toch het gewicht van een lichaam
zich richt naar zijn omvang. De goede
George zag blijkbaar wat mij scheel
de. Vol deelneming bood hij mij zijn
hulp aan met vereende krachten
kregen we het hoofd en de rest om
hoog.
Toen ik na eenige uren dienst weer
mij een beetje op te kalefateren.
Toen ik n aeenige uren dienst weer
thuis kwam, was het ergste voorbij en
was ik weer frisch.
Zoo betrad ik dus opgewekt onze
eetkamer ,waar mijn vrouw mij met
het tweede ontbijt wachtte. Ik kuste
haar op het voorhoofd en ging tegen
over haar zitten.
Nu, heb je je goed geamuseerd
gisterenavond? informeerde ze. Hoe iaat
ben je thuis gekomen.
Vroeg, antwoordde ik, ik geloof
dat het een beetje na twaalven was.
Zoo, klonk het ietwat verwonderd
terug. Tot twee uur heb ik op je
gewacht.
Welnu, dan zal het wat later ge
weest zijn, antwoordde ik eenifszins
benepen, maat* dat moet ik zeggen, het
was m alle geval vrij vervelend. Er is
toch eigenlijk niets zoo dom als een
heerendiner, waar het discours voort
durend draait om de vraag: Mag
ik u nog eeus inschenken? en waar
men den geheelen avond niets «nders
doet dan zich volproppen met wijn.
Aan dat laatste schijn je nog al
meegedaan te hebben, antwoordde mijn
vrouw op mijn opmerking.
Toen voelde ik plotseling, dat hel
mij heel vreemd te moede werd, een
duizeling beving mij, het angstzweet
kwam mij op het hoofd, en ik haalde
mijn zakdoek voor den dag, om mijn
slapen af te drogen. Maar terwijl ik
den doek met een geweldigen zwaai
uil den zak haalde, vloog mij iets hards
legen het hoofd.
Nu, wat is dat? vroeg mijn vrouw.
Ja! zei ik óók verwonderd en nel
ons tweeën maakten we uit, dat het
harde voorwerp een groote knoop was.
Het lag voor de hand dat ik den
-'•igen avond dien knoop in mijn zak
doek gelegd had om mij aan iets te
herinneren. Maar wat was dat „iets?"
Ik kon het mij maar niet te binnea
brengen en dat ergerde mij niet alleen
om mij zelf maar ook om mijn vrouw.
Om den mond van mijn vrouw speel
de een ironisch lachje.
Dat maakte mij woedend op mij zelf.
Ik kon me toch niet blootgeven en
moest dus kunnen raden, wat die knoop
beteekende.
Ik nam mijn hoofd in beide handen
en dacht na. „Een verstandig wezen",
zoo had ik eens gelezen, „onderscheidt
zich daardoor van een redeloos dier
dat het bij den aanblik van een voor
werp iets denkt", Deze zin schoot mij
te binnen, maar het lukte mij niet
bij het zien van den knoop ook maar
aan het geringste te denken.
Toen gaf mij de hemel een idéé in.
Trotsch hief ik het hoofd op en keek
om mij heen, alsof de wereld, die ik
ten offer gebracht had, voor mijn voe
ten lag en zei: Nu heb ik het.
Nu; wat is het dan? vroeg mija
vrouw.
Ja, dat zeg Ik niet, antwoordde ik.
Ik had voor al de schatten van Indië
die vraag niet kunnen beantwoorden.
Maar tot zulk een gemeene leugen
scheen mijn vrouw mij niet in staat
te achten hare nieuwsgierigheid was
opgewekt en met verso eken, bidden,
smeeken, vleien, tranen en andere over-
redingsslukken drong zij bij mij er op
aan, het haar te zeggen. Natuurlijk
bleef ik doof voor hare verzoeken en
daar ik anders, éls liefhebbend echt
genoot, iederen wensch mijner vrouw
voor zoover het mij mogelijk is, dade
lijk vervul, vermoedde zij iets grootsch,
misschien iets vreeselijks in, of, beter
gezegd, achter den knoop. Haar po
gingen om mij tot spreken te brengen
werden hoe langer hoe stormachtiger.
Eindelijk stond ik op van de ontbijt
tafel, maar toen ik de treurige uit
drukking op het gelaat van mijn vrouw
zag, gevoelde ik iets als medelijden.
Lieve, zei ik, dring niet langer
bij me aan, als ik thuis kom, zal ik
je inwijden in het geheim, waaraan
je zoo veel gelegen schijnt te liggen.
Ik had mijn besluit genomen, ik zou
naar mijn gastheer gaan en trachten
van hem of van een anderen feest
genoot te vernemen, wat die knoop,
die mij zenuwachtig begon te maken-,
wel beteekende. Maar den een vond
ik niet thuis, de ander kon mij geen
inlichting geven en de derde wist net
zooveel als de tweede.
Zoo kwam ik somber gestemd thui»
en wat ik gevreesd had, geschiedde.
Nauwelijks hoorde mijn vrouw mij ioo-
pen in de gang, of ze snelde me te
gemoet, sloeg hare armen om mijn halk
en vleide met een lief stemmetje:
Nu, mag je me het nu zeggen
Wat beteekent de knoop?
Heb een oogenblik geduld, ant
woordde fc, ik ga me even verkleeden,
dan koen ik bij je.
Een oogenblik had ik dus gewonnen,
maar ais een misdadiger voelde ik;
dat de strop hoe langer hoe vaster
om mijn hals getrokken werd.
■aar ais de nood het hoogst is, is de
redding het meest nabij. Toen ik mijn
kamer betrad, deelde George mij mee,
dat er een pakje voor mij gekomen
was, dat hij akhter verstopt had, om
dat hij wei tocht dat het een ver
jaringscadeau w*s voor mevrouw. God
dank, ik was gered, hoe kwam het
toch, dat het mij niet eerder ingeval
len was, dat mijn vrouw over acht
dagen jarta was.
Ktadiief, zoo begon ik, pijnig me
niet noodeloos en tracht me niet eerder
uit te hooren. De knoop beteekent een
verjaardagcadeau voor je, waarover we
het van middag eens zijn geworden
en lang geen klein.
Ik moest het me In Godsnaam maar
wat laten kasten.
Maar als had ik de hand in een
wespennest gestoken, zoo gromde het
om mij heen. „Wie is 't eens gewor
den? VS ia geeft me een cadeau be
halve jij? Wanneer heb je het uitge
zocht? Rij wien besteld? Hoe kom je
er toe juist gisteren aan mijn ver
jaardag te denken?
Zoo volgde een half uur lang de eene
vraag de andere, ik begreep, dat ik
weer een domheid begaan had en nu
vaslmt, ik kon niet vooruit, niet ach
teruit. Allerlei gedachten schoten mij
door het hoofd maar geen reddende.
Mijn vrouw ondervroeg mij met de
scherpaiiui igheid van een rechter van
instructie en ik verwikkelde mij zoo
in tegenstrijdigheden dat ik, om niet
de geschenken te verraden, die ik in
derdaad gekocht had, mijn toeviuebt
begon te nemen tot een leugen.
Dus kindlief, begon ik, als je dan
met alle geweld wilt weten wat de
knoop beteekent, dan zal ik het je
zeggen.
Ik zweeg een seconde, want ik wist
nog ste«te niet, wat ik zeggen zou.
Zpoals je zelf het best weet, ver
volgde ik na een korte pauze, is 't
»h»ds iaagen tijd je hartelijke wensch...
■mu* verder kwam ik niet en plot
seling viel mijn vrouwtje mij om den
hals van vreugde en riep, tegelijkertijd
lachend en verzoend:
Zoo, je hebt dus werkelijk be
sloten me zoo'n mooi Russisch rijtuig
je te geven als de gezantschapssecreta
ris heeft. Neen, maar dat is nu eens
recht lief van je.
Mijn vrouw viel mij zoo hartelijk om
den hals, dat ik overwonnen was, ik
schikte mij dus maar in mijn lot. Ten
slotte was het nog zoo erg niet. Sinds
ik een rijpaard in den stal had, dat ook
goed in het tuig liep, had ik al lang
gedacht een wagentje te koopen, maar
ik was steeds teruggedeinsd voor de
hooge kosten. Ook nu weer zag ik op
tegen het vele geld dat het mij kosten
zou en den knoop in den zakdoek hart
grondig vervloekend, ging ik naar mijn
kamer. Ik wilde werken. Ik werd weer
even ake'.ig als 's morgens, ging op de
canapé liggen en sliep na eenige oo-
genbiikken zoo vast, alsof er geen knoo-
pen en geen rijtuigjes waren.