De Luxe Broodbakkerij Smakelijk Brood 25 A. VON DER MOHLEN Gr. larkt m uitsluitend prima kwaliteit. Mengelwerk. De zwarte Edelman. Wat beteekende die knoop Namens het Bestuur, A. B. Sohrama, Secr Namens het [Bestuur, 3J: H. Broekhuizen, 1 Secr R. K. Militaire Vereeniglng. Sint Jozefsgezellen-Vereeniging. R. K. Vereeniging tot bestrijding van het drankmisbruik vergadert elke twee maanden; hetwelk vooraf in de agenda dezer courant wordt bekend gemaakt. HOlHi C. i. CARELS voorheen Paul Kaiser, Specialiteit in WITTE en TRICOTG0EOEREN, RO&KES3 en BLOUSES. Telefoon Ka 1471 !- HAARIEBH r J. en P. de Wildt, „Klein Bosch" en Hoven". S. en O. Booms,- Binnenweg 73, J. Mooren, R&adhufcetouat 2. OVEBVEEN. ,W. J. Jansen. C. de Vries, Dompvloedslaan 607, B. 1 SCHOTEN. B. Burgerj H. v. 3. Bos, W. J. r, 9. Bos, H. A. Langendorf, alien t« Schoten. GeBrs. Spanjaard, Bloemendaal. J. v. d. Berg, Santpoort (Station}. J. v. d. Bronk, Santpoort (Station.! J. P.. Handgraaf, Santpoort. HAABLEMMERLIEDE EN SPAABN- WOUDE. N. Jabroer, Spaarndam. Renier Balm, Spaarnwoude. N. Molenaar, Lagen Dijk. ,W. v. Warmerdam, Lage Dijik. WelEerw. heer J. van der Hark] Kapelaan-commissaris. DBIEHUIZEN. WelEerw. heer E. A. Burwinkel; Ka pelaan-Commissaris te Driehuizen. P. Tervoort; G. Schoorl; L. Kroonej R. Uitendaal L. Tervoort. Zij, die zich bij de PropagandacJub willen aansluiten, worden beleefd ver- Bocht zich te wenden tot den heer G. Kromhout Azn., Secretaris, Oliasla- gerslaan 14, Haarlem. De heeren Propagandisten zjjn ook Bereid om abonnementen voor de S,N. H. Ct." aan te nemen. HILLEGOM. „B. K. Propagandaclub LEO XIH" voor verspreiding van B. K. Volkslectuur, te Hillegom en Omstrekenten huize van de heeren Propagandisten, wier adressen hieronder volgen, zijn te allen tijd» de boeken verkrijgbaar. A. J. Loerakker, Meerdorpstraat; P. van Rooden, Kerkstraat; C. Kortekaas, Meerstraat; L. van "Tol, Zilk; J. v. Leeuwen, Havenstraat; J. Pijpers, Meer- öorpstraat; J. van der Linden, Maria al raat; G. Brouwer, Stationsweg; N. iWijers, Molenstraat; A. Wassenaar, Meerdorpstraat; J. van der Linden, Meerstraat; J. Trouwen, Kerkstraat; W. van Maria, Weerestijnstraat; A. der Lin den, Weerestijnstr.M. Ruigrok, Loos ter weg III; F. Ruigrok, Loosterweg III; P, Dam en, Kalkovens; A. Broekhof, Kalkovens; C. Jansen, Ringdijk. dea van St. Isidorus. Deze vergadering wordt uitsluitend gehouden voor de be spreking der loonactie, waarvan ook tevens verwacht wordt "dal alle leden tegenwoordig zullen zijn. ttok MUt t l jUTi Afdeeling HAARLEM. Nederlandsehe B.-K. Volksbond. BondflgebouwSmedeetraat 33 (St. Bavo.) Dinsdag, 17 Mei, half 9 uur On dersteuningsfonds, half 9 uur Schoen makerspatroons vereeniging ,,St. Crispi- H»s"| 9 uur Repetitie Zangvereeniging. Woensdag 18 Mei, half 9 uur Re derij kersJfiaim er. Donderdag, 19 Mei, half 9 uur Bestuursvergadering Kalk- en Steenbe- werkersgilde. V r ij d a g 20 Mei, half 9 uur Hoofd* Bestuur, half 8 uur Exploitatieeommis- sie, half 9 uur Bestuursvergadering Me- t&albewerkersgilide „St. Eloy", half 9 uur Stucadoorsgillde „St. Jeroen", haal S uur Bestuursvergadering Medbeltna- kersgilde „St. Paulus". Zaterdag 21 Mei, v. 81/2—91/2 u. zitting Steuncomité Leo XIII. Half 9 atting Spaarbank „St. Antonius van' Padua", 8 uur zitting Hulpspaarbanki (Schoterklwartier). Half 9 uur zitting Spaarbank! St. Nicolaas (winterprovisie) half 9 uur zitting en inschrijving van nieuwe leden in die Coöperatieve Bak kerij1 „Arbeid; Adelt". Half 9 uur Comimmiefonds. Mededeel ing. Maandag 23 Mei, viering van het Encycliekfeest. Spreker de WelEerw. heer A. W. Hulsebosch, Kapelaan te Beverwijk. De avond zal verder opge- Ituisterd worden door de Zangvereeni ging en Rederijkerskamer. De leden hebben op vertoon van hun diploma toegang met 1 dame. Kinderen bene- den de 16 jaar worden beslist niet toegelaten. K\v> Afdeeling VELSEN en 0. [Rondsgebouw[Rijksstraatweg L2ic. Zondag 29 Mei, des avonds te 7 uur, buitengewone feestvergadering ter herdenking der uitvaardiging van de groote Encycliek „Rerum Novarum", met welwillende medewerking onzer Tooneelvereeniging. Spreker: de Z.E. heer F. J. M. Wassen, pastoor der parochie SL Joseph, te Wijkeroog. Toegankelijk voor alle leden der af deeling met hunne 'dames, op vertoon der op 25 Mei verschijnende en be taalde kwitantie. Zij, die lid wenschen te worden der nieuwe opgerichte onderafd. „Liefde bus", kunnen zich daartoe opgeven en daaromtrent inlichtingen bekomen bij de heeren: D. Dudink, A. P. Moöij, Th. Portegies, J. Rozemeijer Azn. en S. Es- kus. Het comité „Hulp in Nood" verzoekt een ieder beleefd, adressen le willen op geven, waar men het oud-papier zou kunnen inzamelen. Namens het Bestuur, Pi. van 't P adj e, Voorz. JA O. ZUURBIER, Secr Afdeeling LISSE. Bondsgebouw: Bondstraat H 47. Zaterdag 14 Mei, 'sav. van 8— 9 uur, zitting Spaarkas. Van 8 tot kwart voor 9 uur zitting Winterpro visie. D i n s d a g-avondi, repetitie Zang. Woensdag 18 Mei, 's av. te 8 uur, huishoudelijke vergadering voor de Je- HAABLEM. Zoetestraat 13. Het gebouw is dagelijks geopend, dee avonds van 610 uur en op Zon- en Feestdagen den geheelen dag. Vereenigingsgebouw Zoetestraat No. 3 Geopend des Zondags van 12-3 en van 5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uur 's avonds. I 1 i>i A Liefdewerk: St, Joseph»- Atobackfsleerlingen, Patronaat voor jongens van 1216 jaar. lederen Zondagavond te 6 uur Gods dienstonderricht en daarna ontspanning en gelegenheid tot inleg op_ de Spaar bank. De jongens vereenTgen zich' in het SL Vincentiushuis, Zoetestraat no. 11, al waar ook het Bestuur lederen Zondag avond van 671/2 uur over de belangen der jongens Is te spreken. (Ingang: N. Groenmarkt no. 22.) Aanneming van nieuwe leden ge schiedt in 't begin van September aan slaande. B. K. Vereeniging tot bescherming van meisjes, gen. „St. Martha." Het Bemiddelingsbureau der Vereeni ging is geopend eiken Dinsdagmiddag van 12—2 uur, voor betrekkingen als dienstboden enz., Donkere Spname 22 alwaar voor B. K. dienstmeisjes wier ouders buiten de stad woonachtig zijn iederen Zondag- en Woensdagavon.. van 810 ure gelegenheid bestaat tegen de geringe vergoeding van 5 ct. per week haar vrijen tijd aangenaam en gezellig door te brengen. Aanmelding daartoe aan het „Te Huis" op bovengenoemde avonden. St. Bosa-vereeni ging. Tijdelijk Zoetestraat 12rood. Het Bestuur is te spreken eiken 2en Vrijdag der maand, Bes avonds tusschen half acht en half negen. Het deel dezer vereeniging is: Meisjes uit den dienstbaren stand van 12-16- jarigen leeftijd gratis in het naaien en aanverwante vakkeiij alsook het knippenj te onderrichten. Het onderwijs wordt gegeven eiken avond dier week, uitgenomen den Zater dag; des avonds van half zeven tot half negen. Aangifte van leerlingen tweemaal per jaar op een steeds in dit blad te ver melden datum. St. Elisabethsvereeniging. Inleveren van ziekenBriefjes Maan dagavond tusschen 7 uur en half 9. Woensdag- $n Vrijdagmiddag tusschen 1 en 2 uur, Jansstraat 49. Maria-vereeniglng. De Mariaver. heeft een onderafdea- ling, Meisjesbond, voor leden van 11—16 jaar, die ook tweemaandelijks vergadert op Zondags 'snamidd. 4 uur in 't gebouw St. Bavo, Smedestraat. In de vergadering is gelegenheid zich voor het lidmaatschap te laten inschrij ven tusschentijds bij het secretariaat der vereeniging Z ij 1 w e g 21. Zondag 8 Mei vergadering te 4 uur, in St. Bavo, voor de meisjes. „ABTI ET BE LI GIG NI". Secretariaat: Spaame2. Roo^veldstr. 45. Directeur: CAREL PHILIPPEAU. W, o e n s d a g 15 Mei wekelijksche repetitie in de kleine concertzaal van de Sociëteit „Vereeniging", aanvangende voor de dames te 8 uur precies, voor de heeren te kwart vóór 9 uur. De dames welke geen kennis van af wezigheid hebben gegeven, worden ver zocht vooral op het aangegeven uur te willen tegenwoordig zijn, opdat met de repetitie kan worden begonnen; Op deze en de vollgende repelitiën zullen reglementen op het repetitie-lo kaal ter lezing liggen. Het Bestuur. LEVERT: door REINHOLD ORTHMANN. Als hij taaar een klein beetje meer gevoel van eigenwaarde had gehad en een klein weinigje flinker was geweest, had men Fritz Rennebaum, boekhou der aan een bank, als het ideaal van een aangenaam en beminnelijk mensch kunnen beschouwen. Maar het was niet te ontkennen, dat zijn bijna meisjes achtige bedeesdheid het zeer moeilijk maakte zijn tailooze goede eigenschap pen recht te waardeeren voor diegenen tenminste die nog geen gelegenheid heb ben gehad om hem nader te leeren kennen. De weduwe van den opper-postse- cretaris Neudwig bijvoorbeeld, bij wien Fritz Rennebaum nu reeds twee jaar een kamer had, nam reeds lang niet den minsten aanstoot meer aan zijn schuchterheid. Ze iwas veel meer ge neigd hem die als een bijzondere deugd toe te rekenen, daar de vooral in den omgang met het vrouwelijk geslacht aan den dag komende verlegenheid van den jongen mian het voor haar zeker maak te, dat de boekhouder zich nooit op onbehoorlijke wijze tegenover haar 18- jarige dochter Hertha zou gedragen. En dat een zoo vertrouwbare commensaal voor de moeder eener huwbare en zeer mooie dochter van onschatbare waarde is, behoeft wel geen nader betoog. Hoe juffrouw Hertha over de waarde der bedeesdheid bij den Binken en ver stand igen man van zeven en twintig jaar dacht, bleef haar eigen geheim; Zeker was het echter, dat ze meneer Rennebaum daarom haar vriendschap pelijke toegenegenheid nog lang niet onttrokken had, dat ze zeer voorkomend placht te glimlachen, wanneer hij een maal om de een of andere reden haar moest aanspreken, en dat ze aan het eind van zulke, meestal slechts korte gesprekken, in den regel even gloeiend roode wangen had als hij zeil. Elk jaar in den vroolijken Vasten- avondtijd organiseerde de vereeniging „Harmonie" haar door vele jonge har ten met groot verlangen tegemoet ge zien gemaskerd balk En op een mor gen in Januari vernam de boekhouder uit den mond van zijn hospita, dat zij op aandringen van een bloedverwant, die bestuurslid van „Harmonie" was, had besloten dezen keer met haar dochter het feest te bezoeken. Sedert dat oogenblik bestond er voor meneer Fritz Rennebaum geen belangrijker kwestie dan deze, of hij het wel1 zou durven wagen moeite te doen om ook een enlreekaart machtig te worden. En wijl hij, bezorgd als hij was dat men hem voor een indringerig mensch zou aanzien, niet tot een besluit kon komen, zocht hij kort voor het ver schijnen van den grooten dag, raad bij zijn besten vriend Paul Holleuffer, can- didaat in de medicijnen, een jonge man, dien hij zeer bewonderde om zijn le venservaring en beslist optreden. De aanstaande dokter lachte hem hartelijk uil om zijn vele bedenkingen en be zwaren. Natuurlijk ga je er heen, zei hij. Meen je dan, dat de waardige da me je zou hebben medegedeeld, wat ze van plan was, als ze niet wenschte, dat jij o phet bal de cavalier van haar bekoorlijke dochter zoudt zijn? Heeft ze je ook niet gezegd als hoedanig juffrouw Hertha op het bal zal verschijnen? Ja als Gretchen. Met haar prachtige blonde lokken is ze voor deze figuur immers aüs geknipt. Onze candidaat in de imedicijnen slbeg zich van louter pret op de knie, dat het klapte. Prachtig. Daar jij in dit geval na tuurlijk niet anders dan als Faust kan verschijnen, treft het letterlijk wonder baarlijk, dat ik mijn costuum van het vorige gemaskerd bal nog heb liggen. Ik heb het toen door mijn kleermaker persoonlijk laten maken, en omdat ik als je vriend tot een opoffering bereid ben, wil ik het je, voor zestig mark, de som, die het mij zelf gekost heeft, overdoen tegen contante betaling na tuurlijk, want goede vrienden moeten uit beginsel nooit wat van elkander op crediet nemen. Het costuum zat den boekhouder als aan het lichaam geschilderd, en nog denzelfden avond droeg hij het, nadat zijn portemonnaie zestig mark lichter was geworden, met een kloppend hart naar huis. Holeufer had hem geraden zijn bezoek aan het gemaskerd bal voor de beide dames een verrassing te doen zijn. Maar daarvoor had Rennebaum toch geen courage genoeg. Twee dagen voor het feest, zond hij de weduwe van den öpper-postsecreta- rïs door bemiddeling van het dienst meisje, een brief, waarin hij in cor- recten vorm haar goedkeuring op zijn plan verzocht. En hij gevoelde zich rij* kelijk beloond voor het afzien van de verrassing, toen de voortreffelijke da me hem in vriendelijke woorden haar goedkeuring over zijn correctheid te kennen gaf en hem voor den tocht naar het vergaderlokaal zelfs een plaats in de reeds bestelde vigelante aanbood tegen betaling van de helft der on kosten natuurlijk. Nooit had Fritz Rennebaum zich ge lukkiger gevoeld dan gedurende dezen gemeen schappelij ken rit naar het feest lokaal. Een verrukkelijker Gretchen dan juffrouw Hertha had er stellig nog nooit op aarde rondgewandeld en al vond hij ook geen enkel woordje om uitdruk king te geven aan de overmaat zijner bewondering, die bewondering moest moest dan toch wel duidelijk op zijn gelaat geschreven staan, daar zijn blon de vis-a-vis onophoudelijk bloosde en zich ten- slotte niet anders uit haar bekoorlijke verlegenheid wist te redden, dan hiermee, dat ze het zwarte flu weel en masker reeds veel vroeger voor deed dan bepaald noodzakelijk was. Fritz Rennebaum volgde haar voor- beeld, want ook voor de mannelijke bezoekers van het bal was het mas ker streng voorgeschreven. En zoo "be trad hij, met de als oud-Duilsche Pa- triciërsvrouw gekleede weduwe aan den arm de schitterend verlichte danszaal in de bemoedigende zekerheid, dat nie mand hem herkende. Nooit zou hij het mogelijk hebben geacht, dat deze zekerheid iemand zooveel vertrouwen en opgewektheid kon schenken, ais hij reeds bij de eerste toonen van een wals in zijn borst gevoelde. Het kostte hem maar een heel klein beetje moeite om juffrouw Hertha ten dans te vra gen en toen hij eenmaal' danste, was hij zoo verrassend snel in zijn rol als Faust thuis, dat hij zonder eeni- ge bedeesdheid haar in het oor waagde te fluisteren: Nietwaar u zult mij ook den vol genden dans toestaan, juffrouw. Hertha? En den daarop volgenden en alle anderen behalve de Fran^aise, die ik niet dansen kan. En van onder Gretehen's fluweelen masker klonk het aarzelend: Och, de Frangaise is heelemaal niet zoo moeilijk. Ik zal u wel de noo- dige wenken geven en u behoeft maar na te doen, wat u anderen ziet doen. Met deze woorden was Fritz Renne- baum's geluk bezegeld. En hij zou zich de gelukkigste mensch ter wereld ge voeld hebben, wanneer niet reeds na verloop van 't eerste heerlijke halfuur een zonderling verschijnsel hem meer en meer was beginnen te verontrusten. Reeds gedurende den dans had hij mee- nen op te merken, dat hij voor een dea* aanwezige gemaskerden het voor werp van bijzondere belangstelling was. In het pikzwarte gewaad van een Ita- •liaansch edelman gekleed, leunde met over de borst gekruiste armen tegen een der pilaren van de galerij een man, lang en buitengewoon mager, wiens sombere verschijning ie midden van het bonte gewoel! een des te akeliger in druk maakte, wijl uit de openingen van het masker twee zwarte oogen met een werkelijk demonisch vuur fonkel den. En deze scherpe hartstochtelijke oogen schenen onder al de kleurrijke feestgenooten slechts één enkel per soon te zoeken meneer Fritz Ren nebaum namelijk. Zoo dikwijls de boekhouder ter sluiks naar den pilaar gluurde, telkens ontmoette hij den door dringenden blik van den zwarten edel man en van minuut tol minuut gevoel de hij duidelijker de bedreiging, welke er lag in dit onafgebroken aanstaren. Hij was zich niet bewust ooit met op zet een mensch te na te zijn gekomen en tot op dit oogenblik had hij geleefd in het geloof, dat hij geen vijand had. Nu begon hij echter ernstig te twijfe len, of dat geloof wel op goede gron den berustte. Want in het bedrag van dien man was iets zoo beslist vijan digs en hatelijks, dat het meneer Ren nebaum telkens ijskoiyl over den rug liep, zoodra hij bij het dansen dicht aan den geheknzinnigen toeschouwer voorbij moesL Maar het zou nog akeliger worden. Juffrouw Hertha had gezegd, dat zij haar moeder wilde opzoeken om zich door haar een glas limonade of iets anders, dat drinkbaar was, te laten koopen. En als welopgevoed cavalier had Fritz Rennebaum haar verlof ge vraagd haar de gewenschte verfris- schimg te mogen verschaffen. Hij bracht haar tot dit doel in een der kleine aangrenzende vertrekken, waar hij met haar aan een tafeltje tegenover den ingang ging zitten. Ze namen hun maskers niet af en spraken slechts weinig, maar hun oogen conser veerden des te ijveriger met elkaar en juist hadden hun vingers elkander on der de tafel even aarzelend aangeraakt, toen juffrouw Hertha plotseling zeide: Kijk toch eens dien akeligen man, meneer Rennebaum. Hij ziet er waar lijk uit alsof hij iets vreeselijks tegen ons in het schild voert De boekhouder keek op. Tegen den deurpost leunde met over de borst gekruiste armen de zwarte edeltaan en staarde met sombere fon kelende oogen naar het jonge paartje. En nu ontvlamde er een heerlijke hel denbloed in de borst van Fritz Renne baum. Vastbesloten stond hij op om ifaar den spook acht igen onbekende te gaan en hij zou ongetwijfeld manhaftig om rekenschap hebben gevraagd, als niet de edelman plotseling de armen van elkaar had gedaan om de rechterhand tusschen een der spleten van zijn flu weelen wambuis te steken allsof hij een dolk of eenig ander dooddlijk wapen voor den dag wilde halen. Frilz Rennebaum was niet hang, en als hij toch bij de verdachte beweging halverwege staan bleef en na een korte aarzeling rechtsomkeert maakte, dan had hij daarvoor andere, werkelijk rid derlijke beweegredenen. Zwijgend bood hij zijn blond Gretchen den arm en bracht haar door een andere verbin- dingsdeur Weer in de zaal. Hier fluis terde hij haar biet slechls weinig be vende stem in het willig gebogen oor. Dat zwarte masker, juffrouw Her tha, is ongetwijfeld een mensch, die mij uit jaloerschheid als mijn schaduw volgt, en die mij, naar het schijnt, zelfs naar het leven staat. Öw uw dier bare persoon niet in gevaar te brengen, is het misschien maar het beste, dal ik u het volgende gedeelte van den avond alleen laat. Angstig omklemde Hertha zijn arm, terwijl ze meteen een schuwen Mik ach ter zich wierp. En tot haar ontzetting moest ze zien, dat de zwarte hen an dermaal gevolgd was, dat zijn moord zuchtige bllik nog altijd elk van haar bewegingen volgde. O, mijn hemel, zei ze, wat is dat vreeselijk. Hebt u geen vermoeden, wie dat zijn kan? Neen, maar ik zal het nog in dit uur weten. Als de zaak verkeerd mocht afloopen, wilt u mij beloven juffrouw Hertha, dan in in vriendschap aan mij te denken. O1, ik zou sterven als u iets kwaads overkwam, snikte ze. Nog eer ze op de plaats kwamen waar de we duwe van den ópper-secretaris reeds lang naar Kaar dochter uitkeek; hadden ze elkander hun liefde ver klaard. Want het bewustzijn van het vreesdijke gevaar dat boven zijn hoofd zweefde, had den boekhouder met een vroeger nooit gekende energie bezield. Nu gevoelde hij zich sterk genoeg om het kostbare dat hij bezat, tegen eiken mededinger te verdedigen. En er waren nog geen tien minuten verlppgen, of hij stond buiten in de gang tegenover den zwarten edelman welken hij met een gebiedend gebaar gelast had hem te volgen. Wie zijt ge? vroeg hij op plech- tigen toon. En waarom achtervolgt ge mij als mijn schaduw? Ik ben niet van plan mij dit langer te laten welge vallen. Weer tastte de Veneliaan in zijn buis, doch het was geen scheitp gestepen dolk, tnoar een opgevouwen stuk' papier, dat hij te voorschijn haalde, terwijl hij met een heel liooge en bedeesde slem zei: Neem me, als 't u "belieft, niet kwalijk, mijnheer de dokter. Maar u weet well, dat u mij nog altijd het cos tuum schuldig bent, dat u daar aan hebt. Ik ben in het laatste jaar min stens dertig maal aan uw huis geweest, zonder u aan te treffen. Nu dacht ik, dat u ook dit gemaskerd bal wel weer zou bezoeken, en ik verschafte mij een costuum, om u op het geschikte oogen blik mijn gekwiteerde rekening te kun nen presenteeren. Aan uw costuum heb ik u dadelijk herkend en u moogl het mij niet kwalijk nemen, dat ik u niet weer uit het oog wilde verliezen. Een arme kleermaker moet ook leven, dok ter. Terwijl hij luidkeels lachte, nam Fritz Rennebaum zijn masker af om den te- leurgestelden ridder van de naald fe overtuigen, dat hij niet zijn vriend Hel- 'leufer voor zich had. Maar daarop haal de hij zijn beurs voor den dag en betaalde in zijn gevoel van groot ge luk voor de tweede maal zijn Faust- costuum, waaraan hij naar zijn vaste overtuiging, geheel alleen den moed te danken had om een liefdesverklaring af te 'leggen, die anders misschien voor goed achterwege was gebleven. O Ik ben de soliditeit zelve. Toch ge loof ik geen droogstoppel te zijn en mijn aangenaamste bezigheid is knij eensi goed te amuseeren in den kring mijner vrienden. Zulk een gelegenheid had zich onlangs weer eens Voorgedaan. Een vriend van me maakte zich den tijd dat hij „onbestorven weduwnaar" was ten nutte om een heerendiner te ge ven; zooafls gewoonlijk een alleraange naamst. Veertien heeren waren aan den feestelijk versierden disch vereenigd, en wat men maar aan heerlijke gerechten bedenken kan, werd opgedragen. Wij scheidden eerst iaat in den nacht en stil' ging ik naar huis: want het was den volgenden morgen hard dienst doen bij ons regiment. Onder aan de trap trok" Ik mijn laar zen uit, om mijn vrouw niet wakker te maken en zachtkens klom lik naar beven, zondeg iemand te wekken! De nacht was verschrikkelijk ik was den ganschen nacht in een draaimo len en dan weer bevond ik mij in een roeibootje op den Stillen Oceaan, die echter bij (deze gelegenheid volstrekt niet met zijn naam lin overeenstemming was. Vreeselijk was de nacht, nog vrease- lijker het ontwaken. Toen de knecht mij den anderen morgen kwam wek ken, trachtte ik tevergeefs mijn hoofd van het kussen op te lichten ik had nooit gedacht, dat een normaal gebouwde schedel zoo zwaar kon zijn, daar toch het gewicht van een lichaam zich richt naar zijn omvang. De goede George zag blijkbaar wat mij scheel de. Vol deelneming bood hij mij zijn hulp aan met vereende krachten kregen we het hoofd en de rest om hoog. Toen ik na eenige uren dienst weer mij een beetje op te kalefateren. Toen ik n aeenige uren dienst weer thuis kwam, was het ergste voorbij en was ik weer frisch. Zoo betrad ik dus opgewekt onze eetkamer ,waar mijn vrouw mij met het tweede ontbijt wachtte. Ik kuste haar op het voorhoofd en ging tegen over haar zitten. Nu, heb je je goed geamuseerd gisterenavond? informeerde ze. Hoe iaat ben je thuis gekomen. Vroeg, antwoordde ik, ik geloof dat het een beetje na twaalven was. Zoo, klonk het ietwat verwonderd terug. Tot twee uur heb ik op je gewacht. Welnu, dan zal het wat later ge weest zijn, antwoordde ik eenifszins benepen, maat* dat moet ik zeggen, het was m alle geval vrij vervelend. Er is toch eigenlijk niets zoo dom als een heerendiner, waar het discours voort durend draait om de vraag: Mag ik u nog eeus inschenken? en waar men den geheelen avond niets «nders doet dan zich volproppen met wijn. Aan dat laatste schijn je nog al meegedaan te hebben, antwoordde mijn vrouw op mijn opmerking. Toen voelde ik plotseling, dat hel mij heel vreemd te moede werd, een duizeling beving mij, het angstzweet kwam mij op het hoofd, en ik haalde mijn zakdoek voor den dag, om mijn slapen af te drogen. Maar terwijl ik den doek met een geweldigen zwaai uil den zak haalde, vloog mij iets hards legen het hoofd. Nu, wat is dat? vroeg mijn vrouw. Ja! zei ik óók verwonderd en nel ons tweeën maakten we uit, dat het harde voorwerp een groote knoop was. Het lag voor de hand dat ik den -'•igen avond dien knoop in mijn zak doek gelegd had om mij aan iets te herinneren. Maar wat was dat „iets?" Ik kon het mij maar niet te binnea brengen en dat ergerde mij niet alleen om mij zelf maar ook om mijn vrouw. Om den mond van mijn vrouw speel de een ironisch lachje. Dat maakte mij woedend op mij zelf. Ik kon me toch niet blootgeven en moest dus kunnen raden, wat die knoop beteekende. Ik nam mijn hoofd in beide handen en dacht na. „Een verstandig wezen", zoo had ik eens gelezen, „onderscheidt zich daardoor van een redeloos dier dat het bij den aanblik van een voor werp iets denkt", Deze zin schoot mij te binnen, maar het lukte mij niet bij het zien van den knoop ook maar aan het geringste te denken. Toen gaf mij de hemel een idéé in. Trotsch hief ik het hoofd op en keek om mij heen, alsof de wereld, die ik ten offer gebracht had, voor mijn voe ten lag en zei: Nu heb ik het. Nu; wat is het dan? vroeg mija vrouw. Ja, dat zeg Ik niet, antwoordde ik. Ik had voor al de schatten van Indië die vraag niet kunnen beantwoorden. Maar tot zulk een gemeene leugen scheen mijn vrouw mij niet in staat te achten hare nieuwsgierigheid was opgewekt en met verso eken, bidden, smeeken, vleien, tranen en andere over- redingsslukken drong zij bij mij er op aan, het haar te zeggen. Natuurlijk bleef ik doof voor hare verzoeken en daar ik anders, éls liefhebbend echt genoot, iederen wensch mijner vrouw voor zoover het mij mogelijk is, dade lijk vervul, vermoedde zij iets grootsch, misschien iets vreeselijks in, of, beter gezegd, achter den knoop. Haar po gingen om mij tot spreken te brengen werden hoe langer hoe stormachtiger. Eindelijk stond ik op van de ontbijt tafel, maar toen ik de treurige uit drukking op het gelaat van mijn vrouw zag, gevoelde ik iets als medelijden. Lieve, zei ik, dring niet langer bij me aan, als ik thuis kom, zal ik je inwijden in het geheim, waaraan je zoo veel gelegen schijnt te liggen. Ik had mijn besluit genomen, ik zou naar mijn gastheer gaan en trachten van hem of van een anderen feest genoot te vernemen, wat die knoop, die mij zenuwachtig begon te maken-, wel beteekende. Maar den een vond ik niet thuis, de ander kon mij geen inlichting geven en de derde wist net zooveel als de tweede. Zoo kwam ik somber gestemd thui» en wat ik gevreesd had, geschiedde. Nauwelijks hoorde mijn vrouw mij ioo- pen in de gang, of ze snelde me te gemoet, sloeg hare armen om mijn halk en vleide met een lief stemmetje: Nu, mag je me het nu zeggen Wat beteekent de knoop? Heb een oogenblik geduld, ant woordde fc, ik ga me even verkleeden, dan koen ik bij je. Een oogenblik had ik dus gewonnen, maar ais een misdadiger voelde ik; dat de strop hoe langer hoe vaster om mijn hals getrokken werd. ■aar ais de nood het hoogst is, is de redding het meest nabij. Toen ik mijn kamer betrad, deelde George mij mee, dat er een pakje voor mij gekomen was, dat hij akhter verstopt had, om dat hij wei tocht dat het een ver jaringscadeau w*s voor mevrouw. God dank, ik was gered, hoe kwam het toch, dat het mij niet eerder ingeval len was, dat mijn vrouw over acht dagen jarta was. Ktadiief, zoo begon ik, pijnig me niet noodeloos en tracht me niet eerder uit te hooren. De knoop beteekent een verjaardagcadeau voor je, waarover we het van middag eens zijn geworden en lang geen klein. Ik moest het me In Godsnaam maar wat laten kasten. Maar als had ik de hand in een wespennest gestoken, zoo gromde het om mij heen. „Wie is 't eens gewor den? VS ia geeft me een cadeau be halve jij? Wanneer heb je het uitge zocht? Rij wien besteld? Hoe kom je er toe juist gisteren aan mijn ver jaardag te denken? Zoo volgde een half uur lang de eene vraag de andere, ik begreep, dat ik weer een domheid begaan had en nu vaslmt, ik kon niet vooruit, niet ach teruit. Allerlei gedachten schoten mij door het hoofd maar geen reddende. Mijn vrouw ondervroeg mij met de scherpaiiui igheid van een rechter van instructie en ik verwikkelde mij zoo in tegenstrijdigheden dat ik, om niet de geschenken te verraden, die ik in derdaad gekocht had, mijn toeviuebt begon te nemen tot een leugen. Dus kindlief, begon ik, als je dan met alle geweld wilt weten wat de knoop beteekent, dan zal ik het je zeggen. Ik zweeg een seconde, want ik wist nog ste«te niet, wat ik zeggen zou. Zpoals je zelf het best weet, ver volgde ik na een korte pauze, is 't »h»ds iaagen tijd je hartelijke wensch... ■mu* verder kwam ik niet en plot seling viel mijn vrouwtje mij om den hals van vreugde en riep, tegelijkertijd lachend en verzoend: Zoo, je hebt dus werkelijk be sloten me zoo'n mooi Russisch rijtuig je te geven als de gezantschapssecreta ris heeft. Neen, maar dat is nu eens recht lief van je. Mijn vrouw viel mij zoo hartelijk om den hals, dat ik overwonnen was, ik schikte mij dus maar in mijn lot. Ten slotte was het nog zoo erg niet. Sinds ik een rijpaard in den stal had, dat ook goed in het tuig liep, had ik al lang gedacht een wagentje te koopen, maar ik was steeds teruggedeinsd voor de hooge kosten. Ook nu weer zag ik op tegen het vele geld dat het mij kosten zou en den knoop in den zakdoek hart grondig vervloekend, ging ik naar mijn kamer. Ik wilde werken. Ik werd weer even ake'.ig als 's morgens, ging op de canapé liggen en sliep na eenige oo- genbiikken zoo vast, alsof er geen knoo- pen en geen rijtuigjes waren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 13