R. K. Middenstands- vereeniging Markten, Een Leugenaar. De telling betreffende het grondgebruik en den veestapel. Oemengde Buifenlandsohe berichten BINNENLAND onder patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed- keurd bij Bisschoppelijk besluit van 26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei 1908. FEUILLETON. 2) NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT Dï™**h&D De R.-K. Middenstandsvereeniging •telt zich ten doel, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrijvenden en industrieel en Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij zonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den R.-K. Gods dienst. Nog slechts kort geleden opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van baar bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie legen het verleenen van al te lang cre- Biet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom stenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld boekhoudcursussen werden door baar opgericht; ie|ein)e onderlinge glasver zekering is Booir haar tot stand gekom|en, deze Jtóèdt hij zieer lage premifin, de grootst mogelijke voordeelon en keert 50o/o fl«r netto winst aan de verzeker den luit. op haar verzoek werden de le H. Gommuniedagen in de verschillende paFOchieën, zooveel mogelijk op uiteen- loopende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds In het belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; nog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij van de R.-K. Middenstan- Bers krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij baar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie yan ƒ1.30 per 3 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, doordat de Vereeniging aangesloten is bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra tis gelegenheid information in te win nen; dubieuze posten ter incassec'ng te geven aan het bestuur der IL H. en rechtskundige adviezen betreffende hunne zaken te vragen bij de advocaten Ber H. H. V. Het bestuur spoort daarom biermede alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige yereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te ge- yen, het goede doel der vereeniging te helpen bevorderen en daardoor ook middellijk hun eigen belangen beharti gen. Voor bei Lidmaatschap kan men zich aanmelden bij het Bestuur of bij Ben Secretaris C. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. HET BESTUUR. ve-ns verstrekt worden aan de regeering omtrent het grondgebruik en den vee stapel in hunne gemeente. Deze gegevens waren niet altijd even betrouwbaar, maar meestal liet de on betrouwbaarheid niets te; Iwenscihen over. Hoe werden ze verzameld? Ons is een geval bekend, waarin de burgemeester den veldwachter opdroeg hiervoor te zorgen, terwijl de veldwaeh-1 ter de opdracht niet al te ernstig op- J nam', en er een slag naar sloeg en er ziieh verder niet om bekommerde, of hij ook al te zeer taisgeslagen had wat kwam' het er ten slotte op aan, zoo redeneerde hij en de burgemeester met hem, of men in Den Haag wist hoeveel' kippen en konijnen er in, B-j dorp waren? En men deed in Den Haag soms zoo geweldig bureaucratisch. Een voorbeeld. In een zéér naburige gemeente werd het [aantal ezels hot eetne jaar opgegeven als drie, het andere ais j twee. Bij belangrijke wijzigingen moest de oorzaak van het verschil worden j aangewezen. De burgemeester vond het natuurlijk niet noodig dit te doen ten aanzien van dien eenen ezel. Hij had evenwel builen de Haagsche heeren ge rekend, die vermoedelijk uit de gege vens niet lazen, dat er een ezel min der was, maar dat het aantal ezels in die gemeente was verminderd met drie en dertig en een derde procent, welk belangrijk verschijnsel in hun oogten niet onopgehelderd kon worden voorbij gegaan! Dus kreeg de burgemeester uit de hofstad een brief, waarin hem werd verzocht op te geven, waar die eene ezel was gebleven. De burgemeester zette achter het formulier als antwoord op de vraag lakoniek: „Is naar Den Haag vertrokken" Sinds dat oogenblik bleef hij voor dergelijke vragen gespaard. Dal de lust, pfln de regeering ter wille te zijn, 'door zulk onoordeelkundig optreden, er bij sjommige burgemeesters niet grooler op wordt, laat zich begrijpen. Wij willen gaarne aannemen, dat de aiutoriteiten in de meeste andere ge meenten wel' bereid waren mede te helpen om' betrouwbaarder gegevens te verkrijgen, doch daar stuitte men op den onwil der betrokkenen. De grondgebruikers en de veehouders moesten niets van dat getèl hebben, immers dat zou, dachten ze, wel in verband staan met de betastingen en neerkomen op het moeten betalen van nog meer geld „waaraan men niets heeft." De gemiddelde Nederlander is een best mensch, maar zoodra hij aan be lastingen denkt, bekruipt hem een ze kere vrees. Of dat komt, omdat de Staat meer van hem vraagt dan hij billijk acht, dan wel dat hij zich scihui- dig gevoelt, omdat qua belas tingaange- ver zijn geweten wel eens te ruim en zijn opgave te laag is, laten wij in het midden, voor ons is het feit vol doende, dat de vrees voor den fiscus menigeen weerhield de juisle gegevens voor grondgebruik en veestapel te ver schaffen. De regeeriug heeft dan ook ingezien dat de op deze wijze verkregen statis tieken vrijwel waardeloos waren en het onderzoek in deze richting doen staken. De omvangrijke landbouwibedrijfs- en vee tellingen, zooals die in sommige lan den in de laatste jaren zijn gehouden, heeft zij tot dusverre niet gewild, ver moedelijk is zij teruggeschrokken voor de hooge kosten. Thans tracht zij een middenweg te bewandelen, waardoor hel onderzoek meer betrouwbaar wordt en toch niet te veel kost. Heel opti mistisch denken we over de te ver krijgen resultaten niet, doch het is mo gelijk dat de directie van Landbouw hare Pappenheimers heler kent. In elk geval kan het geen kwaad het doel en de beleekenis van deze telling even uiteen te zetten en gaarne voldoen we aan een desbetreffend verzoek. De tel ling vindt plaats lusschen 20 Mei en 20 Juni. Er worden in den zelfden geest als dit geschiedde hij de volkstel ling vragen ter beantwoording ge steld. Deze vragen hebben betrekking op de oppervlakte eigen en gepacht land in gebruik, op hel aantal paar den, stieren, koeien, kalveren, schapen, lammeren, bokken, geilen;, varkens, kui kens, kippen en korven en kasten met bijen. Tot voor enkele jaren moesten er Met de belastingen heeft de telling door de burgemeesters jaarlijks gege- n iets te maken. Zijn toch oor-der beg-on luidkeels te lachen. „Gekheid! Je vrouw z;a,l je de oogen niet uit het hoofd halen daar- in de week van 16 Mei tot 21 Mei. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster Beverwijk, Purmerend. Woensdag A ja- sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha, gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden, Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen. ZaterdagAlkmaar, Amsterdam,Edam, Hoorn, Leiden. Zijn bekwaarahoden on het ver- eischte salaris kon bij1 gemakkelijk opgevenmaar nu de leeftijdDat. was iets anders. Hij bleef daarover zoo diep nadenken, dat do dienstr moisjes uit het koffiehuis tot elkan der zeiden, dat hij zeker ©en vers schreef. „Over de veertig," mompelde hij ten slotte, „dat is toch geen onwaar heid. Maar veertig zal misschien af schrikken waarom niet „de twintig voorbij1 Hij1 schreef den eersten brief in zijn allerbeste schrift elfmaal over, en na do adressen te hebben ingevuld spoedde hij; zich weg. Twaalf pogin gen Een daarvan zou toch wiel sla- geni Zijh eerste wterk wais naar den ac countant te gaan, om zijd nederig verzoek in te dienen. „Ziet gij; ik heb thuis nog niets gezegd y;an het gebéurde hier," zei hij1. i om. „Dat is het niét," antwoordde Phi lip Pook, „en ik ben ook weduw naar maar het zou haar zoo van streek brengen. MiÜn broeder is ver lamd en mijn dochter-.-, ik wil het hun liever pas keggen als ik wieer zeekr ben in hun onderhoud te kun nen voorzien." „O zoo," sprak de accountant, den man op eens met geheel anderë oogen j aanziende; „dan is de zaak in orde, mijnheer. Hij kunt den sleutel eiken morgen bij mij komen halen en hem behouden zoolang gij wilt. [Wjij zul- I len ook voor u uitzien, vriend. Ik j gaf wat als ik zoo mooi schreef als 1 gij'. Veel geluk op uw pogingen En toen Pook, onder uitbundige dank betuigingen, vertrokken was, pre velde hij„Arme oude kerel! hij zal nooit meer een plaats krijgen- Hij is j wel honderd jaar ten achteren bdj zijn tijd." Den Volgenden dag kwakt Philip den sleutel halen en betrad het ver laten kantoor. Hij; kwam zichzelf voor als een schim, die een graf zou 1 bi mum glijden. Telkens wierp hij e>e!n De verzameling der gegevens heeft, naai- de directie van den landbouw uit drukkelijk verklaart, plaats ten behoe ve van de landbouwslatistiek en deze is een noodzakelijk hulpmiddel om grondige kennis le verkrijgen, aangaan de de toestanden op het gebied van 'Hand- en tuinbouw in de verschillende deelen des Hands. Deze kennis is tegenwoordig in ver band met de ia de laatste jaren zoo zeer gewijzigde omstandigheden, Veel meer noodig dan vroeger. Zij stelt de liand- en tuinbouwers in slaat hun voordeel te doen met veel, wat elders wordt aangetroffen, én beter is dan hetgeen in hun naaste omgeving wordt gevonden. Zij maakt het mogelijk, dat de produ cent zich althans eenigermale een oor deel kan vormen omtrent alles wat met den afzet zijner producten en den loop der prijzen ia verband staat. De be langstelling, waarmede de oogstberich- len van de Directie van den Landbouw worden le gemoet gezien, bewijst de in dezen bestaande behoefte. Olm die oogstbëriehten te kunnen samenstellen, en le kunnen begrijpen, is intusschen eene goede statistiek onmisbaar, die leert, waar en onder welke omstan digheden de verschillende gewassen worden geteeld. In de laatste jaren heeft het ver- ccnigingsleven op land- en tuinbouwge bied zich krachtig ontwikkeld. Niet al leen zijn plaatselijke en gewestelijke vereenigingen ontstaan, maar ook is door hel vereenigingslteven, op menigvul dige wijze een band gelegd lusschen de liand- en tuinbouwers in het eene gewest en die in het andere. Dal is een gelukkig verschijnsel. Ver,schillen de belangen toch kunnen slechts krach tig worden behartigd door eene ver eeniging, die werkt over een groot ge bied. Zal men in dezen echter slagen, dan is grondige kennis van de toestan den in de verschillende mei elkander in eerie vereeniging samenwerkende deelen des lands ook al weer een eer ste vereischte. In de eerste plaats inxoet die kennis aanwezig zijn, omdat men eene zaak niet voldoende Pan beharti gen, die men niet ter dege kent; en in de tweede plaats, omdat eene vruchtbare samenwerking tusschen on der versohi lende omstandigheden leven de perqonen slechts mogelijk is, zoo men elkander over en weer begrijpt en dit zal' in meerdere mate hel geval zijn, naarmate men in de eene streek beter bekend is met de toestanden dan in de andere. Niet het mmst intusschen is' gron dige kennis van de bestaande toestan den noodig voor de Regeering, waar deze maatregelen moet nemen, die de belangen van den 'land- en tuinbouw raken of ten deele hebben deze te be vorderen. Dat van Rfegeeringswege onmogelijk de belangen van land- en tuinbouw met succes kunnen worden behartigd, zoo voldoende kennis ontbreekt omtrent de in de onderscheidene deelen des lands beslaande toestanden zal zeker wel door niemand, die ook maar 'even nadenkt, in twijfel worden getrokken. Ten overvloede wijst de Directie van den Landbouw in verband met de voor genomen telling op enkele zaken. Het doei der telling is in de eerste plaats een goed overzicht te krijgen om trent aantal en grootte der 'bedrijven. Dit is wél' het eerste, wat zoowel ver eenigingen als Regeering bij de voorbe reiding en uitvoering van maatregelen in hel belang van den landbouw noo dig hebben. Men moet toch weten, hoe groot het aantal personen is, die bij zoodanige maatregelen zijn 'betrokken en hoe hunne positie is. Het kleinbe drijf stelt in den regel andere eischen dan hel grootbedrijf, zoowel op het ge bied van land- en luinboüwonderwijs, als op dat der veefokkerij, der crediet- verslrekking, der voorlichting bij den afzet der producten, enz. E,en tweede punt, waaromtrent deze telling meer licht moet verschaffen, is de uitgebreidheid van het pachtwezen. Men hoort in de laatste jaren van vele zijdien beweren, dal het pachtwezen toe neemt ten koste der eigen exploitatie, en men dringt op maatregelen aan ter verwijdering van sommige, het pacht wezen aanklevende, gebreken. Zijn die klachten gegrond en komt het pachtwe zen zooveel en onder zoodanige om standigheden voor, dat maatregelen om blik na,af het aangrenzende vertrek, als verwachtte hij zijn vroegeren pa troon daaruit te voorschijn ta zien komen. Hij1 opende nu de brievenbus. Er waren twee blrieven voor hem,! Men verzocht hem op twiee verschillende uren aan te komen. Dat schonk hem Weer moed; maiar hij' blesloot toch, voor het geval dat hij' daar niet mocht slagen, maar gebruik te ma ken van zijn ouden lessenaar tot het schrijven op nieuwe annonoeffi. Hij sloofde zich uit, om zijn schrift zoo mooi mogelijk te maken. Het was ©en griezelig iets, daar zoo alleen te zitten op die verlaten plek, met het beeld van don heer BI ore voor oogen. Het maakte hem ijskoud; doch hiji moest af dankbaar wezen dit rustige hoekje gewonden te heb ben en aan alles komt een eind. De eerste zaak, waar hij zich dien dag .moest aanmelden, was ©en groo ts theehandel. Pook had er veel lust in. Tabby was dol op thee, en het personeel zou zeker de waren tegten verminderden prijs kunnen krijgen. Dat was alvast ©en voordoeltje. Do man, die hem ontving, scheen niet veel meer dan een knaap en zeer kort aangebonden. I „MÏÏaheer Pook?" vroeg hij. zon- te verbeteren gerechtvaardigd zijn en succes kunnen doen verwachten? Zie daar een tweetal vragen, bij de beant woording waarvan eene betrouwbare statistiek in zake het voorkomen van pacht en eigen exploitatie van groot nut kan zijn. In de derde plaats wenscht men door de telling gegevens te verkrijgen om trent hel grondgebruik der landarbei ders. De Staatscommissie voor den Land bouw dringt er in haar onlangs uitge bracht rapport op aan, dat van R'egee- ringswege den landarbeiders steun wor- de verleend bij hel verkrijgen van grond en grondcrediel. Zou men niet denken, dat het voor de voorbereiding en de uilvoering van wettelijke maatregelen in dezen hoogst weaischelijk zou zijn over hel grond gebruik der landarbeiers in de ver schillende deelen des lands gegevens le hebben, die zoo betrouwbaar moge lijk zijn? Ten slotte worden nauwkeuriger gege vens gewenschl omtrent den veestapel. Zoowel de vereenigingen aJlis de Regee ring bemoeiden zich hoe langer hoe meer met 1de Veefokkerij. Bepaalden zich die bemoeiingen aanvankelijk alleen tot de paarden- en rundveefokkerij, in de laasLe jaren heeft men terecht leeren inzien, dat de teelt van kleinvee varkens, schapen, geiten, pluimvee en bijen in niet mindere mate de aan dacht waard is. Het is echter niet al leen noodig, dal in het belang der vee houderij door vereenigingen en Regee ring wordt gewerkt, maar vooral ook, dal de aangewende taoeite en gelden doeimalig worden aangewend, d. i. overeenkomstig de behoeften en de be langrijkheid dier verschillende lakken van veehouderij in hel algemeen en in de verschillende deelen des lands. Eene betrouwbare statistiek kan in de zen weer een goede gids zijn en voor komen, dal steun wordt verleend waar hij niet, en steun wordt onthouden, waar hij wel noodig is. Hel is de bedoeling bij deze telling aan bet kleinvee Im'instens evenveel aan dacht te schenken als aan hel groote vee. De Regeering doet op vereenigingen een beroep om medewerking le verlee nen, op belanghebbenden en belang stellenden, vooral op oud-leerlingen van winterscholen en wintercursussen om als tellers op te treden, op werkge vers om hun arbeiders, op onderwij zers om hun leerlingen der hoogere klassen de beleekenis der telling te ver duidelijken. Wij hebben reeds in een kruiskopje op hel gewicht dezer zaak gewezen, en herhallen 'l bovenstaande nog eens uitvoerig. De Fransche openbare school. Het Fransdie dagblad „Télégramma de Tou louse", geeft weer eens een staaltje van ergerlijke neutraliteiIssrihennis door een openhaar onderwijzer. „Eenige dagen geleden," zoo verhaalt het h'lad, „deed het hoofd der open bare school meerdere leerlingen van de eerste en tweede klasse gezamenlijk voor zich verschijnen en zei ongeveer hel volgende tol hen: „Ik heb een ongeteekenden brief ge kregen waarin men niij mededeelt dat ge Donderdags en Zondags naar een patronaat gaal. Dat mag niet meer ge beuren. Ge hebt Donderdags vrij om uw huiswerk le maken en uw lessen te leeren en niet om u te amuseeren. Zondags moogt ge gaan wandelen. Ge moogl er geen twee opinies op na hou den: de. openbare school volgen en lid zijn van een Katholiek patronaat. Ge moet kiezen." De kinderen, bang voor sLraf, be- j loofden aan den meester van gedrag te veranderen Den volgenden morgen kwamen de j kleinsten aan de beurt. Tot hen zei het schoolhoofd „Als ge Donderdag weer naar het Katholiek patronaat gaat, jaag ik" u Vrijdag weg." Dure doktersDe gezondheid van koning Edward van Engeland, of juis ter: de noodige maatregelen om hem gezond te houden of te maken, hebben reusachtige sommen verslonden. Toen de toenmalige Prins van Wales der zich moeite te geven zijn verba zing te verbergen. „Ja, mijnbeer," antwoard.de Philip, opzettelijk heel luchtig, in de hoop jonger te schijnen. „Gij zijt aan boekhouden ge woon „Ik heb dat.over de... ik meen jaren achtereen gedaan, mijn heer." „Hij stottert,", dacht de jonge man „ik moet u zeggen, mijnheer, dat er nog ©enig© sollicitanten zijn, diejn ik zien moet. Als ik n noodig heb, zal ik u schrijven. Goeden dag" En terwijl Pook zich verwijderde, pre velde hij'; „Lieve jhemel! De man is minstens vijf en zeventig! Ik kan er niet aan denken hem te nemen." Philip liet zich niet ontmoedigen, maar begaf zich tot nr. 2 een dikken i man met dubbele onderkin. Hij keer de juist van zijn tweed© ontbijt te rug en zat welbeJmgMij'k ©en fijne sigaar te rooken. „Pook Pook zfeid© bijl toen men Philip binnenliet. „Laat mij eens zienik heb hier een stapel brieven van lieden, die zich aanmelden. Nu, ik kan den uw© zoo gauw niet vin den maar ik herinner mij den naam, omdat hij zoo gek klonk. Breng hem maat» binnen." eens ernstig ziek was, kreeg dr. Hen- ner voor zijn behandeling, die vier we ken duurde, 10.000 pond sterling hono rarium, en een zélfde bedrag werd in 1871 aan sir William Pull betaald, toen hij den prins van typhus genezen had. De geneesheeren, die koning Edward dadelijk na zijn troonsbestijging behan delden, kregen 20.000 pond. In verge lijking met deze fortuinen, lijkt het ho norarium van 2000 pond, 'dal voor de laatste behandeling van koningin Victo ria voor haar dood werd betaald, een bagatel. Het is waar, dat die behan deling ook niet met een gunstig resul taat werd bekroond, Geldbelegging, In een der Staten van Amerika, waar locaal verbod van alcohol door hoofdelijke stemming m iedere gemeente kan uitgevaardigd wor den, zal juist zoo'n stemming plaats hebben. Tusschen den waard Bennie en een zijner beste klanten, John, ont spint zich het volgende gesprek. John: Bennie, ik ben werkelijk van plan er voor le stemmen, '1 wordt tijd, dal we eens „droog" worden. Bennie: Neen, John, maak er geen gekheid over. Je bent toch een vriend van me en zoudt mij niet broodeloos willen maken. Bedenk toch eens: Ik bear hier nu twintig jaar kastelin van „De Gouden "Leeuw" geweest, en pi het geld, dat ik verdiend heb. heb ik weer in mijn zaak gestoken. Hoe zou ik er mijn geld weer uit kunnen krij gen ,als er besloten werd, de herber gen op te heffen?" John: Bennie, laat me je eens wat zeggen. Ik ben hier ook twintig jaar geweest en al het geld dat ik verdiend heb, heb ik ook in „De Gouden Leeuw" gestoken. Vertel jij me nu sluiting of geen sluiting hoe ik het moet aanleggen om mijn geld er weer uit te krijgen. President Taft 'in gevaar. De £,.New York Herald" meldl, dat president Taft te Passaic (New-Jersey) nauwelijks aan een groot ongeluk met zijn auto is ontkomen. Op een overweg is de auto bijna gegrepen door een expres-trein. Een afdeeling ruiterij en bereden politie begeleidde hem. Een gedeelte van hel geleide was juist over de spoor staven, toen op 20 voel van de auto van den president, de trein voorbij vloog. De rest van het geleide ..stoof in verwarring achteruit. Een groep hoo rnen had den naderenden trein aan het gezicht onttrokken en een bocht in den weg vergrootte het gevaar, terwijl het gejuich van de menigte het lawaai van de wielen van den trein overstemde. Taft verloor geen oogenblik zijn spreekwoordelijke kalmte. Haast een ongeluk! Het heeft maar weinig gescheeld, of dc Engelsche onderzeesche boot 'A 8 was Dinsdag blij Plymouth vergaan. Zij was 's ochtends met vier andere onderzeeërs uitgevaren om oefeningen in het afschieten van torpedo's te hou den. Alles ging goed tot half twee des middags, toen de A 8 dook en 200 voel daalde. Maar toen zij naar bo ven wilde, lukte het rijzen niet. Een uur lang heeft de bemanning gewerkt als een paard, tot de boot ten Mat se wleer in de richting van den water spiegel kon gestuurd worden. Toen de boot eindelijk steeg, barstte de beman ning van 11 koppen in gejuich los. De A 8 is dezelfde boot, die vijf jaar geleden in de Cawsandbaai bij Ply mouth is gezonken. .Toen zijn er 15 man mee verdronken. Later werd zij bovengebracht en hersteld. Hoe Londen rouwt. De dood des Koriings heelt Londen getroffen als een persoonlijk verlies. Toen Zaterdagoch tend vroeg de klokken van St. Paul een uur lang werden geluid, vulden zich spoedig de straten met een Stille menigte. Winkels in mode-artikelen maakten rouw-uitstallingen, maar kon den die niet in stand houden, want ie der wilde een teeken van rouw dragen. Zwarte handschoenen, das,sen, krip, enz. waren in enkele uren uil de kasten verdwenen. Een kleedingmagazijn, 'dat rouwkleederen had uitgestald, was te twaalf uur uitverkocht. Hoedenwinke liers hadden het overstelpend druk met hel leggen van rouwbanden om hooge hoeden en hel aanbrengen van rosetten op andere hoofddeksels. In alle vor men werd er gerouwd, van de omfloers te half-stok vlag tot het rouwsfrikje om de zweep van den omnibuskoetsiër. Een schrikkelijke dood! Te Wod- lesford is, bij het bekleeden van een mijnput met metselwerk, de put inge- „IIebt ge hem niet meegebracht? was zijn eerste vraag. „Wien bedoelt gij?" vroeg Pook zonder te begrijpen. „Wel, uw zoon natuurlijk! [Waar is hij „Mijn zoon Welneen. mijn heer, ik kom voor mij zeiven." „Gijen van het lachen liet hij zijn sigaar op den grond vallen. „Een man als ik laat zich niet voor den gek houden!" En hij schaterde maar voor. „Ik verzeker u, mijnheer. stamelde Philip, niet weinig uit 't veld geslagen. „Wilt Q*j' mij heusch vertellen, dat gij naar die betrekking solliciteert „Ja, mijnheer, heusch waar." „Dat is al te grappig! Wel, bes te kerel. Maar misschien hen je niet zoo oud als je er uit ziet." „Juist, mijnheer, juist; de bedomp te ,a)tmosfeer vau een kantoor heeft mijn uiterlijk misschien wat verou derd; maar wat geestkracht betreft en. „Nu herinner ik mij weer," lachte de ander; „ge hebt'n prachtig schrift net kopergravure. Maar ik heb hier een veel jonger mensch noodig. Mis schien hoor ik echter- wel van iets geschikts voor u. Gij' behoeft niet stort. Zes werklieden, die op de halve hoogte aan den arbèid waren, werden door het neervallende puin en grond meegesleurd en op den bodem van de put bedolven. Een der mannen raakte beklemd tusschen den wand van den put en een paal van den vernielden steiger en bleef hangen. Een paar ge neesheeren werden nedergdalen om oj> le nemen, of hij te redden zou zijn, desnoods door amputatie van zijn bei de beenen. Dit bleek echter ondoen lijk, zoodat men den ongelukkige een langzamen dood moest laten sterven. Acht uren lang leefde hij nog, terwijl gedurig pogingen Werden aangewend om hem te bevrijden. De man zag ze een voor een mislukken, totdat hij, een paar uren voor zijn dood, het bewustzijn ver loor. Een buitengewoon kostbaar pand is tegenwoordig in de Rijksbank van leening te St. Petersburg. Het is een parelsnoer, dal daar voor f600.000 is beleend. De verpander betaalde er on langs f 16.200 rente voor. De krankzinnigen en het Rijk. Men schrijft uit Yenraav aan de ,.L. K.": Uw lezers kennen hel treurige nieuws uil Venray, waar drie booswichten in hel krankzinnigengesticht „St. Serva- lius" een broeder-verpleger en een op passer half dood hebben geslagen. Nu vraagt men zich af: zijn dat krankzinnigen? zijn dat gekken? Natuurlijk, want zij zijn door de Jus titie ontoerekenbaar geoordeeld, en werden dus hierheen gezonden. Maar zonderling is het, dat tegen woordig de meesle groote schurken voor ontoerekenbaar worden gehouden. Zij blijken echter niet krankzinnig genoeg om dagen van te voren plannen te ma ken om le ontsnappen en deze ver volgens listig uit le voeren met woest gewdd. Wie is voor hel gebeurde nu eigen lijk toerekenbaar? De rechter, die zoo'n boeven ontoerekenbaar verklaart, de adviseerende doclers of de boeven zelf? Juist door zoo gevaarlijke sujetten in het krankzinnigengesticht te stoppen, is men schuld, dal weer nieuwe misdaden bedreven worden. En het ergste van alles is nog, dat de „verplegers" dier boeven daar anach- tdoos tegenover slaan. Zoo hebben de Broeders van Ven ray in hun verschillende huizen 450 jeugdige veroordedden. En daar tegen mogen zij geen wapens gebruiken, niet slaan, enz. Er mag om het ge sticht zelfs geen muur zijn, omdat de krankzinnigen toch vooral niet zullen merken, dat zij opgesloten zitten!. Wat kunnen de verplegers dus doen? Alleen lijdelijk toezien, hoe er nieuwe misdaden gepleegd worden, en.... ge vaar loop en zdf vermoord le w orden. Ze moeten die geraffineerde boeven alleen „fijn" oppassen. Daar mogen de fatsoenlijke burgers belasting voor be talen en de arme Broeders hun leven voor opofferen. Moet dat zoo blijven?.... De achteruitgang vau het p arteland. Het is wel beleend, maar de mij- li om sten der Volkstelling bevestigen de waarheid, dat de bevolking van het platteland niet vooruitgaat. Terwijl de bevolking van ons land sinds 1909 met ongeveer drie kwart millioen is toegenomen, is die van platteland zoo wat onveranderd ge bleven. J De vermeerdering treft men in de sfteden. De glroote steden gingen sterk vooruit, de kleinere zagen hun in wonersaantal in mindere mate stij gen, maar de dorpen bleven staan, maar de dorpen bleven staan, wat dus bij den vooruitgang van het al gemeen wil zeggen, datT zij achteruit gingens» aldus concludeert de N. Ei Ct. In weer andere woorden komt dat hierop neer, dat de landbouw niet zooveel welvaart oplevert, dat meer deren er hun bestaan in gaan zoe ken en daardoor den toevloed naar de steden stuiten. Het feit, dat de landbouwproduc ten in den laatsten tijd in prijs zijn gestegen, schijnt niet van genoeg in vloed te zijn om het verschijnsel te veranderen. Men ziet immers ook bang te zijn dat ik u licht zal ver geten." „Ik houd mij aanbevolen, mijn heer, want ik zou niet gaarne lang buiten betrekking blijven. Ik had mijn leven lang maar één post, dien ik door den dood van mijn chef ver loor." Ofschoon telkens onder velschil lende vormen, ging het aldus van dag tot dag voort en met den dag ook verminderde Philip's hoop. Des morgens schreef hij brieven op het ledige kantoor en s middags zwierf hij: rond. Als hij huiswaarts keer de moest hij vertellen hoe Hij he% met de klerken in Grump Street had gehad en hij voelde zich daardoor, steeds grootèr zondaar. De noodzar kelijkbedd dan vroolijk te schijnen, was wat hem misschien nog het meest kosttte, want de wanhodp knaagde aan zijn hart. (Slot volgt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 9