R. K. Middenstands-
vereeniging
Markten,
Een Leugenaar.
De telling betreffende
het grondgebruik en den
veestapel.
Oemengde Buifenlandsohe berichten
BINNENLAND
onder patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed-
keurd bij Bisschoppelijk besluit van
26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
FEUILLETON.
2)
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT Dï™**h&D
De R.-K. Middenstandsvereeniging
•telt zich ten doel, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen van den handeldrijvenden en
industrieel en Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij
zonder te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den R.-K. Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
toonde op velerlei wijzen het nut van
baar bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
legen het verleenen van al te lang cre-
Biet en de z.g. vliegende winkels; in
haar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom
stenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld
boekhoudcursussen werden door
baar opgericht;
ie|ein)e onderlinge glasver zekering is
Booir haar tot stand gekom|en, deze
Jtóèdt hij zieer lage premifin, de
grootst mogelijke voordeelon en keert
50o/o fl«r netto winst aan de verzeker
den luit.
op haar verzoek werden de le H.
Gommuniedagen in de verschillende
paFOchieën, zooveel mogelijk op uiteen-
loopende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
In het belang harer leden en van den
R.-K. Middenstand in het algemeen;
nog veel meer zou zij kunnen doen,
indien zij van de R.-K. Middenstan-
Bers krachtiger steun genoot, dan tot
dusver; indien nog meerderen zich bij
baar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
yan ƒ1.30 per 3 maanden kan geen
beletsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
doordat de Vereeniging aangesloten is
bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra
tis gelegenheid information in te win
nen; dubieuze posten ter incassec'ng
te geven aan het bestuur der IL H.
en rechtskundige adviezen betreffende
hunne zaken te vragen bij de advocaten
Ber H. H. V.
Het bestuur spoort daarom biermede
alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
yereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
hun steun aan deze vereeniging te ge-
yen, het goede doel der vereeniging
te helpen bevorderen en daardoor ook
middellijk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor bei Lidmaatschap kan men
zich aanmelden bij het Bestuur of bij
Ben Secretaris
C. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
HET BESTUUR.
ve-ns verstrekt worden aan de regeering
omtrent het grondgebruik en den vee
stapel in hunne gemeente.
Deze gegevens waren niet altijd even
betrouwbaar, maar meestal liet de on
betrouwbaarheid niets te; Iwenscihen over.
Hoe werden ze verzameld?
Ons is een geval bekend, waarin de
burgemeester den veldwachter opdroeg
hiervoor te zorgen, terwijl de veldwaeh-1
ter de opdracht niet al te ernstig op- J
nam', en er een slag naar sloeg en
er ziieh verder niet om bekommerde,
of hij ook al te zeer taisgeslagen had
wat kwam' het er ten slotte op aan,
zoo redeneerde hij en de burgemeester
met hem, of men in Den Haag wist
hoeveel' kippen en konijnen er in, B-j
dorp waren?
En men deed in Den Haag soms
zoo geweldig bureaucratisch.
Een voorbeeld. In een zéér naburige
gemeente werd het [aantal ezels hot eetne
jaar opgegeven als drie, het andere ais j
twee. Bij belangrijke wijzigingen moest
de oorzaak van het verschil worden j
aangewezen. De burgemeester vond het
natuurlijk niet noodig dit te doen ten
aanzien van dien eenen ezel. Hij had
evenwel builen de Haagsche heeren ge
rekend, die vermoedelijk uit de gege
vens niet lazen, dat er een ezel min
der was, maar dat het aantal ezels in
die gemeente was verminderd met drie
en dertig en een derde procent, welk
belangrijk verschijnsel in hun oogten
niet onopgehelderd kon worden voorbij
gegaan!
Dus kreeg de burgemeester uit de
hofstad een brief, waarin hem werd
verzocht op te geven, waar die eene ezel
was gebleven. De burgemeester zette
achter het formulier als antwoord op
de vraag lakoniek: „Is naar Den Haag
vertrokken"
Sinds dat oogenblik bleef hij voor
dergelijke vragen gespaard. Dal de lust,
pfln de regeering ter wille te zijn, 'door
zulk onoordeelkundig optreden, er bij
sjommige burgemeesters niet grooler op
wordt, laat zich begrijpen.
Wij willen gaarne aannemen, dat de
aiutoriteiten in de meeste andere ge
meenten wel' bereid waren mede te
helpen om' betrouwbaarder gegevens te
verkrijgen, doch daar stuitte men op
den onwil der betrokkenen.
De grondgebruikers en de veehouders
moesten niets van dat getèl hebben,
immers dat zou, dachten ze, wel in
verband staan met de betastingen en
neerkomen op het moeten betalen van
nog meer geld „waaraan men niets
heeft."
De gemiddelde Nederlander is een
best mensch, maar zoodra hij aan be
lastingen denkt, bekruipt hem een ze
kere vrees. Of dat komt, omdat de
Staat meer van hem vraagt dan hij
billijk acht, dan wel dat hij zich scihui-
dig gevoelt, omdat qua belas tingaange-
ver zijn geweten wel eens te ruim en
zijn opgave te laag is, laten wij in
het midden, voor ons is het feit vol
doende, dat de vrees voor den fiscus
menigeen weerhield de juisle gegevens
voor grondgebruik en veestapel te ver
schaffen.
De regeeriug heeft dan ook ingezien
dat de op deze wijze verkregen statis
tieken vrijwel waardeloos waren en het
onderzoek in deze richting doen staken.
De omvangrijke landbouwibedrijfs- en
vee tellingen, zooals die in sommige lan
den in de laatste jaren zijn gehouden,
heeft zij tot dusverre niet gewild, ver
moedelijk is zij teruggeschrokken voor
de hooge kosten. Thans tracht zij een
middenweg te bewandelen, waardoor
hel onderzoek meer betrouwbaar wordt
en toch niet te veel kost. Heel opti
mistisch denken we over de te ver
krijgen resultaten niet, doch het is mo
gelijk dat de directie van Landbouw
hare Pappenheimers heler kent. In elk
geval kan het geen kwaad het doel
en de beleekenis van deze telling even
uiteen te zetten en gaarne voldoen we
aan een desbetreffend verzoek. De tel
ling vindt plaats lusschen 20 Mei en
20 Juni. Er worden in den zelfden
geest als dit geschiedde hij de volkstel
ling vragen ter beantwoording ge
steld. Deze vragen hebben betrekking
op de oppervlakte eigen en gepacht
land in gebruik, op hel aantal paar
den, stieren, koeien, kalveren, schapen,
lammeren, bokken, geilen;, varkens, kui
kens, kippen en korven en kasten met
bijen.
Tot voor enkele jaren moesten er Met de belastingen heeft de telling
door de burgemeesters jaarlijks gege- n iets te maken.
Zijn toch oor-der beg-on luidkeels te
lachen.
„Gekheid! Je vrouw z;a,l je de
oogen niet uit het hoofd halen daar-
in de week van 16 Mei tot 21 Mei.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk, Purmerend. Woensdag A ja-
sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar
lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha,
gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden,
Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen.
ZaterdagAlkmaar, Amsterdam,Edam,
Hoorn, Leiden.
Zijn bekwaarahoden on het ver-
eischte salaris kon bij1 gemakkelijk
opgevenmaar nu de leeftijdDat.
was iets anders. Hij bleef daarover
zoo diep nadenken, dat do dienstr
moisjes uit het koffiehuis tot elkan
der zeiden, dat hij zeker ©en vers
schreef.
„Over de veertig," mompelde hij
ten slotte, „dat is toch geen onwaar
heid. Maar veertig zal misschien af
schrikken waarom niet „de
twintig voorbij1
Hij1 schreef den eersten brief in
zijn allerbeste schrift elfmaal over,
en na do adressen te hebben ingevuld
spoedde hij; zich weg. Twaalf pogin
gen Een daarvan zou toch wiel sla-
geni
Zijh eerste wterk wais naar den ac
countant te gaan, om zijd nederig
verzoek in te dienen.
„Ziet gij; ik heb thuis nog niets
gezegd y;an het gebéurde hier," zei
hij1. i
om.
„Dat is het niét," antwoordde Phi
lip Pook, „en ik ben ook weduw
naar maar het zou haar zoo van
streek brengen. MiÜn broeder is ver
lamd en mijn dochter-.-, ik wil het
hun liever pas keggen als ik wieer
zeekr ben in hun onderhoud te kun
nen voorzien."
„O zoo," sprak de accountant, den
man op eens met geheel anderë oogen
j aanziende; „dan is de zaak in orde,
mijnheer. Hij kunt den sleutel eiken
morgen bij mij komen halen en hem
behouden zoolang gij wilt. [Wjij zul-
I len ook voor u uitzien, vriend. Ik
j gaf wat als ik zoo mooi schreef als
1 gij'. Veel geluk op uw pogingen En
toen Pook, onder uitbundige dank
betuigingen, vertrokken was, pre
velde hij„Arme oude kerel! hij zal
nooit meer een plaats krijgen- Hij is
j wel honderd jaar ten achteren bdj
zijn tijd."
Den Volgenden dag kwakt Philip
den sleutel halen en betrad het ver
laten kantoor. Hij; kwam zichzelf
voor als een schim, die een graf zou
1 bi mum glijden. Telkens wierp hij e>e!n
De verzameling der gegevens heeft,
naai- de directie van den landbouw uit
drukkelijk verklaart, plaats ten behoe
ve van de landbouwslatistiek en deze
is een noodzakelijk hulpmiddel om
grondige kennis le verkrijgen, aangaan
de de toestanden op het gebied van
'Hand- en tuinbouw in de verschillende
deelen des Hands.
Deze kennis is tegenwoordig in ver
band met de ia de laatste jaren zoo
zeer gewijzigde omstandigheden, Veel
meer noodig dan vroeger.
Zij stelt de liand- en tuinbouwers in
slaat hun voordeel te doen met veel,
wat elders wordt aangetroffen, én beter
is dan hetgeen in hun naaste omgeving
wordt gevonden.
Zij maakt het mogelijk, dat de produ
cent zich althans eenigermale een oor
deel kan vormen omtrent alles wat met
den afzet zijner producten en den loop
der prijzen ia verband staat. De be
langstelling, waarmede de oogstberich-
len van de Directie van den Landbouw
worden le gemoet gezien, bewijst de in
dezen bestaande behoefte. Olm die
oogstbëriehten te kunnen samenstellen,
en le kunnen begrijpen, is intusschen
eene goede statistiek onmisbaar, die
leert, waar en onder welke omstan
digheden de verschillende gewassen
worden geteeld.
In de laatste jaren heeft het ver-
ccnigingsleven op land- en tuinbouwge
bied zich krachtig ontwikkeld. Niet al
leen zijn plaatselijke en gewestelijke
vereenigingen ontstaan, maar ook is
door hel vereenigingslteven, op menigvul
dige wijze een band gelegd lusschen
de liand- en tuinbouwers in het eene
gewest en die in het andere. Dal is
een gelukkig verschijnsel. Ver,schillen
de belangen toch kunnen slechts krach
tig worden behartigd door eene ver
eeniging, die werkt over een groot ge
bied. Zal men in dezen echter slagen,
dan is grondige kennis van de toestan
den in de verschillende mei elkander
in eerie vereeniging samenwerkende
deelen des lands ook al weer een eer
ste vereischte. In de eerste plaats inxoet
die kennis aanwezig zijn, omdat men
eene zaak niet voldoende Pan beharti
gen, die men niet ter dege kent; en
in de tweede plaats, omdat eene
vruchtbare samenwerking tusschen on
der versohi lende omstandigheden leven
de perqonen slechts mogelijk is, zoo
men elkander over en weer begrijpt
en dit zal' in meerdere mate hel geval
zijn, naarmate men in de eene streek
beter bekend is met de toestanden dan
in de andere.
Niet het mmst intusschen is' gron
dige kennis van de bestaande toestan
den noodig voor de Regeering, waar
deze maatregelen moet nemen, die de
belangen van den 'land- en tuinbouw
raken of ten deele hebben deze te be
vorderen.
Dat van Rfegeeringswege onmogelijk
de belangen van land- en tuinbouw met
succes kunnen worden behartigd, zoo
voldoende kennis ontbreekt omtrent de
in de onderscheidene deelen des lands
beslaande toestanden zal zeker wel door
niemand, die ook maar 'even nadenkt,
in twijfel worden getrokken.
Ten overvloede wijst de Directie van
den Landbouw in verband met de voor
genomen telling op enkele zaken.
Het doei der telling is in de eerste
plaats een goed overzicht te krijgen om
trent aantal en grootte der 'bedrijven.
Dit is wél' het eerste, wat zoowel ver
eenigingen als Regeering bij de voorbe
reiding en uitvoering van maatregelen
in hel belang van den landbouw noo
dig hebben. Men moet toch weten, hoe
groot het aantal personen is, die bij
zoodanige maatregelen zijn 'betrokken
en hoe hunne positie is. Het kleinbe
drijf stelt in den regel andere eischen
dan hel grootbedrijf, zoowel op het ge
bied van land- en luinboüwonderwijs,
als op dat der veefokkerij, der crediet-
verslrekking, der voorlichting bij den
afzet der producten, enz.
E,en tweede punt, waaromtrent deze
telling meer licht moet verschaffen, is
de uitgebreidheid van het pachtwezen.
Men hoort in de laatste jaren van vele
zijdien beweren, dal het pachtwezen toe
neemt ten koste der eigen exploitatie,
en men dringt op maatregelen aan ter
verwijdering van sommige, het pacht
wezen aanklevende, gebreken. Zijn die
klachten gegrond en komt het pachtwe
zen zooveel en onder zoodanige om
standigheden voor, dat maatregelen om
blik na,af het aangrenzende vertrek,
als verwachtte hij zijn vroegeren pa
troon daaruit te voorschijn ta zien
komen.
Hij1 opende nu de brievenbus. Er
waren twee blrieven voor hem,! Men
verzocht hem op twiee verschillende
uren aan te komen. Dat schonk hem
Weer moed; maiar hij' blesloot toch,
voor het geval dat hij' daar niet
mocht slagen, maar gebruik te ma
ken van zijn ouden lessenaar tot het
schrijven op nieuwe annonoeffi. Hij
sloofde zich uit, om zijn schrift zoo
mooi mogelijk te maken. Het was
©en griezelig iets, daar zoo alleen
te zitten op die verlaten plek, met
het beeld van don heer BI ore voor
oogen. Het maakte hem ijskoud;
doch hiji moest af dankbaar wezen
dit rustige hoekje gewonden te heb
ben en aan alles komt een eind.
De eerste zaak, waar hij zich dien
dag .moest aanmelden, was ©en groo
ts theehandel. Pook had er veel lust
in. Tabby was dol op thee, en het
personeel zou zeker de waren tegten
verminderden prijs kunnen krijgen.
Dat was alvast ©en voordoeltje.
Do man, die hem ontving, scheen
niet veel meer dan een knaap en zeer
kort aangebonden.
I „MÏÏaheer Pook?" vroeg hij. zon-
te verbeteren gerechtvaardigd zijn en
succes kunnen doen verwachten? Zie
daar een tweetal vragen, bij de beant
woording waarvan eene betrouwbare
statistiek in zake het voorkomen van
pacht en eigen exploitatie van groot
nut kan zijn.
In de derde plaats wenscht men door
de telling gegevens te verkrijgen om
trent hel grondgebruik der landarbei
ders.
De Staatscommissie voor den Land
bouw dringt er in haar onlangs uitge
bracht rapport op aan, dat van R'egee-
ringswege den landarbeiders steun wor-
de verleend bij hel verkrijgen van
grond en grondcrediel.
Zou men niet denken, dat het voor
de voorbereiding en de uilvoering van
wettelijke maatregelen in dezen hoogst
weaischelijk zou zijn over hel grond
gebruik der landarbeiers in de ver
schillende deelen des lands gegevens
le hebben, die zoo betrouwbaar moge
lijk zijn?
Ten slotte worden nauwkeuriger gege
vens gewenschl omtrent den veestapel.
Zoowel de vereenigingen aJlis de Regee
ring bemoeiden zich hoe langer hoe
meer met 1de Veefokkerij. Bepaalden zich
die bemoeiingen aanvankelijk alleen tot
de paarden- en rundveefokkerij, in de
laasLe jaren heeft men terecht leeren
inzien, dat de teelt van kleinvee
varkens, schapen, geiten, pluimvee en
bijen in niet mindere mate de aan
dacht waard is. Het is echter niet al
leen noodig, dal in het belang der vee
houderij door vereenigingen en Regee
ring wordt gewerkt, maar vooral ook,
dal de aangewende taoeite en gelden
doeimalig worden aangewend, d. i.
overeenkomstig de behoeften en de be
langrijkheid dier verschillende lakken
van veehouderij in hel algemeen en in
de verschillende deelen des lands.
Eene betrouwbare statistiek kan in de
zen weer een goede gids zijn en voor
komen, dal steun wordt verleend waar
hij niet, en steun wordt onthouden,
waar hij wel noodig is.
Hel is de bedoeling bij deze telling
aan bet kleinvee Im'instens evenveel aan
dacht te schenken als aan hel groote
vee.
De Regeering doet op vereenigingen
een beroep om medewerking le verlee
nen, op belanghebbenden en belang
stellenden, vooral op oud-leerlingen van
winterscholen en wintercursussen om
als tellers op te treden, op werkge
vers om hun arbeiders, op onderwij
zers om hun leerlingen der hoogere
klassen de beleekenis der telling te ver
duidelijken.
Wij hebben reeds in een kruiskopje
op hel gewicht dezer zaak gewezen,
en herhallen 'l bovenstaande nog eens
uitvoerig.
De Fransche openbare school. Het
Fransdie dagblad „Télégramma de Tou
louse", geeft weer eens een staaltje van
ergerlijke neutraliteiIssrihennis door een
openhaar onderwijzer.
„Eenige dagen geleden," zoo verhaalt
het h'lad, „deed het hoofd der open
bare school meerdere leerlingen van de
eerste en tweede klasse gezamenlijk
voor zich verschijnen en zei ongeveer
hel volgende tol hen:
„Ik heb een ongeteekenden brief ge
kregen waarin men niij mededeelt dat
ge Donderdags en Zondags naar een
patronaat gaal. Dat mag niet meer ge
beuren. Ge hebt Donderdags vrij om
uw huiswerk le maken en uw lessen
te leeren en niet om u te amuseeren.
Zondags moogt ge gaan wandelen. Ge
moogl er geen twee opinies op na hou
den: de. openbare school volgen en lid
zijn van een Katholiek patronaat. Ge
moet kiezen."
De kinderen, bang voor sLraf, be- j
loofden aan den meester van gedrag te
veranderen
Den volgenden morgen kwamen de j
kleinsten aan de beurt. Tot hen zei
het schoolhoofd
„Als ge Donderdag weer naar het
Katholiek patronaat gaat, jaag ik" u
Vrijdag weg."
Dure doktersDe gezondheid van
koning Edward van Engeland, of juis
ter: de noodige maatregelen om hem
gezond te houden of te maken, hebben
reusachtige sommen verslonden.
Toen de toenmalige Prins van Wales
der zich moeite te geven zijn verba
zing te verbergen.
„Ja, mijnbeer," antwoard.de Philip,
opzettelijk heel luchtig, in de hoop
jonger te schijnen.
„Gij zijt aan boekhouden ge
woon
„Ik heb dat.over de... ik meen
jaren achtereen gedaan, mijn
heer."
„Hij stottert,", dacht de jonge man
„ik moet u zeggen, mijnheer, dat er
nog ©enig© sollicitanten zijn, diejn
ik zien moet. Als ik n noodig heb,
zal ik u schrijven. Goeden dag" En
terwijl Pook zich verwijderde, pre
velde hij'; „Lieve jhemel! De man
is minstens vijf en zeventig! Ik kan
er niet aan denken hem te nemen."
Philip liet zich niet ontmoedigen,
maar begaf zich tot nr. 2 een dikken
i man met dubbele onderkin. Hij keer
de juist van zijn tweed© ontbijt te
rug en zat welbeJmgMij'k ©en fijne
sigaar te rooken.
„Pook Pook zfeid© bijl toen men
Philip binnenliet. „Laat mij eens
zienik heb hier een stapel brieven
van lieden, die zich aanmelden. Nu,
ik kan den uw© zoo gauw niet vin
den maar ik herinner mij den naam,
omdat hij zoo gek klonk. Breng hem
maat» binnen."
eens ernstig ziek was, kreeg dr. Hen-
ner voor zijn behandeling, die vier we
ken duurde, 10.000 pond sterling hono
rarium, en een zélfde bedrag werd in
1871 aan sir William Pull betaald, toen
hij den prins van typhus genezen had.
De geneesheeren, die koning Edward
dadelijk na zijn troonsbestijging behan
delden, kregen 20.000 pond. In verge
lijking met deze fortuinen, lijkt het ho
norarium van 2000 pond, 'dal voor de
laatste behandeling van koningin Victo
ria voor haar dood werd betaald, een
bagatel. Het is waar, dat die behan
deling ook niet met een gunstig resul
taat werd bekroond,
Geldbelegging, In een der Staten
van Amerika, waar locaal verbod van
alcohol door hoofdelijke stemming m
iedere gemeente kan uitgevaardigd wor
den, zal juist zoo'n stemming plaats
hebben. Tusschen den waard Bennie
en een zijner beste klanten, John, ont
spint zich het volgende gesprek.
John: Bennie, ik ben werkelijk van
plan er voor le stemmen, '1 wordt tijd,
dal we eens „droog" worden.
Bennie: Neen, John, maak er geen
gekheid over. Je bent toch een vriend
van me en zoudt mij niet broodeloos
willen maken. Bedenk toch eens: Ik
bear hier nu twintig jaar kastelin van
„De Gouden "Leeuw" geweest, en pi
het geld, dat ik verdiend heb. heb ik
weer in mijn zaak gestoken. Hoe zou
ik er mijn geld weer uit kunnen krij
gen ,als er besloten werd, de herber
gen op te heffen?"
John: Bennie, laat me je eens wat
zeggen. Ik ben hier ook twintig jaar
geweest en al het geld dat ik verdiend
heb, heb ik ook in „De Gouden
Leeuw" gestoken. Vertel jij me nu
sluiting of geen sluiting hoe ik het
moet aanleggen om mijn geld er weer
uit te krijgen.
President Taft 'in gevaar. De £,.New
York Herald" meldl, dat president Taft
te Passaic (New-Jersey) nauwelijks
aan een groot ongeluk met zijn auto is
ontkomen. Op een overweg is de auto
bijna gegrepen door een expres-trein.
Een afdeeling ruiterij en bereden
politie begeleidde hem. Een gedeelte
van hel geleide was juist over de spoor
staven, toen op 20 voel van de auto
van den president, de trein voorbij
vloog. De rest van het geleide ..stoof
in verwarring achteruit. Een groep hoo
rnen had den naderenden trein aan het
gezicht onttrokken en een bocht in den
weg vergrootte het gevaar, terwijl het
gejuich van de menigte het lawaai van
de wielen van den trein overstemde.
Taft verloor geen oogenblik zijn
spreekwoordelijke kalmte.
Haast een ongeluk! Het heeft
maar weinig gescheeld, of dc Engelsche
onderzeesche boot 'A 8 was Dinsdag blij
Plymouth vergaan.
Zij was 's ochtends met vier andere
onderzeeërs uitgevaren om oefeningen
in het afschieten van torpedo's te hou
den. Alles ging goed tot half twee des
middags, toen de A 8 dook en 200
voel daalde. Maar toen zij naar bo
ven wilde, lukte het rijzen niet. Een
uur lang heeft de bemanning gewerkt
als een paard, tot de boot ten Mat
se wleer in de richting van den water
spiegel kon gestuurd worden. Toen de
boot eindelijk steeg, barstte de beman
ning van 11 koppen in gejuich los.
De A 8 is dezelfde boot, die vijf jaar
geleden in de Cawsandbaai bij Ply
mouth is gezonken. .Toen zijn er 15
man mee verdronken. Later werd zij
bovengebracht en hersteld.
Hoe Londen rouwt. De dood des
Koriings heelt Londen getroffen als een
persoonlijk verlies. Toen Zaterdagoch
tend vroeg de klokken van St. Paul
een uur lang werden geluid, vulden
zich spoedig de straten met een Stille
menigte. Winkels in mode-artikelen
maakten rouw-uitstallingen, maar kon
den die niet in stand houden, want ie
der wilde een teeken van rouw dragen.
Zwarte handschoenen, das,sen, krip, enz.
waren in enkele uren uil de kasten
verdwenen. Een kleedingmagazijn, 'dat
rouwkleederen had uitgestald, was te
twaalf uur uitverkocht. Hoedenwinke
liers hadden het overstelpend druk met
hel leggen van rouwbanden om hooge
hoeden en hel aanbrengen van rosetten
op andere hoofddeksels. In alle vor
men werd er gerouwd, van de omfloers
te half-stok vlag tot het rouwsfrikje
om de zweep van den omnibuskoetsiër.
Een schrikkelijke dood! Te Wod-
lesford is, bij het bekleeden van een
mijnput met metselwerk, de put inge-
„IIebt ge hem niet meegebracht?
was zijn eerste vraag.
„Wien bedoelt gij?" vroeg Pook
zonder te begrijpen.
„Wel, uw zoon natuurlijk! [Waar
is hij
„Mijn zoon Welneen. mijn
heer, ik kom voor mij zeiven."
„Gijen van het lachen liet hij
zijn sigaar op den grond vallen.
„Een man als ik laat zich niet voor
den gek houden!" En hij schaterde
maar voor.
„Ik verzeker u, mijnheer.
stamelde Philip, niet weinig uit 't
veld geslagen.
„Wilt Q*j' mij heusch vertellen, dat
gij naar die betrekking solliciteert
„Ja, mijnheer, heusch waar."
„Dat is al te grappig! Wel, bes
te kerel. Maar misschien hen je
niet zoo oud als je er uit ziet."
„Juist, mijnheer, juist; de bedomp
te ,a)tmosfeer vau een kantoor heeft
mijn uiterlijk misschien wat verou
derd; maar wat geestkracht betreft
en.
„Nu herinner ik mij weer," lachte
de ander; „ge hebt'n prachtig schrift
net kopergravure. Maar ik heb hier
een veel jonger mensch noodig. Mis
schien hoor ik echter- wel van iets
geschikts voor u. Gij' behoeft niet
stort. Zes werklieden, die op de halve
hoogte aan den arbèid waren, werden
door het neervallende puin en grond
meegesleurd en op den bodem van de
put bedolven. Een der mannen raakte
beklemd tusschen den wand van den
put en een paal van den vernielden
steiger en bleef hangen. Een paar ge
neesheeren werden nedergdalen om oj>
le nemen, of hij te redden zou zijn,
desnoods door amputatie van zijn bei
de beenen. Dit bleek echter ondoen
lijk, zoodat men den ongelukkige een
langzamen dood moest laten sterven.
Acht uren lang leefde hij nog, terwijl
gedurig pogingen Werden aangewend om
hem te bevrijden. De man zag ze een
voor een mislukken, totdat hij, een paar
uren voor zijn dood, het bewustzijn ver
loor.
Een buitengewoon kostbaar pand
is tegenwoordig in de Rijksbank van
leening te St. Petersburg. Het is een
parelsnoer, dal daar voor f600.000 is
beleend. De verpander betaalde er on
langs f 16.200 rente voor.
De krankzinnigen en het Rijk.
Men schrijft uit Yenraav aan de ,.L.
K.":
Uw lezers kennen hel treurige nieuws
uil Venray, waar drie booswichten in
hel krankzinnigengesticht „St. Serva-
lius" een broeder-verpleger en een op
passer half dood hebben geslagen.
Nu vraagt men zich af: zijn dat
krankzinnigen? zijn dat gekken?
Natuurlijk, want zij zijn door de Jus
titie ontoerekenbaar geoordeeld,
en werden dus hierheen gezonden.
Maar zonderling is het, dat tegen
woordig de meesle groote schurken voor
ontoerekenbaar worden gehouden. Zij
blijken echter niet krankzinnig genoeg
om dagen van te voren plannen te ma
ken om le ontsnappen en deze ver
volgens listig uit le voeren met woest
gewdd.
Wie is voor hel gebeurde nu eigen
lijk toerekenbaar? De rechter, die zoo'n
boeven ontoerekenbaar verklaart, de
adviseerende doclers of de boeven zelf?
Juist door zoo gevaarlijke sujetten in
het krankzinnigengesticht te stoppen, is
men schuld, dal weer nieuwe misdaden
bedreven worden.
En het ergste van alles is nog, dat
de „verplegers" dier boeven daar anach-
tdoos tegenover slaan.
Zoo hebben de Broeders van Ven
ray in hun verschillende huizen 450
jeugdige veroordedden. En daar tegen
mogen zij geen wapens gebruiken,
niet slaan, enz. Er mag om het ge
sticht zelfs geen muur zijn, omdat de
krankzinnigen toch vooral niet zullen
merken, dat zij opgesloten zitten!.
Wat kunnen de verplegers dus doen?
Alleen lijdelijk toezien, hoe er nieuwe
misdaden gepleegd worden, en.... ge
vaar loop en zdf vermoord le w orden.
Ze moeten die geraffineerde boeven
alleen „fijn" oppassen. Daar mogen de
fatsoenlijke burgers belasting voor be
talen en de arme Broeders hun leven
voor opofferen.
Moet dat zoo blijven?....
De achteruitgang vau het p arteland.
Het is wel beleend, maar de mij-
li om sten der Volkstelling bevestigen
de waarheid, dat de bevolking van
het platteland niet vooruitgaat.
Terwijl de bevolking van ons land
sinds 1909 met ongeveer drie kwart
millioen is toegenomen, is die van
platteland zoo wat onveranderd ge
bleven. J
De vermeerdering treft men in de
sfteden. De glroote steden gingen sterk
vooruit, de kleinere zagen hun in
wonersaantal in mindere mate stij
gen, maar de dorpen bleven staan,
maar de dorpen bleven staan, wat
dus bij den vooruitgang van het al
gemeen wil zeggen, datT zij achteruit
gingens» aldus concludeert de N. Ei
Ct.
In weer andere woorden komt dat
hierop neer, dat de landbouw niet
zooveel welvaart oplevert, dat meer
deren er hun bestaan in gaan zoe
ken en daardoor den toevloed naar
de steden stuiten.
Het feit, dat de landbouwproduc
ten in den laatsten tijd in prijs zijn
gestegen, schijnt niet van genoeg in
vloed te zijn om het verschijnsel te
veranderen. Men ziet immers ook
bang te zijn dat ik u licht zal ver
geten."
„Ik houd mij aanbevolen, mijn
heer, want ik zou niet gaarne lang
buiten betrekking blijven. Ik had
mijn leven lang maar één post, dien
ik door den dood van mijn chef ver
loor."
Ofschoon telkens onder velschil
lende vormen, ging het aldus van
dag tot dag voort en met den dag
ook verminderde Philip's hoop. Des
morgens schreef hij brieven op het
ledige kantoor en s middags zwierf
hij: rond. Als hij huiswaarts keer
de moest hij vertellen hoe Hij he%
met de klerken in Grump Street had
gehad en hij voelde zich daardoor,
steeds grootèr zondaar. De noodzar
kelijkbedd dan vroolijk te schijnen,
was wat hem misschien nog het
meest kosttte, want de wanhodp
knaagde aan zijn hart.
(Slot volgt