Een man van ijzer. R. K. Nliddenstands- vereeniging Markten. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. Week-Kroniek. Gemengde Buiteniandsche Berichten onder patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed- keurd bij Bisschoppelijk besluit van 26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei 1908. De Ru-K. Middenstandsvereenigmg stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrijvenden en industriëelen Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij zonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den R.-KL Gods dienst. Nog slechts kort geleden Opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van haar bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie tegen het verleenen van al te lang cre- diet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom stenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld; boekhoudcursussen werden door haar opgericht; cleane onderlinge glasverzekering is dooir haar tot stand gekomen, deze biedt bij zeer lage premiën, de grootst mogelijke voordeelen en keert 60p/o der netto winst aan de verzeker den uit. op haar verzoek werden de le H. Communiedagen in de verschillende parochieën, zooveel mogelijk op uiteen- loopende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds in het belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; nog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij vin de R.-K. Middenstan ders' krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie ivan 1.30 per 3 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, doordat de Vereeniging aangesloten is bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra- Üis gelegenheid informatiën in te win nen; dubieuze posten ter incassee*'ng te geven aan het bestuur der IL H. en rechtskundige adviezen betreffende hunne zaken te vragen hij de advocaten ëter H. H. V. Het bestuur spoort 'daarom hiermede alle, nog niet aangesloten R.-E. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te ge ven, het goede doel der vereeniging 4e helpen bevorderen en daardoor ook middellijk hun eigen belangen beharti gen. Voor het Lidmaatschap kan men sich aanmelden bij het Bestuur of bij den Secretaris G. A'. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. HET BESTUUR. In de week van 6 Juni tot 11 Juni. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster Beverwijk,Purmerend. Woensdag.Am sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar lem, Helder, Behagen, Uitgeest, Velsen, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Beha, gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden, Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen. Zaterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam, Hoorn, Leiden. van 20 Mei tot 3 Juni. BUITENLAND. 20 Mei. Begrafenis van koning Eduard. 22 Mei. Alg. verkiezingen in Belgjië De politieke constellatie blijft dezelfde. 23 Mei. In Denemarken zijn da ver kiezingen ten gunste der mo narchisten afgeloopen. 30 Mei. De H. Vader heeft een nieu we Encycliek uitgevaardigd. i Het Belgische koningspaar brengt een bezoek aan het Duitsch'e Hof. 31 Mei, Teddy behandelt in Guild hall de Egyptische kwestie. Zijn rede brengt heel Enge land op stelten. 2 Juni. 75e verjaardag van Z. H. den Paus. BINNENLAND. 21 Mei. Uitsluiting hij de 'firma Phi lips te Eindhoven. De ontdekkingsreizigers Lo- rentz en v. Nouhuijs gehul digd. 23 Mei. De groote staking te A'dam geëindigd. Algem. Vergadering van den Bond van R.-K. Kiesvereni gingen. 26 Mei. De Koninklijke familie in de Hoofdstad aangekomen. 2 Juni. De Kon. familie heeft de v hoofdstad weer verlaten. STAD. 21 Mei. Jaarvergadering der Holland- sche Maats,chappij der 'We tenschappen. 23 Mei. Het Rerum Novarum-feestin den R.-K. Volksbond. 26 Mei. Kon. bezoek aan de Bloe menstad. OMTREK 24 Mei. 50-jarig Jubilé dor Parochie kerk te Hoofddorp. Robinson Crusoe. Een jong ont dekkingsreiziger Rallier de Baty, is juist teruggekeerd van jeen avontuurlijke reis. Twee en een half jaar geleden koch ten hij en zijn broeder Henry de Bou logne, een visscherstooot yan 55 voet lengte. Na. het vaartuig te hebben toe gerust, aanvaardden zij met een beman ning van nog vier andere jonge metge zellen de lange reis naar het verlaten eiland Kerguelen, in het Zuidelijk ge deelte van den Indischen Oceaan. In de visschersboot van 40 ton, heb ben de jonge avonturiers zoo een reis van 15.000 mijlen afgelegd. Na een gun stige uitreis tot Rio "de Janeiro, wer den zij tusschen deze plaats en het eiland Tristan d'Acunha, door een he- vigen cycloon overvallen. Toch werd genoemd eiland na 20 dagen vanaf Rio bereikt. Zij vonden er een bevolking van 83 zielen, die slechts half-beschaafd moet zijn en van .Engelsche afkomst. Van Tristan d'Acunha tot Kerguelen, duurde de reis een maand. Het kleine vaartuig had op de hoogte van Kaap de Goede Hoop zware stormen te door staan, maar het onbewoonde eiland werd eindelijk in Maart 1908 bereikt. Vijftien maanden bracht men hier door met. onderzoekingstochten, wetenschap pelijke waarnemingen en jagen op zee honden. In Juni 1909 vertrók men weer naar Australië. Dit was een zware overtocht van 45 dagen, gedurende Welken de eene storm na den andere opstak en verscheidene malen alle hoop reeds was opgegeven. Alleen door'het uitwerpen van olie heeft men de boot drijvende kunnen houden. De jonge ontdekkingsreiziger was reeds zes maanden te Melbourna, voor dat hij er toe overging zijn scheepje van de hand te doen. Met een hart, dat moeilijk scheiden kon van het vaar tuigje, dat hem 15.000 mijlen ver over den Oceaan had gevoerd, nam hij plaats op de passagiersbootj die hem weer te Marseille bracht Niet slim! genoeg. Een handelaar te Brussel had een handelsreiziger op commissie aangenomen^ die den schijn had, heel' werkzaam te zijn. Hij ver kocht dat het een lust was en de be stellingen stroomden toe. Da patroon wreef zich de handen; maar toen hij al de facturen met het opschrift „on bekend" zag terugkeeren, veranderde de wind. In elke gemeente had de kerel zijn koopwaar in een herberg doen bestellen^ aan een voorgewenden naam, had die dan zelf in ontvangst genomen en ze tegen spotprijzen ver- sjacheld. Toen hij aldus den patroon voor eenige duizenden bedrogen had en,, op den koop toe, het commissie loon ihad opgestreken^ poetste hij de plaat. Groote steden. De tweede stad in het Vereenigde Koninkrijk, naar het aantal inwoners, was tot nog toe Glas gow. Londen de metropolis, zonder eenige voorsteden is verre de eerste met ongeveer 4,796,000 inwoners (deze en volgende getallen zijn geschat om trent het midden van 1908); dan volg den Glasgow met 860,000, Liverpool met 753,000, Manchester met 649,000, Birmingham met 558,000, Leeds met 477,000, Sheffield met 463,000 enz. Maar nu is Birmingham op de tweede plaats gekomen door een aan tal omliggende gemeenten in te lijven Handsworth, Erdington, Yordley, King's Norton en Aston Manor. Daar mede heeft Chamberlain's stad haar bevolking op bijna 900,000 zielen ge bracht. Deze inlijving is een slag voor een zwerm bewoners van den omtrek, die in de landelijke omstreken van Birmingham de stedelijke belasting ont vloden. (Weer jeen [meisje te JLokerea schan delijk mishandeld. Zondag, omstreeks 12 uur, liep in bovengenoemd Bel gisch dorpje de mare dat op de wijk „Heyende" een achtjarig meisje in het veld werd aangevallen en afschuwelijk mishandeld. Zooalls overal trok aldaar Zondag voormiddag de processie uit. Het dochtertje van Henri Siemoleyn, landbouwer, was met haar klein broer tje naar den prachtigen stoet komen zien. Het meisje is 8 jaar, en het jon getje 6 jaar. Óm 11 uur keerden beide kinderen huiswaarts. Midden in het veld wer den zij aangevallen door een onbe kende. Zonder een woord te spreken gai deze het knaapje een hevigen slag in het aangezicht, zoodat het op den grond viel, greep dan het meisje onder de armen en liep er mede in een nabijge legen korenveld. Hier werd het dochtertje op schan delijke wijze mishandeld, niettegen staande hare hulpkreten. Ongetwijfeld zou hij het kleine meisje vermoord hebben, zoo juist op ditoo genblik geen boer het korenveld langs was gekomen, die, de smartkreten van het slachtoffertje hoorende, op het ge schreeuw toeschoot en op enkele stap pen in het koren de kleine Maria Sie- moelieyn vond liggen. De laffe aanran der had op 't geroep van den land bouwer de vlucht genomen. De gendarmerie werd verwittigd en onmiddellijk trokken een honderdtal kloeken, met rieken en zeisen gewa pend, op zoek naar den dader. Men had om 9 uur in de wijk van „Heyende" eenen liandlooper gezien. De vrouw van den agent De Veirman had zelfs aan een buurvrouw gezegd: „Dat ziet er een verdachte kerel uit. Wie weet is het niet de moordenaar van Deerlijk." Terwijl de gendarmen en de boeren op zoek waren, deed de agent De Vier man de ondervraging van het slacht offer. Om Kalf twee had de op zoek' zijn de menigte niemand gevonden. Men verloor echter den móed niet. Enkele minuten later ontmoetten zij den taffen, onmensehei ij ken schurk op de wijk „Bokmolen". Zekere Hendrik Ivan Kerchove een as pirant gendarm, die bij de bóeren was en den landlooper des morgens op de wijk gezien had, herkende hem dade lijk. De ellendeling zou voorzeker geen vijf minuten meer geleefd hebben, zonder de tusschenkomst van den vlas koopman Maurice Vuyst. Deze, een sterke kerel, hebbende tevens een gezond verstand, kon het volk doen verstaan dat er twij fel bestond of men wel den dader had en men hem aan de politie moest over leveren. En door die sterke afdeeling boeren werd de man naar het dorp geleid. Honderden menschen volgden en aller hande wraakkreten werden geuit. Op het stadhuis werd hij onmiddel lijk ondervraagd. Hij verklaarde X. te h'eeten en af komstig te zijn van Hamme. Hij is slechts 32 jaar oud en had laatst in de koolputten gewerkt. Hij loochende alles. Aan zijne han den kleefde evenwel bloed en toen hi> met het slachtoffer geconfronteerd werd, eindigde hij met alles te bekennen. Maandagmorgen, om 7 uur, werd de dader naar Dendermonde gebracht. Toen men hem naar het station bracht, werden doodskreten geuit. Prins Louis Napoleon. De Fran- sche pater Ppusset, die 15 jaar lang onder de Zoelljoe's heeft doorgebracht en thans naar Frankrijk is teruggekeerd, deelt nog een en ander mede uit den mond van Zoeloe's vernomen, omtrent den dood van Louis Napoleon, zoon van Napoleon III, die in 1879 door de Zoeloe's werd gedood. Den len Juni van genoemd jaar deed de Engelsche officier Garcy een ver kenningstocht, waaraan de Prins mede deelnam. Na een marsch' van eenige uren rustte men bij een beek en toen de soldaten opstonden had de overval plaats. De leider was zoo laf een „sau- ve qui peut" te bevelen en te vluch ten. Later werd hij door een krijgs raad 'veroordeeld en stierf krankzinnig. De prins die een vurig paard bereed, had moeite zijn paard in toom te'hou den .Toen hij zag dat de soldaten ver weg waren nam hij zijn revolver en sa bel en hield stand tegen de Zoeloe's, van wie hij er eenigen kwetste. Maar lang kon hij het niet uithouden, ten slotte viel hij, getroffen door talrijke speren. De geneesheeren constateerden den volgenden dag, dat hij 18 wonden had, waarvan elk op zich zelf doode- lijk. De Zoeloes betreurden hun dwa ling zeer. Zij meenden een Engdsch' officier te dooden en vernamen dat het een Fransche prins Was, dien zij niet als vijand beschouwden. Een der Zoe loes nam, ten bewijze van zijn leed wezen, vrijwillig op zich tot aan zijn dood het graf van den prins in orde te houden. Dat had kunnen voorkomen worden. We lezen in de „Vlaamsche Gazet" het ondervolgende, geschreven door den hoofdredacteur Julius Hoste: Talrijke lezers waaronder vele Noord Nederlanders vragen ons heden: waarom er in onze twee bladen, „Laatste Nieuws" en Vlaamsche Ga zet," geen verslag verschenen over het Nederlandsch feest van Maandagavond in de Wereldtentoonstelling. Wij dachten die zaak dood te zwij gen doch daar men aandringt om de waarheid te kennen, laten wij ze hier onbewimpeld volgen. Maandagavond werd in de restau ratiezaal van den Groenen Hond, in Oud-Brussel, de opening van het prachtige Nederlandsch paviljoen door een „aantafelzitterij" gevierd. Tot onze groote verwondering moe ten wij hier mededeelen, dat de Brus- selsche Vlaamsche Pers. „Nieuws van den Dag", „Laatste Nieuws" en „Vlaamsche Gazet" op dit Noord- en Zuid-Nederlacdsch verbroederingsfeest van kant gelaten en niet uitgenoodigd werden. We zouden die zonderlinge houding ODzer Noord-Nederlandsche taalbroe ders hier niet besproken hebben, waren er op dit feest geen andere dagbladen uitgenoodigd geweest. Tusschen deBrusselscheanti-Vlaam- sche, wil zeggen anti Nederlaodseh- gezinde bladen, die verslag gaven over dit feestje bemerken wij er slechts twee: „La Chronique" en „L'Etoile Beige," juist twee anti Nederlandech- gezinde bladen die jaarin jaarnit alles afbreken, aanvallen, bespotten en vernederen wat in België Nederlandsch is, wie in België Nederlandsch spreekt en schrijft: Zelfs op uw eigen feestmaal, o Ne- derlandsche taalbroeders, wordt nw Nederlandsche taal door uwuitgenoo- digden van „Etoile" en „Chronique" bespot. „L'Etoile" schrijft enkel over de scboone Nederlandsche redevoering van burgemeester Max we laten het onvertaald het volgende: „M. Max a toasté cette fois en flam and ce qui lui a valu les félicitations de M. Helleputte. L'hono- rable bourgmestre a apporté la Hollande le salut vibrant de la ville de Bruxelles." „La Chronique" bepaalde zich met de volgende spotternij: „Dans la langue de Julius Hoste, M. Max s'est réjoui de la cordialité des relations entre les deux p»ys." Wat in andere woorden, in plat Vlaamsch, zeggen wii: „Gij noodigdet ods, „Chronique" en „Etoile Beige," uiten we houden toch den zot met uwe Nederlandsche taal!!!...4' De H.H. bestuurders der Noord- Nederlandsche afdeeling onzer tentoon stelling zullen ons dus toelaten huD houding als zeer zonderling en taktloos te bestempelen. „Weihoe, wij Vlamingen, die voort durend in elk opzicht sedert jaren de verzoening en toenadering bewerken van Nederland en België, die immer in de bres staan om de gezamenlijke Nederlandsche taalbelangen te ver dedigen van den Nederlandschen stam in België, van 4 millioen 700 duizend Vlamingen die uw taal spreken, wij, die voortdurend voor de toenadering als verraders en verkochten aan Hol land worden uitgescholden, wij, Vla mingen, die lijden en strijden voor onze Nederlandsche grondbeginselen in België tegenover de franskiljons van „Chronique", „Etoile Beige en Cie," worden vergeten Wanneer iemand onzer taalgenooten zich op een plechtigheid in het Ne derlandsch uitdrukt, dan tracht men ons te kleineeren en te bespotten zooals op uw eigen feestmaal werd gedaan met Nederlandsehe redevoe ring vaD onzen geachten ouden trouwen vriend Adolf Max, burgemeester van Brussel. En zulke organen der franskiljons, der vijanden van al wat Nederlandsch is, werden uitgenoodigd op de plechtige feestviering van den alge- meenen Nederlandschen stam? Wij sturen daarom ook onze hartelijkste gelukwenschan aan het hoofdcomiteit der Nederlandsche af deeling, het heeft lekker gedineerd met zijn grootste vijanden, vijanden op Nederlandsch taalgebied Proficiat, wel bekome het u Die Nederlandsche officieele perso- naadjes, waaronder ministers aanwezig waren, ontvingen dan nog ale beloo ning hunner uitnoodiging vanwege die anti Nederlandsche bladen anders niet dan misplaatste spotternijen 1 Die bladen dreven dus den spot met hetgeen een volk het liefste en het kostbaarste op aarde heeft, het grootste ideaal zijner nationaliteit.... zijn moedertaal. Het verwijt is scherp, maar he tschijnt ons verdiend, zegt de „N. Ct." Op het gebied van „praktisch sympathie- betoon verwent onze natie de wakker strijdende Vlamingen gemeenlijk niet. Wat te bejammeren valt. Hoe blij was het hun, toen bij het vluchtig bezoek van koning Albert aan de Ned. afdee- liDg het „Leve de Koning I" het „Vive le roi J" overstemde. En wat waren ze tevreden en gelukkig toen rar. Regout zijn openingsspeech in het Hollandsch hield. Thans zijn ze weer onnoodig gegriefd. Eo dat spijt ons ten zeerste. De drukfe in Amsterdam. Over den toevloed van feestgangers geduren de de afgeloopen week' te Amsferdanij deelt „De Tel." eenige cijfers mede. Het drukst was het Maandag j.l. Al leen op het Centraalstation, waar in normale tijden op weekdagen niet meer dan 5 4 6 duizend reizigers arriveer ren, zijn dien dag niet minder dan 44.000 menschen aangekomen, ongeveer 12.000 uit het Oosten, 14.000 uit de richting Zaandag en de rest uit de richting Haarlem. Die 44.000 men schen keerden voor verreweg hef groöï-< ste deel dienzelfden dag weer terug. 's Avonds yan KaJftien af, maar voor al tusschen elf uur en half twaalf^ werd het Centraalstation dan ook ais het ware bestormd en op een oogen- blik waren de perrons zoo vol, dat men, om ongelukken te voorkomen, hóewei -men daar anders noode toe overgaat, een poosje de toegangen tof het station moest afsluiten. Teneinde die ontzettende menschenmassa te kun nen vervoeren, moesten tusschen tien uur en halféén niet minder dan twintig extra-treinen worden ingelegd, terwijl alle andere treinen buitengewoon ver sterkt werden. Dank zij de buitengewone krachts inspanning van het personeel, daf on der Iteiding van den stationschef, ,den heer J. H. KrapeLs, het uiterste ge- presterd heeft, slaagde men er in, vóór één uur 's nachts, dus „een uur later dan in gewone tijden de laatste trein vertrekt, alle passagiers te vervoeren. Ook de gemeentetram heeft het nog nimmer zoo druk gehad. Op den jongsten 2en Pinksterdag werden 233 duizend passagiers vervoerd. Dat was tot dusverre hei hoogste cijfer van een dag. Echter op de neersten dag van de Juliana-feestweek, na den intocht, vervoerde de tram 261.000 passagiers. Des Vrijdags was het cijfer nog hooger, nJ. 269.000; des Zaterdags iets min der 252.000; Zondag echter 281.000, en Maandag, den dag van den optocht, werden niet minder dan 348.000 men schen vervoerd. Vlekfyphus. Naar wordt medege deeld, mag worden aangenomen dat het te 's-Gravenzande wel zal blijven bij de twee geconstateerde gevallen, dank zij de samenwerking van gemeentebe stuur en den inspecteur der volksge zondheid. De twee patiënten zijn jon gens van 6 en 17 jaar en ze maken het beiden goed. Voor afzondering en observatie der huisgenooten is voldoen de gezorgd; ontsmetting en verbran ding van goederen heeft op ruime schaal plaats gehad. Zij, die gewoon zijn in dezen tijd Kun hart t-e gaan ophalen aan de beroemde 's-Graven- zandsche asperges^ ter plaatse toebe reid, behoeven geen besmettingsvrees te koesteren. De vijand hier de ty phus is omsingeld en ingesloten, kan meen kwaad meer stichten. Ook 'n tfscheid Het soc.-dem. raadslid Jansönius hield wegens vertrek uit de gemeen te op lid van den Raad te Smallin- gerland (Fr.) te zijn. Op de volgende wijze werd af scheid genomen, volgens „De Vrije Fries" De heer Jansonius zegt dat het on geveer 12 jaar is geleden, dat hij de raadszaal hier is binnen getreden [Weinigen zijn hier thans meer te genwoordig, met wie hij toen kennis maakte. Veel is er sedert dien tijd anderd. In al die jaren, zegt spr., heli heb ik een zeer werkzaam aandeel genomen aan de besprekingen en heb ik volgens mijn meening mijn best gedaan om de belangen der emsent te bevorderen. Hij brengt een woord van dank aan den voorzitter, aan B. en [W., den secretaris en zijn mede raadsleden, voor de wijze, waarop men in den regel, niettegenstaande verschil van meening, heeft kunnen, samenwerken en gaa,t heen met den wensch, dat de leden, die hier thans zitten, hier mogen blijven, neen, maaT dat zij plaats mogen maken; voor zijn geestverwanten. Voorts wenschte hij, dat het allen ook in het vervolg goed moge gaan. De voorzitter: „Nu u, mijnheer Jansonius, ons gaat verlaten, wil ik ook een enkel woord zeggen. Het doet mij1 genoegen, dat u persoon lijk zoo met zelfvoldoening op uw; FEUILLETON. 4) „Peter Jeppe, die Deen is weer dronken en wil vechten. W» hebben nog laat in da herberg gezeten sa men. en nu wil hij mij te lij i- Blijf hier staan, ik zal je helpen. (Wacht echter even, tot ik een lan taarn gehaald heb." - Toen Trom holt een oogehblik .laiter het huis weer verliet, za,g hij' 1 eter Jeppe, een ruwen, sterken kerel, die zich al meermalen aain allerlei ruwheid en baldadigheid schuldig had gemaakt, langs het huis sluipen. Met een paar schredén Was lrom- holt naast hem, en het volgende oogenblik greep hij met ij zieren vuist den kerel in den nek. „Ellendeling, ben je al weer dron ken Ik zal je leeren, je ordelijk te gedragen." Met die wóórden' stiet ilromhoit 'den plotseling ontnuchterde, die zich tandenknarsend boog onder Ri chard's zware vuist, yoor zich uit naar een der arbeiderswoningen toe. Daar trok hij hard aan de bel,, en ter stond daarop verscheen de opzichter met verschrikt gelaat in de deurope ning. w „Sluit den kerel in een van jé ka mers op," beval Tromholt. „Morgen om negen (uur moet hij' op- jhiet kantoor komen, da|n zal ik met hem afreke nen."' De man knikte, en Peter Jeppe volgde, zijn meester een dreigenden blik toewerpende, de|n opzichter in huis. [Tromtolt begaf !z!iqh.w|aeir naair bin nen en wilde zich juist opnieuw te slapen leggen, toen nog .eens een luid geraas hem naar buiten deed snellen. Reeds van verre zag hij' Peter Jeppe en den opzichter in Woedend gevecht. Do laatste vlocht a,ls een wanhopige, maar tegen den reusaehtigen Deen moest hij het toch afleggen. Deze be werkte hem! met zijn vuisten zóó, dat 'een ongeluk bijna onvermijdelijk geweest war© zonder Tromholt's tus schenkomst Maar zoodra, hij den di recteur- naderbij zag komen, sprong Jeppe op, liet zijn slachtoffer los en nam de vlucht. i Op eenigen afstand gekomen, wendde hij; zich nog eenmaal om en sprak miet, schorre stem: „Past op, jelui! Als da roodo haan bij je op het dak kraait, dan weet je wie het gedaan heeft, hoor!" Do opzichter was intusschen, zich het bloed van het voorhoofd vegen- de, op zijn heer toegetreden. „Hij overviel mij in de galng," sprak de man, „drukte mij1 tegen den muur en dreigde, dat hij' mij zou doodslaan, als ik hem opsloot,. Toen ik hem op uw bevel wees, pakte hij! mij onver hoeds vast, wierp mij tegen den grond1 .en wilde op de vlucht gaan Toen snelde ik hem na en greep hem bij do keel Ma,ar hij is sterker dan ik en.... „Jai, ja, het overige héb ik gezien, Glas," viel Tromholt hem in de rede. „Ik hoop nu maar dat je niet ernstig gekwetst bent. Ga naar bed, morgen zullen we er verder over spreken. Hij moet onschadelijk gemaakt wor den en we zullen de justitie dus la ten waarschuwen." i Toen Bianca en Richard elkander den volgenden morgen aan het ont bijt ontmoetten, vroeg mevrouw von Gun ar angstig na,ar hetgeen er dien nacht was voorgevallen ;En t,oen haar broeder haar alles verteld had, sprak ze haar bezorgdheid, uit, dat do woesteling zijn bedreigingen mis schien heel spoedig zou uitvoeren. Tromholt haalde; luchthartig de schouders op. „Blaffende honden bijten niet," sprak hij1 „Overigens zit hem mor gen de politie al op de hielen. Van nacht z:al ik wachten uitzetten en de bonden lós laten. Maar wat is dat," violvhij zichzelf in de rede, terwijl zijn oog op het adres van een brief viel, dien de, bediende juist binnen bracht De inhoud v:an het schrijven luidde als volgt: „Den heer Richard Tromholt. Trcllheide Ik ben voornemens, den vijfden de zer met mijn geheele faimilie op Lim- forden te komen, en verzoek u daar om, uw! inspectiereis pa,ar Troll- heide te onderbreken en op dien da tum! terug te zijn Ik breng dus mijn vr ouw, mijh dochter Suzanne en mijn aanstaanden schoonzoon, graaf Utz- lav, mee Hoofdzakelijk om den laat ste heb ik! tot deze reis besloten Mon deling; hierover méér. Hoogachtend, John Ericius." Richard bleef langen tijd onbewe gelijk voor zich uit staren „En nu had ik mij nog al zulk ee(n heer lijk samenzijn met jou gedroomd, Bi anca," sprak hij eindelijk tot zijn zuster, die hem al dien tijd 6cherp gadegeslagen had. „Dat genoegen wordt nu ook al weer verstoord" „iWa,t is er dan," vroeg de jonge vrouw. „Hier, lees zelf maar," antwoordde hij;, en reikt© haar den brief toe Een uitroep van verbazing ontsnapte aan Ilianca's lippen „.Wat moet dat nu beteekene'n, Richard," vroeg .ze. „En wat eindigt die brief zonderling. En - en vind ja het niet onkiesch van haar, dat zij: in die reis heeft toege stemd? Ze kon toch wel begrijpen, dat het jou pijn moest doen, haar in gezelschap van haar verloofde te ont moeten „Dat zijn heel wat vragen opeens," antwoordde Richard somber. „Raad selachtig is dat slot zeker, en niets kon mij ongelegener komen dan nu juist naiar Limforden terug te moeten keeren. Maar wat gij van Suzanne gezegd hebt och, vroeger of later moesten we elkander toch weer on der de oogen komen. En bovendien, drie jaar is immers een heel lange tijd!" Tromholt sprak niet verder, hij trad naai- het venster en keek naar buiten'. i i Een uurtje later maakte hp zijn gewóne dagelijkSche inspectie over het geheele goed. Er werkten daar hónderd dertig arbeiders. Do m'achines stampten van den morgen tot den avond, en groote riviervaartuigen werden beladen met da turf, die ze dan langs de kleine rivier, die het goed doorsneed naar de kust, vervoerden, ■'(i M til ;d Den volgenden dag vernam Ri chard, dat de marechaussees Peter Jeppe nog niet hadden kunnen vat ten, maar da,t ze hem toch spoedig in .handen hoopten te krijgen. Dat 'stelde Tromholt nu wel gerust, maar hij stond er toch op dat zijn zuster hem' vergezelde, toen hij twice dagen later naar Limforden vertrok. Bian ca) had, met 'het oog .op do familie Ericius, liever op Trollheide den te rugkeer van haar broeder afgewacht. Maar toen deze haar verklaarde, dat hij! ook op Limforden in zijn eigen huis was en dat ze daar als zijn gast van de familie Ericius volkomen on afhankelijk was, gaf ze haren tegen stand niet alleen op, maar stemde er in toe, voor heel het verder gedeel te van haar verblijf zich op Limfor den te [vestigen'. Ze deden de reis in een open rijtuig en kwamen in den laten namiddag op Limforden aan Reeds hee1 het laat ste uur van den tocht waer in het landschap een merkwaardige veran dering gekomen, en die verandering viel, nu ze de grenzen van het land goed overschreden hadden, al heel sterk in het oog Een buitengewoon weelderige na tuur was in de plaats getreden van het dorre heidelandschap. In indruk wekkende statigheid verhief zich op den achtergrond van e>en groot veld, door een aantal kleinere gebouwen omringd, het heerenhuis, een oud op een kasteel gelijkend gebouw, dat eenmaal het stamgoed der familie von Fock geweest was. Dm zijn vrouw een genoegen te doen, die op alles wat haar geslacht betrof, een bijzonder groot zwak had, had Eri cius het goed gekocht. Het huis van den directeur lag onder een reusachtige kastanjeboom verborgen naast dat van den hoofd inspecteur, een zekeren heer von Al ten. i Wordt vervolgt.) NIEUWE NAARLEMSCNE COURANT TW«£?1L*D.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5