Een man van ijzer.
R. K. Nliddenstands-
vereeniging
Markten.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
Week-Kroniek.
Gemengde Buiteniandsche Berichten
onder patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed-
keurd bij Bisschoppelijk besluit van
26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
De Ru-K. Middenstandsvereenigmg
stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen van den handeldrijvenden en
industriëelen Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij
zonder te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den R.-KL Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden Opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
toonde op velerlei wijzen het nut van
haar bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
tegen het verleenen van al te lang cre-
diet en de z.g. vliegende winkels; in
haar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom
stenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld;
boekhoudcursussen werden door
haar opgericht;
cleane onderlinge glasverzekering is
dooir haar tot stand gekomen, deze
biedt bij zeer lage premiën, de
grootst mogelijke voordeelen en keert
60p/o der netto winst aan de verzeker
den uit.
op haar verzoek werden de le H.
Communiedagen in de verschillende
parochieën, zooveel mogelijk op uiteen-
loopende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
in het belang harer leden en van den
R.-K. Middenstand in het algemeen;
nog veel meer zou zij kunnen doen,
indien zij vin de R.-K. Middenstan
ders' krachtiger steun genoot, dan tot
dusver; indien nog meerderen zich bij
haar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
ivan 1.30 per 3 maanden kan geen
beletsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
doordat de Vereeniging aangesloten is
bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra-
Üis gelegenheid informatiën in te win
nen; dubieuze posten ter incassee*'ng
te geven aan het bestuur der IL H.
en rechtskundige adviezen betreffende
hunne zaken te vragen hij de advocaten
ëter H. H. V.
Het bestuur spoort 'daarom hiermede
alle, nog niet aangesloten R.-E. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
vereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
hun steun aan deze vereeniging te ge
ven, het goede doel der vereeniging
4e helpen bevorderen en daardoor ook
middellijk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor het Lidmaatschap kan men
sich aanmelden bij het Bestuur of bij
den Secretaris
G. A'. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
HET BESTUUR.
In de week van 6 Juni tot 11 Juni.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk,Purmerend. Woensdag.Am
sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar
lem, Helder, Behagen, Uitgeest, Velsen,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Beha,
gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden,
Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen.
Zaterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam,
Hoorn, Leiden.
van 20 Mei tot 3 Juni.
BUITENLAND.
20 Mei. Begrafenis van koning
Eduard.
22 Mei. Alg. verkiezingen in Belgjië
De politieke constellatie blijft
dezelfde.
23 Mei. In Denemarken zijn da ver
kiezingen ten gunste der mo
narchisten afgeloopen.
30 Mei. De H. Vader heeft een nieu
we Encycliek uitgevaardigd.
i Het Belgische koningspaar
brengt een bezoek aan het
Duitsch'e Hof.
31 Mei, Teddy behandelt in Guild
hall de Egyptische kwestie.
Zijn rede brengt heel Enge
land op stelten.
2 Juni. 75e verjaardag van Z. H. den
Paus.
BINNENLAND.
21 Mei. Uitsluiting hij de 'firma Phi
lips te Eindhoven.
De ontdekkingsreizigers Lo-
rentz en v. Nouhuijs gehul
digd.
23 Mei. De groote staking te A'dam
geëindigd.
Algem. Vergadering van den
Bond van R.-K. Kiesvereni
gingen.
26 Mei. De Koninklijke familie in de
Hoofdstad aangekomen.
2 Juni. De Kon. familie heeft de
v hoofdstad weer verlaten.
STAD.
21 Mei. Jaarvergadering der Holland-
sche Maats,chappij der 'We
tenschappen.
23 Mei. Het Rerum Novarum-feestin
den R.-K. Volksbond.
26 Mei. Kon. bezoek aan de Bloe
menstad.
OMTREK
24 Mei. 50-jarig Jubilé dor Parochie
kerk te Hoofddorp.
Robinson Crusoe. Een jong ont
dekkingsreiziger Rallier de Baty, is juist
teruggekeerd van jeen avontuurlijke reis.
Twee en een half jaar geleden koch
ten hij en zijn broeder Henry de Bou
logne, een visscherstooot yan 55 voet
lengte. Na. het vaartuig te hebben toe
gerust, aanvaardden zij met een beman
ning van nog vier andere jonge metge
zellen de lange reis naar het verlaten
eiland Kerguelen, in het Zuidelijk ge
deelte van den Indischen Oceaan.
In de visschersboot van 40 ton, heb
ben de jonge avonturiers zoo een reis
van 15.000 mijlen afgelegd. Na een gun
stige uitreis tot Rio "de Janeiro, wer
den zij tusschen deze plaats en het
eiland Tristan d'Acunha, door een he-
vigen cycloon overvallen. Toch werd
genoemd eiland na 20 dagen vanaf Rio
bereikt. Zij vonden er een bevolking
van 83 zielen, die slechts half-beschaafd
moet zijn en van .Engelsche afkomst.
Van Tristan d'Acunha tot Kerguelen,
duurde de reis een maand. Het kleine
vaartuig had op de hoogte van Kaap de
Goede Hoop zware stormen te door
staan, maar het onbewoonde eiland
werd eindelijk in Maart 1908 bereikt.
Vijftien maanden bracht men hier door
met. onderzoekingstochten, wetenschap
pelijke waarnemingen en jagen op zee
honden.
In Juni 1909 vertrók men weer naar
Australië. Dit was een zware overtocht
van 45 dagen, gedurende Welken de
eene storm na den andere opstak en
verscheidene malen alle hoop reeds was
opgegeven. Alleen door'het uitwerpen
van olie heeft men de boot drijvende
kunnen houden.
De jonge ontdekkingsreiziger was
reeds zes maanden te Melbourna, voor
dat hij er toe overging zijn scheepje
van de hand te doen. Met een hart,
dat moeilijk scheiden kon van het vaar
tuigje, dat hem 15.000 mijlen ver over
den Oceaan had gevoerd, nam hij plaats
op de passagiersbootj die hem weer
te Marseille bracht
Niet slim! genoeg. Een handelaar
te Brussel had een handelsreiziger op
commissie aangenomen^ die den schijn
had, heel' werkzaam te zijn. Hij ver
kocht dat het een lust was en de be
stellingen stroomden toe. Da patroon
wreef zich de handen; maar toen hij
al de facturen met het opschrift „on
bekend" zag terugkeeren, veranderde
de wind. In elke gemeente had de
kerel zijn koopwaar in een herberg
doen bestellen^ aan een voorgewenden
naam, had die dan zelf in ontvangst
genomen en ze tegen spotprijzen ver-
sjacheld. Toen hij aldus den patroon
voor eenige duizenden bedrogen had
en,, op den koop toe, het commissie
loon ihad opgestreken^ poetste hij de
plaat.
Groote steden. De tweede stad
in het Vereenigde Koninkrijk, naar het
aantal inwoners, was tot nog toe Glas
gow. Londen de metropolis, zonder
eenige voorsteden is verre de eerste
met ongeveer 4,796,000 inwoners (deze
en volgende getallen zijn geschat om
trent het midden van 1908); dan volg
den Glasgow met 860,000, Liverpool
met 753,000, Manchester met 649,000,
Birmingham met 558,000, Leeds met
477,000, Sheffield met 463,000 enz.
Maar nu is Birmingham op de
tweede plaats gekomen door een aan
tal omliggende gemeenten in te lijven
Handsworth, Erdington, Yordley,
King's Norton en Aston Manor. Daar
mede heeft Chamberlain's stad haar
bevolking op bijna 900,000 zielen ge
bracht. Deze inlijving is een slag voor
een zwerm bewoners van den omtrek,
die in de landelijke omstreken van
Birmingham de stedelijke belasting ont
vloden.
(Weer jeen [meisje te JLokerea schan
delijk mishandeld. Zondag, omstreeks
12 uur, liep in bovengenoemd Bel
gisch dorpje de mare dat op de wijk
„Heyende" een achtjarig meisje in het
veld werd aangevallen en afschuwelijk
mishandeld.
Zooalls overal trok aldaar Zondag
voormiddag de processie uit.
Het dochtertje van Henri Siemoleyn,
landbouwer, was met haar klein broer
tje naar den prachtigen stoet komen
zien. Het meisje is 8 jaar, en het jon
getje 6 jaar.
Óm 11 uur keerden beide kinderen
huiswaarts. Midden in het veld wer
den zij aangevallen door een onbe
kende.
Zonder een woord te spreken gai
deze het knaapje een hevigen slag in
het aangezicht, zoodat het op den grond
viel, greep dan het meisje onder de
armen en liep er mede in een nabijge
legen korenveld.
Hier werd het dochtertje op schan
delijke wijze mishandeld, niettegen
staande hare hulpkreten.
Ongetwijfeld zou hij het kleine meisje
vermoord hebben, zoo juist op ditoo
genblik geen boer het korenveld langs
was gekomen, die, de smartkreten van
het slachtoffertje hoorende, op het ge
schreeuw toeschoot en op enkele stap
pen in het koren de kleine Maria Sie-
moelieyn vond liggen. De laffe aanran
der had op 't geroep van den land
bouwer de vlucht genomen.
De gendarmerie werd verwittigd en
onmiddellijk trokken een honderdtal
kloeken, met rieken en zeisen gewa
pend, op zoek naar den dader.
Men had om 9 uur in de wijk van
„Heyende" eenen liandlooper gezien. De
vrouw van den agent De Veirman had
zelfs aan een buurvrouw gezegd: „Dat
ziet er een verdachte kerel uit. Wie
weet is het niet de moordenaar van
Deerlijk."
Terwijl de gendarmen en de boeren
op zoek waren, deed de agent De Vier
man de ondervraging van het slacht
offer.
Om Kalf twee had de op zoek' zijn
de menigte niemand gevonden. Men
verloor echter den móed niet.
Enkele minuten later ontmoetten zij
den taffen, onmensehei ij ken schurk op
de wijk „Bokmolen".
Zekere Hendrik Ivan Kerchove een as
pirant gendarm, die bij de bóeren was
en den landlooper des morgens op de
wijk gezien had, herkende hem dade
lijk.
De ellendeling zou voorzeker geen vijf
minuten meer geleefd hebben, zonder
de tusschenkomst van den vlas koopman
Maurice Vuyst. Deze, een sterke kerel,
hebbende tevens een gezond verstand,
kon het volk doen verstaan dat er twij
fel bestond of men wel den dader had
en men hem aan de politie moest over
leveren.
En door die sterke afdeeling boeren
werd de man naar het dorp geleid.
Honderden menschen volgden en aller
hande wraakkreten werden geuit.
Op het stadhuis werd hij onmiddel
lijk ondervraagd.
Hij verklaarde X. te h'eeten en af
komstig te zijn van Hamme.
Hij is slechts 32 jaar oud en had
laatst in de koolputten gewerkt.
Hij loochende alles. Aan zijne han
den kleefde evenwel bloed en toen hi>
met het slachtoffer geconfronteerd werd,
eindigde hij met alles te bekennen.
Maandagmorgen, om 7 uur, werd de
dader naar Dendermonde gebracht.
Toen men hem naar het station
bracht, werden doodskreten geuit.
Prins Louis Napoleon. De Fran-
sche pater Ppusset, die 15 jaar lang
onder de Zoelljoe's heeft doorgebracht en
thans naar Frankrijk is teruggekeerd,
deelt nog een en ander mede uit den
mond van Zoeloe's vernomen, omtrent
den dood van Louis Napoleon, zoon
van Napoleon III, die in 1879 door de
Zoeloe's werd gedood.
Den len Juni van genoemd jaar deed
de Engelsche officier Garcy een ver
kenningstocht, waaraan de Prins mede
deelnam. Na een marsch' van eenige
uren rustte men bij een beek en toen
de soldaten opstonden had de overval
plaats. De leider was zoo laf een „sau-
ve qui peut" te bevelen en te vluch
ten. Later werd hij door een krijgs
raad 'veroordeeld en stierf krankzinnig.
De prins die een vurig paard bereed,
had moeite zijn paard in toom te'hou
den .Toen hij zag dat de soldaten ver
weg waren nam hij zijn revolver en sa
bel en hield stand tegen de Zoeloe's,
van wie hij er eenigen kwetste. Maar
lang kon hij het niet uithouden, ten
slotte viel hij, getroffen door talrijke
speren. De geneesheeren constateerden
den volgenden dag, dat hij 18 wonden
had, waarvan elk op zich zelf doode-
lijk. De Zoeloes betreurden hun dwa
ling zeer. Zij meenden een Engdsch'
officier te dooden en vernamen dat het
een Fransche prins Was, dien zij niet
als vijand beschouwden. Een der Zoe
loes nam, ten bewijze van zijn leed
wezen, vrijwillig op zich tot aan zijn
dood het graf van den prins in orde
te houden.
Dat had kunnen voorkomen worden.
We lezen in de „Vlaamsche Gazet"
het ondervolgende, geschreven door
den hoofdredacteur Julius Hoste:
Talrijke lezers waaronder vele
Noord Nederlanders vragen ons
heden: waarom er in onze twee bladen,
„Laatste Nieuws" en Vlaamsche Ga
zet," geen verslag verschenen over het
Nederlandsch feest van Maandagavond
in de Wereldtentoonstelling.
Wij dachten die zaak dood te zwij
gen doch daar men aandringt om
de waarheid te kennen, laten wij ze
hier onbewimpeld volgen.
Maandagavond werd in de restau
ratiezaal van den Groenen Hond, in
Oud-Brussel, de opening van het
prachtige Nederlandsch paviljoen door
een „aantafelzitterij" gevierd.
Tot onze groote verwondering moe
ten wij hier mededeelen, dat de Brus-
selsche Vlaamsche Pers. „Nieuws van
den Dag", „Laatste Nieuws" en
„Vlaamsche Gazet" op dit Noord- en
Zuid-Nederlacdsch verbroederingsfeest
van kant gelaten en niet uitgenoodigd
werden.
We zouden die zonderlinge houding
ODzer Noord-Nederlandsche taalbroe
ders hier niet besproken hebben,
waren er op dit feest geen andere
dagbladen uitgenoodigd geweest.
Tusschen deBrusselscheanti-Vlaam-
sche, wil zeggen anti Nederlaodseh-
gezinde bladen, die verslag gaven over
dit feestje bemerken wij er slechts
twee: „La Chronique" en „L'Etoile
Beige," juist twee anti Nederlandech-
gezinde bladen die jaarin jaarnit alles
afbreken, aanvallen, bespotten en
vernederen wat in België Nederlandsch
is, wie in België Nederlandsch spreekt
en schrijft:
Zelfs op uw eigen feestmaal, o Ne-
derlandsche taalbroeders, wordt nw
Nederlandsche taal door uwuitgenoo-
digden van „Etoile" en „Chronique"
bespot.
„L'Etoile" schrijft enkel over de
scboone Nederlandsche redevoering
van burgemeester Max we laten
het onvertaald het volgende:
„M. Max a toasté cette fois en
flam and ce qui lui a valu les
félicitations de M. Helleputte. L'hono-
rable bourgmestre a apporté la
Hollande le salut vibrant de la ville
de Bruxelles."
„La Chronique" bepaalde zich met
de volgende spotternij:
„Dans la langue de Julius Hoste,
M. Max s'est réjoui de la cordialité
des relations entre les deux p»ys."
Wat in andere woorden, in plat
Vlaamsch, zeggen wii:
„Gij noodigdet ods, „Chronique" en
„Etoile Beige," uiten we houden
toch den zot met uwe Nederlandsche
taal!!!...4'
De H.H. bestuurders der Noord-
Nederlandsche afdeeling onzer tentoon
stelling zullen ons dus toelaten huD
houding als zeer zonderling en taktloos
te bestempelen.
„Weihoe, wij Vlamingen, die voort
durend in elk opzicht sedert jaren de
verzoening en toenadering bewerken
van Nederland en België, die immer
in de bres staan om de gezamenlijke
Nederlandsche taalbelangen te ver
dedigen van den Nederlandschen stam
in België, van 4 millioen 700 duizend
Vlamingen die uw taal spreken, wij,
die voortdurend voor de toenadering
als verraders en verkochten aan Hol
land worden uitgescholden, wij, Vla
mingen, die lijden en strijden voor
onze Nederlandsche grondbeginselen
in België tegenover de franskiljons
van „Chronique", „Etoile Beige en
Cie," worden vergeten
Wanneer iemand onzer taalgenooten
zich op een plechtigheid in het Ne
derlandsch uitdrukt, dan tracht men
ons te kleineeren en te bespotten
zooals op uw eigen feestmaal werd
gedaan met Nederlandsehe redevoe
ring vaD onzen geachten ouden trouwen
vriend Adolf Max, burgemeester van
Brussel.
En zulke organen der franskiljons,
der vijanden van al wat Nederlandsch
is, werden uitgenoodigd op de
plechtige feestviering van den alge-
meenen Nederlandschen stam?
Wij sturen daarom ook onze
hartelijkste gelukwenschan aan het
hoofdcomiteit der Nederlandsche af
deeling, het heeft lekker gedineerd
met zijn grootste vijanden, vijanden
op Nederlandsch taalgebied
Proficiat, wel bekome het u
Die Nederlandsche officieele perso-
naadjes, waaronder ministers aanwezig
waren, ontvingen dan nog ale beloo
ning hunner uitnoodiging vanwege die
anti Nederlandsche bladen anders niet
dan misplaatste spotternijen 1
Die bladen dreven dus den spot met
hetgeen een volk het liefste en het
kostbaarste op aarde heeft, het grootste
ideaal zijner nationaliteit.... zijn
moedertaal.
Het verwijt is scherp, maar he tschijnt
ons verdiend, zegt de „N. Ct." Op
het gebied van „praktisch sympathie-
betoon verwent onze natie de wakker
strijdende Vlamingen gemeenlijk niet.
Wat te bejammeren valt. Hoe blij was
het hun, toen bij het vluchtig bezoek
van koning Albert aan de Ned. afdee-
liDg het „Leve de Koning I" het „Vive
le roi J" overstemde. En wat waren ze
tevreden en gelukkig toen rar. Regout
zijn openingsspeech in het Hollandsch
hield. Thans zijn ze weer onnoodig
gegriefd.
Eo dat spijt ons ten zeerste.
De drukfe in Amsterdam. Over
den toevloed van feestgangers geduren
de de afgeloopen week' te Amsferdanij
deelt „De Tel." eenige cijfers mede.
Het drukst was het Maandag j.l. Al
leen op het Centraalstation, waar in
normale tijden op weekdagen niet meer
dan 5 4 6 duizend reizigers arriveer
ren, zijn dien dag niet minder dan
44.000 menschen aangekomen, ongeveer
12.000 uit het Oosten, 14.000 uit de
richting Zaandag en de rest uit de
richting Haarlem. Die 44.000 men
schen keerden voor verreweg hef groöï-<
ste deel dienzelfden dag weer terug.
's Avonds yan KaJftien af, maar voor
al tusschen elf uur en half twaalf^
werd het Centraalstation dan ook ais
het ware bestormd en op een oogen-
blik waren de perrons zoo vol, dat
men, om ongelukken te voorkomen,
hóewei -men daar anders noode toe
overgaat, een poosje de toegangen tof
het station moest afsluiten. Teneinde
die ontzettende menschenmassa te kun
nen vervoeren, moesten tusschen tien
uur en halféén niet minder dan twintig
extra-treinen worden ingelegd, terwijl
alle andere treinen buitengewoon ver
sterkt werden.
Dank zij de buitengewone krachts
inspanning van het personeel, daf on
der Iteiding van den stationschef, ,den
heer J. H. KrapeLs, het uiterste ge-
presterd heeft, slaagde men er in, vóór
één uur 's nachts, dus „een uur later
dan in gewone tijden de laatste trein
vertrekt, alle passagiers te vervoeren.
Ook de gemeentetram heeft het nog
nimmer zoo druk gehad. Op den
jongsten 2en Pinksterdag werden 233
duizend passagiers vervoerd. Dat was
tot dusverre hei hoogste cijfer van een
dag. Echter op de neersten dag van
de Juliana-feestweek, na den intocht,
vervoerde de tram 261.000 passagiers.
Des Vrijdags was het cijfer nog hooger,
nJ. 269.000; des Zaterdags iets min
der 252.000; Zondag echter 281.000, en
Maandag, den dag van den optocht,
werden niet minder dan 348.000 men
schen vervoerd.
Vlekfyphus. Naar wordt medege
deeld, mag worden aangenomen dat het
te 's-Gravenzande wel zal blijven bij
de twee geconstateerde gevallen, dank
zij de samenwerking van gemeentebe
stuur en den inspecteur der volksge
zondheid. De twee patiënten zijn jon
gens van 6 en 17 jaar en ze maken
het beiden goed. Voor afzondering en
observatie der huisgenooten is voldoen
de gezorgd; ontsmetting en verbran
ding van goederen heeft op ruime
schaal plaats gehad. Zij, die gewoon
zijn in dezen tijd Kun hart t-e gaan
ophalen aan de beroemde 's-Graven-
zandsche asperges^ ter plaatse toebe
reid, behoeven geen besmettingsvrees
te koesteren. De vijand hier de ty
phus is omsingeld en ingesloten, kan
meen kwaad meer stichten.
Ook 'n tfscheid
Het soc.-dem. raadslid Jansönius
hield wegens vertrek uit de gemeen
te op lid van den Raad te Smallin-
gerland (Fr.) te zijn.
Op de volgende wijze werd af
scheid genomen, volgens „De Vrije
Fries"
De heer Jansonius zegt dat het on
geveer 12 jaar is geleden, dat hij de
raadszaal hier is binnen getreden
[Weinigen zijn hier thans meer te
genwoordig, met wie hij toen kennis
maakte. Veel is er sedert dien tijd
anderd. In al die jaren, zegt spr., heli
heb ik een zeer werkzaam aandeel
genomen aan de besprekingen en heb
ik volgens mijn meening mijn best
gedaan om de belangen der emsent
te bevorderen. Hij brengt een woord
van dank aan den voorzitter, aan
B. en [W., den secretaris en zijn mede
raadsleden, voor de wijze, waarop
men in den regel, niettegenstaande
verschil van meening, heeft kunnen,
samenwerken en gaa,t heen met den
wensch, dat de leden, die hier thans
zitten, hier mogen blijven, neen,
maaT dat zij plaats mogen maken;
voor zijn geestverwanten. Voorts
wenschte hij, dat het allen ook in
het vervolg goed moge gaan.
De voorzitter: „Nu u, mijnheer
Jansonius, ons gaat verlaten, wil
ik ook een enkel woord zeggen. Het
doet mij1 genoegen, dat u persoon
lijk zoo met zelfvoldoening op uw;
FEUILLETON.
4)
„Peter Jeppe, die Deen is weer
dronken en wil vechten. W» hebben
nog laat in da herberg gezeten sa
men. en nu wil hij mij te lij i-
Blijf hier staan, ik zal je helpen.
(Wacht echter even, tot ik een lan
taarn gehaald heb." - Toen Trom
holt een oogehblik .laiter het huis
weer verliet, za,g hij' 1 eter Jeppe,
een ruwen, sterken kerel, die zich al
meermalen aain allerlei ruwheid en
baldadigheid schuldig had gemaakt,
langs het huis sluipen.
Met een paar schredén Was lrom-
holt naast hem, en het volgende
oogenblik greep hij met ij zieren vuist
den kerel in den nek.
„Ellendeling, ben je al weer dron
ken Ik zal je leeren, je ordelijk te
gedragen."
Met die wóórden' stiet ilromhoit
'den plotseling ontnuchterde, die zich
tandenknarsend boog onder Ri
chard's zware vuist, yoor zich uit
naar een der arbeiderswoningen toe.
Daar trok hij hard aan de bel,, en ter
stond daarop verscheen de opzichter
met verschrikt gelaat in de deurope
ning. w
„Sluit den kerel in een van jé ka
mers op," beval Tromholt. „Morgen
om negen (uur moet hij' op- jhiet kantoor
komen, da|n zal ik met hem afreke
nen."'
De man knikte, en Peter Jeppe
volgde, zijn meester een dreigenden
blik toewerpende, de|n opzichter in
huis.
[Tromtolt begaf !z!iqh.w|aeir naair bin
nen en wilde zich juist opnieuw te
slapen leggen, toen nog .eens een luid
geraas hem naar buiten deed snellen.
Reeds van verre zag hij' Peter Jeppe
en den opzichter in Woedend gevecht.
Do laatste vlocht a,ls een wanhopige,
maar tegen den reusaehtigen Deen
moest hij het toch afleggen. Deze be
werkte hem! met zijn vuisten zóó,
dat 'een ongeluk bijna onvermijdelijk
geweest war© zonder Tromholt's tus
schenkomst Maar zoodra, hij den di
recteur- naderbij zag komen, sprong
Jeppe op, liet zijn slachtoffer los en
nam de vlucht. i
Op eenigen afstand gekomen,
wendde hij; zich nog eenmaal om en
sprak miet, schorre stem: „Past op,
jelui! Als da roodo haan bij je op
het dak kraait, dan weet je wie het
gedaan heeft, hoor!"
Do opzichter was intusschen, zich
het bloed van het voorhoofd vegen-
de, op zijn heer toegetreden. „Hij
overviel mij in de galng," sprak de
man, „drukte mij1 tegen den muur en
dreigde, dat hij' mij zou doodslaan,
als ik hem opsloot,. Toen ik hem op
uw bevel wees, pakte hij! mij onver
hoeds vast, wierp mij tegen den
grond1 .en wilde op de vlucht gaan
Toen snelde ik hem na en greep hem
bij do keel Ma,ar hij is sterker dan ik
en....
„Jai, ja, het overige héb ik gezien,
Glas," viel Tromholt hem in de rede.
„Ik hoop nu maar dat je niet ernstig
gekwetst bent. Ga naar bed, morgen
zullen we er verder over spreken.
Hij moet onschadelijk gemaakt wor
den en we zullen de justitie dus la
ten waarschuwen." i
Toen Bianca en Richard elkander
den volgenden morgen aan het ont
bijt ontmoetten, vroeg mevrouw von
Gun ar angstig na,ar hetgeen er dien
nacht was voorgevallen ;En t,oen
haar broeder haar alles verteld had,
sprak ze haar bezorgdheid, uit, dat
do woesteling zijn bedreigingen mis
schien heel spoedig zou uitvoeren.
Tromholt haalde; luchthartig de
schouders op.
„Blaffende honden bijten niet,"
sprak hij1 „Overigens zit hem mor
gen de politie al op de hielen. Van
nacht z:al ik wachten uitzetten en de
bonden lós laten. Maar wat is dat,"
violvhij zichzelf in de rede, terwijl
zijn oog op het adres van een brief
viel, dien de, bediende juist binnen
bracht
De inhoud v:an het schrijven luidde
als volgt:
„Den heer Richard Tromholt.
Trcllheide
Ik ben voornemens, den vijfden de
zer met mijn geheele faimilie op Lim-
forden te komen, en verzoek u daar
om, uw! inspectiereis pa,ar Troll-
heide te onderbreken en op dien da
tum! terug te zijn Ik breng dus mijn
vr ouw, mijh dochter Suzanne en mijn
aanstaanden schoonzoon, graaf Utz-
lav, mee Hoofdzakelijk om den laat
ste heb ik! tot deze reis besloten Mon
deling; hierover méér.
Hoogachtend,
John Ericius."
Richard bleef langen tijd onbewe
gelijk voor zich uit staren „En nu
had ik mij nog al zulk ee(n heer
lijk samenzijn met jou gedroomd, Bi
anca," sprak hij eindelijk tot zijn
zuster, die hem al dien tijd 6cherp
gadegeslagen had. „Dat genoegen
wordt nu ook al weer verstoord"
„iWa,t is er dan," vroeg de jonge
vrouw.
„Hier, lees zelf maar," antwoordde
hij;, en reikt© haar den brief toe Een
uitroep van verbazing ontsnapte aan
Ilianca's lippen „.Wat moet dat nu
beteekene'n, Richard," vroeg .ze. „En
wat eindigt die brief zonderling. En
- en vind ja het niet onkiesch van
haar, dat zij: in die reis heeft toege
stemd? Ze kon toch wel begrijpen,
dat het jou pijn moest doen, haar in
gezelschap van haar verloofde te ont
moeten
„Dat zijn heel wat vragen opeens,"
antwoordde Richard somber. „Raad
selachtig is dat slot zeker, en niets
kon mij ongelegener komen dan nu
juist naiar Limforden terug te moeten
keeren. Maar wat gij van Suzanne
gezegd hebt och, vroeger of later
moesten we elkander toch weer on
der de oogen komen. En bovendien,
drie jaar is immers een heel lange
tijd!"
Tromholt sprak niet verder, hij
trad naai- het venster en keek naar
buiten'. i i
Een uurtje later maakte hp zijn
gewóne dagelijkSche inspectie over
het geheele goed.
Er werkten daar hónderd dertig
arbeiders. Do m'achines stampten van
den morgen tot den avond, en groote
riviervaartuigen werden beladen met
da turf, die ze dan langs de kleine
rivier, die het goed doorsneed naar
de kust, vervoerden,
■'(i M til ;d
Den volgenden dag vernam Ri
chard, dat de marechaussees Peter
Jeppe nog niet hadden kunnen vat
ten, maar da,t ze hem toch spoedig
in .handen hoopten te krijgen. Dat
'stelde Tromholt nu wel gerust, maar
hij stond er toch op dat zijn zuster
hem' vergezelde, toen hij twice dagen
later naar Limforden vertrok. Bian
ca) had, met 'het oog .op do familie
Ericius, liever op Trollheide den te
rugkeer van haar broeder afgewacht.
Maar toen deze haar verklaarde, dat
hij! ook op Limforden in zijn eigen
huis was en dat ze daar als zijn gast
van de familie Ericius volkomen on
afhankelijk was, gaf ze haren tegen
stand niet alleen op, maar stemde
er in toe, voor heel het verder gedeel
te van haar verblijf zich op Limfor
den te [vestigen'.
Ze deden de reis in een open rijtuig
en kwamen in den laten namiddag op
Limforden aan Reeds hee1 het laat
ste uur van den tocht waer in het
landschap een merkwaardige veran
dering gekomen, en die verandering
viel, nu ze de grenzen van het land
goed overschreden hadden, al heel
sterk in het oog
Een buitengewoon weelderige na
tuur was in de plaats getreden van
het dorre heidelandschap. In indruk
wekkende statigheid verhief zich op
den achtergrond van e>en groot veld,
door een aantal kleinere gebouwen
omringd, het heerenhuis, een oud op
een kasteel gelijkend gebouw, dat
eenmaal het stamgoed der familie
von Fock geweest was. Dm zijn
vrouw een genoegen te doen, die op
alles wat haar geslacht betrof, een
bijzonder groot zwak had, had Eri
cius het goed gekocht.
Het huis van den directeur lag
onder een reusachtige kastanjeboom
verborgen naast dat van den hoofd
inspecteur, een zekeren heer von Al
ten. i
Wordt vervolgt.)
NIEUWE NAARLEMSCNE COURANT TW«£?1L*D.