DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Een man van ijzer.
Uitkeering van
driehonderd
gulden.
HAARLEÜISCHE ALLEOAGJES
SCinffephuisvesi 23-31-33? Haarlem
driehonderd gulden
Gemengde Buitenlandsche berichten
Een andere Paschen-berekening
Woensdag 22 juüb 1910.
35ste Jaargang Mo. 7222
Bureaux van Redactie en Administratie
Sniercommtanaal Telefoonnummer 8426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Heden wordt aan onzen
abonné Th. MILATZ,
wien dezer dagen een
droevig ongeval over
kwam, volgens art 3
derde lid van de polis
voorwaarden de hem
toekomende som van
uitgekeerd.
Dit nummer bestaat
uit twee bladen.
EERSTE BLftP.
De Houtpoort.
De ware reden.
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
FEUILLETON.
HWE HURLEMSCHE COUR/SHT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem f 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
PRIJS DER ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent) Iedere regel meer 10 cent
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regel. (Buitenland 20 cent
Reclames dubbel tarief
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cent (i contant).
1001
Alle betalende abonnés op. dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
410
GULDEN bij
overlijden.
GULDEN tij
verlies van een
hand of voet.
GULDEN bij
verlies ^an
éen oog.
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
één anderen
vinger.
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederiandsche Credietbank Nieuwe Gracht 11
DE ADMINISTRATIE,
No. 2.
Een poort, die geen poort meer is
Daar is een <heele campagne ge
feest thans liooren we er niet van
.tegen de "bestendiging van den
huidigen toestand aan lie Groote
Houtpoort. 1 1
Velen willen de Eeide huisjes, over
blijfselen van den ouden toestand,
IWeg hebben ter verruiming van de
Btraiat en vergemakkelijking van het
Verkeer.
Maar wa;t deed lie. gemeente on
langs 1
Toen er dp da allep-allereerste
plaats toch reden was om het ver
keer te vergemakkelijken, 1 toen
elk beletsel van het verkeer zelfs
hoogstgc vaarlijk kon worden,
toch men eigenlijk ik weet niet wat
had moeten doen om vterkeersverhin-
Öeren op te ruimten, "bij! het
bezoek van da Koningin en den
Prins heeft de gemeente de ruimte
•kusschen die twee poorthuisjes, in
Piaate van vergroot, nog vernauwd!
Averechtoche manier van doen!
Gelukkig zijn er geen ongelukken
I gebeurd, al was het op de Hout-
brug vooral na het bloemencorso
angstwekkend vol.
Maar oandat er van de beid© Vesten
finks en rechts geen gerij1 was, en
alles in eene richting ging, liep het
hog goed af.
Doch als nu eerlang de electrische
komt rijden, zal men dan iie twee
„dobbelsteenen" nog in eere houden
Ze zijn pas opgeverfd en opgeknapt,
dus er schijnt niet Veel animo te be
tes taan, om ze af te breken. En
toch zouden we zeggen, dat daar
mee zoo gauw mogelijk een begin
moet gemaakt wordenOnze moder
ne tijd wil niet alleen verkeersverge-
makkelijking, maar ook, op allerlei
gronden, verbreeding der verkeers
wegen. En niet het minst op grond
der veiligheid voor voetgangers en
anderen
iWelnu: elke voerman, elke fiets
rijder, weet hoe gevaarlijk de hoe
ken zijn vóór de Groote Houtpoort,
en menig .voetganger heeft er al eens
een „sauve-qui-peut" moeten meema
ken.
Daarom hoe eer de twee „dobbel
steenen" aan de Houtpoort verdwe
nen, zooveel te beter! I
[Wij verstaan het, dat geloovige
en ijverige protestanten, onder den
indruk van al het geschrijf, de por
tee der Encycliek, hare bewoordin
gen en bedoeling niet juist kennende
ineen en verongelijkt te zijn, en nu
protesteeren.
Dat is begrijpelijk, en daartegen
kunnen wij slechts de ware betee-
kenis en het ware verhand der*
veel gecritiseerde zinsneden, die zoo
ten onrechte gemeend worden, voor
„de Protestanten" in het algemeen
grievend te zijn, duidelijk maken.
En zoo we dit betreuren te moe
ten doen, wij blijven er kalm onder.
Maar we zouden onze kalmte haast
verliezen hij het zien van het fel,
hatelijk gestook, dat van andere zij
de dan van geloovige Protestanten
komtil
Daar is hijvoorbeeld de „Frank
furter Zeitung."
Een blad in de haniden Van het
joodsche groot-kapitaal, een hól-
werk der vrijdenkers en jder móest-
moderne levens-opvattingen, ©en
steunpilaar voor 't ongeloof en apti-
olericalisme.
Welnudit blad heeft in de laatste
weken niet opgehouden, tegen de
Katholieken te stoken, in de hoop
van politieke winst natuurlijk voor
de liberalen.
En de laatste Vondst is nu: „men
verzamele in gansch Duitschland
geld voor de oprichting van eeni
Luther-kerk tegenover het Vaticaan
te Rome, als een protest tegen den
Paus"-
Liet nu weldit plan Van een Hu
ther-kerk te Rome als protest, komt
niet van geloovig-protestantsche,
doch van.... joodsch-liberale zijidef!
En wil men de ware reden van het
plannetje nog nader kennen, leest
dan deze duidelijke- en teekenende
zinsnede
„Zooals de zaken nu sta,an, zal
„het benoodigd© bedrag .in enkele
„ma-anden bijeen zijn, temeer daar
„alle vrije denkers, die reeds lang
„aan de kerk ontgroeid zijn, gaarne
„daartoe zullen bijdragen
Daar hebt ge het!
Niet ter wille van het Protestan
tisme, niet vóór de Protestantsche
kerk, ma,ar tegen R ome ga,at het!
En als het maar „tegen Ro-me" is,
dan willen alle „vrije denkers" van
het slag der „Frankfurter", die im
mers al zoo lang „a,an de kerk ont
groeid" zijn, wel een duitje er voor
offeren
Tegen Rome, de ware reden van
het kabaal wordt nu verklapt!
Deze Duitsche liberale krant is
wel wat al te onhewimpeld-royaad in
z'n uiteenzettingendan doen het
Amsterdamseh© „Handelsblad" vol
vroomheid, en de „Nieuwe Rottl
Ct." die er de predikanten vóór-
spant, .het zaakje toch handiger!
Er is in de veelbesproken en lang
durige KRETA-kwestie weer eens een
nieuw voorstel ingediend, ditmaal al
weer door Rusland.
De regeering van den Czaar vindt n.I.
dat men het beste de zaak kan oplos
sen met
GEWEER EN KANON,
en dat at die onderhandelingen tóch
niets geven. Daarom stelt de Russi
sche regeering voor, evenals vroeger,
een voldoende troepenmacht van de
beschermende mogendheden op het ei
land te landen. Gesteund door die troe
penmacht kunnen dan de vier mogend-
den op het eiland weder een voorloo-
pige regeering instellen, die het bewind
zal hebben totdat er eindelijk weer
eens gelegenheid komt voor een defini
tieve regeling.
.Wat de drie andere mogendheden
daarop hebben geantwoord is nog niet
bekend; maar wordt dit voorstel aange
nomen, dan zal het de openhartige be
kentenis zijn van een totaal onjuiste
opvatting, door deze mogendheden, y-an
de taak die zij in 1898 hebben aan
vaar <L,
Nu echter de mogendheden niet in
staat gebleken zijn een definitieve op
lossing te vinden 'is het wellicht het
beste, dat zij ook de Kretensers belet
ten in de toekomst door eigenmachtig
optreden een beslissing uit te 'lokken.
Wanneer het eiland weder bezet wordt
door de troepen der mogendheden, heb
ben de Kretensers geen reden om zich
te beklagen, of zich gekrenkt te gevoe
len.
Het Russische voorstel is toch klaar
blijkelijk niet gericht tegen de Kreten
sers, maar tegen Turkije. Men vreest
in Europa de onaangename gevolgen
van een oorlog in den Balkan, en. wil
dien voorkomen.
Zoo Turkije er toe overging de Kre-
tenserkwestie o-p eigen gelegenheid te
regelen, dan moest het beginnen dit
eiland, dat toch het rechtmatig bezit
.van het Ottomaansche Rijk is, te be
zetten. Dat zou voor de beschermen
de mogendheden echter niet aangenaam
zijn, zoowel wegens de beleediging, die
daarin voor hun beheer gelegen is, als
wegens het gevaar voor verwikkelingen.
En daarom willen zij alles bij het
oude laten, en opnieuw recht doende,
overgaan tot denzelifden maatregel, dien
zij twaalf jaren geleden ook namen,
en sedert eenige jaren als niet meer
noodig, hebben opgeheven.
Intusschen vinden de TURKEN
dit voorstel allesbehalve prettig, en
neemt daan de opgewondenheid toe.
„Tegen Griekenland", is nu de
leus, en dat de Turken het daarmee
eens zijn "bewijst wel de uitbreiding,
die
DE BOYCOT
met den dag aanneemt. E|n deze kan
gevaarlijke gevolgen hehben.. Koop
lieden toch van Helieensche nationa
liteit vormen in Turkije de voor
naamste elementen uit de handels-,
hank- en zakenwereld. Hun aantal
bedraagt alleen .in Konstan tin opel
50.000 man- Doch bovendien zijn er
nog wel vijfmaal meer Grieken van
Ottomaansche nationaliteit; het is
moeilijk deze heide groepen van Grie
ken uit elkander te houden.
Do .boycot onderscheidt zich van
die tegen Oostenrijk, .dat hij een:
onverzoenlijken haat doet ontstaan
tussohen Turken en Grieken. Het
kustverkeer tusscben de Turksche
havenplaatsen wordt voornamelijk
door Grieken uitgeoef end, en is bijna
geheel gestaakt. In tal van zaken
wordt de invloed van den boycot
onaangenaam merkbaar.
'Daarbij neemt de persoonlijke op
gewondenheid tnsschen Grieken en
Turken voortdurend toe, en een on
bedachte daaid, een kleine oorzaak is
er slechts noodig, om dadelijkheden
te prövoceeren, waardoor de geheele
rust ©11 .vrede, die de mogendheden
zoo algemeen willen ."bewaren, be
dreigd zal worden.
Reeds wordt gemeld, dat een aan
tal Grieksche huizen in Turkije hun
ne betalingen zullen móeten staken.
Het departement van binnenland-
sche zaken te Konstantinopel heeft
nu wel een circulaire rondgezonden,
waarin wordt uiteengezet, dat de
mogendheden dó Kretenser-kwestie
zullen oplossen, en waarin wordt
gewaarschuwd tegen daden, die de
Turksche belangen aanmerkelijk
kunnen benadeelen.
Maar zal dit wat helpen?....
Vorstelijk huwelijk. Men meldt,
dat het huwelijk tusschen prins Victor
Napoleon en prinses Clementine van
België 15 Augustus op hjet kasteel Mon-
calieri bij Turijn voltrokken zal wor
den. B,eiden zijn 'daar nu op bezoek
bij prinses Clothilde, de moeder van
prins Victor Napoleon.
De Duitsche keizer zou z'ch heden,
Woensdag, naar Altona begeven om aan
boord van de „Hohenzollern" te gaan,
waarna hij bij Ballin, den directeur der
H.-A. lijn zou dejeuneeren. Het „Tage-
blatt" had een onderhoud mat 's kei
zers lijfarts, dr, Niedner, die sinds acht
jaren den keizer geregeld behandelt.
Het verhaal eener operatie was totaal
verzonnen; er was slechts sprake van
een bloeduitstorting in jde rechterknie,
tengevolge van een te 'langen rit «te
paard na zijn Engelsche reis, misschien
ook van geforceerde kamergymnastiek,
waar de keizer dagelijks aan doet. De
doctoren vonden het pech dat zoo kort
na de bloedvin aan de hand, dit geval
zich voordeed en verklaarden terstond,
dat beide gevallen niets met elkaar te
maken hadden .De knie werd met natte
omslagen behandeld. De keizer is wer
kelijk gezond, gevoelt zich wel en loopt
zonder steun, hoewel nog wat moeilijk.
Hij zal de Kieler Wpche zeker kunnen
meemaken en Hamburg bezoeken. Ten
slotte zeide de arts„Er is geen aan
leiding iets te verzwijgen, daar kunt
gij zeker van zijn."
Noodlottige huisinstorting te Lem-
berg. Uit Lemberg komt het bericht,
dat in de Jodenwijk aldaar in den nacht
van Zondag op Maandag een huis van
drie verdiepingen is ingestort, waarbij
de plafonds van alle drie verdiepingen
in de diepte stortten en een menigte
der bewoners onder hun puinhoopen
begroeven. Onmiddellijk werd met het
reddingswerk begonnen, waaraan ook
politie en militairen deelnamen. Tot
op Maandagmiddag waren 8 dooden en
evenveel zwaar gewonden onder de
puinhoopen vandaan gehaald. Men
vreest echter, dat zich nog een groot
aantal slachtoffers onder de steen- en
houtmassa's bevindt, daar het huis be
woond was door veel kleine gezinnen.
Hartverscheurende tooneelen speelden
zichop de plek des ónheils af. Een
gezinshoofd, dat zijn heele familie ver
loor, is waanzinnig geworden en moest
naar een krankzinnigengesticht worden
vervoerd. Van treurige belangwekkend
heid is de omstandigheid, dat de eige
naar van het huis, een zekere Samuel
Menkes, reeds sedert geruimen tijd gele
den van het stadsbestuur last had ge
kregen, het sedert lang als bouwvallig
bekend staande huis af te breken, en
den bewoners aan te zeggen, dat zij
moesten verhuizen. Menkes teekende
echter beroep van dezen last aan bij de
hoog ere autoriteiten, hetgeen ten gevol
ge had dat deze het beroep inwilligden
en het desbetreffende gemeen (©raadsbe
sluit vernietigden. Latere berichten mel
den, dat er minstens 30 personen on
der de puinhoopen begraven werden,
waarvan er 10 zijn omgekomen.
Het spoorwegongeluk bij Ville-
preux. Het ministerie van publieke .wer
ken heeft een lijst van achttien slacht
offers gepubliceerd. Acht lijken verkee-
ren echter in zulk een toestand, dat zij
onkenbaar zijn. De herkenning zal zoo
niet onmogelijk, toch uiterst moeilijk
zijn.
Te Villepreux komen nog voortdurend
familie en vrienden aan van personen,
die, naar men vermoedt, zich in den
trein hebben bevonden, om inlichtingen
omtrent hen in te winnen. Ongelukkig
zijn de overblijfselen van vele lijken be
slist onkenbaar geworden, en moet men
uit een of ander voorwerp of klee-
dingstuk de identiteit trachten vast te
stellen. Zoo werd het lijk van den
heer Hellard uit Saint-Remy-sur-Ave
herkend aan een ring, dien men in de
puinhoop.en vond» Vrienden van dr.
Baumany hebben hem meenen te her-
nen aan zijn hoed. Alle voorwerpen, die
op de plaats van het ongeluk worden
gevonden, zijn in een afzonderlijke zaal
neergelegd. Al de lijken en de overblijf
selen der lijken zijn gisterenavornd ge-
kisf. De kisten zijn in een loods ge
plaatst, die in een rouwkapel is ver-
waakt. Een meisje van 14 jaar, dat
anderd. Zij worden door gendarmen be-
na geheel verkoold was, werd herkend
aan haar schoenen, die onbeschadigd
waren gebleven en aan een ring, dien
men op de overblijfselen terugvond.
Een ander herkende zijn vrouw slechts
aan een sleutelbos, die op een ver
schrikkelijke massa van gebroken hout
werk werd teruggevonden. Ontzettende
tooneelen spelen zich voortdurend af op
het station en in de zalen waar de ver
schillende overblijfselen bewaard wor
den. 'n Jonge vrouw is plotseling krank
zinnig geworden* Maandagmorgen om 5
uur heeft men nog twee lijken gevon
den, die eveneens verkoold onder de
machine van den express lagen. De da
tum der begrafenis zal worden vastge
steld door den prefect in overieg met
den minister van binnenLandsche zaken.
De „Pluviöse". Gisteren is, naar
uit Calais gemeld wordt, het laatste lijk,
het zeven-en-twinligste, uit de gezonken
onderzeeër „Pluviöse" te voorschijn ge
bracht. De Laatste aangebrachte lijken
verkeerden in afschuwelijken staat In
een tot chapelle ardenta "ingerichte
loods aan de haven rust nu tijdelijk het
stoffelijk overschot der zeven-en-twintig
mannen, die in de kracht van het le
ven zulk een afgrijselijken (dood vonden.
Wanneer de begraefnis zal plaats heb
ben is nog niet bekend»
Weer een aanslag. Op den Russi
sch en minister-secretaris Doemilxasch-
ko, die thans de Siberische spoorwegen
inspecteert, is een aanslag gepleegd. De
dader loste twee revolverschoten op het
venster van den salonwagen, waar Doe-
mitraschko tegen aanleunde. De secreta
ris blee fongedeerd .terwijl de dader ont
kwam*
Geruimen tijd geleden hebben wij in
een uitvoerig artikel geschreven over
een plan om wijzigingen te maken in
den kalender, waardoor dan voortaan
Paschen zou vallen op een vastendag,
n.L den eersten Zondag na 4 April.
Dit plan gaat uit van de Maatschap
pij van Nijverheid in ons land, en ei
genaardig is dat het door twee Haar
lemmers, Gr. S. de 'Clercq en Mr. En
schedé, voorzitter der Kajmex van Koop
handel alhier, gisteren is verdedigd in
eene internationale vergadering van Ka
mers van Koophandel, welke dezer da
gen te Londen wordt gehouden. Di4
congres zal nu nadere maatregelen ne
men om de nieuwe berekening van het
Paaschfeest zoo mogelijk fat werkelijk
heid te maken.
16)
'N,a een korte pauze sprak hij plom-
Weg„Neen, waarde Tromholt. Uit
dat voorstel kan zich voor Alten,
noch voor u ,of mij iets goeds voor
komen Openhartig gesproken, wij
hehben ons beiden in Alton's ge
schiktheid Voor het bestuur van een
zoo uitgestrekt goed als Limiforden-
Trollheide vergist. (Uw zwager is,
afgezien van zijn andere goede hoe
danigheden, vlijtig, eerlijk en
nauwgezet 1— maar een Tromholt
is hij bij lange na niet. Wij z;ijn overi
gens ook te zeer verschillende nai-
turen om óp den duur samen te wer
ken, ik moeit u eerlijk zeggen dat ook
al zou ik eigenaar van Limforden
blijven, ik Alten op den duur niet
in zijn betrekking zou kunnen hand
haven. En ook hij zelf verlangt naar
Verandering, als ik mij' diet sterk
vergis. [Wil hij zijn vroegere betrek
king van inspecteur meer hervat
ten, daar heb ik niets tegen. Daar
voor is hij geschikt, en dan wordt
onze verhouding vanzelf ook beter."
.beleefden toon zijn leedwezen uit,
dat de graaf het met Alten blijkbaar
zoo slecht vinden kon en besloot m;et
de bólofte, dat bij over de zaak na
denken en er op terugkomen zou.
A an bet slot van bet gesprek in
formeerde de graaf naar Utzlaa'.
„Juffrouw Din a Ericius, met wie
ik druk correspondeer, en van wie
ik nog kort geleden een brief ge
kregen heb, weet niets van hem;.
Kunt u faij misschien zeggen waar
hij is en hoe het hem gaat
„Ja," antwoordde Tromholt een
voudig. „Hij heeft erg veel tegen
spoeden ondervonden, die intusschen
zijn karakter gerijpt hebben. Op het
oogenblik is hij hij mij in dienst en
maakt- het zeer goed."
„Wat zegt ge, graaf Utzlar bij'
u in dienst!" Snarre zette groote
oogen op en meende blijkbaar, dat
Tromholt den draak met ham stak.
Over Richard's gelaat gleed een
beminnelijk, ©enigszins ondeugend
lachje. i
„Ja, meneer de graaf," sprak hij1,
„ik begrijp dat u zich daarover vetr-
baiast.
En ik moet dap ook erkennen, dat
twee jaren geleden geen gedachte
verder van mij geweest zou zijn den
graaf Utzlar nog eens op die manier
de broederhand te zullen reiken.
Maar de man was diep ongelukkig
Tromholt streek, blijkbaar heftig
omgewonden, langs zijp zwarten1 hij had na het verbreken zijner
baard. Hij ging intusschen piet ver-1 verloving mót juffrouw Suzanne Eri-
der op het onderwerp in, sprak op cius heel zijn kapitaaltje er door
gebracht en wilde nu werken.
Door een gewetenloozen compagnon
bedrogen en vap zijn allerlaatste
middelen beroofd, kwam hij1 .bij mij
om hulp. Op het gerucht van zooveel
ongeluk en ellende, als w;aaron.der
Utzlar blijkbaar gehukt ging, zweeg
in mij al het andere, en op gevaar af
dat mijn handelwijze door de familie
Ericius verkeerd beoordeeld z,ou
worden, heb ik Jfcepil aan werk ge
holpen." - Y
„Tromholt," riep graaf Snarre op
springend en hem de hapd reikend,
„ja bent toch een pracht van een
kerel. Ik gaf er veel voor als ik mij
uw gelijke wist!"
Hij sprak de waarheid. Hoe klein
kwam de schitterende aristocraat
zich op dit oogenblik voor naast den
eenvoudigen, allen lof afwijzenden
burgerman, die alleen in trouwe
plichtsvervulling tegenover zichzelf
en anderen zijp geluk vopd
„Wat hebt ge in den laatsten tijd
van de familie Ericius geboord,"
vroeg do graaf plotseling.
„Niets, meneer de .graaf. Ik sta,
niet met de fapiilie in briefwisseling,
en ook Alten beeft mijl in den laat
sten tijd niets over ben geschreven."
Een oogenblik keek de graaf
Tromholt, die met afgewend gelaat
deze woorden gesproken hail, sóherp
aan, maar hij vroeg niet ver-der. Nog
©enige oogenblikken spraken dah.ee-
ren met elkander, daarna noodigde
Tromholt den graaf voor den vol- dan ook vólkomen recht, na mjjn
genden dag aan zijn tafel.
In do huiskamer der familio Eri
cius zat Suzanne a,cht dagen later
bij1 haar moeder. De beide dames
hielden zich met ©en handwerkje be
zig, toen opeens Dina met een brief
in de hand id© kamer binnen kwam
stormen. „Nieuws," riep ze uitgela
ten, „heerlijk nieuws, boor!"
Suzanne was bij, het onstuimig bin
nenkomen van haar zuster niet wei
nig verschrikt opgestaan. Zooa,ls
dikwijls gebeurde, waren ook nu
hare gedachten ver afgedwaald van
de sierlijke kantwerken, waarmee
ha,ar vingers als werktuigelijk bezig
waren Er vloog e.en lichte blos over
haar gelaat, terwijl haar blik in
spanning op den brief gericht bad,
dien Dina. nog .steeds heel geheim
zinnig heen en weer zwaaide.
„Welnu, van wien is het nieuws,"
vroeg mevrouw Ericius. .„Vap
graaf Snarr© misschien Daar ziet
de brief wel, het meest na,ar uit."
Met plichtstatig gebaar vouwde
het jonge meisje bet schrijven open
en begon, zonder de vraag vaP hare
moeder direct te beantwoorden, te
lezen
„Beste juffrouw Dina.
Dat- ik dezen brief, op Snarre a,an
mijn schrijftafel zittende, tot n richt,
zal ten gevolge hebben, dat er .een
diepe rimpel van ontevredenheid op
uw schoon voorhoofd komt. U, hadt
zoo langdurige afwezigheid te ver
wachten, dat ik n en de uwen het
eerst kwam bezoeken. Ik had dus
ik' geef het toe allang op den Dris-
texnbrokerweg mijn opwachting moe
ten maken. Maar weet u, het beste
bewaart men altijd erg graag tot bet
laatst, en ik zeg u niets dan de
waarheid, wanneer ik verklaar, dat
ik er hartelijk naar verlang, nog'eens
anders dan op papier door u te laten
plagen en vertroetelen. U herinnert
zich nog wel, hoe ge mij bespot hebt,
toen ik ,op mijn reis door de wereld
maar niet kon besluiten, een olifapt
of een dromedaris te bestijgen.
Hierbij gaat mijn fotografie als
Parijzenaar. Zonder er bij te zijn,
hoor ik u al de volle maat uwer
spotternijen over mijn onschuldige
beeltenis uitgieten. Maar van u laat
ik mij dat graag doen! Neem d©
verklaring van mij! a,an. dat ik er
bepaald behoefte a,an heb, mij door
u te laten uitlachen. Wanneer het de
dames Ericus schikt en dat hoop
ik van harte kom ik u binnen on
geveer acht dagen bezoeken en breng
u een opgezette giraffe van de reis
mee. Ik hoop dat ge die kleinig
heid wel zult willen aannemen en
ze een plaats naast uw schrijftafel
waardig zullen keuren.
Steeds in diepe vereering en in
bewondering voor uw zoo beminne
lijke eigenschappen, verblijf ik
Uw toegenegen
TYCHO SNARRE."
„Allemachtig aardig, vindt u ook
niet, mama En wa,t zeg jij er van,
Suzanna," zoo besloot de onstuimige
Dina bare voorlezing.
Suzanna, die daar onbeweeglijk
en met een buitengewoon zachte uit
drukking op het gelaat zat, knikte.
„Ja Dina," sprak ze, „graaf Snarre
is een modern edelman met al de
goede eigenschappen en de gebre
ken van zijn stand. Ondanks al
zijn vooroordeelen, zijn zelfzucht en
ongestadigheid is hij een man van
ridderlijken, loyalen aard. Ik ver
heug mij dat gij zoo goed met hem
kunt omgaan, en ik hoop ernstig dat
hij spoedig .nog wat meer voor je
zal zijn dan een vriend.
„Maar Suzanna," vloog Dina op,
en een donkere blos steeg baar naar
het gelaat, „hoe kun je nu toch
zoo iets zeggen. Wat zou de graaf
zich in zijn adellijke gevoelens ge
krenkt achten, als bij hoorde wat
bier gezegd wordt. Graaf Esbern
Snarre kan immers minsteps aan
spraak maken op een gravin, zoo
niet op een prinses! En dan zoudt
gij- denken, dat hij zijn oog liet val
len op zulk een nietig persoontje
als Dina Ericius! Wat zouden zijn
voorvaderen wel zeggen! De heeren
draaiden zich immers allemaal te
gelijk in bun graf om!
Wordt vervolgd