DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Onze ongelukken-vorzskering
Een man van ijzer.
HAARLEMSCHE ALLEDACJES
DE STEfHBUS.
de heer A. H Smulders.
BUITENLAND.
ICist despisuiswest 29-31-33, HaarNem
Herstemming
PROVINCIALE STATEN.
Jhr. G. S. BOREEl
Jhr. Mr. J. W. G. BOREEL
VAN H0GELANDEN.
A. H. SMULDERS,
Mr. J. H. MONNIK.
d8 heer Mr. J. H. Monnik.
ëemengtle Buitenlaniische berichten
MAANDAG 27 JUNI 99IQ.
39ste Jaargang lo. 7226
Bureaux van Redactie en Administratie
■nteraommunaai Telefoonnummer S426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Onze bestrating.
Dezer dagen wtrd weder
aan een zwaar getroffen
gezin een uitkeering gedaan
van
DRIEHONDERD
gulden, ingevolge art. 3,
derde lid der polisvoorwaar
den.
Verzekert u tegen de gel
delijke gevolgen van groote
en kleine ongelukken door
uw abonnement op de Nieuwe
Haarlemsche Courant.
In herinnering wordt ge
bracht, dat alleen de abon-
ne's, die in het bezit zijn
van een gratis verkrijgbare
polis, bij ongelukken recht
hebben op uitkeering.
DE ADMINISTRATIE.
en
Algemeen Overzicht.
FEUELLËTON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem f 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlijke nummers 0,03
PRIJS OER ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent) Iedere regel meer 10 cent
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regel. (Buitenland 20 cent
Reclames dubbel tarief
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cent («t contant).
1000
Aiie betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolls zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
"=p" m~' 300-=?-- li™ Ns* 60 If;
15
GULDEN bij
verlies van
één anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederiandsche Credietbank Nieuwe dracht 11
No. 6.
De al gemeen e regel is nu wel aan
genomen, dat voortaan klinkers als
bestrating zullen worden gebruikt
daar wa,ar bet verkeer minder idruk
en niet z.g. „doorgaand" is, en keien,
wanneer dit laatste gezegd kan gor
den het geval te zijn.
Dat is de regel, die Mr. Thijssen
nog in de laatste raadsvergaeiiring
erdoor kreeg en waairop aileen de
(Wagenweg de uitzondering is die
den regel dus bevestigt. i
Maar nu blijft nog over de bestra
ting onzer drukke winkelstraten in
het centrum der stad-
Een der raadsleden herinnerde te
recht eraan, dat we in dit opzicht nu
eens moeten weten wat" we willen
vooral nu de electrisch© tram komt
en dus de straat toch zal worden
opgebroken om dan waarschijnlijk
voor geruimén tijd „gelegd" te wor
den.
De asfalteering onzer .winkelstra
ten is dus aan de orde, en moet aan
de orde blijven
Ons dunkt, dat onze iWïnkeliers-
veneenigingen de eerstgerechtigden
zijn om van advies te dienen en den
Raad tot besluiten te nopen.
Een goed voorbereid ajires aan den
Raad met beredeneerde aangeving
van die straten welke voor asfal-
teering in aanmerking moeten ko
men, zou o.i nu eerlang met vrucht
kunnen worden ingediendi
Wij wekken do kiezers met aan
drang op, morgen hun stem uit te
brengen op
.Weer wacht de stembus.
Vooreerst morgen, bij de herstem
ming voor nog twee zetels in de Pro
vinciale Staten, en Wïj hopen dat
de Christelijke kiezers ons advies, ver
leden week in dit blad uitvoerig ge
motiveerd, en hierboven nog eens ge
geven, zullen volgen.
Maar daarenboven moet een groot
deal der kiezers, namelijk die in Dis
trict I en III, a-s. Donderdag twee va
cante plaatsen aanvullen in onzen ge
meenteraad.
Die stemming is er een van groot
gewicht.
En zelfs van méér bellang dan de
verkiezing die wij pas achter den rug
hebben, die voor de Provinciale Staten.
Immers, het geldt nu de samenstel
ling van het, ons 't naasfsitaande be
stuurslichaam, dat invloed uitoefent op
het raderwerk van ons gemeenschap
pelijk samenleven: de gemeenteraad.
En in dien gemeenteraad staat het
met de getalsterkte der Christelijke par
tijen allesbehalve gunstig en rechtvaar
dig!
Door allerlei oorzaken zijn wij in den
gemeenteraad van Haarlem, gezien van
het standpunt eener billijke en evenre
dige vertegenwoordiging, verre ten ach
ter. Waarbij herinnerd moet worden
aan de verliezen, die wij in de laatste
jaren (bij (raadsverkiezingen hebben gele
den en waardoor de getalsterkte der
rechtsche vertegenwoordigers nog acn-
ceruil isgegaan.
Wij hebben en ieder Reehtsch kie
zer hinde zich dit op het hart nu
vooreerst met allen ernst en alle macht,
veel in te halen! Een stad als Haar
lem, die een vertegenwoordiger van
Rechts bezit in de Tweede Kamler,
die den rechtshhen candidaat met vlag
en wimpel in de Staten brengt,
mag in (den Gemeenteraad dan toch niet
tel kens, en telkens het liberalisme zien
zegevieren.
Want dat zou er op wijzen, dat de
groote beginsetvragen ons alleen maar
warm maken, wanneer wij de „groote"
politieke verkiezingen meemaken, ter
wijl wij in het stadsbestuur onverschil
lig blijven en het ons niet aantrek
ken.
Waarvan dan het gevolg is zooals
nog pas is gebleken dat wij op
echt-iliberalistiscihe (wij zeggen met
(voordacht niet: ^liberale") wijze tel
kens en telkens in stad's vertegenwoor
diging in den hoek worden gedrukt,
en dat men ons zelfs een plaats in 't
College van Dagelijksch bestuur wei
gert. v
Afgezien zelfs al van den persoon
der\ icandidaten, lmet welke wijl vol moed
in de Districten I en III a.s. Donder
dag in het vuur gaan, moeten de Chris
telijke kiezers schouder aan schouder
en man aan man staan, tot den laatste
toe, opdat de verhouding der verschil
lende groepen onzer burgerij althans
eenigermate beter en rechtvaardiger
worde weerspiegeld in de samenstel
ling onzer Vroedschap.
.Wanneer men ons in liberalistische®
overmoed telkens en telkens achter-zet
in den gemeenteraad, dan is er altijd
ide verontschuldiging bij de hand: die
of die is toch ook zoo bijzonder be
kwaam! En „die of die" is dan na
tuurlijk altijd iemand van links.
Herhaaldelijk hebben wij betoogd, dat
dit een uitvlucht is om het achterstel
len der rechtsche mannen goed te pra
ten, en de voortreffelijke keuze der
beide candidaten die door de Christe
lijke kiesvereenigingen ditmaal weder
zijn gesteld, toonit ten duidelijkste weer
aan, dat er bij ons geen gebrek is aan
I bekwame, ijverige mannen die in den
gemeenteraad een goed figuur zullen
maken.
De Katholieke partij misite tot dus
verre dat is waar een werkman-
raadslid. Niet, dat de belangen der
werklieden door onze voortreffelijke
raadsleden niet ten beste werden voor-
geslaan, niet dait ooit, op welke
wijze ook, gebleken is van eenig ver
zuim in dezen, integendeel! Wij be
hoeven geen namen hier te noemen:
onze Christelijke en Katholieke arbei
ders weten zoo goed alLs wij, wie er
altijd op de bres stonden als het be
langen gold der arbeidersklasse in het
algemeen, of der Christelijke organi
satie in het bijzonder.
Doch het ligt in de beweging van
onzen tijd, dat bij de steeds grooter
wojdende en steeds meer-omvattende
werkzaamheid van de gemeenteraden
op sociaal gebied, ook uit de werklie
den een stem gehoord worde in den
Raad, en dit dringt te meer voor ons,
Katholieken en mannen van Rechts,
omdat van links en uit de radicale
stroomingen der werkmansklasse reeds
raadsleden in den Raad zitting hebben.
De verkiezing tot raadslid van een
Katholiek werkman, die op soaiaal ge
bied zijn sporen verdiend heeft, is dus
langzamerhand een noodzakelijkheid
geworden, en h(jt besluit der Katholie
ke kiesvereeniging, om als zoodanig
voor te stellen den heer
zal ongetwijfeld vooreerst om Be be
hoefte, die er aan een werkman-raads
lid van Katholieke belijdenis in den
Raad bestaat, en secundo om den per
soon van den candidaat, die zoowel in
onze kringen als daarbuiten als een
man van wilskracht, van 1-usteloozen
j socialen arbeid en degelijke kennis be-
I kend is, ook buiten den kring der
Christelijke kiezers sympathie wekken!
Dat dan ook alle Christelijke kie
zers in District I dezen uitnemenden
candidaat a.s. Donderdag hun stem
moeten geven, is wel niet twijfelach
tig!
w 4t
En hetzelfde mag worden gezegd in
District III van den voortreflelijken can
didaat, die daar is gesteld, de heer
Mr. Monnik, die den heer Grave-
stein als leider der anti-revolutionaire
partij in Haarlem is opgevolgd, behoort
èn om zijn schitterende bekwaamheden,
èn om zijn veelomvattende kunde, èn
om zijn groote werkkracht, tot de man
nen die op de eerste plaats in aanmer
king komen voor een zetel, in stad's
vroedschap,
En wij, Katholieken, moeten onze
anti-revolutionaire bondgenooLen met al
le kracht steunen en helpen, opdat
Mr. Monnik Donderdag a.s. worde ge
kozen.
Toen de heer Gravestein Haarlem
verliet, verloor Rechts den jaaclszeLel,
door hem1 zoo verdienstelijk bezet.
Welnu, bij de eerste de beste gele
genheid moeten wij dezen zetel voor
Rechts terugwinnen, en dat zal nu des
te gemakkelijker vallen met zulk een
voortreffelijke candidaat als Mr. Mon
nik is!
Maar één ding tnoet hierbij ernstig
wonden bedacht!
Ineens moet onze candidaat wor
den gekozen, want men kan het in
District III niet laten aankomen op een
herstemming: slechts> twee candidaten
zijn gesteld, en bij de eerste stem
ming is de keuze beslist!
Daarom, en omdat wij Katholie
ken een eereschuld hebben aan onze
anti-revolutionaire bondgenooten, dient
ook onze weermacht tot den Jaatsten
man gemobiliseerd in District III op
Donderdag a.s.1
Onze propagandisten, onze kiezers,
moeten Donderdag tot den laatsten man
in het vuur, en dit vooral bedenke
men: er is geen kans om zooals anders
nog weli gebeurt, het te laten aanko
men op een herstemming: Donderdag
moet Mr. Monnik gekozenof wij
verliezen
En dat zal géén Christelijk', geen Ka
tholiek kiezer op zijn geweten willen
hebben
Met allen aandrang bevelen wij dus
aan; te werken voor de beide Christe
lijke candidaten,'die reeds a.s. Donder
dag beiden dienen te worden gekozen!
Alle man worde nu gemobiliseerd,
alle lauwen moeten worden wakker ge
schud, opdat Donderdag a.s. met flinke
meerderheid worden gekozen
in District I
in District III
Het (heeft er alles van, of de oor
log t usschen (Turkije en Grieken
land om tie KRETA-kwestie dan
toch yoor de deur staat
De stemming- der gemoederen in
Turkije tegen de Grieken is inder
daad nu tot het kookpunt gestegen,
en dat uit zich door den grooten
boycot, die reeds een
ECONOMISCHE OORLOG
is, zoo fel zij het dan ook on
bloedig yoorloopig als de wette
lijke oorlog haast niet kan gestreden
worden I
Men oordeele: te Saloniki werden
in den nacht yan Vrijdag op Zater
dag op verschillende punten van
de stad geschreven biljetten aange
plakt van den volgenden inhoud:
„tVYij hebben a(an de geheele wereld
te verstaan gegeven, dab wiji ieder,
die het zou durven bestaan de hand
uit te steken ook maar naar het
kleinste gedeelte van het .Otto-
maansche gebied, de oogen zouden
uitkrabben en de handen zouden af
houwen. En dat zullen wij doen ook.
„(Wij helbben reejdjs besloteln „alle
schepen, die de Grieksche vlag voe
ren, alle Grieksche producten te boy
cotten, maar dat is niet voldoende.
Laten wij liever alle betrekkingen
met Ottomaanseha Grieken afbre
ken, met onze bakkers, slagers, krui
deniers enz., wier oog naar Grieken
land gericht is. Wij rekenen er op,
dat de bevolking van Saloniki dit
nieuw bewijs van vaderlandsliefde
zal geven.
„Leve de boycot tot het uiterste I"
Gok de Mohammedaansche vrou
wen 'te Saloniki hebben het bewijs
willen leveren dat zij niet minder
door vaderlandsliefde bezield zijn
dan de mannen.
Zij hadden besloten tot een pro
testmeeting tegen de aanhechting
Kreta Lij Griekenland en bepaald,
dat alle meisjes en weduwen een
eed zouden doen, dat zij1 zich met
geen man in het huwelijk zouden be
geven, die zich niet gewapenderhand
heeft .verzet tegen de inlijving vain
het eiland I
De vali van Saloniki heeft deze
patriotische dames bedankt, voor
halar bewijs van vaderlandsliefde,
maar t evens verklaard, dat bij geen
verlof tot het houden der vergade
ring kon geven
Uit een artikel.in het blad „Ta-
nin", blijkt intusschen, dat ook om
andere, minder belangelooze motie
ven dan vaderlandsliefde, de boy
cotbeweging .wordt gaande gehou
den.
Het blad zegt n.ldat de boycot
een economische oorlog fs, die be
langrijke voordeelen zou opleveren,
wanneer daardoor de Hel leen sche
vlag en de Hel leen sehe goederen uit
de Turksche havens en van de Turk-
sche markten geweerd konden wor
den.
En het raadt daarom aan, sommen
bijeen te brengen tot aankoop van de
Grieksche schepen, die thans stil
liggen en om maatschappijen te kor-
men, ten einde den handel, die nu
voor de Grieken onmogelijk is gewor
den, zelf in handen te houden
Een zoet winstje versmaadt de
moderne Turk niet!
't Is op het eerste gezicht vreemd,
maar 't is toch de waarheid, dat
HEEL BRUSSEL KLAAGT,
omdat- er op het oogenblik....we
reldtentoonstelling is!
Is die tentoonstelling dan geep.
goudmijn f
Voor Brussel is het, zoo zegt men,
de ondergang! En waarom? De ten
toonstelling is te verre van de stad
gelegen, om veel voordeel aan de ne
ringdoeners te kunnen aanbrengend
Zoodra de duisternis thans invalt,
mogen de magazijnen sluiten, want
ze maken toch geen zaken meer;
iedereen is in de tentoonstelling
De herbergen en koffiehuizen zijn
meestal ledig 's avonds, daar de ge
wone klanten, die meest allen een
abonnement van de tentoonstelling
hebben, na,ar Solbosch zijn om er
den avond door te brengen.
En dan had de Burgemeester nog
wel verzocht 's avonds winkels, ma
gazijnen, enz. goed te verlichten ten
einde levendigheid in de straten te
vertoonen.
Precies het tegenovergestelde
heeft plaats.
Aan de stad. aan de gewone, vaste
stedelijke bedrijven en beroepen doet
de tentoonstelling en trouwens
elke wereldtentoonstelling schade
Heit cijfer van faillissementen na
de Tentoonstelling in Brussel in 1890
gehouden, is sedert dien nooit meer
bereikt..
Maar... men wacht het weerom 't
volgend jaar, a,ls deze expositie ach
ter den rug is!
Zoo ziet menden een z'n birood is
des anderen dood!
Men zie over den dag .vain gisteren
op de tentoonstelling speciale tele
grammen opgenomen onder „Laatste
nieuws".
Als in den tijd van Robespierre^
Sommige officiëele Fransche feesten be
ginnen zachtjesaan op die der Rede uit
de eerste republiek te lijken. Te Be-
san ?on bv.. heeft er een plaats gehad
met een slottooneel, waarbij een juffer
een rol had, die veel overeenkomst had
met die der beruchte godin der Rede.
Het voornaamste deel van het "feest
was het feestmaal, dat in een vroegere
kapel opgedisebt werd. Aan het des
sert werden er levende beelden ver
toond; een juffer strekte beschermend
haar hand uit over twee arbeiders, die
op hun beurt met hun sam enges,Lr en-
gelde handen een weduwe en een wees
beschermden. D|e toeschouwers smol-
20)
„Dan worden Snarre en gij, nog zwa
gers," schreef Alten, „want ik kan
mij nog maar steeds niet uit het
hoofd zetten, dat Suzanne Ericius
en gij- elkaar nog eens vinden zult."
Tromholt lachte smartelijk. Zelfs
na zooveel jaren was de wonde, een
maal in zijn hart geslagen, nog even
pijnlijk als lang te voren, en als een
donkere nacht lag het leven zonder
Suzanne vóór hem.
Had hij eens geweten, dat Zijn
lijden ging eindigen, dat hij binnen
zoo korten tijd met de geliefde zijns
harten veireenigd ging worden
Op den dag na het. avondfeest
trof Snarre, toen hij oen uur vóór
het middagmaal ide familie Eiricus
kwam bezoeken, de beide idames niet
thuis. De bediende deelde mede, dat
mevrouw Erious en DinaJ uit waren,
doch dat- juffrouw Suzanna zich in
den salon bevond. Dat beviel den
graaf maar half, doöh hijr besloot,
toch liever niet heen te gaan en
in Suzanna'e gezelschap wan
neer deze hem althans botvangen
kon op de terugkomst der beide
ande-re dames te wachten.
Suzanna zat op haar gewone
plaats aan het yenster. De pijnlijke
trek, dien de graaf in den laatsten
tijd zoo dikwijls op haar gelaat ge
zien had, was geweken voor een
uitdrukking ,van vriendelijke zacht
heid met een yroolijk lachje
wenschte ze hem goeden morgen en
noodigde hem met een rustig gebaar
uit, tegenover haar plaats te ne
men.
„Het verheugt m'ij! dat ik u in
zulk een goede stemming aantref,"
sprak Snarre. „Ik zou u om:uw
blijkbaar aangename gedachten kun
nen benijden."
„U hebt gelijk, graaf," antwoord
de zij, „ik voel mij inderdaad bijzon
der gestemd. Zou het komen door
dat .ik gisterenavond niet mee ge
weest ben? Mama en Dina; waren
tamelijk vermoeid, en ook gij: schijnt
mij nog ©enigszins onder den afmat-
tenden invloed van het feest. Of hin
dert u misschien iets anders, dat
ge er zoo nadenkend en zoo somber
uitziet
„Ja," gaf Snarre op bijna klagen-
den toon toe, „er Zijn heel wat din
gen, die mij hinderen, en als jk mij
niet prettig gevoel, dan komt dit
allerminst uit de vermoeienis van
het avondfeest voort."
„Het- gaat u alles te gemakkelijk,
mijnheer de graaf. Gij' slaapt, Zoo-
als D ina het uitdrukte, op te gemak
kelijke kussens, eu dan wordt, men
ontevreden, zander dat men er eigen
lijk de minste reden toe heeft."
Bij die laatst© woorden lachte Su
zanne.
„U. schijnt het dus met juffrouw
Dina eens te zijn, - en het zelfs
a,ls een soort van onaantastbare
waarheid te beschouwen da,t de
broodkruimels mij: alleen hiaar ste
ken En gelooft u dan niet, dat die
uiterlijke welgesteldheid maar al te
dikwijls samengaat met een groote
leegte daarbinnenDe rijken verheu
gen zich maar heel zelden in de be
langstelling' hunner medemenschen-
Al hun liohalmielijk en geestelijk lij
den wordt eenvoudig voorbijgezien
•zij hebben iminers geld 1 Dat is dan
of moet althans zijn het absolute
geneesmiddel yoor a,l wat hun in den
weg is. Of het zoo wareMaag laat
ik tot de zaak zelf komen, juffrouw
Suzanne. Ik heb er groote behoefte
aan, althans met iemand open
hartig tte kunnen spreken!"
„Spreek, graaf," antwoordde Su
zanne, hij wie de vroolijkei trek op
het gelaat plaats had gemaakt voor
een uitdrukking yan dein grootstejn
ernsti.
„Welnu dan," antwoordde graaf
Snarre, „ik Zou graag van u willen
weten," hier aarzelde hij; een
oogenblik, „of u gelooft-, dat juf
frouw Dina mij liefheeft, en vooral
of u mij in staat acht haar geluk
kig te maken."
„Hoe vreemd, dat u deze laatste
vraag er a.an toevoegt, mijnheer de
graaf," antwoordde Suzanne, zonder
zich juist hijzonder verbaasd te too-
nen. „Zij schijnt mij moeilijker te be
antwoorden toe dan de eerste, (die
ik onder zekere roservfd iwel met je
zou durven beantwoorden. U moet
evenwel bedenken, dat wij niet van
adel zijn, en dat Dina allerminst nw
meening omtrent de superioriteit van
den adel boven den gewonen burger
en zelfs n weet het zoo goed als
ik is zij er trotsch op, de dochter
van een burger te zijn."
„Juist daar uit komen Voor mij. "be
denkingen voort," antwoordde Snar
re. „Mijn adeldom en ii© begrippen,
die zich daaromtrent in mijn geest
hebben vastgezet, kan ik natuurlijk
niet afschudden. Bovendien, ik
kan het u verzekeren is de bur
gerlijke trots in zich vooral niet
minder sterk dan de vooroordeelen
van den adel. Menig burger treedt
den edelman alleen reeds over diens
adel tegemoet- met de gedachten
in zijn gelaatsuitdrukking duidelijk
te lezen„Gij zijt een edelman, maar
ik .ben toch béter dan giji."
„Ik kan u daarin niet heelemaal
ongelijk geven, ofschoon ik toch
meen dat de eerste aanleiding in
dezen toch meest van uwen stand uit
gaat"
Snarre wilde daarop niet verder
ingaan, maar vroeg: „En wat meent
ge nu over de hoofdkwestie Meent
ge dat- ik om, Dina's hand aanzoek
zou kunnen doen, zonder gevaar jte
loopen van afgewezen te worden
Suzanne reikte hem de hand.
„Mijnheer de graaf," sprak ze, „gij
zijt toch veel heter dan ge u dikwijls
voordoet. „Als ge wilt zal ik er
met Dina over spreken. Alleen dat
aanbod moet u al zeggen, hoever de
vervulling uwer wensehen mij: aan
het hart ligt."
„Mijn oprechte dank', juffrouw Su
zanne," antwoordde Snarre ver
heugd, „ik neem uw aanbod aan als
een dienst dien ik u nooit zal kun
nen vergelden. „Uw zuster wezenlijk
innig gelukkig te maken is mijn vu
rigste wensch. Ik ontken niet dat hij1
een veredelenden indruk op mij uit
oefent. Ik heb nu eenmaal geleerd,
mij zeiven te beschouwen als een
soort van middelpunt, waaromheen
de kleine wereld, waarin ik mij be
weeg, draait. Dat het zoo niet is,
ik heb gelegenheid te mleer gehad het
in den laatsten tijd jn mijn zaken
te ondervinden. De teleurstellingen
die Limforden mij: bezorgt zouden j
zelfs hij beteren dan ik ben een uit
val van een dan als .gevolg van 1
slecht humeur hoogst verklaarbaar
maken Alten is mijn man niet. dat|
heb ik allang begrepen, en alleen
om zijn zwager en zijn vrouW heb ik
er in toegestemd, hem tot directeur
van Lim f orden aan te stellen Maar
het gaat niet langer zoo, en het liefst
wa|s ik het- landgoed heelemaal kwijt
Ja, als Tromholt er nog was
Starre zweeg plotseling. Het was
de eerste maal dat hij Tromholt's
naam tegenover Suzanne weer noem
de, en het kon hem niet ontgaan,
ho© pijnlijk het jonge meisje er door
getroffen was.
„Maar wat heb ik ook van die din
gen te praten," riep hij uit. „Ik mag
er dus op rekenen, juffrouw Suzanne,
dat u hij uw zuster een goed woord
zult doen voor den boozen aristo
craat?"
„Stellig, ik zal woord houden,
mijnheer de graaf," antwoordde Su
zanne. „U zult spoedig van mij hoe
ren,en bij die woorden kwam lie
hartelijkheid en opgewektheid van
steaks weer op haar gelaat terug.
Toen Snarre dien avond in zijn
hotel terugkwam, vond hij een brief
van Alten. Deze verzocht hem drin
gend. nu toch eindelijk eens te ant
woorden op zijn vele mede fee 1 in gen
en verzoeken, omdat het zwijgen van
den graaf hem in meer dan één op
zicht de handen boni.
Wat moest hij. toch met Limf or
den beginnen
Zelf het bestuur in handen ne
mén i
Dat lachte hem 'allerminst toe,
vooral in verhand met zijn huwe
lijksplannen. Alten dan volmacht ge
ven .om in zijn naam te handelen?
(Wordt vervolgd).