DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Onze ongelukken-vorzskering Een man van ijzer. HAARLEMSCHE ALLEDACJES DE STEfHBUS. de heer A. H Smulders. BUITENLAND. ICist despisuiswest 29-31-33, HaarNem Herstemming PROVINCIALE STATEN. Jhr. G. S. BOREEl Jhr. Mr. J. W. G. BOREEL VAN H0GELANDEN. A. H. SMULDERS, Mr. J. H. MONNIK. d8 heer Mr. J. H. Monnik. ëemengtle Buitenlaniische berichten MAANDAG 27 JUNI 99IQ. 39ste Jaargang lo. 7226 Bureaux van Redactie en Administratie ■nteraommunaai Telefoonnummer S426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Onze bestrating. Dezer dagen wtrd weder aan een zwaar getroffen gezin een uitkeering gedaan van DRIEHONDERD gulden, ingevolge art. 3, derde lid der polisvoorwaar den. Verzekert u tegen de gel delijke gevolgen van groote en kleine ongelukken door uw abonnement op de Nieuwe Haarlemsche Courant. In herinnering wordt ge bracht, dat alleen de abon- ne's, die in het bezit zijn van een gratis verkrijgbare polis, bij ongelukken recht hebben op uitkeering. DE ADMINISTRATIE. en Algemeen Overzicht. FEUELLËTON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem f 1,35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 PRIJS OER ADVERTENT1ËN: Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent) Iedere regel meer 10 cent Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regel. (Buitenland 20 cent Reclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cent («t contant). 1000 Aiie betalende abonnés op dit blad, die in het bezit eener verzekeringspolls zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor "=p" m~' 300-=?-- li™ Ns* 60 If; 15 GULDEN bij verlies van één anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederiandsche Credietbank Nieuwe dracht 11 No. 6. De al gemeen e regel is nu wel aan genomen, dat voortaan klinkers als bestrating zullen worden gebruikt daar wa,ar bet verkeer minder idruk en niet z.g. „doorgaand" is, en keien, wanneer dit laatste gezegd kan gor den het geval te zijn. Dat is de regel, die Mr. Thijssen nog in de laatste raadsvergaeiiring erdoor kreeg en waairop aileen de (Wagenweg de uitzondering is die den regel dus bevestigt. i Maar nu blijft nog over de bestra ting onzer drukke winkelstraten in het centrum der stad- Een der raadsleden herinnerde te recht eraan, dat we in dit opzicht nu eens moeten weten wat" we willen vooral nu de electrisch© tram komt en dus de straat toch zal worden opgebroken om dan waarschijnlijk voor geruimén tijd „gelegd" te wor den. De asfalteering onzer .winkelstra ten is dus aan de orde, en moet aan de orde blijven Ons dunkt, dat onze iWïnkeliers- veneenigingen de eerstgerechtigden zijn om van advies te dienen en den Raad tot besluiten te nopen. Een goed voorbereid ajires aan den Raad met beredeneerde aangeving van die straten welke voor asfal- teering in aanmerking moeten ko men, zou o.i nu eerlang met vrucht kunnen worden ingediendi Wij wekken do kiezers met aan drang op, morgen hun stem uit te brengen op .Weer wacht de stembus. Vooreerst morgen, bij de herstem ming voor nog twee zetels in de Pro vinciale Staten, en Wïj hopen dat de Christelijke kiezers ons advies, ver leden week in dit blad uitvoerig ge motiveerd, en hierboven nog eens ge geven, zullen volgen. Maar daarenboven moet een groot deal der kiezers, namelijk die in Dis trict I en III, a-s. Donderdag twee va cante plaatsen aanvullen in onzen ge meenteraad. Die stemming is er een van groot gewicht. En zelfs van méér bellang dan de verkiezing die wij pas achter den rug hebben, die voor de Provinciale Staten. Immers, het geldt nu de samenstel ling van het, ons 't naasfsitaande be stuurslichaam, dat invloed uitoefent op het raderwerk van ons gemeenschap pelijk samenleven: de gemeenteraad. En in dien gemeenteraad staat het met de getalsterkte der Christelijke par tijen allesbehalve gunstig en rechtvaar dig! Door allerlei oorzaken zijn wij in den gemeenteraad van Haarlem, gezien van het standpunt eener billijke en evenre dige vertegenwoordiging, verre ten ach ter. Waarbij herinnerd moet worden aan de verliezen, die wij in de laatste jaren (bij (raadsverkiezingen hebben gele den en waardoor de getalsterkte der rechtsche vertegenwoordigers nog acn- ceruil isgegaan. Wij hebben en ieder Reehtsch kie zer hinde zich dit op het hart nu vooreerst met allen ernst en alle macht, veel in te halen! Een stad als Haar lem, die een vertegenwoordiger van Rechts bezit in de Tweede Kamler, die den rechtshhen candidaat met vlag en wimpel in de Staten brengt, mag in (den Gemeenteraad dan toch niet tel kens, en telkens het liberalisme zien zegevieren. Want dat zou er op wijzen, dat de groote beginsetvragen ons alleen maar warm maken, wanneer wij de „groote" politieke verkiezingen meemaken, ter wijl wij in het stadsbestuur onverschil lig blijven en het ons niet aantrek ken. Waarvan dan het gevolg is zooals nog pas is gebleken dat wij op echt-iliberalistiscihe (wij zeggen met (voordacht niet: ^liberale") wijze tel kens en telkens in stad's vertegenwoor diging in den hoek worden gedrukt, en dat men ons zelfs een plaats in 't College van Dagelijksch bestuur wei gert. v Afgezien zelfs al van den persoon der\ icandidaten, lmet welke wijl vol moed in de Districten I en III a.s. Donder dag in het vuur gaan, moeten de Chris telijke kiezers schouder aan schouder en man aan man staan, tot den laatste toe, opdat de verhouding der verschil lende groepen onzer burgerij althans eenigermate beter en rechtvaardiger worde weerspiegeld in de samenstel ling onzer Vroedschap. .Wanneer men ons in liberalistische® overmoed telkens en telkens achter-zet in den gemeenteraad, dan is er altijd ide verontschuldiging bij de hand: die of die is toch ook zoo bijzonder be kwaam! En „die of die" is dan na tuurlijk altijd iemand van links. Herhaaldelijk hebben wij betoogd, dat dit een uitvlucht is om het achterstel len der rechtsche mannen goed te pra ten, en de voortreffelijke keuze der beide candidaten die door de Christe lijke kiesvereenigingen ditmaal weder zijn gesteld, toonit ten duidelijkste weer aan, dat er bij ons geen gebrek is aan I bekwame, ijverige mannen die in den gemeenteraad een goed figuur zullen maken. De Katholieke partij misite tot dus verre dat is waar een werkman- raadslid. Niet, dat de belangen der werklieden door onze voortreffelijke raadsleden niet ten beste werden voor- geslaan, niet dait ooit, op welke wijze ook, gebleken is van eenig ver zuim in dezen, integendeel! Wij be hoeven geen namen hier te noemen: onze Christelijke en Katholieke arbei ders weten zoo goed alLs wij, wie er altijd op de bres stonden als het be langen gold der arbeidersklasse in het algemeen, of der Christelijke organi satie in het bijzonder. Doch het ligt in de beweging van onzen tijd, dat bij de steeds grooter wojdende en steeds meer-omvattende werkzaamheid van de gemeenteraden op sociaal gebied, ook uit de werklie den een stem gehoord worde in den Raad, en dit dringt te meer voor ons, Katholieken en mannen van Rechts, omdat van links en uit de radicale stroomingen der werkmansklasse reeds raadsleden in den Raad zitting hebben. De verkiezing tot raadslid van een Katholiek werkman, die op soaiaal ge bied zijn sporen verdiend heeft, is dus langzamerhand een noodzakelijkheid geworden, en h(jt besluit der Katholie ke kiesvereeniging, om als zoodanig voor te stellen den heer zal ongetwijfeld vooreerst om Be be hoefte, die er aan een werkman-raads lid van Katholieke belijdenis in den Raad bestaat, en secundo om den per soon van den candidaat, die zoowel in onze kringen als daarbuiten als een man van wilskracht, van 1-usteloozen j socialen arbeid en degelijke kennis be- I kend is, ook buiten den kring der Christelijke kiezers sympathie wekken! Dat dan ook alle Christelijke kie zers in District I dezen uitnemenden candidaat a.s. Donderdag hun stem moeten geven, is wel niet twijfelach tig! w 4t En hetzelfde mag worden gezegd in District III van den voortreflelijken can didaat, die daar is gesteld, de heer Mr. Monnik, die den heer Grave- stein als leider der anti-revolutionaire partij in Haarlem is opgevolgd, behoort èn om zijn schitterende bekwaamheden, èn om zijn veelomvattende kunde, èn om zijn groote werkkracht, tot de man nen die op de eerste plaats in aanmer king komen voor een zetel, in stad's vroedschap, En wij, Katholieken, moeten onze anti-revolutionaire bondgenooLen met al le kracht steunen en helpen, opdat Mr. Monnik Donderdag a.s. worde ge kozen. Toen de heer Gravestein Haarlem verliet, verloor Rechts den jaaclszeLel, door hem1 zoo verdienstelijk bezet. Welnu, bij de eerste de beste gele genheid moeten wij dezen zetel voor Rechts terugwinnen, en dat zal nu des te gemakkelijker vallen met zulk een voortreffelijke candidaat als Mr. Mon nik is! Maar één ding tnoet hierbij ernstig wonden bedacht! Ineens moet onze candidaat wor den gekozen, want men kan het in District III niet laten aankomen op een herstemming: slechts> twee candidaten zijn gesteld, en bij de eerste stem ming is de keuze beslist! Daarom, en omdat wij Katholie ken een eereschuld hebben aan onze anti-revolutionaire bondgenooten, dient ook onze weermacht tot den Jaatsten man gemobiliseerd in District III op Donderdag a.s.1 Onze propagandisten, onze kiezers, moeten Donderdag tot den laatsten man in het vuur, en dit vooral bedenke men: er is geen kans om zooals anders nog weli gebeurt, het te laten aanko men op een herstemming: Donderdag moet Mr. Monnik gekozenof wij verliezen En dat zal géén Christelijk', geen Ka tholiek kiezer op zijn geweten willen hebben Met allen aandrang bevelen wij dus aan; te werken voor de beide Christe lijke candidaten,'die reeds a.s. Donder dag beiden dienen te worden gekozen! Alle man worde nu gemobiliseerd, alle lauwen moeten worden wakker ge schud, opdat Donderdag a.s. met flinke meerderheid worden gekozen in District I in District III Het (heeft er alles van, of de oor log t usschen (Turkije en Grieken land om tie KRETA-kwestie dan toch yoor de deur staat De stemming- der gemoederen in Turkije tegen de Grieken is inder daad nu tot het kookpunt gestegen, en dat uit zich door den grooten boycot, die reeds een ECONOMISCHE OORLOG is, zoo fel zij het dan ook on bloedig yoorloopig als de wette lijke oorlog haast niet kan gestreden worden I Men oordeele: te Saloniki werden in den nacht yan Vrijdag op Zater dag op verschillende punten van de stad geschreven biljetten aange plakt van den volgenden inhoud: „tVYij hebben a(an de geheele wereld te verstaan gegeven, dab wiji ieder, die het zou durven bestaan de hand uit te steken ook maar naar het kleinste gedeelte van het .Otto- maansche gebied, de oogen zouden uitkrabben en de handen zouden af houwen. En dat zullen wij doen ook. „(Wij helbben reejdjs besloteln „alle schepen, die de Grieksche vlag voe ren, alle Grieksche producten te boy cotten, maar dat is niet voldoende. Laten wij liever alle betrekkingen met Ottomaanseha Grieken afbre ken, met onze bakkers, slagers, krui deniers enz., wier oog naar Grieken land gericht is. Wij rekenen er op, dat de bevolking van Saloniki dit nieuw bewijs van vaderlandsliefde zal geven. „Leve de boycot tot het uiterste I" Gok de Mohammedaansche vrou wen 'te Saloniki hebben het bewijs willen leveren dat zij niet minder door vaderlandsliefde bezield zijn dan de mannen. Zij hadden besloten tot een pro testmeeting tegen de aanhechting Kreta Lij Griekenland en bepaald, dat alle meisjes en weduwen een eed zouden doen, dat zij1 zich met geen man in het huwelijk zouden be geven, die zich niet gewapenderhand heeft .verzet tegen de inlijving vain het eiland I De vali van Saloniki heeft deze patriotische dames bedankt, voor halar bewijs van vaderlandsliefde, maar t evens verklaard, dat bij geen verlof tot het houden der vergade ring kon geven Uit een artikel.in het blad „Ta- nin", blijkt intusschen, dat ook om andere, minder belangelooze motie ven dan vaderlandsliefde, de boy cotbeweging .wordt gaande gehou den. Het blad zegt n.ldat de boycot een economische oorlog fs, die be langrijke voordeelen zou opleveren, wanneer daardoor de Hel leen sche vlag en de Hel leen sehe goederen uit de Turksche havens en van de Turk- sche markten geweerd konden wor den. En het raadt daarom aan, sommen bijeen te brengen tot aankoop van de Grieksche schepen, die thans stil liggen en om maatschappijen te kor- men, ten einde den handel, die nu voor de Grieken onmogelijk is gewor den, zelf in handen te houden Een zoet winstje versmaadt de moderne Turk niet! 't Is op het eerste gezicht vreemd, maar 't is toch de waarheid, dat HEEL BRUSSEL KLAAGT, omdat- er op het oogenblik....we reldtentoonstelling is! Is die tentoonstelling dan geep. goudmijn f Voor Brussel is het, zoo zegt men, de ondergang! En waarom? De ten toonstelling is te verre van de stad gelegen, om veel voordeel aan de ne ringdoeners te kunnen aanbrengend Zoodra de duisternis thans invalt, mogen de magazijnen sluiten, want ze maken toch geen zaken meer; iedereen is in de tentoonstelling De herbergen en koffiehuizen zijn meestal ledig 's avonds, daar de ge wone klanten, die meest allen een abonnement van de tentoonstelling hebben, na,ar Solbosch zijn om er den avond door te brengen. En dan had de Burgemeester nog wel verzocht 's avonds winkels, ma gazijnen, enz. goed te verlichten ten einde levendigheid in de straten te vertoonen. Precies het tegenovergestelde heeft plaats. Aan de stad. aan de gewone, vaste stedelijke bedrijven en beroepen doet de tentoonstelling en trouwens elke wereldtentoonstelling schade Heit cijfer van faillissementen na de Tentoonstelling in Brussel in 1890 gehouden, is sedert dien nooit meer bereikt.. Maar... men wacht het weerom 't volgend jaar, a,ls deze expositie ach ter den rug is! Zoo ziet menden een z'n birood is des anderen dood! Men zie over den dag .vain gisteren op de tentoonstelling speciale tele grammen opgenomen onder „Laatste nieuws". Als in den tijd van Robespierre^ Sommige officiëele Fransche feesten be ginnen zachtjesaan op die der Rede uit de eerste republiek te lijken. Te Be- san ?on bv.. heeft er een plaats gehad met een slottooneel, waarbij een juffer een rol had, die veel overeenkomst had met die der beruchte godin der Rede. Het voornaamste deel van het "feest was het feestmaal, dat in een vroegere kapel opgedisebt werd. Aan het des sert werden er levende beelden ver toond; een juffer strekte beschermend haar hand uit over twee arbeiders, die op hun beurt met hun sam enges,Lr en- gelde handen een weduwe en een wees beschermden. D|e toeschouwers smol- 20) „Dan worden Snarre en gij, nog zwa gers," schreef Alten, „want ik kan mij nog maar steeds niet uit het hoofd zetten, dat Suzanne Ericius en gij- elkaar nog eens vinden zult." Tromholt lachte smartelijk. Zelfs na zooveel jaren was de wonde, een maal in zijn hart geslagen, nog even pijnlijk als lang te voren, en als een donkere nacht lag het leven zonder Suzanne vóór hem. Had hij eens geweten, dat Zijn lijden ging eindigen, dat hij binnen zoo korten tijd met de geliefde zijns harten veireenigd ging worden Op den dag na het. avondfeest trof Snarre, toen hij oen uur vóór het middagmaal ide familie Eiricus kwam bezoeken, de beide idames niet thuis. De bediende deelde mede, dat mevrouw Erious en DinaJ uit waren, doch dat- juffrouw Suzanna zich in den salon bevond. Dat beviel den graaf maar half, doöh hijr besloot, toch liever niet heen te gaan en in Suzanna'e gezelschap wan neer deze hem althans botvangen kon op de terugkomst der beide ande-re dames te wachten. Suzanna zat op haar gewone plaats aan het yenster. De pijnlijke trek, dien de graaf in den laatsten tijd zoo dikwijls op haar gelaat ge zien had, was geweken voor een uitdrukking ,van vriendelijke zacht heid met een yroolijk lachje wenschte ze hem goeden morgen en noodigde hem met een rustig gebaar uit, tegenover haar plaats te ne men. „Het verheugt m'ij! dat ik u in zulk een goede stemming aantref," sprak Snarre. „Ik zou u om:uw blijkbaar aangename gedachten kun nen benijden." „U hebt gelijk, graaf," antwoord de zij, „ik voel mij inderdaad bijzon der gestemd. Zou het komen door dat .ik gisterenavond niet mee ge weest ben? Mama en Dina; waren tamelijk vermoeid, en ook gij: schijnt mij nog ©enigszins onder den afmat- tenden invloed van het feest. Of hin dert u misschien iets anders, dat ge er zoo nadenkend en zoo somber uitziet „Ja," gaf Snarre op bijna klagen- den toon toe, „er Zijn heel wat din gen, die mij hinderen, en als jk mij niet prettig gevoel, dan komt dit allerminst uit de vermoeienis van het avondfeest voort." „Het- gaat u alles te gemakkelijk, mijnheer de graaf. Gij' slaapt, Zoo- als D ina het uitdrukte, op te gemak kelijke kussens, eu dan wordt, men ontevreden, zander dat men er eigen lijk de minste reden toe heeft." Bij die laatst© woorden lachte Su zanne. „U. schijnt het dus met juffrouw Dina eens te zijn, - en het zelfs a,ls een soort van onaantastbare waarheid te beschouwen da,t de broodkruimels mij: alleen hiaar ste ken En gelooft u dan niet, dat die uiterlijke welgesteldheid maar al te dikwijls samengaat met een groote leegte daarbinnenDe rijken verheu gen zich maar heel zelden in de be langstelling' hunner medemenschen- Al hun liohalmielijk en geestelijk lij den wordt eenvoudig voorbijgezien •zij hebben iminers geld 1 Dat is dan of moet althans zijn het absolute geneesmiddel yoor a,l wat hun in den weg is. Of het zoo wareMaag laat ik tot de zaak zelf komen, juffrouw Suzanne. Ik heb er groote behoefte aan, althans met iemand open hartig tte kunnen spreken!" „Spreek, graaf," antwoordde Su zanne, hij wie de vroolijkei trek op het gelaat plaats had gemaakt voor een uitdrukking yan dein grootstejn ernsti. „Welnu dan," antwoordde graaf Snarre, „ik Zou graag van u willen weten," hier aarzelde hij; een oogenblik, „of u gelooft-, dat juf frouw Dina mij liefheeft, en vooral of u mij in staat acht haar geluk kig te maken." „Hoe vreemd, dat u deze laatste vraag er a.an toevoegt, mijnheer de graaf," antwoordde Suzanne, zonder zich juist hijzonder verbaasd te too- nen. „Zij schijnt mij moeilijker te be antwoorden toe dan de eerste, (die ik onder zekere roservfd iwel met je zou durven beantwoorden. U moet evenwel bedenken, dat wij niet van adel zijn, en dat Dina allerminst nw meening omtrent de superioriteit van den adel boven den gewonen burger en zelfs n weet het zoo goed als ik is zij er trotsch op, de dochter van een burger te zijn." „Juist daar uit komen Voor mij. "be denkingen voort," antwoordde Snar re. „Mijn adeldom en ii© begrippen, die zich daaromtrent in mijn geest hebben vastgezet, kan ik natuurlijk niet afschudden. Bovendien, ik kan het u verzekeren is de bur gerlijke trots in zich vooral niet minder sterk dan de vooroordeelen van den adel. Menig burger treedt den edelman alleen reeds over diens adel tegemoet- met de gedachten in zijn gelaatsuitdrukking duidelijk te lezen„Gij zijt een edelman, maar ik .ben toch béter dan giji." „Ik kan u daarin niet heelemaal ongelijk geven, ofschoon ik toch meen dat de eerste aanleiding in dezen toch meest van uwen stand uit gaat" Snarre wilde daarop niet verder ingaan, maar vroeg: „En wat meent ge nu over de hoofdkwestie Meent ge dat- ik om, Dina's hand aanzoek zou kunnen doen, zonder gevaar jte loopen van afgewezen te worden Suzanne reikte hem de hand. „Mijnheer de graaf," sprak ze, „gij zijt toch veel heter dan ge u dikwijls voordoet. „Als ge wilt zal ik er met Dina over spreken. Alleen dat aanbod moet u al zeggen, hoever de vervulling uwer wensehen mij: aan het hart ligt." „Mijn oprechte dank', juffrouw Su zanne," antwoordde Snarre ver heugd, „ik neem uw aanbod aan als een dienst dien ik u nooit zal kun nen vergelden. „Uw zuster wezenlijk innig gelukkig te maken is mijn vu rigste wensch. Ik ontken niet dat hij1 een veredelenden indruk op mij uit oefent. Ik heb nu eenmaal geleerd, mij zeiven te beschouwen als een soort van middelpunt, waaromheen de kleine wereld, waarin ik mij be weeg, draait. Dat het zoo niet is, ik heb gelegenheid te mleer gehad het in den laatsten tijd jn mijn zaken te ondervinden. De teleurstellingen die Limforden mij: bezorgt zouden j zelfs hij beteren dan ik ben een uit val van een dan als .gevolg van 1 slecht humeur hoogst verklaarbaar maken Alten is mijn man niet. dat| heb ik allang begrepen, en alleen om zijn zwager en zijn vrouW heb ik er in toegestemd, hem tot directeur van Lim f orden aan te stellen Maar het gaat niet langer zoo, en het liefst wa|s ik het- landgoed heelemaal kwijt Ja, als Tromholt er nog was Starre zweeg plotseling. Het was de eerste maal dat hij Tromholt's naam tegenover Suzanne weer noem de, en het kon hem niet ontgaan, ho© pijnlijk het jonge meisje er door getroffen was. „Maar wat heb ik ook van die din gen te praten," riep hij uit. „Ik mag er dus op rekenen, juffrouw Suzanne, dat u hij uw zuster een goed woord zult doen voor den boozen aristo craat?" „Stellig, ik zal woord houden, mijnheer de graaf," antwoordde Su zanne. „U zult spoedig van mij hoe ren,en bij die woorden kwam lie hartelijkheid en opgewektheid van steaks weer op haar gelaat terug. Toen Snarre dien avond in zijn hotel terugkwam, vond hij een brief van Alten. Deze verzocht hem drin gend. nu toch eindelijk eens te ant woorden op zijn vele mede fee 1 in gen en verzoeken, omdat het zwijgen van den graaf hem in meer dan één op zicht de handen boni. Wat moest hij. toch met Limf or den beginnen Zelf het bestuur in handen ne mén i Dat lachte hem 'allerminst toe, vooral in verhand met zijn huwe lijksplannen. Alten dan volmacht ge ven .om in zijn naam te handelen? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 1