TWEEDE BLAD. Een man van ijzer. Y Voor da beschaving. Aan wsesi da schuld? HeragÉlrafealaRtee tosten DOHDERDAG 30 JUNI Ê91Ö. FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. In de bladen ging het bericht rond, dat honing Albert een dezer dagen öen paar patera Benedictijnen bij zich ontboden heeft, en hun de vraag stelde, of de Beneiictijnerorde niet genegen zou zijn een abdij te stich ten in den Belgischen Conga. Bij die gelegenheid roemjie de ko ning pok den liturgisohen eere- dienst als een beschavingsmiddel Yan buitengewone waarde. Het blijkt uit deze eenvoudige mededeeling, dat de koning van Bel gië iemand is met een ruime blik, Zegt de „N. Tilhurgsche Courant." De geschiedenis der wereld be wijst van hoe grooten bésobavan- den invloed het christendom is en dn ze eigen streken hebben onder vonden den gezegenden invloed van het werk der Benedictijnen als hoojd- 3ch apdragers van het christelijk ge loof. Niet waar, onze heidensche voorvaderen werden door de predi king der zonen van Benedictus bes keerd en Van uit hunne kloosters drongen wetenschap, kunst en be schaving door in breeder kringen. Dat do koning pok oog heeft Voor den beschavingsinvloed van den li- turgischen eeredienst, bewijst voorts; dat hij verder kan en durft zien dan tot de oppervlakte der dingen [Want het is volkomen waar: een volk. dat mede weet te leven den jaarkring der kerkelijke liturgie, kan geen on beschaafd en onontwik keld volk zijn. Ten eerste, omdat het de geestelijke kennis verrijkt en ten tweede, omdat deze mede brengt ontwikkeling van de kennis van kunst en geschiedenis. .De ge schiedenis der Kerk, dat is tevens de geschiedenis der christelijke be schaving, is immers geheel in da liturgie verwerkt. En dat zijl sa menhangt met de kerkelijke kunst in den breedsten zin, ligt voor de hand. En is de kerkelijke kunst niet nog immer de hoogste kunst? Onder dezen titel schreef Pater Beraardinua Mots, die ook aan ons blad een zij het helaas door zijn overdrukken arbeid zelden zich hoo- ren latend - medewerker is, in „Het Centrum een behartenswaardig artikeltje; dat ook door Roomsch Katholieke patroons uit onze streek niet mag warden overgeslagen. ÖHÜJ citeereat 3 Een R. K- Patroon uit 't Zuiden schreef dezer dagen in een onzer Kath. dagbladen over de werksta kingen. Hij' betreurt ze, natuurlijk, en noemt ze rampen, dia met alle ka'acht moeten geweerd en naar bij1 meent, in het It. K. Zuiden kunnen vermeden worden, of althans tot een zeldzaamheid beperkt. iWe zijn het ten volle met den R K Patroon eens. Ze kunnen ver meden worden, dus is er schuld, en daar een werkstaking een groote ramp is, met dikwijls niet te over zien© gevolgen, daar er altijd baat, tenminste verbittering uit .voort vloeit, ook zware schuld. Aan wien de schuld Eu de R. K. patroon schrijft: „Indien de leiding der arbeidsvereenigingen worden toevertrouwd aan degelijke en be zadigde mannen, die met beleid en tact weten te handelen, uittarting en noodelooze prikkeling weten .te voorkomen, in woord en daad zoo correct mogelijk weten te zijn, om alles te vermijden, wat tot misver verstand en conflict kan leiden," dan zullen ze kunnen worden 'ge weerd of althans tot een zeldzaam heid beperkt. Men besluite dus: 't ontbreekt die vereenigingen aan dergelijke man nen, want de werkstakingen behao ren niet tot de zeldzaamheden, •Een zware beschuldiging. Een be schuldiging, die ook den adviseur treft, 't zij dan bedoeld of niet, want zonder zijne goedkeuring zal geen kath, vereeniging tot een^ werksta king overgaanen die R. Kj. patroon beschuldigt hier nog eens: we lat ten zijne bedoeling geheel buiten re kening, ook 'hem, die de advi seurs aanstelde, '"Niet ieder priester is geschikt voor adviseur, de Kerkelijke Over heil zal dus wel met groote voorzichtig- heid hare mannen kiezen, wetende hoe moeilijk die atak is, vooral in onze dagen. Ieder priester ja min of meer huiverig om die zware taak te aanvaarden, ik heb het meermalen uit hun eigen mond gehoord,. Een maal aangesteld zullen ze dan niet alles doen, wat in hun vermogen is, om eeno werkstaking te voorkomen? ,Nog vele andere redenen buiten re kening gelaten, beter dan wie ook, kennen zij de gevolgen, zijn ze over tuigd van hunne zware .verantwoor delijkheid, en zullen ze nooit toe slemming geven dan ha rijp beraad, dan na het voor en tegen te hebben overwogen: dan na in de werksta king bet laatste middel te. hebben gezien om den werkman te doen toekomenzijn recht De vraag stel len is haar beantwoorden, meen ik, en ik begrijp niet, hoe een R. K|, par troon zoo maar bloud-weg de be schuldiging durfie neerschrijven. Zeker, in het R. K. Zuiden moest een werkstaking kunnen, worden voorkomen, maar dan is het noodig. dat de R. K- patroons ook zich vereenigen in R. K- vereenigingen, dat ook zij als patroons R K. han delen, dat zij niet enkel het recht er kennen der R. K. werkmans-vereeni- gingen, maar deze steunen en met hen onderhandelen, dat zij' kennen en erkennen niet enkel de macht van den sterkste, maar ook het recht der werklieden. Ernstige studie der sociale kwes tie, ernstige studie der pauselijke encyclieken over het arbeiders-vraag stuk is deu R. K. patroon noodza kelijk en deze zullen; ze niet beoefe nen in neutrale vereenigingen. En, goede en loffelijke uitzonderingen daargelaten, dikwijls heb: ik ver stomd gestaan over de liberale ideeën van R. K, patroons, over hunne on wetendheid in zake de pauselijke voorschriften. Een R. K. pa,troon kan goed zijn, een ©del hart hebben, dat is veel, maar dat is niet alles. Hij moet de sociale kwestie ken nen, zijne rechten en plichten, maar ook de rechten der arbeiders en deze eerbiedigen. En toch, boe velen re deneeren aldus: de werkman yerkt voor mij; ik betaal het loon en daar mede basta. Is de werkman niet te vreden, hij kan zijn heil elders zon ken. i Ziedaar geheel hunne leer. Katholieke werklieden-vereenigin gen beschouwt men als een nood zakelijk kwaad, goed om *le werk lieden niet geheel rood te doen wor den. Hoe ze denken over da meeste ad viseurs die toch slechts hun plicht doen Men leze nog eens, wat de R. K. patroon schreef, en men weet ge noeg. Gebrek aan degelijke sociale ken nis, meen ik, is da schuld, dat in het R.K. Zuiden de werkstakingen en conflicten niet altijd worden voor komen of althans beperkt tot een zelzaiamheid. j Middag-Missim* in Parijs. Da Parijsche „midinetta", de jeug dige fabriekarbeidstar of winkeljuf frouw, is een welbekende type. Zij is beschaafd, goed gemanierd, heeft niet zelden een fijnen smaak, lioudt van opschik én elegantie, en is juist daarom omringd van duizen derlei gevaren, in Parij's nog veel meer dan ergens elders, tengevolge van den wuften geest, die er bij het verdwijnen van alle godsdienstig be sef meer en meer heerschen gaat. Vroeger konden deze meisjes, toen ze nog kinderen waren, en in de Pa rijsche werkplaatsen en winkelma,- gazijnen reeds in aalnraking kwa men met het alom voortdringend zedenbederf, tenminste nog gebruik maken van de geestelijke middelen, welke haar parochiekerken en haar herders baar aanboden; tegenwoor dig is dit echter onmogetijk geyror- den. 1 In de laatste jaren zijn verschillen de wijken van Parijs, voornamelijk die, welke bewoond werden door de arbeidende klasse, nagenoeg geheel vernieuwd, hetgeen tengevolge had, dat duizenden gezinnen, die niet in staat waren, een hoogere huur te betalen, genoodzaakt werden jte ver huizen naar ver afgelegen buitenwijL ken en voorsteden, die nu een geheele stad op zich zelf vormen. Daarentegen zijn de groote maga zijnen en winkels, waiar Eransche en buitenlandsclie millionairs bun geld komen besteden of verkwisten, niet van hun plaats geweken. Zij zijn m-eerendeels gelegen in de rijkste en aanzienlijkste wijken van Parijs rondom de boulevards; en zoo heeft menige midinette dagelijks een lan gen tocht te maken om zich van ha,ar woning a,an den buitenrand der stad naar ha,ar winkel te begeven, en we der terug te keeren. De kerken zijn dan nog niet geopend of reeds geslo ten, en meestal is zij1, in deze om standigheden, te vermoeid of te ge haast, om eenigen tijd te ga,an neder- knielen voor het tabernakel, laat staan dan om een© godsdienstoefe ning bij te wonen. Een paar jaren geleden trok deze treurige toestand de bijzondere aan dacht van cenige jeugdige arbeid sters, die behoorden tot da parochie van da Madeleine. Zij wisten bij ondervinding, hoe moeilijk het wa,s voor meisjes, die evenals zij vér van haar woning haai' onderhoud moesten verdienen, zich den steun en de hulpmiddelen va,n den godsdienst te verschaffen: zij- wisten ook, dat een te rechter tijd gesproken woord, een voorzich tige wenk, een kort maar ernstig beenwij!zen op den godsdienst en het toekomstige leven niet zelden won deren wekt in zielen, die door on vermijdelijke omstandigheden dage lijks en bijna ieder uur van den dag aan groote gevaren zijn blootgesteld. En om haar verlangen en streven op praktische wijze te verwezen lijken, besloten deze meisjes midde len te heramen of er geen speciale missies zouden gegeven kunnen wor den voor de midinettes, en wel om streeks het middaguur, gedurende den vrijen tijd, die haar toegestaan werd voor het middagmaal en voor ontspanning. Uit den aard der zaak leenden zich hiertoe het best de kerken, die het dichtst gelegen zijn bij de boulevards en de groote magazijnen, n.l. de Ma deleine, St. Loui» d'Antin, St. Roche, enz. „Het was een geniaal idee, zleide een Parijsch priester, maar wel wat ondoordacht, want op het eerste ge zicht scheen het nogal vermetel en onwaarschijnlijk, te verwachten, dat de luchthartige, levenslustige en van pretjes houdende midinette haar mid dagwandeling langs de boulevards zou afkorten, om naar een preek te komen luisteren." Evenwel, z i jt die het goede en nut tige werk uitgedacht hadden, pak ten het vol moed aan. Zijl lieten bil jetten drukken, waarop de uren der missie aangegeven waren, deelden ze zonder schroom uit in fabrieken en winkels, in café's restaurants en op straat, en wachtten vervolgens in angstige spanning den uitslag van haar edelmoedige pogingen. Aanvankelijk was het gehoor niet zeer talrijk, maar allengs groeide het aan, en van een klein honderdtal naad het zoo gestadig toe, da,t bij! de laatstelijk gehouden missie ruim twaalfhonderd midinettes rondom den predikstoel vereenigi waren. De geestelijke oefening wordt na tuurlijk vlug verricht, want de tijd der meisjes is tamelijk.beperkt. Om 12.30 wordt een. lofzang gezongen: ami 12.35 begint de geestelijke zijn preek, die duurt tot 12.50, zoadat slechts 30 minuten in de kerk door gebracht behoeven te worden, De missie duurt gewoonlijk veertien dar gen, en eindigt mét eene EL Mis, des morgens om 7 uur en eene algemeene H. Communie. Het gehoor varieert natuurlijk vol gens de parochiën, waar da missie gegeven wordthier zijn; het méeren- deela meisjes, die werken in confec tiemagazijnenelders zijn het win keljuffrouwen of buffetmeisjes, of modistensommigen zijn heiligen en heldinnenanderen zien er weer we- reldsoh, dan engelachtig uit; nog anderen hebben nooit een, preek ge hoord of een kerk bezochtnochtans luisteren allen met groote aandacht. Bij' iedere, missie warden troost volle resultaten bereikt, alhoewel het uiterst moeilijk .is over deze uit sluitend inwendige en geestelijke za ken nauwkeurige statistieken op te stellen. Zeker is in ieder geval, dat in do laatste drie jaren zeven- a acht duizend meisjes weder in nau were aanraking zijn gebracht met de Kerk, en dat de godsdienst in vele werkplaatsen, fabrieken en winkels niet langer als-eene „guantité nég ligé able" wordt beschouwd. Hier en daar worden de midinettes uitgelachen en bespot, maar dit weerhoudt ha,ar niet, openlijk voor haar godsdienst uit te komen. Som migen zijn met een heldhaftigen moed bezield, weigeren te arbeiden in werkplaatsen of vertrekken, waar het ha,ar niet geoorloofd wordt een kruisbeeld aan den muur te hangen, of wa,ar zij zich niet goedschiks kunnen verweren tegen het aanhoo- ren van zedelooze of godsiienstig- vijandige gesprekken. Het spreekt vanzelf, .dat het hij wonen dezer middag-missies heel wat zelf-opoffering yan de midinettes eischt Zii moeten zich haasten met ha,ar maaltijd, en er haar dagelijk- sche wandeling of ontspanning in de open lucht voor opofferen. Sommigen hebben zelfs harde ver volgingen te lijden. Zoo werd een dezer midinettes door Raar vader a,an de deur gezet, omidat ze békende de missie te volgen. "Vqor anderen is het niet zelden on mogelijk, des morgens de H. Com munie te ontvangentwaalf meis jes, die hiertoe verhinderd waren, blevfn nuchter tot aan de middag- predikatie, om op dat tijdstip tot de H. Tafel te kunnen naderen. In weer wil van zulke groote moeilijkheden bloeit en vordert dit missiewerk en breidt zich gestadig uit. Behalve de missies zelf, hebban de zelatrioen van dit héilzame werk nog andere nuttige instellingen jn het leven geroepen; o.a. een geregeld onderricht in den catechismus voor die midinettes, welke haar eerste communie nog niet hebben gedaan: en een hoogeren cursus voor gods dienstonderwijs voor haar, (die die per wenschen door te dringen in de kennis van den godsdienst, voorts eenige leesbibliotheken, waar uit sluitend goede katholieke hoeken uit geleend worden, en pntspannings- zalen, alleen voor ha,ar toegankelijk, waar de midinettes onttrokken zijn aan de verderfelijke invloeden van de Parijsche straat. Zoo heeft dit zegenrijke werk na een bestaan va,n nauwelijks eenige jaren onherroepelijk veel goeds ge sticht, zoowel rechtstreeks in de mi dinettes zelf, als zijdelings door den machtigen invloed, welken zij' on vermijdelijk uitoefenen op hare ge heele omgeving. En al is haar aantal nog pri-ar-ge ring jn vergelijking yan de duizen den en tienduizenden midinettes, die dagelijks op de Parijsche boulevards .en wie weet waar nog meer, a,an alle gevaren ten prooi, rondzwalken, toch geven de ijver en de heldhaftige op offering der eersten een waarborg da,t ook van deze laatste ongeluk- kigen bet aantal aldoor kleiner zal worden. (Maasbode). Hef verkeer te Parijs. Het ver keer in .sommige gedeelten van de Fran- sche hoofdstad is, van dien aard ge worden, dat het daar voor voetgangers bepaald levensgevaarlijk is om de straat over te steken. Men had, toen in den gemeenteraad besloten werd tot den aanleg van den Métropolitain gedacht, dat daardoor het verkeer langs de stra ten ietwat zou afnemen. Maar die hoop bleek ijdel. De Métro, die in 1900 zes tien millioen reizigers vervoerde, heeft er in 1909 bijna zestienmaal zooveel vervoerd. Instede van het verkeer langs de straten to verminderen, heeft het nieuwe vervoermiddel gemaakt, dat de Parijzenaars zich nog meer dan te vo ren verplaatsen. De tijd is wel ver, dal er te Parijs slechts twee karossen wa ren, die van de Koningin en die van Prinses Diana, dochter van Hendrik II. Op het oogenblik zijn er ongeveer 430 tot 450.000 voertuigen, w. o. rijwielen en auto's, te Parijs, die dagelijks langs de straten en dan nog voor het meeren- deel langs die in het hartje van de stad trekken. De vraag is nu, hoe men de verkeersstoringen, die daarvan dik werf het gevolg zijn kan voorkomen. Wat het rijüuigverkeer betreft, worden verschillende middelen aan de hand gedaan door het gemeenteraadslid Mas- sard, die met het onderzoek van deze aangelegenheid is belast. In de eerste plaats stelt hij voor, groote uitbreiding te geven aan het stelsel, waarbij druk ke verkeerswegen slechts in eene rich ting mogen worden bereden. Dian zul len op de verschillende pleinen in de stad alle in een zelfde richting moeten rijden, totdat zij voor de straat geko men zijn, die men wenscht in te slaan. Voorts wil men het langzaam rijden van huurwagens, op hoop van 'n vrachtje, verbieden en zoo meer. Voor de voetgangers is het denkbeeld aan de hand gedaan van den aanleg van tunnels onder de straat, bij drukke overgangen. Een Capucijner redder van Wee nen. Een dezer dagen heeft te Wee- nen in de kapel der Capucijnen, welke de begraafplaats is voor het regearende huis van Oostenrijk, een belangwekken de plechtigheid plaats gehad, die den naam in 't geheugen brengt van een beroemden Capucijn in de zeventiende eeuw. Een correspondent van de „Croix" verhaalt er het volgende van: Pater Marco d'Aviano leefde tijdens de invallen der Turken. Hij wendde ijverige pogingen aan om de christen monarchen, die verdeeld waren, met elkander te verzoenen en gedurende het verschrikkelijk beleg van 1683 was de vurige kloosterling met den burgemees ter Liebenberg, den aartsbisschop, en kele edellieden en eenige Jezuïeten de ziel der wanhopige verdediging, die het Weenen deed uithouden tot de komst van den Koning van Polen, welke de belegeraars vernietigde. Hij was dus een van de redders van Weenen. Na zijn dood, die 16 jaaf later plaats vond, wilde de regeerénde keizer, dat het stoffelijk overschot zou rusten in een aparten kelder tusschen de graven van het Keizerlijk huis. Leopold I en keizerin Eleonora waren tegenwoordig, toen de kist in den grafkelder werd bij gezet Nu dezé week, tweehonderd jaar na de begrafenis is die grafkelder voor- het eerst geopend, in tegenwoordigheid van den aartshertog Francois-Salvator, vertegenwoordiger des Keizers en van een referendaris van het ministerie van onderwijs en eeredienst, de Hussarek, welke als notaris fungeerde. De aarts hertog en de ambtenaar daalden na elk ander in den kelder af en constateer den de aanwezigheid der kist, die niet geopend werd. Vervolgens werd de kel der weer gesloten en door den Hussa- rek procesverbaal opgemaakt. Deze for maliteit is eene voorbereiding tot een proces voor het hof van Rome, Wee nen heeft nog kort geleden de groote ëer gehad van de heiligverklaring van Clemens Hofbauer. misschien is het deze stad beschoren, dat zij onder het getal der zaligen ziet opgenomen pater Marco d'Aviano, haren bevrijder. Ongewilde luchtreis. Een gevaar lijke luchtreis heeft het 4-jarig zoontje van den heer Abergarty te New-York, in een tweedekker gemaakt, dien zijn vader voor een sportman gebouwd had. De kleine was "er in gekleuterd, juist op het oogenblik, dat de heer Abergarty het toestel bij een heftigen wind liet opstijgen voor een proeftocht. Toen het vliegtuig een hoogte van 200 voet be reikt had, zegen de ouders tot hun ont zetting het hoofd van hun lieveling ove» den rand van de door den storm heen en weer geslingerde vliegmachine. Zij schreeuwden hem toe, zich aan de dra den vast te klemmen en werkten mef koortsachtigen haast drie uren lang om het toestel aan den kabel, waarmee het met de aarde verbonden was, naa» beneden te trekken. Intusschen waxen ook de buren te hulp gesneld, en zoo gelukte het eindelijk aan da vereende krachten van vier man, de machine naar beneden te halen. Tien meter bo ven den grond sloeg zij echter over den kop ,de jongen werd er uit ge slingerd, doch landde zóó 'gelukkig in de struiken, dat hij slechts een paar lichte schrammen opliep. 't Huwelijk van Iioosevelt Jr. In de Presbyteriaansche kerk in de 5de Avenuet e New-York, heeft deze week de trouwplechtigheid (plaats van den jongen Theodore Roosevelt met miss Eleonore Butler. Vijftienhonderd gasten uit de meest verschillende lagen der New- Yorksche wereld, woonden de plechtig heid bij. Een ontzaglijke menigte wacht te voor de kerk. 150 Politie-agenten moesten worden ontboden om de nieuwsgierigen in toom te houden. Roo sevelt, de vader, liet natuurlijk de prachtige gelegenheid om populair te wezen, niet ongebruikt voorbij gaan. Toen hij bij het verlaten van de kerk een politieagent aantrof, dien hij nog herkende van diens diensttijd te Was hington, begroette hij den verheerlijk ten rustbewaarder op het hartelijkst, schudde hem de hand en jjield een praatje met hem. Dat het aanlal nieuws gierigen zoo groot was, staat voor een deel hiermede in verband, dat Roose velt aan al zijn vrienden Onder de roughriders getelefoneerd had om mee feest te helpen vieren. Velen hunner waren in hun fantastisch eosLuum op den rug van een paard komen opdagen. Onthoofd. Te Brugge (België) heeft Dinsdagmiddag een ernstig ongeluk plaats gehad. Men was ei' bezig een aantal zware stalen platen te laden aan boord van .het Nederlandsche stoom schip „Johanna" toen plotseling een ketting brak en de ontzaggelijke staal- massa neerviel. Een werkman, J. Dire- kens, kreeg het net tegen den hals, zoodat zijn hoofd glad werd afgeslagen. De ongelukkige was 33 jaar oud en Laat eene weduwe met zes kinderen na. Het model voor Sherlock Holmes. Niet veel menschen zuilen weten, zoo vinden wij in een buitenlandsch blad, dat hef voorbeeld voor den Sherlock Holmes van Canon Doyle oen bekend professor in de medicijnen aan de uni versiteit te Edinburgh geweest is. Ca non Doyle ,die, zooats men weet, arts is, was zijn leerling, en bet verrassend snelle opmerkingsvermogen en de niet minder snelle combinatiegaven van den hoogleeraar, haddeil op hem, evenals op vele van zijn medestudenten, èelT onuitwisehharen indruk achtergelaten. Toen nu de jonge arts ontdekte, dat hij eigenlijk tot het schrijversgilde be hoorde, is in zijn hoofd die creatie ontstaan van den Sberlack Holmes, die in velerlei opzicht de gelijke yap zijn ouden leermeester was. Hoor dezen laatste maar eens„Mijne heeren," zoo sprak hij eens te Edinburgh tot zijn toehoorders, „ik weet nog niet zeker of deze man daar voor u een kurkesnij- der of wel een leidekker is. Ik merk een kleine verharding op aan de eene zijde van zijn wijsvinger en een lichte opzwelling van de daartegenover staan de zijde van den duim. Dit zijn zeker teekenen, dat hij het een of het an dere moet zijn." Een ander maat sprak hij het volgende tot een patiënt: „Gij zijt militair en hebt in Bermuda als onderofficier gestaan." Daarop wendde hij zich tot de studenten en maakte hen opmerkzaam op het feit, dat de man zonder zijn hoed af te nemen de kamer was binnengekomen alsof hij in dienst het bataljonsbureau binnentrad, en dat hij overigens de zichzelf beheerschende zekerheid ver toonde van een man, die gewoon was te bevelen, en dus onderofficier moest zijn. De uitslag aan zijn voorhoofd was nog slechts op Bermuda waargenomen. Zooals men ziet, het is de scherpe waarneming en de bliksemsnel zijn ge volgtrekkingen makende denkkracht 22) „En wat meent ge dan, graaf," sprak hij met een wereld van bit terheid in den toon zijner stem.„Eens heeft men mij versmaad voor we- rel<lschen glans, eens toen ik in de volle kracht van jeugd en gezond heid was. En zou ik dan nu het ©en tweede maal wagen Ik hebi een vrouw gelukkig willen maken en door haar zelf gelukkig willen zijn haar thans te vragen mijn onge luk te deelen, haar medelijden in te roepen in plaats van haar liefde, ik kan het om.al het goud der wereld niet!" Nooit had Tromholt Zoo openhar tig gesproken. En Snarra verstond hem. Hij had Suzanne nog steeds lief, al zijn gedachten bijna waren voor haar, maar hij' zou haar nooit .meer vragen zijne vrouw te worden. Reeds had Tromholt intusschen zijn kalmte herwonnen. „Laat mij*: nu nog eens iets Vrg- gen, graaf," sprak kijf, „want il kan mij niet verhelen, dat uw komst hier te Kapenhadgért mijl in de hoogste mate verbaasd hooft. Is het waar dat ge plan hebt, om! Din a Ericius ten huwelijk te vragen?" De graaf glimlachte. „Zoo, zijn diej geruchten ook reeds tot u doorge drongen," zeide hij!. „Nu, het is zoo. Ik heb mij, schoon ik daartoe lang genoeg inderdaad te Kiel verbleef, nog niet uitgesproken, maar het is rpijn vaste voornemen, zoodra ik terugkeer Dina's hand te vragen." -Ge zijt dus vertrokken zonder ook maai' iets te zeggen van uw hu welijksplannon i „Zoo erg'is het niet. Ik' heb Di na's zuster" de graaf wilde Su- zalnne's naam niet uitspreken „juist, den dag vóór mijn vertrek ger vraagd mijn voorspraak te willen zijn hij Dina, die eon stérk vooroor deel hepft tegen mijn adellijken ti tel. En bij! mjjn vertrek heb ik alleen een klein briefje geschreven, waarin ik de dames mededeelde, dat ik plotseling maar Kopenhagen moest." „Maar graaf," klonk het ver schrikt, „zijt ge dan niet bang dat de dames Ericius uw plotseling ver trek als een soort van terugtocht hebben opgevat?" Snarre stond verslagen. Nóg eens had zijn zucht van! .onaangenaami- heden het koste wat het koste zo o spoedig mogelijk van zijn levens pad te verwijderen, hem! leolijke par ten gespeeld, en hij zag nu in, welk eefl Vreemden indruk ftjö plotselïig vertrek gemaakt moest hebben. „Ge hebt gelijk, Tromholt," sprak hij!, (jen in uw openhartigheid hebt ge mij een zeer grooten dienst bewe zen. Ik keer terstond naar Kiel te rug, zooals ge begrijpt, in do hoop j dat ik mijne fout geheel kan her-; stellen Vaarwel, ik laat de zorg! voor Limforden dus geheel aan ui over en hoop van u te hooren En nog iets denk niet zoo alleen aan anderen, maar ook aan u zelf!" „Ik dank u, graaf," was het korte warme antwoord, en de beiiie man- nen scheidden als vreemden voor heel hun verder leven Graaf Snarre zat in den salon der damep Ericius tegenover Dina „Sta mij toe;" sprak hij, ,u te ver klaren wat mij dwong om zoo spoe dig pn zonder persoonlijk afscheid te vertrekken." Dina schudde het hoofd. „Neen, meneer de graaf, we moesten het verleden liever laten rusten. Gij zult voor uw vertrek zeker wel uw goederedenen gehai hebben, die ik eerbiedig ook al is het mij' nietl mogelijk geweest mijn teleurstelling toen geheel te Verbergen." Maar ik stel bepaald prijs op een verklaring, want nietwaar, teleur stelling leidt o zoo licht tot ont stemming, en al zégt u het mij nu nog zoo voorzichtig, dait go de réien nen van mijEÉ vertrek eerbiedig!, ik voel toch .wel dat ge u gekrenkt; acht. En wij' moeten toch goede; j trouwe vrienden blijven, nietwaar, zonder dat een misverstand ons. scheidt!" Ditmaal antwoordde Dina niet. Ze haalde alleen bijna onmerkbaar I en met ernstig gelaat de schouders: °P- „Zegt u mij eens, juffrouw Dina; welke redenen hebt u eigenlijk ge zocht achter die, welke ik in mijn briefje vermeldde? Och, zeg .u heti maai' ronduit." Een oogenblik' aarzelde Dina, I maar toen antwoordde ze met wat' meer vertrouwen en warmte in woord en blik: „Welnu, afs ge het mij' zoo ronduit vraagt, zal ik het u ook niet langer verzwijgen, mijn-; heer de graaf. Ik dacht dat uw brief-j je slechts een voorwendsel beyatte, om relatiën af te breken, die u min of meer lastig waren geworden Ge; zijt natuurlijk meester van al uw. handelingen, maar in dit geval halt! ge dunkt mij een anderen vorm kun-j nen kiezen. [Was het vrees of een' zeker gevoel van onbehagelijkheid, dat u dreef? Dacht gijl dat wij u van uw besluiten terug zouden hou den Snarr® was. door deze laatste! woorden ten zeerste getroffen: hij erkende nu pais de geheele draag wijdte van zijn handelingen en schrikte Voor 'de gevolgen die hij! heelemaal niet voorzien had vian een krenking als die hij Dina Ericus onvrijwillig had aangedaan Er klonk dan ook .een geheel bij zondere warme, overtuigende toon in zijn woorden, toen nij, zonder te trachten het naar den vorm ver- keerde van zijn handelwijze te ver goelijken, toch- het inderdaad on- diendo verwijt van Dina afwees: „Ik geef u mijn woord als edel man, dat ge u vergist, juffrouw Dina, Dit alleen is wa,ar in uw ver onderstellingen, da,t ©en zekere on behagelijkheid mij het besluit tot mijn plotseling vertrek zonder af scheid deed nemen. Sta mij toe u, nu de dingen toch eenmaal zoo ge- loopen zijn, alles openhartig te: ver klaren Toen ik op dien avond na mijn bezoek hier, waarhij ik niet het geluk had, u te ontmoeten, mijn kamer in het hotel betrad, vond ik daar de gewone onaangename brieven uit Limforden. De heer Von Alten verlangde antwoord op allerlei vragen, en ik kon hem dat niet schriftelijk geven. Ik moest daarom zoo 6poedig het maar eenig- zins kon, Tromholt gaan raadplegen, met wien ik al geruimen tijd over den verkoop van Limforden en Troll- heide onderhandeld had. Een lang durig gesprek met hem moest nu wel het nemen van een besluit tegen over Alten voorafgaan. Daarom .be sloot ik, terstond naai' Kopenhagen ta gaan. Ik moet erkennen, dat ik daarbij slechts naar mijn zelfzucht luisterde en aan den indruk, dien mijn handelwijze op u en de uwen maken moest, in het geheel niet dacht. Ik hoop dat ge mij niet te sterk zult veroordeelen." Snarre brak af en wachtte op Dina's gelaat den indruk te lezen, dien zijn woorden op haar gemaakt hadden. Maar deze bleef beneden zijn verwach ting: blijkbaar was het jonge meisje door zijn verklaringen niet bevredigd. Zij bleef zwijgend voor zich uit staren en het werd den graaf onaangenaam te moede. „Zwijgt ge? Meent ge dat ik u nog iets te verbergen heb, juffrouw Dina," begon hij weer en wierp het meisje een bijna smeekenden blik toe. „Ja meneer die graaf. Ik meen inder daad dat er nog iets anders in bet spel is, iels dat ge niet alleen voor mij, maar ook voor u zelf verheelt. Dat ge ons niet opzettelijk hebt willen kren ken, neem ik gaarne aan, maar juist dat ge het onbewust deedt, dat" hier aarzelde Dina en een hooge blos bedekte haar gebaat „dat uw hart u geen anderen, hartelijker vorm ingaf om ons om mij uw besluit te doen kennen op een wijze, die voor geen misverstaan vatbaar was, dat „Welnu, dat vroeg Snarre, toen Dina opnieuw aarzelde. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5