TWEEDE BLAD.
Een man van ijzer.
Y
Voor da beschaving.
Aan wsesi da schuld?
HeragÉlrafealaRtee tosten
DOHDERDAG 30 JUNI Ê91Ö.
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
In de bladen ging het bericht rond,
dat honing Albert een dezer dagen
öen paar patera Benedictijnen bij
zich ontboden heeft, en hun de vraag
stelde, of de Beneiictijnerorde niet
genegen zou zijn een abdij te stich
ten in den Belgischen Conga.
Bij die gelegenheid roemjie de ko
ning pok den liturgisohen eere-
dienst als een beschavingsmiddel
Yan buitengewone waarde.
Het blijkt uit deze eenvoudige
mededeeling, dat de koning van Bel
gië iemand is met een ruime blik,
Zegt de „N. Tilhurgsche Courant."
De geschiedenis der wereld be
wijst van hoe grooten bésobavan-
den invloed het christendom is en
dn ze eigen streken hebben onder
vonden den gezegenden invloed van
het werk der Benedictijnen als hoojd-
3ch apdragers van het christelijk ge
loof. Niet waar, onze heidensche
voorvaderen werden door de predi
king der zonen van Benedictus bes
keerd en Van uit hunne kloosters
drongen wetenschap, kunst en be
schaving door in breeder kringen.
Dat do koning pok oog heeft Voor
den beschavingsinvloed van den li-
turgischen eeredienst, bewijst voorts;
dat hij verder kan en durft zien
dan tot de oppervlakte der dingen
[Want het is volkomen waar: een
volk. dat mede weet te leven den
jaarkring der kerkelijke liturgie,
kan geen on beschaafd en onontwik
keld volk zijn. Ten eerste, omdat
het de geestelijke kennis verrijkt
en ten tweede, omdat deze mede
brengt ontwikkeling van de kennis
van kunst en geschiedenis. .De ge
schiedenis der Kerk, dat is tevens
de geschiedenis der christelijke be
schaving, is immers geheel in da
liturgie verwerkt. En dat zijl sa
menhangt met de kerkelijke kunst
in den breedsten zin, ligt voor de
hand. En is de kerkelijke kunst
niet nog immer de hoogste kunst?
Onder dezen titel schreef Pater
Beraardinua Mots, die ook aan ons
blad een zij het helaas door zijn
overdrukken arbeid zelden zich hoo-
ren latend - medewerker is, in
„Het Centrum een behartenswaardig
artikeltje; dat ook door Roomsch
Katholieke patroons uit onze streek
niet mag warden overgeslagen.
ÖHÜJ citeereat 3
Een R. K- Patroon uit 't Zuiden
schreef dezer dagen in een onzer
Kath. dagbladen over de werksta
kingen. Hij' betreurt ze, natuurlijk,
en noemt ze rampen, dia met alle
ka'acht moeten geweerd en naar bij1
meent, in het It. K. Zuiden kunnen
vermeden worden, of althans tot een
zeldzaamheid beperkt.
iWe zijn het ten volle met den
R K Patroon eens. Ze kunnen ver
meden worden, dus is er schuld, en
daar een werkstaking een groote
ramp is, met dikwijls niet te over
zien© gevolgen, daar er altijd baat,
tenminste verbittering uit .voort
vloeit, ook zware schuld.
Aan wien de schuld Eu de R. K.
patroon schrijft: „Indien de leiding
der arbeidsvereenigingen worden
toevertrouwd aan degelijke en be
zadigde mannen, die met beleid en
tact weten te handelen, uittarting
en noodelooze prikkeling weten .te
voorkomen, in woord en daad zoo
correct mogelijk weten te zijn, om
alles te vermijden, wat tot misver
verstand en conflict kan leiden,"
dan zullen ze kunnen worden 'ge
weerd of althans tot een zeldzaam
heid beperkt.
Men besluite dus: 't ontbreekt die
vereenigingen aan dergelijke man
nen, want de werkstakingen behao
ren niet tot de zeldzaamheden,
•Een zware beschuldiging. Een be
schuldiging, die ook den adviseur
treft, 't zij dan bedoeld of niet, want
zonder zijne goedkeuring zal geen
kath, vereeniging tot een^ werksta
king overgaanen die R. Kj. patroon
beschuldigt hier nog eens: we lat
ten zijne bedoeling geheel buiten re
kening, ook 'hem, die de advi
seurs aanstelde,
'"Niet ieder priester is geschikt voor
adviseur, de Kerkelijke Over heil
zal dus wel met groote voorzichtig-
heid hare mannen kiezen, wetende
hoe moeilijk die atak is, vooral in
onze dagen. Ieder priester ja min
of meer huiverig om die zware taak
te aanvaarden, ik heb het meermalen
uit hun eigen mond gehoord,. Een
maal aangesteld zullen ze dan niet
alles doen, wat in hun vermogen is,
om eeno werkstaking te voorkomen?
,Nog vele andere redenen buiten re
kening gelaten, beter dan wie ook,
kennen zij de gevolgen, zijn ze over
tuigd van hunne zware .verantwoor
delijkheid, en zullen ze nooit toe
slemming geven dan ha rijp beraad,
dan na het voor en tegen te hebben
overwogen: dan na in de werksta
king bet laatste middel te. hebben
gezien om den werkman te doen
toekomenzijn recht De vraag stel
len is haar beantwoorden, meen ik,
en ik begrijp niet, hoe een R. K|, par
troon zoo maar bloud-weg de be
schuldiging durfie neerschrijven.
Zeker, in het R. K. Zuiden moest
een werkstaking kunnen, worden
voorkomen, maar dan is het noodig.
dat de R. K- patroons ook zich
vereenigen in R. K- vereenigingen,
dat ook zij als patroons R K. han
delen, dat zij niet enkel het recht er
kennen der R. K. werkmans-vereeni-
gingen, maar deze steunen en met
hen onderhandelen, dat zij' kennen en
erkennen niet enkel de macht van
den sterkste, maar ook het recht der
werklieden.
Ernstige studie der sociale kwes
tie, ernstige studie der pauselijke
encyclieken over het arbeiders-vraag
stuk is deu R. K. patroon noodza
kelijk en deze zullen; ze niet beoefe
nen in neutrale vereenigingen. En,
goede en loffelijke uitzonderingen
daargelaten, dikwijls heb: ik ver
stomd gestaan over de liberale ideeën
van R. K, patroons, over hunne on
wetendheid in zake de pauselijke
voorschriften. Een R. K. pa,troon
kan goed zijn, een ©del hart hebben,
dat is veel, maar dat is niet alles.
Hij moet de sociale kwestie ken
nen, zijne rechten en plichten, maar
ook de rechten der arbeiders en deze
eerbiedigen. En toch, boe velen re
deneeren aldus: de werkman yerkt
voor mij; ik betaal het loon en daar
mede basta. Is de werkman niet te
vreden, hij kan zijn heil elders zon
ken. i
Ziedaar geheel hunne leer.
Katholieke werklieden-vereenigin
gen beschouwt men als een nood
zakelijk kwaad, goed om *le werk
lieden niet geheel rood te doen wor
den.
Hoe ze denken over da meeste ad
viseurs die toch slechts hun plicht
doen
Men leze nog eens, wat de R. K.
patroon schreef, en men weet ge
noeg.
Gebrek aan degelijke sociale ken
nis, meen ik, is da schuld, dat in
het R.K. Zuiden de werkstakingen
en conflicten niet altijd worden voor
komen of althans beperkt tot een
zelzaiamheid. j
Middag-Missim* in Parijs.
Da Parijsche „midinetta", de jeug
dige fabriekarbeidstar of winkeljuf
frouw, is een welbekende type.
Zij is beschaafd, goed gemanierd,
heeft niet zelden een fijnen smaak,
lioudt van opschik én elegantie, en
is juist daarom omringd van duizen
derlei gevaren, in Parij's nog veel
meer dan ergens elders, tengevolge
van den wuften geest, die er bij het
verdwijnen van alle godsdienstig be
sef meer en meer heerschen gaat.
Vroeger konden deze meisjes, toen
ze nog kinderen waren, en in de Pa
rijsche werkplaatsen en winkelma,-
gazijnen reeds in aalnraking kwa
men met het alom voortdringend
zedenbederf, tenminste nog gebruik
maken van de geestelijke middelen,
welke haar parochiekerken en haar
herders baar aanboden; tegenwoor
dig is dit echter onmogetijk geyror-
den. 1
In de laatste jaren zijn verschillen
de wijken van Parijs, voornamelijk
die, welke bewoond werden door de
arbeidende klasse, nagenoeg geheel
vernieuwd, hetgeen tengevolge had,
dat duizenden gezinnen, die niet in
staat waren, een hoogere huur te
betalen, genoodzaakt werden jte ver
huizen naar ver afgelegen buitenwijL
ken en voorsteden, die nu een geheele
stad op zich zelf vormen.
Daarentegen zijn de groote maga
zijnen en winkels, waiar Eransche en
buitenlandsclie millionairs bun geld
komen besteden of verkwisten, niet
van hun plaats geweken. Zij zijn
m-eerendeels gelegen in de rijkste
en aanzienlijkste wijken van Parijs
rondom de boulevards; en zoo heeft
menige midinette dagelijks een lan
gen tocht te maken om zich van ha,ar
woning a,an den buitenrand der stad
naar ha,ar winkel te begeven, en we
der terug te keeren. De kerken zijn
dan nog niet geopend of reeds geslo
ten, en meestal is zij1, in deze om
standigheden, te vermoeid of te ge
haast, om eenigen tijd te ga,an neder-
knielen voor het tabernakel, laat
staan dan om een© godsdienstoefe
ning bij te wonen.
Een paar jaren geleden trok deze
treurige toestand de bijzondere aan
dacht van cenige jeugdige arbeid
sters, die behoorden tot da parochie
van da Madeleine.
Zij wisten bij ondervinding, hoe
moeilijk het wa,s voor meisjes, die
evenals zij vér van haar woning
haai' onderhoud moesten verdienen,
zich den steun en de hulpmiddelen
va,n den godsdienst te verschaffen:
zij- wisten ook, dat een te rechter
tijd gesproken woord, een voorzich
tige wenk, een kort maar ernstig
beenwij!zen op den godsdienst en het
toekomstige leven niet zelden won
deren wekt in zielen, die door on
vermijdelijke omstandigheden dage
lijks en bijna ieder uur van den dag
aan groote gevaren zijn blootgesteld.
En om haar verlangen en streven
op praktische wijze te verwezen
lijken, besloten deze meisjes midde
len te heramen of er geen speciale
missies zouden gegeven kunnen wor
den voor de midinettes, en wel om
streeks het middaguur, gedurende
den vrijen tijd, die haar toegestaan
werd voor het middagmaal en voor
ontspanning.
Uit den aard der zaak leenden zich
hiertoe het best de kerken, die het
dichtst gelegen zijn bij de boulevards
en de groote magazijnen, n.l. de Ma
deleine, St. Loui» d'Antin, St. Roche,
enz.
„Het was een geniaal idee, zleide
een Parijsch priester, maar wel wat
ondoordacht, want op het eerste ge
zicht scheen het nogal vermetel en
onwaarschijnlijk, te verwachten, dat
de luchthartige, levenslustige en van
pretjes houdende midinette haar mid
dagwandeling langs de boulevards
zou afkorten, om naar een preek te
komen luisteren."
Evenwel, z i jt die het goede en nut
tige werk uitgedacht hadden, pak
ten het vol moed aan. Zijl lieten bil
jetten drukken, waarop de uren der
missie aangegeven waren, deelden
ze zonder schroom uit in fabrieken
en winkels, in café's restaurants en
op straat, en wachtten vervolgens
in angstige spanning den uitslag van
haar edelmoedige pogingen.
Aanvankelijk was het gehoor niet
zeer talrijk, maar allengs groeide
het aan, en van een klein honderdtal
naad het zoo gestadig toe, da,t bij! de
laatstelijk gehouden missie ruim
twaalfhonderd midinettes rondom
den predikstoel vereenigi waren.
De geestelijke oefening wordt na
tuurlijk vlug verricht, want de tijd
der meisjes is tamelijk.beperkt. Om
12.30 wordt een. lofzang gezongen:
ami 12.35 begint de geestelijke zijn
preek, die duurt tot 12.50, zoadat
slechts 30 minuten in de kerk door
gebracht behoeven te worden, De
missie duurt gewoonlijk veertien dar
gen, en eindigt mét eene EL Mis, des
morgens om 7 uur en eene algemeene
H. Communie.
Het gehoor varieert natuurlijk vol
gens de parochiën, waar da missie
gegeven wordthier zijn; het méeren-
deela meisjes, die werken in confec
tiemagazijnenelders zijn het win
keljuffrouwen of buffetmeisjes, of
modistensommigen zijn heiligen en
heldinnenanderen zien er weer we-
reldsoh, dan engelachtig uit; nog
anderen hebben nooit een, preek ge
hoord of een kerk bezochtnochtans
luisteren allen met groote aandacht.
Bij' iedere, missie warden troost
volle resultaten bereikt, alhoewel
het uiterst moeilijk .is over deze uit
sluitend inwendige en geestelijke za
ken nauwkeurige statistieken op te
stellen. Zeker is in ieder geval, dat
in do laatste drie jaren zeven- a
acht duizend meisjes weder in nau
were aanraking zijn gebracht met de
Kerk, en dat de godsdienst in vele
werkplaatsen, fabrieken en winkels
niet langer als-eene „guantité nég
ligé able" wordt beschouwd.
Hier en daar worden de midinettes
uitgelachen en bespot, maar dit
weerhoudt ha,ar niet, openlijk voor
haar godsdienst uit te komen. Som
migen zijn met een heldhaftigen
moed bezield, weigeren te arbeiden
in werkplaatsen of vertrekken, waar
het ha,ar niet geoorloofd wordt een
kruisbeeld aan den muur te hangen,
of wa,ar zij zich niet goedschiks
kunnen verweren tegen het aanhoo-
ren van zedelooze of godsiienstig-
vijandige gesprekken.
Het spreekt vanzelf, .dat het hij
wonen dezer middag-missies heel wat
zelf-opoffering yan de midinettes
eischt Zii moeten zich haasten met
ha,ar maaltijd, en er haar dagelijk-
sche wandeling of ontspanning in de
open lucht voor opofferen.
Sommigen hebben zelfs harde ver
volgingen te lijden. Zoo werd een
dezer midinettes door Raar vader
a,an de deur gezet, omidat ze békende
de missie te volgen.
"Vqor anderen is het niet zelden on
mogelijk, des morgens de H. Com
munie te ontvangentwaalf meis
jes, die hiertoe verhinderd waren,
blevfn nuchter tot aan de middag-
predikatie, om op dat tijdstip tot de
H. Tafel te kunnen naderen. In weer
wil van zulke groote moeilijkheden
bloeit en vordert dit missiewerk en
breidt zich gestadig uit.
Behalve de missies zelf, hebban
de zelatrioen van dit héilzame werk
nog andere nuttige instellingen jn
het leven geroepen; o.a. een geregeld
onderricht in den catechismus voor
die midinettes, welke haar eerste
communie nog niet hebben gedaan:
en een hoogeren cursus voor gods
dienstonderwijs voor haar, (die die
per wenschen door te dringen in de
kennis van den godsdienst, voorts
eenige leesbibliotheken, waar uit
sluitend goede katholieke hoeken uit
geleend worden, en pntspannings-
zalen, alleen voor ha,ar toegankelijk,
waar de midinettes onttrokken zijn
aan de verderfelijke invloeden van
de Parijsche straat.
Zoo heeft dit zegenrijke werk na
een bestaan va,n nauwelijks eenige
jaren onherroepelijk veel goeds ge
sticht, zoowel rechtstreeks in de mi
dinettes zelf, als zijdelings door den
machtigen invloed, welken zij' on
vermijdelijk uitoefenen op hare ge
heele omgeving.
En al is haar aantal nog pri-ar-ge
ring jn vergelijking yan de duizen
den en tienduizenden midinettes, die
dagelijks op de Parijsche boulevards
.en wie weet waar nog meer, a,an alle
gevaren ten prooi, rondzwalken, toch
geven de ijver en de heldhaftige op
offering der eersten een waarborg
da,t ook van deze laatste ongeluk-
kigen bet aantal aldoor kleiner zal
worden. (Maasbode).
Hef verkeer te Parijs. Het ver
keer in .sommige gedeelten van de Fran-
sche hoofdstad is, van dien aard ge
worden, dat het daar voor voetgangers
bepaald levensgevaarlijk is om de straat
over te steken. Men had, toen in den
gemeenteraad besloten werd tot den
aanleg van den Métropolitain gedacht,
dat daardoor het verkeer langs de stra
ten ietwat zou afnemen. Maar die hoop
bleek ijdel. De Métro, die in 1900 zes
tien millioen reizigers vervoerde, heeft
er in 1909 bijna zestienmaal zooveel
vervoerd. Instede van het verkeer langs
de straten to verminderen, heeft het
nieuwe vervoermiddel gemaakt, dat de
Parijzenaars zich nog meer dan te vo
ren verplaatsen. De tijd is wel ver, dal
er te Parijs slechts twee karossen wa
ren, die van de Koningin en die van
Prinses Diana, dochter van Hendrik II.
Op het oogenblik zijn er ongeveer 430
tot 450.000 voertuigen, w. o. rijwielen
en auto's, te Parijs, die dagelijks langs
de straten en dan nog voor het meeren-
deel langs die in het hartje van de
stad trekken. De vraag is nu, hoe men
de verkeersstoringen, die daarvan dik
werf het gevolg zijn kan voorkomen.
Wat het rijüuigverkeer betreft, worden
verschillende middelen aan de hand
gedaan door het gemeenteraadslid Mas-
sard, die met het onderzoek van deze
aangelegenheid is belast. In de eerste
plaats stelt hij voor, groote uitbreiding
te geven aan het stelsel, waarbij druk
ke verkeerswegen slechts in eene rich
ting mogen worden bereden. Dian zul
len op de verschillende pleinen in de
stad alle in een zelfde richting moeten
rijden, totdat zij voor de straat geko
men zijn, die men wenscht in te
slaan. Voorts wil men het langzaam
rijden van huurwagens, op hoop van
'n vrachtje, verbieden en zoo meer.
Voor de voetgangers is het denkbeeld
aan de hand gedaan van den aanleg van
tunnels onder de straat, bij drukke
overgangen.
Een Capucijner redder van Wee
nen. Een dezer dagen heeft te Wee-
nen in de kapel der Capucijnen, welke
de begraafplaats is voor het regearende
huis van Oostenrijk, een belangwekken
de plechtigheid plaats gehad, die den
naam in 't geheugen brengt van een
beroemden Capucijn in de zeventiende
eeuw. Een correspondent van de
„Croix" verhaalt er het volgende van:
Pater Marco d'Aviano leefde tijdens
de invallen der Turken. Hij wendde
ijverige pogingen aan om de christen
monarchen, die verdeeld waren, met
elkander te verzoenen en gedurende het
verschrikkelijk beleg van 1683 was de
vurige kloosterling met den burgemees
ter Liebenberg, den aartsbisschop, en
kele edellieden en eenige Jezuïeten de
ziel der wanhopige verdediging, die het
Weenen deed uithouden tot de komst
van den Koning van Polen, welke de
belegeraars vernietigde. Hij was dus
een van de redders van Weenen.
Na zijn dood, die 16 jaaf later plaats
vond, wilde de regeerénde keizer, dat
het stoffelijk overschot zou rusten in
een aparten kelder tusschen de graven
van het Keizerlijk huis. Leopold I en
keizerin Eleonora waren tegenwoordig,
toen de kist in den grafkelder werd bij
gezet
Nu dezé week, tweehonderd jaar na
de begrafenis is die grafkelder voor-
het eerst geopend, in tegenwoordigheid
van den aartshertog Francois-Salvator,
vertegenwoordiger des Keizers en van
een referendaris van het ministerie van
onderwijs en eeredienst, de Hussarek,
welke als notaris fungeerde. De aarts
hertog en de ambtenaar daalden na elk
ander in den kelder af en constateer
den de aanwezigheid der kist, die niet
geopend werd. Vervolgens werd de kel
der weer gesloten en door den Hussa-
rek procesverbaal opgemaakt. Deze for
maliteit is eene voorbereiding tot een
proces voor het hof van Rome, Wee
nen heeft nog kort geleden de groote
ëer gehad van de heiligverklaring van
Clemens Hofbauer. misschien is het
deze stad beschoren, dat zij onder het
getal der zaligen ziet opgenomen pater
Marco d'Aviano, haren bevrijder.
Ongewilde luchtreis. Een gevaar
lijke luchtreis heeft het 4-jarig zoontje
van den heer Abergarty te New-York,
in een tweedekker gemaakt, dien zijn
vader voor een sportman gebouwd had.
De kleine was "er in gekleuterd, juist
op het oogenblik, dat de heer Abergarty
het toestel bij een heftigen wind liet
opstijgen voor een proeftocht. Toen het
vliegtuig een hoogte van 200 voet be
reikt had, zegen de ouders tot hun ont
zetting het hoofd van hun lieveling ove»
den rand van de door den storm heen
en weer geslingerde vliegmachine. Zij
schreeuwden hem toe, zich aan de dra
den vast te klemmen en werkten mef
koortsachtigen haast drie uren lang om
het toestel aan den kabel, waarmee
het met de aarde verbonden was, naa»
beneden te trekken. Intusschen waxen
ook de buren te hulp gesneld, en zoo
gelukte het eindelijk aan da vereende
krachten van vier man, de machine
naar beneden te halen. Tien meter bo
ven den grond sloeg zij echter over
den kop ,de jongen werd er uit ge
slingerd, doch landde zóó 'gelukkig in
de struiken, dat hij slechts een paar
lichte schrammen opliep.
't Huwelijk van Iioosevelt Jr. In
de Presbyteriaansche kerk in de 5de
Avenuet e New-York, heeft deze week de
trouwplechtigheid (plaats van den jongen
Theodore Roosevelt met miss Eleonore
Butler. Vijftienhonderd gasten uit de
meest verschillende lagen der New-
Yorksche wereld, woonden de plechtig
heid bij. Een ontzaglijke menigte wacht
te voor de kerk. 150 Politie-agenten
moesten worden ontboden om de
nieuwsgierigen in toom te houden. Roo
sevelt, de vader, liet natuurlijk de
prachtige gelegenheid om populair te
wezen, niet ongebruikt voorbij gaan.
Toen hij bij het verlaten van de kerk
een politieagent aantrof, dien hij nog
herkende van diens diensttijd te Was
hington, begroette hij den verheerlijk
ten rustbewaarder op het hartelijkst,
schudde hem de hand en jjield een
praatje met hem. Dat het aanlal nieuws
gierigen zoo groot was, staat voor een
deel hiermede in verband, dat Roose
velt aan al zijn vrienden Onder de
roughriders getelefoneerd had om mee
feest te helpen vieren. Velen hunner
waren in hun fantastisch eosLuum op
den rug van een paard komen opdagen.
Onthoofd. Te Brugge (België) heeft
Dinsdagmiddag een ernstig ongeluk
plaats gehad. Men was ei' bezig een
aantal zware stalen platen te laden aan
boord van .het Nederlandsche stoom
schip „Johanna" toen plotseling een
ketting brak en de ontzaggelijke staal-
massa neerviel. Een werkman, J. Dire-
kens, kreeg het net tegen den hals,
zoodat zijn hoofd glad werd afgeslagen.
De ongelukkige was 33 jaar oud en Laat
eene weduwe met zes kinderen na.
Het model voor Sherlock Holmes.
Niet veel menschen zuilen weten, zoo
vinden wij in een buitenlandsch blad,
dat hef voorbeeld voor den Sherlock
Holmes van Canon Doyle oen bekend
professor in de medicijnen aan de uni
versiteit te Edinburgh geweest is. Ca
non Doyle ,die, zooats men weet, arts
is, was zijn leerling, en bet verrassend
snelle opmerkingsvermogen en de niet
minder snelle combinatiegaven van den
hoogleeraar, haddeil op hem, evenals
op vele van zijn medestudenten, èelT
onuitwisehharen indruk achtergelaten.
Toen nu de jonge arts ontdekte, dat
hij eigenlijk tot het schrijversgilde be
hoorde, is in zijn hoofd die creatie
ontstaan van den Sberlack Holmes, die
in velerlei opzicht de gelijke yap zijn
ouden leermeester was. Hoor dezen
laatste maar eens„Mijne heeren," zoo
sprak hij eens te Edinburgh tot zijn
toehoorders, „ik weet nog niet zeker
of deze man daar voor u een kurkesnij-
der of wel een leidekker is. Ik merk
een kleine verharding op aan de eene
zijde van zijn wijsvinger en een lichte
opzwelling van de daartegenover staan
de zijde van den duim. Dit zijn zeker
teekenen, dat hij het een of het an
dere moet zijn." Een ander maat
sprak hij het volgende tot een patiënt:
„Gij zijt militair en hebt in Bermuda
als onderofficier gestaan." Daarop
wendde hij zich tot de studenten en
maakte hen opmerkzaam op het feit,
dat de man zonder zijn hoed af te
nemen de kamer was binnengekomen
alsof hij in dienst het bataljonsbureau
binnentrad, en dat hij overigens de
zichzelf beheerschende zekerheid ver
toonde van een man, die gewoon was
te bevelen, en dus onderofficier moest
zijn. De uitslag aan zijn voorhoofd was
nog slechts op Bermuda waargenomen.
Zooals men ziet, het is de scherpe
waarneming en de bliksemsnel zijn ge
volgtrekkingen makende denkkracht
22)
„En wat meent ge dan, graaf,"
sprak hij met een wereld van bit
terheid in den toon zijner stem.„Eens
heeft men mij versmaad voor we-
rel<lschen glans, eens toen ik in de
volle kracht van jeugd en gezond
heid was. En zou ik dan nu het ©en
tweede maal wagen Ik hebi een
vrouw gelukkig willen maken en
door haar zelf gelukkig willen zijn
haar thans te vragen mijn onge
luk te deelen, haar medelijden in te
roepen in plaats van haar liefde,
ik kan het om.al het goud der
wereld niet!"
Nooit had Tromholt Zoo openhar
tig gesproken. En Snarra verstond
hem. Hij had Suzanne nog steeds
lief, al zijn gedachten bijna waren
voor haar, maar hij' zou haar
nooit .meer vragen zijne vrouw te
worden.
Reeds had Tromholt intusschen
zijn kalmte herwonnen.
„Laat mij*: nu nog eens iets Vrg-
gen, graaf," sprak kijf, „want il
kan mij niet verhelen, dat uw komst
hier te Kapenhadgért mijl in de hoogste
mate verbaasd hooft. Is het waar
dat ge plan hebt, om! Din a Ericius
ten huwelijk te vragen?"
De graaf glimlachte. „Zoo, zijn diej
geruchten ook reeds tot u doorge
drongen," zeide hij!. „Nu, het is zoo.
Ik heb mij, schoon ik daartoe lang
genoeg inderdaad te Kiel verbleef,
nog niet uitgesproken, maar het is
rpijn vaste voornemen, zoodra ik
terugkeer Dina's hand te vragen."
-Ge zijt dus vertrokken zonder
ook maai' iets te zeggen van uw hu
welijksplannon i
„Zoo erg'is het niet. Ik' heb Di
na's zuster" de graaf wilde Su-
zalnne's naam niet uitspreken
„juist, den dag vóór mijn vertrek ger
vraagd mijn voorspraak te willen
zijn hij Dina, die eon stérk vooroor
deel hepft tegen mijn adellijken ti
tel. En bij! mjjn vertrek heb ik
alleen een klein briefje geschreven,
waarin ik de dames mededeelde, dat
ik plotseling maar Kopenhagen
moest."
„Maar graaf," klonk het ver
schrikt, „zijt ge dan niet bang dat
de dames Ericius uw plotseling ver
trek als een soort van terugtocht
hebben opgevat?"
Snarre stond verslagen. Nóg eens
had zijn zucht van! .onaangenaami-
heden het koste wat het koste
zo o spoedig mogelijk van zijn levens
pad te verwijderen, hem! leolijke par
ten gespeeld, en hij zag nu in, welk
eefl Vreemden indruk ftjö plotselïig
vertrek gemaakt moest hebben.
„Ge hebt gelijk, Tromholt," sprak
hij!, (jen in uw openhartigheid hebt
ge mij een zeer grooten dienst bewe
zen. Ik keer terstond naar Kiel te
rug, zooals ge begrijpt, in do hoop j
dat ik mijne fout geheel kan her-;
stellen Vaarwel, ik laat de zorg!
voor Limforden dus geheel aan ui
over en hoop van u te hooren En
nog iets denk niet zoo alleen aan
anderen, maar ook aan u zelf!"
„Ik dank u, graaf," was het korte
warme antwoord, en de beiiie man-
nen scheidden als vreemden voor
heel hun verder leven
Graaf Snarre zat in den salon
der damep Ericius tegenover Dina
„Sta mij toe;" sprak hij, ,u te ver
klaren wat mij dwong om zoo spoe
dig pn zonder persoonlijk afscheid
te vertrekken."
Dina schudde het hoofd. „Neen,
meneer de graaf, we moesten het
verleden liever laten rusten. Gij
zult voor uw vertrek zeker wel uw
goederedenen gehai hebben, die ik
eerbiedig ook al is het mij' nietl
mogelijk geweest mijn teleurstelling
toen geheel te Verbergen."
Maar ik stel bepaald prijs op een
verklaring, want nietwaar, teleur
stelling leidt o zoo licht tot ont
stemming, en al zégt u het mij nu
nog zoo voorzichtig, dait go de réien
nen van mijEÉ vertrek eerbiedig!, ik
voel toch .wel dat ge u gekrenkt;
acht. En wij' moeten toch goede; j
trouwe vrienden blijven, nietwaar,
zonder dat een misverstand ons.
scheidt!"
Ditmaal antwoordde Dina niet.
Ze haalde alleen bijna onmerkbaar I
en met ernstig gelaat de schouders:
°P-
„Zegt u mij eens, juffrouw Dina;
welke redenen hebt u eigenlijk ge
zocht achter die, welke ik in mijn
briefje vermeldde? Och, zeg .u heti
maai' ronduit."
Een oogenblik' aarzelde Dina, I
maar toen antwoordde ze met wat'
meer vertrouwen en warmte in
woord en blik: „Welnu, afs ge het
mij' zoo ronduit vraagt, zal ik het
u ook niet langer verzwijgen, mijn-;
heer de graaf. Ik dacht dat uw brief-j
je slechts een voorwendsel beyatte,
om relatiën af te breken, die u min
of meer lastig waren geworden Ge;
zijt natuurlijk meester van al uw.
handelingen, maar in dit geval halt!
ge dunkt mij een anderen vorm kun-j
nen kiezen. [Was het vrees of een'
zeker gevoel van onbehagelijkheid,
dat u dreef? Dacht gijl dat wij u
van uw besluiten terug zouden hou
den
Snarr® was. door deze laatste!
woorden ten zeerste getroffen: hij
erkende nu pais de geheele draag
wijdte van zijn handelingen en
schrikte Voor 'de gevolgen die
hij! heelemaal niet voorzien had
vian een krenking als die hij Dina
Ericus onvrijwillig had aangedaan
Er klonk dan ook .een geheel bij
zondere warme, overtuigende toon
in zijn woorden, toen nij, zonder te
trachten het naar den vorm ver-
keerde van zijn handelwijze te ver
goelijken, toch- het inderdaad on-
diendo verwijt van Dina afwees:
„Ik geef u mijn woord als edel
man, dat ge u vergist, juffrouw
Dina, Dit alleen is wa,ar in uw ver
onderstellingen, da,t ©en zekere on
behagelijkheid mij het besluit tot
mijn plotseling vertrek zonder af
scheid deed nemen. Sta mij toe u,
nu de dingen toch eenmaal zoo ge-
loopen zijn, alles openhartig te: ver
klaren Toen ik op dien avond na
mijn bezoek hier, waarhij ik niet
het geluk had, u te ontmoeten, mijn
kamer in het hotel betrad, vond
ik daar de gewone onaangename
brieven uit Limforden. De heer
Von Alten verlangde antwoord op
allerlei vragen, en ik kon hem dat
niet schriftelijk geven. Ik moest
daarom zoo 6poedig het maar eenig-
zins kon, Tromholt gaan raadplegen,
met wien ik al geruimen tijd over
den verkoop van Limforden en Troll-
heide onderhandeld had. Een lang
durig gesprek met hem moest nu
wel het nemen van een besluit tegen
over Alten voorafgaan. Daarom .be
sloot ik, terstond naai' Kopenhagen
ta gaan. Ik moet erkennen, dat ik
daarbij slechts naar mijn zelfzucht
luisterde en aan den indruk, dien
mijn handelwijze op u en de uwen
maken moest, in het geheel niet
dacht. Ik hoop dat ge mij niet te
sterk zult veroordeelen."
Snarre brak af en wachtte op Dina's
gelaat den indruk te lezen, dien zijn
woorden op haar gemaakt hadden.
Maar deze bleef beneden zijn verwach
ting: blijkbaar was het jonge meisje
door zijn verklaringen niet bevredigd.
Zij bleef zwijgend voor zich uit staren
en het werd den graaf onaangenaam
te moede.
„Zwijgt ge? Meent ge dat ik u nog
iets te verbergen heb, juffrouw Dina,"
begon hij weer en wierp het meisje
een bijna smeekenden blik toe.
„Ja meneer die graaf. Ik meen inder
daad dat er nog iets anders in bet spel
is, iels dat ge niet alleen voor mij,
maar ook voor u zelf verheelt. Dat
ge ons niet opzettelijk hebt willen kren
ken, neem ik gaarne aan, maar juist
dat ge het onbewust deedt, dat"
hier aarzelde Dina en een hooge blos
bedekte haar gebaat „dat uw hart u
geen anderen, hartelijker vorm ingaf
om ons om mij uw besluit te doen
kennen op een wijze, die voor geen
misverstaan vatbaar was, dat
„Welnu, dat vroeg Snarre, toen
Dina opnieuw aarzelde.
Wordt vervolgd).