Sociale Berichten. FLORA. Uit onze West. Dam-Rubriek. Vroolijk Allerlei. BINNENLAND. Er zuilen 50 jparofSletmten En jeindspefei* maf elkaar geplaatst worden en wel iiedere week' twee of meer. 'Wfc w m. 14wam rod* fconcttariuir» ycjoc „Ocmies- ■entia in da Sorbonne"! Me» weet, dat eenige bewonderaars ran Teddy hem ta Parijs hadden overgehaald om een reda ta houden over „de plichten ran een goed burger"» Maar..,, den volgenden dag deed hij door een se cretaris den con-rector der Academie een kwitantie presenteeren van tien mille I De con-rector wist niet wat aan te rangen en liep naar minister Pïohon, die zijn brandkast opende en het be drag betaalde! Moord in Antwerpen. Een ver schrikkelijk drama heeft geheel Bur gerhout (Antwerpen) in opschudding ge bracht, In de Sterlingersitraat ligt de aeepzïederii van de heeren Pilz, die sinds de maand Juni het echtpaar C. ImpensErp als concierges in dienst hadden genomen. De man is 63 jaar, de vrouw, die uit Tilburg geboortig is, is 56 jaar oud. De heeren Pilz aarzel den geen oogenblik om hen in hun dienst te nemen, omdat zij allergun stigste informatie van hen hadden ont vangen en gedurende de geheeie va- tige maan.? gaven zij ook de meeste reden tot tevredenheid. Het scheen een gelukkig paar en vooral de man on derscheidde zich door zachtheid. Zeer stond men er dan ook van te kijken, dat tusschen het echtpaar eene hoog- toopende ruzie ontstond, zoodat zelfs een der heeren Pilz moest tusschan- beidan komen, opdat zij elkander piet zouden te lijf gaan. Toen de heeren Pitz den volgenden avond van een boot tochtje thuis kwamen, zagen zij in de keuken op den grond bloed liggen. Ze vermoeden, dat het echtpaar weer was bezig geweest, doch begaven zich ter ruste, omdat ailes stil was. Des morgens gingen de werklieden der zie- derij gewoon aan het werk. Om streeks half negen begaf de meid zich naar den kolenkelder. Een ontzettend sahouwspel vertoonde zich daar- aan hare blikken. Op de steenkolen lag het vreeselijk verminkte lijk van Maria van Erp. De hals was zoo goed ais afgesneden. Op do borst vertoonde zich een ga pende wonde, terwijl van de rechter hand vier vingers waren afgesneden. Men verklaart dit hierdoor, dat de on gelukkige vrouw tegenweer heeft ge boden en het mes aan den woestaard heeft willen afnemen. In elk geval be wijst do aanblik van het lijk ten duide lijkste, dat de moordenaar, van wien nog geen spoor is gevonden, als een bezetene is te werk gegaan en men gelooft dan ook. dat hij in een vlaag van waanzin heeft gehandeld. Het wa pen, waarmede de moord is gepleegd, -is een vleeschimes uit de "keuken van de heeren Pitz. Daar moet 'ook "de moord hebben plaats gehad ieni de bloed sporen wijzen uit, dat het lijk daarna naar den kelder is gesleept. In de slaapkamer van den moordenaar zijn ook bloedsporen gevonden. Dit jdoet ver moeden, dat hij zich zelf ook gewond heeft. Hij heeft er zich gewasschen en andere kleederen aangedaan. Be bloede kleedingstukken heeft men er teruggevonden, terwijl in een dakgoot een half verbrand 20-frank-biljet lag. Men meldt nader: Nog steeds heeft men geen spoor van Impens gevonden. Wel beweren sommige personen hem bij de vestingwerken te hebben _gezien. Impens heeft 's morgens zelf de fa briek voor de knechts geopend. Tot half negen heeft hij er op en neer geloopeu en is toen plotseling verdwe nen. Volgens de verklaring van een dokter moet de vrouw, toen zij van de keuken naar den kelder werd gesleept, nog geleefd hebben. Ook heeft men kunnen eonstateeren ,dat Impens, na de misdaad te hebben gepleegd, kalm in zijn bed is gaan slapen. G, W. J. 0. van den Wall Bake, f Geschreven door „een man, die hem zeer goed gekend heeft", bevat het „Hbld." een levenssehets van het pas overleden lid van Gedeputeerde Stalen van Noord-Holland ,den heer R. W. J. G. van den Walt Bake. Wij ontlee- nen het volgende hieraan: De overledene wordt geschetsf als „een man in de volle beteekenis van het woord", die weggenomen werd, be daagd, maar nog midden in zijn werk staande. „Een ovarrijk leven ligtach- ter hesm, een leven in zijn kring, als zoon van zijn geslacht, waarvan toewij ding de leus is, een leven vol werk zaamheid, watit rust was hem vreemd. Werkzaamheid in de onderste 'lagen der bedrijven, in het onderwijs van toekomstige werkers, straks aan het hoofd van de grootste onderneming die Nederland destijds over de grenzen leidde, de Ziuid-Afrikaansche 'Spoorw.- Maatsdhappij, eindelijk in het hoogste ooilege van bestuur zijner provincie. In en door die afkomst-, die omge ving en dit werk, vormde zich zijn de gelijk karakter, zijn toewijding van den geheelen mcnsdi en zijn onuitputtelij ke menschenliefde. Wat hij aanpakte deed hij goed, met zijn geheeie wezen. Hoe velen hebben op hem gesteund, in den waren zin van het woord, zijn personeel dat bij tijden duizenden tel de, de stillen in den lande die in den levensstrijd dreigden om te komen, zijn medewerkers die hij voorwaarts dreef en moed en vertrouwen mede deelde in tijden van crisis en gevaar. Zijn ontwikkeling kreeg door de om standigheden een eigenaardige richting, die zijn waarde als lid der maatschap pij anders deed worden dan die van anderen." Na dif nader te hebben toegelicht door de werkzaamheid van Men over ledene op verschillend terrein te heb ben geschetst, gaat de schrijver voort: „Er zijn mensehen wien het repos a El e u r s fn het bloed is overge gaan. Zoo was hij; rusten, mijmeren waren hem onbekend. Zelfs in zijn in- tiemsten kring, in zijn gezin, was hij het denkende en erkende element en daarfküfón (njddnd Meel hij de wan delende vraag: „wat heb ik hier fe doen, waf is mij hier opgelegd." En zoo zal hij ook aan het eind van zijn leven kunnen gevoelen dat hij de wereld een klein beetje beter verlaat dat hij haar bij het begin van zijn loopbaan gevonden heeft. Velen hebben hem' gekend in ge meenteraad, en raadkamers, in organi- seerande commissies, als landheer en belanghebbende, en zouden er onder die talloozen velen zijn die kunnen be tuigen dat hun eigen leven door de aanraking met hem iets beter en rijker geworden is? Misschien zal er nog eens iemand opstaan, die evenals A. PSerson deed, zijn „Oudere tijdgenooten" beschreef en him beeld bewaarde. Wanneer zoo ie mand zocht naar ">?en type voor een Hollandschen nijvere ,niet "in de fa brieksindustrie, maar in den zooveel grooteren kring der ondernemingen en tegelijk in het bestuur van stad en gewest, gedurende de tweede heLft van de negentiende eeuw, hij zal in Van den Wall Bake den vertegenwoordi ger daarvan vinden." De afgeloopen Statenverkiezingen. De Haagsche briefschrijver van „De Tijd" acht den uitslag der verkiezin gen zoo welsprekend, dat zelfs de boer van het veld niet anders kan doen, dan daaruit een voor het Minisiterie- Heemskerk gunstige conclusie trekken. „Politici en publiek gaan in dit op zicht volkomen accoord. Er is in ja ren niet zoo'n gevoel van gerustheid ge weest als thans. Wil men dit, zooais men van links graag doet, wijten aan hetgeen men ge lieft ta noemen het conservatisme van het ministerie Heemskerk, dan zou dit nooit anders kunnen zijn dan een pluim voor dit conservatisme. Men moet ech ter wel slecht op de hoogte zijn van de politiek, om' aan dit kabinet conser vatisme te verwijten. In het ontwerp- bakkerswet, in het onitwerp-arbeids- wet, in het ontwerp wet op den arbeid van siteenhouwers, enz., treft men zoo tal van nieuwigheden aan, dat er m. i. meer reden is voor de Kamer om den heer Talma tot kalmte dan tot voor uitstrevendheid te manen. Mij is dan ook gezegd door mannen, die het we ten kunnen, dat zelfs zeer vooruitstre- venden zich afvragen of men niet te vei- gaat in de bakkerswet door zelfs den nachtarbeid van beperkten duur te verbieden, in de steenhouwerswet door den volwassen map in de vrije keuze van zijn beroep te belemmeren en hem aan een voorafgaand genees kundig onderzoek te onderwerpen enz. Wanneer men verder ziet wat in de laatste (maanden .de departementen heeft verlaten, dan zal men aan het ministe rie evenmin gemis aan werkzaamheid kunnen verwijten. Met waardeering mag daarbij worden geconstateerd, dat het werk van het kabinet blijkbaar af is. De tijd tusschen de indiening en de behandeling van een gewichtig ont werp was zelden zoo kort als voor de M. U. L. O.-wet, de wet op de banken van leening. We zijn blijkbaar uit de periode der paradepaarden, alleen op getuigd om het oog te bekoren en heb ben thans te doen met mannen, die graag iets afleveren. De Armenwet b.v. Is daarvan dan ook een voorbeeld. Het is half werk, klagen de radicalen. Zij geven u ech ter dadelijk toe, dat dit halfwerk be slist tot iets leiden moet en dat, in dien Heemskerk gekomen was met een ontwerp als dat van den heer Bor- gesius, het tot niets had geleid." De zaken staan er dus werkelijk in alle opzichten goed voor, besluit de briefschrijver. Oost-Indië op do Brussolsclie tentoonstelling. In het oificiëele orgaan van de Brus- selsche tentoonstelling wordt een zeer waardeerend woord gewijd aan de in zending der Nederl'andsche koloniën, speciaal Oost-Indië. Hoewel, zoo begint het artikel, de door de wetgevende macht toegestane som niet voldoende was om een kolo niaal paleis op te richten, zoo zijn de personen met de organisatie belast er niet minder in gestaagd aan het ge heel een aantrekkelijk en origineel ka rakter te geven. De van Oost-Indië afkomstige inzen dingen zijn bijeengebracht in een pen- dopo. Wat al dadelijk de aandacht trekt zijn de Indische weefsels en daaronder in de eerste plaats de hatikls; na een korte beschrijving van de wijze waar op het batikken plaats heeft, wordt gewezen op de beteekenis van enkele patronen: zoo hoe zekere figuren uit sluitend mogen gedragen worden door den vorst, andere door zijn vrouw of den kroonprins. Van goudsmeedwerk wordt speciaal melding gemaakt van de geciseleerde metalen (gouden) van Borneo, zooals oorbellen, braceletten, beenringen, ges pen voor buikbanden, dolken enz. Het houtsnijwerk van Japara, het lederwerk van Djokdja, de manden van Singopoma, talrijke kunstvoorwerpen van metaal, hout en leder en een ver zameling luxe-wapens van den prins Pakoe-Alam te Djokdja, hebben de be langstelling van den schrijver, Auguste Vierset, gewekt. Talrijke fotografieën versieren de wanden van de zaal; vooral die een overzicht geven van de verschillende deelen van den boeddliatempel Boro- boedoer, zullen zonder twijfet het meest de aandacht trekken; de bladzij den van een wonderbaar gedicht van steen ontrollen zich daar aan deoogeu. De aangrenzende 'zalen zijn ingeruimd voor de groote cultuur: tabak, thee, koffie, cacao, caoutchouc, kola, coka, indigo, suiker. Het publiek zal zeker dit alles gaan zien en bewonderen, maar vermoede lijk zal het onverschillig gaan langs de I geneeskundige sectie, waar de genees- Zrachfiga pïanïea raa Indië zij* ten toongesteld. En, voegt de schrijver er bij, wie weet of dit niet bet belangwek kendste deel is van het geheeie Hol- liandsche paviljoen, omdat men er vindt de geheimzinnige kruiden, die de Ja vanen gebruiken tegen ziekten en won den, waarvan de deugden, onbekend aan onze officiëete thaumaturgen, van geslacht tot geslacht sedert duizenden van jaren door de inboorlingen zijn erkend en die meermalen het kwaad hebben overwonnen ,waar de Europee- sche wetenschap machteloos bleekt „Vrijheid van aroeid" in de socialistisch» organisaties. Dat de vrijheid hare hebeeklema geheel verliest, bij de socialisten, blijkt wel uit verschillende feiten, die aan het licht gekomen zijn te Par rijs, hij de goedgeorganiseenie socia listische organisatie® aldaar. Het Madson des Féderations te Parijs is eene gewone gevangenis ge worden, waar men werkwilligenin stakingstijden heenslee.pt, om: er de lieden door mishandelingen te dwin gen zich hij de vakorganisaties aan te sluiten. Zelfs aangeslotenen ontkomen niet aan zulk eene behandeling1, al is voor hunne organisatie de sta king niet afgekondigd. Dat ojnjier- vonden twee mecaniciens, die door stakende slotenmakers naar het Mai- son des Fédérations werden ge bracht .en, nadat hun een "dracht slagen was toegediend, den last kre gen het werk te staken, ook .al be hoorden ze niet tot den bond der slo tenmakers, maar tot diep der- werk tuigkundigen. Een arbeider werd twaalf uur lang zonder et-en opgesloten gebonden, terwijl liem werd opgedragen aard appelen te schillen voor de tafel in het, huis Een andere arbeider, een reeds be jaard man, werd aan een soort galg gebonden, uitgescholden en, na,ar men zegt, zelfs geoorv-eegd Door de justitie is reeds, na,ar aanleiding ,yah ingekomen klachten een onderzoek ingesteld en het is te hopen, dat de schuldigen hun straf niet zullen ontgaan. Maar wat zegt men wel van zulke klachten betreffende eene instelling, die onder het toezicht staat van lie den als Jaurès, Guesde en anderen, die in L'Humanité en andere bladen en periodieken bet steeds hebben oVer de verdorvenheid der bour geoisie Ouer de eigenasrdige uoedirg bij sommig* planten. Een ander, ofschoon minder merk waardig als het in mijn vorig opstel beschrevene, maai- toch ook zeer in- j tecressaiit voorbeeld van deze vieesch- etende planten, is het D auwh 1 a,d, dajt eveneens tot de familie der Dro- seraceeën behoort en ook wel eens gekweekt wordt, al is het zeldzaam Dit plantje komt voor op. droge zan dige gronden of op rotsachtige diQOgc gronden in Portugal en Marokko, j Da bladeren verheffen zich tot 2 d.M hoogte, terwijl de, bloemsten gels getooid worden met 2 tot 3 e.M groote bloemen. De bladeren zijn lang en smal en in 't midden voorzien van een gootvormig gedeel te. Meer langs den rand sta,an langs het geheeie blad tal van roodachtige gekleurde klierh.aren, die (den vorm van "paddenstoelen hebben en een kleverig .vocht afscheiden. Komen j nu op deze bladeren vliegjes en mug- 1 jes uitrusten, dan raken zij vast aan liet kleverige vocht, met het gevolg, dat zij daarmede weldra geheel om geven zijn en zich niet meer kunnen verwijderen. Andere meer platte klieren zorgen nu yoor .afscheiding van verterende sappen en niet langen j tijd daarna, is het geheeie diertje opgelost en wordt door het bla|i als voedsel opgenomen. Zoo worden vele argelooze diertjes een prooi van deze eigenaardige plant. Iets dergelijks heeft ook plaats met de om andere redenen beken de Schub war t,e 1 af Schub- kruid. De onder aard salie stengels van deze plant 'zijn n.l bezet met tal rijke dikke, schnbvormige bladeren, die dezelfde, functie verrichten als de bladeren van bet D a n w b 1 a d, al is het dan ook op ©enigszins andere in a,- nier. Ook daarmee worden kleine diertjes gevangen, die eveneens voor voeding gebruikt worden. De breeie sohubvormige bladeren zijn n.l ge heel omgerold en wat men opper vlakkig als do onderzij|ie van het blad zou beschouwen, is niet anders dan de verlenging van de bovenzijde van bet blad. Onderaan, kort biji den voet, is het blad omgekruld en daar wordt een kleine holte gevormd, waarin een tiental openingen uit monden, die toegang ;gev'en tot een even groot aantal holten in het bin nenste weefsel van het blad. Langs de wanden van deze holte zijn tal van kleine knopjes geplaa.tst(twee cellen op één oei, die als een soort van steeltje dienst doet). In de cel len van deze knopjes bevinden zich openingen, waardoor af en toe. tal van prota,plasmadraden als zoovele vangarmen worden uitgestoken, om de prooi op te vangen. Groote dieren kunnen natuurlijk onmogelijk door de bladeren van den Schnbwortel gevangen worden. Het zijn niet anders dan uiterst kleine infusiediertjes, die zich in deze hol ten van de schuitvormige bladeren verschuilen en zoo een prooi worden Ivoor deze eigenaardige plant. JVa'arschijnIijB wUrfteU 3d VOoHeJll- dei bestanddeelen van dezia Meinel diertjes door eeniga ronldabhtige oal- len1 alan den binnenwapd der. holte opgezogen. Men heeft het alantal planten, die van dierlijke voeding gebruik ma ken, wel eens op 500 geschat, al is die Voedselopnamd bij1 velen niet zoo eigenaardig als bij! die, welke ik he den en vorige week hé schreef. Er is wel eens beweerd, dat jdezie wijze Van voedsel opnamen door der gelijke plakten nog is overgebleven uit een vroeger tijdperk en dat er voor duizenden, jaren' op jid aarde veel meier vak deze vleesohetendta plakten moeten zijln voorgekomen. Die welke thajis nogi over zijd, zon dek dan bieihoorek .tot geslachterna die aan het uitsterven' zijk. Maar of mek hiervoor besliste zekerheid heeft, zou ik op 't oogenblik niet durven zeggen. In elk geval blijven' het voor ons zeer interessante plakten'. l H« Ju LYCKL'AMA'. Het kom plot in Surinam*. „De West van 14 Juni schrijft Wij komen, in het licht der feiten, meer en meer tot de slotsom dat Killinger een gesiepen oplichter is, niet meer en Diet minder. Maar een oplichter die aijn handelingen mees terlijk in 'n romantisch waas wist te hullen, en zich steeds een grooter air heeft weten te geren, dan hem toe kwam. De heele voorgenomen „omwente ling" beteekende waarschijnlijk niet anders dan een poging tot plundering op groote schaal. Zoodra het in de verwarring gelakte, om t* rooven wat men rooren wilde, zou de would-be president ran den vrijstaat Suriname waarschijnlijk zoo spoedig mogelijk zich uit de roeten hebben gemaakt, met zijn buit gevlucht zijn naar Vene zuela, zijn braven handlangers achter latend voor den galg. Het geld, waarmede hij hier zoo kwistig omsprong, blijkt alkomstig te zijn van een reeks van oplichte rijen. Weinigen die met hem in aan raking kwamen, zijn gespaard geble ven voor zijn oplichterijen. Zijn slacht offers loopen bij tientallen rond, hier en elders. Wat speciaal de geldzending van 500 mark aangaat, die hier aanleiding gaf tot geheimzinnige ver moedens omtrent Castro, dit geld is afkomstig ran een eerzamednitsche doktersfamilie. De dokter is verhin derd door ziekta praktijk te doen. Zijn vrouw is blind. Zij leven van de rente van een bescheiden kapitaalje. Bij die familie wist Killinger vasten voet te krijgen. Hij veroverd» het hait van de blinde vrouw, door haar de gedichten van Goethe en Schiller met veel gevoel voor te lezen. Ten slotte wist hij de gosde menschen te bewegen, wat kapitaal te steken in ei n zoogenaamde rubberonderneming in Suriname, die hij een ware goud mij a noemde. Ziedaar één van zijn v«de oplichterijen. De in Europa ge vraagde inlichtingen zuilen er wel meer aan 't licht orengen. Inmiddels is hier rechtsingang tegen Killiuger gevraagd wegens samenspan ning tegen de veiligheid van den Staat. De autoriteiten houden zich aan Kil- linger's „bekentenis", dat zijn bedoe ling was het bestaande gezag omver te werpen. Ten einde de noodige getuigen voor het strafproces te verkrijgen, zijn drie der gearresteerde „ingewijden" weder op vrije voeten gesteld, met name de politiebeambten Bush en Reginald, en de burger Bandiseon. Zij zullen hebben te getuigen, welke samenzwering in de nachtelijke bijeenkomsten werd ge smeed. Den oplossers wordt niet meer dan één punt, voor het oplossen van een probleeim1 of eindspel gegeven. Dus bij* opL kan men wel inzenden en wor den ook vermeld, maar het geeft toch maar één pimhj De prijzen zijn als volgt: voor vervaardigers van Problemen, Eindspelen, enz. Ie prijs Damspel, De Haas en Bat- tefeld. 2e prijs, Damspel,' van E. v. Embden. 3e. prijs Damboek', van Hemmes, te Haren. 4eu Dambbekje, van I. Meijer. Voor hei oplassen van problemen, enz. 4Sa prijs. DamBord mal schijtM*. 2a prijs. Als roren. 3e prijs. Damboek, Hemmes te Har" 4e prijs. Damboekje, van I. Meij* 5e prijs. Als voren. 6e prijs. Als voren. Den eerste twee prijs winners beide wedstrijden, zal bovendien een voorrecht worden gegeven, en w» als zij b.v. at in het bezit möcfc*1 zijn van zoo iets, als de gewonnen prl aangeeft, dan mag er ook een anóff keuze worden gedaan, overeenkom®' de met den gewonnen prijs, doch ni< in contanten, dat wordt niet gogeve» Bij gelijk aantal behaalde punten h' slist het lot. De problemen kunnen onder Mo# worden ingezonden. PROBLEEM Noi, 35. 1, Motto Damrust. (Wit speelï en wint). Zwart 11 schijven met 1 dam op: 7 8 10 13 14 17 18 19 20 25 31 (dam 12. PROBLEEM No. 36. 2. Motto Meerslag. 12 3 4 Wit 9 schijven met 1 dam op: 27 28 29 33 34 36 42 47 dam: (op: 39- 5 16 26 36 46 15 25 85 45 Redacteur: H. C. VAN OORT. Alle correspondentie, betreflende deze rubriek, als ook damnieuws probl. slagzetten, eindspelen, gespeelde partijen enz. Berichten Nassaustraat, No. 14. Telephoon, 1434. Haarlem. (WEDSTRIJD voor Problemist en en Oplossers. Tegelijk met dit nummer neemt bo vengenoemde wedstrijd een aanvang, Daarom laten wij hieronder eenige be palingen volgen De deelnemers, van den Probleem wedstrijd mogen niet meer dan drie problemen inzenden. Er zal gelet worden op een natuur lijken stand, d. w. z. dat het probleem aan een stand in een gespeelden par tij doet denken^ Bijvoorbeeld: Ie. van beide kleuren niet meer dan 15 schijven. 2e. van beide kleuren 1, hoogstens 2 dammen. 3e. De zetten van wit goed verbor- 'gen-i 4a Zooveel mogelijk een gelijke sfanifc 5e, Er mag in een probleem maar één oplossing zijn. 6e. Wanneer de béide damlijnen nog door schijven zijn bezet, mogen er geen dammen in voorkomen; 7a Gaan phantasae-probitemen. 8e. Dus een goed gebouwd probleem, probleem met Eindspel en een Eind spel, is voor dezen wedstrijd geschikt. Vervaardigers van problemen moeten er wel om denken, dat niet altijd een probieemJ [waarin ffe meeste 'zet'teh voor komen, het mooist is. Ook mogen de 'inzenders Van oom posities mede doen aan den oplossiings- wedstrijd, en omgekeerd, "de oplossers, aan den wedstrijd van inzendingen. 46 47 48 (Wit speelt en wint.) Zwart 7 schijven met 1 dam op: 6 9 15 26 28 29 36 en dam op 33. Wit 9 schijven op: 16 17 18 20 21 24 25 30 37. LEERZAME STAND. Het volgende is ook zeer leerzaam om na te spelen. Verschenen week werd oen partij gespeeld in het speel lokaal van de vereeniging „D. H." door een paar leden, waarin de volgende stand voorkwam, die mij interesseerde. Zet als voilgt da schijven op 't bord: Zw, op 8 12 13 14 15 16 17 18 ,24(29. Wit op 25 26 27 28 31 32 35142 (43 45. In dezen stand is wit aan zet en speelt 4237. Zwart bekijkt den stand niet diep genoeg door en doet den damslag1, den kende, dat wit het had overzien. 1 Wit 42-37?? Zwart 14-20, 2 25:14 24-30. 3 35:33 13—19! 4 14:23 18:49. Maar nu is liet weer de beurt van wit. Met opzet had wit 42—37 ge speelt, oiml zwart gélegenheid te geven dam1 te halen, die tot zijn verlies was. 5 Wit 38—22 Zwart 17:28. 6 32:23 49:21. 7 26:17 12:21. Hot speli was als volgt verloren. 8 Wit 23—18 Zwart 15—20, gedw. Op 21—26 wit 31—27, zw. 1520, wit 45—40, zw. 20—24 of 25. en wit 40—34 en allies van zw. staat vast. 9 Wit 45—40 Zwart 20-24 of 25. 10 40—34 21—27. 11 31:22 16—21. 12 37—32 nog de juiste zet. Als wit spéélt 3731, dan zw. 2127, wit gedw. 31—26, zw. 27—32 en wit kan de rémise niet meer voorkomen. 21—26. 13 Wit 32—27 en wint. Zwart kan niet anders dan de schij ven achter elkaar offeren. OPLOSSINGEN Stand van vraagstuk1 E. S'rietman. Zwart op 1 2 3 5 7 8 9 12 13 14 15 16 17 18 19 en 26. Ziw. 16schijven. W,it op: 24 25 27 28 30 32 33 34 35 36 37 38 42 43 45 46 en 48. Wit 1 schijf meer, dus 17 schijven. Wit speelt en mJaakt dam. WitZwart 1. 25-20 14 25 2. 34—29 2523 3. 43—39 19:30. 4. 28:19 13:24 5. 37—31 26 28 6. 334. Bravo; Stand van probleem no, 33, door een lid „D. H.". Zwart op: 2 4 8 9 16 25 30 en dam op 36» Wit op: 18 28 29 32 33 37 ten 48 /en dam1 op 22» Oplossingwit speelt eersit 22-21, 48-43, 29-24, 28—22, 32:1 en wint. Zwart had aillles gedwongen. In dank goede oplossingen ontvan gen van Mej. Z. Lantinga, de heeren H. Lantinga, P'. Hopman, L. Kapteijn, G. P. Kraaij, allien te Haarlem:; W. C. Faais, Overveen; H. Lantinga Jr., Den Haag; C, v. d. Bierg, Noordwijkerhout. Allen het vraagstuk. 49 50 CORRESPONDENTIE. Schoten. P. J. E. Uw probleems won den geplaatst; intusschen mijn dank. Noordwijkerhout, J. R., Uw schril' ven ontvangen; het verdere zal ik 11 doen toekomen. Noordwijkerhout. Cl v. d. C. De op' lossing van no. 33 is tot mijn spij' foutief, op 3227 van wit, speelt z*v' 13:15 en wint ,dus dat zou omgekeer'' zijn. U heeft niet gelet op schijf 33* dat zw. door slaat. Uw probil. word'; geplaatst voor den wedstrijd. Veel su«' ces. P.S. De inzenders van probl. die hu* inzendingen al hadden gedaan, wordö1 gerust gestéld, dat het gezondene lod1 ook voor den wedstrijd wordt geplaatst aangezien zij nog niet met de alg«* rneene bepalingen bekend waren. Dit is omdat er eenige probl., zooaW de inzenders zeil nu wél zien, in mij* bezit zijn die het gebod overschrijdeiv Een ieder mag aan genoemden wed" strijd deelnemen. Mochten er nog "lezers zijn voor wie* net een of ander niet goed duidelijk genoeg is, dan ben ik gaarne bereid verdere inlichtingen te verstrekken, schriftelijk aan bovenstaand adres e* mondeling 's Maandags en zoo nood# Donderdags,avonds vanaf 8 uur in d* zaal van „D. H.". DE LEEPERD. Onder de gasten van een klein bad' hotel was een dame uit een klei* dorpje. De hotelhouder bemerkte, óa'i zij eiken avond beneden kwam en een kan water haalde. 0'p een avond vroe| hij haar, waarom zij niet schelde oa» den bediende, dat die haar 't water zoU brengen. „Maar er is geen schel ïn de ka mer," zei ze. „Geen schel in uw kamer, me vrouw? Ik zal ze u even wijzen!" Hij nam de kan met water en brachj j de dame naar haar 'kamer, waar hij haar 't knopje van de electrische sche' wees. Zij keek er verwonderd nar e* riep uit „Wel, wel, is dat de bel De bedie*" de zei me, dat 't een brandalarm wa' en dat ik 't nooit moest gebruiken, dan als er een brand uitbrak." De bediende wist spoedig, "dat lui heid soms ontslag veroorzaakt EEN MOOIE* STEEN. Maupie komt op de Beurs, waar hij aanstonds alller aandacht trekt door ce* mooien brilliant, welken hij op zijn da* draagt. Wél, Maupie, wat heb je daa* een mooien steen? Wél, zegt Maupie, hebbie dan ni® gehoord, dat i k was executeur-Leste' mentair van me oome Mozes? Had tie dan zooveel moos? Ach, wel nee, maar er stond i» z'n testament as er wat overschiet, da# moes ik zorgen voor een mooien steen- En heb ik nou nie gezorgd voor ee* m,ooien steen? lachte Maupie en weB naar den brillont op z'n das.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 6