A. VON DER Ml )HLEN Gr. Markt De Luxe Broodbakkerij Smakelijk Brood r Mengelwerk. Een weddenschap en wat er op volgde. fan üitsluitend prima kwaliteit. Het Eeremetaal. Specialiteit ia WITTE Sint Jozefsgeseilen-Verecniglng. en TRÏCOTGGEOEI3ESS OEf Telefoon S$o. 1471 HAARLEM -b ROKKEN en BLOUSESt HEHRI O- J. GARELS voorheen sPaaiS Kaiser, teitiec om missie. Half 9 uur Grond werkers. Half 9 uur Propaganda- olub.. Zaterdag' 3 Sept., lialf 9h,alf 10 i;ur zitting Steunfonds. „Lieo XIII." Half 9 uur fitting Spaar bank „St. Anioiiius van Padua." 8 Uur zitting Hu lps paarbank (Scjio- terkwaatier) Half 9 uur zitting Spaarkas St. NiöolaaiS ("Winterpro visie). Half 9 uur zitting en insehraj- ving van nieuwe leden in de Coöpe ratieve bakkerij .„Arbeid Adelt",, Half 9 uur Communiefonds. Mededeeling. Zondag 28 Aug., des middags te 3 uur, zai in de groote zaal van het fiondsgebouw „St. Bavo", een meeting "worden, gehouden (voor de 10-uren-actie. Alle leden der afdeeling Haarlem wor den dringend uitgenoodigd deze mee ting bij te wonen; ook de leden van de omliggende afdeelingen worden daartoe uitgenoodigd. Als spreker zal dan optreden de WelEd. heer W. Mooijman, van Rotterdam. Leden der Afd. Haarlem toont, dat gij instemt met de te voeren actie voor een wettelijken 10-uren-dag, en komt op deze vergadering. Zo<nda,g 28 Aug zal in O,. L .Yrouwekerk (Spaarne) om 7 uur een 'H. Mis worden opgedragen v oor bet ovterleden lid Com. .Visser, lid van het bakkersgilde „St. Hu,breekt." Namens het Bestuur, T. H. Broekhuizen, 1 Secr, f 1 - Afdeeling SCHOITN. Bondsgebouw: Kerklaan. De meeting 10 uren-dag zal gehouden worden te Haarlem, Bondsgebouw, Zondag 28 Aug., namiddags 3 uur. De leden der afd. Schoten worden allen uitgenoodigd aan de meeting deel te nemen. Bondsleden vrije toegang. Met de aid. Velsen zal te zamen worden opgetrokken. Aansluiting Zondagnamid dag 2 uur, bij. het Schotertolhuis. Groo te deelname gewensoht. Namens het Bestuur, B. Burger, Secr. Afdeeli g BEVERWIJK. BondsgebouwPeperstraat 15. Zaterdag, 27 Aug., 's avonds van 8 tot 9 uur zitting der Spaarbank St. Antonius, van 7.4^—8.45 zitting dei- Spaarkas St. Nico laas en Communie- fonds. Bericht. Zondag 28 Aug., 's namiddags half 3 uur, in het Bondsgebouw Smedestr. 23 te Haarlem, zal plaats hebben de meeting ter verkrijging van den 10-uri- gen arbeidsdag. Spreker de heer Wl Mooijman van Rotterdam. De bonds leden worden dringend verzocht deze meeting te gaan bijwonen. Namens het Bestuur, J. d, e G o e d e, Secr. Afdeeling HEEMSTEDE. R.-K. Verenigingsgebouw, Vrijdag 26 Au,g„ 'sav'. half 9 U.ur, repetitie Taoneelvereejiigting Zaterdag 27 Aug., van 8 tot 9 uur, Spaarkas Winterprovisie. Zondag 28 Aug., Van half 12 tot 12 n,nr, zitting Spaarkas. Mededeeling. Zondag 28 Aug., des middags Om 3 u,ur, zal er in dei .grpote zaal Van het bondsgebouw' St. Blavo te Haarlem, eiene meeting worden ge houden Voorde 10-uretn actie, en daarom hopen wij, dat alle leden dit goede1 werk zuinen .steunen, om er zooveel mogelijk hij tegenwoordig iezijn. Namens het Bestuur, Li. N n n n i n k, 2e Secr. Afd. BENNEBROEK en O. Zondag, 28 Aug., 's middags om 3 uur, zal in St. Bavo, Smedastraat te Haarlem, een vergadering plaats heb ben, waarbij ons bestuur en alle leden worden uitgenoodigd. Namens het Bestuur. J. v. Bake 1, Secr. Afdeeling LfSSE. Bondsgehouw: Bondstraat H 47. Zaterdag 27 Aug., 's avonds van 8 tot 9 uur, zitting Spaarkas, Van 8 ,tot kwart voor 9 uur zitting Winter provisie. Zondag 28 Aug., des middags 12 uur, verplichte vergadering voor de le den van Eerbied in Godshuis. Namens het Bestuur, A. H. S o h r a m a, Secr Afdeeling SASSENHE1M Z ondag 28 Aug,, 's avonds te 6 uur bestuursvergadering en daarna om 7 uur algemeene vergadering, waarbij, de leden dringend verzocht worden aan wezig te zijn. Namens bet Bestuur, S. Lange la an, Secr. HAARLEM. R. K. Militaire Vereeniging. Zoetestraat 18. Het gebouw is dagelijks geopend, des avonds van 610 uur en op Kon- en Feestdagen den gebeelen dag. Vereenigingegebouw Zoetestraat No. 3 Geopend des Zondags van 12-8 en van 5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uur 's avonds. i n i t Liefdewerk: Sfc. Josephs- Ambachtsleorlingen. Patronaat voor jongens van 12—16 jaar. lederen Zondagavond te 6 uur Gods- dlenstonderricht en daarna ontspanning en gelegenheid tot inleg op de Spaar bank. De jongens vereenigen zich in het St VincentiushuLs, Zoetestraat no. 11, al waar ook het Bestuur lederen Zondag avond van 6—71/2 uur over de belangen der jongens is te spreken. (Ingang: N. Groenmarkt no. 22.) A aim em tag van nieuwe leden ge schiedt in 't begin van September aan staande. B. K. Veroeniging tot bescherming van meiejes, gen. „St. Martha." Het Bemiddelingsbureau der Vereeni ging is geopend eiken Dinsdagmiddag van 12—2 uur, voor betrekkingen als dienstboden enz., Donkere Spnarne, 22 alwaar voor 11. K. dienstmeisjes wier ouders buiten de stad woonachtig zijn iederen Zondag- en Woensdas-avon.. van 810 ure gelegenheid bestaat tegen de geringe vergoeding van 5 et., per week haar vrijen tijd aangenaam en gezellig door te brengen. Aanmelding daartoe aan het „Te Huis" op bovengenoemde avonden. St. Ëlisabethsvereeniging. Inleveren van zieken briefjes Maan dagavond tusschen 7 uur en hall 9, Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen t en 2 uur, Jansstraat 49. St. Ro?a-vereeniging. Tijdelijk Zoetestraat 12rocd. Het Bestuur is te spreken eiken 2en Vrijdag der maand, Hes avonds tusschen half acht en half negen. Het doel dezer vereeniging is: Meisjes uit den dienstbaren stand van 12-16- jarigen leeftijd gratis in het naaien, en aanverwante vakken^ alsook het knippen, te onderrichten. Het onderwijs wordt gegeven eiken avond der week, uitgenomen den Zater dag; des avonds van half zeven tot half negen. Aangifte van leerlingen tweemaal per jaar op een steeds in dit blad te ver melden datum. M aria-vereeniging. R. K. Vereeniging tot bestrijding van het drankmisbruik vergadert elke twee maanden, hetwelk vooraf in de agenda dezer courant wordt bekend gemaakt. De Mariaver. heeft een onderafdeo Ling, Meisjesbond, voor leden van 1116 jaar, die ook tweemaandelijks vergadert op Zondags 's namidd. 4 uur in 't gebouw St. Bavo, Sm edestraat. In de vergadering is gelegenheid zich voor het lidmaatschap te laten inschrij ven; tusschentijds bij het secretariaat der vereeniging Zijl weg 21. K.-K. Propagandaclub ,tSt. Petrus", Schoten (stadsgedeelte). Het Bestuur bestaat uit de heeren: J. Th. Bakker, Voorzitter, Klooster straat 101. J. J. van Kolk, le Secretaris, 'Paul Krugerstraat 30rood. Th. van Geldorp, Penningmeester, Borneostraat 15. P. Beers, 2e Secretaris,, le Hooge- woerdd warss I raa t 12. H. M. A. Mathot, Commissaris, Dr. Leydsstraat 74. „A ET1 ET RELIGION I". Directeur: GAREL PHILIPPEAü. Secretariaat: Roos vel dstraat 45. Kampersingel 40. ZONDAG, 28 Aug, geen repetitie, van het Gebouw „Het Blauwe Kruis" Maandagavond repetitie in de zaal te kerk), aanvangende 5 uur Dames en (ingang Groenmarkt tegenover de Groo- Heenen. Het Bestuur. iWIJKEBOOG. R.-K. Geiu. Zangver. „St. Caecilia". Dinsdagavond om 8 uur vergade-ring| geen repetitie. De leden worden dr in-' gend verzocht op ie komen daar de punten der agenda zeer belangrijk zijn. Het Biestuur. Ik wist zoo half en half, wat mij te wachten stond, toen ik den brief van tante Emilie met de uitnoodi- ging' om de Kerstdagen te harent te komen doorbrengen, gelezen had, maar ik had meer dan een reden, waarom ik niet voor de invitatie kon bedanken, en aanvaarde dus trots vorst en sneeuw de reis. 't Was al donker toen ik op de „Linden" dank wam. Tante Emilie kwam mij in de hal tegemoet. Hoe heerlijk dat je gekomen bent, lieveling en nog wel met dat afschuwelijke weer! Maa rik heb als vergoeding een verrassing voor je, raadt eens wie hier op het oogenblik logeert? zoo verwelkomde ze me in één adem. Ik haalde onverschillig de schou ders op. Het kwam juist uit zooals ik van te voren al gedacht had: ik moest natuurlijk met den een of an deren Bon" kennis maken. Tante Emilie houdt er bijzonder veel van die soort jongelui hij ziich uit te noo- digen. Hugh Trescott, vertelde zij ver der zonder mij een oogenblik in de gelegenheid te stellen om te ant woorden, de nieuwe schrijver van wien iedereen den mond vol heeft. Vindt je dat niet een heerlijke ver rassing, Maggie? Ik zuchtte in stilte; 't was nog veel erger dan ik had kunnen ver moeden en zeide ik hardop: U moet niet zoo in het algemeen spreken, tantelief. U zegt „iedereen" dus zal uw onderlioorige dienares daar ook toe belmoren en ik heb zelfs den naam van dien man nog nooit genoemd. Tante Emilie glimlaachte. Maar je zult toch wel vriende- delijk tegen hem zijn van avond? vroeg ze vertrouwelijk Als hij aanstellerig doet, kan hij er op rekenen, dat ik hem voor den gek houdt, verzekerde ik haar. Dat zal je toch niet doen, kind lief? Ja, heusch, tante! Vlakbij werd de deur geopend en oom James verscheen. Waar hebben jelui het zoo druk over? vroeg hij, zoodra hij mij ver welkomd had en toen tante Emilie hem het onderwerp van ons gesprek had medegedeeld, dacht hij even na. Wil ik eens wat zeggen, juffertje zoo wendde hij zich tot mij- Ik wil er een tientje onder verwedden, dat je vanavond wel een kwartier lang met Hugh Trescott in de bibliotheek zult zitten. Nu, hoe denk je er over? Ik moest eens overleggen. Oom Ja mes keek me heel ernstig aan, maai er tintelde een vroolijk lachje in begreep, dat hij de een of andere grap met mij wilde hebben; toch be sloot ik er op in te gaan. De weddenschap is dus aangeno men, en lachend schudden we elkaar de hand; toen snelde ik naar hoven om me voor liet diner te kleeden. Het huis was vol gasten tante Emilie is niet gewoon iets ten halve te doen en ik werd aan minstens een dozijn menschen voorgesteld. Ik kende niemand van de heeren, uit gezonderd één, mijnheer Chambers, dien ik al meermalen ontmoet had, en met wien ik ook hij tante Emilie voor het eerst kennis had gemaakt. Wat hebt u voor een reis ge maakt van de stad naar hier voor een Kerstdiner, zeide ik tot hem. We mogen liet wel op prijs stellen. Uw tante drong er op aan, dat ik gedurende den winter eens hier zou komen en nu hen ik blijde, dat ik juist de dagen gekozen heb, dat u ook hier is. Maar, voegde ik er hij, misschien deukt u er niet zoo over. Ik heb er béelemaal niet over gedacht, bekende ik openhartig. Toch wil ik wel zeggen dat het mij bijzon der veel genoegen doet u vanavond hier te zien. Waarom juist van avond? Omdat ik u wilde verzoeken, gedurende een paar uren de rol van galanten ridder bij een ongelukkig meisje te vervullen; als u wilt ten minste. Mot het grootste genoegen, in dien u ten minste dat meisje zijt, en hij zag me veelbeteekenend aan. Wie is do draak? 't Is geen draak, legde ik hem uit, maar nog veel erger t is een lioii Hij fronste de wenkbrauwen. Ik begrijp er al alles van, zei hij en wreef peinzend langs zijn kin. Zonder dat we het merkten waren we in de bibliotheek aangeland, en ik moest toegeven, dat de stoelen en sofa's daar hij zonder aardig geschikt zijn. Die het dichtst hij ons stond was zeker wel een van de gemakke lijkste. "Willen we even gaan zitten, vroeg hij. We namen plaats. Ik denk niet, dat hij ons hier vinden zal, merkte ik bedaard op. Ik hoop van niet, maar zeg me eens den naam Van het monster eens. —Hij heet Hugh Trescott en hij schrijft. Zoo! zeide hij peinzend; hij scheen werkelijk belang in de zaak te gaan stellen. Wat voor sport van hoeken schrijft hij zooal hebt u iets van hem gelezen? Ja, een of twee werkjesze zijn lang niet slecht ik mag zijn stijl wel. 't Is doodjammer, dat hij niet hier is, merkte hij op, hij zou zeker wat in zijn schik zijn, als hij het complimentje gehoord had. Nu en ik hen heel blij, dat hij liet niet hoort, antwoordde ik; ik meen te veronderstellen, dat hij al verwaand genoeg is. Hij glimlachte opgewekt. Waarom denkt u dat? Wel, dat is nogal heel natuur lijk, antwoordde ik met overtuiging. Hebt u ooit een schrijver ontmoet die niet verwaand is? Ze zijn 'talie- maal zonder onderscheid. Nu er zullen wel uitzonderingen zijn. Hoeveel schrijvers hebt u al ontmoet, als u daar zoo zeker van bent? Al een massa, minstens een half dozijn. En zijn ze allemaal nu niet on uitstaanbaar met zichzelf ingeno men? Meer of minder, ja! Ze dragen allemaal lang haar, kijken sentimen teel, en praten o, eigenlijk niets dan mallepraat. Ziet n nu wel, dat ik gelijk heb? Hij lachte. Hebt u er nooit eens een ontmoet die u een heter oordeel toedroeg? Neen, ik vond ze allen heel ver velend, en zooals ik reeds daareven zei, onuitstaanbaar pedant. 'Hij hoog voorover en keek mij vlak in de oogen; we zaten heel dicht hij elkaar, die ongelukige so fa was ook zoo kort. Vindt u het heel eerlijk om op die manier in het algemeen te veroordeel en, juffrouw Maggie? vroeg hij. Uw beschrijving past ten minste volstrekt niet op dezen „lion". In een oogenblik zat ik rechtop. Kent u hem dan? Ja, stemde hij toe, en vrij goed ook. O, hoe interessant, riep ik uit. Vertel mij eens, wat voor een man hij is. Hij aarzelde. Wel, begon hij ietwat aarze lend, voor zoover als het zijn uiter lijke verschijning aangaat, lijkt hij wel wat op mij. Is hij ook zoo vreeselijk lang als u? Niet kleiner, tenminste. U schijnt hem heel goed te kennen; u hadt me dit wel eens eer der kunnen zegen. Ja wel, misschien had ik dat wel kunnen doen, ik ken hem van zeer nabij, en behoor zelfs tot zijn meest intiemevrienden, moet u we ten. Werkelijk? Ik zweeg even. Zeg u me eens of hij niet een heel slecht oordeel over de vrouwen heeft! Dat hebben de meeste schrijvers. Integendeel, hij is. een vurig bewonderaar van het schoone ge slacht. Och kom! Onder ons gezegd en gebleven, juffrouw Maggie, hier schoof hij nog wat dichter naar mij toe, hij houdt hijzonder veel van één vrouw.- Daar zal ze dan zeker wel heel vereerd mee zijn, flapte ik er uit. Ik zou heel graag willen, datu haar daar eens van wilde overtui gen. Ik?en ik zag hem verbaasd aan.Ik heb met die geheele zaak niets te makenlaat hij dat zelf maar doentoe vertel u nu ver der! Hji scheen min of meer verlegen. Hijbegon hij eindelijk, maar zweeg toen plotseling stil; er nadei-de iemand in het aangrenzende vertrek. Weet je wel zeker dat ze in de bibliotheek zijn? vroeg een stem, en ik schrikte hij liet liooren van 't welbekende, geluid van mijn oom. Maar ik ontstelde nog meer, toen een andere stem, die van tante Emi lie antwoorde: Ja, ik weet het heel zeker, ik heb hen zien binnengaan en heb een oogje in het zeil gehouden ze zijn er nog niet uitgekomen. Oom lachte hoorbaar. Best, de tijd is om, en ik lieb mijn weddenschap gewonnen. Wat zal ze vreemd opkijken. Ik was beurtelings rood en bleek geworden, en toen de rechte beteeke- nis, van wat ik gedaan had, tot mij was doorgedrongen, sprong ik op en snelde weg naar mijn slaapka mer, waar ik niettegenstaande tan te Emilie's herhaald kloppen, bijna een half uur bleef. Maar, ik begreep dat ik mij toch heneden vertoonen moest en daar om gaf ik eindelijk toe en ging. Hij was heel aardig en plaagde me zelfs niet, behalve eens, hij had mij na melijk 0111 een zevenden dans ge vraagd en toen ik hem vroeg of hij niet vond dat hij zijn part gehad had, antwoordde hij lachend: Nog niet geheel, want ik heb recht op het „leeuwendeel". En hij kreeg het. In den oorlog van. Keizer Napoleon I, den Franschen overweldiger, tegen het aloude Spanje, werd in een stadje aan den oever der Taag, eéa Duitsch piket van een een en twintig man der Hessische hulptroepen, door de inwo ners vermoord. Het stadje, dat, zooals, dp. oorlogskansen met zich brengen, nu eens door Fransehe, dan weer door de Spaansche troepen werd in bezit geno men, was door de Spanjaarden aange zet, wellicht ook wel onder bedrei gingen er toe gedwongen, de Duit- schers te dooden. Tegelijkertijd werd een Badenseh offi cier met een troep enafdeeling het be vel gegeven de stad in te sluiten, plat te branden en in een puinhoop te ver anderen. De bewoners van het Spaan sche stadje zouden dus in vreeselijke vertwijfeling al hun bezittingen in de vlammen zien opgaan. Generaal Landry stelde zich van dit plan de beste uitkomsten voor, want de Duitschers waren uitgezonden om den smadelijken dood hunner gezellen te wreken, en de officier Von Helen stond als een der moedigste en dap perste officieren van het leger bekend. Maar deze held bezat nog edeler ei genschappen. Met afschuw werd zijn fijn, menschenlievend gemoed vervuld, toen hij deze opdracht hoorde, waar aan hij niet wensdite en niet kon vol doen. Dergelijk laag wraakplan stiet hem tegen de borst. Dat schrikkelijke lot, van vele wel is waar schuldigen, maar toch ook meerdere onschuldigen, roerde hem; de uitvoering kon hij niet volbrengen. Zijn eerlijkheid, zijn afschuw van noodeloos bloedvergieten, weerhielden ,hem. Hij strijdt een zwa- ren kamp tusschen plichtsvervulling en zijn betere verlangens. Jn zijn geest ziet hij reeds de stad in vlammen op gaan, hoort hij reeds het klaggeschrei der vrouwen, het jammerschreeuwen der kinderen, het zuchten en hijgen der grijsaards, het reutelen der dooden en pijnigend om hulp en verzachting schreeuwen der gewonden, wat een ellende, wat een vreeselijk lijden. Zijn plan is reeds gemaakt, zijn besluit staat vast. In den laten nacht geeft hij zijn troe pen het bevel om op te breken. En in de nachtstilte zet de troep zich in be weging, stilzwijgend, neerslachtig, ge heel onder den indruk van het zware, noodlottige werk, dat haar wacht. Langzaam marcheerde de troep voort en kwam voorbij een klooster, niet ver van de bedreigde stad. Het kloeke en oprecht christelijke weldoen van den prior des kloosters en zijne monniken zoo tegenover vijand als vriend, had hun de liefde en bescherming van beide groepen verworven en verzekerd, en het klooster was als een vrijstaat voor iederen vluchteling en arme wees of weduwe verklaard. Werd een vijand gezocht en men vond hem bij 'den prior, geen haar van zijn hoofd werd dan gekrenkt. De soldaten traden zwijgend op het stille klooster met zijn vale muren, gedekt met struikgewas, toe en hielden voor de kloosterpoort stand. s£r werd aan de bel getrokken. De leider van den troep, officier Von Helen, verlangde binnengelaten te wor den en verzocht eetn onderhoud met den grijzen prior. Het verlangen van den krijgsman werd ingewilligd en von Helen zocht een van zijn meest getrouwe mannen uit om hem te vergezellen naar het klooster-interieur. De poort gaat open. hol klinken hun voetstappen door de breede witte gan gen en de sporen aan de laarzen doen een gerinkel hooren, dat de wanden heden niet voor de eerste maal teruig- kaatsten. Soldatenbezoek was immers gewoonte geworden. Von Helen wordt een kamer binnengeleid, die hoogst een voudig gemeubileerd is, tegen de witte, kille wanden hangen slechts eenige hei ligen gravures, een gewone houten ta fel met harde stoelen en een zwarte kast, vormen de geheele kamer-inrich ting. Nauwelijks was Von Helen hier beland, of de prior trad binnen en een half uur Lang bleven beiden in gesprek. De kommandant van den troep keer de daarna alleen tot de zijnen terug. Zijn begeleider sloop onopgemerkt en vermomd door een. andere deur naar buiten, en bereikte spoedig de het erg ste onheil verwachtende stad, waarin hij als een door den hemel gezonden bode werd ontvangen, want hij bracht goede tijding, in het schrijven van den prior, dat hij met zich bracht. Alle vrouwen, kinderen en grijsaards werden namelijk verzocht met het bes te goed en. geld, dat zij bezaten, langs den kortsten weg in het klooster te vluchten. De allernoodigste maatregelen werden getroffen en de uittocht begon, weldra. Begunstigd door het maanlicht verlieten vrouwen, kinderen, zwakke mannen hun bedreigde stad. Moeders, get haar zuigelingen op dien arm, openden den stoet der vluchtelin gen. Hier droegen dankbare zonen hun zieke, afgeleefde moeders, daar trok een vrouw, beladen met eenige kost baarheden haar drie kinderen aan de hand voort. Teere, vrome meisjes leid den haar vaders, afgeleefd, sommigen half blind, over het moeilijke pad, daar trekt een muildier een ruwen wagen voort, waarop ouden van dagen ang stig zitten, of is een paard gespannen voor een ziekenwagen, inderhaast met stroo gevuld, waarop amechtig kermen de lijders liggen, hier en daar wordt gereutel gehoordhet is een droe- dra vaarwel zulten zeggen. ven tocht van mensehen, die op leven hopen en anderen die het leven wel- Lang(zaam, angstig trekt de stoet voort bang voor een geweldigen overval. Zon der onheil en onder drukkende -sTTlte is het klooster bereikt, aan welks poor ten cte prior, paters en broeders dfe vluchtelingen gastvrij vriendelijk ont vangen. Ondertusschen deze droeve stoet het beschermende klooster introk, had de kommandant Von Helen zijn troep la ten opbreken en langs een anderen, fêgenovergestelden weg naar de stad optrekken. Hij liet de vijandige stad omsinge len, maar zoo, dat de weg naar het klooster openbleef. Hij beval zijne man schappen hout en stroo aan te brengen, om dit, vermengd met teer en petro leum, tegen de stadsmuren te doen op stapelen. Het geschiedde zooals bevo len werd. En spoedig laaide de vlam lesgn de oude verbrokkelde stadsmu ren op en kleurde den nog slechts zwak rood getinlen morgenhemel, doch achter de vlammen lagen rustig gespaarde huisjes en hutjes. Aan plundering werd niet gedacht. Na een voortdurend branden van twee uur werd een ijlbode naar gene raal Landry gezonden om ophouden van de bestraffing te verzoeken. Deze keerde evenwel met het bevel terug: de stad moet tot twaalf uur branden. Met grooten spoed werd de laatste voorraad hout aangesleept en op de brokstukken verkoold hout en hoopjes smeulende aseh neergeworpen. En de balken en wrakstukken van eenige te laten, werden voor het gelijke doel openbare gebouwen, die neergehaald waren, om nog meerdere ruïnes achter gebruikt. Het laaide weer op, dat ver delgend vuur, en de gulzige vlammen lekten sidderend aan de wrakke hut ten, die tegen den geiblaakten stads muur leunden. Eindelijk sloeg het twaalf uur. Het teeken tot den afmarsch werd gege ven, die in alles op een zegetocht ge lijkt. De soldaten heffen zegeliedjes aan en drukken elkander de hand van tevredenheid over het welslagen van hun plan, en toch is er een onder al die duizenden, die geen vreugde- itraantje wegpinkt, maar inderdaad min opgewekt gestemd is. Begeleid door de mannelijke inge zetenen der deels verwoeste stad, be reikt de troep het klooster. Reikhal zend zien van daar de geredde vrouwen kinderen en grijsaards de troepenniachj aanrukken en zien scherp, of zij on der al die mannen hun geliefden, niet vinden. En ja, tusschen al de sol daten loopen de burgers, beladen met wapenen en sieraden, die zij deels nog •uit de stad konden redden. De wa pens moesten zij uitleveren, maar de sieraden mochten zij behouden, en dat was een groote weldaad van komman dant Von Heler. Anstig en bang togen de grijsaards en vrouwen.hun bloedverwanten te ge- moet, nieuwsgierig om te wetem wat van hun huis en goed gebleven was. En daar vernamen zij, dat alles groo- tendeels behouden was gebleven, de meeste huisjes onaangetast waren, en de schrikkelijke vuurgloed die hen be angst had, slechts den stadsmuur gebla kerd en weinige hutten verwoest had. De bezittingen der meeste inwoners waren gespaard, slechts de hoofdge bouwen der gemeente waren verwoest. De edele hoofdofficier had dus niet enkel hen allen in het leven, behouden, maar hun pok de meeste bezittingen gelaten. Door dankbaarheid bewogen en ge heel onder den indruk van het oogen blik, werpen de vrouwen zich voor hem neder, en kusten zijn voeten, han den en kleederen, en de officier kon zich aan al dien dank niet onttrekken. Onder dit roerend bedrijf trad de oude prior, een eerbiedwaardig man met zilveren haren, op den jongen of ficier toe. Een traan glinstert in zijn zachte oogen en waardig stapt hij naar voren, terwijl alle anderen eerbiedig uitwijken. Edele, jonge man; zeide hij. terwijl hij hem met sidderende armen aan de borst drukte, voor uw weidaad is iedere belooning te klein, alleen in uw hart kunt gij het waardige loon vin den. Ook wij zijn arm en bezitten niets, dat wij u aan kunnen bieden. Ik heb slechts dit kruis van edelge steenten, dat ik als teeken mijner waar digheid op mijn borst draag. 'Sta mij toe u dit eereteeken om 'le hangen, niet als geschenk, maar als een her innering aan den afgeloopen nacht. Wel is waar sieren reeds twee andere eereteekens uw borst, dit zij dan uw derde eerekruis, dat ik u in naam van den Almachtige, die alles richt en be stuurt, aanbiedt. Wee den veldheer, die niet menschelijk is en geen me delijden kent. Wee den dapperen krijgsman, die de zwakke vrouwen en kinderen doodt Maar gezegend da sol daat, die al strijdende mensch blijft en edelmoedigheid kent. De allerhoog ste zegen kome derhalve over u, mijn zoon. De kommandant is geheel onder den indruk, hij weet niet wat te zeggen, wat te antwoorden. Hij buigt voor den grijzen abt, drukt hem de hand en verwijdert zich plot seling, geheel bewogen. Hij komman- deert zijn leger het kamp op te breken en met zijn wakkere mannen keert hij naar het hoofdkwartier terug. Hoe. werd het hem daar te moede, toen hem 's anderen daags 's morgens door een vriend in het oor gefluisterd werd, dat de Fransehe generaal van al zijn daden en de volvoering van het bevel was ingelicht. Hoe zich nu te redden'? Wat gedaan? Het geheele officierenkorps was door. den generaal aan tafel genoodigd en kommandant Von Heler, ook tot de gienoodigden behoorende, durfde aan den feestmaaltijd niet te ontbreken. Manmoedig trok hij naar de feestzaal, welbewust van zijn eerlijk gedrag en overtuigd, dal geen blaam zijn naam van goed veldheer bevlekte. De generaal ontving hem met waar- digen hoogen ernst en wenkte hem naar een zijkamer. De "kommandant volgde hem langzaam met eenige "ze nuwachtige bewegingen. Maar een oogenblik slechts maakte hij zich be zorgd, zijn oude natuur kreeg de over hand en met het hoofd rechtop, en rustig kloppend hart, trad hij de klei ne zaal in. Zij zijn alleen. Zij staren in elkan ders oogen. De lippen van den gene raal bewegen zich, hij wil spreken, maar kan niet.... In zijn oog glin stert een zachte weeke glans, die lang zaam mat wordt. Dan grijpt de ge neraal de hand van komlmandant Von Heler, blikt met weeke oogen een wijle op hem neer, en zegt niet meer dan: „U begrijpt mij". Daarna keert hij met hem in het officierengezelschap terug. Commandant Von Heler begreep alles en wist, dat de generaal even edel moedig, menschlievend was als hij. Ook hij was een soldaat, die oorlog voerde met gestrengheid, maar met medelijden voor de onschuldige zwak keren. Slechts oogenblikkelijke drift had hem het wreede bevel doen ge ven. De maaltijd was vroolijk. En aller oogen waren met verbazing gericht, naar het brillanten kruis, dat op de borst van Von Heler glinsterde. Wie zou niet graag voor zulk een be velsovertreding zoo gestraft willen wor- deD Gehoorzaam aan geen onmensche- lijk bevel, tegen beter weten in, dacht Von Heler, en had het tot zijn devies gemaakt. Commandant Von Heler, die bij zijn overhaastig vertrek uit zijn vaderland, daar nog eenige schulden had achter gelaten, stuurde zijn bloedverwanten het priorskruis en schreef daarbij „Dit kruis van den prior is de eenige Vuit die ik in Spanje maakte en mij toeeigenen zal. Ongaarne scheid in van dit kleinood. Het is mij dierbaar ais zoete herinnering aan een mijner beste wapenfeiten. Nochtans wanneer het noodig is, verkoop het en betaal daar mede mijne schulden. Eerlijkheid gaat boven roem." De familie Von Heler betaalde de weinige schulden van den commandant, maar verkocht niet het fraaie eereme taal, dat Von Heler s borst moest blij ven sieren. Het priorskruis bleef hij bewaren als een familieschat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 11