der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen, HatmI. Yean. „Drukkerij de Spaarnestad." De Pauselijke Decreten de H. Communie. over Loreto en de relikwieën van Tarfa. Dit nummer behoort bij de „Nieuwe Haarl. Courant" van 8 OCT. ZONDAG 9 Oct. 21ste Zondag na Pinksteren Van den dag. maandag 10 H. Franciscus Borgia, Belij der. dinsdag II H. Ludovicus Bertrandus, Belijder. Woensdag 12 H. Brigitta, Weduwe. donderdag 13 HEduard, Be vrijdag lijder. 14 H. Cailixtus 1 Paus en Marte laar. SATERDAG 15 H. Theresia, Maagd. EvangeHeverklarïng. KE RKBERICHTEN. Kathedrale Ksrk St. Bavo. Parochiekerk van den H. Joseph. Parochiekerk van den H. Antonius van Padua. ZATERDAG, te half 9 de H. Mis voor de overl. leden der Broeder schap „Haarl. Prooessie naar' Ke velaar". M i i1 i Kerk van het Allerheiligste Hart. Kieverparkweg. Parochiekerk van Onze Lieve Vrouw Parochiekerk van de H.H, Elisabeth en Barbara. Schoterkwartier. Parochiekerk van St. Jan, Amsterdamstraat. HAARLE^MERLIEÖE. DE OFFICIEELE KERKLIJST UITGAVB VAK DB KINDERHüISVEST No. 2*-31—33. - HAARLEM. Directeurs F. H. M. v. d. GBIEKDT, ADVEBTEKTIÊK: Van 1 tot 6 regels t LSO. Elke regel msei 0.20, Ingezonden mededeelingen tussohen den tekst ten minste 5 regexs fl.60; elke regel meer O.SO. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) JJ 21e ZONDAG NA PINKSTEREN Les uit den brief van den H. apostel haulus aan de Ephesiërs; VI, 10—17 I Broederswordt krachtvol in den 'leer en in de sterkte zijner macht I Bekleedt ,u met de wapenrusting' |Eodi5, opdat gij bestand moogt zijn togen 'de lagen des duivels.. [Wjant *ij hebben den strijd niet tegen yleesch en bloed, maai' tegen de vor- j*ten en de machten, tegen de wereld- 'beheerschers dezer duisternis, tegen (bet boo ze geestendom in de lucht I Loet daarom aan de wapenrusting Gods, om ten kwaden dage weer- 1 8tond te kunnen bieden, en, in alles j v°lmaakt zjjnde, te kunnen blijven ■taan. Houdt derhalve stand, uwe lendenen omgord jnet waarheid, het I harnas der gerechtigheid aangedaan, ei1 uwe voeten geschoeid hebbende "het bereidwilligheid voor het Evan gelie des vredesen neemt in alles het schild des geloofs, opdat gij waarmede al 'de vurige pijlen des hoozen vijand kunt uitdooven; heemt ook Tip den helm der zalig heid en het zwaard des Geestes, dat Gods woord is. Evangelie volgens den H. Mattheüs; XVlII, 23-35. In dien tijd sprak^ Jesus tot zijne leerlingen deze gelijkenis: 'Kei Kijk yen hemelen is gelijk aan een koning hie afrekening wilde houden met 2hne dienaren. En toen hij begon nen was met afrekenen, werd er een v°or hem gebracht, die liem tiendui- ^eud talenten schuldig .was. Daar '<pze echter piet had om te betalen, ®?bood zijn heer hem, zijne vrouw kinderen en al wat hij bezat te terkoop en, en te betalen. Doch die hienaar viel neder en bad: Heb ge huld met mij, en ik zal u, alles be llen. Die heer nu ontfermde zich °Ver dien dienaar, liet hem gaan en 8chold hem de schuld kwijt. Maar toen die dienaar heenging, vond hij ten zijner mededienaars, die hem honderd tdenlingen schuldig wasen hezen aangrijpend, neep hij hem de keel toe, zeggende: Betaal wat gij Schuldig zijt! Zijn medeknecht nu to el voor hem neder en smeekte hem, joggendeHeb geduld met mij, en zal u alles betalen. Doch hij wri jf® niet: maar heengaande wierp hij T1 to he gevangenis^ totdati hij de S(muld zou betalen. De medeknechten nu, ziende wat 6r P'laats had, werden zeer bedroefd zij kwamen en deelden bunnen leer alles mede wat er gebeurd wias jLioen riep ]lcül en zeide tot i°?ze. knecht! de geheele schuin beb ik u kwijtgescholden, omdat gij mij gesmeekt hebt; moest Qan ook gij u niet ontfermen over uwen mededienaar, gelijk ik mij ont fermd heb over uEn in toom ont stoken, leverde zijn beer hem over aan de beulen, totdat hij de geheele *<ïhuld zou betalen Eveneens zal pok mijn hemelsche Vader, u doen, 3,1 dien gij niet, ieder zijnen broeder, yan harte vergeeft 51e ZONDAG NA PINKSTEREN. Korten tijd vóórdat de Zaligmaker 3? gelijkenis voordroeg, ons in het évangelie van dezen Zondag ,voo:r- 'Shateld, had Petrus Hem deze vraag ®teteld: „Heer hoe dikwijls zal ton broeder tegen mij zondigen en hem vergeven Tot zevenmaal '3<: AgJln Jesus had hem daarop ge- jVwHrd.„Ik zeg u niet tot zeven- ^aPbxaar tot zeventigmaal zeven- j)i0 aanleiding tot het stel- Van die vraag had de Apostel minsöhijnlijk gevonden in de leer 1 K^ommige Joden, die de verplich- p, °m de ontvangiene beleedigingen Npgeven tot driemaal beperkten. AVlJ! hij met juistheid wensclite ei ',Vüton wanneer die verplichting t>et<, ^e' E°n hij zich tot niemand wenden dan tot Hem, die de «Or^ id zonder aanzien des per- - PB leerde, .en ontving een ant woord dat hij zeker niet verwacht had. Neen, niet slechts zevenmaal, zeide Jesus, maar (een groot be paald voor een onbepaald getal ne mend)'.elke beleediging moet altijd vergeven worden. Om dien eiscb der christelijke zedeleer aanschouwelijk voor te stellen, bezigde Jesus de vergelijking van bet Evangelie van dezen Zondag, en gaf Zijne bedoe ling duidelijk te kennen in deze slot woorden „aldus zal ook Mijn he- melsohe Vader u doen, indien gij niet, een iegelijk zijnen biroeder, van liarte zult vergeven hebben." Het vergeven van beleedigingen wordt ons dus als een plicht, maar tegelijk alseen middel om zelf vergiffenis onzer zonden te krijgen voorgesteld. Buitengewoon groot was de schuld van Men meedoogenloozen dienaar. Dat is ook de schuld van menig menscb ten opzichte van God, en dagelijks wordt zij grooter, totdat de dag van verantwoording is aan gebroken. De lieer bad. lang ge duld met hem gehad, maar eindelij k brak zijn toorn los over den nala tige en „daar hij niet had om te be talen, gebood zijn heer dat hij ver kocht zou worden, hij en zijne vrouw en kinderen en al Wat hij had en dat er betaald zóude worden.''' Dooden wilde de heer hem niet, maar veroordeelde hem tot eene straf pijn lijker dan de dood, tot het harde leven dier slavernij, en dewijl die knecht zijn overgroote schuld nim mer kon afdoen, tot een eeuwigdu rende slavernij. Treurig .beeld van den zondaar, die gebukt gaat onder den last der doodzonde. Het is hem onmogelijk zijne schuld af te doen, dewijl de zonde, eene beleediging der goddelijke Majesteit, eene oneindig groote voldoening vordert, waartoe geen nietig mensch in staat is. Zoo God dan met den mensch volgens den eisch Zijner Rechtvaardigheid wil de handelen, moest Hij hem aan den duivel overleveren ter straf voor alle eeuwigheid. Toch mag ook de grootste zondaar de hoop op ver giffenis niet opgeven. 'Gods Macht vermag meer te vergeven dan een zondaar kan misdoen, Dc gelijkenis door Jesus voorgedragen bevestigt die bemoedigende waarheid. „De dienaar nu viel neder en bad zijnen heer zeggende: heb geduld met mij en ik zal u alles betalen." De heer vergenoegde zich er mede dat zijn dienaar schuld bekende, zich daarover vernederde, om vergiffenis bad en afdoening van schuld beloof de; „hij werd van medelijden bewo gen en liet hem gaan, en de schuld schold hij hem kwijt." Laat elke zondaar een beroep op Gods Barm hartigheid doen, en al waren zijne zonden talrijk als de haren op zijn hoofd, zij zullen hem vergeven wor den. Maar haj moet aan de zeAm ore vaar den voldoenhij moet zijne schuld met een oprecht en rouwmoedig hart voor God, dat is aan Gods plaafsbe- kleeder belijden, hij moet zijne ver giffenis van God afsmeeken, en liij moet boetvaardigheid en verbetering van leven uit ganscher harte voorne men en beloven. Maar de belofte dan om de schuld te betalen Kan de zondaar de verzekering afleggen, ik zal u alles betalen Het zou van hoogmoed en grove onwetendheid ge tuigen, zoo de zwakke mensch waan de dat hij' uit zich zeiven genoegzame voldoening aan de beleedigde Ma jesteit geven kon voor de zonden waaraan hij zich schuldig maakte. Maar van den gelukkigen stond a,i' dat de Zoon Gods Onze Verlosser werd, is de schat Zijner oneindige verdiensten ons eigendom geworden, waarover wij beschikken en waar mede wij elke schuld kunnen afdoen. Buitengewoon groot was de wiel- daad die de dienstknecht ontvangen had. [Wiat andei's ware van hem te verwachten dan dat hij in de blijd schap zijns harten aan een ieder zij ner schuldenaren alles schonk wat zij hem nog te voldoen hadden. Doch helaas, hij deed geheel anders. Hem was een overgroote schuld kwijtge scholden, maar .van een ander de betaling van een zeer kleine niet op te vorderen, weigerde hij. Hij ging nog verder in zijne hardvoch tigheid. Nauwelijks heeft hij een van zijne schuldenaren ontmoet of hij greep hem bij 'de keel alsof hij hem verworgen wilde, op staanden voet het voldoen van die kleine schuld eischende. En het hielp dien andere niet a.1 smeekte hij geduld met hem te hebben, al bad hij^ om uitstel en beloofde binnen korc. de geheele schuld af te doen, de hard- vochtige wilde geen erbarming be- toonen, maar liet zijnen evenmensch in de gevangenis werpen met het be vel dat hij niet eerder ontslagen mocht „worden, .voordat- al het ver schuldigde tot den laatsten penning betaald was. Niet minder misdadig handelt de zondaar, wanneer hij de hem aangedane beleedigingen niet vergeven wil. Hem zijn door de Barmhartigheid Gods vele en groote zonden vergevenmoet Hij dan niet van zijnen "kant alles vergeten en kwijtschelden wat een zijner broe ders tegen hem misdreef Het zoude ondoenlijk zijn, het ge drag dergenen die den beleediger niet willen vergeven op scherpere wijze te veroordeelen en strenger te straffen dan in de gelijkenis is voor gesteld. Toen de heer vernomen had hoe de dienstknecht zijn medeknecht had mishandeld, riep hij hem voor zich, en na een streng verwijt over zijne ondankbare wreedheid te heb ben uitgesproken, velde bij het von nis: „vertoornd zijnde gaf hij hem over aan de pijnigers, totdat hij al het verschuldigde zou betalen." Maar, zoo kunnen wij hier vragen: hoe kon de heer, zonder onrechtvaar dig te worden, den andere om diens vorige schuld, die reeds .kwijtge scholden was, aan de eerst uitgespro ken straf overgevenhoe met hem handelen alsof de geheele schuld nog te voldoen ware Het zou een grove dwaling .zijn zoo iemand uit die bij zonderheid der gelijkenis de gevolg trekking maakte „dat de eens ver- gevene zonden, na het bedrijven van een nieuwe zonde als herleven, dat de .eens verleende vergiffenis werd herroepen, en de zondaar opnieuw als schuldig „door God werd gehou den niet alleen om zijne nieuwe zonde, maar pok om die anderen waarvan Ixij reeds kwijtschelding had ontvangen. Neen, wat uitge- wisc'ht is 'door berouw en boetvaar digheid zal, volgens den propheet Ezeeliiël, niet meer herleven in de gehougenis van God, het is door Hem Vergeven en blijft vergeten. De. be doeling der gelijkenis is dan ook eene geheel andere. De onmenscha- lijke wreedheid en afschuwelijke on dankbaarheid van den begenadigden dienaar was in de schatting van zijn heer zoo misdadig en zoo straf baar, dat zij de ziel van dien mensch met een even groote schuld belaad de en haar even strafwaardig maak te, als wanneer de eerste schuld aan hem niet kwijtgescholden ware. Hoe zwaar moet dan de weigering om ontvangene beleedigingen te verge ven niet wegen in de weegschaal va:: Gods Rechtvaardigheid? Geene schuld eens doorgehaald wordt op nieuw in het register der schulden geboekt, maar onbarmhartigheid is op zich „zelve een groote zonde en plaatst „den mensch in een toestand, waarin hij niet dan met vele ge naden Gods en met pijnlijke ver loochening „van zijn hoogmoed ver giffenis van die zonde kan verwer ven. Niets sluit de bronnen van Gods Goedheid zoo af a.ls hardvoch tigheid. Vreezen wij dus voor Gods recht vaardig „oordeel, en beijveren wij ons Gods Barmhartigheid ons waar dig .te maken door op onze beurt barmhartigheid te- bewijzen, dan zullen wij de waarheid ondervinden van het woord van den apostel Jar co bus: „het oordeel is - onbarmhar tig voor hem die geen barmhar tigheid heeft gedaan, maar barm hartigheid roemt tegen het oordeel", zij ontwapent de strengheid va.n Gods oordeel. Onder den titel „De Pauselijke Decre- terni" heeft liet „Kath. Soc. Weekblad" d!e vertaling van een, artikel, geschre ven door Francois Veuillot. Wij ont- leenen er het volgende aan: „In spijt van de geleerden volgens de wereld en van de wijzen die niet ver zien, is niets bewonderenswaardi ger in Plus X.dan zijn helderheid van inzicht. Van de hoogte van zijn opper ste leermees t erschap en onder het licht van den Heiligen Geest heelt de Paus de ziekte erkend, waaraan de oude we reld dreigt te gronde te gaan, te midden vain haar rijkdom en vooruitgang. Dit is de verzwakking van het bovennatuur lijke of, om het met een anderen naam te noemen, liet doordringen van het naturalisme. En het meest ernstige ver schijnsel hij deze nagenoeg alge meene strooming is haar heimelijk ge stadig doordringen onder de Katholie ken zelf. Ja, onder de Katholieken zelf is practisch het geloof in het bovenna tuurlijke verloren gegaan. Men blijft er wel, wanneer de gelegenheid zich er toe biedt, uit theoretisch oogpunt geloof aan hechten. Maar men richt zijn leven in, men leidt zijne zaken, men wil zelfs de maatschappelijke orde inrichten, als of het bovennatuurlijke niet bestond, of ten minste, alsof het slechts een voorbijgaande en betrekkelijke macht bezat. In de meest stoffelijke overwe gingen zoekt mejn de beweegredenen zij ner daden; in de meest menschelijke instellingen meent men de middelen tot welzijn te zullen vinden; volgens die gewoonten en inzichten van den tijd. hoopt men hulp en steun te verkrij gen. Ongetwijfeld treft toen onder de geloo- v'ijgen en bovenal onder de geestelijk heid vele gelukkige uitzonderingen aan. Maar zelfs de besten zijn of wel ver zwakt in hun eigen wilskracht, of ver lamd wat hunne inspanningen betreft door een atmoisleer van twijfel en wan trouwen. En daarom zien wij zooveel ijver en zooveel grootmoed igjieid nagenoeg zonder uitwerking blijven; en daarom ziet men achtereenvolgens de oude na ties zich langzamerhand losscheuren van het eeuwenoude geloof. Men zou kun nen zeggen, dat er geen sap meer is in! den boom. Het geneesmiddel wordt door den aard der ziekte Zelf aangewezen: onze verstoffelijkte maatschappij heeft be hoefte aan een nieuwe opleiding van het bovennatuurlijke. En oipdat deze de onwetende of vijandige massa kunne bereiken, is het noodzakelijk dat zij eerst doordringe tot de lauwe Katho lieken en hen versterke. Dit is de verheven en dringende ar beid dien Pius X ondernomen heeft. Hij wil het geloojvigei volk terugbrengen tot het begrijpen van het leven volgens zijn geloof. Hij wil het wederom voe ren tot de oude christelijke overle vering. Hij, weet zeer goed, dat deze geweldige en moeilijke arbeid de aan vallen en minachting van de. door haar schittering en hare uitvindingen, hoo- vaardige eeuw tegen hem zal ontkete nen. Hij weet zeer goed, dat hij zelfs zal stuiten op en niet begrepen wor den dioor de Katholieken die lauw zijn, of verblind door de veroordeelen dier wereld. Hiji weet zeer goed dat zijne raadgevingen voorloop-ig slechts eene schare zullen overtuigen en de over stromingen van het kwaad niet ter stond zullen tegengaan. Toch zal hij niet nalaten, de oogen gericht op het Kruis, de taak, hem door God opgelegd, ten uitvoer te brengen. Aanstonds heeft hij er zich reken schap van gegeven, dat het, om dit bovennatuurlijke leven, dat voor het christelijke leven alles is, den Ka tholiek in te prenten, op do eerste plaats noodig was hem te leeren z,ich te voeden met het goddelijk voedsel, met het brood van licht en kracht, met de H. Eucharistie. Is niet klaarblijke lijk een van de diepste en eerste .oor zaken van da verzwakking van het ge loof de verwijdering van de Communie? Onder den onzichtbaren en verderfelij ken invloed van de jansenistische dwa ling hebben de geïoovigen gaandeweg den weg naar de H. Tatel vergeten. Het was boven alles noodzakelijk hen er weder naar terug te voeren. Het was in hen te herstellen die christelijke geest, die zelfs de verborgen ketterij instinctmatig verwerpt; hoe waren met hun wilskracht diie werken tot stand te brengen, die bet uitvloeisel zijn van een ongerept Katholicisme; hoe wa ren zij te vereenigen in een strijd tot het uiterste ten gunste van de beginse len en de rechten der Kerk; hoe was in woord:, bij hen in stand te houden een helderheid van inzicht, een ijver, een nagenoeg bovenmensclielijke moed; wan neer men niet begon met hen den schat mede te deelen, die het menschdom na der brengt tot God? Ook heeft de Paus aan de hoogere logica gehoor gegeven door naast de encyclieken der bevestiging van die on veranderlijke loer en de voorschriften tot het voeren eener katholieke actio, het decreet over de veelvuldige en da gelijksche communie uit te vaardigen. Hij1 heeft wegen aangewezen, moeilijk vóór den| geest en den wil der ge ïoovigen; maar hij wees hen ook het middel aan om die wegen te bewande len. Het decreet over de communie dei- kinderen is niets anders dan de lo gische voortzetting, het noodzakelijk ge volg van| jhet decreet over de veelvuldige en dagelijksche communie. Beide zijn de toepassing van dezelfde waarheid, de terugkeer tot dezelfde traditie; beide vloeien voort uit dezelfde bezorgdheid; beida leiden tot hetzelfde resultaat. Wil men door de macht van het H. Sacrament waarlijk christelijke genera- lies voor de toekomst vormen, dan moet men daarmede beginnen hij „den oor sprong, op een leeftijd waarop het ver stand ontwaakt en waarop de door het doopsel verkregen reinheid nauwelijks is aangetast; wil men dit doel bereiken door deveelvuldige en dagelijksche com munie, dan moet men er de kinderen de gewoonte van bijbrengen en de lief de ervoor. Helaas, hoevele kinderen uit de volksklasse zien wij heden, ondanks alle inspanningen en vernuft onzer ijive- rigste catechismusonderw ijzers voor de eerste maal tot de H. Tafel naderen met het voornemen, of ten minste de over- i tuiging, dat zij het nooit meer zullen dóen: Welk ander resultaat zou men zien, wanneer het onderwijs gesteund werd door deze onvergetelijke kracht. Jezus Christus tegenwoordig in een. rei ne ziel! ^In verband met de bekende kwes tie over de authenticiteit van het H. Huisje van Loreto is er onlangs veel belangrijks aan het licht gekomen door een nauwkeurig onderzoek van de relikwieën in het klooster van Farfa, in de Sabijnsehe heuvelen. De daar aanwezige relikwieën zijn 28 in getal, en gewikkeld in zakjes van wit lijnwaad, terwijl sommigen nog bovendien afzonderlijk gesloten zijn in zijden zakjes. Allen dragen opschriften, waaruit blijkt, dat zij overgebracht zijn uit het H. Land, terwijl die in de linnen zakjes dag- teekenen uit de 16e eeuw, en de ove rigen, in de zijden zakjes, opklimmen tot een veel vroegeren datum. De re likwie no. 13, die voor de bestreden kwestie van het meeste belang is, draagt het opschrift: „De domo Lau- retana Virginis Mariae, uit het Lau- retaansch huis van de Maagd Ma ria", en hierbij dient vooral opge merkt, dat het woord: Lauretana laarblijkelijk van veel lateren datum is, dan de overige woorden van het opschrift. Van de twee huizen, die gezegd worden bewoond geweest te zijn dooi de H. Maagd, is dat te Nazaretli altijd het meest bekend, en door pel grims het meest bezocht geweest; van het andere, te Gethsémane, werd steeds melding gemaakt onder een anderen titel, n.l. „het huis waar de Engel den dood der Maagd Maria aankondigde". Genoemde relikwie is een brokstuk kalksteen, in alles gelijk aan die, waarvan het Heilig Huisje van Lore to is gemaakt, en tevens gelijk aan dc steensoort, die tegenwoordig nog in liet Heilige Land voor het houwen van huizen gebruikt wordt. Met behulp van liet Ceremoniale van liet klooster is vastgesteld kun nen worden, dat het tijdstip, waarop de relikwie uit het Heilige Land naar Italië is overgebracht, niet la ter kan gesteld worden dan de 11de eeuw, dat is minstens twee of drie honderd jaren vóór den datum, toe geschreven aan de overbrenging van het Heilig Huisje. Voorts kan uit de overige relikwieën met zekerheid op gemaakt worden, dat omstreeks de 16de eeuw de opschriften zijn ver nieuwd, en, in het bijzonder wat no. 13 betreft, het woord „Lauretana" is bijgevoegd. Uit de relikwieën zelf en uit de oorkonden van het klooster blijkt nu, eerstens, dat liet H. Huisje bestaan heeft te Nazareth vóór den tijd der Kruisvaarders, zeer waarschijulijk minstens in de 7e eeuw, toen Thomas van Marimna met zijn kleine kolo nie van monniken het Oosten ver liet en liet klooster te Farfa bouwde; vervolgens uit de vernieuwing der opschriften, dat in do 16de eeuw de identiteit van het huis te Loreto met het Heilig Huisje te Nazaretli een algemeen erkend feit was. De Heilige Vader stelt levendig belang in alle ontdekkingen, die kun nen bijdragen om deze identiteit vast te stellen, en heeft in het bijzonder aan pater Ilario Rinieri, S. J. opge dragen om alle nieuwe vondsten, he irekking hebbende op deze kwestie, met de grootste nauwgezetheid te on derzoeken en te hestudeeren. Tevens heeft hij over ditzelfde onderwerp een eigenhandig schrijven gericht tot mgr. Ranuzzi, bisschop van Loreto. Auteuraraohl vooibehouden. ZONDAG, de .H.H. Missen te half 7. 8 en 9 uur. Om half 11 de Hoog mis. Catechismus naar gewoonte, half 7 plechtig Lof en preek. Vóór het Lof het Rozenhoedje. De geheele week 's avonds, behal ve Dinsdag- en Donderdagavond, oefeningen van de Octobermaand, om half 8. Dinsdag- en Donderdagavond S uur cursus in de Katholieke Geloofs- en Zedeleer. ZONDAG, de II. Missen, te 7 uur, half 9 en te half 11 Hoogmis; 's av. te ,7 uur Liof met Conferentie. DINSDAG, 7 uur Congregatie. ZATERDAG, half 9 H. Mis voor de bekeering der zondaren in de kapel van het Mirac. Mariabeeld. Na den middag van 5—10 uur gelegenheid oin te biechten en te hall' acht Lof niet voorgeschreven gebeden. Gedurende de Oolobermaand iede- ren avond, behalve dea Zondagss i* half 8 Lof met voorgeaehrevea ge beden. ZONDAG, te half 6, 7 uur en half 9 ie gelezen H.H. Missen, te half 11 d* Hoogmis, 's Namiddags te hatf 4 d« Vespers en Rozenhoedje. MAANDAG, te 7, en half 8 uur de II.H. Missen voor den heer Joan nes Nederkoorn, als lid der Broe derschap van den H. Kruisweg. Te 8 uur en half 9 de Requiem-Missen als uitvaart van Cornelia Booms. Maandag en overige dagen dezer week, uitgezonderd Zaterdag, 'sa,v. te 7 uur Marialof en Rozenhoedje. DINSDAG, te 8 uur gezongen H. Mis ter eere van den H; Antonius van Padua. 's Av. te ,7 uur Liof èn Vergadering der Broederschap. [WOENSDAG, te 8 uur en half 9 de H.H. Missen voor Mejuffr. An- tonisse, geb. Hartman, als lid der Broederschap „van den H. Kruisweg 's Av. te 7 uur vergadering van de leden der 3e Orde van den H. Fran- C1SCUS 'VRIJDAG, te .half 8 de H. Mis voor de levende en te 8 uur gezon gen II. Mis voor de over! leden der 3e Orde. Zondag 16 Oct. 's namiddag», na de Vespers, Processie met het Al- lerh. ZONDAG, de H.H. Missen te 9 uur en te half 11, waaronder Pre dikatie. te half 1 Catechismus, te 4 uur Lof en Rozenhoedje. DINSDAG, te half 8 gez. H. Mis ter eere van den H. Antonius, 's av. te 7 uur Liof en Rozenhoedje. [WOENSDAG, te half 8 uur de H. Mis voor den heer Joannes Ne- derkoren, als lid van de vereeniging der Eerherstellende Communie. VRIJDAG, te iialf 8 gezongen H. Mis ter eere van het H. Hart van Jiezus, 's av. te 7 uur Dof en Ro zenhoedje. Gedurende de maand October zal op die dagen waarop geen Lof gehouden wordt, het Rozenhoedje geboden wor den na de H. Mis van half 10. ZONDAG, de H.H. Missen te half 6„ 7 uur, half 9 en om half 11 de Hoogmis. De Catechismus als ge woonlijk, om 7 uur Lof met Ro zenkransgebeden. Deze week behalve Zaterdag, iede- ren avond half 8 Lóf met Rozen krans gebeden. Zaterdag zullen deze onder de H. Mis van kwart óver achten gebe den worden. Aartsbroederschap der H3 Familie Zondag half 5 vergadering van Ie Broederschap der H. Familie; Eiken Zondag is gelegenheid voor mannen en jongelingen zich op te. geven, als lid der H. Familie. ZONDAG, de II. Missen om half 6^ kwart over 7, 9 en half 11 plechtige Hoogmis, otn half 7 Lof met predikatie en Rozenhoedje en verdere gebeden der Octobermaand. Gebeden der Octobiermaand ondrnr de H.H. Missen van half 9 en 9 uur, doch op lofavonden onder liet Lof. DINSDAG, om half 8 Lof ter eere van den H. Antonius DONDERDAG, om 9 uur H. Mis voor de leden der Broederschap van O. Li. .Var. van Altijdd. Bijstand, 'sav. om half 8 Lof ter eere n*n het Allerh. Sacrament. VRIJDAG, oefening van. dan H. Kruis weg, 'sav. half 8. ZONDAG, lieden te 7 uur en te half 9 stille ,H. Missen, half li de Hoogmis, 2 uur de Catechismus, 7 uur.Lof met predikatie en Rozen hoedje. Gedurende deze week dagelijks om half 8 Lof met Rozenhoedje en ver dere gebeden. ZATERDAG, van half 5—half 10 ge legenheid om te biechten. Gedurende deze week dagelijks de Catechismus. De H. Missen te half 8. 8 en 9 uur. ZONDAG, 7 uur Vroegmis. Vóór de Hoogmis Catechismus; 10 uur Je Hoog mis-.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 9