Na misdaad, vergelding.
BUITENLAND.
STADSNIEUWS.
letteren en Kunst.
Uit de Meer.
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Het is opmerkelijk dat dit polder
land, dat eigenlijk voor menigeen
niet zooveel aantrekkelijkheid bezit,
vooral in den zomer zooveel bezocht
wordt door auto's.
Ik vermeen wel te mogen aanne
men dat dit bezoek nu niet geschiedt
omdat men dit polderland zoo mooi
vindt, maar wel hoofdzakelijk om
dat de wegen er zoo uitstekend zijn
eni te rijden, zoowel voor fietsen als
voor auto's en zulks vooral bij droog
weer.
De automobilisten zijn hier eigen
lijk in hun element. Vrij en frank
vliegen zij met hun drie- of vierwie
lers in dolle vaart door de Meer;
niets dat hun hindert, geen maximum
snelheid is hier ook maar ergens aan
gegeven, geen politieman die van tijd
tot tijd eens controleert of men voor
zien is van een rijbewijs of dat des
avonds de voorgeschreven lichten
zijn ontstoken, daarbij geen drukke
Passage, dus snorren ze maar voort.
.Van de omgeving zien de inzittenden
aiet veel; daarvoor gaat het te snel.
Toch hebben zij ongelijk dat zij het
vele schoone op het landbouwgebied,
dat hier in den zomer in groote mate
te zien is, geen blik waardig keuren.
Neen het moet altijd maarvoor
uit.
Zelfs de bebouwde gedeelten, zoo
als Hoofddorp en Nieuw-Vennep, als
mede de groote buurtschappen aan
den ringdijk gelegen, waar uit den
aard van de omgeving toch meesten
tijds nog al wat volk op den weg is,
Worden niet ontzien.
Met geen verminderde vaart, bij
eenigszins langdurig droog weer,
hooge bijna verstikkende stofwolken
opwerpende, passeeren zij deze volk
rijke gedeelten en menigeen gaat al
een beetje op zij als ze zoo'n monster
zien aankomen. De kleeren zouden
anders door het vele stof dat zij op
werken, spoedig zoo wit zien, dat om
zich bij anderen te vertoonen, men
eerst een duchtige bewerking met de
borstel moest ondergaan.
De bewoners van de Meer zijn dus,
en dat wel om zeer begrijpelijke re
denen, natuurlijke tegenstanders van
de auto en in het geheel niet gesteld
°P het drukke verkeer daarmede over
de wegen.
Niets als last hebben zij er van
en dan nog ongerekend de schade die
zij er meermalen van ondervinden
en dan niet te vergeten het gevaar
dat er door ontstaat, b. v. met een
schichtig paard of met de kinderen,
die zich ver langs den weg naar ae
school moeten begeven. Vooral dit
laatste is een voortdurende bron van
ongerustheid voor de ouder s.
Ik weet wel, ze kunnen ook op een
andere wijze wel een ongelukje hin
gen, maar zoo'n gevreesde kilometer-
Vreter, dat is, als je hem maar ziet,
al om kippenvel te krijgen, van de
gedachte, hoe zouden mijn kleine
kindertjes het maken op den weg.
Dit is het automobielenweê van de
bewoners van het polderland „de
Meer".
Dat ik nu hier genoemd heb is nog
maar een gedeelte, want als men de
bewoners hoort, nu dan zijn er nog
Yeel meer grieven tegen de auto's,
betzij dan of het gezochte grieven
Zijn of niet, in de oogen van hen be
staan zij.
In den Raad dezer gemeente zijn de-
Ze toestanden meermalen ter sprake
gekomen, waarbij van sommige zij
den wel werd betoogd de wenschelijk-
beid om enkele wegen of gedeelten
baarvan voor het autoverkeer af te
sluiten, althans dit verkeer bij ver
ordening te regelen. Men stuitte
baarbij echter op zooveel tegenstand,
baarbij meermalen persoonlijke aan
gelegenheden in het spel werden
gebracht, dat dit tot nog toe altijd
lot de vrome wenschen is blijven be-
booren.
In de laatste zitting van den Raad
beeft het weer een punt van bespre
king uitgemaakt, daar door het in
menig opzicht verdienstelijk raads
lid Lammers het verzoek was ge
daan, om thans er reeds toe over te
gaan, te besluiten een gedeelte van
den weg, nabij de brug van Sloten,
dat eigenlijk maar een binnen- of
veldweg is af te sluiten voor het
verkeer met automobielen. Door de
eigenaardige en gemakkelijke lig
ging van dien weg is 't verkeer daar
over juist druk, terwijl het toch ei
genlijk de officiëele weg niet is.
Het raadslid grondde zijn verzoek
op het feit, dat bedoelde weg een zeer
gevaarlijke helling en bocht heeft,
waardoor een aanrijding aldaar des
te spoediger plaats kan hebben, om
dat men elkander niet kan zien aan
komen, daarbij is de weg daar ter
plaatse smal, terwijl er vele bewo
ners wonen, wiens veiligheid daar
door veel te wenschen overlaat.
Tamelijk gezonde argumenten dus.
Vandaar dat de Raadsleden vreemd
opgekeken zullen hebben toen de
Burgemeester verklarde, persoonlijk
een onderzoek ingesteld te hebben,
doch dat hij de toestand aldaar niet
gevaarlijker vindt dan op ande
re plaatsen.
Er waren er, ik kan mij dat zoo le
vendig voorstellen, die er gewoon paf
van stonden, van een dergelijk ant
woord.
Het duurde evenwel niet lang, want
het maakte de tongen los en er kwa
men personen aan het woord, die, nu
ja, niet dat zij er wonen, maar die
er toch bijna iederen week een paar
maal passeeren, zoodat zij gerekend
kunnen worden geheel en al met de
toestand op de hoogte te zijn en die
nu met gloed van overtuiging het
verzoek door den heer Lammers ge
daan, verdedigden. Enze hadden
werkelijk succes, de heeren verdedi
gers, want het had tot gevolg dat
door B. en W. deze materie in studie
zal worden genomen om zoo mogelijk
binnen korten tijd te komen met
een ontwerp-verordening, regelende
liet rijden met automobielen in deze
gemeente en met een besluit tot af
sluiting van die wegen die daarvoor
in de allereerste plaats in aanmer
king komen.
Hoera dus, voor deze eerste over
winning. Het is een eerste stap die
gedaan is om te komen tot eenig
wettelijk toezicht op deze vervoermid
delen in deze gemeente, die niet zon
der reden „de schrik der wegen" ge
noemd worden.
Ik en zeer veel Meerbewoners met
mij, hopen dat dit verzoek en de
daarop gevolgde belofte van B. en W
niet in den achterhoek wordt gedron
gen, maar dat we spoedig de verwe
zenlijking er van mogen aanschou
wen.
Wij, polderbewoners, zijn erg ont
vankelijk voor bijzondere voorvallen.
Zoo gauw is er iets dat niet in den
gewonen regel is, of het is het onder
werp van alle gesprekken en ieder
leeft er in mee. Dat is natuurlijk het
polderleven.
Wel tracht deze of gene de stede
lijke allure's in te voeren, maar
mocht hij dan al eens bij enkelingeu
aanhang vinden, het gros der bevol
king blijft bij zijn oude gewoonten
en het leven is en blijft echt platte-
landsch.
Ook nu is er iets, waarmede weer
vele Meerbewoners zich thans bezig
houden en dat het onderwerp is van
vele gesprekken.
Het betreft de paardenverloting,
die hier sinds enkele jaren in de
maand October ter gelegenheid en ter
aanmoediging van de paardenmarkt,
wordt gehouden.
Deze verloting is hier gewild, heeft
hier burgerrecht verkregen en men-
sclien, die nimmer aan een verloting
deelnamen, nemen in deze paarden-
loterij een of meer loten.
Dit jaar ondervindt echter de ver
loting eeuige stagnatie.
Door een of andere oorzaak is de
Koninklijke goedkeuring, die voor
elke verloting wordt vereis ht, nog
niet ingekomen. Wat of wie daarvan
de oorzaak is, zullen we maar niet
nagaan, maar een feit is het, dat het
te laat is.
De tijd wordt nu natuurlijk wel wat
kort om met succes de 5000 loten
kwijt te raken, want voor 21 October
is eigenlijk de verloting aangekon
digd en de maatregelen er voor ge
nomen om op dien dag de verloting
te houden.
Wij zagen van deze week bij debi
teurs van deze paardenloterij al reeds
de loten in voorraad liggen, om zoo
spoedig het sein wordt gegeven van
"beginnen met den verkoop,, da
delijk alles bij de hand te hebben.
Het vreemdste echter is dat op
die loten staat „Goedgekeurd bij Ko
ninklijk besluit van September 1910",
terwijl we nu al den zooveelsten Oc
tober hebben en nog is de goedkeu
ring er niet. Hoe ze dat nu in het
vat zullen gieten, zal mij nog wel
eens benieuwen. In den haak is het
echter niet, tenzij men al de loten
overstempele, wat echter een bijna
onbegonnen werk is, omdat de loten
ook al bij verschillende afnemers zijn
uitgezet.
Enfin, het zou het eerste en zal ook
wel het laatste niet zijn, dat men zich
in de Meer, ten opzichte van verschil
lende gebeurtenissen in de Meer, zoo
nauwkeurig houdt aan alle voor
schriften dienaangaande. In hoofd
zaak ziet men maar naar het „au
fond" der zaak en dan is het al ge
noeg. Van deze verloting staat het al
gemeen bekend, dat het is een eerlijke
verloting, en dat staat zoo vast als 'n
paal hoven water zoodat, wat er ook
gebeuren mocht, de verloting ver
trouwen ze ten volle. Al is het dan
met al die dingsigheden niet in orde,
tenminste gedeeltelijk, dat kan niet
schelen, geloot unoet er worden, zegt
't gros der bevolking en daarom zien
ze reikhalzend uit naar het tijdstip,
waarop ze een guldentje kunnen
offeren, in de hoop natuurlijk le
vend dat ze niet minder als een paard
zullen winnen.
Ja, ja, zoo zijn ze, de menschen
uit de Meer!
Hetgeen ze eenmaal genegen zijn,
daar doen ze alles voor en dan 't liefst
maar zoo onder eigen kring. Dat is
hun ideaal. Velen die nog hun kracht
zoeken in hun isolement, doch geluk
kig begint dit toch eenigszins te ver
minderen. Met de verloting evenwel
is het altijd nog te veel een onder
onsje, dat echter mettertijd ook wel
zal veranderen.
MEERMAN.
Na Italië, Portugal zal wis en, zeker
SPANJE VOLGEN
met Canalejas als dictator.
In de Kamer hebben we daar gisteren
al een voorproefje van gehad.
Over het Vatikaan sprekende, heeft
Canalejas gezegd, dat het Vatikaan in
zijne betrekkingen met Spanje van ver
schillende opvattingen en zienswijzen
blijk had gegeven. Zou de Heilige Stoel
verzoeningsgezind zijn tegenover ster
ken, maar niets toegeven tegenover
zwakken? Waarom, vroeg Canalejas,
beliegt en bedriegt pien de Spaansche
katholieken. Canalejas toont vervolgens
aan hoe ver de openbare macht in
Spanje in hare inschikkelijkheid je
gens de Kerk is gegaan. Het gevolg er
van is geweest, dat de kerk den staat
overweldigde. Het clericalisme heeft de
burgerlijke vrijheid en de gewetensvrij
heid vernietigd en had bijna den strijdl
tot het uiterste ondernomen.
Canalejas zeide, d.at Spanje hij de on
derhandelingen met het Vatikaan in een
labyrinth was geraakt, waaruit geen uit
komst meer mogelijk was,, op het
oogenblik ;is in onderhandelingen be
trokken, waarbij het geene banden wil
breken, maar integendeel nauwer 'wil
aanhalen. Maar spr. vreest 'zeer, dat
het niet meer mogelijk zal zijn.
Met een toespeling op de kwestie van
het Rif, zeide Canalejas dat de regee
ring, in het zuiver hij wijze van hy
pothese gestelde geval dat er een krijgs
tocht in Afrika noodig zou zijn, den
steun van alle partijen in de Cortes
vroeg, welke haar, naar bij vertrouwde,
niet onthouden zou worden.
Ten slotte werd een motie, verkla
rend# Hat dp Kamer met groote vol
doening d© rede van Canalejas had aan
gehoord, naar dien zij de zienswijze van
alle liberalen weergaf, met 147 stemmen
aangenomen.
Alleen de liberalen namen aan Be
stemming deel, de andere afgevaardig
den onthielden zicK.
We willen aan het bovenstaand .al
leen dit toe voegen.
Door dit schelden Pp 'den H. Stoel
verraadt hij al heel duidelijk zijn ge
brek aan argumenten tegen het rustige
betoog van het Vatikaan, altijd hierop
neerkomende, dat er een Concordaat
bestaat tus.schen Spanje en den H.
Stoel, welk Concordaat slechts gewij
zigd kan worden door een overeen
komst tussehen Je beide partijen en
en niet door een willekeurig ingrijpen
van een dér partijen: Spanje, dat door
het wetsontwerp der Cadenas h'et Con
cordaat heeft verkracht.
Strenge winter in het zicht. Van
nietereologische zijde wordt medege
deeld, dat de winter van 19101911
zeer tsreng zal worden. De mededee-
ling berust hoofdzakelijk hierop, dat
het Poolijs reeds in de tweede helft
van Juli zoover naar het Zuiden was
doorgedrongen, dat de westkust van
Spitsbergen door de toeristenbooteu
niet meer konden worden bereikt. In
het begin van den hijzonder milden
winter van 18971898 kwam b.v. nog
in November een expeditie ongehin
derd naar Spitsbergen en kon daar
tot den 21sten blijven. Dat reeds in de
2de helft van Juli het p akiis de fjor
den van Spitsbergen bezet heeft, zoo
als in dit jaar, is nog nooit voorgeko
men.
Een galant vorst. Een Itali-
aansch tijdschrift vertelt een histo
rietje van -den vroegeren Italiaan-
sclien Koning Victor Emanuel II,
dat verbonden is met het oude Apol-
lo-theater te Rome. Eens op een
avond werd deze schouwburg, zonder
dat Z. M. er iets van wist, bezocht
door de keizerin van Rusland en de
prinses van Piëmont, terwijl de ko
ning zelf ook aanwezig was, maar
incognito, en het ballet achter de
coulissen bijwoonde.
Men begrijpt den schrik van Z. M.,
die in gewoon colbertcostuum was,
bij het vernemen van de aanwezig
heid der beide vorstinnen, die hij
andfers ware zijn geweten van „re ga-
lantuono" (koning gentleman) niet
gerust wel moest gaan begroeten.
In een blauw „huisjasje" voor de oo-
gefrder keizerin in de koninklijke lo
ge te verschijnen, ging niet. Naar huis
rijden ging ook niet, het verkleeden
zou dan te veel tijd nemen.
Daar kreeg Z. M. een idee!
„Ga naar de adjudantenloge!" 'riep
hij overste Galleti toe, „en vraag of
markies Van Bagnasco onmiddellijk
hier komt. Hij is net zoo dik als ik,
en zijn rok past me misschien; het
donkerblauw van de pantalon zal nie
mand opmerken."
Bagnasco kwam en de costuumver-
wisseling had plaats. Nu ontbrak nog
de witte das- Eenige officieren boden
Z. M. hunne dassen aan, maar deze
bevielen den vorst niet en hij koos
ten slotte, tot alaler verwondering,
de das van den theater-portier.
Uitgedost in de geleende veeren,
verscheen de koning nu in de vor
stelijke loge en de adjudanten lachten
inwendig hartelijk om de pogingen
van Z. M. om toch zooveel mogelijk
met zijn „onderdanen" in de schaduw
te blijven. Of de keizerin iets van de
verkleedpartij bemerkte, meldt de
historie niet.
De Haarlemsch© Biroodbakkerspatroons-
Vereeniging.
Verleden week vergaderde de Haar-
lemsche Patroons-Vereeniging in café
Brinkmann.
De voorzitter, de heer Berkemeier,
zegt ;dat deze vergadering ni«i belegd
is, wijl zooi dringende zaken pp afdoe
ning wachten, wal wel daaruit blijkt,
dat er voor dezei vergadering geen agen
da is opgemaakt, doch alleen om na
den zomer- dl .vacantietijd. waarin men
nagenoeg niet bijeen was, elkander eens
te zien en de wintercampagne „te ope
nen.
Bericht kan worden, Haf de reeds in
gang zijnde boekhoudeursus zeer. inte
ressant is en daï men pok' voort het
melkonderzoek, waarvoor het apparaat
reeds is ontvangen, plannen heeft. Al
ler steun tot het welslagen van de plan
nen, voor dezen winter nog te maken,
wordt ingeroepen.
De secretaris, de heer G. II. Japikse,
leest de notulen, die onder dankzegging
worden gearresteerd.
De heer Pieters, bestuurslid', leest
voor zijn verslag van den te Zaan
dam gehouden Bondsdag, waarheen hij
afgevaardigd was.
Spr. betuigt er zijn leedwezen over,
dat de secretaris toen geen deelgenoot
van de feestvreugde had kunnen wezen,
wijl deze door een ernstig ziektegeval
van zijn vader, wat kort daarop tot
diens dood heeft geleid, Haarlem niet
had kunnen verlaten. Spr. is overtuigd
dat de nagedachtenis van wijlen den
ouden heer Japikse in dankbare her
innering zal blijven.
Onze collega s Brakenhoff, Smit en De
Vries, gaat de heer Pieters voort, had
den "zich veel moeite gegeven om ons
een aangenamen dag te bereiden, waar
in zij: ook werkelijk zijn geslaagd.
Bi) collega Benraad was men des
morgens te negen uur samengekomen
en daar voorkomend ontvangen.
Onze oud-collega Kuip, ex-bakker, die
weer jong scheen geworden te zijn, was
met zijn echtgenoote onder de lachtge-
nooten, en nadat een laatkomer even
eens was gearriveerd ward van 't ge
zelschap een kiek je genomen en slap
te men aan boord van de gereedlig
gende motorboot.
Nadat van wal was gestoken sprak
de voorzitter het welkom uit, dankte
allen, die tot het welslagen van den
tocht hadden meegewerkt, en sprak de
beste wenschen uit voor een goed ver
loop van. den dag.
De heer Pieters gaf nu een getrouw
verslag van de bondsvergadering en de
feestelijkheden van den dag.
Voor dit verslag werd de heer Pie
ters beloond met een luid applaus der
vergadering en de dankzegging van den
voorzitter.
Thans werden twee aandeelen uitge
loot van het renteloos voorschot, dat
indertijd door verschillende leden was
verstrekt ter voorziening in de kosten
der te Haarlem gehouden Bondsvergade
ring.
Van mevrouw Japikse was een dank
betuiging ingekomen voor den brief van
rpuwb'eklag, door de vereeniging aan
haar gericht bij het overlijden van
haar echtgenoot.
Mededeeling werd nog gedaan van
de ontvangst van een exemplaar van
het Tweede deel der „Bedenkingen te
gen de Ba.kkerswct-Talma door het
Bakkers-Comité als present aan de ver
eeniginig.
Thans wordt een rondvraag gehouden,
waarbij naar aanleiding van een be
spreking omtrent de voorwaarden, waar
op de leden der gLstcombinatie hun
gist van de Nederlandsche Gist- en Spi
rilusfabriek betrekken, welke bespre-
king door den heer Brakenhoff was
geopend, besloten wordt een commis
sie van drie leden te kiezen, om bij
mondelinge bespreking met üe Direc
tie van genoemde fabriek voorwaarden
le bedingen, welke üe leden meer in
hun belang achten.
In die commissie werden gekozen de
heeren Japikse, Berkemeier en Bra
kenhoff, welke heeren "de omschreven
taak op zich nemen.
Biji stemming wordt 'het bestuur de
som van f 10 toegestaan voor de te
maken onkosten bij bestuursvergade
ringen.
Het voorstel hiertoe was uitgegaan
van den penningmeester, die ft niet bil
lijk achtte, dat do bizondere onkosten
aan bestuursvergaderingen verbonden,
als een verhooging der gewone con
tributie door de bestuursleden zouden
gedragen worden, welke meening, blij
kens den uitslag der stemming door Bfc
vergadering werd gedeeld.
Da heer De Vries herinnert aan I
bestaan van een commissie, waarvan
hij deel uitmaakt, die zou onderzoekea
langs welken weg de vereeniging 'tbest
zou kunnen geraken tot het bezit van
een eigen hulpbakkerij, waar men bij
verbouwing af reparatie aan Ovens in
eigen bakkerij zijn intrek zou kunnen
nemen.
Deze commissie heeft reeds hier en
daar rondgekeken, doch moest een gun
stige gelegenheid voorbij laten gaan,
wijl zij niet wist hoever haar man
daat strekte. Spr. zou wenschen, dat
een crediet tot een bepaald bedrag werd
verstrekt. De wensclielijkheid werd te
vens uitgesproken am daar voor gezar
menlijke rekening roggebrood te bakken
en kolen op te slaan..
De voorzitter zegt, een perceel in
eigendom te hebben, üat waarschijn
lijk een geschikte gelegenheid biedt. De
tweede vergadering na deze zal spr.
mededeelen het resultaat van zijn on
derzoekingen, in hoeverre dit perceel
zal kunnen beantwoorden aan de ei-
schen aan een bakkerij te stellen.
Men meende echter,dat voor de mees
te bakkers de ligging van' dit perceel
te veraf zou zijn en besloot ap voorstel
vani den heer Japikse de commissie
een crediet tot f 1000 toe te staan. Veer
tig leden telt ongeveer de vereeniging,
indien elk lid f 25 stort, wat elk lid
wel voor deze zaak mag overhebben,
is de som reeds bijeen.
De heer Brakenhoff wilde, dat een
leening van f 1000 zou worden uitge
schreven, in aandeelen; van f 25, indien
elk lid een aandeel nam en vooreerst
f 10 stortte, zoodat f 400 dan bijeen
zouden zijn, dan zou elke bank, zoo
verzekerde spreker, bereid zijn tegen
dien waarborg, nog wel f 1000 als voor
schot te verstrekken,.
De heer- Van Vessem dringt aan op
het coöperatief inkoopen van de grond
stoffen, die daarvoor in aanmerking ko
men, om sterk te staan tegenover de
coöperatieve bakkerij-ondernemingen.
Het coöperatief inkoopen zal een punt
op de volgende agenda vormen.
De heer De Vries kan geen reisge-
nooten vinden pai Kamerzittingen bij
te wonen, wanneer de Bakkerswet be
handeld zal worden, ook acht de ver
gadering hernieuwde bespreking van en
kele leden, met de afgevaardigden naar
de tweede Kamer voor Haarlem over
bodig.
De voorzitter zegt thans allen dank
voor hun opkomst, wijst erop, dat het
het zoo nuttig kan zijn onderlinge be
sprekingen te houden, wat alweer de
ze vergadering bewijst, waarvoor zelfs
geen agenda was opgesteld, en die toch
zoo vruchtbaar is geweest, zegt, dat
het hier behandelde zooveel mogelijk
als punten als de agenda voor de vol
gende vergadering geplaatst zal worden
en sluit de vergadering.
Oberaminergauer Passions-Spiele.
Wij lezen in de Provinciale Noord-
brabanter:
Gisterenavond werd in het Concert
gebouw de eerste voorstelling gegeven
van de Original Oberammergauer Pas-
sions-Spiiele. Er was maar een héél
weinig talrijk publiek. Of dit te wijten
is aan de min-gunstige recensies in som
mige andere bladen, we Weten het niet,
doch wanneer dit zoo is, dan moeten
we verkLaren niet goed te begrijpen hoe
sommige van die bladen zulke recen
cies hebben kunnen geven. Ongetwij
feld moet dat hebben gelegen aan de
wijize van uitvoering, het koor, de or
gelmuziek, die in alle plaatsen ver
schilt. Althans wijl en zoo meenden
ook verschillende groote bladen dur
ven een bezoek aan de Passions-Spie-
le gerusf aanbevelen. Zeker, ook wij
hebben wel eenige aanmerkingen, zou
den de kleuren soms Wat fijner of de
afbeelding van sommige projecties iwat
grooter hebben gewenscht, doch wn
grossen Ganschen, is ons de uitvoe
ring beslist niet tegengevallen.
De heer Wilhelmj draagt ons op voor
treffelijke wijze, geheel méélevend met
zijn onderwerp, soms echter wel wat
78)
O vide had zijne P hints niet ver
aten.
Het is onnoodig' en zelfs on
doorzichtig daarheen te gaian
'Wlht hij. Mijne tegenwoordigheid,
daarvoor geen enkele reden bestaat,
z,°u verdacht zijn. De vriend, dien
•'k achtervolg, zal weder langs de
cern weg .teruggaan..Het zal dus
Voldoende zijn hem hier af te wa-ch-
tej^
En hij bleef rustig zitten „uitkij
ker
XXI
Het, duurde lang
Eerst te half elf ziag, „de Parij-
"j'hiaar de wagens, de voerlieden en
v werklieden terugkomen
Eucien Lahroue was niet bij hen
- "Sapristie! Zou hij langs een
^deren kant vertrokken zijn?,
dacht O vide, niet Zonder ongerust
heid, D.at zou wat moois zijn!
Dadelijk vroeg Jiij aan den kof-
Hehuiishouder
Jk wSLcht iemand, die dezen
heerteen in het goederenbuneel is ga-
gaan en ik zie hem niet terugko
men Bestaat er soms nog een andere
uitgang dap deze
J,a, mijnheer, boven op de hel
ling is eene kleine trap; die in de
Bereystraat uitkomt
Drommels! ik ben hem kwijt',
dacht :0 vide
Hij wierp een stuk zilvergeld op
de tafel en vloog paar huiten zon
dier af te wachten, d,ait men hem
geld teruggaf.
"Geen oogenblik te verliezen!
zeide Soliveau al loopende.
Hij zal naar huis zijn gegaan, om
zich wat op te knappen voor zijn
liefje te bezoeken Ik moet dus daar
heen
Na vijf minuten snel geloopen te
hebben, bemerkte hij een leeg huur
rijtuig
Hij sprong daarin en zeide
-Koetsier, drie francs voor u,
maar vlug rijdenwant ik heb groo
te haast
(Waarheen t
Miromesnilstraat 75
Al klaar!
Deze uitroep ging vergezeld van
een hevigen zweepslag en zij ver
trokken snel
Marie Harmont gevoelde zich! se
dert het oogenblik, waarin haar va
der haar beloofd had, dat zij dc
vrouw van Imeien Labroue zon wor
den, bijna krankzinnig van vreug
de 1
JDe toekomst scheen haar rooskleu
rig toe
Acht en veertig ui-en waren slechts
verloopen, sedert zij de aangename
tijding had ontvangen en reeds ver
dween de onrustbarende bleekheid
van haar gelaat en verbleekten de
roode vlekken op hare wangen
Wh weten, dat haai' vader den
geheelen Zondag1 in haar gezelschap
doorbracht.
Den ganschen Zaterdagavond was
zij' alleen geheven -trouwens zij
had de boodschap van Paul Har-
mant, dat deze niet kvvaui eten ont
vangen.
Dose onverwachte afwezigheid
was voor haar zeer onaangenaam ge
weest, daar zij gehoopt had, over
Lucien Labroue te kunnen spreken
en te weten of haar vader ook iets
nieuws omtrent liet ontworpen hu
welijk had mede te doelen.
Den Zondagmorgen stond zij vroeg
op en zoodra zij zich gekleed had,
ging zij naar de werkkamer van den
grooten industrieel
Deze vreesde, dat zijne dochter
hem duizenden lastige vragen om
trent den jongen man zou doen. die
iliern zouden noodzaken opnieuw te
gaa.n liegen.
Hij was da-n ook besloten, tenein
de zich uit dien onaangenamer toe
stand te redden om zooveel mogelijk
te vermijden, met Marie alleen te
zijn.
Daarenboven dacht hij na over
hetgeen üvide Sölivea.u zou gaan
1 doenen dit nadenken verhoogde
zijne zucht naar" eenzaamheid.
Toen Jpris Garand de deur zijner
kamer zag .opengaan, om het jonge
meisje binnen te laten, kon hij eene
beweging van ongeduld niet weer-
I houden, terwijl hij zijn voorhoofd
fronste.
Noch de plooien in het voorhoofd,
j noch de beweging van ongeduld war
ren aan de scherpziende oogen va,n
i Marie ontgaan
j Zij vroege
Hinder ik u, vader?
Een weinig, ja,, mijn kind,
want ïk hen bezig met groote be
rekeningen, die niet afgebroken mo
gen worden
Zjjt gij gisteren laat tfhuis ge
komen?
Neen, tegen elf uur Eten mij
ner voornaamste klanten heeft, mij
ten eten gevraagd, om in dien tijd
over zaken te spreken
Wat zullen wij vandaag! doen
-Ik heb veel werk, dat achter
is geraakt Ik zal daarmede het
grootste gedeelte van den dag door
brengen
Zult gij heden, op Zondag, wer
ken riep Marie nit
- Het moet wel
Maar dezen avond
Ik ben genoodzaakt dezen
avond mij gedurende eenige uren te
verwijderen....
- Maar gij zult toch met mij
ontbij.ten en eten, niet wa,ar
j Ontbijten ja, maag of ik kom
eten, dat .is iets, wat nog lang niet
zeker is
- Dan valt mijn schoone droom
in het water.
i Wiat hebt- gij gedroomd, lief
kind
Dia-t gii Lucien Labroue zoudt
uitnoodigen hier te bomen eten
j Gij ziet wel, .dat zulks onmo
gelijk is
Maar dan ten minste te ont
bijten..
Ik kon dat evenmin vragen,
want de heer Labroue zal zeer ze
ker nog ;vele'booidschappen te doen
hebben, voor hij vertrekt
Marie trilde en werd bleek
Voor hij vertrekt? herhaalde
zij met an.gst.ige stem. Gaat de heer
Lahroue .Parijs verlaten
Ja
Waarom
Voor zaken van de fabriek.
Waarheen galat hij
- Naar Bellegiairde, om het toe
zicht te houden op het plaatsen van
belangrijke machines,, die ik a'an eene
fabriek van den eersten rang lever
Hoelang gal zijne, afwezigheid
duren?
'Ongeveer drie weken en (lat
werk, hetwelk ik hem opgedragen
heb, dat bewijs van vertrouwen, heb
welk .ik hem geef, j.s eene eerste-
j schrede op den weg van het aan
staande eompaignonpchap
Als het zoo is, zal ik mij daar
in schikken mompelde het jonge
meisje, wier gelaat som bei: werd.
Niettemin Zal ik den geheelen dag,
alleen zijn
Gij' weet. weL dat dit mij even
veel hindert als n, maar zaken zijn
zaken en de afwezigheid van Liu
cien Labroue zal mij zeer veel werk
meer te doen geven Trouwens,
ik beloof u eene goede schadeloos
stelling binnenkort
Daar het jonge meisje, dat we
gens het vertrek van Lucien alles
behalve opgeruimd gestemd was ver
trouwen stelde in hetgeen zij daar
even gehoord had, verontrustte zij
zich niet
Zij zag daarin niets anders dan
het bewijs van vertrouwen en ach
ting, door haar A-ader aan haar ver
doofde te geven
Aldus gerustgesteld ging juf
frouw Harmant naar hare kamers
en bleef daar tot elf uur
Toen zij weder naar beneden ging,
had zij zich netjes en met onberis-
pelijken smaak gekleed
(Wiel, lieveling, wat met gij er
schoon nit! zeide Paul Harmajnt
Vr o olijk
:Ik ben van plan mijne vrien
dinnen te gaan bezoeken
Indien ik niemand thuis vind,
wat op Zondag best mogelijk is, ga
jk een 'toertje in het bosöh doen
Tehuis zou ik mij maal- vervelen.-
Ijk pal b* het- pten u.ithilijve»