Na misdaad, vergelding. BUITENLAND. STADSNIEUWS. letteren en Kunst. Uit de Meer. FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Het is opmerkelijk dat dit polder land, dat eigenlijk voor menigeen niet zooveel aantrekkelijkheid bezit, vooral in den zomer zooveel bezocht wordt door auto's. Ik vermeen wel te mogen aanne men dat dit bezoek nu niet geschiedt omdat men dit polderland zoo mooi vindt, maar wel hoofdzakelijk om dat de wegen er zoo uitstekend zijn eni te rijden, zoowel voor fietsen als voor auto's en zulks vooral bij droog weer. De automobilisten zijn hier eigen lijk in hun element. Vrij en frank vliegen zij met hun drie- of vierwie lers in dolle vaart door de Meer; niets dat hun hindert, geen maximum snelheid is hier ook maar ergens aan gegeven, geen politieman die van tijd tot tijd eens controleert of men voor zien is van een rijbewijs of dat des avonds de voorgeschreven lichten zijn ontstoken, daarbij geen drukke Passage, dus snorren ze maar voort. .Van de omgeving zien de inzittenden aiet veel; daarvoor gaat het te snel. Toch hebben zij ongelijk dat zij het vele schoone op het landbouwgebied, dat hier in den zomer in groote mate te zien is, geen blik waardig keuren. Neen het moet altijd maarvoor uit. Zelfs de bebouwde gedeelten, zoo als Hoofddorp en Nieuw-Vennep, als mede de groote buurtschappen aan den ringdijk gelegen, waar uit den aard van de omgeving toch meesten tijds nog al wat volk op den weg is, Worden niet ontzien. Met geen verminderde vaart, bij eenigszins langdurig droog weer, hooge bijna verstikkende stofwolken opwerpende, passeeren zij deze volk rijke gedeelten en menigeen gaat al een beetje op zij als ze zoo'n monster zien aankomen. De kleeren zouden anders door het vele stof dat zij op werken, spoedig zoo wit zien, dat om zich bij anderen te vertoonen, men eerst een duchtige bewerking met de borstel moest ondergaan. De bewoners van de Meer zijn dus, en dat wel om zeer begrijpelijke re denen, natuurlijke tegenstanders van de auto en in het geheel niet gesteld °P het drukke verkeer daarmede over de wegen. Niets als last hebben zij er van en dan nog ongerekend de schade die zij er meermalen van ondervinden en dan niet te vergeten het gevaar dat er door ontstaat, b. v. met een schichtig paard of met de kinderen, die zich ver langs den weg naar ae school moeten begeven. Vooral dit laatste is een voortdurende bron van ongerustheid voor de ouder s. Ik weet wel, ze kunnen ook op een andere wijze wel een ongelukje hin gen, maar zoo'n gevreesde kilometer- Vreter, dat is, als je hem maar ziet, al om kippenvel te krijgen, van de gedachte, hoe zouden mijn kleine kindertjes het maken op den weg. Dit is het automobielenweê van de bewoners van het polderland „de Meer". Dat ik nu hier genoemd heb is nog maar een gedeelte, want als men de bewoners hoort, nu dan zijn er nog Yeel meer grieven tegen de auto's, betzij dan of het gezochte grieven Zijn of niet, in de oogen van hen be staan zij. In den Raad dezer gemeente zijn de- Ze toestanden meermalen ter sprake gekomen, waarbij van sommige zij den wel werd betoogd de wenschelijk- beid om enkele wegen of gedeelten baarvan voor het autoverkeer af te sluiten, althans dit verkeer bij ver ordening te regelen. Men stuitte baarbij echter op zooveel tegenstand, baarbij meermalen persoonlijke aan gelegenheden in het spel werden gebracht, dat dit tot nog toe altijd lot de vrome wenschen is blijven be- booren. In de laatste zitting van den Raad beeft het weer een punt van bespre king uitgemaakt, daar door het in menig opzicht verdienstelijk raads lid Lammers het verzoek was ge daan, om thans er reeds toe over te gaan, te besluiten een gedeelte van den weg, nabij de brug van Sloten, dat eigenlijk maar een binnen- of veldweg is af te sluiten voor het verkeer met automobielen. Door de eigenaardige en gemakkelijke lig ging van dien weg is 't verkeer daar over juist druk, terwijl het toch ei genlijk de officiëele weg niet is. Het raadslid grondde zijn verzoek op het feit, dat bedoelde weg een zeer gevaarlijke helling en bocht heeft, waardoor een aanrijding aldaar des te spoediger plaats kan hebben, om dat men elkander niet kan zien aan komen, daarbij is de weg daar ter plaatse smal, terwijl er vele bewo ners wonen, wiens veiligheid daar door veel te wenschen overlaat. Tamelijk gezonde argumenten dus. Vandaar dat de Raadsleden vreemd opgekeken zullen hebben toen de Burgemeester verklarde, persoonlijk een onderzoek ingesteld te hebben, doch dat hij de toestand aldaar niet gevaarlijker vindt dan op ande re plaatsen. Er waren er, ik kan mij dat zoo le vendig voorstellen, die er gewoon paf van stonden, van een dergelijk ant woord. Het duurde evenwel niet lang, want het maakte de tongen los en er kwa men personen aan het woord, die, nu ja, niet dat zij er wonen, maar die er toch bijna iederen week een paar maal passeeren, zoodat zij gerekend kunnen worden geheel en al met de toestand op de hoogte te zijn en die nu met gloed van overtuiging het verzoek door den heer Lammers ge daan, verdedigden. Enze hadden werkelijk succes, de heeren verdedi gers, want het had tot gevolg dat door B. en W. deze materie in studie zal worden genomen om zoo mogelijk binnen korten tijd te komen met een ontwerp-verordening, regelende liet rijden met automobielen in deze gemeente en met een besluit tot af sluiting van die wegen die daarvoor in de allereerste plaats in aanmer king komen. Hoera dus, voor deze eerste over winning. Het is een eerste stap die gedaan is om te komen tot eenig wettelijk toezicht op deze vervoermid delen in deze gemeente, die niet zon der reden „de schrik der wegen" ge noemd worden. Ik en zeer veel Meerbewoners met mij, hopen dat dit verzoek en de daarop gevolgde belofte van B. en W niet in den achterhoek wordt gedron gen, maar dat we spoedig de verwe zenlijking er van mogen aanschou wen. Wij, polderbewoners, zijn erg ont vankelijk voor bijzondere voorvallen. Zoo gauw is er iets dat niet in den gewonen regel is, of het is het onder werp van alle gesprekken en ieder leeft er in mee. Dat is natuurlijk het polderleven. Wel tracht deze of gene de stede lijke allure's in te voeren, maar mocht hij dan al eens bij enkelingeu aanhang vinden, het gros der bevol king blijft bij zijn oude gewoonten en het leven is en blijft echt platte- landsch. Ook nu is er iets, waarmede weer vele Meerbewoners zich thans bezig houden en dat het onderwerp is van vele gesprekken. Het betreft de paardenverloting, die hier sinds enkele jaren in de maand October ter gelegenheid en ter aanmoediging van de paardenmarkt, wordt gehouden. Deze verloting is hier gewild, heeft hier burgerrecht verkregen en men- sclien, die nimmer aan een verloting deelnamen, nemen in deze paarden- loterij een of meer loten. Dit jaar ondervindt echter de ver loting eeuige stagnatie. Door een of andere oorzaak is de Koninklijke goedkeuring, die voor elke verloting wordt vereis ht, nog niet ingekomen. Wat of wie daarvan de oorzaak is, zullen we maar niet nagaan, maar een feit is het, dat het te laat is. De tijd wordt nu natuurlijk wel wat kort om met succes de 5000 loten kwijt te raken, want voor 21 October is eigenlijk de verloting aangekon digd en de maatregelen er voor ge nomen om op dien dag de verloting te houden. Wij zagen van deze week bij debi teurs van deze paardenloterij al reeds de loten in voorraad liggen, om zoo spoedig het sein wordt gegeven van "beginnen met den verkoop,, da delijk alles bij de hand te hebben. Het vreemdste echter is dat op die loten staat „Goedgekeurd bij Ko ninklijk besluit van September 1910", terwijl we nu al den zooveelsten Oc tober hebben en nog is de goedkeu ring er niet. Hoe ze dat nu in het vat zullen gieten, zal mij nog wel eens benieuwen. In den haak is het echter niet, tenzij men al de loten overstempele, wat echter een bijna onbegonnen werk is, omdat de loten ook al bij verschillende afnemers zijn uitgezet. Enfin, het zou het eerste en zal ook wel het laatste niet zijn, dat men zich in de Meer, ten opzichte van verschil lende gebeurtenissen in de Meer, zoo nauwkeurig houdt aan alle voor schriften dienaangaande. In hoofd zaak ziet men maar naar het „au fond" der zaak en dan is het al ge noeg. Van deze verloting staat het al gemeen bekend, dat het is een eerlijke verloting, en dat staat zoo vast als 'n paal hoven water zoodat, wat er ook gebeuren mocht, de verloting ver trouwen ze ten volle. Al is het dan met al die dingsigheden niet in orde, tenminste gedeeltelijk, dat kan niet schelen, geloot unoet er worden, zegt 't gros der bevolking en daarom zien ze reikhalzend uit naar het tijdstip, waarop ze een guldentje kunnen offeren, in de hoop natuurlijk le vend dat ze niet minder als een paard zullen winnen. Ja, ja, zoo zijn ze, de menschen uit de Meer! Hetgeen ze eenmaal genegen zijn, daar doen ze alles voor en dan 't liefst maar zoo onder eigen kring. Dat is hun ideaal. Velen die nog hun kracht zoeken in hun isolement, doch geluk kig begint dit toch eenigszins te ver minderen. Met de verloting evenwel is het altijd nog te veel een onder onsje, dat echter mettertijd ook wel zal veranderen. MEERMAN. Na Italië, Portugal zal wis en, zeker SPANJE VOLGEN met Canalejas als dictator. In de Kamer hebben we daar gisteren al een voorproefje van gehad. Over het Vatikaan sprekende, heeft Canalejas gezegd, dat het Vatikaan in zijne betrekkingen met Spanje van ver schillende opvattingen en zienswijzen blijk had gegeven. Zou de Heilige Stoel verzoeningsgezind zijn tegenover ster ken, maar niets toegeven tegenover zwakken? Waarom, vroeg Canalejas, beliegt en bedriegt pien de Spaansche katholieken. Canalejas toont vervolgens aan hoe ver de openbare macht in Spanje in hare inschikkelijkheid je gens de Kerk is gegaan. Het gevolg er van is geweest, dat de kerk den staat overweldigde. Het clericalisme heeft de burgerlijke vrijheid en de gewetensvrij heid vernietigd en had bijna den strijdl tot het uiterste ondernomen. Canalejas zeide, d.at Spanje hij de on derhandelingen met het Vatikaan in een labyrinth was geraakt, waaruit geen uit komst meer mogelijk was,, op het oogenblik ;is in onderhandelingen be trokken, waarbij het geene banden wil breken, maar integendeel nauwer 'wil aanhalen. Maar spr. vreest 'zeer, dat het niet meer mogelijk zal zijn. Met een toespeling op de kwestie van het Rif, zeide Canalejas dat de regee ring, in het zuiver hij wijze van hy pothese gestelde geval dat er een krijgs tocht in Afrika noodig zou zijn, den steun van alle partijen in de Cortes vroeg, welke haar, naar bij vertrouwde, niet onthouden zou worden. Ten slotte werd een motie, verkla rend# Hat dp Kamer met groote vol doening d© rede van Canalejas had aan gehoord, naar dien zij de zienswijze van alle liberalen weergaf, met 147 stemmen aangenomen. Alleen de liberalen namen aan Be stemming deel, de andere afgevaardig den onthielden zicK. We willen aan het bovenstaand .al leen dit toe voegen. Door dit schelden Pp 'den H. Stoel verraadt hij al heel duidelijk zijn ge brek aan argumenten tegen het rustige betoog van het Vatikaan, altijd hierop neerkomende, dat er een Concordaat bestaat tus.schen Spanje en den H. Stoel, welk Concordaat slechts gewij zigd kan worden door een overeen komst tussehen Je beide partijen en en niet door een willekeurig ingrijpen van een dér partijen: Spanje, dat door het wetsontwerp der Cadenas h'et Con cordaat heeft verkracht. Strenge winter in het zicht. Van nietereologische zijde wordt medege deeld, dat de winter van 19101911 zeer tsreng zal worden. De mededee- ling berust hoofdzakelijk hierop, dat het Poolijs reeds in de tweede helft van Juli zoover naar het Zuiden was doorgedrongen, dat de westkust van Spitsbergen door de toeristenbooteu niet meer konden worden bereikt. In het begin van den hijzonder milden winter van 18971898 kwam b.v. nog in November een expeditie ongehin derd naar Spitsbergen en kon daar tot den 21sten blijven. Dat reeds in de 2de helft van Juli het p akiis de fjor den van Spitsbergen bezet heeft, zoo als in dit jaar, is nog nooit voorgeko men. Een galant vorst. Een Itali- aansch tijdschrift vertelt een histo rietje van -den vroegeren Italiaan- sclien Koning Victor Emanuel II, dat verbonden is met het oude Apol- lo-theater te Rome. Eens op een avond werd deze schouwburg, zonder dat Z. M. er iets van wist, bezocht door de keizerin van Rusland en de prinses van Piëmont, terwijl de ko ning zelf ook aanwezig was, maar incognito, en het ballet achter de coulissen bijwoonde. Men begrijpt den schrik van Z. M., die in gewoon colbertcostuum was, bij het vernemen van de aanwezig heid der beide vorstinnen, die hij andfers ware zijn geweten van „re ga- lantuono" (koning gentleman) niet gerust wel moest gaan begroeten. In een blauw „huisjasje" voor de oo- gefrder keizerin in de koninklijke lo ge te verschijnen, ging niet. Naar huis rijden ging ook niet, het verkleeden zou dan te veel tijd nemen. Daar kreeg Z. M. een idee! „Ga naar de adjudantenloge!" 'riep hij overste Galleti toe, „en vraag of markies Van Bagnasco onmiddellijk hier komt. Hij is net zoo dik als ik, en zijn rok past me misschien; het donkerblauw van de pantalon zal nie mand opmerken." Bagnasco kwam en de costuumver- wisseling had plaats. Nu ontbrak nog de witte das- Eenige officieren boden Z. M. hunne dassen aan, maar deze bevielen den vorst niet en hij koos ten slotte, tot alaler verwondering, de das van den theater-portier. Uitgedost in de geleende veeren, verscheen de koning nu in de vor stelijke loge en de adjudanten lachten inwendig hartelijk om de pogingen van Z. M. om toch zooveel mogelijk met zijn „onderdanen" in de schaduw te blijven. Of de keizerin iets van de verkleedpartij bemerkte, meldt de historie niet. De Haarlemsch© Biroodbakkerspatroons- Vereeniging. Verleden week vergaderde de Haar- lemsche Patroons-Vereeniging in café Brinkmann. De voorzitter, de heer Berkemeier, zegt ;dat deze vergadering ni«i belegd is, wijl zooi dringende zaken pp afdoe ning wachten, wal wel daaruit blijkt, dat er voor dezei vergadering geen agen da is opgemaakt, doch alleen om na den zomer- dl .vacantietijd. waarin men nagenoeg niet bijeen was, elkander eens te zien en de wintercampagne „te ope nen. Bericht kan worden, Haf de reeds in gang zijnde boekhoudeursus zeer. inte ressant is en daï men pok' voort het melkonderzoek, waarvoor het apparaat reeds is ontvangen, plannen heeft. Al ler steun tot het welslagen van de plan nen, voor dezen winter nog te maken, wordt ingeroepen. De secretaris, de heer G. II. Japikse, leest de notulen, die onder dankzegging worden gearresteerd. De heer Pieters, bestuurslid', leest voor zijn verslag van den te Zaan dam gehouden Bondsdag, waarheen hij afgevaardigd was. Spr. betuigt er zijn leedwezen over, dat de secretaris toen geen deelgenoot van de feestvreugde had kunnen wezen, wijl deze door een ernstig ziektegeval van zijn vader, wat kort daarop tot diens dood heeft geleid, Haarlem niet had kunnen verlaten. Spr. is overtuigd dat de nagedachtenis van wijlen den ouden heer Japikse in dankbare her innering zal blijven. Onze collega s Brakenhoff, Smit en De Vries, gaat de heer Pieters voort, had den "zich veel moeite gegeven om ons een aangenamen dag te bereiden, waar in zij: ook werkelijk zijn geslaagd. Bi) collega Benraad was men des morgens te negen uur samengekomen en daar voorkomend ontvangen. Onze oud-collega Kuip, ex-bakker, die weer jong scheen geworden te zijn, was met zijn echtgenoote onder de lachtge- nooten, en nadat een laatkomer even eens was gearriveerd ward van 't ge zelschap een kiek je genomen en slap te men aan boord van de gereedlig gende motorboot. Nadat van wal was gestoken sprak de voorzitter het welkom uit, dankte allen, die tot het welslagen van den tocht hadden meegewerkt, en sprak de beste wenschen uit voor een goed ver loop van. den dag. De heer Pieters gaf nu een getrouw verslag van de bondsvergadering en de feestelijkheden van den dag. Voor dit verslag werd de heer Pie ters beloond met een luid applaus der vergadering en de dankzegging van den voorzitter. Thans werden twee aandeelen uitge loot van het renteloos voorschot, dat indertijd door verschillende leden was verstrekt ter voorziening in de kosten der te Haarlem gehouden Bondsvergade ring. Van mevrouw Japikse was een dank betuiging ingekomen voor den brief van rpuwb'eklag, door de vereeniging aan haar gericht bij het overlijden van haar echtgenoot. Mededeeling werd nog gedaan van de ontvangst van een exemplaar van het Tweede deel der „Bedenkingen te gen de Ba.kkerswct-Talma door het Bakkers-Comité als present aan de ver eeniginig. Thans wordt een rondvraag gehouden, waarbij naar aanleiding van een be spreking omtrent de voorwaarden, waar op de leden der gLstcombinatie hun gist van de Nederlandsche Gist- en Spi rilusfabriek betrekken, welke bespre- king door den heer Brakenhoff was geopend, besloten wordt een commis sie van drie leden te kiezen, om bij mondelinge bespreking met üe Direc tie van genoemde fabriek voorwaarden le bedingen, welke üe leden meer in hun belang achten. In die commissie werden gekozen de heeren Japikse, Berkemeier en Bra kenhoff, welke heeren "de omschreven taak op zich nemen. Biji stemming wordt 'het bestuur de som van f 10 toegestaan voor de te maken onkosten bij bestuursvergade ringen. Het voorstel hiertoe was uitgegaan van den penningmeester, die ft niet bil lijk achtte, dat do bizondere onkosten aan bestuursvergaderingen verbonden, als een verhooging der gewone con tributie door de bestuursleden zouden gedragen worden, welke meening, blij kens den uitslag der stemming door Bfc vergadering werd gedeeld. Da heer De Vries herinnert aan I bestaan van een commissie, waarvan hij deel uitmaakt, die zou onderzoekea langs welken weg de vereeniging 'tbest zou kunnen geraken tot het bezit van een eigen hulpbakkerij, waar men bij verbouwing af reparatie aan Ovens in eigen bakkerij zijn intrek zou kunnen nemen. Deze commissie heeft reeds hier en daar rondgekeken, doch moest een gun stige gelegenheid voorbij laten gaan, wijl zij niet wist hoever haar man daat strekte. Spr. zou wenschen, dat een crediet tot een bepaald bedrag werd verstrekt. De wensclielijkheid werd te vens uitgesproken am daar voor gezar menlijke rekening roggebrood te bakken en kolen op te slaan.. De voorzitter zegt, een perceel in eigendom te hebben, üat waarschijn lijk een geschikte gelegenheid biedt. De tweede vergadering na deze zal spr. mededeelen het resultaat van zijn on derzoekingen, in hoeverre dit perceel zal kunnen beantwoorden aan de ei- schen aan een bakkerij te stellen. Men meende echter,dat voor de mees te bakkers de ligging van' dit perceel te veraf zou zijn en besloot ap voorstel vani den heer Japikse de commissie een crediet tot f 1000 toe te staan. Veer tig leden telt ongeveer de vereeniging, indien elk lid f 25 stort, wat elk lid wel voor deze zaak mag overhebben, is de som reeds bijeen. De heer Brakenhoff wilde, dat een leening van f 1000 zou worden uitge schreven, in aandeelen; van f 25, indien elk lid een aandeel nam en vooreerst f 10 stortte, zoodat f 400 dan bijeen zouden zijn, dan zou elke bank, zoo verzekerde spreker, bereid zijn tegen dien waarborg, nog wel f 1000 als voor schot te verstrekken,. De heer- Van Vessem dringt aan op het coöperatief inkoopen van de grond stoffen, die daarvoor in aanmerking ko men, om sterk te staan tegenover de coöperatieve bakkerij-ondernemingen. Het coöperatief inkoopen zal een punt op de volgende agenda vormen. De heer De Vries kan geen reisge- nooten vinden pai Kamerzittingen bij te wonen, wanneer de Bakkerswet be handeld zal worden, ook acht de ver gadering hernieuwde bespreking van en kele leden, met de afgevaardigden naar de tweede Kamer voor Haarlem over bodig. De voorzitter zegt thans allen dank voor hun opkomst, wijst erop, dat het het zoo nuttig kan zijn onderlinge be sprekingen te houden, wat alweer de ze vergadering bewijst, waarvoor zelfs geen agenda was opgesteld, en die toch zoo vruchtbaar is geweest, zegt, dat het hier behandelde zooveel mogelijk als punten als de agenda voor de vol gende vergadering geplaatst zal worden en sluit de vergadering. Oberaminergauer Passions-Spiele. Wij lezen in de Provinciale Noord- brabanter: Gisterenavond werd in het Concert gebouw de eerste voorstelling gegeven van de Original Oberammergauer Pas- sions-Spiiele. Er was maar een héél weinig talrijk publiek. Of dit te wijten is aan de min-gunstige recensies in som mige andere bladen, we Weten het niet, doch wanneer dit zoo is, dan moeten we verkLaren niet goed te begrijpen hoe sommige van die bladen zulke recen cies hebben kunnen geven. Ongetwij feld moet dat hebben gelegen aan de wijize van uitvoering, het koor, de or gelmuziek, die in alle plaatsen ver schilt. Althans wijl en zoo meenden ook verschillende groote bladen dur ven een bezoek aan de Passions-Spie- le gerusf aanbevelen. Zeker, ook wij hebben wel eenige aanmerkingen, zou den de kleuren soms Wat fijner of de afbeelding van sommige projecties iwat grooter hebben gewenscht, doch wn grossen Ganschen, is ons de uitvoe ring beslist niet tegengevallen. De heer Wilhelmj draagt ons op voor treffelijke wijze, geheel méélevend met zijn onderwerp, soms echter wel wat 78) O vide had zijne P hints niet ver aten. Het is onnoodig' en zelfs on doorzichtig daarheen te gaian 'Wlht hij. Mijne tegenwoordigheid, daarvoor geen enkele reden bestaat, z,°u verdacht zijn. De vriend, dien •'k achtervolg, zal weder langs de cern weg .teruggaan..Het zal dus Voldoende zijn hem hier af te wa-ch- tej^ En hij bleef rustig zitten „uitkij ker XXI Het, duurde lang Eerst te half elf ziag, „de Parij- "j'hiaar de wagens, de voerlieden en v werklieden terugkomen Eucien Lahroue was niet bij hen - "Sapristie! Zou hij langs een ^deren kant vertrokken zijn?, dacht O vide, niet Zonder ongerust heid, D.at zou wat moois zijn! Dadelijk vroeg Jiij aan den kof- Hehuiishouder Jk wSLcht iemand, die dezen heerteen in het goederenbuneel is ga- gaan en ik zie hem niet terugko men Bestaat er soms nog een andere uitgang dap deze J,a, mijnheer, boven op de hel ling is eene kleine trap; die in de Bereystraat uitkomt Drommels! ik ben hem kwijt', dacht :0 vide Hij wierp een stuk zilvergeld op de tafel en vloog paar huiten zon dier af te wachten, d,ait men hem geld teruggaf. "Geen oogenblik te verliezen! zeide Soliveau al loopende. Hij zal naar huis zijn gegaan, om zich wat op te knappen voor zijn liefje te bezoeken Ik moet dus daar heen Na vijf minuten snel geloopen te hebben, bemerkte hij een leeg huur rijtuig Hij sprong daarin en zeide -Koetsier, drie francs voor u, maar vlug rijdenwant ik heb groo te haast (Waarheen t Miromesnilstraat 75 Al klaar! Deze uitroep ging vergezeld van een hevigen zweepslag en zij ver trokken snel Marie Harmont gevoelde zich! se dert het oogenblik, waarin haar va der haar beloofd had, dat zij dc vrouw van Imeien Labroue zon wor den, bijna krankzinnig van vreug de 1 JDe toekomst scheen haar rooskleu rig toe Acht en veertig ui-en waren slechts verloopen, sedert zij de aangename tijding had ontvangen en reeds ver dween de onrustbarende bleekheid van haar gelaat en verbleekten de roode vlekken op hare wangen Wh weten, dat haai' vader den geheelen Zondag1 in haar gezelschap doorbracht. Den ganschen Zaterdagavond was zij' alleen geheven -trouwens zij had de boodschap van Paul Har- mant, dat deze niet kvvaui eten ont vangen. Dose onverwachte afwezigheid was voor haar zeer onaangenaam ge weest, daar zij gehoopt had, over Lucien Labroue te kunnen spreken en te weten of haar vader ook iets nieuws omtrent liet ontworpen hu welijk had mede te doelen. Den Zondagmorgen stond zij vroeg op en zoodra zij zich gekleed had, ging zij naar de werkkamer van den grooten industrieel Deze vreesde, dat zijne dochter hem duizenden lastige vragen om trent den jongen man zou doen. die iliern zouden noodzaken opnieuw te gaa.n liegen. Hij was da-n ook besloten, tenein de zich uit dien onaangenamer toe stand te redden om zooveel mogelijk te vermijden, met Marie alleen te zijn. Daarenboven dacht hij na over hetgeen üvide Sölivea.u zou gaan 1 doenen dit nadenken verhoogde zijne zucht naar" eenzaamheid. Toen Jpris Garand de deur zijner kamer zag .opengaan, om het jonge meisje binnen te laten, kon hij eene beweging van ongeduld niet weer- I houden, terwijl hij zijn voorhoofd fronste. Noch de plooien in het voorhoofd, j noch de beweging van ongeduld war ren aan de scherpziende oogen va,n i Marie ontgaan j Zij vroege Hinder ik u, vader? Een weinig, ja,, mijn kind, want ïk hen bezig met groote be rekeningen, die niet afgebroken mo gen worden Zjjt gij gisteren laat tfhuis ge komen? Neen, tegen elf uur Eten mij ner voornaamste klanten heeft, mij ten eten gevraagd, om in dien tijd over zaken te spreken Wat zullen wij vandaag! doen -Ik heb veel werk, dat achter is geraakt Ik zal daarmede het grootste gedeelte van den dag door brengen Zult gij heden, op Zondag, wer ken riep Marie nit - Het moet wel Maar dezen avond Ik ben genoodzaakt dezen avond mij gedurende eenige uren te verwijderen.... - Maar gij zult toch met mij ontbij.ten en eten, niet wa,ar j Ontbijten ja, maag of ik kom eten, dat .is iets, wat nog lang niet zeker is - Dan valt mijn schoone droom in het water. i Wiat hebt- gij gedroomd, lief kind Dia-t gii Lucien Labroue zoudt uitnoodigen hier te bomen eten j Gij ziet wel, .dat zulks onmo gelijk is Maar dan ten minste te ont bijten.. Ik kon dat evenmin vragen, want de heer Labroue zal zeer ze ker nog ;vele'booidschappen te doen hebben, voor hij vertrekt Marie trilde en werd bleek Voor hij vertrekt? herhaalde zij met an.gst.ige stem. Gaat de heer Lahroue .Parijs verlaten Ja Waarom Voor zaken van de fabriek. Waarheen galat hij - Naar Bellegiairde, om het toe zicht te houden op het plaatsen van belangrijke machines,, die ik a'an eene fabriek van den eersten rang lever Hoelang gal zijne, afwezigheid duren? 'Ongeveer drie weken en (lat werk, hetwelk ik hem opgedragen heb, dat bewijs van vertrouwen, heb welk .ik hem geef, j.s eene eerste- j schrede op den weg van het aan staande eompaignonpchap Als het zoo is, zal ik mij daar in schikken mompelde het jonge meisje, wier gelaat som bei: werd. Niettemin Zal ik den geheelen dag, alleen zijn Gij' weet. weL dat dit mij even veel hindert als n, maar zaken zijn zaken en de afwezigheid van Liu cien Labroue zal mij zeer veel werk meer te doen geven Trouwens, ik beloof u eene goede schadeloos stelling binnenkort Daar het jonge meisje, dat we gens het vertrek van Lucien alles behalve opgeruimd gestemd was ver trouwen stelde in hetgeen zij daar even gehoord had, verontrustte zij zich niet Zij zag daarin niets anders dan het bewijs van vertrouwen en ach ting, door haar A-ader aan haar ver doofde te geven Aldus gerustgesteld ging juf frouw Harmant naar hare kamers en bleef daar tot elf uur Toen zij weder naar beneden ging, had zij zich netjes en met onberis- pelijken smaak gekleed (Wiel, lieveling, wat met gij er schoon nit! zeide Paul Harmajnt Vr o olijk :Ik ben van plan mijne vrien dinnen te gaan bezoeken Indien ik niemand thuis vind, wat op Zondag best mogelijk is, ga jk een 'toertje in het bosöh doen Tehuis zou ik mij maal- vervelen.- Ijk pal b* het- pten u.ithilijve»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5