Ha misdaad, vergelding.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Brieven uit het Zwarte
Werelddeel.
Afrikaansche Allodagjes.
I.
Fïj. 5UJETON.
NIEUWE HAARLENSCHE COURANT
Eatosn.
In overeenstemming met de „Haar-
lemsche Alledagjes" over politie, ker-
misenz. kom ik vandaag eens met
Ben paar „Afrikaansche Alledagjes'die
zeker niet minder merkwaardig zijn. Ons
Afrika gaat met groote sprongen voor
buit, doch het gaat er mee als een
meteen paard, dat een-zweepslag krijgt
en vooruitspringt.
Europa ieeft onder een koortsachtige
spanning van rijzende en dalende beurs
berichten, en dwingt den Afrikaansdien
neger om met de tijden mee te gaan.
Europeeselie bedrijvigheid wordt den
neger ongedwongen, en dc neger kan
nog maar niet bggrijpen, waar al dat
berken goed voor is.
Oi hij gelijk heeft? Ja ca neen, maar
voor de praktijk maakt het weinig ver
schil. De neger zit nu eenmaal in hel
schuitje, en mee moet hij of hij wil
d niet. De groolc katoenspinnerijen in
Lancashire hebben katoen noodig, en
Ui alle Engelsche koloniën wordt de
Uanplanting van katoen ter hand ge
nomen.
deel opleveren, en met ccn neger springt
Ook de Oeganda-ncger moet zijn aan-
uien soms heel eigenaardig om. Eerst
werd eanige jaren geleden cene hut-
''elasling van fl. 2.40 ingevoerd, doch
:lel iaatsle jaar werd deze belasting
verhoogd tot i", dwingt dus al
dadelijk den nc c - te werken. Maar
daarenboven werd iederen neger het vo-
Gge jaar aangezegd, 0111 een veld katoen
'e planten van bepaalde groolte, al naar
«ij vrouwen en kinderen heeft.
Resultaat: groote uitvoer van katoen
nit Oeganda, vermeerdering van handel
-U bedrijf in Europa, gunstige versla
gen van den toe rem enden ijver en
werkzaamheid der goede negers, en...
Pieuwe besluiten om den neger nog wat
larder te doen werken!
Want het gaat toch zoo goed En
iedereen is tevreden!
Doch nu-de Afrikaansche kant van
•de kwestie!
„Wat moet ik met a! dat her.... katoen
doen?" zegt dc neger.... ,,!k kan het
•och niet opeten!"' Dat is dc voortdu
rende klacht van den neger, en dat
niet kunnen opeten is voor hem een
een argument, dat heel veel gewicht
in de schaal logt
Van eeuwenoude tijden is dc Afri
kaan met rust gelaten. De vrouwen
•erfden liet noodzakelijke voedsel, ter-
v,ijl de mannen hun primitieve hutten
bouwden en het inlandsche bier brouw
den van de bananen. Wegen kenden
'-ij niet, bruggen evenmin. Werk was
cr dus niet, handel was onbekend. De
boeien en geiten waren er, zooals zc
door God geschapen waren en teelden
va;izelf voort. Iedereen bleef op den
•'euvel, waarop hij geboren was, cn
kwam er niet af, tenzij om tc ro-oven
°f te vechten.
Wat zouden ze dus ooit gaan teelen,
vvat ze niet konden opeten? Een buiten
wereld bestond er voor hen niet. E11
■nidden in dat rustige, zorgetooze be-
s*9«rt komt op eens de blanke man
e:i zet de mannen aan het maken van
V-'cgen, bruggen, spoorlijnen, enz. Ka-
'°en moet worden geplant, en elk wordt
Gedwongen lot arbeid.
De opperhoofden hebben meer macht
Gekregen, wijl zij nu gerugsteund wor-
door den krach ti jen arm der re-
6-ecring. Boeten morfe-' '-pp-mid worden,
2°o de wegen niet i )"dc orde zijn,
of niet genoeg katoen is aangeplant, en
On voor gén verdwijnen de koeien,
Geiten en kippen van de.11 n<jger, die
'beent, dat de zorgetooze, gelukkige tij-
i'en van vroeger nog niet geheel ver
dwenen zijn.
De necér haat al dat kaloenbedrijf
«Is uit den booze, en toont zijn haat
'"aar al te dikwijls. De Basoga, een
Schuw, vreesachtig volk, gehoorzamen,
doch planten zoo weinig katoen als ze
blaar kunnen. De naburige Bakeddi
echter, een woest volk, dat van den
morgen lot den avond slaaft voor hel
dagelijksch brood, verbrandden een
groot gedeelte van hun katoen. O'ok
deze menschen gehoorzamen, als is het
met grooten tegenzin, doch zien zij de
kans schoon, dan verbranden zij de ka
toen, zoodra zij rijp is. Anderen brach
ten een. mand vol naar dc markt, maar
zoodra zij hoorden, dat het maar 50
of 60 cent waard was, vonden zij het
de moeite niet waard, om het geld aan
te nemen cn vernietigden de katoen bui
ten de markt. W-eer anderen brachten
een grooten zak vol naar de markt,
en vroegen er vier gulden voor 0111 hun
hutbetasting Ie voldoen., maar nauwe
lijks vernamen zij, dat het maar drie
gulden waard was, of zij smeten den
gehe-elen zak in het vuur en kookten
er Iumne aardappelen op.
Zoo gaat het met den neger, cn zoo
gaat liet met zijn katoen.
II.
Opening der nieuwe school en Toewij
ding van het II. Vormsel in Boediniê.
Doch ia ten we over iets aangeiiamers
praten, 't Is hier het duistere wereld
deel, maar cr ziju toch heerlijke licht
punten. En de missiën toonen, dat de
neger in het goede met rijn tijd mecwil.
Het jongere geslacht kan cn wil voor
uit, en dat komt het beste uit in onze
missieschool.
Het is hier 's morgens om 10 uur
11a den catechismus bij het aangaan van
d-c schooi even druk en joelig ats op
hei voorplein van een Haarlemschc Jon
gensschool, want op het oogenblik telt
onze school niet minder dan 230 leer
lingen.
Alten zijn vrijwillig gekomen zonder
eenig-en dwang, uit louter begeerte van
te leereii lezen en schrijven, en niets
houdt hen terug om weg te lo-opeti van
de school. Onze zwarte .schoolmeesters
zijn geen gemakkelijke heertjes, die het
over sociale gelijkheid hebben. Zij
zijn voortdurend met hun stok gereed,
om onoplettende leerlingen hardhandig
op te schrikken. Dezen morgen nog
meest ik een jongen in bescherming
nemen, die een bloedenden neus ha-d
opgeloopcn door zijn onoplettendheid.
„Ik wil toch zoo graag ieeren, Sebo,"
snikte de jongen liet uit. En ik ge
loofde hem graag.
't Zijn meest jongens en meisjes van
8 lot 14 jaar oud, doch er zijn er on
geveer 50, die 15 a 20 jaar tellen, en
hier en daar ziet men mannen cn vrou
wen neergehurkt tusschen de kleinen,
die best hun kinderen konden zijn.
Er moest dus noodzakelijk een nieu
we school komen, cn oen flinke is er
gelukkig gekomen ook. Een frisch ho-ofd-
lokaal -van 10 meter lang bij 10 meter
breed, geflankeerd door 4 zij lokalen,
aan teerlingen geen gebrek, en met
moed gaan we de toekomst in. Hier
geen dwang, maar ontwikkeling voor
hoofd en hart, en zoolang de negerjon
gen opgeruimd ter school komt, wan
hoop ik niet aan Afrika's toekomst.
Den 9en September kwam onze Bis
schop het nieuwe gebouw inwijden en
diende levens aan 114 menschen h-ets
H. Vormsel toe, allen docpelingen der
laatste 11 maanden. Heerlijk dat God
het werk zegent. Deze maand zullen 4
huwelijken worden ingezegend, en de
vooruitgang zal durend zijn.
In de leege avonduren zijn we thans
bezig met het maken van nieuwe school
borden. Over een maand zal de school
geheel gereed zijn, en dan hopen we
te beginnen met de nieuwe kerk.
Altijd werk in overvloed, doch ge
lukkig blijft de gezondheid uitstekend.
C. SCHOEMAKER.
Boedinië, September 1910.
Minister Venizelos.
De correspondent van dc „Berliner
Lokal-Anzeiger" geeft een lezens
waardig oordeel over den nieuwen
politieleen toestand in Griekenland,
geschapen door de benoeming van
Venizelos tot minister-president.
De ministerieele crisis zoo zegt
bij waaraan geen einde scheen te
znllen komen, is ten laatste opge
lost. Venizelos, die, na tot lid van de
Nationale Vergadering te zijn geko
zen, bij zijn aankomst te Pireus als
een volksheld begroet werd, is dan
eindelijk minister geworden, ofschoon
deze benoeming een ongunstigen in
vloed kan hebben op de verhouding
van Griekenland tot de buitenland-
sche mogendheden. Wat de binnen-
landselm politiek betreft, de verschil
lende partijen hebben haar houding
tegenover liet nieuwe ministerie nog
niet definitief bepaald, maar het
schijnt ook, dat de partijen van Rhal-
lys en Tbeotokis zich voorloopig hier
mede zullen vereenigen.
Te Athene is men niet bijzonder ge
sticht over do benoeming- van Veni
zelos, welke geheel onverwacht is ge
komen. Men had zich over het al
gemeen eon geheel andere oplossing
van de bestaande crisis voorgesteld.
Dc koning gevoelde niet veel voor
een zaken-ministerie, hoewel uit de
met de partijleiders gevoerde bespre
kingen gebleken was, dat een kabi-
net-Hoesslin eventueel op eon flinke
meerderheid in de Kamer had kun
nen rekenen.
De steun, waarop Venizelos reke
nen kan, schijiit al Roel gering. Op
het oogenblik heeft hij hoogstens een
dertig- personen achter zich, die de
kern kunnen vormen van een toekom
stige ministerieele partij. Het ver
trouwen, dat het volk in hem stelt,
is nog zeer groot, al is de eerste geest
drift heel wat bekoeld. Men verwijt
hem vooral zijn inconsequentie. Her
haalde malen toch had hij beweerd,
onder géén voorwaarde, welke ook,
het ministerschap te zullen aanvaar
den. Daarna trok hij deze verklaring
in zooverre in, dat hij zich wèl daar
toe bereid toonde, indien liet niet an
ders kon, mits de regeering hem een
zekere vrijheid van handelen tegen
over de Kamer toestond. Men zegt,
dat hij zelfs van den Koning onbe
perkte volmacht verlangde, om even
tueel de Nationale Vergadering te
ontbinden, een lichaam, dat toch op
zijn eigen uitdrukkelijk verlangen en
niet op dat van den koning die
deze daad als een dwaasheid bestem
pelde, was bijeengeroepen. De koning
zal hem deze gevaarlijke volmacht --
voorloopig althans zeker niet toe
staan, aangezien de Kamer hare
werkzaamheden nog niet eens begon
nen is.
Wat men algemeen gehoopt en ver
wacht had, dat was, dat Venizelos,
zonder verantwoordelijk minister te
zijn, te midden van de aanstaande
stormen in de Nationale Vergade
ring als een reddende engel den juis-
ten koers zou hebben aangegeven.
Een zaken-kabinet ^Hoesslin wate
met zijn steun ongetwijfeld sterk ge
noeg geweest om tiiet door het eerste
het beste stootje omver te worden
geworpen. Het bewind van Venizelos
dat voorloopig op even zwakke grond
slagen berust als die, waarop dat vmi
Hoesslin zou gesteund hebben, wordt
te Athene door velen als een voort
zetting van de revolutie beschouwd
en de uiting van den koning tegen
over Venizelos, „dat de regeering
zicli thans aan het hoofd van den op
stand wil plaatsen", heeft terecht
groote verbazing gewekt. Men vindt,
dat 't nu wel een beetje te laat is.
Men wil geen revolutie, maar rust.
Venizelos zoo eindigt de corres
pondent van het „Berliner Tagebl."
zijne beschouwing is een laatste
proefneming, een laatste hope van 't
Grieksche volk. Als deze hoop bedro
gen wordt, dan zal er in Griekenland
een chaotische verwarring ontstaan,
waarvan het einde niet te voorzien
is. Het geldt daar thans: er op, of er
onder.
Paganisme en comfort. Een Engel
sche maatschappij heeft patent genomen
op eene nieuwe vinding n.l. om lijkver
brandingsovens in huis te „leveren".
Men zou meenen, dat 't oen „mop" is.
Maar 't is de zuivere waarheid.
In eene circulaire beschrijft de maat
schappij de nieuwe uitvinding in vollen
ernst en wekt tot koopen op.
De machine ziet er uit als een laag
gasfornuis, lang en breed, met een sta
len koffer, waar de kist in geplaatst
kan worden. Een uur voor de verbran
ding moet met de verwarming begonnen
worden. Het verbranden zelf duurt kort.
In enkele seconden is alles afgeloopen.
De maatschappij geeft ook ovens in
huur.
Wanneer de zaken bloeien, zuilen de
prijzen ook verlaagd kunnen worden.
De firma hoopt ook het toestel te kun
nen vervolmaken b.v. door een muziek
doos die tijdens dc operatie zou kun
nen spelen.... Lijkverbranding bij zich
thuis! Het nieuwste op het gebied van
ihet moderne contort,,.
Wie heeft ér nog niet z'ii fijkverbran-
dmgsoventje
Engeland en Perzië. De Engelsche
regeering heeft aan het Perzische gou
vernement een nota gezonden, die van
buitengewonen invloed kan zijn op de
toekomst van Perzië.
In deze nota verklaart zij, dat, wan
neer d-e Perzische regeering niet zorgt,
dat binnen drie maanden de rust in
het Zuiden van Perzië is hersteld, zij
gedwongen zal worden maatregelen te
nemen om zeil de rust te herstellen. Dit
zou geschieden door instelling van een
loeaalbestuur onder bevel van een E11-
g-elsch Indisch officier. De kosten zou
den worden gedekt door ceu extra hef
fing van 10 pCt. op de invoerrechten
van d-e Perzische Golf. Indien het on
mogelijk is daarvoor inlandsche troepen
te gebruiken, dan zuilen Indische troe
pen worden gebruikt. Zulke maatrege
len zullen den Perzen wellicht een eer
sle stap 'tijken tol een vercleeling van
hun tand en ernstige gevolgen kunnen
hebben,
Een losgebroken beer als moorde
naar. Te Ilalle a. S. had in den die
rentuiu oen zeer ernstig ongeluk plaats
Het tienjarig dochtertje van een schil
der, die in den tuin aan het werk was
speelde in de buurt van de beerenkooi,
toen plotseling de bastaard-ijsbeer, een
beest, dat maar drie poolen bezat, uit
de kooi losbrak en zich op het doodelijk
Verschrikte kind stortte.
Hel meisje trachtte nog te vluchten,
maar werd, op een meter of tien van
de kooi, door den beer ingehaald cn
zwaar verwond door de beien van het
wilde dier.
Een oppasser kwam toesnellen, om
het wanhopig gillende kind tc redden.
De beer liet dan ook ziju eerste slacht
offer los en viel den oppasser aan, die
in het olifantenhuis vluchtte, waar 't
ondier hem achterhaalde. Hij en een
andere beambte van den dierentuin wer
den zeer zwaar gewond door de tan
den en "klauwen van den beer.
Gelukkig voor hen kreeg de bloed
dorstige zoolgangcr nu twee geilen in
't! oóg, die in den bllfaiitenslal waren
ondfjrgebracht, en doodde deze dieren.
Van" dat oogenblik konden de twee
mannen gebruik maken, zich buiten het
hok te sleepen. Ten slotte werd de
b-der door een kellner van het dieren-
tuin-relstauranl met een flobcrthuks ge
dood.
Eonhei-J onder de Duitsche Katho
lieken. In een meeting, belegd door den
Katholieken „Volksverend' te Keulen,om
te protesteeren tegen de smaadrede van
Nathan, heeft Mgr. de kardinaal-aarts
bisschop Zondag in een kernachtige re
de aangedrongen op de oenheid tusschen
ait-c Katholieken en hun bisschoppen.
D>e Katholieken zullen, zeide Zijne Emi-
nelntie, hun tegenstanders, die rekenen
op tweespalt in hun midden, teleur
stelden; zij zullen zijn en blijven trouwe
Duitsche Katholieken, wier hart even
warm klopt voor helt vaderland als voor
hun heilig geloof; die geen staat in den
staat willein vormen, doch naast on-
wankelbaar-lrouwe zonen der Kerk,
even trouwe en gelijkgerechtigde Duit
sche Staatsburgers willen zijn:
Een inbraak van belang. Bij den
juwelier Timm„ te Hamburg, ziju bij
inbraak juweelen en gouden voor
wennen tot een bedrag van tweehon
derdduizend mark gestolen. Men ver
denkt een man, die daags tc voren in-
koopen deed en die groote kennis
van juweelenzaken vertoonde. Hij
deed zich als Engclscliman voor en
bleef ongewoon lang in den winkel.
Kort daarna kwam een doofstomme
bedelaar, die met in 't oog loopende
belangstelling de loealiteit opnam.
Alen verdenkt beide mannen, de mis
daad te hebben gepleegd. Opmerke
lijk was het, dat alleen kostbare din
gen werden meegenomen en nage
maakte bleven liggen.
Een kleptomaan. Te Dresden is
een zeer gezien en welgesteld genees
heer, de schoonzoon van een clinicus
met een grooten naam, in hechtenis
genomen, onder beschuldiging, dat
hij in dc koninklijke bibliotheek en in
het Albertinium sedert langen tijd
diefstallen heeft bedreven. Uit tal
van boeken ,die hij geleend had, zijn
teeljeningen, sommige van groote
waarde, met de daarbij behoorende
bladzijden van den tekst gesneden.
Sommige boeken zijn zoo zeldzaam,
dat zij niet te vervangen zijn. Men
denkt misschien met een geval van
ziekelijke verzamelwoede te doen te
hebben.
Een hoedenkwestie. In April ver
oorzaakten, in het Prince of Wales
Theatre te Londen, bij een middag
voorstelling van de „Balkan Prin
cess", twee dames opschudding, door
dat zij reusachtige hoeden droegen,
die toeschouwers achter hen het ge
zicht belemmerden. De dames wei
den uitgenoodigd, hun hoed af te zet
ten, maar zij weigerden. Toen moes
ten zij heengaan. Zij beriepen zich op
den directeur, Frank Curzon. Deze
stelde de dames in liet ongelijk, en zij
gingen heen, maar daagden Uurzou
voor den - olitierechter. Deze stel
de ze echter eveneens 111 het ongelijk.
De pers maakte uitvoerig verslag
van de geschiedenis en haar verma
kelijke bijzonderheden, en voer nog
maals uit tégen die hinderlijke hoe
den. Curzon hield in zijn schouwburg
een tentoonstelling van dameshoe
den, die sierlijk waren en niet zoo
mal groot, dat zij in den schouw
burg niet gedragen konden worden.
Het geval bracht heel wat publiek
in zijn schouwburg.
E11 nu blijkt, dat dit alles afgespro
ken werk was. Een zekere Daim, een
pers-agent voor schouwburgen, d. i.
iemand die voor reclame in de pers
had te zorgen, was voor een maand
door Curzon in dienst genomen. Hij
had liet plan voor de vertooning in
de zaal aan de baud gedaan. Mevr.
Dann en een vriendin zouden met de
groote hoeden verschijnen. Daarvoor,
zei Dann voor den graafschapsrechter
zou hij ƒ1200 krijgen en zijn vrouw
ƒ630. Curzon weigerde iets te geven.
Hij had geen geld beloofd, maar de
lieele vertooning beschouwd als deel
van het werk, waarvoor Dann zijn
salaris trok. Hij had gedacht, dat de
zaak niet voor den politierechter,
maar voor den burgerlijken rechter
zou komen, en dan uitgemaakt wil
len zien of hèt dragen van zulke
dwaze hr schouwburg niet
verboden kon worden.
De rechter vond de kwestie e.n
rechtbank voor reclame gebruikt!
zoo ernstig, dat liij zich zijn uit
spraak eenige dagen'voorbehield.
Ouzo munten en portzegels.
Professor C L. Hake heeft on
langs onze nieuwe kwartjes en dub
beltjes ongunstig becritiseerd
Hij komt in de „Tel' op deze
oordeelvelling .nader terug en zegt:
„Het dunkt mij noodig. in het be
lang van een verdienstelijk kuns
tenaar, nog even hierop terug te
komen, omdat ik niet gaarne zag,
dat de onbewimpelde afkeuring
van het malle munstuk, waarop wij
wederom getrakteerd zijn, in volle
mate op het hoofd van den mode-
leur aan 's Rijks munt kome
De heer (Wienecke, de modeleur,
is toch een tc bekwaam kunstenaar,
dan dat ik kan gelooven, dat hij
ten volle verantwoordelijk is voor
het geleverde werk
Ik wees reeds op het aandeel in
de artistieke ellende, dat aan de
machine, die het ontwerp reprodu
ceert, mag toegeschreven worden
Vervolgens komen er hij mij drie
vragen op, vragen, die gericht zijn
tot de autoriteiten, onder wier he
vel de lieer (Wienecke werkt:
lc. wordt min den kunstenaar, dio
de muntmodellen ontwerpen moeu,
wel de (hocg)noodige vrijheid geg<*-
veu met het oog op gegevens cn om
standigheden, waaronder hij werkt?
2e Krijgt de kunstenaar weJ de
noodige middelen, tijd en gelegen
heid om zijn model goed te mat
en hiernaar den stempel to ver v..-u-
digen
3c. Zijn cr niet personen van hon
geren rang, die allerlei artistieke
gedachten en meeningen hebben,
waarmede de kunstenaar rekening
moet houden en die hem het ont
werpen van een harmonisch geheel
totaal onmogelijk maken
Ziedaar vragen, die bij mij op
kwamen, en zoolang men de zek i*
beid niet heeft, dat vraag 1 en t
bevestigend cn vraag 3 ont-kenneiii
kunnen beantwoord wordeji, ma
men den heer (Wienecke niet gelie 1
en al verantwoordelijk stmieu
voor het potsierlijke uiterlijk va 1
ons nieuwe kwartje, noch voor he.
onmogelijk te kwalificeertn dubb.a
t je
Nog een enkel woord ovi het
gebruik der stempelsnijmac'.ii:,c
Steeds moet ik in het belaag d -
knust (cn dit is niet zoo gering a->
men het meent) er op blijven v.jj.-'u»
dat een stalen muntstempel doo;
den artist stempelsnijder mo-ot ge. ie-
den worden. Alléén dan kan ie
munt voldoen aan de eisehen drr
schoonheid.
Maar nu komt de lastige zaal
van liet harden der (weeke) stem
pels. Dat harden mislukt dikwij
Krom worden (zie de deuken in tiet
oude tientje en in de nieuwe dub
beltjes! en bersten kan zulk een
stempel bij het harden.
Als dan door kunstenaarshand een
nieuwe stempel moet word 11 g me
den, dan wordt dit een dure ge
schiedenis. Dan is het makkelijaer
en goedkooper (o, dat „goctlkoope"
om de machine nog maar eens ecu
nieuwen stempel t-c doen snijd m
Net zoolang tot die stempel het har
den weerstaat.
En dan is men klaar..met een
uit artistiek oogpunt minderwaar
dig product!
Het is dezelfde geschiedenis als
met de postzegels Daar heeft men
bij sommige soorten (koloniën) ook
den artist graveur uitgeschakeld en
naar een opzettelijk graveara: h; igc
teekening een fotografisch clicn
gemaakt Maar dan komt het ge
vaar voor namaak, dat grooler
wordt door deze wijze van werken,
er bij
Summa sumnarum
1. Kies voor het maken van p i
pieren en metalen waa.d.d ag.-;.- dc
go-ede kunstenaars.
Hinder ze zoo min mogeliju
door beperkende, geestverwar. enUa
bemalingen
3. Laat den artisiieken arbeid ui t
ïoor macinnes g s hi eden.
En, dan zult gij goed en r.l
werk krijgen.
Wie al uiet jubileert! De heer
J. A. Hazes, en echtgenoote, wonende
te Purmerend, herdachten Zaterdag het
feit dat ze vijftig (aren op de najaars
kermis aldaar hebben gestaan met hun
palingkraam. De commissie voor do
ringrijderij wilde dit niet onopgemerkt
laten voorbij gaan en daarom had zij
den Zaterdagavond na de ringrijderij
uitgekozen om het reeds hoogbejaarde
echtpaar in hunne kraam te komen
huldigen.
Voorafgegaan door de muziek va:i hel
Stedelijk muziekkorps toog men naar de
oudjes, begeleid door een groote 10:-
niigle belangstellenden. Aan dc kraam re-
komen, die inmiddels met jjuirland.s,
groen, lampions en vetpotjes was ver
sierd en waarin in 't midden op een
groot karton de oorzaak de huldo.
was vermeld, richtte de heer P. Brant-
jes, voorzitter der commissie, een wco d
van hu.de en gelukwensch tot 't echt
paar. Door een der ingezetenen werd
namens de oudjes hartelijk dank ge
zegd voor de hun bewezen hulde.
85)
Het lijden van Marie veroorzaakte
T'in cene diepe verbittering.
Misschien heeft zij gelijk zei-
hijhaar hart licht haar wer-
f®Hjk voor Ik begin ook te ge
loven. dat de dankbaarheid alleen
■'r'toien die woorden ingaf. (Welnu,
1 wil, dat die dankbaarheid in lief-
',e verandere en daartoe is noodig,
vat het beletsel verdwijneDie
hJicie is het beletselZij zal ver-
Idetterd worden Het geluk mjj-
ei" dochter voor alles
Hi den loop van dendag ant-
.'■'Oordde de groote industrieel La-
/Jroue en na liet drie vierde gedeelte
'an. zijn brief aan de zaken gewijd
hebben, eindigde hij dien met d'e
'rfgende woorden
„Twijfel cr niet aan, mijn waarde
^edewerker, dat mijne dochter zeer
^i'troffen was door de weinige re-
die gij mij voor haar gezonden
.ebt en die ik mij gehaast iveb, haar
j. -laten lezen Zij gelooft echter,
slechts aan uwe dankbaarheid
v b'oeten toeschrijven Zooals gdj
j, p'L is mijne arme Marie ziek....
ziek.... Om het kwaad te pver-
winnen, om haar levenskracht te ge
ven, heeft zij warmte noodig. de
vreugde van gedeelde liefde.... Daar
in licht alleen heil voor haar
Zal degene, van wien dit heil af
hangt, haar laten sterven
De millionnair sloot den brief,
terwijl hij in zichzelf zeide, dat de
weinige regels, die door hem aan het
einde gesciixeven waren, veel in
vloed op Lucien zouden uitoefenen
en hem tot hetere gedachten zouden
brengen.
(Wij, die beter dan hij het hart
van den jongen man kennen, kuïinen
zeggen, dat hij zich bedroog.
NXXI.
(Wij hebben Ovido Soliveau,
dien Amanda kende onder den denk-
beeldigen naam van Arnold de Iteiss,
welken hij opgegeven had, aan
het jonge meisje ho-oren zeggen, dat
hij voor belangrijke zaken na,ar Fon-
tainebleau moest.
Den volgenden morgen verliet hij
tégen negen uur zijn huis, gekleed
I als een welgesteld burger, zonder
de minste weelde en met een bril
j voor de oogen, waarvan de glazen
een weinig blauw gekleurd waren,
en die- zijn gelaat geheel verander
den
Hij ging naar hét station van d-e
Saint-Lazarusstraat, en nam een
plaatskaartje voor Bois-Coiombes-
Daar steeg hij uit en daar hij zich
den weg, dien de naaister van juf
frouw Augustine hem den vorigen
dag had aangeduid, herinnerde, nam
hij de straat, die regelrecht na,ar de
spoorbaan van Versailles voert,
Hij stak de rails over
Langs den spoorweg bevond zich
rechts een voetpad.
Ovide sloeg rechtsaf, en ging dien
weg, die nauwelijks tw-ee meters
breed was op
Aan den eenen kant stond een
doornhaag", waarachter de afraste
ring, van de spoorbaan jvas aange
bracht,
Aan den anderen kant waren niets
dan tuinmuren van kleine huiten-
plaatsen, waarvan de huizen voor
bet grootste gedeelte tamelijk ver
van de spoorbaan stonden
Ovide legde ongeveer tweehonderd
meter tusschen d-e bovengenoemde
afsluitingen af en kwam toen, juist
bij een anderen overgang, op eene
plaats, waar 'de tuinmuren plot
seling ophielden
Linies van hem, zag hij eene uitge
strekte vlakte, waarop hier en daar
bosöhjes voorkwamen
Alzoo had liij rechts de doornhaag
en aan den linkerkant bebouwde vel
den. die in bloei stonden
Voor zich zag ,hij zoover het ge
zicht reikte, een met groote hoornen
beplanten weg i I
pvide liep zeer langzaam verder,
terwijl hij nauwkeurig alles rondom
zich onderzocht.-.1 1
Hij was nog ongeveer vijfhonderd
meters van den straatweg, waaraan
een aantal huizen stonden, die ver
scholen waren in het groen, hetwelk
door de vroolijke zonnestralen ge
koesterd werd.
Halverwege, aan den linkerkant,
zag hij eene groep .van een dertig
tal populieren, die te midden van
dwergeiken en onkruid stonden
Toen Ovide bij dit boschje geko
men was, bleef hij staan
Aan de zijde bevond zich een voet
pad, dat naar de vlakte voerde.
Ovide ging het voetpad op, liep
om het boschje, kwam daarna weder
op zijn uitgangspunt, terug en liep
toen verder tot aan de glooiing van
den verhoogden straatweg, waiarop
hij kwam, door eene trap van vast
geklampte aarde op te gaan.
De Parijzen aar bevond zich, na
dat hij de trap .beklommen had en
een weinig verder een kleine helling
was opgegaan, dicht hij cene brug
over den spoorweg.
Even verder dan die brug stond
een herberg
Die zal zijn hok wel tegen het
vallen van den nacht sluiten, dacht
de medeplichtige van Paul Harmant
Hij ging, zonder zich verder op te
houden, de brug over en liep naar
Colombes, waar hij regelrecht na,ar
het station stapte en den eersten
trein nam, die hem paar Parijs te
rug voerde. i
Al wat wij hierboven gezégd heb
ben, was op Donderdag voorge
vallen,
Den volgenden dag verliet Lucie
ongeveer te half twee, met een groot,
maar licht pak in de hand, haar huis,
nam een huurrijtuig en liet zich
naar het station Saint-Lazare bren
gen.
;Te kwart voor twee nam zij den
trein, die haar in korten tijd naar
Bois-Colombes bracht
Getrouw aan de belofte, die liet
jonge meisje aan Amanda voor juf
frouw Augustine had gegeven, ging
zij naar Colombes om de haljapon
voor mevrouw Garenne, die den
volgenden dag de oogen der gen00-
digden van de profeet moest ver
blinden, aan te passen
De onvermijdelijke voorzorgen,
die zij nemen moest om het klee-
dingstuk niet tc kreuken, waren
oorzaak, dat zij niet vlug kon loo-
pen
Zij volgde den weg, dien wij Ovi
de den volgenden dag hebben zien
nemen, stak den spoorweg naar Ver-
sailes over en betrad het smalle
voetpad, dat wij kennen.
Het zonnetje schitterde helder
aan den wolkloozen hemel; Lucie
was niet bevreesd, hoewel de weg
zeer eenzaam was.
Toen zij op de plaats gekomen
was, waar de tuinmuren eindigden,
zag zij de boeren, den grond be
werken.
Bij liet boschje, dat den vorigen
dag zoo nauwkeurig door Ovide on
derzocht was, maakte Lucie e.n i*>
weging van verwondering» terwijl zy
een half onderdrukten kreet uitte
Op het gras lag, *au dc-n voel
der populieren, lang Uitgestrekt, een
man, dio de handen onder dc iviti
gekruisd had. om het hoofd op te
houden en die sliep of scheen te
slapen
Die man scheen niet te ontwa
ken
Lucie ging hem voorbij, terwijl
zij zacht zeide:
(Wat ben ik tocli dom! Ik ben
bang voor een armen man, die uit
rust
Nauwelijks was zij twintig pas
sen verder, of de slaper opende de
oogen, volgde gedurende een oogen
blik liet jonge meisje met een be
dekten blik, deed dc oogleden daar
na weder dicht cn srlieen vaster
dan j;(öit te slapen
liet sloeg juist drie uur. toen een
kamermeisje de verloofde van Lu
cien Labroue bij dc vrouw van den
burgemeester bracht
Deze wa.s *een groote en sterke
vrouw, die in het geheel niet schoon
was, maar die zich met hart en
ziel aan de genoegens der behaag
zucht overgaf cn dacht, dat zij een
buitengewoon sierlijken lichaams
bouw had,
Wordt vervolg l)