Ha misdaad, vergelding. BUITENLAND. BINNENLAND. Brieven uit het Zwarte Werelddeel. Afrikaansche Allodagjes. I. Fïj. 5UJETON. NIEUWE HAARLENSCHE COURANT Eatosn. In overeenstemming met de „Haar- lemsche Alledagjes" over politie, ker- misenz. kom ik vandaag eens met Ben paar „Afrikaansche Alledagjes'die zeker niet minder merkwaardig zijn. Ons Afrika gaat met groote sprongen voor buit, doch het gaat er mee als een meteen paard, dat een-zweepslag krijgt en vooruitspringt. Europa ieeft onder een koortsachtige spanning van rijzende en dalende beurs berichten, en dwingt den Afrikaansdien neger om met de tijden mee te gaan. Europeeselie bedrijvigheid wordt den neger ongedwongen, en dc neger kan nog maar niet bggrijpen, waar al dat berken goed voor is. Oi hij gelijk heeft? Ja ca neen, maar voor de praktijk maakt het weinig ver schil. De neger zit nu eenmaal in hel schuitje, en mee moet hij of hij wil d niet. De groolc katoenspinnerijen in Lancashire hebben katoen noodig, en Ui alle Engelsche koloniën wordt de Uanplanting van katoen ter hand ge nomen. deel opleveren, en met ccn neger springt Ook de Oeganda-ncger moet zijn aan- uien soms heel eigenaardig om. Eerst werd eanige jaren geleden cene hut- ''elasling van fl. 2.40 ingevoerd, doch :lel iaatsle jaar werd deze belasting verhoogd tot i", dwingt dus al dadelijk den nc c - te werken. Maar daarenboven werd iederen neger het vo- Gge jaar aangezegd, 0111 een veld katoen 'e planten van bepaalde groolte, al naar «ij vrouwen en kinderen heeft. Resultaat: groote uitvoer van katoen nit Oeganda, vermeerdering van handel -U bedrijf in Europa, gunstige versla gen van den toe rem enden ijver en werkzaamheid der goede negers, en... Pieuwe besluiten om den neger nog wat larder te doen werken! Want het gaat toch zoo goed En iedereen is tevreden! Doch nu-de Afrikaansche kant van •de kwestie! „Wat moet ik met a! dat her.... katoen doen?" zegt dc neger.... ,,!k kan het •och niet opeten!"' Dat is dc voortdu rende klacht van den neger, en dat niet kunnen opeten is voor hem een een argument, dat heel veel gewicht in de schaal logt Van eeuwenoude tijden is dc Afri kaan met rust gelaten. De vrouwen •erfden liet noodzakelijke voedsel, ter- v,ijl de mannen hun primitieve hutten bouwden en het inlandsche bier brouw den van de bananen. Wegen kenden '-ij niet, bruggen evenmin. Werk was cr dus niet, handel was onbekend. De boeien en geiten waren er, zooals zc door God geschapen waren en teelden va;izelf voort. Iedereen bleef op den •'euvel, waarop hij geboren was, cn kwam er niet af, tenzij om tc ro-oven °f te vechten. Wat zouden ze dus ooit gaan teelen, vvat ze niet konden opeten? Een buiten wereld bestond er voor hen niet. E11 ■nidden in dat rustige, zorgetooze be- s*9«rt komt op eens de blanke man e:i zet de mannen aan het maken van V-'cgen, bruggen, spoorlijnen, enz. Ka- '°en moet worden geplant, en elk wordt Gedwongen lot arbeid. De opperhoofden hebben meer macht Gekregen, wijl zij nu gerugsteund wor- door den krach ti jen arm der re- 6-ecring. Boeten morfe-' '-pp-mid worden, 2°o de wegen niet i )"dc orde zijn, of niet genoeg katoen is aangeplant, en On voor gén verdwijnen de koeien, Geiten en kippen van de.11 n<jger, die 'beent, dat de zorgetooze, gelukkige tij- i'en van vroeger nog niet geheel ver dwenen zijn. De necér haat al dat kaloenbedrijf «Is uit den booze, en toont zijn haat '"aar al te dikwijls. De Basoga, een Schuw, vreesachtig volk, gehoorzamen, doch planten zoo weinig katoen als ze blaar kunnen. De naburige Bakeddi echter, een woest volk, dat van den morgen lot den avond slaaft voor hel dagelijksch brood, verbrandden een groot gedeelte van hun katoen. O'ok deze menschen gehoorzamen, als is het met grooten tegenzin, doch zien zij de kans schoon, dan verbranden zij de ka toen, zoodra zij rijp is. Anderen brach ten een. mand vol naar dc markt, maar zoodra zij hoorden, dat het maar 50 of 60 cent waard was, vonden zij het de moeite niet waard, om het geld aan te nemen cn vernietigden de katoen bui ten de markt. W-eer anderen brachten een grooten zak vol naar de markt, en vroegen er vier gulden voor 0111 hun hutbetasting Ie voldoen., maar nauwe lijks vernamen zij, dat het maar drie gulden waard was, of zij smeten den gehe-elen zak in het vuur en kookten er Iumne aardappelen op. Zoo gaat het met den neger, cn zoo gaat liet met zijn katoen. II. Opening der nieuwe school en Toewij ding van het II. Vormsel in Boediniê. Doch ia ten we over iets aangeiiamers praten, 't Is hier het duistere wereld deel, maar cr ziju toch heerlijke licht punten. En de missiën toonen, dat de neger in het goede met rijn tijd mecwil. Het jongere geslacht kan cn wil voor uit, en dat komt het beste uit in onze missieschool. Het is hier 's morgens om 10 uur 11a den catechismus bij het aangaan van d-c schooi even druk en joelig ats op hei voorplein van een Haarlemschc Jon gensschool, want op het oogenblik telt onze school niet minder dan 230 leer lingen. Alten zijn vrijwillig gekomen zonder eenig-en dwang, uit louter begeerte van te leereii lezen en schrijven, en niets houdt hen terug om weg te lo-opeti van de school. Onze zwarte .schoolmeesters zijn geen gemakkelijke heertjes, die het over sociale gelijkheid hebben. Zij zijn voortdurend met hun stok gereed, om onoplettende leerlingen hardhandig op te schrikken. Dezen morgen nog meest ik een jongen in bescherming nemen, die een bloedenden neus ha-d opgeloopcn door zijn onoplettendheid. „Ik wil toch zoo graag ieeren, Sebo," snikte de jongen liet uit. En ik ge loofde hem graag. 't Zijn meest jongens en meisjes van 8 lot 14 jaar oud, doch er zijn er on geveer 50, die 15 a 20 jaar tellen, en hier en daar ziet men mannen cn vrou wen neergehurkt tusschen de kleinen, die best hun kinderen konden zijn. Er moest dus noodzakelijk een nieu we school komen, cn oen flinke is er gelukkig gekomen ook. Een frisch ho-ofd- lokaal -van 10 meter lang bij 10 meter breed, geflankeerd door 4 zij lokalen, aan teerlingen geen gebrek, en met moed gaan we de toekomst in. Hier geen dwang, maar ontwikkeling voor hoofd en hart, en zoolang de negerjon gen opgeruimd ter school komt, wan hoop ik niet aan Afrika's toekomst. Den 9en September kwam onze Bis schop het nieuwe gebouw inwijden en diende levens aan 114 menschen h-ets H. Vormsel toe, allen docpelingen der laatste 11 maanden. Heerlijk dat God het werk zegent. Deze maand zullen 4 huwelijken worden ingezegend, en de vooruitgang zal durend zijn. In de leege avonduren zijn we thans bezig met het maken van nieuwe school borden. Over een maand zal de school geheel gereed zijn, en dan hopen we te beginnen met de nieuwe kerk. Altijd werk in overvloed, doch ge lukkig blijft de gezondheid uitstekend. C. SCHOEMAKER. Boedinië, September 1910. Minister Venizelos. De correspondent van dc „Berliner Lokal-Anzeiger" geeft een lezens waardig oordeel over den nieuwen politieleen toestand in Griekenland, geschapen door de benoeming van Venizelos tot minister-president. De ministerieele crisis zoo zegt bij waaraan geen einde scheen te znllen komen, is ten laatste opge lost. Venizelos, die, na tot lid van de Nationale Vergadering te zijn geko zen, bij zijn aankomst te Pireus als een volksheld begroet werd, is dan eindelijk minister geworden, ofschoon deze benoeming een ongunstigen in vloed kan hebben op de verhouding van Griekenland tot de buitenland- sche mogendheden. Wat de binnen- landselm politiek betreft, de verschil lende partijen hebben haar houding tegenover liet nieuwe ministerie nog niet definitief bepaald, maar het schijnt ook, dat de partijen van Rhal- lys en Tbeotokis zich voorloopig hier mede zullen vereenigen. Te Athene is men niet bijzonder ge sticht over do benoeming- van Veni zelos, welke geheel onverwacht is ge komen. Men had zich over het al gemeen eon geheel andere oplossing van de bestaande crisis voorgesteld. Dc koning gevoelde niet veel voor een zaken-ministerie, hoewel uit de met de partijleiders gevoerde bespre kingen gebleken was, dat een kabi- net-Hoesslin eventueel op eon flinke meerderheid in de Kamer had kun nen rekenen. De steun, waarop Venizelos reke nen kan, schijiit al Roel gering. Op het oogenblik heeft hij hoogstens een dertig- personen achter zich, die de kern kunnen vormen van een toekom stige ministerieele partij. Het ver trouwen, dat het volk in hem stelt, is nog zeer groot, al is de eerste geest drift heel wat bekoeld. Men verwijt hem vooral zijn inconsequentie. Her haalde malen toch had hij beweerd, onder géén voorwaarde, welke ook, het ministerschap te zullen aanvaar den. Daarna trok hij deze verklaring in zooverre in, dat hij zich wèl daar toe bereid toonde, indien liet niet an ders kon, mits de regeering hem een zekere vrijheid van handelen tegen over de Kamer toestond. Men zegt, dat hij zelfs van den Koning onbe perkte volmacht verlangde, om even tueel de Nationale Vergadering te ontbinden, een lichaam, dat toch op zijn eigen uitdrukkelijk verlangen en niet op dat van den koning die deze daad als een dwaasheid bestem pelde, was bijeengeroepen. De koning zal hem deze gevaarlijke volmacht -- voorloopig althans zeker niet toe staan, aangezien de Kamer hare werkzaamheden nog niet eens begon nen is. Wat men algemeen gehoopt en ver wacht had, dat was, dat Venizelos, zonder verantwoordelijk minister te zijn, te midden van de aanstaande stormen in de Nationale Vergade ring als een reddende engel den juis- ten koers zou hebben aangegeven. Een zaken-kabinet ^Hoesslin wate met zijn steun ongetwijfeld sterk ge noeg geweest om tiiet door het eerste het beste stootje omver te worden geworpen. Het bewind van Venizelos dat voorloopig op even zwakke grond slagen berust als die, waarop dat vmi Hoesslin zou gesteund hebben, wordt te Athene door velen als een voort zetting van de revolutie beschouwd en de uiting van den koning tegen over Venizelos, „dat de regeering zicli thans aan het hoofd van den op stand wil plaatsen", heeft terecht groote verbazing gewekt. Men vindt, dat 't nu wel een beetje te laat is. Men wil geen revolutie, maar rust. Venizelos zoo eindigt de corres pondent van het „Berliner Tagebl." zijne beschouwing is een laatste proefneming, een laatste hope van 't Grieksche volk. Als deze hoop bedro gen wordt, dan zal er in Griekenland een chaotische verwarring ontstaan, waarvan het einde niet te voorzien is. Het geldt daar thans: er op, of er onder. Paganisme en comfort. Een Engel sche maatschappij heeft patent genomen op eene nieuwe vinding n.l. om lijkver brandingsovens in huis te „leveren". Men zou meenen, dat 't oen „mop" is. Maar 't is de zuivere waarheid. In eene circulaire beschrijft de maat schappij de nieuwe uitvinding in vollen ernst en wekt tot koopen op. De machine ziet er uit als een laag gasfornuis, lang en breed, met een sta len koffer, waar de kist in geplaatst kan worden. Een uur voor de verbran ding moet met de verwarming begonnen worden. Het verbranden zelf duurt kort. In enkele seconden is alles afgeloopen. De maatschappij geeft ook ovens in huur. Wanneer de zaken bloeien, zuilen de prijzen ook verlaagd kunnen worden. De firma hoopt ook het toestel te kun nen vervolmaken b.v. door een muziek doos die tijdens dc operatie zou kun nen spelen.... Lijkverbranding bij zich thuis! Het nieuwste op het gebied van ihet moderne contort,,. Wie heeft ér nog niet z'ii fijkverbran- dmgsoventje Engeland en Perzië. De Engelsche regeering heeft aan het Perzische gou vernement een nota gezonden, die van buitengewonen invloed kan zijn op de toekomst van Perzië. In deze nota verklaart zij, dat, wan neer d-e Perzische regeering niet zorgt, dat binnen drie maanden de rust in het Zuiden van Perzië is hersteld, zij gedwongen zal worden maatregelen te nemen om zeil de rust te herstellen. Dit zou geschieden door instelling van een loeaalbestuur onder bevel van een E11- g-elsch Indisch officier. De kosten zou den worden gedekt door ceu extra hef fing van 10 pCt. op de invoerrechten van d-e Perzische Golf. Indien het on mogelijk is daarvoor inlandsche troepen te gebruiken, dan zuilen Indische troe pen worden gebruikt. Zulke maatrege len zullen den Perzen wellicht een eer sle stap 'tijken tol een vercleeling van hun tand en ernstige gevolgen kunnen hebben, Een losgebroken beer als moorde naar. Te Ilalle a. S. had in den die rentuiu oen zeer ernstig ongeluk plaats Het tienjarig dochtertje van een schil der, die in den tuin aan het werk was speelde in de buurt van de beerenkooi, toen plotseling de bastaard-ijsbeer, een beest, dat maar drie poolen bezat, uit de kooi losbrak en zich op het doodelijk Verschrikte kind stortte. Hel meisje trachtte nog te vluchten, maar werd, op een meter of tien van de kooi, door den beer ingehaald cn zwaar verwond door de beien van het wilde dier. Een oppasser kwam toesnellen, om het wanhopig gillende kind tc redden. De beer liet dan ook ziju eerste slacht offer los en viel den oppasser aan, die in het olifantenhuis vluchtte, waar 't ondier hem achterhaalde. Hij en een andere beambte van den dierentuin wer den zeer zwaar gewond door de tan den en "klauwen van den beer. Gelukkig voor hen kreeg de bloed dorstige zoolgangcr nu twee geilen in 't! oóg, die in den bllfaiitenslal waren ondfjrgebracht, en doodde deze dieren. Van" dat oogenblik konden de twee mannen gebruik maken, zich buiten het hok te sleepen. Ten slotte werd de b-der door een kellner van het dieren- tuin-relstauranl met een flobcrthuks ge dood. Eonhei-J onder de Duitsche Katho lieken. In een meeting, belegd door den Katholieken „Volksverend' te Keulen,om te protesteeren tegen de smaadrede van Nathan, heeft Mgr. de kardinaal-aarts bisschop Zondag in een kernachtige re de aangedrongen op de oenheid tusschen ait-c Katholieken en hun bisschoppen. D>e Katholieken zullen, zeide Zijne Emi- nelntie, hun tegenstanders, die rekenen op tweespalt in hun midden, teleur stelden; zij zullen zijn en blijven trouwe Duitsche Katholieken, wier hart even warm klopt voor helt vaderland als voor hun heilig geloof; die geen staat in den staat willein vormen, doch naast on- wankelbaar-lrouwe zonen der Kerk, even trouwe en gelijkgerechtigde Duit sche Staatsburgers willen zijn: Een inbraak van belang. Bij den juwelier Timm„ te Hamburg, ziju bij inbraak juweelen en gouden voor wennen tot een bedrag van tweehon derdduizend mark gestolen. Men ver denkt een man, die daags tc voren in- koopen deed en die groote kennis van juweelenzaken vertoonde. Hij deed zich als Engclscliman voor en bleef ongewoon lang in den winkel. Kort daarna kwam een doofstomme bedelaar, die met in 't oog loopende belangstelling de loealiteit opnam. Alen verdenkt beide mannen, de mis daad te hebben gepleegd. Opmerke lijk was het, dat alleen kostbare din gen werden meegenomen en nage maakte bleven liggen. Een kleptomaan. Te Dresden is een zeer gezien en welgesteld genees heer, de schoonzoon van een clinicus met een grooten naam, in hechtenis genomen, onder beschuldiging, dat hij in dc koninklijke bibliotheek en in het Albertinium sedert langen tijd diefstallen heeft bedreven. Uit tal van boeken ,die hij geleend had, zijn teeljeningen, sommige van groote waarde, met de daarbij behoorende bladzijden van den tekst gesneden. Sommige boeken zijn zoo zeldzaam, dat zij niet te vervangen zijn. Men denkt misschien met een geval van ziekelijke verzamelwoede te doen te hebben. Een hoedenkwestie. In April ver oorzaakten, in het Prince of Wales Theatre te Londen, bij een middag voorstelling van de „Balkan Prin cess", twee dames opschudding, door dat zij reusachtige hoeden droegen, die toeschouwers achter hen het ge zicht belemmerden. De dames wei den uitgenoodigd, hun hoed af te zet ten, maar zij weigerden. Toen moes ten zij heengaan. Zij beriepen zich op den directeur, Frank Curzon. Deze stelde de dames in liet ongelijk, en zij gingen heen, maar daagden Uurzou voor den - olitierechter. Deze stel de ze echter eveneens 111 het ongelijk. De pers maakte uitvoerig verslag van de geschiedenis en haar verma kelijke bijzonderheden, en voer nog maals uit tégen die hinderlijke hoe den. Curzon hield in zijn schouwburg een tentoonstelling van dameshoe den, die sierlijk waren en niet zoo mal groot, dat zij in den schouw burg niet gedragen konden worden. Het geval bracht heel wat publiek in zijn schouwburg. E11 nu blijkt, dat dit alles afgespro ken werk was. Een zekere Daim, een pers-agent voor schouwburgen, d. i. iemand die voor reclame in de pers had te zorgen, was voor een maand door Curzon in dienst genomen. Hij had liet plan voor de vertooning in de zaal aan de baud gedaan. Mevr. Dann en een vriendin zouden met de groote hoeden verschijnen. Daarvoor, zei Dann voor den graafschapsrechter zou hij ƒ1200 krijgen en zijn vrouw ƒ630. Curzon weigerde iets te geven. Hij had geen geld beloofd, maar de lieele vertooning beschouwd als deel van het werk, waarvoor Dann zijn salaris trok. Hij had gedacht, dat de zaak niet voor den politierechter, maar voor den burgerlijken rechter zou komen, en dan uitgemaakt wil len zien of hèt dragen van zulke dwaze hr schouwburg niet verboden kon worden. De rechter vond de kwestie e.n rechtbank voor reclame gebruikt! zoo ernstig, dat liij zich zijn uit spraak eenige dagen'voorbehield. Ouzo munten en portzegels. Professor C L. Hake heeft on langs onze nieuwe kwartjes en dub beltjes ongunstig becritiseerd Hij komt in de „Tel' op deze oordeelvelling .nader terug en zegt: „Het dunkt mij noodig. in het be lang van een verdienstelijk kuns tenaar, nog even hierop terug te komen, omdat ik niet gaarne zag, dat de onbewimpelde afkeuring van het malle munstuk, waarop wij wederom getrakteerd zijn, in volle mate op het hoofd van den mode- leur aan 's Rijks munt kome De heer (Wienecke, de modeleur, is toch een tc bekwaam kunstenaar, dan dat ik kan gelooven, dat hij ten volle verantwoordelijk is voor het geleverde werk Ik wees reeds op het aandeel in de artistieke ellende, dat aan de machine, die het ontwerp reprodu ceert, mag toegeschreven worden Vervolgens komen er hij mij drie vragen op, vragen, die gericht zijn tot de autoriteiten, onder wier he vel de lieer (Wienecke werkt: lc. wordt min den kunstenaar, dio de muntmodellen ontwerpen moeu, wel de (hocg)noodige vrijheid geg<*- veu met het oog op gegevens cn om standigheden, waaronder hij werkt? 2e Krijgt de kunstenaar weJ de noodige middelen, tijd en gelegen heid om zijn model goed te mat en hiernaar den stempel to ver v..-u- digen 3c. Zijn cr niet personen van hon geren rang, die allerlei artistieke gedachten en meeningen hebben, waarmede de kunstenaar rekening moet houden en die hem het ont werpen van een harmonisch geheel totaal onmogelijk maken Ziedaar vragen, die bij mij op kwamen, en zoolang men de zek i* beid niet heeft, dat vraag 1 en t bevestigend cn vraag 3 ont-kenneiii kunnen beantwoord wordeji, ma men den heer (Wienecke niet gelie 1 en al verantwoordelijk stmieu voor het potsierlijke uiterlijk va 1 ons nieuwe kwartje, noch voor he. onmogelijk te kwalificeertn dubb.a t je Nog een enkel woord ovi het gebruik der stempelsnijmac'.ii:,c Steeds moet ik in het belaag d - knust (cn dit is niet zoo gering a-> men het meent) er op blijven v.jj.-'u» dat een stalen muntstempel doo; den artist stempelsnijder mo-ot ge. ie- den worden. Alléén dan kan ie munt voldoen aan de eisehen drr schoonheid. Maar nu komt de lastige zaal van liet harden der (weeke) stem pels. Dat harden mislukt dikwij Krom worden (zie de deuken in tiet oude tientje en in de nieuwe dub beltjes! en bersten kan zulk een stempel bij het harden. Als dan door kunstenaarshand een nieuwe stempel moet word 11 g me den, dan wordt dit een dure ge schiedenis. Dan is het makkelijaer en goedkooper (o, dat „goctlkoope" om de machine nog maar eens ecu nieuwen stempel t-c doen snijd m Net zoolang tot die stempel het har den weerstaat. En dan is men klaar..met een uit artistiek oogpunt minderwaar dig product! Het is dezelfde geschiedenis als met de postzegels Daar heeft men bij sommige soorten (koloniën) ook den artist graveur uitgeschakeld en naar een opzettelijk graveara: h; igc teekening een fotografisch clicn gemaakt Maar dan komt het ge vaar voor namaak, dat grooler wordt door deze wijze van werken, er bij Summa sumnarum 1. Kies voor het maken van p i pieren en metalen waa.d.d ag.-;.- dc go-ede kunstenaars. Hinder ze zoo min mogeliju door beperkende, geestverwar. enUa bemalingen 3. Laat den artisiieken arbeid ui t ïoor macinnes g s hi eden. En, dan zult gij goed en r.l werk krijgen. Wie al uiet jubileert! De heer J. A. Hazes, en echtgenoote, wonende te Purmerend, herdachten Zaterdag het feit dat ze vijftig (aren op de najaars kermis aldaar hebben gestaan met hun palingkraam. De commissie voor do ringrijderij wilde dit niet onopgemerkt laten voorbij gaan en daarom had zij den Zaterdagavond na de ringrijderij uitgekozen om het reeds hoogbejaarde echtpaar in hunne kraam te komen huldigen. Voorafgegaan door de muziek va:i hel Stedelijk muziekkorps toog men naar de oudjes, begeleid door een groote 10:- niigle belangstellenden. Aan dc kraam re- komen, die inmiddels met jjuirland.s, groen, lampions en vetpotjes was ver sierd en waarin in 't midden op een groot karton de oorzaak de huldo. was vermeld, richtte de heer P. Brant- jes, voorzitter der commissie, een wco d van hu.de en gelukwensch tot 't echt paar. Door een der ingezetenen werd namens de oudjes hartelijk dank ge zegd voor de hun bewezen hulde. 85) Het lijden van Marie veroorzaakte T'in cene diepe verbittering. Misschien heeft zij gelijk zei- hijhaar hart licht haar wer- f®Hjk voor Ik begin ook te ge loven. dat de dankbaarheid alleen ■'r'toien die woorden ingaf. (Welnu, 1 wil, dat die dankbaarheid in lief- ',e verandere en daartoe is noodig, vat het beletsel verdwijneDie hJicie is het beletselZij zal ver- Idetterd worden Het geluk mjj- ei" dochter voor alles Hi den loop van dendag ant- .'■'Oordde de groote industrieel La- /Jroue en na liet drie vierde gedeelte 'an. zijn brief aan de zaken gewijd hebben, eindigde hij dien met d'e 'rfgende woorden „Twijfel cr niet aan, mijn waarde ^edewerker, dat mijne dochter zeer ^i'troffen was door de weinige re- die gij mij voor haar gezonden .ebt en die ik mij gehaast iveb, haar j. -laten lezen Zij gelooft echter, slechts aan uwe dankbaarheid v b'oeten toeschrijven Zooals gdj j, p'L is mijne arme Marie ziek.... ziek.... Om het kwaad te pver- winnen, om haar levenskracht te ge ven, heeft zij warmte noodig. de vreugde van gedeelde liefde.... Daar in licht alleen heil voor haar Zal degene, van wien dit heil af hangt, haar laten sterven De millionnair sloot den brief, terwijl hij in zichzelf zeide, dat de weinige regels, die door hem aan het einde gesciixeven waren, veel in vloed op Lucien zouden uitoefenen en hem tot hetere gedachten zouden brengen. (Wij, die beter dan hij het hart van den jongen man kennen, kuïinen zeggen, dat hij zich bedroog. NXXI. (Wij hebben Ovido Soliveau, dien Amanda kende onder den denk- beeldigen naam van Arnold de Iteiss, welken hij opgegeven had, aan het jonge meisje ho-oren zeggen, dat hij voor belangrijke zaken na,ar Fon- tainebleau moest. Den volgenden morgen verliet hij tégen negen uur zijn huis, gekleed I als een welgesteld burger, zonder de minste weelde en met een bril j voor de oogen, waarvan de glazen een weinig blauw gekleurd waren, en die- zijn gelaat geheel verander den Hij ging naar hét station van d-e Saint-Lazarusstraat, en nam een plaatskaartje voor Bois-Coiombes- Daar steeg hij uit en daar hij zich den weg, dien de naaister van juf frouw Augustine hem den vorigen dag had aangeduid, herinnerde, nam hij de straat, die regelrecht na,ar de spoorbaan van Versailles voert, Hij stak de rails over Langs den spoorweg bevond zich rechts een voetpad. Ovide sloeg rechtsaf, en ging dien weg, die nauwelijks tw-ee meters breed was op Aan den eenen kant stond een doornhaag", waarachter de afraste ring, van de spoorbaan jvas aange bracht, Aan den anderen kant waren niets dan tuinmuren van kleine huiten- plaatsen, waarvan de huizen voor bet grootste gedeelte tamelijk ver van de spoorbaan stonden Ovide legde ongeveer tweehonderd meter tusschen d-e bovengenoemde afsluitingen af en kwam toen, juist bij een anderen overgang, op eene plaats, waar 'de tuinmuren plot seling ophielden Linies van hem, zag hij eene uitge strekte vlakte, waarop hier en daar bosöhjes voorkwamen Alzoo had liij rechts de doornhaag en aan den linkerkant bebouwde vel den. die in bloei stonden Voor zich zag ,hij zoover het ge zicht reikte, een met groote hoornen beplanten weg i I pvide liep zeer langzaam verder, terwijl hij nauwkeurig alles rondom zich onderzocht.-.1 1 Hij was nog ongeveer vijfhonderd meters van den straatweg, waaraan een aantal huizen stonden, die ver scholen waren in het groen, hetwelk door de vroolijke zonnestralen ge koesterd werd. Halverwege, aan den linkerkant, zag hij eene groep .van een dertig tal populieren, die te midden van dwergeiken en onkruid stonden Toen Ovide bij dit boschje geko men was, bleef hij staan Aan de zijde bevond zich een voet pad, dat naar de vlakte voerde. Ovide ging het voetpad op, liep om het boschje, kwam daarna weder op zijn uitgangspunt, terug en liep toen verder tot aan de glooiing van den verhoogden straatweg, waiarop hij kwam, door eene trap van vast geklampte aarde op te gaan. De Parijzen aar bevond zich, na dat hij de trap .beklommen had en een weinig verder een kleine helling was opgegaan, dicht hij cene brug over den spoorweg. Even verder dan die brug stond een herberg Die zal zijn hok wel tegen het vallen van den nacht sluiten, dacht de medeplichtige van Paul Harmant Hij ging, zonder zich verder op te houden, de brug over en liep naar Colombes, waar hij regelrecht na,ar het station stapte en den eersten trein nam, die hem paar Parijs te rug voerde. i Al wat wij hierboven gezégd heb ben, was op Donderdag voorge vallen, Den volgenden dag verliet Lucie ongeveer te half twee, met een groot, maar licht pak in de hand, haar huis, nam een huurrijtuig en liet zich naar het station Saint-Lazare bren gen. ;Te kwart voor twee nam zij den trein, die haar in korten tijd naar Bois-Colombes bracht Getrouw aan de belofte, die liet jonge meisje aan Amanda voor juf frouw Augustine had gegeven, ging zij naar Colombes om de haljapon voor mevrouw Garenne, die den volgenden dag de oogen der gen00- digden van de profeet moest ver blinden, aan te passen De onvermijdelijke voorzorgen, die zij nemen moest om het klee- dingstuk niet tc kreuken, waren oorzaak, dat zij niet vlug kon loo- pen Zij volgde den weg, dien wij Ovi de den volgenden dag hebben zien nemen, stak den spoorweg naar Ver- sailes over en betrad het smalle voetpad, dat wij kennen. Het zonnetje schitterde helder aan den wolkloozen hemel; Lucie was niet bevreesd, hoewel de weg zeer eenzaam was. Toen zij op de plaats gekomen was, waar de tuinmuren eindigden, zag zij de boeren, den grond be werken. Bij liet boschje, dat den vorigen dag zoo nauwkeurig door Ovide on derzocht was, maakte Lucie e.n i*> weging van verwondering» terwijl zy een half onderdrukten kreet uitte Op het gras lag, *au dc-n voel der populieren, lang Uitgestrekt, een man, dio de handen onder dc iviti gekruisd had. om het hoofd op te houden en die sliep of scheen te slapen Die man scheen niet te ontwa ken Lucie ging hem voorbij, terwijl zij zacht zeide: (Wat ben ik tocli dom! Ik ben bang voor een armen man, die uit rust Nauwelijks was zij twintig pas sen verder, of de slaper opende de oogen, volgde gedurende een oogen blik liet jonge meisje met een be dekten blik, deed dc oogleden daar na weder dicht cn srlieen vaster dan j;(öit te slapen liet sloeg juist drie uur. toen een kamermeisje de verloofde van Lu cien Labroue bij dc vrouw van den burgemeester bracht Deze wa.s *een groote en sterke vrouw, die in het geheel niet schoon was, maar die zich met hart en ziel aan de genoegens der behaag zucht overgaf cn dacht, dat zij een buitengewoon sierlijken lichaams bouw had, Wordt vervolg l)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 5