m AMSTEKDAMSCHE BETJRS. Een kostbare gast. ALLERLEI. m ANECD0TEN. BE DINSDAG 8 NOVEMBER 1910. BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT SI lg|l\&fE IE No. 7365; r £jjjC u lave van r. Th tVcRARD. Noteering van MAANJAG 7 NOV. obt 100%1( 87 1017 102 63 216 8J A '*h VOOR DE HUISKAMER. V u I „Myn neef Fred is hier vanmicl- ,dag geweest," vertelde mevrouw Ve- [nema aan haar man. ,,'t Speet hem, ,dat hij niet gezien heeft." j ,,Zoo, wat had hij van u noodig?" I vroeg de heer Venema hatelijk. „George, wees niet zoo onuitstaan- |baar. Hij is volstrekt niet zooals gij denkt. Hij is hier vier volle uren ge- iweest, en hij heeft me niets ge- j vraagd dan een onbeteekenenden, kleinen dienst. Hij gaat op reis en inu vroeg hü of wij voor een dag of 'tien niet op Jim willen passen." „Jim! Wie is dat! Wat is dat?" .■schreeuwde de heer Venema, wien de i, verschrikkelijkste vermoedens door !*t hoofd vlogen. S „Ga maar mee," lachte zijn vrouw, .en nadat zij de deur van de eetka mer open had gedaan, klonk 't glim lachend: „Dat is Jim!" Staande naast de tafel, waaraan ,oen stevige ketting hem verbond, zag 'Venema ilu een grooten buldog, sneeuwwit, met slechts één bruine .vlek over een der oogen. Zijne on derkaak, die vooruitstak, liet ver scheidene vuile, groote tanden bloot, waarboven dan 't puntje verscheen, van een roze tong. De geheele uit drukking van 'tbeest werd niet ver aangenaamd door de bijzonderheid ;dat hij loensde. j, Daar 't hem op dat oogeublik on mogelijk was woorden te vinden, «staarde Venema 't dier slechts met r(afsehuw aan. „Ge weet niet, hoe snugger hij is," vervolgde mevrouw Venema opge wekt. „Hü werd direct goede maat- ijes met me. Fred stelde hem voor en *hü voegde er by: „Jim, dat is uwe meesteres voorloopig," en toen kwam 't lieve dier dadehjk naar me toe en likte rnyne handen. Nietwaar. Jim!" i De korte staart ging hevig heen ;en weer. „Nu, Jim, dat is uw baas, hoor. Kijk!" Ze wees op den heer Vensma, cn Jim keek dien persoon strak aan. „Laat dat toch," riep Venema ang stig. „Wüs niet zoo op me." „Wees nu niet kinderachtig, Geor ge; ik zal hem 's even losmaken." En terwül zü den ketting los maak te, leed Venema vreeselüke angsten. Zijn cga leidde Jim naar tum toe, en stond :t dier toe op zijti gemak de beenen van zijn nieuwen baas te besnuffelen. Gedfirende den maaltüd trachtte de heer Venema door middel van ee- •Mge plakken roastbeef, eveneens goe- -ratjes met Jim te worden, en aad werd hun verhouding, zoo ie! vriendschappelük, toch dra- Ük. Toen hü naar bed ging, durf- de heer Venema zich zeli's al eer bewegen, zonder het verlanx- ende g«voel, dat de reusachtige anden zich ieder oogenblik in een of ander deel van züu anatomische samenstelling konden vastzetten. j Den volgenden morgen waren Jim's vriendscliappelüke gevoelens voor den heer des huizes van dien aard, dat hü hem hü 't heengaan uitgelei de deed tot aan de voordeur. Ongelukkigerwyze zat een Angora poes, 't lievelingetje van hun onge bouwde buurdame, zich behagelük 1 in 't zonnetje te koesterenEr klonk een korte woede-lcreet; de lxeer Venema werd büna van de boen ge- orpen en een nxinxxut later lag een at, die hij de tweehonderd fraxiken aard was, dood op de stoep. 4 VeDema stond sprakeloos. Toen nam hij 't lijk bü den 'staart op en droeg 't naar züne vrouw. „Ga weg, ga weg!" riep zü doode- Uik verschrikt. „O, o, wat zal juf-i frouw Metermeer zeggen? Heeft ze 't gezien?" „Geen levende ziel zag hel," ant woordde Venema. „Dan moeten we er niets van zeg gen," zei zün vrouw. „Hei zou te vreeselük voor 't arme mensch zün." Vcuema zag haar eeu oogenblik sprakeloos aan. Toen liet hü zich bepraten, en dien avond begroef hij eigenhandig de poes in zijxx tuin, verpakt in een zeepdoos. Maar Jim toonde zich deu volgen den morgen i-eeds weer van een min der aangename züde. Hü deed zün dutje in het zijkamertje beue den, terwül zün baas en diens vrouw boven rustig hxxn dagblad lazen. „Daar zult ge Baaimans hebben. Juist, hij komt naar boven," zei Ve nema. Stellig, de persoon kwam naar bo ven. Er klonk een geluid van iemand die drie, vier treden te gelijk een trap opvloog, gevolgd door een vreemd geruiseh. De deur werd opengewox-pen en een korte, dikke man stoi'tte zich in de kamer, smeet de dexxr dicht en leunde er tegen. Op hetzelfde oogen blik krabden nagels heftig aan den buitenkant van 't hout. „Mün hemel, Baaimans? Wat ge beurt er?" „Wat er gebeurt!" riep Baaimans. „Is me dat een welkom! Hü was mr vlak op de hielen, 't scheelde niet zoo veel „O, xs 't Jim maar?" lachte me- vrouw. „Waarom laat ge dat mormel niet wegloopen?" vroeg Baalmans, toen de heer en alleen waren. „Dat probeerde ik al," zei Venema bedrukt, „maar hü komt telkens weer terug. Mün vrouw bedei-ft hem en dat weet de rakker. Ik woxx, dat hü maar eens gestolen werd!" „Laat hem dan stelen!" ried zün vriend. „Niets gemakkelüker dan dat. Ik ken een man, die dat voor een kleinigheid voor u doet. Het is een echt boefje, maar voor dergelüke kar weitjes is hü heel nuttig. Weet ge wat: ik zal hem morgeit naar uw kantoor sturen." Den volgenden morgen precies om elf uur wei-d iu 't privaatkaxitoor van den heer Venema een eigenaardige persoonlykheid binnengelaten. Zijne kleeren waren een merkwaardig sa menraapsel uit verschillende vuilnis bakken; voorts kenmerkte zijn uiter lijk zich voornamelyk door een pxxr- perexx neus en één grijsblauw oog. „Zyt gü Mikkie?" vroeg Venema. „Dat is te zeggen, zoo noemen mü- ne vrienden me. Ik heet Jonathan Mikbeen." „O, neem me niet kwalük," zei Ve nema en ti-aclitte mi den heer Jo nathan Mikbeen over te halen oxn zün hond te stelen, 'tgeen hem vrij geixiakkelük gelukte. Voor echter 't gezegde oogenblik van zün bevrüding daar was, had de heer Venema nog een onaangenaam oogenblik te doorstaan. Hü ontmoet te juffrouw Metermeer, die hem met veel omslag van woorden ver telde, dat een „zeer ongunstig uit ziende hond in hun tuin het lyk van hare arme kat had opgegi-aven. „Lieve hemel, juffrouw Meter meer!" riep Venema met goedge- speelde ontzetting. „Die ellendige hond! Wij hebbexx hem slechts voor een poosje. Hü is uw poesje tegenge komen en heeft 't doodgebeten en begraven, 't Is verbazend, zoo'n nei ging als honden hebben om allerlei dingen te begraven." Juffrouw Metermeer snoof drie maal met plechtige tussehenpoozen. „Ik ben niet goed op dc hoogte vaxt de gewoonte van honden," zei ze toen. „Maar ik wist niet, dat ze eerst hun slachtoffers kisten, voor ze ze begra venik vond in 't gat. de kapotte overblüfselen van een doos.... een zeepdoos.geloof ikGe zegt?..." „Ik zei niets," antwoordde Venema, volslagen hulpeloos. „Dan heb ik nog slechts dit te zeg gen. Op de laatste tentoonstelling- werd mijn poesje (jxxffroxxw Meter- meex-'s stem beefde, maar zü bedwong zich) op tweehonderd franken ge schat. Als ik dat geld aanstaanden Maandag niet ontvangen heb, zal ik mijn advocaat raadplegen. Goeden morgen." Venema zei géén goeden morgen. IIü zei heelemaal niets, maar ging naar binnen en haalde Jim. Voorzichtig omziende of zün yroxxw hem niet zien kon, bi-acht hü den hond naai- het tuinhek en zette dat open. In de laan was de gedaante van Mikkie dxxidelijk zichtbaaiv Driemaal ki-eeg Venema dien mid dag door de telefoon bericht, dat Jim nog niet thuis was en eindehjk vertelde mevrouw Venema hem, dat zü van plan was, een advertentie te plaatsen, hetgeen hü, in stilte zege vierend, onmiddellük goed vond. „En hoeveel belooning zal ik noe men?" vroeg zijn vroxiw. „Tien fran ken?" „Best, best," antwoordde haar man. Den volgenden middag zei xxxevr. Venema: „Ik heb twee heerlüke verrassin gen voor u, George. Allereerst: Jim is terug." „Wat!" schreeuwde haar man. „Hoe ter wereld kwam die terug?" „Hij kwam niet tenig," vertelde mevrouw Venema, gelukkig lachend. „Hü werd teruggebracht door een lie ven, ouden man met één oog, die hem gevonden had. Hij had zulk een droe vig leven; hij huilde bijna toen ik hem de beloonixxg gaf." „Die schui-k!" riep Venema woe dend, en toen zijn vrouw hem ver baasd aanzag, legde hü uit: „Ja, ik ken hein uit de beschrüving en ik heb van hem gehoord door Baai- mans, die een vriend van hem is.". „Ge hebt 't tweede nieuws nog niet gehoord," zei ze. „Fred komt met meer terug. Ge weet dat hij u nog eenig geld schuldig isEn nu biedt lxü u Jim aan als geschenk. Fred schrijft," vervolgde zijn vrouw, „dat Jim zeshonderd franken waard is. Hij noemt een adres van iemand, die onmiddellük bei-eid is u er vijf honderdvijftig franken voor te ge ven, maar liü meent, dat ge er meer voor kunt maken." „Wel, wel!" zei Venema olotseling onmïlucht. „Ik had geen gedachte, dat Jim zoo kostbaar was. Laten we eens naar dat goudmijntje gaan kij ken." „Hü is in den tuin," zei mevrouw Venema. „Die oude man zei, dat ik hem niet in huis moest houden voor 'gü hem eens goed gewasschen hadt met ontsmettende zeep. Hü kon wel allerlei slechte stoffen bü zich heb ben," zei die man; „men wist niet, waar hü geweest was In den tuin riep Venema, floot, maar er kwam geen antwoord, en na een kort onderzoek bleek 't alleen, dat Jim verdwenen was. „Mikkie's werk!" zei Venema. „O, daarom ried hü aan den hond in den tuin te latenHü heeft even de beloouing gehaald.... 't Is toch een slimmerd!" Venema zette zich in een tuinstoel neer. Zün vrouw snikte. Baalmans keek glunder. „Twee honderd franken voor een doode kat," momxxelde Venema, „50 fi-anken an den grootsten boef gege ven, die er op twee beenen rondloopt, fi-anken aan den gx-ootsten boef gege- van rekening 300 franken wegAl le duivels! en ik zei den kerel nog wel dat hü den hond mocht hou den," voegde liü er zachtjes bij, zoo- dat zijn vrouw hem niet verstond. „Als ge den man kent," zei me vrouw Venema, „kunt ge hem toch gemakkelük genoeg te pakken krij gen'!' „Als ik den man goed ken, dan krijgt ge hem, geloof ik, heelemaal niet te pakken," beweerde Baalmans. En Baalmans had gelük. Geen spoor van Mikkie en Jim werd ge vonden. 't Was of de aarde hen ver zwolgen had. IETS OVER TITELS: Ook in ons land is in de latere ja ren hij velen een neiging naar den gemakkelijken en verstandigen een voud der Eransohen, wat de betite ling betreft, waar te nemen „Maar nog altijd hebben slechts enkelen den moed, het geregeld toe te passen en aa,n ieder, wie of wat hij ook zij, een brief te schrijven met oi» 't adres simpel: „Den heer,,.." (Wie daartoe de courage heeft, schrijft meestal althans 't „heer" nog met een hoofdletter Hen niet zelden verzacht hij zijn onbeleefd heid althans nog door aan 't „Heer" een zachtvloeiende slot toe te voegen: „Den Ileere Zóó staat 't dan, naar 't schijnt, tenminste nog ,wat Maar tien, honderd tegen één dat niettemin de geadresseerde [Weledele of (Wjeledelegeborane, Edel- of Hoog edelgestrenge. maar matig met zoo'n adres ingenomen is, of zelfs den schrijver beschouwt als iemand, die zijn wereld niet kent, niet weet hoe 't onder beschaafde menschen be hoort" Bijna iedereen, meent hét blad, zal Jxet pr over eens zijn, „dat we eens doortastend moesten breken met dat elkaar voor den gek koudon door iedereen op de een of andere ma nier „Edel" te noemen; even dwaas, veelal, als de manier, waarop wij onze brieven nog steeds plegen te eindigen met de verklaring, dat wij iemand al hebben we hem eerst soms flink uitgevoeterd „hoog achten". „met de meeste achting" de eer te hebben, ons zijn „dienst wil lige dienaar" te noemen, en derge- gelijken onzin meer. „iWjj zijn in 't algemeen volstrekt niet de „dienaar" van iemand, wien we een brief s chrijven Hoogstens, maar ook dat nog niet eens altijd, „dienstvaardig" of „dienstwillig" tegenover hem; en ook dit soms zelfs allerminst En we kunnen on mogelijk achting of hoogachting hebben voor vaak vrijwel onbeken de personen, aan wie we een brief hebben te richten Laten we dus ook dien verouder den vorm van hooiscbe beleefdheids betuigingen, die behoort bij de, krulpruiken uit de 18e eeuw, einde- j lijk eens gaan vervangen door een- voud. door wat Génestét „natuur en waarheid" noemde >,|W5j besparen ons dan niet alleen leugens, die ons 1als we bij t neerschrijven van die gemeenplaat sen denken slechts m-et moeite uit de pen komen ÜIT HET BIJK VAN DEN WITTEN OLIFANT. Somaeth Phra Paraminda Maja Ts j oelalongkorn, de „heerschende God der negen verschillende goden", de koning, „die heerscht over alle keizers, koningen en machthebben de vorsten", lieeft het tijdelüke met het eeuwige verwisseld. In zün land was echter de gestorven koning en Is ook zün opvolger niet alleen de heerscher, de regeerende persoon, maar ook de eigenaar van het ge heel e land en zün inkomsten, ja zelfs van 't geheele vólk, dat door zün bij- zondere zeden en gewoonten tot het merkwaardigste van geheel Azië be hoort. Reeds is de Siamees door zün ui- terlülc zeer opvallend; aan het Ma- leische ras heeft hü zün gele tint, zün uitspringende jukbeenderen en zün groote lippen te danken; aan het gele ras zün breede en platte neuzen, aan het Arabische den vollen vorm van zijn gezicht. De Siameozen zün over het algemeen goed gebouwd en hebben brede schoudere, hunne haren zijn ruig en koolzwart. Met uitzon- dering van de Mandarijnen, die reeds verscheidene jaren schoenen en kousen dragen, zün de Siameezen barrevoets. De Europeanen moesten vroeger schoenen en kousen uittrek ken als zp voor den koning versclie- uen; thans evenwel is het den in boorling verboden, zich zonder voet bedekking naar den koning te bege ven. Hun nationaal costuum is zeer eenvoudig, het bestaat uit een stuk stof, dat één meter breed en twee tot drie meter lang is. Zij rollen dit om hun lichaam en bevestigen de beide einden aan den gordel. Dit stuk stof bestaat gewoonlük uit een lap be drukt katoen, dat zü „plia" noemen; de Mandarijnen en hoogwaardig heidsbekleders hullen zich gewoon lijk in prachtige züden pha's, voor welker vervaai-diging een arbeid van maanden lang noodig is. Siaxneezen van hoogen ïang heb ben het witte huisjasje, dat de Eu ropeanen in warme landen dragen, reeds overgenomen. Zü dragen het over de pha. De Siameeschc mannen zoowel als de vrouwen hebben een groote voor liefde voor gouden en zilveren sie raden, waarvoor zü hun geheele ver mogen uitgeven. Do rijko vrouwen dragen aan de voeten zilveren rin gen, om den hals kettingen en me daillons van massief goud, evenals gouden naalden in het haar. Hare at- men zün versierd met armbanden, hare vingers met ringen en zü be zitten zooveel oorbellen, dat zü geen tweemaal in de week dezelfde dragen. Al deze sieraden zijn zoo kunstig vervaardigd, dat zü de bewondering der Europeanen wekken en met het beste werk van onze juweliers wed- üveren kunnen. De Siameezen vervaardigen ook kleine gouden en zilveren brood mandjes en -korfjes, die met schil derwerk versierd worden. Zü zijn meesters in die kunst, evenzoo zün door hen vervaardigde trekpotten meesterwerken. De jonge meisjes en de getrouwde vrouwen dragen in haar halsdoek ze ven groote gouden en zilveren korrels die door een ketting van hetzelfde metaal verbonden zijn en haar tegen ziekte en ongeval beschermen. De Siameezen zijn zacht en vrees achtig van aard, maar niet moedig. Zü debatteei-eu graag en beleedigen spoedig hun tegenstander. Zü zün overigens zeer geestig en houden veel van woordspelingen. Diefstal is bü lxen aan de orde van den dag, zü bepalen zich daax-bü gewoonlijk tor varkens en gevogelte, soms ook tot paarden, buffels en olifanten. De helft van de dieven zün opiumschui- vex*s, die den diefstal te baat neme» om aan hun hartstocht voor de opi um te kuunen voldoen. Voortreffe- lük verstaan zü ook de kunst van, be delen, terwül zü meermalen Euro peanen kleine geschenken aanbieden om grootere terug te ontvangen. De luiheid is hun grootste gebrek en dat is licht verklaarbaar in een land, waar de rijst ovei-al groeit, waar Vis- schen by menigte voorkomen en sap pige vruchten onder ieders bereik züu. Al bezitten deze natuurmensehen geen fantasie genoeg om groote ont dekkingen te doen, handigheid om de moeilükste werken na te maken hebben zü genoeg. Zü leggen by de zen arbeid zulk een groote nauwkeu righeid en zorgvuldigheid aan den dag, dat men de kopie nauwelyks van het origineel kan ondei-scheiden, In het organiseei-en van feesten leg gen zü evenwel een büzondero vin dingrijkheid aan den dag. Met bami boes en papier, dat zy met verschil lende kleuren beschilderen, maken zy fantastische dieren, draken, buiten gewone visschen, enz. Zy' bouwen, schépen van eetwaren, paleizen van lucifersdoosjes en komen wat het ver vaardigen van vuurwerk betreft de Chineezen in vernuft naby. Spelen van allerlei soort, als kaart- en kaartspel, staan bü hen in hooge eer. Feesten en processies brengen dit kinderlüke volk in hevige ontroering en zü gerakü geheel en al in vei-ruk- kixig als liet vuurwerk het ge schreeuw van dieren, het gesis van slangen, het brullen van den leeuw, het huilen van den olifant nabootst. De Siameezen vergenoegen zich bij hun maaltyden met een weinig rijst, kerry en gedroogde viscli, waarby zü water en thee drinken. Aan deze on voldoende voeding schrijven de dok toren dan ook de lichaamszwakte der- Siameezen toe. Helaas heeft ook in dit land de beschaving den alcohol gebracht, die zooveel verwoesting onder de volksstammen in Alrika aanricht. Maar nog veel erger, is het, dat het den Europeanen gelukt is de verderfelijke opium in Siam ia -tf bui-geren. AD HEM: -Mensch! wat zie jij er knap') uit! zei de kolendrager tot de .houd-; ster van een klein kroegje, terwijl! hij zyn glaasje voor de toonbank naar binnen sloeg, Dank je Toon, maar 't spijt me, dat ik van jou niet hetzelfde! kan zeggen, sprak de vrouw- tot] den man, die een scheeven nerts had' in zijn zwart gezicht Dat kan je, dat kan je -best,-' als je maar Jiegt zooals ik deecU Q ZOO Hier is geld, lieve, zei de matf tot zijn vrouw Ik heb geen geld noodig, ant-1 woordde de vrouw Kom, malligheid, hier neem dit] bankje van zestig en ga, eens een luchtje scheppen langs de winkel»; en koop <?r wat voor, een nieuwen winterhoed Heusch niet man, ik heb -wer kelijk niets noodig, ik wil liever thuis blijven en in mijn huishouden wat werken. Toen. ontwaakte de man., gif hebt 't geraden. hij had gedroomd/ Vorige koers. •rAiertuiui, 'Ut Cert. Nederl. Werk Schuld pot. tiert. m 'uig wrij*. üi l'ahaitsleening leening ijütsleemng l'ruissen, Consols K'tflimye. t>' x. tioudleening UOIir. Kronenrente itmnjK. Ut .1 pri 1 Uctoberrente Jan.—Julirente ixei—Wovenx herren te "■■riunui. ;>Oi. X abakainonopolie - ubi. Xe bene Ubl. -de Serie HunWHte. (.ut. lieldleening 1908 A ae tan t UI tu.uclhening 1884 i n angoiDombrowo Kus.aiid 1909 Grooi e Kusa. sp. 1696 .N tco ai bp. tuisland ls80 Zuid- VI est hueiand Hope Kusland 1894 6e Wen, Rusland Ëinnenl. Orel Vitebsk 86'/io 733 s Koers van heden. L. Vorige Koers van heden, koers. X. H. Vorige koers. Koers van heden. L. H, 887s 73% 96%6 97 90 82 90% 935/i6 A .1, 96% •-3% 03 94 ü/u 64 62'/8 97% 95% 94-,t 64° 8 ö«74 93 08% 86%, 8''/« 8774 987, 877x6 91'% 93 Ao 93' 6 9|8/i 647 95% 98% 947g 887t, 867a 887x0 87% 9f/H 87 Vor.ge koers. Koers van heden. 897, 96% 867,f 887/16 887, 8 pCt. Transcaue. Spoor 2 urlcije. 4 pCt. Geunif. Turken 4 Bagdad spoor China. 47-2 pCt. Goudleening 1898 Japan. 5 pCt. Imperial Loan 47i Obl. Ie Serie 47o Obl. Se Serie Cuba. 5 pCt. Goudleening 1904. Mexico. pCt. Binnenland Goudleening in p.St, Brazilië. pCt. Funding Loan Brazilië 1889 Bahia in p.St, Para 1907 a Rio de Janeiro, (Fed. Dist.) a Sao Paulo 1908 Dominica. pCt. Douane Leening Gemeente Leeningen. pCt. Amsterd. 1900—1901 b Haarlem Stad Rosario b Stad Para Hypotheek Banken. pCt. Algemeene H. B.K. a Haarlemsche H.B.K. Nationale H.B.K, 4V2pCt.North West pac.H.B. 7274 86 83V2 100% 98% 99i/4 98 102 499/u 100% 1087a 8874 977» 958/4 968/4 101716 100 1017» 102 60% 898M 97x/s 99 IOOV4 101% 868/4 83 100 997x8 102 LbVlG 887e lOD/ii 102 891%. 100%6 6 pCt. Argent H.B.K. Cèdn'a L. 5 a dito Oedi*,. K, 4 Pandbr. Hong. Hyp. B.K. 47: m Ungar. Landes Centr. Sp. Industrieels ondernemingen. Aand.Mijnb. kundige, werk. Aard. Amalgamated Copper a American Car en Foundry a Am. Hide Leather Anglo Amer. Telegr: United, Cigar Uixited States Steel Cultuur ondernemingen. Aand. Barge Moorm a Cult. Mij, Vorstenl. Hand. Maatsch. Mijnbouw Maatschappijen Pret. Aand. Paleleh Gew. Aand. Redjang" Lebong. Com. Pittsburg Coal Petroleum. Aand. Koninklijke petr. a Moeara Enim a Zuid Perlak a Bibi Eybat Rubber. Aand. Amsterd. Rubber a Amsterdam-Java Deli-Bataria Nederl. 96 93 928/4 998/4 186 70% 557s 241/g 27 61% 798/jc 113 1508/4 1778/4 1063/4 81% 777 21% 434 212 11874 16 214 117 881/4 67 961%, 9874 99% 71% 56%6 281/4 275/, 647, 81%e 114 146% 104% 307» 787Vj 2113,1c 446 219 1287/3 15 229 93 711/j 72% 563/4 23-/8 273u 8I8/4 115V2 149% 1051/3 2119/xo 451 222 124 230 723/4 Aand. Serbadjadi Rubber Intercontinentale n Scheepvaart. Aand. Java, China, Japan Aand. Kon. Paketvaart b Stoomv. Nederland b Ned. Scheepv. Unie 41/2 pCt. Obl. Marine Pref. Marine Com. Marine Tabak. Aand. Amsterdam Deli b id. Serdang a Arendsburg a Bindjeij a Soekowono Diversen. Aand. General Trading Restandbew. Maxwel Pref. Peru Comm. Spoorwegen. Aand. Hollandsche Spoor 4 pCt. idem Aand. Staatspoor. 4 pCt. idem. 41/2 Obl. Underground 5 a Zuidital. Spoor. Aand. Warschau Weenen 4 pCt. idem 10elie Serie 41/1 Mosk. Kieuw Wor. 41/2 b Wladikawkas Common Topeka. 4 pCt. Alg. Hyp. Topeka 4 b Conv. Bd. idem 97 2878 937, 150 142% 1407. 6578 177s 55/, 632 4x8/4 720 19172 185 1238/4 59/ 36 10% 79 IUO7. 97 10.7 102 ösVd 218 »9V2 95/4 98 1047 99 1068/4 30% 145% 1427s 65/g 173/4 5l3/i 637 471/. 715' 102 591/2 36% 10-/4 95% 106 985/6 1071/., 311/g 6571. 18 515/jO 102% 1067b Common Denver 33 33- Common Erie- S03/8 30»% 4 pCt. general Erie. 757g Common Kansas C. South. 32% Pref. Kansas C. Sou.h 65 /g 3 pCt. Obi. idem. 72 /6 Common Missouri K. T. 34 4 pCt. le hyp. idem. 9i'/ 41 2 pCt. Nat. Railw of Mexicc 102 Common New-York Ontario xl Common Norfolk 9 Common Rock Island 38% Common South Pacific 118'/ 4 pCt. Convert idem. 8 4 b le Lef. Hyp. iden\ J Com. Southern Rai w «0 3 Common Union Pacific 74 4 pCt. gouü Obl. idem. 1UX x Convert Obi. iden iuj Common Wabash bh X W basn Pittsburgh le Hyp. 7% Loten. A pCt. Amsterdam 1874. lOZ* Witte Kruis. 77 /j 27v pOt, Antwerpen 1887. 95 ,4 Congo. X i 70 4 put. Theiss Reg, '54 Mad Madrid. 9 14 Turkije 1780 öl Prolongatie 5% KOERS VAiN V REEMDE jsANKNOTEN Pruisiscüe 1 58,92% 59, i 7 /2 Fransche f 47,75 f 48,— Belgische f 47,55 f 47,80 Engelsche f 12,05 f 12,15 Voiise koers Koers^aatiedea. h. 1. H. 33=/ 65-/J 72% 35/x 975/8 1Ü271C 43/ 347. 119 96% 267 1 67 nu 1057 185/, 79 155 70/ 34 80" a 331- *6/ 35/8 44 3 '/iff 119 II 27V. T.fi'/j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 6