De „geleerde" student.
DE BUIKSPREKER.
Een kranige jongen.
w.
WÖE&SQ&B 23 NOVEMBER 1910,
No. 7378.
BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Opgave van
F. Th. EVÊBARD.
Noteering van
DINSDAG 22 NOV.
5 uito Oeduia K
e»/,t
my,
ion-/.
Win
VOOR
HUISKAMER
JJit liet Fransch.
De pachthoeve van den heer Bouvier
ziet er uit als voor 'n grootsche fees
telijkheid. Moeder Bouvier heeft
het koperwerk tot de laatste pan
toe, gepoetst en de stofferige rui
ten hun doorschijnendheid hergeven.
Geheel het dorp is in rep en roer
Denk eens aanAntoine, de oudste
zoon van den pachter, komt- uit de
stad terug, waar hij een paar jaar
Lop de kweekschool heeft gestudeerd
Herhaaldelijk werden de huren
van dag en uur zijner aankomst
verwittigd. Zij zijn dan Ook trouw
opgekomen en staan nu op de stoep
te wachten.
't Gekakel der vrouwen wordt al
luider en luider en wijst op stijgend
ongeduld. Komt hij nog niet Reeds
voor een uur had de pachter zijn
vlugste draver ingespannen, in der
haast zijn beste jas aangetrokken
en was toen. in vollen draf na,ar
't station.
Daar komt hij!.... Zie die stof
wolk Klik, klak klapt de zweep
in de lucht. Zij komen zij zijn
er!
De jongen is nog niet uit het
rijtuig gesprongen of moeder Bou
vier geeft '.m op beide wangen 'n
kus dat 't klinkt en drukt hem aan
haar hart. Daarna zet zij een stap
achteruit om haar „kweekeling" op
haar gemak te bewonderen.
O maar, of hij er lief uitziet, in
zijn studentenpak met koperen knoo
pen die blinken als 'n pas gemunt
goudstuk; en dan dat smetteloos
witte boordje en dien bonten rood
en groenen halsdoek. Nu is hij geen
plompe boerenjongen meer zoo als
verleden jaar toen hij naar de stad
vertrok. En wat staat 'm die lorgnet
toch goed! O maar jongen, je be
hoeft zelfs voor den jonkheer op het-
kasteel niet meer onder te doen!
Een enkel oogenblik slechts toeft
men op de stoep. Een knecht brengt
het paard naar stal en heel het
gezelschap treedt de groote kamer
binnen, waar de aanzienlijken van
't dorp reeds rondom de tafel zijn
geschaard. Dat de komst van An
toine ook hier met luide geluk wen-
schen begroet wordt, .behoeft wel
niet vermeld. Iedereen drukt hem
de hand en geeft hem 'n woordje
lof.
Middelerwijl schenkt de pachter
zelf de glazen vol. 'tls wel geen
mannenwerk, maar de vroitw, och ze
kon 't maar niet van zich verkrij
gen om haar oogen van haar „ge
leerden" zoon af te wenden. Hij
ziet er toch zoo lief en zoo geleerd
uit!.... en zoo deftig!
Na enkele glaasjes raken de ton
gen los, men krijgt moed. De secre
taris acht het beneden zijn waardig
heid langer te dralen. Eens flink
op den grond gespuwd dat geeft
courage en daar staat hij over
eind en spreekt met luide stem.
„(Welnu jonkheer, u bent in ons
midden teruggekomen als 'n echte
geleerde
Op zoo iets zat onze kweekeling
al te wachten. Hij staat op en een
stortvloed van woorden stroomt van
zijn lippen alsof hij het van huiten
had geleerd.
„Geleerd! Nog niet! Een beschei
dden leerling slechts. Voor lager on-
.derwijs Afdeeling Wetenschappen.
JW eet er toch reeds genoeg van om
mijn geest te kunnen vrijwaren van
bijgeloof. Van al het bijgeloof dat
op het platteland.
„Zoo zoo," mompelden de toe-
ders die van dit alles zoo goed als
niets begrepen hadden.
„Om maar iets te noemen," ging
hij met minachting voort, „jelui ge
looft nog .steeds dat- er een God
bestaat, maar wijDe wetenschap
heeft ons verlicht. Zij heeft voor
ons haar geheimen ontsluierd cn wij
hebben geen God meer noodig .om
de natuur en haar ontstaan uit te
leggen."
Dat was hun te kras! „Onmoge
lijk!" riepen enkele moedige stem
men.
„(Wel mogelijk" cn de gekrenk
te jongen slaat met z'n vuist op
tafel „ge weet hij voorbeeld niet
uit te leggen hoe het komt, dat het
regent, of dondert, of hagelt; en
dan zegt ge: „Het komt van God
Maar wijWe weten dat het niets
anders is dan de dampkring, de wa
terdamp, de negatieve eiectriciteit
der wolken en de positieve eiectri
citeit der aarde. De electricitei-
ten van tegengesteld toeken trek
ken immers aan; en ziedaar liet
raadsel finaal opgelost!"
„Warempel
„Zoo ook bij de planten; koren,
haver, gras enz. enz Hoe groeit
dat alles? Gij weet het niet en
dan maar weer: ,,'t is God!" maar
wij't Is stikstof, phosphorus en
potasch die met elkaar in verbin
ding treden onder den invloed der
zonnewarmte.zonneklaar, niet
waar
Ge hadt ze eens moeten zien die
toehoorders van Antoine, toen hij
daar stond te praten, hoe ze hun
oogen uitkeken, hun adem inhielden
en met open mond naar zijn even
geheimzinnige als geleerde woorden
luisterden.
Daar waren er wel die zich lust
voelden om achter hun oor te krab
ben en zoo maar eenvoudig
naar wat nadere opheldering te vra
gen. Alles evenwel werd zoo stout
beweerd en.-., uit zoo'n vraag zou
men u den domsten van allen be-
schouwen en. ze hielden hun mond
uit eigen krachten 1"
„En de soep dan! Hoe maakt
men die?"
't Is Marie die hem in de rede
valt, U moet wetenMarie is een
van die cude meiden, welke als het
ware deel uitmaken van het huis
gezin en cr recht tot spreken heb
ben.
En zij kende liaar Toontje, zij
had immers liet baasje zien op
groeien en was nu niet bang voor 't
studentenpak, noch voor de lorgnet,
Een buikspreker, een eerste grap
penmaker, bevond zich in dc „Roo-
den Leeuw" en zag van uit lie t raam
deze kluchtige vertooning aan, waar
naar de Hopfielders met open mond
en groote oogen stonden te kijken.
's Morgein, ,..,ar aangekomen, had
hij reeds vernomen, zelfs ondervin
ding opgedaan van de lichtgeloovig-
heid en de onwetendheid van de be
woners van Hopfield; en als vanzelf
kwam 't idee bij hem op, om de goe
dige dorpelingen er eens tussehen te
noch voor de ongehoorde en betoo-nemen: Ongemerkt mengde hij zich
verende woorden van den „student",:^ den groep, die zich steeds uitge-
hij bleef ondanks dit alles toch ai- breid had en toen de trommelslager
'e-n dorsten geen stom woord te zeg-
!gen. Nog meer, 't geheele gehoor
knikte met het hoofd ten teeken van
innige overtuiging ,en instemming.
En moeder Bouvier dan? Zij dronk
zich dronken aan den nektar van
moederlijken trots
Zij zegepraaltMaar Antoine nog
veel meer! Eigenwijs cn eerzuchtig
als hij is, heeft hij besloten den ge-
dachtengang va,n zijne „fossiele me
deburgers" op nieuwe banen te lei
den Hij zal hun de gewaande ont
dekkingen mededeelen die de ongc-
loovige wetenschap hem te slikken
had gegeven. Daartoe zal hem een
rijke verzameling schijngeleerde
woord-uitgangen ten dienste staan
't Zal regenen van de: ..ydes" en:
.ismes" en: „..aten" 't Is geen
degelijk spul, maar 't zal Jan-en-
alle-man in 't dorp toch zeker over
bluffen, 't zal ze allen van liun
stuk brengen en den ouden pastoor
woedend maken en daar komt het
toch maar op aan!
Zie, hij heeft overwonnen, ons
manneke, en dat nog wel bij zijn
eerste optreden!
Het besluit van zijn redevoering-
zal de zegepraal voltooien
„In een woord 't is al helder als
glas, zoo duidelijk als twee maal
twee vier is. Tegenwoordig weten
wij precies hoe alles in de natuur ge
schiedt, met den rechtmatigen trots
die alleen vermag te gevenliet
besef dat men de waarheid nage-
vorscht en eindelijk ontsluierd heeft,
besluiten wij aldus: „Alles gescliiedt
tijd haar baasje, haar Toontje,
Daar staat ze nu. Een ketel in
de hand, en met een glimlach op
de lippen trotseert ze de scheld
woorden der toehoorders en den ver
toornden blik van moeder Bouvier
die kalkoen-rood wordt en trilt van
woede.
„De soep zegt Antoine op een
medelijdenden toon, „maar doodeen
voudig braaf Me tie, je giet water
op het vleeseh en de groenten, en
zet den ketel op 't fornuis. Het
water wordt warm, het water raakt
aan de kook.maakt de organische
cellen van 't vleeseh los en.klaar
is de soep."
„Toon, zeg wat je wilt, maar ik
kook geen soep meer, hoor!"
„Hoe zoo! (Waarom niet?"
„(Wel waarachtig, al hetgeen je
kent, dat fabriceert zich zoo maar
vanzelf! En soep, je weet hoe men
die maakt. Laat ze zich zelf maar
maken, zoo ma.a,r op haar eentje
Ik bemoei er me niet meer mede!"
En 't werd een gelach, dat de
ruiten er van dreunden en de
kortstondige beroemdheid van den
spreker was uit!
Voor de zooveelste maal had een
grijntje gezond verstand een beet
je boerenverstand de bedriegelijke
sehijnwetenschap van 't ongeloof
schaak-mat gezet
een oogenblik rustte, maakte hij van
de gelegenheid gebrul1- om den be
renleider aan te spreken.
Jouw beer spreekt zeker? vroeg
bij met bet ernstigste gezicht van
de wereld.
De berenleider keek bom strak aan,
haalde tie schouders op en antweord-
de driftig:
Probeer 't maar eens, dan zul je
bet wel zien.
Dat was wat dc grappenmaker ver
wachtte.
Met de handen in de vestjeszak en
met een spotlach om de liuneu stapte
hij op Bruintje toe en zeide op een
suotachtigen toon:
Je danst uitstekend! Ik maak
je wel mijn compliment. Uit welk
laud zilt gij afkomstig, meneer?
Een stem, die uit den bek van den
beer scheen te komen, antwoordde:
Van de Alpen in Zwitserland.
Wij zullen niet trachten de uit
werking te beschrijven, die dit op de
dorpelingen maakte, ied^rpen stond
paf van verbazing en schrik.
De kunstenmaker-zelf, een lichtge-
loovige kerel, keek den buikspreker
met wezenlooze oogen aan, en opende
z'n tandenlooze mond, maar kon geen
woord uitbrengen en stond als aan
den grond genageld.
De buikspreker ging naar hem toe:
Jouw beer spreekt goed En
gelscb, zeide hij en nauwelijks kan ik
z'n Zwitsersch accent hooren.
Toen wendde hij zich opnieuw tot
het dier:
Wat kijk jij bedrukt! en hij
keek hem met belangstelling in de
Het dorp Hopfield is bij uitstek
liet land der achterklap, lastepraat- oogen,
jes en kwaadsprekerij, daar is ieders - ,In liet mistige Engeland heb ik
mond een trompet, ieder dorpeling bet spleen opgeloopen, antwoordde
een eelio; fluistert men 's morgens het dier
in den eenen hoek van de gemeente f Hier weken de toeschouwers eeni-
iemand een geheim toe, 's avonds
hoort gij 't op aller lippen; de vriend
schap zelfs is daar indiscreet en de
vrienden galijken op gebroken gla-ter?
ge passen achteruit.
De grappenmaker vervolgde:
Ben je al lang bij dezen mees
zen, die niets kunnen inhouden.
Op een mooien najaarsavond stond
Peggy Muiliers op den drempel van
liaar liut, bezig met het stoppen van
een paar kousen. Plotseling wierp ze
ze weg en snelde baar buurman Wil
lis achterna, die baar voorbij stoof,Iwreken?
Lang genoeg om me er te ver
velen.
Is ie goed voor je, bruintje?
Ja, zóó goed als een smid voor
zijn aambeeld.
En wat wil je doen om je te
om te weten te komen, waarheen bij
liep. Weldra bemerkte ze in de verte
een groep mannen, vrouwen en kin
deren, in wier midden een zwarten
beer liep, geleid door zijn meester
een kunstenmaker. Een klein jonge
tje, met een trom en trommelstok ge
wapend, liep voorop en op 't
oude instrument, dat hooren en zien
verging. Nog meer menscben snel
den toe en de toeloop werd lioe lan
ger hoe grooter.
i Voor de „Roode Leeuw", de eenige
herberg in 't dorp, deed de berenlei
der een kring vormen en comman
deerde Bruintje recht op te zitten.
Toen zwaaide-ie met zijn stok bo
ven den kop van den beer on Bruin-
tje begon met hem te dansen, maak
te schitterend de kunstjes na die hij
j voordeed. Men kan zich WvrsteUeu
jhoc gelu. de Hopfielders waren
en hoe de mensebeu hartelijk lach
ten en zich vermaakten.
Op een morgen zal ik 'm z'n rib
bekast vaneen scheuren.
Bij deze woorden gingen de ontstel
de dorpelingen hoe langer hoe meer
achteruit. Het beest, dat zich blijk
baar begon te vervelen, liet een dof
gegrom hooren.
Nu sloeg de verschrikte menigte
op de vlucht en ging in alle richtin
gen alsof de beer hen op de hielen
zat.
De buikspreker stapte met een „air
de grand monsieur" de herberg eer
binnen, waar hij hen hartelijk zat uit
te lachen.
's Avonds stond bij aan de deur van
den „Rooden Leeuw" en vermaakte
zich met de dorpelingen, die vol wa-
reu van wat zich dien morgen bad
afgespeeld. Daar werd de heele ge
schiedenis nog eens en nog eens ver
telt in kleuren en geuren.
Hij bad nu genoeg genoten van z'n
grap en wilde den boeren bet raad
sel oplossen, want allen meenden
nog maar dat de beer gesproken bad,
trouwens zij hadden het duidelijk ge
hoord.
Maar men hechtte geen geloof aan
zijn uitleg. I
Het was niet de eerste maal, zei
een oud moedertje, dat de dieren spra
ken. Trouwens de almanak had deze
gebeurtenis voorspeld, er zou iets
wonderlijks gebeuren. De buikspre
ker wilde hen een proef geven, maai
de menigte verwijderde zich met
wantrouwen, zeker er van, dat bij
ben wilde bedriegen.
De man schudde maar het hoofd
en stond verbaasd over zooveel on
wetendheid.
De herbergier bad hem begrepen
en ging naar hem toe, lachend met
selielmsche oogen.
U moet u niet verwonderen wat
er gebeurd is, mylord, aan praatjes
wordt eerder geloof geslagen door de
menschen, dan aan de werkelijkheid.
Nu crïj u te hunnen koste vermaakt
hebt, zult u ze niet meer kunnen
overtuigen, dat de beer niet gespro
ken beeft.
De straat, waarin Jan woonde,
was smal en donker. Het zonlicht
kwam nooit verder dan de tweede
verdieping' en soheen de straatstee-
nen niet te durven verwarmen. De
mensehen, die er woonden, waren
arm en verdienden het hoognoodige
door met fruit langs de straten te
venten.
Dit (leed ook Jan's vader, maar
als de meesten, die de straat be
woonden, verdronk hij 's avonds in
liet „Gouden Varken" wat hij door
den dag verdiend had. Daar ble
ven zij tot laat in den avond, als
ze scheldend en vloekend na.ar huis
strompelden, om huil kwaden luim
op vrouw en kroost te verhalen,
Ook de moeder van Jan had veel
van haar man te verduren en nach
ten lang za-t Jan bij zijne bleeke
moeder te wachten, tot vader al
zeilend het huis binnenviel
Jan werd nu 14 jaar en was als
loopjongen bij een kruidenier in de
buurt aangenomen
„Kijk 'reis moeder riep hij fier.
toen hij het eerstverdiende geld uit
zijne hand al rinkelend in de hare
liet glijden. „Heb maar geduld,
moeke, ik begiu zel'f nog een winkel,
en dan zult u het maar wat goed
hebben
„God zegene je, beste jongen
sprak de moeder, tranen in hare
oogen en tranen in bare stem.
Eene dame, die veel in de buurt
kwam om de armen te bezoeken en
wist-, wat deze vrouw van haar man
te lijden had, gaf haar een toegangs
kaart tot eene vergadering van 't-
Kruisverbond,
„Daar gaat m'n man toch niet
heen," zuchtte de arme vrouw, „ik
zal Jan de kaart geven"
Zóó gezegd, zóó gedaan. Jan
kreeg de kaart en ging naar de ver
gadering Hij gaf zdoh aan als as
pirant-lid en drie maanden daarna
werd hij als lid aangenomen
Hoe blij en fier toonde hij aa.n
moeder zijn insigne van „drankbe
strijder".
Na ruim een maand kwam de ver
jaardag van den patroon.
„Jongens," zei deze tot de knechts,
„het is vandaag mijn verjaardag
jullie moogt wel. eens klinken en
drinken op mijne gezondheid
Hij vulde de glazen met brande
wijn. De patroon en de gezellen had
den spoedig hun glas leeg. Dat van
Jan stond nog .onaangeroerd.
„Jan, dit glas is voor jou!" sprals
de patroon barsch
„Dank u, ik drink niet. baas "-
„En waarom niet?"
..„,1k ben lid van 't Kruisverbond;-
„Ben je nou mal, ventjeNee, nee,
dat gaat zóó niet- drinken zal
ja pp mijn gezondheid!"
„ik mag niet, baas
„Denk je, kwajongen, dat ik me
door jou iets laat leexen? Dxinkou
.of vertrekken, op staandeu voet!"
,,'t Spijt me, baas, dan zal ik moe
ten gaan."
J an ging. Met tranen in .de oogen
kwam hij hij zijne moeder.
Na alles gehoord te hebben, gaf
deze hem een kus, en zei: „(Wat ben
ik blij, Jan, dat je zoo standvastig
gebleven bent. God zal je er voor
loonen, kind."
En dat gebeurde ook. Een liefda
dige dame hoorde wat er voorgeval
len was en ging naar een haref
beste kennissen, «en winkelier,-
Deze .ontbood Jan
„(Wil je bij mij als loopjongen
in dienst treden
„Gaarne, .meneer."
„Hoeveel heb je verdiend
„Een rijksdaalder, meneer i
„Dat is te weinig voor een zoo'n
flinken jongen ik geef je drie gul
den
Jan heeft thans een eigen wei
beklanten winkel, zijne moeder-
woont bij hem in, maar noch Jan,
noch. een zijner bedienden gebruikt
ooit sterken drank
HET DRINKEN VAN. VEEL' WATER
BIJ DEN MAALTIJD.
De geneeskundigen strijden reeds lang
•tegen het gebruik van veel water bij
maaltijden. Dat dit ongezond is, is om
twee redenen reeds te begrijpen, want
i ten eerste wordt liet maagsap verdund
en de spijsvertering belemmerd. Ten
minste dat dacht men. Maar nu is ge
bleken, dat bij dat vele watergebruik
meer maagsappen van een liooger zou!,
zuurgehaite women afgescheiden.
Proeven hieromtrent zijn genomen
door de geleerden C. C. Towler en P.
B. Hawk cn deze kwamen tot de con
clusie, dat rijkelijk drinken van water
gedurende den maaltijd gevolgd \vord|
door veel dat gewenseht is en door
niets, dat verkeerd wordt geacht.
't Ging dus ook hier weer met de
menscheiijke wijsheid: „Straks kom ter
een wijzer, die 't weg redeneert
I j:
PRECIES.
(Willera's vader is zeeofficier, -een
buste van hem hangt als schilderij
in de kamer. Hij is drie jaar af
wezig .geweest en gedurende dien
tijd beeft zijn moeder hem dagelijks
het portret laten kussen.
Op den dag van zijn thuiskomst
snelt de jonge vrouw hem met den
vierjarigen (Willem op den arm te
gemoet. Dat is nu je paatje, juicht
zij. [Willem kijkt den voor hem
vreemde man wantrouwig a,an en
zegt dan beslist: Ree, moe, dat is
paatje niet! mijn paatje heeft geen'
beenen.
'N KWESTIE.
Karei: Papa, ik lees daar: Als je
weten wilt wie iemand is, dan moet
.ie er op letten met wien liij omgaa',
Is dat zoo?
Vader: Zeker, jongen.
Karei: Maar papa, als nu een goed
man in gezelschap is met een slecht
man, is de goede man dan slecht om
dat liij in gezelschap is met den s' U-
ten man, of is de slechte man dan
goed omdat hij in gezelschap is van
den goeden man?
jXeaermnu.
3 pCt. Cert. Neaerl. Werk,
Schuld
2f/s pCt. (Jert.
BvJganjt.
5 pCt. i'abaksleening
6 Zegeileening
DuUich.Ui.iiu,.
,3 pCt. Kijkeieeuing
31/.. Ertussen, Consols
Hvngant
1 pCt. Goudleenmg
1 Oblig. Kronenrente
Oostenrijk..
5 pCt. prii iüerremt
4 j.iu.o ute
Mei A ui herrente
Forluyai.
P/i pCt- iabaksuiunopotie
ij Obl. la Serie
8 Obl. 3e Serie
Bumenti
pCt. oelüteemng 1903
/lI'.j 41.1.
5 pCt. Goudleenmg 1884
1% rwauaot. jjombrowt
4-t/ Kuaiand 19U9
1 Groene Kusa, ap. 189e
4 iN :co ai sp.
tvusiauü i«80
4 Z<uiu- W est
4 Kusianu üype
1 Rusland 1894 tie £m
4 - Binnen!.
kopi^ van neaon
S oi'iec
Vorise I v(an neden
Koers. l.
4'/ï
95
'16
015/
.139
9o1/,
"i-k
03 o
95
9<;
9»
8ö>
93
31-
Sb
881
93
87:
ö9'J/ic
74
9By„
33
93
9
t>/£
3 ,u
95
04 I
63-/,
10
ai
897/,
7L/i
ijd1-
88%
'3
89-/,
87
88%
»47ic
i ptu .unie. spoor
lurtijt.
nCt. GeuniJ. Turken
Bagdad spoor
ktna.
pCt (Joudleenmg t898
li't, imperial Loaa
Obl. ie «Serie
Obl. 2e 8ene
uba.
pUl. Goudleenmg 1304.
Jive*,».
pCt. Biunemand
Goud leening in p. St
£r:teili*
pCt. Euudmg Lioan
t Brazilië 1889
-> Barna in p.et.
J Para 1907
5 Rio de Janeiro,
(Fed. Dist.)
5 cao fauio 1908
Dominica.
pUt. ituuane Beening
Gemeente. Deenmyen.
i pUt. Amsterd. 19001901
riaariem
stad ttoeano
8tad Para
HypoiheeK aan/een.
pCt. Aigemeene H. B. K.
Haarlemscüe H.B.K
Nationale H. B.K,
ItGpCt.North ft'ett nae. H B,
77%
72'/.
pOt. Argent H.B.a,
97%,
Oeduia L.
97
85%
93%
93%
00
3'%
i Pandbr. Houg.
93Vs
HyD. ö.K
92
99
iU Ungat Uandes
983/
Ceutr. Sp.
993/,
991/
inaustneelt unaemenunger.
997.
Vand.Mijnb. kundige, werk
707/j6
70%
481/.
\ard Amalgamated Copper
70-0,6
American Car en
101/
01%
Pouudrv
55?/8
;T5
56
Am. tide i.eattier
'3s
3 1
j6
33-.
19%
Anglo .mar. Telegi
9%-
Z'
10 0
United, üigar
b iiued States Steei
03%
SO
80
60
101 -B
03 rV-,
Ouii'uui otiuernemingen.
89'.,
'30
Aand. Barge cfc ivioorm
115;/
1.15
9/1/
3Ï
Cmt. Mij. Vorstonl.
.18
147
147'
I. and. ivlaatsch.
yiIJWJVUW Maatschappijen
1791/,
n>b
9715/,,
Pret. Aand. .Palelen
113
i-11
.115
101'.
10U/3
Gew.
32
33%;
Aand. iiedjaug Uebong.
id
854
857
1UÜ-
1001/
Com. Pittsburg Coal
.06/,
2{j
-0/a
tetroieum.
1
LOl-/
101-%
Aand. Koninklijke petr.
i37
4 DO
'438
rnoeara ttnim
216
2213
2i4V
59 .-
60
Zuid PenaK
L24V
124
39-1/,
Bibi Eybac
15
Rubbet
97
Aand. Amstera. Rubber
z35
234
289
99
Amsterdam-Java H
127
i27Vc
100//
100%
Deh-Batavia
95
941/4
97
10 L
101
Neder)
731
71%
731/2
j -vh- - v i c Ion
Vor ge
Koers van tierien.j
L.
n.
soers.
L.
a.
Vorige
itoera
Koers van heden.
Aand. Serbadjadi Rubber
Intercontin entale
SolMtpvaarl.
and. Java, China, Japan
tand Kon. Paketvaart
Atoomv. .Nederland
A ed. tócheopv. Ünie
4 pCt. Obl. Marine
Prei. Marine
Coin. Marine
11ibalc.
Aand. Amsterdam Deli
iu. Serdang
Areudsb-arg
Bindjeij
öoekowono
Diversen.
tand. Geuerai Trading
Restandbew. Max wel
Prei. Peru
üomni.
spoorwegen.
AanU. Hollandsehe Spoor
4 pCt. idem
Aand. Staats poor.
4 pOt. idem.
P.v Obi. Underground
8 Zuul ital. Spoor.
Aand. Waischau VVeenen
4 pUt. idem 10eHe Seri'
41/ Mosk. Kieuw Woi.
41/ Wladikawkas
Common iopeka.
4 pCt. Alg. Piyp Topeka
4 Conv. Bd. idem
95
94
30
30
157
158
150
150
145%
.45%
64%.
65 i6
17»/,6
17C
5%.
643
650
49
49
745
748i..p
00%
200
09%
591/
371/4
38
10
105%
78
78%
1UU' 6
r 1001/16
371/4
87%
1011
1OP/4
101-,
67'/
67V,6
213 1
213
89V
89/,
98%
95
98
93V
105
105%
988/,
98%
106V,
30%
150
3J/<
i'b/i
59 i5
49%
101
59
38
bA/lf
873/,
215
105'/p
Oommon Denver
Common Erie-
4 pCt. general Brio.
Common Kansas C. Son tu
Prei. Kansas 0. Sou
3 pCt. our. idem.
Common Missouri K. T.
4 pCt. lo nyp. idem,
4 pUt. Nat. Railw oi Mexici
Common New-York Ontaric
Common Norfolk
Common Rock island
Common Soutn Pacific
4 pOt. Convert idem
4 le Rei. Ptyp. idem.
Com. Southern Railw
Common Union Pacific
4 pOt. goad Obl. idem.
i Convert Obi. idem
Uomnio-A abash Sh.
Wabash Pittsburgh Ze Hyp
Loitn.
j pOt. Amsterdam 1874.
Witte Kruis.
2'/ pOt, Antwerpen 1887.
Congo.
4 pOt. Tneiss Keg.
Stad Madrid.
Turkije 1870
Prolongatie
KOEKs V AA VREEMDE BANKNO bjS
.3/,
'4/4
83'
06 >»lu
/8
34/,
973/,
lOl'i
42%
976/,
329/, 0
118
.171'
94
z7%
1
1.1/
(06
- 8
'i
108".,,
96%/,
ldö
71
L.
H.
33-/4
337,
30 /g
30'/
.3%
63 1,
34
60
60'78
72/
.31/,
34'Vl,
35'%
97
101%,
4 -b/«
43
97V
3/
33 /2
8
18
7
97
■'478
•2'%,.
27 1.
771
'Ol%0
id5
'6b
174
4 18
7'/.
105'i
80
u5(/
M 6'
70'/
•R.
83
Pruisische
Eranscne
Belgische
Enselsche
i 08,9o
f 47,75
f 47,60
f 1-2.0'
o;j --'O
1 4g,
i 47,85
t 12.