- A. ven der lite?, Bloemenmagazijn Deluxe Brooieklerij Smakelijk Brood MB9EBIE BLOEMWERKEN. Groote Markt 25, Witte- en T ricotgoederen. Mengelwerk. Uit den brand. „AD MATUS", Abonnement Serre- en Btoemtafels. van ustsfuitend prima kwaliteit. Een praatje over het eten. Het ontstaan van den politiehond. Telefoon Ho. i4Ti HAARLEM. SSnl JozefsgeseSlen-Vereenïgfng. Zijlstraat 10, b.d. Zijlbrug Telephoon 1355, Haarlem ÜESmi O. J, CARELS voorheen Paul Ratser, - lükseli verslag peupingmoester. Be- nocming verificateurs. Installatie. Verslag Centrale Rarti. Rondvraag. De leder worden verzocht zooveel mos-dijk tegenwoordig to zijn, vooral degenen die rog niet geïnstalleerd '/lj j 4-! Namens liet Bestuur, i - 'i-li c A. H.S c h r a m a, Seex SPECIALITEIT IN HAARLEM. R. K. Militaire Vereeniging. Zoetestraat 18. Het gebouw is dagelijks geopend, des avonds van 6—10 uur en op Zon- en feestdagen den geheeien dag. VereenigingsgebouwZoetestraat Ho. 18 Geopend des Zondags van 12-3 en van 5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uui 's avonds. - Liefdewerk St. Joseph's-Amhaclits- leerlingen, Patronaat voor Jongens van 12—16 jaar. Gevestigd in het St. Vincentlus- huis, Nieuwe Groenmarkt 22. Zondagavond van 6 uur tot half 7, ontspanning, godsdienstonderricht, spaarbank. Maandagavond van half 8 tot 9 u., hand- en lijnteckenen. Dinsdagavond van half 89 uur. hand- en lijnteekenen. Woensdagavond van half 89 uur Godsdienstonderricht. Donderdagavond van half 89 uur, handteekenen, taal, schrijven, reke nen, vormleer. Vrijdagavond van half 8—9 uur, taal, cshrijven, rekenen, vormleer en handteekenen. Het Bestuur is lederen Zondag avond te spreken aan bovenstaand adres van 6 uur tot half 8. EERBIED IN GODS HUIS. Onderaïd. v. d- Ned. E. K. Volksbond afd. Haarlem. Zij, die wenschen lid te worden van bovengenoemde vereeniging, kuDnen zich opgeven aan de volgende adres- gen# G. Telman, Gen. de la Reijstr. 68, Voorz.C, v. (Wieringen, Meester Joostenlaan 4, Secr.J. Antonisse, (Witte Heerensteeg 28rood, Penning meester; J. JDijt, Krom 8. J. v, d [Walle, L. Heerenvest 106. P. en J Umans, Anthoniestraat 61. A. Ruig rok V ooruitgangstraat 12. M- Her- benj .Tugelastraat 29. J. Heine, Brou wersstraat 55e. J. v. d, Aardt, Camphuisstraat 26. Jb. v. d. Vlist, Sclialkwijkerstraat. J. de Rooij, Een- drachtsti'. 12. H, Hugtenberg, Kam- perAngel 20. f\V. Campfes, Haxmen- jansweg 57B. J. Handgraaf, .Tulpen- straat 44rood. B. v. d. (Weiden, Ro- zensteeg lrood. (W;. Zandstra, Sout- manstr. 40. G. v, d. Veldt, Meester Joostenlaan 20. A, Verberne, Teding van Perkhoutstraat.. B. K. Veroaniging tot besoherming van meisjes, gen. „St. Martha." Het Bemiddelingsbureau der Vereeni «ring is geopend eiken Dinsdagmiddag van 12—2 uur, voor betrekkingen als dienstboden enz., Donkere Spmme 22 alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier ouders buiten de stad woonachtig zijn iederen Zondag- en Woensdagavon.. van 810 ure gelegenheid bestaat tegen de geringe vergoeding van 5 ct. per week haar vrijen tijd aangenaam en gezellig door te brengen. Aanmelding daartoe aan het „Te Huis" cp bovengenoemde avonden. St. EHsabethsvereeniging, inleveren van ziekenhriefjes Maan dagavond iusschen 7 uur en hall 0, Woensdag- en Vrijdagmiddag iusschen 1 en 2 uur, Jansstraat 49. i ST. ROSA-VEREENIGING. R.-K. Meisiespatronaat, gevestigd Nassa laan 22. Het doel dezer vereeniging is: Meisjes uit don arbeidenden stand, rail 1216-jarigen leeftijd, gratis "In bet naaien en aanverwante vak ken, alsook in bet knippen, te onder richten. Tevens ontvangen zo Godsdienst en Bijbelsch onderricht en Herha- Hngsonderwijs in bet lezen, schrijven bn rekenen. Het onderwijs wordt ge geven eiken avond der week, behal- j'c des Zaterdags, van half 7 tot aalf 9. Aangifte van leerlingen tweemaal (>er jaar, in December en Juli, op :en steeds in dit blad te vermelden latum. lb-K. Propagandaclub ,5Sf. Pefrus?'j Schoten (stadsgedeelte). Hot Bestuur bestaat uit de heeren: J. Th. Bakker, Voorzitter, Klooster- fraat 101. h J. van Kolk', Ie Secretaris; Paul trugerstraat SOroocL Tli. van Gei dorp, Penningmeester, ïprneostraaï 15. P. Bears, 2a Secretaris; le Booge- foerddwarssiraat 12.. H. M. A. Mathot, Commissarisj Dr. Leydsstraat 74. 1 l i St. Maria-vereen!ging. R. K. Vereeniging tot bestrijding van bet drankmisbruik vergadert elke twee maand en j hetwelk vooraf in de agenda dezer courant wordt bekend gemaakt. De Mariaver. heeft een onderafdee- ling,- Meisjesbond, voor leden van 11—16 jaar,- die ook tweemaandelijks vergadert op, Zondags rs namidd. 4 uur in !t gebouw St. Bavof Smedestraat. In de vergadering is gelegenheid zich voor het lidmaatschap, te laten inschrij ven; lusschentijds bij het secretariaat der vereeniging Z ij 1 w e g 2 L Het Bestuur is voor ouders en be langhebbenden te spreken eiken eer sten Woensdag der maand van l- Af 3 tot half 5. GELOOF EN WETENSCHAP. Vereeniging tot bevordering van de wetenschap onder de meer- ontwikkelde Katholieken. Deze vereeniging bezit een eigen Bibliotheek, gevestigd in het Heeren huis Jansstr. 49 ,waar verschillende tijdschriften ter lezing liggen, en die een keur van apologetische, literaire, historische en romantische lectuur bevat. De Bibliotheek is "vopond voor be zoek en het afhalen van hoeken (doch alleen voor de leden der veree niging) op Dinsdagavond van 8 uur tot half 10, op Woensdagmiddag van 2—4 uur, en op Vrijdagavond van 8 uur tot half 10. Aai.nifte voor het lidmaatschap (minimum 2.50 per jaar) te richten tot dc.. heer G. Leusen, 2de secreta ris, Groote Houtstraat. Juffrouw Ribble schuierde Hen hoed van haai' man af in de kamer, die met een kleine alkoof, waar de heide kinderen sliepen, hun geheel© woning vormde. Er was niet veel glans meer op den hoed en juffrouw Ribhl# overhandigde hem met een zucht Meer kan ik er, helaas, piet aan doen, zei ze droevig. Dank je lieve, zei mijnheer Rihhle. Ik geloof, dat hij het nog wel een week zal uithouden en daar na heb ik hem misschien niet meer noodig. Zeg dat nu niet, August, zei juffrouw Ribble moedig. En wees niet ontmoedigd. Ik ben er zeker van, dat je vandaag meer geluk zult hebben ik heb ex een voorge voel van. Zij had oerrige moeite om vast heid a.an haar stem te geven. Zij had dat n.l al zoo dikwijls'gezegd en 't- geluk was reeds zoolang ver dwenen Van den dag af, dat hij op 35-jarigen leeftijd ontslagen was als onderwijzer had hij pech gehad De mensehen schenen geen geloof aan zijn woorden te hechten Hij was geen zakenman, zeiden ze, en dat was gemoedelijk ook zoo Hij was handelsvertegenwoordiger ge worden, omdat zulk een haantje zich had voorgedaan en er niets anders te doen scheen. Hij had het land er aan en orders kwamen niet bin nen, ondanks het feit, dat hij zijn best. deed. Dat kwam, zooals mijn- lieer Jubkin zeide: Je hebt geen flux de bouclie, Ribble De heer Jubkin, uitvinder en ver vaardiger van Jubkin's onfeilbaar br a-ndb lus cli a p p axaat, profiteerde bijzonder van dit gebrek van den heer Ribble, want hij liet hem uit sluitend tegen provisie werken, en op een kleine provisie, die geregeld verminderd werd Probeer het eens met huis aan huis te hellen, zei mijnheer Jubkin. Dat is de manier. Het was een manier van werken, die mijnheer Ribble niet kon be koren. Huisknechts snauwden hem af, wanneer hij mevrouw vroeg te spreken en dienstmeisjes lachten hem i.n zijn gezicht uit. En wan neer hij zijn doel bereikte, raakte hij heelemaal kluts kwijt, waut dan voelde hij zich niet op zijn plaats en het brajidbltischmateriaal kon hij zonder welsprekendheid niet aan den man brengen. Gisteren was hij zelfs door een snibbige oude juffrouw gewaar schuwd dat zij hem zou laten in rekenen, daar zij een inbreker in hem zag, zoo stotterde en zoo ver ward was hij. Alsof inbrekers ge woon zijn te stotteren en te stame len. En vandaag moest hij nu weer beginnen, Ik wou, dat ik wat anders had, zei hij bitter. De manschen willen er niet aan. En wat moet er van de kinderen worden O, die maken het best, zei zijn vrouw En jij wordt zoo mager, Zei hij op den drempel; In het geheel niet-, 'Zei juffrouw Ribble glimlachend Maar toen August verdwenen' was langs de trap. met zijn tasüh in de hand, weende zij van verdriet Het schijnt zoo hopeloos, fluister de ze en ging .zitten schilderen aan de waaiers, die zij nu en dan maak te, om eenige stuivers te kunnen voegen bij het kleine inkomen van haar echtgenoot. Het moge de moed der wanhoop zijn geweest, maar zooveel is zeker, dat toon de heer Ribble zijn schre den wendde naar de rijkste wijken van de stad, hij nooit te voren met zooveel vuur en ijver was vertrok ken, om zijn artikelen aan den man te txrengen Als hij nu slechts de kans 'kreeg iemand 'te spreken te krijgen, dan moest er verkocht wor den Het was niet het weer dat hem inspireerde, want het was mistig en triestig, en evenmin kwam hei, om dat hij goed geslapen en gegeten had, want er was van geen van heide iets gekomen Ja, ik gevoel bepaald, dat Bet gelukken zal, zei bij, en zich af vragend waarom, Marie is over tuigd dat ik geluk zal hebben van daag en. zij kan gelijk hebben Dr gebeuren geregeld ongelukken en er behoeft niet aan getwijfeld, of Jub kin's uitvinding is prachtig In dien de menschen slechts beseffen, welk gevaar in brand schuilt Dat is de quaestie Assurantie kan u niet alles teruggeven, mevrouw U krijgt do waarde wel terug, ma,ar hoeveel voorwerpen zijn_ er niet-, waaraan herinneringen zijn verbon den Een kleinigheid belegd in Jub kin's onfeilbare brandbluschfakkels beteekent niet alleen, dat uwe on schatbare bezittingen veilig' zullen zijn ingeval van brand, maar u zult u ook op uw gemak bevinden, se cuur, secuur is in het Hollandsch vrij van zorg, u koopt u daar mede dus uw gemoedsrust. Aldus een speech houdende voor de denkbeeldige cliënten, wandelde de heer Ribble dapper door. Veronderstel, dat ik eens 20 fak kels verkocht tegen drie gulden dat is niet onmogelijk. Do heer Ribble had steeds meer voor de klassieke letteren danvoor de rekenkunde gevoeld, maar hij had toch spoedig uitgerekend, dat hij in dat geval zes gulden verdiende het geen meer was dan hij in de ge heele vorige week had thuis ge bracht. Terwijl een order van 40 stuks. Een blok heerenhuizen van ouder- wetsehe maai' elegante architectuur, die, zooals de beer Ribble wist, meestal door rijke mensohen worden bewoond, leidde zijn aandacht af en hij keek er naa-r met het oog vva;n een man van zaken. Ik hoop nu maar, dat zij niet eerder zijn lastig gevallen, mom pelde hij, nog even zijn hoed met- zijn mouw opstrijkende, voor bij Hij no 1 aan de schel trok Hij geloof de niet in bellen, op grond, dat dienstboden het zelden hooran en als zij het hooren en open doen, zijn ze geregeld nijdig, wanneer iemand van mindere beteekenis daai een markies zich aanmeldt. Hij had echter nu toch eenig ge luk, want ondanks de bittere koude, wordt de deur in minder dan een minuut opengedaan. Ik hem hem de heer Rihhle moest zich geweld aandoen. Hm, zou ik het genoegen mogen hebben, even mijnheer te kunnen spreken Het dienstmeisje keek hem aan Mijnheer wenscht op dit uur niet gestoord te worden Vanmiddag Misschien, zei de heer Ribble kor daat kan ik mevrouw spreken, een ©ogenblik maar. Is het belangrijk? vroeg de meid Zeer' belangrijk, antwoordde de heer Rihhle Het was misschien een jong meis je, of zij voelde medelijden met het niet minder gedistingeerd voorko men van den heer Ribble, ofschoon dienstmeisjes in dat geval zeer zel den aan medelijden mank gaan, maar zij liet hem binnen (Wil u even binnen gaan, dan zal ik de juffrouw vragen of zij u wil ontvangen De heer Rihhle werd alleen ge laten dn een vertrek, dat dienst scheen te doen als bibliotheek, want aan alle kanten stonden kasten, met boeken volgepropt Hij zou er gaar ne zijn eerstvolgend maal aan ge geven hebben al lag dit ook nog in 't ver verschiet van alle waar schijnlijkheid had hij eenige van deze schatten eens kunnen inzien, maar het zou niet beleefd zijn en evenmin zakelijk Daarom besteed de hij zijn tijd aan het uitpakken van zijn tasch en va|n de kunst grepen van bet bedrijf, waardoor een bewoner tegen wil en dank ver plicht was te luisteren naar de deug den van de fakkels, wanneer deze weder werden ingepakt. Goeden morgen Ik ben bang, dat vader 't te druk heeft om u te ont vangen. Kan ik ,0. Een elegante jonge dame met prachtig zwart haar en een roode japon (juist de kleur om de honden verre te houden, dacht, de heer Rih hle, die al berekende, wat het wel zou kosten, als Marie zoo iets kreeg) was de kamer binnen gekomen vol ijver om recht te doen wedervaren aan den bezoeker van, haar yader, toen hare oogen die op den' Beer Ribble waren gericht, met een pret tige, openhartige uitdrukking plot seling den hoop .Jubkin's onfeilbare brandblusohmiddelen (in fakkels) ontdekten, die door den heer Ribble op den grond waren gelegd; O, zei ze, u hebt deze laten val len Het was den heer Rihhle, of 'zijn keel w^xd toegeschroefd; 'Me— vrouw] ik vraag .Dar den. Verlangend zijnde om te ver- koopen. Do lieer Ribble kwam niet verder. [IVat is dat? vroeg .zij nieuws gierig Brandhluschmiddelen. zei mijn beer Ribble als een automaat, Jub kin's .Onfeilbare branHblusebmidde- len (in fakkels) Ha ik zie het al u Svilcle aan vader er eenige verkoopen Zoo werd de lieer Ribble weer aan zijn beroep herinnerd. Het is mijn beroep, deze te ver koopen, legde hij uit. Ik vrees, dat ik u niet derangeer, het is dikwijls zoo moeilijk om iemand te spreken te krijgen. Daar is tijd voor Jioo- dig en...,. Ik zie liet-, zei 'het meisje. Zou het mogelijk zijn vroeg de heer Ribhle, wiens welsprekendheid belaas cr niet op berekend was partij te trekken van een medelijdend hart, zou het mogelijk zijn u er eenige te verkoopen Zij zijn beslist on misbaar. Dat geloof ik gaarne, was bet vriendelijke antwoord, maar, zooals ge ziet, hebben wij er reeds osnige van een ander merk Zij wees op eenige groote fles- sohen, die tegen den kant op een kast stonden en die aan de aan dacht des heeren Ribble's niet zeer kritisehen blik waren ontsnapt Ik zie, het spijt me, dat ik u heb lastig gevallen Ik De heer Rib ble liep in de richting van de deur, terwijl hij sprak en keerde toen oln (Mevrouw, Jubkin is onfeilbaar, be- paald onmisbaar een bibliotheek, die. alleen deze boeken..denk eens aan de mogelijkheid, dat zij vlam vatten en die flesschen ble ken niet te beantwoorden aan het doel De smeekende stem van den heer Ribble moest het meisje iets van zijn wanhopige positie hebben doen begrijpen, want zij sprak: Nu, ik weet dat mijn vader steeds bezorgd is voor zijn boeken, en als uw fakkels werkelijk doei treffend zijn. Vergun mij het u aan te toonen De lieer Ribble hield een proef- fakkel in een bevende .hand (Wil deze nu even over den haard uit strooien Zij nam den fakkel en boog zich voorover Het volgend oogenblik en voor de fakkel was gebruikt, flikkerde een vlam hoog boven het groote houtvuur hij toeval op en het vol gend oogenblik stond zij in brand Zij gaf een gil, maar mijnheer Rib ble toonde tot zijn eigen verwonde ring, hoe kalm hij was en bedaard zeide Blijf staan, het is dadelijk uit.I Tegelijkertijd greep hij haar den fakkel uit de hand en strooide den inhoud over haar uit Tot zijn gxoo- tcn schrik groeide het kleine vlam metje terstond tot een groote aan, alsof hij olie over haar in plaats van Jubkin's Onfeilbaar Brani- bluscbmiddel (in fakkels) had uit gestrooid, Het hart ven den heer Ribble klopte zoo bard, dat zijn ribben ge vaar liepen te breken. Nooit had liij kunnen denken, dat hij voor een bedrieger had gereisd. Het geloof in bet feit, dat hij ten minste eer lijk werk verrichtte, had hem in vele uren van ontmoediging staan de gehouden. Hij zou liever van honger gestorven zijn, dan zulk een werkkring Je aanvaarden. En nu, op het kritiek moment had het ding geweigerd en de gevolgen van zijn fout verlamden hem bijna De vlammen lekten aan zijn lin kerhand, waarmede bij den fakkel vasthield Gelukkig begon- het meis je te gillen en dit bracht hem tot bezinning. Hij greep eenige kleedjes, die op den grond lagen, en sloeg ze om het meisje heen, waarna hij haar op den grond legde en nog meer kleeden, over haar heen sta,- pelde. Dank u. 1 Een half verstikte sten, waaruit echter diep gevoelde erkentelijkheid sprak kwam onder den hoop van daan, en mijnheer Ribble stond op ternauwernood wetend wa.t bij had gedaan, Zijn handen deden pijn en hij voelde eene eigenaardige tinte ling aan zijn slapen Ik hoop, dat u zich niet bezeerd heeft, stamelde hij Ik zou het mij nooit vergeven Ik wist .3,33 II hebt mii het leven gered, zei ze, en op dat oogenblik ging de deur open en een man met grijzend haar kwam haastig binnen "'JBctsy, zei hij, en bleef verbaasd sta,an,i Het is niets vader zei het meisje Deze heer heeft juist mijn, leven gered Ik stond in brand En de heer Ribhle bleek een Beid te zijn Het duurde ©enigen tijd voor hij begreep, dat men hem bedankte en niet vervloekte Hij had ver wacht, de deur uitgetrapt te .wor den en zou iedere bestraffing piet gelatenheid hebben ondergaaAj 'Maar na yerloop van een half uur, toen zijn verbrande handen wa ren verbonden en een glas wijn hem wat op zijn gemak had gebracht, vernam hij, dat de heer Essington, eigenaar van die prachtig1© biblio theek zich afvroeg wat hij wel voor hem, den heer Ribble zou kunnen doen, om zijne dankbaarbeid te too nen .voor het 'zoo moedig en met zoo veel tegenwoordigheid van geest redden van zijn dochter; Maar het was mijn schuld protes teerde do heer Ribble) Volstrekt niet, mijnheer, in] Bet geheel niet, zei de oude heter,. E11 zij is heelemaal ongedeerd; Vertel pu, wat (kas ïB XiÖOE u 'dpetf'?; 4 De IWter Ribhle waagde het te vragen of mijnheer hem misschien zou willen toestaan de bibliotheek eens te bekijken (Vaarde beer, zoo lang en zoo dik wijls als ge verkiest' zei mijnheer Essington (Vacht- eenshij koek den heer Ribble onderzoekend a.aD, misschien had zijn dochter hem wc-I even. gepolst. Ik vraag mij af;-,.i of u mij misschien niet een biblio thecaris aan. de hand kunt doen 7 Ik heb het zoo druk en nu ik een nieuwo bibliotheek achter mijn huis heb laten bouwen, moet ik iemand hebben om alles in orde te brengen. Ik dacht, dat, als ik eens begon met f150 per maand te geven De neer Ribble keek hem aan. Als als U ,\eilt tocli niet peggen, dat u zelf er lust in hebt vroeg mijnheer Essington, blijkbaar verheugd (Vaarde Beer, als dat zoo is, zal ik er 200 van maken Van het eer ste oogenblik af' zag .ik, dat- u "bij het onderwijs waart geweest, op mijn j woord En aldus werd besloten, en de lieer Ribble zag' zijn hartewensch (vervuld En toen hij 'smiddags thuis kwam, en alles aan Marie ver telde, toen was het alsof een ver baal van Dickens aangevuld was met bet sprookje E11 Jubkin kan i voor mijn part naar den drommel loopen lieve! zei de Beer Ribble LEVERT: „Zeg me wat ge eet, en ik zeg u wat ge zijt." Men zou de onjuistheid van dit zin- netje onmiddellijk kunnen aangeven j door te zeggen „Goed en wel,- maar i paarden, die de haver verdienen krijgen haar niet, bij gebrek aan pasteitjes, die me toekomen, die passen bij mijn beschaving en ontwikkeling, stel ik me tevreden met de halve houtsnippen, die ik zelf vervaardig uit de waren van mijn broodbakker, kaashandelaar en boterboer. Men moet het zinnetje is het niet van Brillat-Savarindan ook niet ai te 1-elicriijk opvatten. Het be-doc/t slechts Ic zeggen, dat een mensch, d:io niet van tafelgenot houdt, geen beschaafd, ontwikkeld mensch is, dat de spijzen niet alleen dienen om i den honger, te stillen, maar ook 0111 j den smaak, het gemoed zelfs te streden. In gastrinomisch opzicht staat onze ni- t onvoorwaardelijk geprezen tijd niet bijs ter hoog en mo-eten wij, twintigste eeu- wers, het tegen onze smullende voor ouders, tegen de mens "hen uit dc grijze oudheid, keiijk aikggen, al gebruiken wij ook heel wat meer artikelen bij het eten dan zij. De heiden van Homerus wisten niets van messen, vorken, le pels, borden en servetten. T0.J1 aten ze en wit goed. De eerlijkheid ge biedt echt-er te zeggen, dat' er in den Ilias hier en daar messen worden ver meid, welke echter zelden gebruikt wer den. Vorken kwamen er in Europa eerst omstreeks 900 voor, een Byzan- tijnsche keizersdochter, gehuwd met den zoon van een Ven e liaan.sch doge, bracht het gebruik mee, zoodat, als voor zoo veel meer, Venetië voor dc vork de poort was, waardoor Europa werd ver overd. Langen tijd was het voldoende-, dat de heer een mes, de dame een vork had. B-orden, verschenen nog veel later, vervingen de stukjes brood of de houten schijven, welke tevoren denzelfden dienst deden. Toen ze waren uitgevon den, weiden ze bij voorkeur vervaar digd uit zilver of goud, zoodat zc alleen in de huiz-eli van den „rijkdom" voor kwamen. In den tijd van Homerus za ten koning en onderdanen gezamenlijk aan tafel. Ten tijde van Pericles lag men op rustbedden te eten, de Romei nen deden het de Grieken na, de Ger manen de Romeinen. De Franken keer den echter naar den bank en den stoel terug, waarbij hel standsverschil aan gegeven wérd door een kussen, dat op de zitplaats der .voorname personen werd gelegd. ITet ronddienen van de spijzen dtoor bedienden kwam reeds zéér vroeg voor, maar schijnt later in onbruik te zijn geraakt, daar het aan den höfmaadijd van Lodewijk XIV nog regel was, dat iedere gast zijn rantsoen zelf uit den gcmeenschappelijken schotel haalde, met dien verstande, dat een lepel, die naar den mond gebracht was, niet meer in den schotel mocht worden gedompeld Anna van Oostenrijk, ,,dc koningin mei de schoone handen", mocht, zonder aan stoot te geven, do hand in den ragout steken en haai: tafelbuur een hapje i.11 den mond practisecren deze weinig sma kelijke handeling gold zeils .voor. een onderscheiding. Over hetgeen er vroeger ge-gelen werd zouden kolommen te vullen zijn. Ge- braadt, brood, wijn, en vruchten was voor Agamemnon voldoende; „dezwar te soep. der Spartanen", bestaande uil pekel, azijn en stukken varkensvleescli smaakte den uitvinders voortreffelijk, maar de Romeinen wiiden iets anclers. Lucullus liet oenst wee schotels op dienen, waarvan de een was samenge steld uit de hersens van 500 struisvo gels en de andere uit 5000 tongetjes van zangvogels. In dLeu zot-weelderigen tijd stonden idci ko-s in hoog aanzien Anlo- nius schonk zijn kok als bolooning voor een nieuw gerecht een stad, welke bijna tweemaal zooveel inwoners telde als Alkmaar wat de man met al die monden gedaan heeft, welen we niet Gebraden dieren mochten slechts in hun geheel op tafel worden gebracht. Kei zer Doniitianus heeft eens een rijksraad bijeen geroepen over dc vraag of een buitengewoon tarbot ook.in stukken ge sneden mocht worden, liet hoogc col lego beantwoordde 11a ompei beraad de gewichtige vraag ontkennend en voer het reuzcndiPr moest een afzonderlijke pan worden vervaardigd. De volksverhuizing maakte een dikke sir een (loor de lafchvceldc, maar reeds onder Karei den Groote vond zc weer ingang en in dc middeleeuwen wed ijverden Hollanders, Franschen, Duit- schers en Engclschen in de kunst, zoo vee) én zoo lekker mogelijk te clcn. Hoe last werd -er gcgcienl üe ouden hadden hun hoofdmaaltijd 's avonds. In de middeleeuwen was het gewoonte 's morgens 0111 S uur het meeste, voedsel te gebruiken. I11 1700 was het tafeluur der toonaangevende kringen 11 uur, in 1800 ai men Iusschen 2 en 3 uur. Thans is er een groot ver schil in do etensuren, de Duilschers eltn hun middagmaal 's middags, de Fransehen 's namiddags, de Eugelsehen 's avonds da laatsten zijn dus weer 'bij het begin van den kringloop' en in ons land gaan we er mooi naar toe. Dok naar de struis.oge hersenen en de nachtegaal tongetjes Oi naar de zwarte soep?- - Eigen arrig dat er geen hoogesThcoï voor het koken is de edele kook kunst brengt het nog niet ho >ger dan laag en middelbaar. En to.h hee.t een Frunscb ti'.osoof den mi isler geluakig geprezen, die dcor aan een noodzake lijke inst-e iing zijn naam voor eeuwig verbond en verklaard, dat zijn lof in ailcr mond zou zijn! Dc li',-soci kon zich hiei.iij beroep;n op een klassiek voorganger, op Sardam-palus, die ais hoogste wijsheid op een zuil in Klein Azië deze woorden gri.te„Eet drinkt en weesl vrooiijk al het andere is onzin." Dat klinkt anders dan de -lijfspreuk van Molières Bek: Wij eten om te leven en leven niet 0111 te eten. Intusschcn Sardam- lus hee t zelf zijn schoone spreuk zeer slecht opgevolgd. Dit Ier waarschuwing van den lezer, die deze hoogste levenswijsheid in de praktijk zou wiiK-u brengen «1 bedrogen uit zou komen. In de „Nederlandsehe Jager" lezen we 't volgende verhaal, gedaan door Prof. Dr. Hans Gross le Graz: Toen ik bij bel gerecht te Feldbach, een kleine stad. in het oosten van Steier- mark, diende, bezat ik een klein Ra ti ler-teefje, nauwelijks twee vuisten groot, genaamd Sehrattl, Het diertje was zeer sierlijk, zwart met bruine pootjes, in Duitseh'.and zou men het een pincher noemen. Sehrattl was bui tengewoon intelligent en boosaardig, geiooflijk flink en zeer aanhankelijk; haar levensdoel was, kippen de vecrcn uitplukken en mijn reusaehtigen New foundlander te plagen, dien ik tegelij kertijd met Sehrattl hezal; deze ver droeg van het nietige diertje de onge looflijkste mishandelingen. Eens had ik iets le verrichten, twee uren van Feldbach. en gaf bevel Sehrattl op te sluiten en eerst na twee uren los le Laten. Terwijl ik nu ter plaatse met de boeren een vergadering had, voelde ik een beet in mijn kuit en wist lrcr- door dat mijn Sehrattl aanwezig was; want dit was haar manier, om van haar tegenwoordigheid te doen blijken. Ik wist dus, dat Sehrattl inet behulp van haar klein neusj-e een spoor kon volgen. Spoedig daarna kreeg zij jon gen, liep echter reeds den volgende dag, ;n haar grenzelooze lichtzinnigheid, ou dergewoonte met mij mee naar het ge rechtsgebouw. Ik vreesde, dat de pup pies honger zouden lijden, en zei dus na eenige uren: „Sehrattl, je puppies" en trachtte het gepiep der hongerige jongen 11a le boolsen". Schraltl luisterde en toen ik de deur opende-, liep zij weg naar huis, kwam echter weldr.ra te rug, toen do puppies verzorgd waren. Dit herhaald© zich dagelijks en ook toen de jongen reeds lang niet meer gezoogd werden, liep Sehrattl telken male naar huis. als ik het gepiep van de puppies nabootste. Ik maakte hier van dikwijls gebruik, om mijn vrouw een aan haar halsband, vastgebonden briefje te zenden en antwoord <l-,.or mid del van. Sehrattl te krijgen. Sehrattl kende nu een tweede kunst: berichten naar huis brengen. Maar Sehrattl kende nog iels. Op een avond in den zomer, tuen mijn griflier reeds weg was zag ik onder zijn schrijftafel een brieven tasch met een groote som gelds liggen. Ik wist, dat hij deze voor zijn tante had geïnd, «1 dot hij stellig zeer zou schrikken, als hij zijn portefeuille zou vermissen. Daar ik verder wist, dat hij eiken avoml na sluiting van hel bureau een wande ling maakle, besloot ik hem met be hulp van Schraltl op te zoeken. Ik liet Schraltl nu de portefeuille en de bureau- jas van den griffier besnuifcien, nam haar aan de lijn en zei: „zoele, zoek, Schralll trok mij nu mee naar de poorf en sloeg weldra een van de vele rich tingen in, waarin d© griffier kon zijn gegaan. Wij vonden hem dan ook spoe dig en ik wist dat Schralll 'n spoor kon volgen, berichten overbrengen en men- schen kon vinden. Ik wilde hem ook leerm voorwerpen te bewaken; dat was echter vergecfsche moeite, daar tiet kleine beest veel tc levendig en te on rustig was. Ik dacht echter: „Wat Sehrattl kan, dat kunnen stellig vele honden leeren" en zoo schreef ik het opstel over den „Gendarmeiiehond", zooals ik hen; eerst noemde; daarvan was alleen Sehiattl, die kleine, rakker-, de, oor zaak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 13