-
A. ven der lite?,
Bloemenmagazijn
Deluxe Brooieklerij
Smakelijk Brood
MB9EBIE BLOEMWERKEN.
Groote Markt 25,
Witte- en
T ricotgoederen.
Mengelwerk.
Uit den brand.
„AD MATUS",
Abonnement Serre- en Btoemtafels.
van ustsfuitend prima kwaliteit.
Een praatje over het
eten.
Het ontstaan van den
politiehond.
Telefoon Ho. i4Ti
HAARLEM.
SSnl JozefsgeseSlen-Vereenïgfng.
Zijlstraat 10, b.d. Zijlbrug
Telephoon 1355, Haarlem
ÜESmi O. J, CARELS
voorheen Paul Ratser,
-
lükseli verslag peupingmoester. Be-
nocming verificateurs. Installatie.
Verslag Centrale Rarti. Rondvraag.
De leder worden verzocht zooveel
mos-dijk tegenwoordig to zijn, vooral
degenen die rog niet geïnstalleerd
'/lj j 4-! Namens liet Bestuur,
i - 'i-li c A. H.S c h r a m a, Seex
SPECIALITEIT IN
HAARLEM.
R. K. Militaire Vereeniging.
Zoetestraat 18.
Het gebouw is dagelijks geopend, des
avonds van 6—10 uur en op Zon- en
feestdagen den geheeien dag.
VereenigingsgebouwZoetestraat Ho. 18
Geopend des Zondags van 12-3 en van
5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uui
's avonds. -
Liefdewerk St. Joseph's-Amhaclits-
leerlingen,
Patronaat voor Jongens van 12—16
jaar.
Gevestigd in het St. Vincentlus-
huis, Nieuwe Groenmarkt 22.
Zondagavond van 6 uur tot half 7,
ontspanning, godsdienstonderricht,
spaarbank.
Maandagavond van half 8 tot 9 u.,
hand- en lijnteckenen.
Dinsdagavond van half 89 uur.
hand- en lijnteekenen.
Woensdagavond van half 89 uur
Godsdienstonderricht.
Donderdagavond van half 89 uur,
handteekenen, taal, schrijven, reke
nen, vormleer.
Vrijdagavond van half 8—9 uur,
taal, cshrijven, rekenen, vormleer en
handteekenen.
Het Bestuur is lederen Zondag
avond te spreken aan bovenstaand
adres van 6 uur tot half 8.
EERBIED IN GODS HUIS.
Onderaïd. v. d- Ned. E. K. Volksbond
afd. Haarlem.
Zij, die wenschen lid te worden van
bovengenoemde vereeniging, kuDnen
zich opgeven aan de volgende adres-
gen#
G. Telman, Gen. de la Reijstr. 68,
Voorz.C, v. (Wieringen, Meester
Joostenlaan 4, Secr.J. Antonisse,
(Witte Heerensteeg 28rood, Penning
meester; J. JDijt, Krom 8. J. v, d
[Walle, L. Heerenvest 106. P. en J
Umans, Anthoniestraat 61. A. Ruig
rok V ooruitgangstraat 12. M- Her-
benj .Tugelastraat 29. J. Heine, Brou
wersstraat 55e. J. v. d, Aardt,
Camphuisstraat 26. Jb. v. d. Vlist,
Sclialkwijkerstraat. J. de Rooij, Een-
drachtsti'. 12. H, Hugtenberg, Kam-
perAngel 20. f\V. Campfes, Haxmen-
jansweg 57B. J. Handgraaf, .Tulpen-
straat 44rood. B. v. d. (Weiden, Ro-
zensteeg lrood. (W;. Zandstra, Sout-
manstr. 40. G. v, d. Veldt, Meester
Joostenlaan 20. A, Verberne, Teding
van Perkhoutstraat..
B. K. Veroaniging tot besoherming
van meisjes, gen. „St. Martha."
Het Bemiddelingsbureau der Vereeni
«ring is geopend eiken Dinsdagmiddag
van 12—2 uur, voor betrekkingen als
dienstboden enz., Donkere Spmme 22
alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier
ouders buiten de stad woonachtig zijn
iederen Zondag- en Woensdagavon.. van
810 ure gelegenheid bestaat tegen de
geringe vergoeding van 5 ct. per week
haar vrijen tijd aangenaam en gezellig
door te brengen.
Aanmelding daartoe aan het „Te Huis"
cp bovengenoemde avonden.
St. EHsabethsvereeniging,
inleveren van ziekenhriefjes Maan
dagavond iusschen 7 uur en hall 0,
Woensdag- en Vrijdagmiddag iusschen
1 en 2 uur, Jansstraat 49.
i
ST. ROSA-VEREENIGING.
R.-K. Meisiespatronaat, gevestigd
Nassa laan 22.
Het doel dezer vereeniging is:
Meisjes uit don arbeidenden stand,
rail 1216-jarigen leeftijd, gratis
"In bet naaien en aanverwante vak
ken, alsook in bet knippen, te onder
richten.
Tevens ontvangen zo Godsdienst
en Bijbelsch onderricht en Herha-
Hngsonderwijs in bet lezen, schrijven
bn rekenen. Het onderwijs wordt ge
geven eiken avond der week, behal-
j'c des Zaterdags, van half 7 tot
aalf 9.
Aangifte van leerlingen tweemaal
(>er jaar, in December en Juli, op
:en steeds in dit blad te vermelden
latum.
lb-K. Propagandaclub ,5Sf. Pefrus?'j
Schoten (stadsgedeelte).
Hot Bestuur bestaat uit de heeren:
J. Th. Bakker, Voorzitter, Klooster-
fraat 101.
h J. van Kolk', Ie Secretaris; Paul
trugerstraat SOroocL
Tli. van Gei dorp, Penningmeester,
ïprneostraaï 15.
P. Bears, 2a Secretaris; le Booge-
foerddwarssiraat 12..
H. M. A. Mathot, Commissarisj Dr.
Leydsstraat 74. 1 l i
St. Maria-vereen!ging.
R. K. Vereeniging tot bestrijding van
bet drankmisbruik vergadert elke twee
maand en j hetwelk vooraf in de agenda
dezer courant wordt bekend gemaakt.
De Mariaver. heeft een onderafdee-
ling,- Meisjesbond, voor leden van
11—16 jaar,- die ook tweemaandelijks
vergadert op, Zondags rs namidd. 4 uur
in !t gebouw St. Bavof Smedestraat.
In de vergadering is gelegenheid zich
voor het lidmaatschap, te laten inschrij
ven; lusschentijds bij het secretariaat
der vereeniging Z ij 1 w e g 2 L
Het Bestuur is voor ouders en be
langhebbenden te spreken eiken eer
sten Woensdag der maand van l- Af
3 tot half 5.
GELOOF EN WETENSCHAP.
Vereeniging tot bevordering van de
wetenschap onder de meer-
ontwikkelde Katholieken.
Deze vereeniging bezit een eigen
Bibliotheek, gevestigd in het Heeren
huis Jansstr. 49 ,waar verschillende
tijdschriften ter lezing liggen, en die
een keur van apologetische, literaire,
historische en romantische lectuur
bevat.
De Bibliotheek is "vopond voor be
zoek en het afhalen van hoeken
(doch alleen voor de leden der veree
niging) op Dinsdagavond van 8 uur
tot half 10, op Woensdagmiddag van
2—4 uur, en op Vrijdagavond van 8
uur tot half 10.
Aai.nifte voor het lidmaatschap
(minimum 2.50 per jaar) te richten
tot dc.. heer G. Leusen, 2de secreta
ris, Groote Houtstraat.
Juffrouw Ribble schuierde Hen
hoed van haai' man af in de kamer,
die met een kleine alkoof, waar de
heide kinderen sliepen, hun geheel©
woning vormde. Er was niet veel
glans meer op den hoed en juffrouw
Ribhl# overhandigde hem met een
zucht
Meer kan ik er, helaas, piet
aan doen, zei ze droevig.
Dank je lieve, zei mijnheer
Rihhle. Ik geloof, dat hij het nog
wel een week zal uithouden en daar
na heb ik hem misschien niet meer
noodig.
Zeg dat nu niet, August, zei
juffrouw Ribble moedig. En wees
niet ontmoedigd. Ik ben er zeker
van, dat je vandaag meer geluk zult
hebben ik heb ex een voorge
voel van.
Zij had oerrige moeite om vast
heid a.an haar stem te geven. Zij
had dat n.l al zoo dikwijls'gezegd
en 't- geluk was reeds zoolang ver
dwenen Van den dag af, dat hij
op 35-jarigen leeftijd ontslagen was
als onderwijzer had hij pech gehad
De mensehen schenen geen geloof
aan zijn woorden te hechten Hij
was geen zakenman, zeiden ze, en
dat was gemoedelijk ook zoo Hij
was handelsvertegenwoordiger ge
worden, omdat zulk een haantje zich
had voorgedaan en er niets anders
te doen scheen. Hij had het land
er aan en orders kwamen niet bin
nen, ondanks het feit, dat hij zijn
best. deed. Dat kwam, zooals mijn-
lieer Jubkin zeide: Je hebt geen
flux de bouclie, Ribble
De heer Jubkin, uitvinder en ver
vaardiger van Jubkin's onfeilbaar
br a-ndb lus cli a p p axaat, profiteerde
bijzonder van dit gebrek van den
heer Ribble, want hij liet hem uit
sluitend tegen provisie werken, en
op een kleine provisie, die geregeld
verminderd werd
Probeer het eens met huis aan
huis te hellen, zei mijnheer Jubkin.
Dat is de manier.
Het was een manier van werken,
die mijnheer Ribble niet kon be
koren. Huisknechts snauwden hem
af, wanneer hij mevrouw vroeg te
spreken en dienstmeisjes lachten
hem i.n zijn gezicht uit. En wan
neer hij zijn doel bereikte, raakte
hij heelemaal kluts kwijt, waut
dan voelde hij zich niet op zijn
plaats en het brajidbltischmateriaal
kon hij zonder welsprekendheid niet
aan den man brengen.
Gisteren was hij zelfs door een
snibbige oude juffrouw gewaar
schuwd dat zij hem zou laten in
rekenen, daar zij een inbreker in
hem zag, zoo stotterde en zoo ver
ward was hij. Alsof inbrekers ge
woon zijn te stotteren en te stame
len. En vandaag moest hij nu weer
beginnen,
Ik wou, dat ik wat anders
had, zei hij bitter. De manschen
willen er niet aan. En wat moet
er van de kinderen worden
O, die maken het best, zei
zijn vrouw
En jij wordt zoo mager, Zei
hij op den drempel;
In het geheel niet-, 'Zei juffrouw
Ribble glimlachend
Maar toen August verdwenen' was
langs de trap. met zijn tasüh in
de hand, weende zij van verdriet
Het schijnt zoo hopeloos, fluister
de ze en ging .zitten schilderen aan
de waaiers, die zij nu en dan maak
te, om eenige stuivers te kunnen
voegen bij het kleine inkomen van
haar echtgenoot.
Het moge de moed der wanhoop
zijn geweest, maar zooveel is zeker,
dat toon de heer Ribble zijn schre
den wendde naar de rijkste wijken
van de stad, hij nooit te voren met
zooveel vuur en ijver was vertrok
ken, om zijn artikelen aan den man
te txrengen Als hij nu slechts de
kans 'kreeg iemand 'te spreken te
krijgen, dan moest er verkocht wor
den Het was niet het weer dat hem
inspireerde, want het was mistig en
triestig, en evenmin kwam hei, om
dat hij goed geslapen en gegeten
had, want er was van geen van
heide iets gekomen
Ja, ik gevoel bepaald, dat Bet
gelukken zal, zei bij, en zich af
vragend waarom, Marie is over
tuigd dat ik geluk zal hebben van
daag en. zij kan gelijk hebben Dr
gebeuren geregeld ongelukken en er
behoeft niet aan getwijfeld, of Jub
kin's uitvinding is prachtig In
dien de menschen slechts beseffen,
welk gevaar in brand schuilt
Dat is de quaestie Assurantie kan
u niet alles teruggeven, mevrouw
U krijgt do waarde wel terug, ma,ar
hoeveel voorwerpen zijn_ er niet-,
waaraan herinneringen zijn verbon
den Een kleinigheid belegd in Jub
kin's onfeilbare brandbluschfakkels
beteekent niet alleen, dat uwe on
schatbare bezittingen veilig' zullen
zijn ingeval van brand, maar u zult
u ook op uw gemak bevinden, se
cuur, secuur is in het Hollandsch
vrij van zorg, u koopt u daar
mede dus uw gemoedsrust.
Aldus een speech houdende voor
de denkbeeldige cliënten, wandelde
de heer Ribble dapper door.
Veronderstel, dat ik eens 20 fak
kels verkocht tegen drie gulden
dat is niet onmogelijk.
Do heer Ribble had steeds meer
voor de klassieke letteren danvoor
de rekenkunde gevoeld, maar hij had
toch spoedig uitgerekend, dat hij in
dat geval zes gulden verdiende het
geen meer was dan hij in de ge
heele vorige week had thuis ge
bracht.
Terwijl een order van 40 stuks.
Een blok heerenhuizen van ouder-
wetsehe maai' elegante architectuur,
die, zooals de beer Ribble wist,
meestal door rijke mensohen worden
bewoond, leidde zijn aandacht af en
hij keek er naa-r met het oog vva;n
een man van zaken.
Ik hoop nu maar, dat zij niet
eerder zijn lastig gevallen, mom
pelde hij, nog even zijn hoed met-
zijn mouw opstrijkende, voor bij Hij
no 1 aan de schel trok Hij geloof
de niet in bellen, op grond, dat
dienstboden het zelden hooran en
als zij het hooren en open doen,
zijn ze geregeld nijdig, wanneer
iemand van mindere beteekenis daai
een markies zich aanmeldt.
Hij had echter nu toch eenig ge
luk, want ondanks de bittere koude,
wordt de deur in minder dan een
minuut opengedaan.
Ik hem hem de heer
Rihhle moest zich geweld aandoen.
Hm, zou ik het genoegen mogen
hebben, even mijnheer te kunnen
spreken
Het dienstmeisje keek hem aan
Mijnheer wenscht op dit uur niet
gestoord te worden Vanmiddag
Misschien, zei de heer Ribble kor
daat kan ik mevrouw spreken,
een ©ogenblik maar.
Is het belangrijk? vroeg de meid
Zeer' belangrijk, antwoordde de
heer Rihhle
Het was misschien een jong meis
je, of zij voelde medelijden met het
niet minder gedistingeerd voorko
men van den heer Ribble, ofschoon
dienstmeisjes in dat geval zeer zel
den aan medelijden mank gaan, maar
zij liet hem binnen
(Wil u even binnen gaan, dan zal
ik de juffrouw vragen of zij u wil
ontvangen
De heer Rihhle werd alleen ge
laten dn een vertrek, dat dienst
scheen te doen als bibliotheek, want
aan alle kanten stonden kasten, met
boeken volgepropt Hij zou er gaar
ne zijn eerstvolgend maal aan ge
geven hebben al lag dit ook nog
in 't ver verschiet van alle waar
schijnlijkheid had hij eenige van
deze schatten eens kunnen inzien,
maar het zou niet beleefd zijn en
evenmin zakelijk Daarom besteed
de hij zijn tijd aan het uitpakken
van zijn tasch en va|n de kunst
grepen van bet bedrijf, waardoor
een bewoner tegen wil en dank ver
plicht was te luisteren naar de deug
den van de fakkels, wanneer deze
weder werden ingepakt.
Goeden morgen Ik ben bang, dat
vader 't te druk heeft om u te ont
vangen. Kan ik ,0.
Een elegante jonge dame met
prachtig zwart haar en een roode
japon (juist de kleur om de honden
verre te houden, dacht, de heer Rih
hle, die al berekende, wat het wel
zou kosten, als Marie zoo iets kreeg)
was de kamer binnen gekomen vol
ijver om recht te doen wedervaren
aan den bezoeker van, haar yader,
toen hare oogen die op den' Beer
Ribble waren gericht, met een pret
tige, openhartige uitdrukking plot
seling den hoop .Jubkin's onfeilbare
brandblusohmiddelen (in fakkels)
ontdekten, die door den heer Ribble
op den grond waren gelegd;
O, zei ze, u hebt deze laten val
len
Het was den heer Rihhle, of 'zijn
keel w^xd toegeschroefd;
'Me— vrouw] ik vraag .Dar
den. Verlangend zijnde om te ver-
koopen.
Do lieer Ribble kwam niet verder.
[IVat is dat? vroeg .zij nieuws
gierig
Brandhluschmiddelen. zei mijn
beer Ribble als een automaat, Jub
kin's .Onfeilbare branHblusebmidde-
len (in fakkels)
Ha ik zie het al u Svilcle
aan vader er eenige verkoopen
Zoo werd de lieer Ribble weer
aan zijn beroep herinnerd.
Het is mijn beroep, deze te ver
koopen, legde hij uit. Ik vrees, dat
ik u niet derangeer, het is dikwijls
zoo moeilijk om iemand te spreken
te krijgen. Daar is tijd voor Jioo-
dig en...,.
Ik zie liet-, zei 'het meisje.
Zou het mogelijk zijn vroeg de
heer Ribhle, wiens welsprekendheid
belaas cr niet op berekend was partij
te trekken van een medelijdend hart,
zou het mogelijk zijn u er eenige
te verkoopen Zij zijn beslist on
misbaar.
Dat geloof ik gaarne, was bet
vriendelijke antwoord, maar, zooals
ge ziet, hebben wij er reeds osnige
van een ander merk
Zij wees op eenige groote fles-
sohen, die tegen den kant op een
kast stonden en die aan de aan
dacht des heeren Ribble's niet zeer
kritisehen blik waren ontsnapt
Ik zie, het spijt me, dat ik u heb
lastig gevallen Ik De heer Rib
ble liep in de richting van de deur,
terwijl hij sprak en keerde toen oln
(Mevrouw, Jubkin is onfeilbaar, be-
paald onmisbaar een bibliotheek,
die. alleen deze boeken..denk
eens aan de mogelijkheid, dat zij
vlam vatten en die flesschen ble
ken niet te beantwoorden aan het
doel
De smeekende stem van den heer
Ribble moest het meisje iets van
zijn wanhopige positie hebben doen
begrijpen, want zij sprak:
Nu, ik weet dat mijn vader steeds
bezorgd is voor zijn boeken, en als
uw fakkels werkelijk doei treffend
zijn.
Vergun mij het u aan te toonen
De lieer Ribble hield een proef-
fakkel in een bevende .hand (Wil
deze nu even over den haard uit
strooien
Zij nam den fakkel en boog zich
voorover
Het volgend oogenblik en voor
de fakkel was gebruikt, flikkerde
een vlam hoog boven het groote
houtvuur hij toeval op en het vol
gend oogenblik stond zij in brand
Zij gaf een gil, maar mijnheer Rib
ble toonde tot zijn eigen verwonde
ring, hoe kalm hij was en bedaard
zeide
Blijf staan, het is dadelijk uit.I
Tegelijkertijd greep hij haar den
fakkel uit de hand en strooide den
inhoud over haar uit Tot zijn gxoo-
tcn schrik groeide het kleine vlam
metje terstond tot een groote aan,
alsof hij olie over haar in plaats
van Jubkin's Onfeilbaar Brani-
bluscbmiddel (in fakkels) had uit
gestrooid,
Het hart ven den heer Ribble
klopte zoo bard, dat zijn ribben ge
vaar liepen te breken. Nooit had
liij kunnen denken, dat hij voor een
bedrieger had gereisd. Het geloof
in bet feit, dat hij ten minste eer
lijk werk verrichtte, had hem in
vele uren van ontmoediging staan
de gehouden. Hij zou liever van
honger gestorven zijn, dan zulk een
werkkring Je aanvaarden. En nu,
op het kritiek moment had het ding
geweigerd en de gevolgen van zijn
fout verlamden hem bijna
De vlammen lekten aan zijn lin
kerhand, waarmede bij den fakkel
vasthield Gelukkig begon- het meis
je te gillen en dit bracht hem tot
bezinning. Hij greep eenige kleedjes,
die op den grond lagen, en sloeg
ze om het meisje heen, waarna hij
haar op den grond legde en nog
meer kleeden, over haar heen sta,-
pelde.
Dank u. 1
Een half verstikte sten, waaruit
echter diep gevoelde erkentelijkheid
sprak kwam onder den hoop van
daan, en mijnheer Ribble stond op
ternauwernood wetend wa.t bij had
gedaan, Zijn handen deden pijn en
hij voelde eene eigenaardige tinte
ling aan zijn slapen
Ik hoop, dat u zich niet bezeerd
heeft, stamelde hij Ik zou het mij
nooit vergeven Ik wist .3,33
II hebt mii het leven gered, zei
ze, en op dat oogenblik ging de
deur open en een man met grijzend
haar kwam haastig binnen
"'JBctsy, zei hij, en bleef verbaasd
sta,an,i
Het is niets vader zei het meisje
Deze heer heeft juist mijn, leven
gered Ik stond in brand
En de heer Ribhle bleek een Beid
te zijn Het duurde ©enigen tijd voor
hij begreep, dat men hem bedankte
en niet vervloekte Hij had ver
wacht, de deur uitgetrapt te .wor
den en zou iedere bestraffing piet
gelatenheid hebben ondergaaAj
'Maar na yerloop van een half
uur, toen zijn verbrande handen wa
ren verbonden en een glas wijn hem
wat op zijn gemak had gebracht,
vernam hij, dat de heer Essington,
eigenaar van die prachtig1© biblio
theek zich afvroeg wat hij wel voor
hem, den heer Ribble zou kunnen
doen, om zijne dankbaarbeid te too
nen .voor het 'zoo moedig en met
zoo veel tegenwoordigheid van geest
redden van zijn dochter;
Maar het was mijn schuld protes
teerde do heer Ribble)
Volstrekt niet, mijnheer, in] Bet
geheel niet, zei de oude heter,. E11
zij is heelemaal ongedeerd; Vertel
pu, wat (kas ïB XiÖOE u 'dpetf'?; 4
De IWter Ribhle waagde het te
vragen of mijnheer hem misschien
zou willen toestaan de bibliotheek
eens te bekijken
(Vaarde beer, zoo lang en zoo dik
wijls als ge verkiest' zei mijnheer
Essington (Vacht- eenshij koek
den heer Ribble onderzoekend a.aD,
misschien had zijn dochter hem wc-I
even. gepolst. Ik vraag mij af;-,.i
of u mij misschien niet een biblio
thecaris aan. de hand kunt doen 7
Ik heb het zoo druk en nu ik een
nieuwo bibliotheek achter mijn huis
heb laten bouwen, moet ik iemand
hebben om alles in orde te brengen.
Ik dacht, dat, als ik eens begon met
f150 per maand te geven
De neer Ribble keek hem aan.
Als als
U ,\eilt tocli niet peggen, dat u
zelf er lust in hebt vroeg mijnheer
Essington, blijkbaar verheugd
(Vaarde Beer, als dat zoo is, zal
ik er 200 van maken Van het eer
ste oogenblik af' zag .ik, dat- u "bij
het onderwijs waart geweest, op mijn
j woord
En aldus werd besloten, en de
lieer Ribble zag' zijn hartewensch
(vervuld En toen hij 'smiddags
thuis kwam, en alles aan Marie ver
telde, toen was het alsof een ver
baal van Dickens aangevuld was
met bet sprookje E11 Jubkin kan
i voor mijn part naar den drommel
loopen lieve! zei de Beer Ribble
LEVERT:
„Zeg me wat ge eet, en ik zeg u
wat ge zijt."
Men zou de onjuistheid van dit zin-
netje onmiddellijk kunnen aangeven
j door te zeggen „Goed en wel,- maar
i paarden, die de haver verdienen krijgen
haar niet, bij gebrek aan pasteitjes,
die me toekomen, die passen bij mijn
beschaving en ontwikkeling, stel ik me
tevreden met de halve houtsnippen, die
ik zelf vervaardig uit de waren van
mijn broodbakker, kaashandelaar en
boterboer. Men moet het zinnetje
is het niet van Brillat-Savarindan
ook niet ai te 1-elicriijk opvatten. Het
be-doc/t slechts Ic zeggen, dat een
mensch, d:io niet van tafelgenot houdt,
geen beschaafd, ontwikkeld mensch is,
dat de spijzen niet alleen dienen om
i den honger, te stillen, maar ook 0111
j den smaak, het gemoed zelfs te streden.
In gastrinomisch opzicht staat onze ni- t
onvoorwaardelijk geprezen tijd niet bijs
ter hoog en mo-eten wij, twintigste eeu-
wers, het tegen onze smullende voor
ouders, tegen de mens "hen uit dc grijze
oudheid, keiijk aikggen, al gebruiken
wij ook heel wat meer artikelen bij het
eten dan zij. De heiden van Homerus
wisten niets van messen, vorken, le
pels, borden en servetten. T0.J1 aten
ze en wit goed. De eerlijkheid ge
biedt echt-er te zeggen, dat' er in den
Ilias hier en daar messen worden ver
meid, welke echter zelden gebruikt wer
den. Vorken kwamen er in Europa
eerst omstreeks 900 voor, een Byzan-
tijnsche keizersdochter, gehuwd met den
zoon van een Ven e liaan.sch doge, bracht
het gebruik mee, zoodat, als voor zoo
veel meer, Venetië voor dc vork de
poort was, waardoor Europa werd ver
overd. Langen tijd was het voldoende-,
dat de heer een mes, de dame een vork
had. B-orden, verschenen nog veel later,
vervingen de stukjes brood of de houten
schijven, welke tevoren denzelfden
dienst deden. Toen ze waren uitgevon
den, weiden ze bij voorkeur vervaar
digd uit zilver of goud, zoodat zc alleen
in de huiz-eli van den „rijkdom" voor
kwamen. In den tijd van Homerus za
ten koning en onderdanen gezamenlijk
aan tafel. Ten tijde van Pericles lag
men op rustbedden te eten, de Romei
nen deden het de Grieken na, de Ger
manen de Romeinen. De Franken keer
den echter naar den bank en den stoel
terug, waarbij hel standsverschil aan
gegeven wérd door een kussen, dat op
de zitplaats der .voorname personen
werd gelegd.
ITet ronddienen van de spijzen dtoor
bedienden kwam reeds zéér vroeg voor,
maar schijnt later in onbruik te zijn
geraakt, daar het aan den höfmaadijd
van Lodewijk XIV nog regel was, dat
iedere gast zijn rantsoen zelf uit den
gcmeenschappelijken schotel haalde,
met dien verstande, dat een lepel, die
naar den mond gebracht was, niet meer
in den schotel mocht worden gedompeld
Anna van Oostenrijk, ,,dc koningin mei
de schoone handen", mocht, zonder aan
stoot te geven, do hand in den ragout
steken en haai: tafelbuur een hapje i.11 den
mond practisecren deze weinig sma
kelijke handeling gold zeils .voor. een
onderscheiding.
Over hetgeen er vroeger ge-gelen werd
zouden kolommen te vullen zijn. Ge-
braadt, brood, wijn, en vruchten was
voor Agamemnon voldoende; „dezwar
te soep. der Spartanen", bestaande uil
pekel, azijn en stukken varkensvleescli
smaakte den uitvinders voortreffelijk,
maar de Romeinen wiiden iets anclers.
Lucullus liet oenst wee schotels op
dienen, waarvan de een was samenge
steld uit de hersens van 500 struisvo
gels en de andere uit 5000 tongetjes van
zangvogels. In dLeu zot-weelderigen tijd
stonden idci ko-s in hoog aanzien Anlo-
nius schonk zijn kok als bolooning voor
een nieuw gerecht een stad, welke bijna
tweemaal zooveel inwoners telde als
Alkmaar wat de man met al die
monden gedaan heeft, welen we niet
Gebraden dieren mochten slechts in hun
geheel op tafel worden gebracht. Kei
zer Doniitianus heeft eens een rijksraad
bijeen geroepen over dc vraag of een
buitengewoon tarbot ook.in stukken ge
sneden mocht worden, liet hoogc col
lego beantwoordde 11a ompei beraad de
gewichtige vraag ontkennend en voer
het reuzcndiPr moest een afzonderlijke
pan worden vervaardigd.
De volksverhuizing maakte een dikke
sir een (loor de lafchvceldc, maar reeds
onder Karei den Groote vond zc weer
ingang en in dc middeleeuwen wed
ijverden Hollanders, Franschen, Duit-
schers en Engclschen in de kunst, zoo
vee) én zoo lekker mogelijk te clcn.
Hoe last werd -er gcgcienl
üe ouden hadden hun hoofdmaaltijd
's avonds. In de middeleeuwen was het
gewoonte 's morgens 0111 S uur het
meeste, voedsel te gebruiken. I11 1700
was het tafeluur der toonaangevende
kringen 11 uur, in 1800 ai men Iusschen
2 en 3 uur. Thans is er een groot ver
schil in do etensuren, de Duilschers
eltn hun middagmaal 's middags, de
Fransehen 's namiddags, de Eugelsehen
's avonds da laatsten zijn dus weer
'bij het begin van den kringloop' en
in ons land gaan we er mooi naar
toe. Dok naar de struis.oge hersenen
en de nachtegaal tongetjes Oi naar de
zwarte soep?- -
Eigen arrig dat er geen hoogesThcoï
voor het koken is de edele kook
kunst brengt het nog niet ho >ger dan
laag en middelbaar. En to.h hee.t een
Frunscb ti'.osoof den mi isler geluakig
geprezen, die dcor aan een noodzake
lijke inst-e iing zijn naam voor eeuwig
verbond en verklaard, dat zijn lof in
ailcr mond zou zijn! Dc li',-soci kon
zich hiei.iij beroep;n op een klassiek
voorganger, op Sardam-palus, die ais
hoogste wijsheid op een zuil in Klein
Azië deze woorden gri.te„Eet drinkt
en weesl vrooiijk al het andere is
onzin."
Dat klinkt anders dan de -lijfspreuk
van Molières Bek: Wij eten om te leven
en leven niet 0111 te eten. Intusschcn
Sardam- lus hee t zelf zijn schoone
spreuk zeer slecht opgevolgd. Dit Ier
waarschuwing van den lezer, die deze
hoogste levenswijsheid in de praktijk
zou wiiK-u brengen «1 bedrogen uit
zou komen.
In de „Nederlandsehe Jager" lezen
we 't volgende verhaal, gedaan door
Prof. Dr. Hans Gross le Graz:
Toen ik bij bel gerecht te Feldbach,
een kleine stad. in het oosten van Steier-
mark, diende, bezat ik een klein Ra ti
ler-teefje, nauwelijks twee vuisten
groot, genaamd Sehrattl, Het diertje
was zeer sierlijk, zwart met bruine
pootjes, in Duitseh'.and zou men het
een pincher noemen. Sehrattl was bui
tengewoon intelligent en boosaardig,
geiooflijk flink en zeer aanhankelijk;
haar levensdoel was, kippen de vecrcn
uitplukken en mijn reusaehtigen New
foundlander te plagen, dien ik tegelij
kertijd met Sehrattl hezal; deze ver
droeg van het nietige diertje de onge
looflijkste mishandelingen.
Eens had ik iets le verrichten, twee
uren van Feldbach. en gaf bevel Sehrattl
op te sluiten en eerst na twee uren los
le Laten. Terwijl ik nu ter plaatse met
de boeren een vergadering had, voelde
ik een beet in mijn kuit en wist lrcr-
door dat mijn Sehrattl aanwezig was;
want dit was haar manier, om van
haar tegenwoordigheid te doen blijken.
Ik wist dus, dat Sehrattl inet behulp
van haar klein neusj-e een spoor kon
volgen. Spoedig daarna kreeg zij jon
gen, liep echter reeds den volgende dag,
;n haar grenzelooze lichtzinnigheid, ou
dergewoonte met mij mee naar het ge
rechtsgebouw. Ik vreesde, dat de pup
pies honger zouden lijden, en zei dus
na eenige uren: „Sehrattl, je puppies"
en trachtte het gepiep der hongerige
jongen 11a le boolsen". Schraltl luisterde
en toen ik de deur opende-, liep zij
weg naar huis, kwam echter weldr.ra te
rug, toen do puppies verzorgd waren.
Dit herhaald© zich dagelijks en ook
toen de jongen reeds lang niet meer
gezoogd werden, liep Sehrattl telken
male naar huis. als ik het gepiep van
de puppies nabootste. Ik maakte hier
van dikwijls gebruik, om mijn vrouw
een aan haar halsband, vastgebonden
briefje te zenden en antwoord <l-,.or mid
del van. Sehrattl te krijgen. Sehrattl
kende nu een tweede kunst: berichten
naar huis brengen.
Maar Sehrattl kende nog iels. Op een
avond in den zomer, tuen mijn griflier
reeds weg was zag ik onder zijn
schrijftafel een brieven tasch met een
groote som gelds liggen. Ik wist, dat
hij deze voor zijn tante had geïnd, «1
dot hij stellig zeer zou schrikken, als
hij zijn portefeuille zou vermissen. Daar
ik verder wist, dat hij eiken avoml
na sluiting van hel bureau een wande
ling maakle, besloot ik hem met be
hulp van Schraltl op te zoeken. Ik liet
Schraltl nu de portefeuille en de bureau-
jas van den griffier besnuifcien, nam
haar aan de lijn en zei: „zoele, zoek,
Schralll trok mij nu mee naar de poorf
en sloeg weldra een van de vele rich
tingen in, waarin d© griffier kon zijn
gegaan. Wij vonden hem dan ook spoe
dig en ik wist dat Schralll 'n spoor kon
volgen, berichten overbrengen en men-
schen kon vinden. Ik wilde hem ook
leerm voorwerpen te bewaken; dat
was echter vergecfsche moeite, daar tiet
kleine beest veel tc levendig en te on
rustig was. Ik dacht echter: „Wat
Sehrattl kan, dat kunnen stellig vele
honden leeren" en zoo schreef ik het
opstel over den „Gendarmeiiehond",
zooals ik hen; eerst noemde; daarvan
was alleen Sehiattl, die kleine, rakker-,
de, oor zaak.