der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen
KERSTLIED.
Naaml. Yenn. „Drukkerij de Spaarnestad."
in den Kerstnacht
Dit nummer behoort bij de
„Nieuwe Haait Courant" van 24 DEC.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzeild overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,)
ZONDAG 25 Dec. Iste Kerst
dag. Hoogfeest
der geboorte On
zes Heeren.
MAANDAG 26 2de Kerst
dag- Te vieren
als Zondag. Feest
van den H Stepha
nos, eersten Mar
telaar.
DINSDAG 21 H. Joannes, Apos
tel en Evangelist
Dag van devotie
H H. Onnoozele
kinderen, Martela
ren.
ÜONDERDAG 29 H. Thomas van
Kantelberg, Bis
schop en Marte
laar.
Van den Zondag
onder het Octaaf
van Kerstmis.
H. Silvester, Paus
en Belijder.
WOENSDAG 28
VRIJDAG 30
ZATERDAG 31
Evangeiieverklaring.
DE OFFICIEELE K ER KL IJST
UITGAVB VAM Dis
KINDERHUISVEST No. 29—31—33. HAARLEM.
Directeur; F. H. M. v. d. GRIKNDT.
ADVBBTJfiMT^FMj
Van 1 tot e egels I L30.
Bik regel m OM.
Ingezond n med d elingen tussohen den tekst ten
minste 6 regels 1L50; elke regel meer 0.80.
IN DE EERSTE MIS. X
Les uit den brief van den H. Apos
tel Panlus aan Titus; II ,1115.
Welbeminde! De genade van God
onzen Zaligmaker is voor alle men-
schen verschenen en leert ons, dat
wij, met verzaking van de goddeloos
heid en de wereldsche begeerlijkhe
den, matig, rechtvaardig en godsdien
stig leven in deze wereld, verwach
tend de zalige hoop en de komst der
heerlijkheid van onzen grooten God
en Zaligmaker Jezus Christus, die
Zich zeiven voor ons gegeven heeft
om ons vrij te koopen van alle onge
rechtigheid en voor Zich een welbe-
hagelijk volk te reinigen, ijverig in
goede werken. Spreek dit en ver
maan, in Christus Jezus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Lucas;
li, I—u.
In dien tijd ging er een gebod uit
van keizer Augustus, dat de geheele
wereld moest worden opgeschreven.
Deze eerste opschrijving is geschied
door Cyrinus, landvoogd van Syrië.
En allen gingen om zich aan te ge
ven, ieder naar zijn eigene stad. En
ook Jozef trok op van Galilea uit
de stad Nazareth naar Judea, naar
David's stad, die Bethlehem ge
noemd wordt, dewijl hij uit het huis
en geslacht van David was, om zich
aan te gevei/ met Maria, zijne ver
loofde vrouw, die zwanger was. En
het geschiedde, toen zij daar waren,
dat de dagen vervuld werden dat zij
baren zou. En zij baarde haren eerst
geborenen Zoon, en wikkelde Hem in
doeken, en legde Hem neder in eene
kribbe; want daar was geen plaats
in de herberg.
Er waren nu in dezelfde streek her
ders, die waakten en de nachtwachten
hielden over hunne kudde. En zie,
een engel des Heeren stond naast
hen, en Gods heerlijkheid omstraalde
lien; en zij vreesden met groote vree-
ze. En de engel zei de linn; Vreest
niet! Want zie ik verkondig a groote
blijdschap, die voor al liet volk we
zen zal; dat u beden geboren is de
Zaligmaker, die Christus de Heer is,
in de stad van David. En dit zij u'
ten teeken: gij zult vinden «en Kind,
in doeken gewonden en nedergelegd
in eene kribbe. En eensklaps vereo-
ïiigdè zich met den engel eene ine-
higte van het hemelsche licirleger,
God lovend en zeggend: Glorie r in
God in den allerhoogste! en op a. .de
vrede aan de menschen van goeden
wil!
echter bewaarde al deze woorden en
overwoog ze in haar hart. Eu dé hel
ders keerden terug, God verkeerlij
kend en lovend over al wat zij ge
boord en gezien hadden, zooals tot
hen gesproken was.
IN DE DERDE MIS.
Les uit den brief van den H. Apostel
Paulus aan de Hebreen; I, 112.
God, voorbeen menigvuldige malen
en op vele wijzen gesproken hebben
de tot de vaderen door de profeten,
heeft ten laatste in deze dagen tot
ons gesproken door den Zoon, dien
Hij gesteld heeft tot erfgenaam van
alles, door wien Hij ook de wereld
gemaakt heeft; die, terwijl Hij de
afglans zijner glorie en het even
beeld zijns Wezens is en alles draagt
door het woord zijner macht, na rel
niging der zonden bewerkt te lieb
ben, gezeten is aan de rechterhand
der Majesteit in den hoogc, zóó ver
verheven geworden hoven de enge
len als Hij uitstekender naam boven
hen geërfd heeft. Tot wien immer
der engelen heeft Hij ooit gezegd
Gij zijt Mijn Zoon, Ik heb u heden
geteeld? en wederom: Ik zal Hem tot
Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon
zijn? En als hij andermaal den Eerst
geborene in de wereld invoert, zegt
Hij: En dat Hem aanbidden alle
engelen Gods! Aangaande de enge
len nu zegt Hij wel: Die zijne enge
len tot winden maakt en zijne die
naars tot eene vuurvlam; maar aan
gaande den Zoon: Uw troon, o God
is in eeuwigheid der eeuwigheid
Een sebepter van gerechtigheid is
de sebepter uws koninklijks. Gij hebt
rechtvaardigheid bemind en onrecht
gehaat; daarom, o God! heeft uw
God gezalfd met olie van vreugde
boven uwe genooteu. En: Gij, o Heer
hebt in den beginne de aarde ge
grondvest, en de hemelen zijn wei-
ken uwer haüden. Deze zullen ver
gaan, maar Gij zult blijven; en zij al
len zullen als een kleed veroUden, en
als een mantel zult Gij ze vérande
ren, en zij zullen veranderd worden.
doch Gij ziit dezelfde, en nm jaren
zullen niet eindigen.
Evangelie volgens den H. Joannes
I, 1—14.
In den beginne was bet Woord, en
het Woord was hij God. en het Woord
was God. Dit was in den beginne bij
God. Alles is door hetzelve gemaakt
geworden, en zonder hetzelve is
niets gemaakt wat gemaakt is. In
hetzelve was het leven, en het leven
was het licht der menschen; en het
licht schijnt in de duisternis, en
de duisternis heeft het niet aange
nomen.
Er was een mensch, van God ge-
zouden. wiens naai.. .mmes v.as;
detze kwam tot getuigenis, om ge
tuigenis te geven van liet licht, opdat
allen door hem gelooven zouden. De
ze was niet het licht, maar om ge
tuigenis te geven van het licht. Het
ware licht was dat, hetwelk iederen
mensch, die in de wereld komt, ver
licht. Hij was in de wereld, en de we
reld is door Hem gemaakt, en de
wereld heeft Hem niet gekend. Hij
kwam in Zijn eigendom, en de Zijnen
namen Hem niet aan. Docli zoovelen
als Hem hebben aangenomen, aan
hen heeft Hij macht gegeven om
kinderen Gods te worden; aan ben,
die in Zijnen naam gelooven, die
niet uit bloed, noch uit den wil dep'
vleesehes, noch uit den wil eens mans, 1
™aar ujt God geboren zijn. En het
oord is vleesch geworden en heeft
onder ons gewoond (en wij hebben
zijne glorie gezien, eene glorie als
des Eeniggeborenen van den Va
der), vol van genade en waarheid.
geest! En op zijne knieën vallend,'den in de verschillende gewesten
riep hij met luide stem: Heer, reken hreng-en dat hevel ter algemeen©
hun deze zonde niet toe! En na dit kennis cn zorgen voor de uitvoering-
gezegd te hebben, ontsliep hij in den Zoo deed .ook Cyrinus, de landvoogd
Heer. Van Syrië, waaronder Palestina be-
Evangelie volgens den H. MattbeiU; hoorde-, en beveelt dat ieder moet
XXIII, 3439. gaan naar de stad van waar hij af
in dien tijd sprak Jezus lot de ko,rnstiS isV>om zich daa" do°n S?'
Schriftgeleerden en Pharizeën: Zie, s ,lr^v,6^ JosePh> die
Ik zend tot u profeten en wijzen en mti hct koninklijk ^«lacht van Da-
Schriftgeleerden; cn van hen zult gij V1 ^-as, met Maria, zijne bruid,
er geeseleu in uwe Synagogen en yer
volgen van stad tot stad; opdat op u
kome al het rechtvaardig bloed, dat
op de aarde vergoten werd, van het
eveneens uit -dat koninklijk ge
slacht, naar Bethlehem, de stad van
David. ,Toen zij daar aankwamen
priesters der Joden in Jerusalem,
maar a,an arme eenvoudige herders
werd het geboodschapt, In het mid
den van den nacht, plotseling, zon
der .op .iets buitengewoons voorbe
reid te zijn, zien zij zich van een
schitterend licht .omgeven
Geen wonder dat die eenvoudige
lieden met, een groote vrees vervuld
werden Doch een Engel verschijnt
-en stelt hen gerust zeggende:
„Vreest niet, want zie, ik verkon
dig u een groote vreugde die voor
hot geheele volk zijn zal: heden is
u een Zaligmaker geboren, die
waren alle voorspellingen vervuld,
bloed van Abel," den rechtvaardige en kon d® lang verwachte, gebeur- Christus de Heer is, in Davids stad
J■~~L -1 En dit zij u het teeken: Gij zult
af, tot het bloed van Zacliarias, Ba- i nis> dio de wereld met vreugd
vachias' zoon, dien gij gedood hebt vcrvullen, en waarvan herin,n-eruig
tusscben den tempel en het altaar. !n°fi" steeds da lieflijkste beelden ycor
Voorwaar, Ik zeg u: dit alles zal ko
men op dit geslacht. Jeruzalem, Je_
ruzalem ,dat de profeten doodt en
hen steenigt, die tot u gezonden zijn!
Hoe dikwijls heb ik uwe kinderen
willen vergaderen, gelijk eene hen
hare kiekens vergadert onder hare
vleugelen! En gij liebt niet gewild.
Zie, uw' huis zal u woest gelaten
onzen geest oproept, plaats vinden
Daar werd midden in den na.cht de
Verlosser geboren, d-e vreugde dei-
Engelen, do troost en hoop voor
alle menschen, de koning .van hemel
en a arde Maar in welke omstandig
heden verschijnt Hij op flo wereld?
Hij daalde neder uit den hemel op
aarde en kwam onder fle zijnen, zijn
wordenWant ik zeg u: gij zult Mij bloedverwanten en stamgeno-oten,
van nu af niet meer zien, totdat gij maar zij namen Hem biet op, hunne
zeggen zult: Gezegend Hij, die komt huizen hielden zii gesloten en Hij
in den naam des Heeren! i moest .eene schuilplaats zoeken in
t Is nacht f Staat opl Wie kander nu nog siapen.
als t eeuwig Licht de duisternis omstraalt;
en als het woord dat alles heeft geschapen
is uit den troon des hemels neergedaald?
Van Oost en West, uit al de hemelstreken:
staat op en komt, niet langer meer gedraald
eeu schamel kind komt onze banden breken I
Kerstnacht! Kerstnacht! Messias zegepraalt!
Verleed, verdoold, langs ongebaande sporen,
zoekt iedereen den weg, dien niemand vindt?
ach, komt alhier, en, in den stal geboren.
aanschouwt den Weg, de Waarheid, in dat Kind!
Van Oost en West .ui
Aanschouwt den Weg, de Waarheid en het Leven
die 't ballingschap en 't slavenjuk verkoos,
ora ons genade en vrijheid weer te geven,
die Adams schuld in 't Paradijs verloos.
Van Oost en West
KerstnachtI Kerstnacht! veel schoonder als de dagen/
o hemelzon, die Bethlehem verlicht,
verblijdt ons ook, die uw genade vragen,
o groote God, die in een krebbe ligt I
Van Oost en West,
Vandaag toch niet uit ons gedacht verloren
dat wij voortaan geen arme liên en zijn,
maar kind'ren Gods, en rijke in Hem geboren,
die, arme en krank, voor ons ligt in de pijn
Van Oost en West,
Alhier I Komt aan, gij arme en rijke lieden, c
en in dien stal uw herte binnendraagt
zegtDeere, ontvangt 't, en laat erin geschieden
al dat gij van ons kinderherte vraagt i
v* Van Oost en West,
IN DE TWEEDE MIS. jy-
Les uit den brief van den II. Apos-
j tel Paulus aan r|""Ms. jjj, 4ft
Welbeminde! De „cedertierenheid
,en de menschlievendheid van God
onzen Zaligmaker is verschenen; niet
om reden van werken der gerechtig
heid, die wij gedaan hadden, maar
volgens zijne barmhartigheid heeft
Hy oils zahg gemaakt door het bad
der wedergeboorte cn c]e vernieu
wing des H. Geestes, dje Hij over-
.vloedig]jjk over ons heeft uitgestort
-door Jezus Christus onzen Zaligma
tjier, opc.üi wij, gerechtvaardigd door
Zijne genade, in hoop, erfgenainen
zouden zijn des eeuwig-en levens, in
Christus Jezus onzen Heer.
Evangelie van den H. Lucas-
II, 15-20.
In dien tijn spreken de herders tot
felkander: Laat ons heengaan naar
Bethlehem en zien hetgeen geschied
is, hetgeen de Heer ons verkondigd
hoeft. En zij kwamen, zich spoe
dend, en vonden Maria en Jozef en
bet Kind, dat in de kribbe lag. Toen
N liet nu zagen, erkenden zij het
h-oord, dat hun over dit Kind gezegd
ft as. En allen, die het hoorden. waren
verwonderd
FEESTDAG VAN DEN H.
STEPHANUS.
Les int de Handelingen der Aposte-
j
GUIDO GEZELLE,
41
len; VI, 8—10; VII, 54-:
In die dagen deed Stephanus, vol
van genade en kracht, wonderen en
groote teekenen onder het volk. Een-
nigen nu uit de Synagoge, welke ge
noemd wordt die der Vrijgelatenen
en der Cyreneëi-s en der Alexandrij-
"ei)..en dergenen, die van Cilicië en
Azië waren, stonden op en hielden
twistredenen met Stephanas; doch
zij konden aan de wijsheid en den
Geest, die sprak, niet wederstaan.
Zij nu, dit hooreude, werden ver
scheurd in hunne harten en knersten
met de tanden tegen hem. Daar
hij echter vol was van den Heiligen
Geest, zag- hij, ten hemel starend, de
heerlijkheid Gods en Jezus, staande
aan Gods rechterhand. En hij zei-
de: Zie, ik zie de hemelen geopend
en den Zoon des mensehen staande
aan de rechterhand Gods! Maar zij,
met luide stem schreeuwend, stop
ten limine ooren en vielen eenparig-
op hem aan. En zij wierpen hem hui
len de stad en steenigden hem. E11
de getuigen legden hunne kleederen
neder aan de voeten van een jongen
man, die Saulus heette. Zij nu stee
hun I nigden Stephanus, terwijl hij bad en
OP HET HOOGFEEST VAN
KERSTMIS,
Eindelijk was cle tijd gekomen
door da Voorzienigheid bestemd ma
aan ;de wereld, den .Verlosser t-c
geven. Do teeken-en' waara.au 'die
lang verwachte tijd erkend zmi wor
den waren allen vervuld-; De sebep
ter was aa:n Juda bntnomen c" in
vreemde handen .overgegaan:De 70
weken door Daniël Voorspeld nader
den hun einde. De geheele wereld
was onder -ééne heerschappij Jeer-
eenig-j, cn voor het eerst- sinds vele
eeuw-en h ©ersehte rust en Vrede op
aard©; De plaats waar de lang ver
wachte -.der yolkcren moest geboren
worden, was door de prophet én aan
gegeven, het was Bethlehem; een der
kleinste steden yah Juda- Maar
die zijne moeder zo-U 'zlijn en II :m.
weldra' aan de wereld {scheuken zou.
zij woonde te Naza-reth in Galilea;,
God zou echter de voorspelling in
vervulling- doen gaan, al moest o-ok
de .gjeheele .wereld er door in bewe
ging .gebracht worden. De keizer
van het Romfeinsche rijk, meester .-.-,-crr-1 :vr_
van bijna de geheele blekende we-verder .verhaalt .omtrent de perso-
een armen stal;
Een houten kribbe is Zijn troon,
armzalige windselen zijn de lconings
mantel, oen stal is Zijn paleis, rode
looze dieren maken Zijn hofstoet
.uit, .Toch, is Hij de fioon des hemel-
schen' Vaders, (Wjien de Engelen
als hun He-ea' en God aanbidden
IVV-ien de sterren loven cn iJVjiens glo
rie jde hemelen verkondigen, de
Schepper yan hem-cl cn narde, de
Almachtige door [Wien. alles gewor
den is
Voor ons is dat Kind omdat bet
G od js, en God Zijnd© Zich! zoo diep
vernedert, dierbaard-ei' dan wanneer
het met aards oh e, praal omgeven on
der .ons verschenen ware. Wij g
voelen ons tot die beminnelijke ar
moede ©n eenvoudigheid aangetrok
ken, en tegelijk bemoedigd om met
vertrouwen fot dat Ivind te nade
ren;
Vooral ,één' groote les' wordt ons
daar reeds gegevende mensch was
gevallen door hoogmoed en zinne
lijkheid, de Verlosser kwam hem in
zijn yerloren waardigheid herstellen
door vernedering en lijden Geheel
in overeenstemming met die Siederig-
heid is ook wat fa-et Evangelie ons
een kind vinden in doeken gewon
den en liggend in eene kribbe Het
geloof der herders, op .een zware
proef gesteld, wankelde niet, zij
volgden de aanmaning- des Engels
en gingen Hem aanbidden Zoo zien
wij reeds nu bewaarheid wat de Ver
losser in Zijn volgend leven door
woord en daad zal verkondigen, dat
er bij Hem ge-ene aanneming van
personen is. Een ieder, hij moge on
derdaan, of arm of van lagen stand
zijn, kan bij God hetzelfde recht
doen gelden als zij die koning of
rijk of van hoogen stand zijn Alleen
de deugd ge-eft een voorrang in Zijne
oogen De ijverigst-en in den dienst
van God, de vxoomsten in hun le
ven liggen Hem het naast aan het
harte.
D® herders-, eerst door groote
vrees bevangen op het zien van den
schitterenden lichtglans die de duis
ternis van d-en nacht verdreef, do-ch
al spoedig gerustgesteld door de be
moedigend© toespraak van den En
gel, werden met ©en nog .groot,er©
gunst begenadigd Plotseling was
daar hij den Engel eene menigte
van liet hemelsch heer, God loven
de en zeggende: Eere in de hoogste
hemelen aan God en op a.a.rde vre
de aan de menschen va;n goedwil
ligheid, dat wil zeggen naar de ge
wone verklaring-, aan de- menschen
ven goeden wil Ziedaar bét dubbel
gevolg van de blijde gebeurtenis die
wij beden met zooveel vreugde her
denken Eer© a.an God en vrede a,an
de menschen Een kind is geboren
dat voldoend© eer geeft aan God,
dat aan de menschen den waren vre-
n-e brengt, die-n zij zoo lang gemist
Lebben Ge-en christenhart zal ooit
kloppen of he-t hoort met blijdschap
dien lofzang, geen bedehuis zal ooit
worden opgericht .of hat herhaalt
met- dankbaarheid dien heiligen lof
zang, Het is een lied ter verheerlij
king van de Geboorte des Zaligma
kers gezongen, dat tot aan het einde
der tijden door millioen-en tongen
zal herhaald worden en vreugde on
blijdschap in aller harten brengen
zal. Herhalen wij in deze plechtige
dagen v-o-or d-e kribbe- van Bethle
hem. neergeknield dikwijls die heer
lijke woorden: Eere zij God in den
hoog-e, -dan zullen wij ook de waar
heid ondervinden y-an d-e woorden
die er op- volgen: vr-cde op aarde
voor de menschen van go-eden wil,
dan zullen wij dien waren vrede vin
den, dien Jesus ons door Zijn ge
boorte gebracht heeft, den vrede met
God, den vrede met- den naasten en
d-en yrede met ons 2-eIven,
len. Dat vonden wij nog veel. heer
lij.ker dan de lekkerste watels.
Een dier Kersldagen, die ik bij groot
vader en grootmoeder heb doorge
bracht, zal ik nooit vergeten.
Het was Kerstmis in het jaar 188G.
De sneeuw lag wel een halve metei
hoog in de boss-chen en velden rond
om het kasteel.
Wij zaten in de lekkere warme ka
mer en luisterden naar grootmoeder,
die vertelde van het Kerstkindje, dal
een moordenaar tot bekeering bracht.
Grootvader zat ook bij ons en luis
terde even aandachtig als wij.
Plotseling schrikten wij op door een
zwaar schob dat dof rolde door d-e
omliggende bosschen.
Grootvader sprong op en riep drif
tig: „Daar is hij weer, de schurk, zelfs
in den Kerstnacht kan hij mij niet met
rust laten!"
„Wien bedoelt gij?" vroeg groot
moeder angstig.
„Wel, natuurlijk d-e zwarte Hein" wie
anders zal op Kerstmis nog stroopen.
Hij is onverbeterlijk. Toen ik vanoch
tend uit de kerk kwam, verliet hij juist
e-en herberg en toen hij mij zag, riep
hij mij uitdagend toe: „Van a vond gaan
we er weer op uit! Zorg dat g-e onsiniet
in den weg komt!" „De ellendeling",
voegde grootvader er bij, „maar ik zal
hem leeren.
Hij ging naar een kast en verwissel
de zijn vilten pantoffels tegen een paar
groote vetleeren laarzen.
Grootmoeder keek hem met bezorgd
gelaat aan.
„O-ch, vader," zei ze smeekend ga
toch niet uit. De sneeuw ligt zoo hoog
en ze mochten je -eens een ongeluk
aandoen."
Houd mij niet tegen, moeder, ik
moet. Hij heeft mij uitgedaagd en ik
zou mij laf toonen, indien ik hier bleef
zitten. En zooals het tegenwoordig gaat,
wordt het te erg. Dat gespuis van leeg-
loopers eerbiedigt niets meer! Heelo
boomen worden omgehakt en de her
ten waarop de graai zoo trotsch is
vallen bijna allen onder hun schoten.
D-aar moet een voorbeeld gesteld wor
den I"-
Ondertusschen had hij zich gelie-el
aangekleed. Hij greep nu zijn. geweer
van den muur en zei:
„Vrees niets, vrouw, ik hoop spoedig
terug te zijn. Kom, Hek!"
Hij omhelsde grootmoeder cn ons en
ging', vergezeld van zijn trouwen hond,
in den duisteren avond, terwijl de
sneeuw nog steeds hij dikke vlokken
viel, het bosch in.
Het scheen, dat oen angstig voorge
voel zich van grootmoeder had mees
ter gemaakt, want haar verhaal, dal
zoo boeiend begonnen was, vlolte niet
meer en wij ais kinderen bemerkten
re-eds, dat zij niet „uit" verteld, doch
er maar „-een einde" aan gemaakt had.
Zij werd onrustig en toen grootvader
na verloop van een uur nog niet was
teruggekeerd, zei ze:
„Kinderen, ik ben zoo bang, dat
i'eM, iwil hetzij uit politieke bere
kening, hetzij uit ij<d©lh-eid, het ge
tal zijner .onderdanen hennep fcn
g-e-eft [li-et hevel dat (allen zullen tvor-
nen a!a;n' ,wi© het p-epst die blijde tij
ding jverd békend gemankt; jNi-et
aan d© .vorsten of grooten dezer we
reld, piet aan keizer Augustus pf
De Kerstdagen waren voor ons kin
deren de heerlijkste van het geheele
jaar. Dan mochten wij die dagen door
brengen op liet groote en mooie land
goed „Weltevreden", waar grootvader
opzichter was der uitgestrekte domei
nen, bosschen cn landerijen, die be
hoorden aan een rijken graaf in Gel
derland.
Op korten afstand van het kasteel
waar da graaf slc-chls cenige maanden
van liet iaar vertoefde, lag de woning
van grootvader, ©en mooi, groot huis,
bijna een kasteel in het klein.
Grootvader noodigde ons ieder jaar
met Kerstmis uit. Daags voor Kerstmis
jwaan een van zijn ondergeschikten ons
drieën mijn broertje en zusje ©n
mij met het rijtuigje afhalen, en als
er sneeuw lag met d© arrestee, wat wij
kinderen natuurlijk no-g veel heerlijker
vonden.
In dia dagen stoeiden wij stadskin
deren, gewoon aan. een speelplaatsje- van
c-cnige- meters, door de uitgestrekte bos
s-chen, en al vroor he-t dat het kraakte,
wij gloeiden van warmte en pret. Maar
het gezelligste was toch, als d-e -duister
nis inviel en wij in de groote huiska
mer zaten rondom grootmoeder, die lek
kere-, geurige waf-els gebakken had -cn
ons daarop vergastte-, terwijl grootvader
bij het groote haardvuur zat en ons
vriendelijk loela-ehle. En als wc ons
to goed' gedaan hadden a-an de heerlijke
wafels-, dan schoven we onze stoelen
dichter om grootmoeder ,en plaagden
grootvader cc 1 Ongeluk is overkomen...
Laten wet lot het Kerstkindje bidden,
dat het grootvader mag beschermen."
Nauwelijks iiad zij dit gezegd, of er
vielen, twee, drie, vier schoten achter
elkaar, doch ze schenen verder verwij
derd don het eerste schot.
Bij het liooren van die schoten sprong
grootmoeder op en riep sidderend uit:
„O God, mijn God, ze vermoorden hem!
Wij brachten cenige vreeselijke uren
door. Grootvader kwam maar steeds
niet terug.
Eindelijk hoorden wij in de verte
Hek blaffen. Snuivend kwam hij aan
gerend e-n grootmoeder, die aan de voor
deur stond en ia den duisteren sneeuw
nacht tuurde, zag het licht van een lan
taarn -en na een poosje hoorden wij
zware mannenstemmen. Hek was jan
kend het huis binnen geloopen cn trip
pelde angstig heen en weer, terwijl hij
nu en dan een akelig klagend gehuil
uitsliet. Daarna liep hij weer terug naar
do mannen, die naderden.
Grootmoeder was als waanzinnig door
de hooge sneeuwlaag do mannen tege
moet gesneld. Wij stonden verschrikt
aan de deur en zagen, hoe onze groot
moeder soms half wegzakte in de
sneeuw.
Eenige minuten verliepen. Toen had
den clo mannen het huis bereikt. Zij
droegen op een ladder grootvader!
Met doodsbleek geiaat, met bloed cn
slijk bevlekt, lag daar de man, dio
voor eenige uren nog krachtig cn ge
zond was uitgegaan 1
Wanhopig do handen wringend kniel
de grootmoeder voor haar man neer.
„Dood! Dood!" kermde zij akelig.
Een der mannen trachtte haar gerust
te stellen, door haar te verzekeren, dat
hij nog niet dood was, dat alle hoop
nog nie-t was verloren.
„Een der onzen," voegde hij -er bij.
,is naar den dokter cn den pastoor ge
reden. Zij zullen spoedig hier zijn."
Men legde grootvader te bed en wij
kropen angstig in een hoekje en ke
ken toe. Wij waren bang geworden.
Groolmoedsr, anders zoo goed voor ons
rijp, wv ;nni„ vpM v,n nns hield.