der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen KERSTLIED. Naaml. Yenn. „Drukkerij de Spaarnestad." in den Kerstnacht Dit nummer behoort bij de „Nieuwe Haait Courant" van 24 DEC. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzeild overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) ZONDAG 25 Dec. Iste Kerst dag. Hoogfeest der geboorte On zes Heeren. MAANDAG 26 2de Kerst dag- Te vieren als Zondag. Feest van den H Stepha nos, eersten Mar telaar. DINSDAG 21 H. Joannes, Apos tel en Evangelist Dag van devotie H H. Onnoozele kinderen, Martela ren. ÜONDERDAG 29 H. Thomas van Kantelberg, Bis schop en Marte laar. Van den Zondag onder het Octaaf van Kerstmis. H. Silvester, Paus en Belijder. WOENSDAG 28 VRIJDAG 30 ZATERDAG 31 Evangeiieverklaring. DE OFFICIEELE K ER KL IJST UITGAVB VAM Dis KINDERHUISVEST No. 29—31—33. HAARLEM. Directeur; F. H. M. v. d. GRIKNDT. ADVBBTJfiMT^FMj Van 1 tot e egels I L30. Bik regel m OM. Ingezond n med d elingen tussohen den tekst ten minste 6 regels 1L50; elke regel meer 0.80. IN DE EERSTE MIS. X Les uit den brief van den H. Apos tel Panlus aan Titus; II ,1115. Welbeminde! De genade van God onzen Zaligmaker is voor alle men- schen verschenen en leert ons, dat wij, met verzaking van de goddeloos heid en de wereldsche begeerlijkhe den, matig, rechtvaardig en godsdien stig leven in deze wereld, verwach tend de zalige hoop en de komst der heerlijkheid van onzen grooten God en Zaligmaker Jezus Christus, die Zich zeiven voor ons gegeven heeft om ons vrij te koopen van alle onge rechtigheid en voor Zich een welbe- hagelijk volk te reinigen, ijverig in goede werken. Spreek dit en ver maan, in Christus Jezus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Lucas; li, I—u. In dien tijd ging er een gebod uit van keizer Augustus, dat de geheele wereld moest worden opgeschreven. Deze eerste opschrijving is geschied door Cyrinus, landvoogd van Syrië. En allen gingen om zich aan te ge ven, ieder naar zijn eigene stad. En ook Jozef trok op van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar David's stad, die Bethlehem ge noemd wordt, dewijl hij uit het huis en geslacht van David was, om zich aan te gevei/ met Maria, zijne ver loofde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou. En zij baarde haren eerst geborenen Zoon, en wikkelde Hem in doeken, en legde Hem neder in eene kribbe; want daar was geen plaats in de herberg. Er waren nu in dezelfde streek her ders, die waakten en de nachtwachten hielden over hunne kudde. En zie, een engel des Heeren stond naast hen, en Gods heerlijkheid omstraalde lien; en zij vreesden met groote vree- ze. En de engel zei de linn; Vreest niet! Want zie ik verkondig a groote blijdschap, die voor al liet volk we zen zal; dat u beden geboren is de Zaligmaker, die Christus de Heer is, in de stad van David. En dit zij u' ten teeken: gij zult vinden «en Kind, in doeken gewonden en nedergelegd in eene kribbe. En eensklaps vereo- ïiigdè zich met den engel eene ine- higte van het hemelsche licirleger, God lovend en zeggend: Glorie r in God in den allerhoogste! en op a. .de vrede aan de menschen van goeden wil! echter bewaarde al deze woorden en overwoog ze in haar hart. Eu dé hel ders keerden terug, God verkeerlij kend en lovend over al wat zij ge boord en gezien hadden, zooals tot hen gesproken was. IN DE DERDE MIS. Les uit den brief van den H. Apostel Paulus aan de Hebreen; I, 112. God, voorbeen menigvuldige malen en op vele wijzen gesproken hebben de tot de vaderen door de profeten, heeft ten laatste in deze dagen tot ons gesproken door den Zoon, dien Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alles, door wien Hij ook de wereld gemaakt heeft; die, terwijl Hij de afglans zijner glorie en het even beeld zijns Wezens is en alles draagt door het woord zijner macht, na rel niging der zonden bewerkt te lieb ben, gezeten is aan de rechterhand der Majesteit in den hoogc, zóó ver verheven geworden hoven de enge len als Hij uitstekender naam boven hen geërfd heeft. Tot wien immer der engelen heeft Hij ooit gezegd Gij zijt Mijn Zoon, Ik heb u heden geteeld? en wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn? En als hij andermaal den Eerst geborene in de wereld invoert, zegt Hij: En dat Hem aanbidden alle engelen Gods! Aangaande de enge len nu zegt Hij wel: Die zijne enge len tot winden maakt en zijne die naars tot eene vuurvlam; maar aan gaande den Zoon: Uw troon, o God is in eeuwigheid der eeuwigheid Een sebepter van gerechtigheid is de sebepter uws koninklijks. Gij hebt rechtvaardigheid bemind en onrecht gehaat; daarom, o God! heeft uw God gezalfd met olie van vreugde boven uwe genooteu. En: Gij, o Heer hebt in den beginne de aarde ge grondvest, en de hemelen zijn wei- ken uwer haüden. Deze zullen ver gaan, maar Gij zult blijven; en zij al len zullen als een kleed veroUden, en als een mantel zult Gij ze vérande ren, en zij zullen veranderd worden. doch Gij ziit dezelfde, en nm jaren zullen niet eindigen. Evangelie volgens den H. Joannes I, 1—14. In den beginne was bet Woord, en het Woord was hij God. en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is door hetzelve gemaakt geworden, en zonder hetzelve is niets gemaakt wat gemaakt is. In hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschen; en het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet aange nomen. Er was een mensch, van God ge- zouden. wiens naai.. .mmes v.as; detze kwam tot getuigenis, om ge tuigenis te geven van liet licht, opdat allen door hem gelooven zouden. De ze was niet het licht, maar om ge tuigenis te geven van het licht. Het ware licht was dat, hetwelk iederen mensch, die in de wereld komt, ver licht. Hij was in de wereld, en de we reld is door Hem gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam in Zijn eigendom, en de Zijnen namen Hem niet aan. Docli zoovelen als Hem hebben aangenomen, aan hen heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden; aan ben, die in Zijnen naam gelooven, die niet uit bloed, noch uit den wil dep' vleesehes, noch uit den wil eens mans, 1 ™aar ujt God geboren zijn. En het oord is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijne glorie gezien, eene glorie als des Eeniggeborenen van den Va der), vol van genade en waarheid. geest! En op zijne knieën vallend,'den in de verschillende gewesten riep hij met luide stem: Heer, reken hreng-en dat hevel ter algemeen© hun deze zonde niet toe! En na dit kennis cn zorgen voor de uitvoering- gezegd te hebben, ontsliep hij in den Zoo deed .ook Cyrinus, de landvoogd Heer. Van Syrië, waaronder Palestina be- Evangelie volgens den H. MattbeiU; hoorde-, en beveelt dat ieder moet XXIII, 3439. gaan naar de stad van waar hij af in dien tijd sprak Jezus lot de ko,rnstiS isV>om zich daa" do°n S?' Schriftgeleerden en Pharizeën: Zie, s ,lr^v,6^ JosePh> die Ik zend tot u profeten en wijzen en mti hct koninklijk ^«lacht van Da- Schriftgeleerden; cn van hen zult gij V1 ^-as, met Maria, zijne bruid, er geeseleu in uwe Synagogen en yer volgen van stad tot stad; opdat op u kome al het rechtvaardig bloed, dat op de aarde vergoten werd, van het eveneens uit -dat koninklijk ge slacht, naar Bethlehem, de stad van David. ,Toen zij daar aankwamen priesters der Joden in Jerusalem, maar a,an arme eenvoudige herders werd het geboodschapt, In het mid den van den nacht, plotseling, zon der .op .iets buitengewoons voorbe reid te zijn, zien zij zich van een schitterend licht .omgeven Geen wonder dat die eenvoudige lieden met, een groote vrees vervuld werden Doch een Engel verschijnt -en stelt hen gerust zeggende: „Vreest niet, want zie, ik verkon dig u een groote vreugde die voor hot geheele volk zijn zal: heden is u een Zaligmaker geboren, die waren alle voorspellingen vervuld, bloed van Abel," den rechtvaardige en kon d® lang verwachte, gebeur- Christus de Heer is, in Davids stad J■~~L -1 En dit zij u het teeken: Gij zult af, tot het bloed van Zacliarias, Ba- i nis> dio de wereld met vreugd vachias' zoon, dien gij gedood hebt vcrvullen, en waarvan herin,n-eruig tusscben den tempel en het altaar. !n°fi" steeds da lieflijkste beelden ycor Voorwaar, Ik zeg u: dit alles zal ko men op dit geslacht. Jeruzalem, Je_ ruzalem ,dat de profeten doodt en hen steenigt, die tot u gezonden zijn! Hoe dikwijls heb ik uwe kinderen willen vergaderen, gelijk eene hen hare kiekens vergadert onder hare vleugelen! En gij liebt niet gewild. Zie, uw' huis zal u woest gelaten onzen geest oproept, plaats vinden Daar werd midden in den na.cht de Verlosser geboren, d-e vreugde dei- Engelen, do troost en hoop voor alle menschen, de koning .van hemel en a arde Maar in welke omstandig heden verschijnt Hij op flo wereld? Hij daalde neder uit den hemel op aarde en kwam onder fle zijnen, zijn wordenWant ik zeg u: gij zult Mij bloedverwanten en stamgeno-oten, van nu af niet meer zien, totdat gij maar zij namen Hem biet op, hunne zeggen zult: Gezegend Hij, die komt huizen hielden zii gesloten en Hij in den naam des Heeren! i moest .eene schuilplaats zoeken in t Is nacht f Staat opl Wie kander nu nog siapen. als t eeuwig Licht de duisternis omstraalt; en als het woord dat alles heeft geschapen is uit den troon des hemels neergedaald? Van Oost en West, uit al de hemelstreken: staat op en komt, niet langer meer gedraald eeu schamel kind komt onze banden breken I Kerstnacht! Kerstnacht! Messias zegepraalt! Verleed, verdoold, langs ongebaande sporen, zoekt iedereen den weg, dien niemand vindt? ach, komt alhier, en, in den stal geboren. aanschouwt den Weg, de Waarheid, in dat Kind! Van Oost en West .ui Aanschouwt den Weg, de Waarheid en het Leven die 't ballingschap en 't slavenjuk verkoos, ora ons genade en vrijheid weer te geven, die Adams schuld in 't Paradijs verloos. Van Oost en West KerstnachtI Kerstnacht! veel schoonder als de dagen/ o hemelzon, die Bethlehem verlicht, verblijdt ons ook, die uw genade vragen, o groote God, die in een krebbe ligt I Van Oost en West, Vandaag toch niet uit ons gedacht verloren dat wij voortaan geen arme liên en zijn, maar kind'ren Gods, en rijke in Hem geboren, die, arme en krank, voor ons ligt in de pijn Van Oost en West, Alhier I Komt aan, gij arme en rijke lieden, c en in dien stal uw herte binnendraagt zegtDeere, ontvangt 't, en laat erin geschieden al dat gij van ons kinderherte vraagt i v* Van Oost en West, IN DE TWEEDE MIS. jy- Les uit den brief van den II. Apos- j tel Paulus aan r|""Ms. jjj, 4ft Welbeminde! De „cedertierenheid ,en de menschlievendheid van God onzen Zaligmaker is verschenen; niet om reden van werken der gerechtig heid, die wij gedaan hadden, maar volgens zijne barmhartigheid heeft Hy oils zahg gemaakt door het bad der wedergeboorte cn c]e vernieu wing des H. Geestes, dje Hij over- .vloedig]jjk over ons heeft uitgestort -door Jezus Christus onzen Zaligma tjier, opc.üi wij, gerechtvaardigd door Zijne genade, in hoop, erfgenainen zouden zijn des eeuwig-en levens, in Christus Jezus onzen Heer. Evangelie van den H. Lucas- II, 15-20. In dien tijn spreken de herders tot felkander: Laat ons heengaan naar Bethlehem en zien hetgeen geschied is, hetgeen de Heer ons verkondigd hoeft. En zij kwamen, zich spoe dend, en vonden Maria en Jozef en bet Kind, dat in de kribbe lag. Toen N liet nu zagen, erkenden zij het h-oord, dat hun over dit Kind gezegd ft as. En allen, die het hoorden. waren verwonderd FEESTDAG VAN DEN H. STEPHANUS. Les int de Handelingen der Aposte- j GUIDO GEZELLE, 41 len; VI, 8—10; VII, 54-: In die dagen deed Stephanus, vol van genade en kracht, wonderen en groote teekenen onder het volk. Een- nigen nu uit de Synagoge, welke ge noemd wordt die der Vrijgelatenen en der Cyreneëi-s en der Alexandrij- "ei)..en dergenen, die van Cilicië en Azië waren, stonden op en hielden twistredenen met Stephanas; doch zij konden aan de wijsheid en den Geest, die sprak, niet wederstaan. Zij nu, dit hooreude, werden ver scheurd in hunne harten en knersten met de tanden tegen hem. Daar hij echter vol was van den Heiligen Geest, zag- hij, ten hemel starend, de heerlijkheid Gods en Jezus, staande aan Gods rechterhand. En hij zei- de: Zie, ik zie de hemelen geopend en den Zoon des mensehen staande aan de rechterhand Gods! Maar zij, met luide stem schreeuwend, stop ten limine ooren en vielen eenparig- op hem aan. En zij wierpen hem hui len de stad en steenigden hem. E11 de getuigen legden hunne kleederen neder aan de voeten van een jongen man, die Saulus heette. Zij nu stee hun I nigden Stephanus, terwijl hij bad en OP HET HOOGFEEST VAN KERSTMIS, Eindelijk was cle tijd gekomen door da Voorzienigheid bestemd ma aan ;de wereld, den .Verlosser t-c geven. Do teeken-en' waara.au 'die lang verwachte tijd erkend zmi wor den waren allen vervuld-; De sebep ter was aa:n Juda bntnomen c" in vreemde handen .overgegaan:De 70 weken door Daniël Voorspeld nader den hun einde. De geheele wereld was onder -ééne heerschappij Jeer- eenig-j, cn voor het eerst- sinds vele eeuw-en h ©ersehte rust en Vrede op aard©; De plaats waar de lang ver wachte -.der yolkcren moest geboren worden, was door de prophet én aan gegeven, het was Bethlehem; een der kleinste steden yah Juda- Maar die zijne moeder zo-U 'zlijn en II :m. weldra' aan de wereld {scheuken zou. zij woonde te Naza-reth in Galilea;, God zou echter de voorspelling in vervulling- doen gaan, al moest o-ok de .gjeheele .wereld er door in bewe ging .gebracht worden. De keizer van het Romfeinsche rijk, meester .-.-,-crr-1 :vr_ van bijna de geheele blekende we-verder .verhaalt .omtrent de perso- een armen stal; Een houten kribbe is Zijn troon, armzalige windselen zijn de lconings mantel, oen stal is Zijn paleis, rode looze dieren maken Zijn hofstoet .uit, .Toch, is Hij de fioon des hemel- schen' Vaders, (Wjien de Engelen als hun He-ea' en God aanbidden IVV-ien de sterren loven cn iJVjiens glo rie jde hemelen verkondigen, de Schepper yan hem-cl cn narde, de Almachtige door [Wien. alles gewor den is Voor ons is dat Kind omdat bet G od js, en God Zijnd© Zich! zoo diep vernedert, dierbaard-ei' dan wanneer het met aards oh e, praal omgeven on der .ons verschenen ware. Wij g voelen ons tot die beminnelijke ar moede ©n eenvoudigheid aangetrok ken, en tegelijk bemoedigd om met vertrouwen fot dat Ivind te nade ren; Vooral ,één' groote les' wordt ons daar reeds gegevende mensch was gevallen door hoogmoed en zinne lijkheid, de Verlosser kwam hem in zijn yerloren waardigheid herstellen door vernedering en lijden Geheel in overeenstemming met die Siederig- heid is ook wat fa-et Evangelie ons een kind vinden in doeken gewon den en liggend in eene kribbe Het geloof der herders, op .een zware proef gesteld, wankelde niet, zij volgden de aanmaning- des Engels en gingen Hem aanbidden Zoo zien wij reeds nu bewaarheid wat de Ver losser in Zijn volgend leven door woord en daad zal verkondigen, dat er bij Hem ge-ene aanneming van personen is. Een ieder, hij moge on derdaan, of arm of van lagen stand zijn, kan bij God hetzelfde recht doen gelden als zij die koning of rijk of van hoogen stand zijn Alleen de deugd ge-eft een voorrang in Zijne oogen De ijverigst-en in den dienst van God, de vxoomsten in hun le ven liggen Hem het naast aan het harte. D® herders-, eerst door groote vrees bevangen op het zien van den schitterenden lichtglans die de duis ternis van d-en nacht verdreef, do-ch al spoedig gerustgesteld door de be moedigend© toespraak van den En gel, werden met ©en nog .groot,er© gunst begenadigd Plotseling was daar hij den Engel eene menigte van liet hemelsch heer, God loven de en zeggende: Eere in de hoogste hemelen aan God en op a.a.rde vre de aan de menschen va;n goedwil ligheid, dat wil zeggen naar de ge wone verklaring-, aan de- menschen ven goeden wil Ziedaar bét dubbel gevolg van de blijde gebeurtenis die wij beden met zooveel vreugde her denken Eer© a.an God en vrede a,an de menschen Een kind is geboren dat voldoend© eer geeft aan God, dat aan de menschen den waren vre- n-e brengt, die-n zij zoo lang gemist Lebben Ge-en christenhart zal ooit kloppen of he-t hoort met blijdschap dien lofzang, geen bedehuis zal ooit worden opgericht .of hat herhaalt met- dankbaarheid dien heiligen lof zang, Het is een lied ter verheerlij king van de Geboorte des Zaligma kers gezongen, dat tot aan het einde der tijden door millioen-en tongen zal herhaald worden en vreugde on blijdschap in aller harten brengen zal. Herhalen wij in deze plechtige dagen v-o-or d-e kribbe- van Bethle hem. neergeknield dikwijls die heer lijke woorden: Eere zij God in den hoog-e, -dan zullen wij ook de waar heid ondervinden y-an d-e woorden die er op- volgen: vr-cde op aarde voor de menschen van go-eden wil, dan zullen wij dien waren vrede vin den, dien Jesus ons door Zijn ge boorte gebracht heeft, den vrede met God, den vrede met- den naasten en d-en yrede met ons 2-eIven, len. Dat vonden wij nog veel. heer lij.ker dan de lekkerste watels. Een dier Kersldagen, die ik bij groot vader en grootmoeder heb doorge bracht, zal ik nooit vergeten. Het was Kerstmis in het jaar 188G. De sneeuw lag wel een halve metei hoog in de boss-chen en velden rond om het kasteel. Wij zaten in de lekkere warme ka mer en luisterden naar grootmoeder, die vertelde van het Kerstkindje, dal een moordenaar tot bekeering bracht. Grootvader zat ook bij ons en luis terde even aandachtig als wij. Plotseling schrikten wij op door een zwaar schob dat dof rolde door d-e omliggende bosschen. Grootvader sprong op en riep drif tig: „Daar is hij weer, de schurk, zelfs in den Kerstnacht kan hij mij niet met rust laten!" „Wien bedoelt gij?" vroeg groot moeder angstig. „Wel, natuurlijk d-e zwarte Hein" wie anders zal op Kerstmis nog stroopen. Hij is onverbeterlijk. Toen ik vanoch tend uit de kerk kwam, verliet hij juist e-en herberg en toen hij mij zag, riep hij mij uitdagend toe: „Van a vond gaan we er weer op uit! Zorg dat g-e onsiniet in den weg komt!" „De ellendeling", voegde grootvader er bij, „maar ik zal hem leeren. Hij ging naar een kast en verwissel de zijn vilten pantoffels tegen een paar groote vetleeren laarzen. Grootmoeder keek hem met bezorgd gelaat aan. „O-ch, vader," zei ze smeekend ga toch niet uit. De sneeuw ligt zoo hoog en ze mochten je -eens een ongeluk aandoen." Houd mij niet tegen, moeder, ik moet. Hij heeft mij uitgedaagd en ik zou mij laf toonen, indien ik hier bleef zitten. En zooals het tegenwoordig gaat, wordt het te erg. Dat gespuis van leeg- loopers eerbiedigt niets meer! Heelo boomen worden omgehakt en de her ten waarop de graai zoo trotsch is vallen bijna allen onder hun schoten. D-aar moet een voorbeeld gesteld wor den I"- Ondertusschen had hij zich gelie-el aangekleed. Hij greep nu zijn. geweer van den muur en zei: „Vrees niets, vrouw, ik hoop spoedig terug te zijn. Kom, Hek!" Hij omhelsde grootmoeder cn ons en ging', vergezeld van zijn trouwen hond, in den duisteren avond, terwijl de sneeuw nog steeds hij dikke vlokken viel, het bosch in. Het scheen, dat oen angstig voorge voel zich van grootmoeder had mees ter gemaakt, want haar verhaal, dal zoo boeiend begonnen was, vlolte niet meer en wij ais kinderen bemerkten re-eds, dat zij niet „uit" verteld, doch er maar „-een einde" aan gemaakt had. Zij werd onrustig en toen grootvader na verloop van een uur nog niet was teruggekeerd, zei ze: „Kinderen, ik ben zoo bang, dat i'eM, iwil hetzij uit politieke bere kening, hetzij uit ij<d©lh-eid, het ge tal zijner .onderdanen hennep fcn g-e-eft [li-et hevel dat (allen zullen tvor- nen a!a;n' ,wi© het p-epst die blijde tij ding jverd békend gemankt; jNi-et aan d© .vorsten of grooten dezer we reld, piet aan keizer Augustus pf De Kerstdagen waren voor ons kin deren de heerlijkste van het geheele jaar. Dan mochten wij die dagen door brengen op liet groote en mooie land goed „Weltevreden", waar grootvader opzichter was der uitgestrekte domei nen, bosschen cn landerijen, die be hoorden aan een rijken graaf in Gel derland. Op korten afstand van het kasteel waar da graaf slc-chls cenige maanden van liet iaar vertoefde, lag de woning van grootvader, ©en mooi, groot huis, bijna een kasteel in het klein. Grootvader noodigde ons ieder jaar met Kerstmis uit. Daags voor Kerstmis jwaan een van zijn ondergeschikten ons drieën mijn broertje en zusje ©n mij met het rijtuigje afhalen, en als er sneeuw lag met d© arrestee, wat wij kinderen natuurlijk no-g veel heerlijker vonden. In dia dagen stoeiden wij stadskin deren, gewoon aan. een speelplaatsje- van c-cnige- meters, door de uitgestrekte bos s-chen, en al vroor he-t dat het kraakte, wij gloeiden van warmte en pret. Maar het gezelligste was toch, als d-e -duister nis inviel en wij in de groote huiska mer zaten rondom grootmoeder, die lek kere-, geurige waf-els gebakken had -cn ons daarop vergastte-, terwijl grootvader bij het groote haardvuur zat en ons vriendelijk loela-ehle. En als wc ons to goed' gedaan hadden a-an de heerlijke wafels-, dan schoven we onze stoelen dichter om grootmoeder ,en plaagden grootvader cc 1 Ongeluk is overkomen... Laten wet lot het Kerstkindje bidden, dat het grootvader mag beschermen." Nauwelijks iiad zij dit gezegd, of er vielen, twee, drie, vier schoten achter elkaar, doch ze schenen verder verwij derd don het eerste schot. Bij het liooren van die schoten sprong grootmoeder op en riep sidderend uit: „O God, mijn God, ze vermoorden hem! Wij brachten cenige vreeselijke uren door. Grootvader kwam maar steeds niet terug. Eindelijk hoorden wij in de verte Hek blaffen. Snuivend kwam hij aan gerend e-n grootmoeder, die aan de voor deur stond en ia den duisteren sneeuw nacht tuurde, zag het licht van een lan taarn -en na een poosje hoorden wij zware mannenstemmen. Hek was jan kend het huis binnen geloopen cn trip pelde angstig heen en weer, terwijl hij nu en dan een akelig klagend gehuil uitsliet. Daarna liep hij weer terug naar do mannen, die naderden. Grootmoeder was als waanzinnig door de hooge sneeuwlaag do mannen tege moet gesneld. Wij stonden verschrikt aan de deur en zagen, hoe onze groot moeder soms half wegzakte in de sneeuw. Eenige minuten verliepen. Toen had den clo mannen het huis bereikt. Zij droegen op een ladder grootvader! Met doodsbleek geiaat, met bloed cn slijk bevlekt, lag daar de man, dio voor eenige uren nog krachtig cn ge zond was uitgegaan 1 Wanhopig do handen wringend kniel de grootmoeder voor haar man neer. „Dood! Dood!" kermde zij akelig. Een der mannen trachtte haar gerust te stellen, door haar te verzekeren, dat hij nog niet dood was, dat alle hoop nog nie-t was verloren. „Een der onzen," voegde hij -er bij. ,is naar den dokter cn den pastoor ge reden. Zij zullen spoedig hier zijn." Men legde grootvader te bed en wij kropen angstig in een hoekje en ke ken toe. Wij waren bang geworden. Groolmoedsr, anders zoo goed voor ons rijp, wv ;nni„ vpM v,n nns hield.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 9