Na misdaad, vergelding. BUITENLAND. BINNENLAND. De Katholieken en de benoemingen. Jhr. mr. Victor de Stuers lieeft aan „Het Centrum" een en ander ver telt over bovenstaand onderwerp. De redactie ging hem eens inter viewen, en vroeg, of het zijn voorne men was geweest de kwestie der be noemingen hij de begrooting ter spra ke te brengen. „Neen, ik bad niet bet plan ge maakt in de Kamer over de benoe mingen te spreken," zeide Jhr. de Stuers, „en zou dit ook niet gedaan hebben, indien niet de heeren Rood- iiuyzen en Tydeman de onvoorzich tigheid hadden begaan, de kat de bel aan te binden, 't Was werkelijk al zot genoeg geweest van de liberale bladen, dat zij den Katholieken voor ile voeten hadden geworpen, graag op baantjes te zijn, terwijl juist de li beralen uitmunten door een allerin- discreetste graagte op dit stuk, zoo dat het al zoover is gekomen, dat tot voor korten tijd menige Katholiek ter wille zijner carrière zijn Katholi citeit traehtte te verbergen. Maar toen die onzin ook in de Kamer werd verkondigd, hen ik opgestoven. „De feiten waren maar voor het grijpen. Ik heb hijvoorbeeld gespro ken van Alberdingk Thijni, van wien men in Nederland niet, maar in Bel gië, te Leuven, wel als professor partij trok; maar ik had ook gewag kunnen maken van zijn ouderen broe der, den bier te lande algemeen be kenden Alberdingk Thijm. Toen deze dood was, is men het wierooksvat voor hem gaan zwaaien, maar zoo lang hij leefde was het heel anders. In de Koninklijke Academie van Wetenschappen werd bij eens can- didaat gesteld voor de afdeeling Letterkunde, maar de liberaal Opzoo- mer stond op om te verklaren dat ie mand van Thijm's richting geen lid der academie mocht worden en de candidatuur werd geketst. Geen rid derkruis viel hem ten deel: wel bui- tenlandsche maar geen binnenland- sche onderscheiding. En toen hij ein delijk, bij gebrek aan een presenta belen niet-Katholiek, naar wien met de loupe gezocht was, benoemd werd tot de onschadelijke betrekking van hoogleeraar in de aesthetiea en kunstgeschiedenis aan de Rijksaca demie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, had hij een woedenden uitval te doorstaan van den toenma- ligen liberalen Commissaris der Ko ningin in Zuid-Holland, die in zijn doldriftig anti-papisme de benoe ming een schandaal vond en verklaar de, dat iemand van Thijm's ideeën zelfs niet tot sluiswachter mocht worden benoemd, met machtiging om deze zijne opinie wereldkundig te maken! „Een geleerde als dr. Nuyens, die door Frnin hoog werd geschat, is natuurlijk evenmin der Koninklijke Academie waardig gekeurd. En zelfs de nederige Maatschappij van Letterkunde te Lëiden, waarin aller lei kleingoed binnengelaten wordt, ketste hèm. „Uit zulke feiten blijkt toch, dat zelfs wanneer de Katholieken zich, volgens den hartgrondig geineenden raad der liberalen, met de borst op de wetenschap toelegden, zij niet al- 'een geen lucratieve baantjes deel- icbtig worden, maar zelfs een hono- rifique diploma hun neus voorhij tien gaan. „De „Nieuwe Rotterdammer" heeft nu ter verklaring gezegd, dat de Ka tholieken zich meer richtten naar nij verheid en handel. Maar dit is nood gedrongen geschied en men moet niet denken, dat ze daar ruim haan vin den, want ook daar lichben de Ka tholieken te kampen met Protestant sehe onverdraagzaamheid. „Ik zal u een voorbeeld noemen. Twintig jaren geleden hebben een aantal dames hier in Den Haag, on der wie van de eerste standen, een circulaire verspreid, waarin openlijk gezegd werd, dat het een schande was, dat de beste winkel in witgoe- ■jeren was van een Katholiek, en dat het hoog tijd werd een Protestantsehe daartegenover te stellen. Zoo kwam inderdaad een nieuw magazijn tot stand, dat, dank zij die onverdraag zaamheid, goede zaken schijnt te maken. „Ik herhaal wat ik ook in de Ka mer heb gezegd dat ik niet eisch een proportioneel aantal baantjes, naar de verhouding der bevolking genomen. Ik heb in de Kamer gezegd, dat ik met meer, doch ook met min der tevreden ben. Dat hangt van de omstandigheden af. Bevolkingscijfers heb ik alleen genoemd om te doen inzien, dat er een misstand is. Een zelfde redeneering dus als later zon der tegenspraak door den minister van Waterstaat kon worden gehou den, toen hij aantoonde, hoe bet stel sel om niet op het geloof te letten, hetwelk huichelachtig wordt voor gesteld als het officiëel gevolgde, er toe geleid heeft, dat hij de Poste rijen de Katholieken op de brutaal ste manier zijn achteruitgezet. „Bekwaamheid en geschiktheid moeten den doorslag geven, dit stel ik op den voorgrond. „Maar ik heb ook gewaarschuwd, dat onder het mom van alleen daar voor gevoelig te zijn, men de Katho lieken overal, zoowel uit hooge als uit lage haantjes geniepig geweerd heeft, en daar komt mijn recht vaardigheidsgevoel tegen op. En ik mag dit gerust doen, omdat ik vol komen zuiver op de graat hen. „Ik zelf heb honderdmaal gelegen heid gehad, te bewijzen dat ik alleen op bekwaamheid en geschiktheid lette, toen ik als referendaris advie zen had te geven. Wilt ge weer een voorbeeld, dan wijs ik op het feit, dat ik er indertijd toe heb meege werkt, dat aan het Rijks-Archief in Den Bosch louter Protestantsehe ambtenaren werden benoemd, zelfs een man als dr. Zuidema, die ik er ken het tijdens zijne benoeming mij slechts fragmentarisch bekend was. „Toch had ik aan dat archief gaar ne ook een Katholiek verbonden ge zien en wel in bet belang van 't ar chiefwezen, omdat het mijn wenscb was, dat het Rijksarchief in Den Bosch langs officieuzen weg eenigen invloed zou uitoefenen op de pastoors van Noord-Brabant, ten einde hen, waar noodig, te bewegen tot en te hel pen in een betere inrichting van hun ne oude kerk-archieven. Invloed in dien zin was uit den aard der zaak gemakkelijker uit te oefenen door 'n Katholiek, dan door een Protestant. Tegenwoordig is er één, dr. Xav. Smits. Maar mij is bet nooit mogen gelukken, er een binnen te loodsen, omdat de enkele Katholieken, die zich aanmeldden, mij ongeschikt voorkwamen. Publiciteit achtte de heer De Stuers een goed middel om het euvel te be strijden. De Magonnerie speelde, naar zijn oordeel, in deze materie steeds een voorname rol. „Voor de vele magons is het voort helpen van de vriendjes met geld of met postjes, 'n voornaam deel hun- her werkzaamheden. „Serïeuse vrijmetselaars hebben te genover mij geklaagd, dat zij dikwijls worden lastig gevallen om baantjes van den kant der broeders, lieden, die, om vooruit te komen in de Loge waren getreden. Het beste middel om aan die occulte en tenebrense bemoei ingen den kop in te drukken, is pu bliciteit. En dan zal men, om het ef fect groot,er te maken, moeten zor gen, dat de cijfers, die reeds werden gepubliceerd en nog te pnbliceeren zijn, in een bundeltje worden samen gebracht." Wol pen in Frankrijk. Wanneer Het sneeuwt en koud is, komen de wolven uit de bosschen, zegt een oud Fransch spreekwoord. En inderdaad zijn er de laatste dagen, nu in vele streken van Frankrijk de sneeuwstorm woedt en de koude nijpt heel wat wolven te voor schijn gekomen. Uit tal van plaatsen wordt gemeld, dat er wolven gezien zijn tenis, „in zijne goede spijsvei'tering" te doen storen." Een Duitsch leermeester in de kookkunst, baron Von Vaerst, heeft weliswaar beweerd, dat Brillat-Sava- rin geen gastronoom in de „beste" beteekenis van het woord was, maar meer een groot eter, wiens krachti ge gezondheid en ijzersterk lichaam de gevolgen van het te veel tot in den ouderdom weestand konden bieden. Dit oordeel schijnt echter on rechtvaardig daar juist Brillat-Sava- rin meermalen de stelling verdedigd heeft, dat het niet op de hoeveel heid der spijzen maar wel op de kwaliteit en de toebereiding aan komt. Van hem komt het woord: „De dieren voeden zich, de gewone mensch eet, de kunst van eten ver staat slechts een mensch van geest en beschaving," Een ander „wijs" woord, dat Brillat-Savarin vond, luidt: „Het lot der natiën hangt af van de wijze, waarop zij zich voe den." Zijn er in Frankrijk geen grooter en heter mannen meer te eeren dan deze grappenmakende materialist? DE VERBOU|WING VAN HET KON, PALEIS HET LOQ, De verbouwing vaji het Kon. Pa leis het Loo, zooals die op 6 JFebr a b te 's Gravcnhage zal worden aanbesteed, belooft jde inrichting van liet Paleis, flat in zijn huldigen toe stand zelfs niet aain de meest be scheiden edschen beantwoordt^ aan merkelijk te zullen verbeteren Die ruimte v.oor de logies is thans zoo gering, dat men reeds voor dein gewonen, aagelijksehcn dienst te kort schiet. 0 Het ligt hu in het plan, Jie,t ge bouw te yergrootem door het aan brengen van verschillende logeer vertrekken voor .Vorstelijke perso nen, die het Kon Echtpaar komen bezoeken, hun gevolg en bedienden- personeel, terwijl tevens die verbete ringen zullen worden aangebracht, waardoor de thans in drenst van !H M;. zijnde dignitarissen en het per soneel ruimer, beter en brandvrijer kunnen worden gehuisvest. Men stelt zich voor den bouw 'in 0 jaar te .voltooien en wel: het teerste jaar het nieuwe gedeelte van den 'Oostelijken vleugel, het tweede jaar den Westelijken vleugel en het dar de jaar do verbouwing der hoofd- paviljoens, henevens de noodig© ge houwen voor den dienst dér inten dance en de bloemisterij. Daar H. M de Koningin den uit- drukkelijken wenseh heeft te ken nen gegeven, steeds gedurende de zomermaanden het Paleis te bewo nen, spreekt het yanzelf, dot des winters de meeste jyerkzaamhedon moeten worden verricht.; Alleen in het derde j aar, dat van de verbouwing der hoofdpaviljoens, zal het Hof in September het Loo verlaten Het eenvoudig karakter van: het Paleis aan da buitenzijde blijft ge heel behouden (ook de .witte be pleistering) en in dien geest zal ook de uitbreiding plaats hebben Aan den Oostelijken vleugel wordt een oour gevormd, waaromheen de nieuwe logeervertrekken voor de hofdignitarissen en het personeel worden gebouwd, .Verder komen in dit gedeelte de nieuwe keukens, pro visiekamers, kamera voor porselein en glaswerk, eetkamers voor offi cianten en .bedienden, linnen- en naaikamers ep kamers voor de wasch» Het postkantoor, dat zich thans aan het uiteinde vain den .Oiostelij- ken vleugel bevindt^ wordt, evenals de daarboven gelegen buxeelem der intendances, gjelieel nieuw ingericht en vergroot; beide blijven, op de zelfde plaats: Lang's de Zuidzijde van den Ooste lijken vleugel en aan de zijd© Van het Oour d'honneur worden, bene den, vertrekken ingericht voor lo gies van de hèeren dames Rer Hofhouding:-. Aloorts komeh hier de bureckn van den Hofmaarschalk, den particulie ren Secretaris van HM, biet Kabi net der Koningin en den Inten dant van het Kop. Paleis en Domein Het Looi; De hier thans aanwezige MuzieK- en Kunstzaal wordt uitgebroken en naar den [Westelijken vleugel ver plaatst waar nu de oude stallen zijn De [V apenzaal, ook hier iii den Oostelijke vleugel gelegen, blijft intact Daarnaast komt een rook- en biljartzaal ten dienste van Zi Kj H. den Prins en hoeren der Hofhou ding, welke zaal zal worden opge trokken in Oud-Hollandschen stijl De communicatie der vertrekken onderling geschiedt door lange corri dors en ruimcv statig© trappenhui zen, De [Westelijke vleugel wordt me de door aan- en bijbouw ingericht voor vertrekken voor heeren en da mes der Hofhouding en bedienden Tevens wordt hier de Muziek- en Kunstzaal gebouwd, met een salon tot ontvangst der gasten. Het einde van dezen vleugel wordt, bestemd to t bureel en voor den [diepst der houtvesterij, alsmede een con versatiezaal voor het bedienend per soneel, Voor de verbinding tusseben de beide vleugels, die thans niet anders kan plaats hebben dan door de hel ders van bet hoofdgebouw of door de vertrekken van koningin en prins, wordt een ondergrondschie tunnel aangelegd, terwijl het 'Cour d'honneur, door een bestrating van gele, machinale klinkers, een ge heel nieuw aanzien zal krijgen De drie midden paviljoens, thaUs uit 2 en 3 étages bestaande, wor den vprboogld tot 3 en 4 étages, bestemd voor verblijven van hofda mes, vertrekken der Prinses, o a, een leerkamer, en verder voor verblijven van vrouwelijke bedienden. Op de weide ter zijde van (het Pau k, (bij de moestuinen) verrijzen maga zijnen, timmerwinkel, voorraauscini- ren en woningen voor den timmer mansbaas, en den boschbaas, bene pens een Oranjerie XRensvo!gens verdwijnt het .ge heel© complex oudg, houten bijge bouwen, dat zich ten Zuiden van het Paleis bevindt en de Paleisom- gieving in Uiet giering© maf© ont siert. Die pannen daken aan ïïe front- zijde van het Paleis zullen ten [slotte alle door leien daken worden ver vangen De totale verbouwing omvat 273 nieuwe vertrekken, terwijl ongeveer 200, meest onbruikbare en zeer brandgevaarlijke komen te vervallen Dit brandgevaar bestaat in den tegenwoordigen toestand vooral op de verdiepingen waar de verblijven van het dienstpersoneel zich bevinden, dat, bij gebrek aan ruimte, in dakkamertjes is onderge bracht, die door aan weerszijden met beschilderd linnen beplakte houten beschotten zijn gescheiden Bij brand zou van het daar aanwezige perso neel stellig niemand ontko men De raming Vah' het thans aan te besteden gedeelte bedraagt f470 000, waaronder niet is begrepen verwar ming, verlichting, waterleidingen, electrisch© geleidingen enz Die plannen werden ontworpen door den Rijksbouwmeester, den heer G H. Peters, te 's-Gra,venhage, on der wiens hoofddirectie de verbouw zal plaats hebben Het uiterlijk van het Paleis Het Lioo, dat in zijn huidigen staat dooi en door eenvoudig en bijna ge heel zonder kunstwaard© is, zal, of schoon ook bij deze plannen alle (een voud is betracht, niettemin door dezo verbouwing aanmerkelijk win nen i ZE ZIJN. NOG TE NETJESi In liet Marxistische weekblad bij „Het Volk" wordt aanmerking ge maakt óp het voel t© gematigdeten jt parlementaire optreden van de soe dem fractie in de Kamer. Do emi ge, dieer nog wat van terecht bracht was Duys [dij heeft het bv> b> de Papendrechtzaak toch maar fli» gezegd,.; Helaas werd zijn „agitate risch optreden" niet voldoende dot zijn partijgenooten gesteund. Blij! baar hechten dezen nog te veel na: den „burgerlijken maatstaf"-, di zulk een agitators-toon „minder ifk gelijk" gelieft te verklaren. En dn is heel jammer, waar toch vaststaa „dat ook andere leden der fracti over agitatorische kracht besehiJ ken."- [Wqj weten dus wat oiïs te wael ten staat, als de meest consequent sociaal-democraten hun wil zulte kunnen doordrijven. Dan zal „de s- ei aal-demoeraat van af de Karne tribune spreken als van een spree) gestoelte over het gansche land Dan zal er nog meer gekl etst Rn |no minder gedaan worden Dan zal c „burgerlijk" fatsoen niet meer wo den gelet en zal bij die fractie "ten slotte hij het meest te zeggen kr; gen, die den grooteten mond weet te zet ten Maar niemand Zal natuurlijk J zen achteruitgang in goed© mani ren betreuren, als hij heeft loeit beseffen, dat daardoor nu juist belangen van de „arkeidcrs-klass worden gediend(„Nederl BRANDGEVAAR IN. HOTELS. L. schrijft in „De Kampioen": Een bespreking van do Haagse! Sehouwburgkwestie vestigde weer e© de aandacht op een onderwerp, tl reeds vroeger in de vergaderingen v. ons Dagelijksch Bestuur werd behamk De heer Van Sand ie k wees in d Ilaagschen gemeenteraad er zoo ter et op, dat bij branden van gebouwen, wa veel publiek is, bijzondere factoren e. groota rol spelen: „het publiek we aan het gevaar, bel ziet hoe in |enk< minuten het gebouw leegloopt, in wc wil van den geruimen tijd," voeg! er snaaks aan toe, „die de dames int dig hebben voor baar hoeden en h< depennen. Echter, zoo geschiedt het gewone gevallen, maar wie do psycl logie van den angst kent, redeneert ders. Bij een gedrang gaat ieder D£ het punt waar juist do opstopping de beginnende fietser komt precies gen het voorwerp, dat hij vermijt; wik" Voor onze toeristen is zeer zeker d. kwestie ook van belang; hoe velen U bezoeken schouwburg- en concertzal wanneer zij des daags per rijwiel auto, met zeil- of motorbool, in de gr. tere steden zijn aangekomen. Zij zijn een geheel vreemde omgeving en op 1 werkt steak het z.g. kuddegevoel, wa van de heer S. spreekt, de eigenaard angst, die alle menschen doet drinj naar de deur, waarvoor al velen sb to wachten, in plaats van een and deur te kiezen. Maar meer nog dan daarbij heeft toerist belang bij maatregelen, die h verzekeren, dat hij rustig het hoofd 1 neerleggen in een vreemd hotel. Hotelbranden zijn zeker niet zete nier dan Schouwburgbranden, en m het aantal personen, dat bedreigd wo dikwerf geringer zijn, bet feit, dat menschen in den slaap verrast kun worden door het vuur en den vers kenden rook, de omstandigheid^ Langs smalle gangen en tal van v weinig breed® trappen moet a fgedr worden, maken hotel-branden niet n der gevaarlijk. Het komt ons voor, dat dit gevaar derdaad te licht geschat wordtwij i den do hotelhouders met dit woord willen opwekken om hieraan meer dacht te schenken. O zeker, er zijn tels met breed® gangen en slechts s nen trappen, met brandbalcons en ders aan do zij- en achtermuren, noodliehten op de gangen, brandslan en handbluschapparalen, maar er er ook met gebrekkige elcctrische stailaties, houten trappen, die opg vlak boven de hotelkeuken, niet ki keigangetjes en kamers, waar hij paniek geen muis uitkomt. Moet maar altijd zoo- blijven? FEUILLETON. 158) Helaas! neen', mijnbeer;- Se- "jert drie dag-en heb ik niets gedaan pan 1 aul H&rmant volgen, maar de- j£iü 'toeft zijn huis niet and-e rs Vier la- ten, dan om naar de fabriek 'te iCou.v- bevoie en vandaar weder naai- do Mui'illostraa.t te gaan Derhalve niets 1 nietsgeen en kelo aanwijzing, geen enkel ©poor! riep Ëtienne ontmoedigd uit Ik had gedacht Paul Harmant een telegram, onderteekend door Ovide Solivcau te zonden, vervolg de Dueliemin, Na eenige beraadslaging" keurde Etienne dit plan goed en beiden gin gen naar het telegraafkantoor en .verzonden het volgende draadbe- rfcjht „Paul Haricani, Industrieel, Courbevoi©. ,,[W acht u bij mij. dezen aVojld. gogen uur, .Zeer dringend. jQyjdeu" Nlvii, Zbti&a Kef. bericht vci'zonden was', gingen Etienp.© .Casiel gn Pnchemin verder; i Aon het einde v?n de brug de Neuilly avees Raopl zijn metgezel de plaats aian, die hij gewoonlijk tot- uitkijk nam en zeide: Ik zal u daar wachten' Dat is afgesproken tent- woordde de kunstschilder Ik g.aJ naar Harmant en ik zal h[et zoo zien aan te leggen, dat ik onzen rmnn niet verlaat dan op het oogenblik, dat hij zich naar de ontmoetings plaats moet begeven:Ik zal u der halve dezen avond niet meer zien maar dezen nacht of morgen vroeg, zal ik u bij mij verwachten, Houd m,oe;d en volstrekt geen zwakheid 01 gij .behoeft niét bevreesd te zijn 1i; Etienne liet zieH iiaar d:& fabriek brengen De millionn air, die> reeds 's mor gens vroeg ,was gekomjen, had zijn geheel© personeel de noodige beve len voor den _giehieel©n dag gegevm, want, daar hij Ovide moest ontmoe ten, was het noodig naar zijn ban kier te gaan, om er biet bedrag te halen, dat voor zijn medeplichtig© bestemd was Paul Harmant had Jiet telegram dat .Soüveau zelf hem had gezon den, nog niet ontvangen. Hij zou juist d© fabriek verlaten, toen mm hem een telegram bracht.; Het was hief bericht van' Ovid©, 'dat do afgesproken samenkomst uit stelde, Panï Harmant las Kef en' was bui- tot bij den ingang der dorpen, waar 'ze rond de veestallen sluipen en op dieren in den hof loeren. Volgens een mededeeling van de cen trale vereeniging van Fransclie jagers zijn in sommige gedeelten ton Frankrijk de wolven nog vrij talrijk. Gemiddeld worden er per jaar nog honderd gedood en op. de begrooting van landbouw wordt'jaarlijks zesduizend frank uitge trokken voor premies op het dooden van wolven. Voor icderen gedooden wolf of wolvin wordt vijftig frank uitbe taald: voor een jongen wolf twintig frank. Sommige wolvenjagers verdienen wel zes zevenhonderd frank per jaar. Het is dus te begrijpen, dat hetfwolven- ras in Frankrijk aan het uitsterven is. In het laatste [aar. in het krediet van zes duizend frank zelfs niet geheel uitge keerd. In de departementen Vienne, Charente, Vogezen is de wolvenjacht nog altijd tamelijk voordeelig. Een oud drama opgehelderd? Zooals men zich misschien herinne ren zal, werd bijna 10 jaar geleden, 'n Duitsch officier, Rittmeister v. Kro- sigk, die bij het 11e huzarenregiment te Gumbinnen diende, en wegens zijn aan bet krankzinnige grenzende wreedheid, algemeen gehaat was, door een soldaat doodgeschoten, zon der dat de justitie er in slaagde, den dader te ontdekken. Thans komt uit Hannover het bericht, dat een weg werker, Fischer, die bij den aanleg van de lijn Wundorf-Faste werk- zam is, bekend beeft rittm. v. Krosigk te hebben vermoord. Fischer, die se dert ongeveer 14 dagen was aange nomen, verkeerde den laatsten tijd in een zeer gedrukte stemming. Zijn kameraden vroegen hem, wat hem scheelde, doch hij weigerde eerst een antwoord te geven. Toen de ploeg baas hem eindelijk onder handen nam, bekende hij, onder het storten van bittere tranen, de moordenaar van den toenmaals diep gehaten offi cier te zijn. Hij smeekte zijn chef toch voral niets, aan wie ook, te zeggen. Ala motief voor zyn daad voerde hij het volgende aan: Hij zou juist tot onderofficier benoemd worden, toen hij, zonder dat bij zich ook maar aan het kleinste vergrijp bad schul dig gemaakt, plotseling door Kro sigk tot 3 dagen arrest werd ver oordeeld. Dientengevolge bleef zijn benoeming uit en dit feit deed zijn wraakplan verder rijpen. De bijzon derheden, die Fischer verder nog mededeelde, laten haast geen twijfel meer toe, of hij is de werkelijke da der van den 10 jaar geleden in de manége te Gumbinnen gepleegden moord. Hij is natuurlijk onmiddel lijk na zijne bekentenis in hechtenis genomen en naar de gevangenis te Rodenberg vervoerd. Uit de op bet regimentsbureau te Gumbinnen on derzochte lijsten, blijkt, dat Fischer werkelijk in 1902 bij het 11de huza ren-regiment gediend heeft. Een standbeeld voor een lekker, bek. In Frankrijk beeft men het plan opgevat, om voor Brillat-Savarin, den man van de klassieke kookkunst, een standbeeld op te richten. Bril lat-Savarin beeft de regels vastge steld, die thans nog in de Fransèhe keuken op hooge waarde worden ge schat. Hij schreef een boek over de lek kerbekkerij, dat hij vooraf liet gaan van een nog al cynisch motto, luiden de: „Zeg mij wat gij eet, en ik zal zeggen, wie gij zijt." Door dit boek lieeft hij den roem van de Fran sch e kookkunst over geheel de aarde verbreid. Ook van economisch stand punt hebben de Franscben wel reden hem dankbaar te zijn, want de recla me, die Brillat-Savarin voor de Fransche kookkunst maakte, beeft ongetwijfeld millioenen en millioe- nen voor de Fransche natie opge bracht. In bet burgerlijke leven oefende deze altijd goed geluimde lekkerbek een zeer droog en zakelijk beroep uit. Hij was jurist en raadsheer aan het Parijsche hof vau cassatie. Tij dens zijn leven, tusschen de jaren 1755 en 1826, zag hij heel wat regeeringen komen en gaan, zonder zich daar door echter, volgens zijn eigen beken- tengewpog verwpnderd en tgleurge- steld;J ZLIK, Dvid© SoliVeaiï, jviefis gielteele' gje- ïaat geschoren wais, waoaider heb fluiten van een bekend deuntje naar id© „Bijeenkomst der JBakkoi's"- ge- gaan Hij zou Juist do Bea,ux-Artsstraa:t doorgaan, toen een huurrijtuig, 'dat uit die straat kwatm, Kern noodzaak te op het verhoogde voetpad te gaan, ten ©inde het te laten voorbijgaan Het rijtuig ging verder [Ovide ha;d geten tijd gehad achter hiet rijhuigyenster een vrouwenhoofd te z ien D© Parijzénaiar vjervolgde, zonder [h'ct hoofd om ta draaien, zijn "weg Eensklaps bleef het rijtuig staan Juffrouw, Amanda onze lezers hebben dit zeker reeds begrepen, had ,tegen den koetsier gezegd Draai om en rijd stapvoets; Do koetsier gehoorzaamd© De naaister v'an juffrouw Augu stine stak het hoofd uit het Venster en' vsolgd© met de oogen den man, dien zij opgemerkt had, Ik bedrieg mij piot, mompelde, zij, hij is het zeker f Eensklaps was bij Verdwenen1) Hij wag gen wijnhuis binn'ehgei- st'aptij D© jonlgei vrontv verliet hiet rij tuig.. Zij zeide tot den koetsier, terwijl zij liem een adreskaartje van juf frouw Augustine overreikt©: Ik moet u noodzakelijk Ver laten. Ga na,ar h©t modemagazijn, op 't kaartje aangeduid en breng .daal de japonstoffen. die ik in: het rij tuig heb laten liggen) Goed juffrouw. i Indien men u vraagt, waarom ik' niet met u ben teruggekomen, dan moot gij antwoorden, dat ©en© onverwachte zaak mij plotseling heeft opgehouden en dat ik zoo [spoe dig mogelijk zal wederkeeren. De koetsier draaide om' en ging W'Og; Amanda, cleed de 'dikba Voile, die op haar hoed bevestigd was, Voor het gelaat en stapte; naar het g> bouw, dat Ovide kort te; voren was ingegaan' ein dat de ons bekende re stauratie „Die Bijeenkomst dier Bak kers" bleek te zijn Do deur stond open1. Amanda, di© ©erst ©ens pbolsEoog- t© wilde nemen, stapte langzaam Voorbij, terwijl zij snel alles, wat in hiet huis was, bekeek) Zij bemerkte in biet voorhuis lo toonbank van een wijnkoopman en twe© of drie ronde tafeltjesi. In dit voorst© gedeelte was nie mand dan d© eigenaar, di© achter lib toonbank troonde maar men zag ver der een© uitgestrekte zaal, in welker midden een© tafel stond vain buiten gewoon groot© afmetingen.. Rondom die tafel liepen bedrijvige j dienstboden en kofibehuisknechten :en achter in' de zaal zat Re man, dien do naaister als .Qyid© Solivea.u herkend had. Amanda, vroeg aiaff den" eigenaar, Hebt u ook een afzonderlijk vertrekje, mijnheer Dfe patroon: haastte zich 'te ant woorden Ja juffrouw,©ene frisseho ka mer,.B - 1 Ziedaar; En hij wees m©t da ©one hand de plaats aan, di© .door een glazen 'be schot van de groot© zaal was geschei den [Wees zoo- goed mij die kamer voor enkel© minuten a-f te sta,an, hernam Amanda, ein geef mij het een of ander tot ontbijt. Op .beleefden toon antwoordde da eigenaar der restauratie Ge zult dadelijk bediend wor den. juffrouwda kamer is vrij, 'g© kunt dus binnengaan Amanda, die zooveel mogelijk zorg droeg, dat de man, dien zij [be spiedde, haar niet kon zien, ging behoedzaam naar het kamertje en deed de deur achter zich dicht Terwijl zij een der hoeken van het dunne gordijn, dat voor do glazen afscheiding hing, oplichtte, zeide zij in zich zelf: Van deze plaats zfl ik hem niet uit hiet oog verliezen ik kap hem, ziep uitgaan) Elk gesprek, dat in de groet©Z I gevoerd werd, klonk in do ooren jonge vrouw, Ovide ging op zijn gemak naaj tafeltjes en kops er een, dat v bij de glazen afscheiding was plaats tj Men had Amanda, juist een© o lette en een snede ham gebracht Ovide, wiens hoofd vol was hetgeen hij t© doen had, dacht zélfs niet aap', dat er iemand de kamer was Marianne bracht hem mes, 1< en vork, zette oen bord soep y hem neer en zeide: Mijnheer, ik hoor toch gaarne zingen Gij zult avel o ge aardige versjes voor ons wi zingen, niet waar Zoo veel als gij maar will Gij moet alle aanwezigen 1: meezingen Ik verzeker u: dat allen zu zingen Zelfs moeder Lisori ook? Moeder Lison even goed de anderen Dat zou nog éöös aardig maar ik geloof niet-, da,t gij da. slagen zult Zij heeft steeds^ voorkomen, alsof zij eeno begraf gaat bijw.qnen. fTKorcH vervolgt NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT güAJ-1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5