Na misdaad, vergelding.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De Katholieken en de
benoemingen.
Jhr. mr. Victor de Stuers lieeft
aan „Het Centrum" een en ander ver
telt over bovenstaand onderwerp.
De redactie ging hem eens inter
viewen, en vroeg, of het zijn voorne
men was geweest de kwestie der be
noemingen hij de begrooting ter spra
ke te brengen.
„Neen, ik bad niet bet plan ge
maakt in de Kamer over de benoe
mingen te spreken," zeide Jhr. de
Stuers, „en zou dit ook niet gedaan
hebben, indien niet de heeren Rood-
iiuyzen en Tydeman de onvoorzich
tigheid hadden begaan, de kat de
bel aan te binden, 't Was werkelijk
al zot genoeg geweest van de liberale
bladen, dat zij den Katholieken voor
ile voeten hadden geworpen, graag op
baantjes te zijn, terwijl juist de li
beralen uitmunten door een allerin-
discreetste graagte op dit stuk, zoo
dat het al zoover is gekomen, dat tot
voor korten tijd menige Katholiek
ter wille zijner carrière zijn Katholi
citeit traehtte te verbergen. Maar
toen die onzin ook in de Kamer werd
verkondigd, hen ik opgestoven.
„De feiten waren maar voor het
grijpen. Ik heb hijvoorbeeld gespro
ken van Alberdingk Thijni, van wien
men in Nederland niet, maar in Bel
gië, te Leuven, wel als professor
partij trok; maar ik had ook gewag
kunnen maken van zijn ouderen broe
der, den bier te lande algemeen be
kenden Alberdingk Thijm. Toen deze
dood was, is men het wierooksvat
voor hem gaan zwaaien, maar zoo
lang hij leefde was het heel anders.
In de Koninklijke Academie van
Wetenschappen werd bij eens can-
didaat gesteld voor de afdeeling
Letterkunde, maar de liberaal Opzoo-
mer stond op om te verklaren dat ie
mand van Thijm's richting geen lid
der academie mocht worden en de
candidatuur werd geketst. Geen rid
derkruis viel hem ten deel: wel bui-
tenlandsche maar geen binnenland-
sche onderscheiding. En toen hij ein
delijk, bij gebrek aan een presenta
belen niet-Katholiek, naar wien met
de loupe gezocht was, benoemd werd
tot de onschadelijke betrekking van
hoogleeraar in de aesthetiea en
kunstgeschiedenis aan de Rijksaca
demie van Beeldende Kunsten te
Amsterdam, had hij een woedenden
uitval te doorstaan van den toenma-
ligen liberalen Commissaris der Ko
ningin in Zuid-Holland, die in zijn
doldriftig anti-papisme de benoe
ming een schandaal vond en verklaar
de, dat iemand van Thijm's ideeën
zelfs niet tot sluiswachter mocht
worden benoemd, met machtiging om
deze zijne opinie wereldkundig te
maken!
„Een geleerde als dr. Nuyens, die
door Frnin hoog werd geschat, is
natuurlijk evenmin der Koninklijke
Academie waardig gekeurd. En
zelfs de nederige Maatschappij van
Letterkunde te Lëiden, waarin aller
lei kleingoed binnengelaten wordt,
ketste hèm.
„Uit zulke feiten blijkt toch, dat
zelfs wanneer de Katholieken zich,
volgens den hartgrondig geineenden
raad der liberalen, met de borst op
de wetenschap toelegden, zij niet al-
'een geen lucratieve baantjes deel-
icbtig worden, maar zelfs een hono-
rifique diploma hun neus voorhij
tien gaan.
„De „Nieuwe Rotterdammer" heeft
nu ter verklaring gezegd, dat de Ka
tholieken zich meer richtten naar nij
verheid en handel. Maar dit is nood
gedrongen geschied en men moet niet
denken, dat ze daar ruim haan vin
den, want ook daar lichben de Ka
tholieken te kampen met Protestant
sehe onverdraagzaamheid.
„Ik zal u een voorbeeld noemen.
Twintig jaren geleden hebben een
aantal dames hier in Den Haag, on
der wie van de eerste standen, een
circulaire verspreid, waarin openlijk
gezegd werd, dat het een schande
was, dat de beste winkel in witgoe-
■jeren was van een Katholiek, en dat
het hoog tijd werd een Protestantsehe
daartegenover te stellen. Zoo kwam
inderdaad een nieuw magazijn tot
stand, dat, dank zij die onverdraag
zaamheid, goede zaken schijnt te
maken.
„Ik herhaal wat ik ook in de Ka
mer heb gezegd dat ik niet eisch
een proportioneel aantal baantjes,
naar de verhouding der bevolking
genomen. Ik heb in de Kamer gezegd,
dat ik met meer, doch ook met min
der tevreden ben. Dat hangt van de
omstandigheden af. Bevolkingscijfers
heb ik alleen genoemd om te doen
inzien, dat er een misstand is. Een
zelfde redeneering dus als later zon
der tegenspraak door den minister
van Waterstaat kon worden gehou
den, toen hij aantoonde, hoe bet stel
sel om niet op het geloof te letten,
hetwelk huichelachtig wordt voor
gesteld als het officiëel gevolgde,
er toe geleid heeft, dat hij de Poste
rijen de Katholieken op de brutaal
ste manier zijn achteruitgezet.
„Bekwaamheid en geschiktheid
moeten den doorslag geven, dit stel
ik op den voorgrond.
„Maar ik heb ook gewaarschuwd,
dat onder het mom van alleen daar
voor gevoelig te zijn, men de Katho
lieken overal, zoowel uit hooge als
uit lage haantjes geniepig geweerd
heeft, en daar komt mijn recht
vaardigheidsgevoel tegen op. En ik
mag dit gerust doen, omdat ik vol
komen zuiver op de graat hen.
„Ik zelf heb honderdmaal gelegen
heid gehad, te bewijzen dat ik alleen
op bekwaamheid en geschiktheid
lette, toen ik als referendaris advie
zen had te geven. Wilt ge weer een
voorbeeld, dan wijs ik op het feit,
dat ik er indertijd toe heb meege
werkt, dat aan het Rijks-Archief in
Den Bosch louter Protestantsehe
ambtenaren werden benoemd, zelfs
een man als dr. Zuidema, die ik er
ken het tijdens zijne benoeming mij
slechts fragmentarisch bekend was.
„Toch had ik aan dat archief gaar
ne ook een Katholiek verbonden ge
zien en wel in bet belang van 't ar
chiefwezen, omdat het mijn wenscb
was, dat het Rijksarchief in Den
Bosch langs officieuzen weg eenigen
invloed zou uitoefenen op de pastoors
van Noord-Brabant, ten einde hen,
waar noodig, te bewegen tot en te hel
pen in een betere inrichting van hun
ne oude kerk-archieven. Invloed in
dien zin was uit den aard der zaak
gemakkelijker uit te oefenen door 'n
Katholiek, dan door een Protestant.
Tegenwoordig is er één, dr. Xav.
Smits. Maar mij is bet nooit mogen
gelukken, er een binnen te loodsen,
omdat de enkele Katholieken, die
zich aanmeldden, mij ongeschikt
voorkwamen.
Publiciteit achtte de heer De Stuers
een goed middel om het euvel te be
strijden.
De Magonnerie speelde, naar zijn
oordeel, in deze materie steeds een
voorname rol.
„Voor de vele magons is het voort
helpen van de vriendjes met geld of
met postjes, 'n voornaam deel hun-
her werkzaamheden.
„Serïeuse vrijmetselaars hebben te
genover mij geklaagd, dat zij dikwijls
worden lastig gevallen om baantjes
van den kant der broeders, lieden,
die, om vooruit te komen in de Loge
waren getreden. Het beste middel om
aan die occulte en tenebrense bemoei
ingen den kop in te drukken, is pu
bliciteit. En dan zal men, om het ef
fect groot,er te maken, moeten zor
gen, dat de cijfers, die reeds werden
gepubliceerd en nog te pnbliceeren
zijn, in een bundeltje worden samen
gebracht."
Wol pen in Frankrijk. Wanneer Het
sneeuwt en koud is, komen de wolven
uit de bosschen, zegt een oud Fransch
spreekwoord. En inderdaad zijn er de
laatste dagen, nu in vele streken van
Frankrijk de sneeuwstorm woedt en de
koude nijpt heel wat wolven te voor
schijn gekomen. Uit tal van plaatsen
wordt gemeld, dat er wolven gezien zijn
tenis, „in zijne goede spijsvei'tering"
te doen storen."
Een Duitsch leermeester in de
kookkunst, baron Von Vaerst, heeft
weliswaar beweerd, dat Brillat-Sava-
rin geen gastronoom in de „beste"
beteekenis van het woord was, maar
meer een groot eter, wiens krachti
ge gezondheid en ijzersterk lichaam
de gevolgen van het te veel tot
in den ouderdom weestand konden
bieden. Dit oordeel schijnt echter on
rechtvaardig daar juist Brillat-Sava-
rin meermalen de stelling verdedigd
heeft, dat het niet op de hoeveel
heid der spijzen maar wel op de
kwaliteit en de toebereiding aan
komt. Van hem komt het woord: „De
dieren voeden zich, de gewone
mensch eet, de kunst van eten ver
staat slechts een mensch van geest
en beschaving," Een ander „wijs"
woord, dat Brillat-Savarin vond,
luidt: „Het lot der natiën hangt af
van de wijze, waarop zij zich voe
den."
Zijn er in Frankrijk geen grooter
en heter mannen meer te eeren dan
deze grappenmakende materialist?
DE VERBOU|WING VAN HET
KON, PALEIS HET LOQ,
De verbouwing vaji het Kon. Pa
leis het Loo, zooals die op 6 JFebr
a b te 's Gravcnhage zal worden
aanbesteed, belooft jde inrichting van
liet Paleis, flat in zijn huldigen toe
stand zelfs niet aain de meest be
scheiden edschen beantwoordt^ aan
merkelijk te zullen verbeteren
Die ruimte v.oor de logies is thans
zoo gering, dat men reeds voor dein
gewonen, aagelijksehcn dienst te kort
schiet. 0
Het ligt hu in het plan, Jie,t ge
bouw te yergrootem door het aan
brengen van verschillende logeer
vertrekken voor .Vorstelijke perso
nen, die het Kon Echtpaar komen
bezoeken, hun gevolg en bedienden-
personeel, terwijl tevens die verbete
ringen zullen worden aangebracht,
waardoor de thans in drenst van !H
M;. zijnde dignitarissen en het per
soneel ruimer, beter en brandvrijer
kunnen worden gehuisvest.
Men stelt zich voor den bouw 'in 0
jaar te .voltooien en wel: het teerste
jaar het nieuwe gedeelte van den
'Oostelijken vleugel, het tweede jaar
den Westelijken vleugel en het dar
de jaar do verbouwing der hoofd-
paviljoens, henevens de noodig© ge
houwen voor den dienst dér inten
dance en de bloemisterij.
Daar H. M de Koningin den uit-
drukkelijken wenseh heeft te ken
nen gegeven, steeds gedurende de
zomermaanden het Paleis te bewo
nen, spreekt het yanzelf, dot des
winters de meeste jyerkzaamhedon
moeten worden verricht.;
Alleen in het derde j aar, dat van
de verbouwing der hoofdpaviljoens,
zal het Hof in September het Loo
verlaten
Het eenvoudig karakter van: het
Paleis aan da buitenzijde blijft ge
heel behouden (ook de .witte be
pleistering) en in dien geest zal ook
de uitbreiding plaats hebben
Aan den Oostelijken vleugel wordt
een oour gevormd, waaromheen de
nieuwe logeervertrekken voor de
hofdignitarissen en het personeel
worden gebouwd, .Verder komen in
dit gedeelte de nieuwe keukens, pro
visiekamers, kamera voor porselein
en glaswerk, eetkamers voor offi
cianten en .bedienden, linnen- en
naaikamers ep kamers voor de
wasch»
Het postkantoor, dat zich thans
aan het uiteinde vain den .Oiostelij-
ken vleugel bevindt^ wordt, evenals
de daarboven gelegen buxeelem der
intendances, gjelieel nieuw ingericht
en vergroot; beide blijven, op de
zelfde plaats:
Lang's de Zuidzijde van den Ooste
lijken vleugel en aan de zijd© Van
het Oour d'honneur worden, bene
den, vertrekken ingericht voor lo
gies van de hèeren dames Rer
Hofhouding:-.
Aloorts komeh hier de bureckn van
den Hofmaarschalk, den particulie
ren Secretaris van HM, biet Kabi
net der Koningin en den Inten
dant van het Kop. Paleis en Domein
Het Looi;
De hier thans aanwezige MuzieK-
en Kunstzaal wordt uitgebroken en
naar den [Westelijken vleugel ver
plaatst waar nu de oude stallen
zijn
De [V apenzaal, ook hier iii den
Oostelijke vleugel gelegen, blijft
intact Daarnaast komt een rook-
en biljartzaal ten dienste van Zi Kj H.
den Prins en hoeren der Hofhou
ding, welke zaal zal worden opge
trokken in Oud-Hollandschen stijl
De communicatie der vertrekken
onderling geschiedt door lange corri
dors en ruimcv statig© trappenhui
zen,
De [Westelijke vleugel wordt me
de door aan- en bijbouw ingericht
voor vertrekken voor heeren en da
mes der Hofhouding en bedienden
Tevens wordt hier de Muziek- en
Kunstzaal gebouwd, met een salon
tot ontvangst der gasten.
Het einde van dezen vleugel wordt,
bestemd to t bureel en voor den [diepst
der houtvesterij, alsmede een con
versatiezaal voor het bedienend per
soneel,
Voor de verbinding tusseben de
beide vleugels, die thans niet anders
kan plaats hebben dan door de hel
ders van bet hoofdgebouw of door
de vertrekken van koningin en
prins, wordt een ondergrondschie
tunnel aangelegd, terwijl het 'Cour
d'honneur, door een bestrating van
gele, machinale klinkers, een ge
heel nieuw aanzien zal krijgen
De drie midden paviljoens, thaUs
uit 2 en 3 étages bestaande, wor
den vprboogld tot 3 en 4 étages,
bestemd voor verblijven van hofda
mes, vertrekken der Prinses, o a, een
leerkamer, en verder voor verblijven
van vrouwelijke bedienden.
Op de weide ter zijde van (het Pau k,
(bij de moestuinen) verrijzen maga
zijnen, timmerwinkel, voorraauscini-
ren en woningen voor den timmer
mansbaas, en den boschbaas, bene
pens een Oranjerie
XRensvo!gens verdwijnt het .ge
heel© complex oudg, houten bijge
bouwen, dat zich ten Zuiden van
het Paleis bevindt en de Paleisom-
gieving in Uiet giering© maf© ont
siert.
Die pannen daken aan ïïe front-
zijde van het Paleis zullen ten [slotte
alle door leien daken worden ver
vangen
De totale verbouwing omvat 273
nieuwe vertrekken, terwijl ongeveer
200, meest onbruikbare en zeer
brandgevaarlijke komen te
vervallen Dit brandgevaar bestaat
in den tegenwoordigen toestand
vooral op de verdiepingen waar de
verblijven van het dienstpersoneel
zich bevinden, dat, bij gebrek aan
ruimte, in dakkamertjes is onderge
bracht, die door aan weerszijden met
beschilderd linnen beplakte houten
beschotten zijn gescheiden Bij brand
zou van het daar aanwezige perso
neel stellig niemand ontko
men
De raming Vah' het thans aan te
besteden gedeelte bedraagt f470 000,
waaronder niet is begrepen verwar
ming, verlichting, waterleidingen,
electrisch© geleidingen enz
Die plannen werden ontworpen
door den Rijksbouwmeester, den heer
G H. Peters, te 's-Gra,venhage, on
der wiens hoofddirectie de verbouw
zal plaats hebben
Het uiterlijk van het Paleis Het
Lioo, dat in zijn huidigen staat dooi
en door eenvoudig en bijna ge
heel zonder kunstwaard© is, zal, of
schoon ook bij deze plannen alle (een
voud is betracht, niettemin door
dezo verbouwing aanmerkelijk win
nen i
ZE ZIJN. NOG TE NETJESi
In liet Marxistische weekblad bij
„Het Volk" wordt aanmerking ge
maakt óp het voel t© gematigdeten jt
parlementaire optreden van de soe
dem fractie in de Kamer. Do emi
ge, dieer nog wat van terecht bracht
was Duys [dij heeft het bv> b>
de Papendrechtzaak toch maar fli»
gezegd,.; Helaas werd zijn „agitate
risch optreden" niet voldoende dot
zijn partijgenooten gesteund. Blij!
baar hechten dezen nog te veel na:
den „burgerlijken maatstaf"-, di
zulk een agitators-toon „minder ifk
gelijk" gelieft te verklaren. En dn
is heel jammer, waar toch vaststaa
„dat ook andere leden der fracti
over agitatorische kracht besehiJ
ken."-
[Wqj weten dus wat oiïs te wael
ten staat, als de meest consequent
sociaal-democraten hun wil zulte
kunnen doordrijven. Dan zal „de s-
ei aal-demoeraat van af de Karne
tribune spreken als van een spree)
gestoelte over het gansche land
Dan zal er nog meer gekl etst Rn |no
minder gedaan worden Dan zal c
„burgerlijk" fatsoen niet meer wo
den gelet en zal bij die fractie "ten
slotte hij het meest te zeggen kr;
gen, die den grooteten mond weet
te zet ten
Maar niemand Zal natuurlijk J
zen achteruitgang in goed© mani
ren betreuren, als hij heeft loeit
beseffen, dat daardoor nu juist
belangen van de „arkeidcrs-klass
worden gediend(„Nederl
BRANDGEVAAR IN. HOTELS.
L. schrijft in „De Kampioen":
Een bespreking van do Haagse!
Sehouwburgkwestie vestigde weer e©
de aandacht op een onderwerp, tl
reeds vroeger in de vergaderingen v.
ons Dagelijksch Bestuur werd behamk
De heer Van Sand ie k wees in d
Ilaagschen gemeenteraad er zoo ter et
op, dat bij branden van gebouwen, wa
veel publiek is, bijzondere factoren e.
groota rol spelen: „het publiek we
aan het gevaar, bel ziet hoe in |enk<
minuten het gebouw leegloopt, in wc
wil van den geruimen tijd," voeg!
er snaaks aan toe, „die de dames int
dig hebben voor baar hoeden en h<
depennen. Echter, zoo geschiedt het
gewone gevallen, maar wie do psycl
logie van den angst kent, redeneert
ders. Bij een gedrang gaat ieder D£
het punt waar juist do opstopping
de beginnende fietser komt precies
gen het voorwerp, dat hij vermijt;
wik"
Voor onze toeristen is zeer zeker d.
kwestie ook van belang; hoe velen U
bezoeken schouwburg- en concertzal
wanneer zij des daags per rijwiel
auto, met zeil- of motorbool, in de gr.
tere steden zijn aangekomen. Zij zijn
een geheel vreemde omgeving en op 1
werkt steak het z.g. kuddegevoel, wa
van de heer S. spreekt, de eigenaard
angst, die alle menschen doet drinj
naar de deur, waarvoor al velen sb
to wachten, in plaats van een and
deur te kiezen.
Maar meer nog dan daarbij heeft
toerist belang bij maatregelen, die h
verzekeren, dat hij rustig het hoofd 1
neerleggen in een vreemd hotel.
Hotelbranden zijn zeker niet zete
nier dan Schouwburgbranden, en m
het aantal personen, dat bedreigd wo
dikwerf geringer zijn, bet feit, dat
menschen in den slaap verrast kun
worden door het vuur en den vers
kenden rook, de omstandigheid^
Langs smalle gangen en tal van v
weinig breed® trappen moet a fgedr
worden, maken hotel-branden niet n
der gevaarlijk.
Het komt ons voor, dat dit gevaar
derdaad te licht geschat wordtwij i
den do hotelhouders met dit woord
willen opwekken om hieraan meer
dacht te schenken. O zeker, er zijn
tels met breed® gangen en slechts s
nen trappen, met brandbalcons en
ders aan do zij- en achtermuren,
noodliehten op de gangen, brandslan
en handbluschapparalen, maar er
er ook met gebrekkige elcctrische
stailaties, houten trappen, die opg
vlak boven de hotelkeuken, niet ki
keigangetjes en kamers, waar hij
paniek geen muis uitkomt. Moet
maar altijd zoo- blijven?
FEUILLETON.
158)
Helaas! neen', mijnbeer;- Se-
"jert drie dag-en heb ik niets gedaan
pan 1 aul H&rmant volgen, maar de-
j£iü 'toeft zijn huis niet and-e rs Vier la-
ten, dan om naar de fabriek 'te iCou.v-
bevoie en vandaar weder naai- do
Mui'illostraa.t te gaan
Derhalve niets 1 nietsgeen en
kelo aanwijzing, geen enkel ©poor!
riep Ëtienne ontmoedigd uit
Ik had gedacht Paul Harmant
een telegram, onderteekend door
Ovide Solivcau te zonden, vervolg
de Dueliemin,
Na eenige beraadslaging" keurde
Etienne dit plan goed en beiden gin
gen naar het telegraafkantoor en
.verzonden het volgende draadbe-
rfcjht
„Paul Haricani, Industrieel,
Courbevoi©.
,,[W acht u bij mij. dezen aVojld.
gogen uur, .Zeer dringend.
jQyjdeu"
Nlvii,
Zbti&a Kef. bericht vci'zonden was',
gingen Etienp.© .Casiel gn Pnchemin
verder;
i Aon het einde v?n de brug de
Neuilly avees Raopl zijn metgezel
de plaats aian, die hij gewoonlijk tot-
uitkijk nam en zeide:
Ik zal u daar wachten'
Dat is afgesproken tent-
woordde de kunstschilder Ik g.aJ
naar Harmant en ik zal h[et zoo
zien aan te leggen, dat ik onzen rmnn
niet verlaat dan op het oogenblik,
dat hij zich naar de ontmoetings
plaats moet begeven:Ik zal u der
halve dezen avond niet meer zien
maar dezen nacht of morgen vroeg,
zal ik u bij mij verwachten, Houd
m,oe;d en volstrekt geen zwakheid
01 gij .behoeft niét bevreesd
te zijn 1i;
Etienne liet zieH iiaar d:& fabriek
brengen
De millionn air, die> reeds 's mor
gens vroeg ,was gekomjen, had zijn
geheel© personeel de noodige beve
len voor den _giehieel©n dag gegevm,
want, daar hij Ovide moest ontmoe
ten, was het noodig naar zijn ban
kier te gaan, om er biet bedrag te
halen, dat voor zijn medeplichtig©
bestemd was
Paul Harmant had Jiet telegram
dat .Soüveau zelf hem had gezon
den, nog niet ontvangen. Hij zou
juist d© fabriek verlaten, toen mm
hem een telegram bracht.;
Het was hief bericht van' Ovid©,
'dat do afgesproken samenkomst uit
stelde,
Panï Harmant las Kef en' was bui-
tot bij den ingang der dorpen, waar 'ze
rond de veestallen sluipen en op dieren
in den hof loeren.
Volgens een mededeeling van de cen
trale vereeniging van Fransclie jagers
zijn in sommige gedeelten ton Frankrijk
de wolven nog vrij talrijk. Gemiddeld
worden er per jaar nog honderd gedood
en op. de begrooting van landbouw
wordt'jaarlijks zesduizend frank uitge
trokken voor premies op het dooden
van wolven. Voor icderen gedooden
wolf of wolvin wordt vijftig frank uitbe
taald: voor een jongen wolf twintig
frank. Sommige wolvenjagers verdienen
wel zes zevenhonderd frank per jaar.
Het is dus te begrijpen, dat hetfwolven-
ras in Frankrijk aan het uitsterven is. In
het laatste [aar. in het krediet van zes
duizend frank zelfs niet geheel uitge
keerd. In de departementen Vienne,
Charente, Vogezen is de wolvenjacht
nog altijd tamelijk voordeelig.
Een oud drama opgehelderd?
Zooals men zich misschien herinne
ren zal, werd bijna 10 jaar geleden, 'n
Duitsch officier, Rittmeister v. Kro-
sigk, die bij het 11e huzarenregiment
te Gumbinnen diende, en wegens zijn
aan bet krankzinnige grenzende
wreedheid, algemeen gehaat was,
door een soldaat doodgeschoten, zon
der dat de justitie er in slaagde, den
dader te ontdekken. Thans komt uit
Hannover het bericht, dat een weg
werker, Fischer, die bij den aanleg
van de lijn Wundorf-Faste werk-
zam is, bekend beeft rittm. v. Krosigk
te hebben vermoord. Fischer, die se
dert ongeveer 14 dagen was aange
nomen, verkeerde den laatsten tijd
in een zeer gedrukte stemming. Zijn
kameraden vroegen hem, wat hem
scheelde, doch hij weigerde eerst een
antwoord te geven. Toen de ploeg
baas hem eindelijk onder handen
nam, bekende hij, onder het storten
van bittere tranen, de moordenaar
van den toenmaals diep gehaten offi
cier te zijn. Hij smeekte zijn chef
toch voral niets, aan wie ook, te
zeggen.
Ala motief voor zyn daad voerde
hij het volgende aan: Hij zou juist
tot onderofficier benoemd worden,
toen hij, zonder dat bij zich ook maar
aan het kleinste vergrijp bad schul
dig gemaakt, plotseling door Kro
sigk tot 3 dagen arrest werd ver
oordeeld. Dientengevolge bleef zijn
benoeming uit en dit feit deed zijn
wraakplan verder rijpen. De bijzon
derheden, die Fischer verder nog
mededeelde, laten haast geen twijfel
meer toe, of hij is de werkelijke da
der van den 10 jaar geleden in de
manége te Gumbinnen gepleegden
moord. Hij is natuurlijk onmiddel
lijk na zijne bekentenis in hechtenis
genomen en naar de gevangenis te
Rodenberg vervoerd. Uit de op bet
regimentsbureau te Gumbinnen on
derzochte lijsten, blijkt, dat Fischer
werkelijk in 1902 bij het 11de huza
ren-regiment gediend heeft.
Een standbeeld voor een lekker,
bek. In Frankrijk beeft men het plan
opgevat, om voor Brillat-Savarin,
den man van de klassieke kookkunst,
een standbeeld op te richten. Bril
lat-Savarin beeft de regels vastge
steld, die thans nog in de Fransèhe
keuken op hooge waarde worden ge
schat.
Hij schreef een boek over de lek
kerbekkerij, dat hij vooraf liet gaan
van een nog al cynisch motto, luiden
de: „Zeg mij wat gij eet, en ik zal
zeggen, wie gij zijt." Door dit boek
lieeft hij den roem van de Fran
sch e kookkunst over geheel de aarde
verbreid. Ook van economisch stand
punt hebben de Franscben wel reden
hem dankbaar te zijn, want de recla
me, die Brillat-Savarin voor de
Fransche kookkunst maakte, beeft
ongetwijfeld millioenen en millioe-
nen voor de Fransche natie opge
bracht.
In bet burgerlijke leven oefende
deze altijd goed geluimde lekkerbek
een zeer droog en zakelijk beroep
uit. Hij was jurist en raadsheer aan
het Parijsche hof vau cassatie. Tij
dens zijn leven, tusschen de jaren 1755
en 1826, zag hij heel wat regeeringen
komen en gaan, zonder zich daar
door echter, volgens zijn eigen beken-
tengewpog verwpnderd en tgleurge-
steld;J
ZLIK,
Dvid© SoliVeaiï, jviefis gielteele' gje-
ïaat geschoren wais, waoaider heb
fluiten van een bekend deuntje naar
id© „Bijeenkomst der JBakkoi's"- ge-
gaan
Hij zou Juist do Bea,ux-Artsstraa:t
doorgaan, toen een huurrijtuig, 'dat
uit die straat kwatm, Kern noodzaak
te op het verhoogde voetpad te gaan,
ten ©inde het te laten voorbijgaan
Het rijtuig ging verder
[Ovide ha;d geten tijd gehad achter
hiet rijhuigyenster een vrouwenhoofd
te z ien
D© Parijzénaiar vjervolgde, zonder
[h'ct hoofd om ta draaien, zijn "weg
Eensklaps bleef het rijtuig staan
Juffrouw, Amanda onze lezers
hebben dit zeker reeds begrepen,
had ,tegen den koetsier gezegd
Draai om en rijd stapvoets;
Do koetsier gehoorzaamd©
De naaister v'an juffrouw Augu
stine stak het hoofd uit het Venster
en' vsolgd© met de oogen den man,
dien zij opgemerkt had,
Ik bedrieg mij piot, mompelde,
zij, hij is het zeker f
Eensklaps was bij Verdwenen1)
Hij wag gen wijnhuis binn'ehgei-
st'aptij
D© jonlgei vrontv verliet hiet rij
tuig..
Zij zeide tot den koetsier, terwijl
zij liem een adreskaartje van juf
frouw Augustine overreikt©:
Ik moet u noodzakelijk Ver
laten. Ga na,ar h©t modemagazijn, op
't kaartje aangeduid en breng .daal
de japonstoffen. die ik in: het rij
tuig heb laten liggen)
Goed juffrouw.
i Indien men u vraagt, waarom
ik' niet met u ben teruggekomen,
dan moot gij antwoorden, dat ©en©
onverwachte zaak mij plotseling
heeft opgehouden en dat ik zoo [spoe
dig mogelijk zal wederkeeren.
De koetsier draaide om' en ging
W'Og;
Amanda, cleed de 'dikba Voile, die
op haar hoed bevestigd was, Voor
het gelaat en stapte; naar het g>
bouw, dat Ovide kort te; voren was
ingegaan' ein dat de ons bekende re
stauratie „Die Bijeenkomst dier Bak
kers" bleek te zijn
Do deur stond open1.
Amanda, di© ©erst ©ens pbolsEoog-
t© wilde nemen, stapte langzaam
Voorbij, terwijl zij snel alles, wat
in hiet huis was, bekeek)
Zij bemerkte in biet voorhuis lo
toonbank van een wijnkoopman en
twe© of drie ronde tafeltjesi.
In dit voorst© gedeelte was nie
mand dan d© eigenaar, di© achter lib
toonbank troonde maar men zag ver
der een© uitgestrekte zaal, in welker
midden een© tafel stond vain buiten
gewoon groot© afmetingen..
Rondom die tafel liepen bedrijvige j
dienstboden en kofibehuisknechten
:en achter in' de zaal zat Re man,
dien do naaister als .Qyid© Solivea.u
herkend had.
Amanda, vroeg aiaff den" eigenaar,
Hebt u ook een afzonderlijk
vertrekje, mijnheer
Dfe patroon: haastte zich 'te ant
woorden
Ja juffrouw,©ene frisseho ka
mer,.B - 1
Ziedaar;
En hij wees m©t da ©one hand de
plaats aan, di© .door een glazen 'be
schot van de groot© zaal was geschei
den
[Wees zoo- goed mij die kamer
voor enkel© minuten a-f te sta,an,
hernam Amanda, ein geef mij het
een of ander tot ontbijt.
Op .beleefden toon antwoordde da
eigenaar der restauratie
Ge zult dadelijk bediend wor
den. juffrouwda kamer is vrij, 'g©
kunt dus binnengaan
Amanda, die zooveel mogelijk
zorg droeg, dat de man, dien zij [be
spiedde, haar niet kon zien, ging
behoedzaam naar het kamertje en
deed de deur achter zich dicht
Terwijl zij een der hoeken van het
dunne gordijn, dat voor do glazen
afscheiding hing, oplichtte, zeide zij
in zich zelf:
Van deze plaats zfl ik hem
niet uit hiet oog verliezen ik kap
hem, ziep uitgaan)
Elk gesprek, dat in de groet©Z
I gevoerd werd, klonk in do ooren
jonge vrouw,
Ovide ging op zijn gemak naaj
tafeltjes en kops er een, dat v
bij de glazen afscheiding was
plaats tj
Men had Amanda, juist een© o
lette en een snede ham gebracht
Ovide, wiens hoofd vol was
hetgeen hij t© doen had, dacht
zélfs niet aap', dat er iemand
de kamer was
Marianne bracht hem mes, 1<
en vork, zette oen bord soep y
hem neer en zeide:
Mijnheer, ik hoor toch
gaarne zingen Gij zult avel o
ge aardige versjes voor ons wi
zingen, niet waar
Zoo veel als gij maar will
Gij moet alle aanwezigen 1:
meezingen
Ik verzeker u: dat allen zu
zingen
Zelfs moeder Lisori ook?
Moeder Lison even goed
de anderen
Dat zou nog éöös aardig
maar ik geloof niet-, da,t gij da.
slagen zult Zij heeft steeds^
voorkomen, alsof zij eeno begraf
gaat bijw.qnen.
fTKorcH vervolgt
NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT
güAJ-1