LAD
Na misdaad, Yergeïöing.
BUITENLAND.
BINNENLAND
De bestrijding der oneer
lijke concurrentie,
Kerknieuws.
Landbouw en Visscherij.
Wetenswaardig Allerlei.
IHAANDAG 23 JAK. <331,
In het Kath. Sociaal Weekblad
komt een artikel voor van onzen
■toofdredaeteur van den navolgen
den inhoud:
In tegenstelling met de wenschen
t an den georganiseerden Midden
stand, die zich van den beginne af
j>p het standpunt heefc gezet, dat al
teen door strafrechterlijke bestrijding
tan tallooze misstanden in het win-
leliershedrüf en handelsleven een
b i n d e is te maken, heeft Z.Exc. Mi-
Viister Eegout de civielrechtelijke be
strijding van de oneerlijke mededin
ging door zijn wetsontwerp tot wij-
Viging van artt. 1401 e.v. B.W. als
heter aangeprezen.
Zeker is het, dat die aanvullingen
en wijzigingen van de genoemde ar
tikelen, na de laatste wetsinterpreta
tie, door den Hoogen Kaad gegeven,
noodig werden. In zooverre is de
Middenstand, die óók op verbetering
van het civielrechtelijk proces tot
schadevergoeding wegens onrecht
matige daad heeft aangedrongen, den
Minister dankbaar voor zijn ontwerp.
Toch vrees ik, dat „dankbaar, maar
niet voldaan" de gemoedsstemming-
der leidende Middenstandsorganisa
ties, het best zal uitdrukken.
Dankbaar,maar niet voldaan.
Door zijn antwoord in de Tweede
Kamer op de voortreffelijke opmer
kingen, die Mr. Aalberse heeft doen
liooren hij de Justitiebegrooting,
heeft Minister Eegout op de hem
eigen resolute en krachtige wijze la
ten weten, dat een strafrechtelijke
bestrijding der oneerlijke mededin
ging van hem voorloopig niet is te
verwachten, omdatde Midden
stand over de wijze, waarop deze
strafrechtelijke bestrijding moet
plaats hebben, het niet eens zou we
zen.
Daargelaten nog dat deze interpre'
tatie van de discussiën, op het Arn-
hemsche Congres van het vorige
jaar gehouden, m. i. niet de ware is,
omdat ten slotte toch eenstemmig
heid bleek te heerschen, en waar de
ze in de discussie ontbrak, méér ver
stand en gebrek aan juridisch uit
drukkingsvermogen dan verschil van
principes daarvan oorzaak was,
dat alles daargelaten, moet hot
vreemd schijnen, dat de Minister
zijn eigen opvatting over een straf
rechtelijke beteugeling der oneerlij
ke concurrentie achterhoudt, (terwijl
toch dat soort van beteugeling
unaniem door den Middenstand
gevraagd wordt) en daarentegen nu
geeft wat de middenstanders una
niem niet wenschen: een civiel
rechtelijke regeling, die alleen, niet
gepaard aan strafrechtelijke bepalin
gen, algemeen en zonder tegenspraak
onvoldoende wordt geacht!
Over de méiites van het wijzi-
giugsontwerp der artt. 1401 e.v. B.W.
behoeft hier niet gesproken te wor
den: het zal algemeen een heel wen-
schelijkt' verbetering van die artike
len worden geacht. Maar of die ver
betering voor het hoofddoel, waar
mee de Minister haar indient, wel
zal helpen, dat betwijfel ik ten sterk-
Als hoofddoel stelt de Minister: de
bestrijding der oneerlijke mededin
ging; in zijn Memorie van Toelich
ting zegt hij: „Aan het thans heer-
schend begrip van onrechtmatige
daad (wordt door deze wijzigingen
en aanvullingen) eene uitbreiding
gegeven, welke een belangrijke maat
schappelijke strekking heeft, en wel
ker nut en beteekenis in het oog
springt. Met behulp toch van eene
bepaling als de voorgestelde zal de
concurrentie civielrechtelijk met
kracht aangevallen kunnen worden."
Inderdaad: „zal kunnen".
Maar of het gedaan zal worden?
Buiten eenige gevallen van meer
bijzonderen aard, die vooral den
groothandel betreffen, geloof ik er
niets van.
Dc (kleinere) Middenstand, die on
der de oneerlijke mededinging het
meest lijdt, heeft aan deze civiel
rechtelijke verbetering zoo goed als
niets, en zal slechts in zeer enkele
gevallen er toe zijn toevlucht nemen.
Ik meen dus, dat de Middenstand
den Minister dankbaar zal wezen
voor een verbetering in de wet, wel
ke de Middenstand kan gebruiken
ten zijnen voordeele en tot handha
ving van den eerlijken handel, maar
dat hij tevens zich nietvoldaan
zal rekenen met deze wetsvoorstel
len, en van Minister Eegout blijft
verwachten strafrechtelijke hulp, hoe
dan ook.
En hier mag nu nog iets worden
bijgevoegd.
Op het Arnhemsche Congres werd
door sommigen (niet-juristen waren
dat in hoofdzaak) steen en been ge
klaagd over het onnutte van een
„rekbare, elastische" wetsbepaling,
die niet het feit-zelf zou strafbaar
stellen, maar den rechter zooveel
vrijheid zou geven....
In het nieuwvoorgestelde art. 1401
B.W. lezen we nu de nieuwe zinsne
de, die eigenlijk de groote beteekenis
is van deze wetswijziging:
„Onder onrechtmatige daad wordt
verstaan eene door de schuld des
daders veroorzaakte handeling of
nalatigheid, in strijd met de open
bare orde, met de goede zeden of
met de zorg van een goed huisva
der."
Aan den rechter wordt dus over
gelaten de beslissing, of de een of
andere daad of nalatigheid strijdig
is „met de openbare orde" dat be
grip staat vrijwel vast, „met de
goede zeden" is dat rekbaar of
niet? „of met de zorg van een goed
huisvader", wij herhalen: is dit
rekbaar?....
Al meent de Minister: de rech
ter zal in ieder voorkomend geval
ook dit begrip zonder veel moeite
kunnen afmeten en „toepassen", ik
voor mij geloof, dat degenen die de
strafrechtelijke definitie van Mr.
Aalberse aangaande de oneerlijke
mededinging prefereeren (wat het
nuttig effect ervan betreft) boven
deze in ons civielrecht wel gebrui
kelijke, maar toch vrij vage uitdruk
king, groot gelijk zullen hebbenl
Dankbaar, maar niet voldaan, in
deze gemoedsstemming zal de Mid
denstand van Nederland, meen ik, de
voorstellen van Mr. Eegout aanvaar
den!
Mr. Aalberse teekent bij dit ar
tikel het volgende aan:
Er dreigt hier misverstand te ont
staan. Ook in een der dagbladen zag
ik vermeld, dat ik eigenlijk de groo
te voorstander van strafbepalingen
zou zijn, in tegenstelling met
de Ministers Nelissen en Regout, die
alleen heil verwachten van 't civiele
recht.
Deze tegenstelling is slechts ten
d e e 1 e juist, wat al aanstonds blijkt,
wanneer men opmerkt, dat Minister
Eegout zich, om aan te toonen, wat
een gewijzigd artikel 1401 B.W. goeds
kan doen in den strijd tegen de on
eerlijke mededinging, in zijn Memorie
van Toelichting beroept op uitlatin
gen van mij in het jaar 1897.
Wat is 't geval? Ik ben begonnen,
met de oneerlijke concurrentie te be
schouwen als sociaal-juridisch vraag
stuk in t algemeen, en stelde
toen de civielrechtelijke bestrijding
voorop, tevens echter de strafrech
telijke niet vergetende.
Later, meermalen op Midden
stands-congressen hetzelfde vraag
stuk besprekende, heb ik dit vraag
stuk natuurlijk minder uit algemeen,
en meer uit 't oogpunt der Midden
stands-belangen besproken en kwam
zoodoende in mijne betoogen het
strafrecht mede naar den voorgrond.
Daar kwam hij, dat mijn praktijk als
advocaat mij geleerd had, dat een ci
vielrechtelijke bepaling aan den klei
nen Middenstand weinig baat zou
geven, zonder tevens een zeer ingrij-
grijpende wijziging van ons eiviel-
procesrecht. Terwijl zelfs dan nog
dikwijls zal blijken, dat de oneerlijke
concurrent in Middenstandskringen
een man is, die wel tot schadevergoe
ding veroordeeld kan worden, maar
daarom nog niet tot betaling ge
dwongen kan worden, omdat ook de
knapste advocaat van een kikvorsch
geen veer en kan plukken!
Terecht onderscheidt dus ook de
heer Schiphorst tusschen de oneer
lijke concurrentie, in 't algemeen, en
de oneerlijke concurrentie als m i d-
denstandsvraagsfuk. Plaatst
men zich op 't eerste standpunt, dan
zal men zich grootclijks ingenomen
betoonen met de wetsvoordracht tot
wijziging van art. 1401 e.v. B.W.
Plaatst men zich daarentegen "op 't
laatstgenoemde standpunt, dan zal
men terecht zeggen: dankbaar, maar
eerst voldaan, wanneer tevens een
wetsontwerp tot wijziging van het
Wetboek van Strafrecht word inge
diend, en tevens ons civiel proces
recht zoodanig zal gewijzigd wor
den, dat wij in ons land zullen krij
gen: goed, snel en goedkoop recht!
Messina herleeft. Nog levendig
staat ieder de ontzettende ramp voor
den geest die Messina teisterde en
overal medegevoel wekte. Den 28en
December j.l. was het twee jaar gele
den, dat Messina door een aardbe
ving in puin werd gelegd en dui
zenden omkwamen. Men weet hoe
er van alle kanten gelden toestroom
den om den noodlijdenden te hulp
te komen en ook voor den herbouw
der stad,- al waren er die twijfelden
of deze wel moest plaats hebben.
Men herinnert zich dat de gelden niet
geheel in handen der getroffenen
kwamen, dat er snoeierijen plaats
hadden, maar dit alles belette niet dat
in den aanvang van het jubeljaar
van Italië de plechtige steenlegging
kon plaats hebben voor de eerste
steenen huizen in Messina.
De Minister van Openbare Werken
Sacchi woonde Dinsdag deze plech
tigheid hij en sprak een rede uit,
waarin hij er op wees, wat reeds door
de regeering was gedaan, alvorens
kon worden begonnen met den op
bouw der vernielde stad. De regee
ring gaf reeds tot 106 miLioen lire
voor 40.000 tijdelijke woningen, voor
nieuwe 6traten, voor kanaliseering
en werken voor de waterleiding. Van
de hulpwoningen was gebruik ge
maakt door 60.000 menschen. 20.0UU
wonen in de stad in huizen die we
der zijn hersteld.
Binnenkort zal de electrische
tram kunnen rijden. De minister kon
digde nog een wetsontwerp aan,
waardoor de noodige gelden voor alle
openbare gebouwen zullen worden
verschaft. Zoo zal dan weer eeD ge
heel nieuw Messina verrijzen en het
is voor de zwaar beproefde bevolking
te hopen dat die spoedig tot bloei
zal komen; dan zullen de slechte tij
den spoedig vergeten zijn.
HET NED LANDB. OOMITÉ EN
DE ZIEKTE- EN RADEN1WET,
Het bestuur van het Nederlandsch
Lanubouw-Gomité heeft een adres
ferioht aan d© Tweede Kamer der
taten-Generaal, waarin te kennen
wordt gegeven, dat het ingediende
stel wetsontwerpen, ziekte- en ra
den wet, aan de Tweede Kamer aan
geboden bij Koninklijke boodschap
van 18 Juli 1910 ook in landbouw-
kringem bijzondere aandacht heeft
gewekt» omdat de daarin voorgedra
gen regeling der arbeidersziekte-ver-
i zekering ook die der landbouwarbei-
ders omvat
Het bestuur van het Nederlandsoh
Liandbouw-Comité is, na kennisne
ming ook van de memorie van toe
lichting, die dit stel wetsontwerpen
vergezelde, tot de overtuiging ge
komen dat het dringend noodig was,
een gemotiveerd oordeel van het gan-
sdh© oomité uit te lokken omtrent
de vraag, of het met het oog ©P 'de
belangen van den landbouw wen-
sohelijk jste achten, dat die beide
wetsontwerpen in den voorgedragen
zin tot .wet worden verheven
Na breed© voorbereiding en toe
lichting „dezer materie is daarom
trent in de algemeens vergadering
van 21 December j 1. beraadslaagd
en een besluit genomen ter uitvoe
ring waarvan het bestuur in op
dracht van het Neder landsoh Land
bouw Comité de conclusie ter ken
nis van de Tweede Kamer brengt
onder overlegging van een afdruk
van bet stenografisch' verslag dier
vergadering
Deze conclusie luidt
„Do vergadering van' Eet Neder
lands eh Landbouw-Comité,
overwegende', d'at de voorgedragen
regeling der ziekteverzekering niet
geschikt is te achten vioor toepas
sing op den Landbouw1;.
draagt het bestuur op, bij 'dé re
geering .en bij de Staten-Giencraal
de nooaige stappen te doen om its
bevorderen:
a dat dezfe regeling der ziektever
zekering in geen geval op „den. land
bouw worde toegepast;
b dat de reeds in ruim© knate (aan
wezige vrijwillige ziekteverzekering
word© aangemoedigd en gecontro
leerd-.
Om de beteekenis Van hiet genomen
besluit vast te leggen, wordt door
het bestuur in herinnering gebracht,
dat het oomité thans bestaat uit
33 vereenigingen, in uitgebneiien
kring werkende en over bet gehad©
land verspreid, t© z'amen tellend©
ruim 130,000 ledendat 69 stem
uitbrengende afgevaardigden aan
wezig waren en dat d© genoemde con
clusie bij hoofdelijke stemming werd
aangenomen, met algemeene stem
men,
De Katholieke hiërarchie.
Het pas verschenen kerkelijk jaar
boek der Pallotiner Congregatie be
vat een aantal belangrijke gegevens
over de Katholieke hiërarchie in het
algemeen en over de Italiaanschc
diocesen en parochiën in het bijzon
der, waaraan wij de volgende statis-
tiseho bemerkingen ontleenen:
In Europa zijn er, van den latijn-
schen ritus, 47 kardinalen, 2 patriar
chen, 114 aartsbisschoppen, 496 bis
schoppen, 17 abbates nullius en 9
apostolische vicarissen; voorts van
den Oosterschen ritus 8 aartsbis
schoppen, 2 bisschoppen en 2 aposto
lische vicarissen.
In Azië telt men 2 Latijnsche pa
triarchen, 2 aartsbisschoppen, 28 bis
schoppen, 60 apostolische vicarissen;
en van den Oosterschen ritus 5 pa
triarchen, 17 aartsbisschoppen, 88
bisschoppen, 8 apostolische vicaris
sen.
In Afrika bevinden zich 2 aarts
bisschoppen, 18 bisschoppen, 1 abbas
nullius, en 48 apostolische vicaris
sen, van den Latijnschen ritus; voorts
1 patriarch, 8 bisschoppen en 4 apos
tolische vicarissen, van den Ooster
schen ritus.
In Amerika belmoren alle prelaten
tot den Latijnschen ritus. Men telt er
2 kardinalen, 54 aartsbisschoppen, 8
abbales nullius, 24 apostolische vica
rissen.
In Australië vinden wij 1 kardi
naal, 7 aartsbisschoppen, 25 bisschop
pen, 1 abbas nullius, en 16 apostoli
sche vicarissen allen van den Latijn
schen ritus.
In het geheel zijn er dus van den
Latijnschen ritus 4 patriarchen, 188
aartsbisschoppen, 780 bisschoppen, 22
abbates nullius; hier bij komen dan
nog 8 titulair-patriarchen, 89 titulair
aartsbisschoppen en 425 titulair-bis-
schoppen. Van den Oosterschen ritus
zijn er 1 Armenische patriarch, 4
aartsbisschoppen, 14 bisschoppen, 1
koptische patriarch en 2 bisschoppen,
1 Grieksch-Melchitische patriarch, 8
aartsbisschoppen, 8 bisschoppen; 1
Grieksch-Eoemeensche aartsbisschop
en 3 bisschoppen; 1 Grieksch-Eutheen
sche aartsbisschop en 7 bisschoppen;
1 patriarch, 6 aartsbisschoppen en 8
bisschoppen, van den ritus der Sy
rische maronieten; 1 patriarch, 3
aartsbisschoppen en 5 bisschoppen
van den Syrischen ritus; en 1 patri
arch, 2 aartsbisschoppen en 9 bis
schoppen van den Chaldeeschen ri
tus.
In het geheel telt dus de Katholie-
ke Kerk tegenwoordig 50 kardina
len, 13 patriarchen, 297 aartsbisschop
pen, 1257 bisschoppen en 22 abbates
nullius.
Volgens opgave van het Jaarboek
bestuurt deze hiërarchie 285.912.838
Katholieken, waarvan er in Europa
182.437.522 wonen en wel 177.385.844
van den Latijnschen, en 5.051.678 van
den Oosterschen ritus. In Azie zijn
er 5.422.641 Katholieken, waarvan er
4.559.865 tot den Latijnschen, en
862.776 tot den Oosterschen ritus be-
hooren. Afrika telt 2.681.740 Katholie
ken, waaronder 2.641.740 van Latijn
schen, en 40.000 van Oosterschen ri
tus. Amerika heeft 86.996.513 Katho
lieken, onder welken er zich 345.000
van den Oosterschen ritus bevinden.
In Australië zijn 8. 374.422 Katholie
ken, allen van den Latijnschen ritus.
De directeur-generaal van den
Landbouw brengt ter algemeene ten
nis, dat ingaande 1 Februari a.s., van
Eijkswege entstof en serum tegen
het besmettelijk verwerpen der koei
en kosteloos en portvrij op aanvrage
worden verstrekt aan in Nederland
gevestigde veeartsen.
De aanvragen behooren als regel
schriftelijk te geschieden en zijn te
richten tot de Eijksseruminriehting,
Vinkendwarsstraat 15, te Botterdam.
In spoedeischende gevallen kun
nen de aanvragen telegrafisch ge
richt worden tot „Seruminrichting
Botterdam".
Ieder veearts ontvangt met het ent
stof en het serum een gebruiksaan
wijzing en 'n gedruk formulier, het
welk hij, wanneer de resultaten van
de aanwending van de entstof en het
serum bekend zijn, portvrij moet in
zenden aan de Eijksseruminriehting.
HOE YEELATEN SCHEPEN
REIZEN;
Binnen de laatste zeven jaren zijn
in hét Noordelijk gedeelte van den
Atlantisch,en Oceaan 1628 schepen
door hun bemanning' verlaten, Déze
drijvende wrakken kunnen na
tuurlijk voor d© scheepvaart gevaar
opleveren, daarom heeft de Ameri-
kaanscke regeer ing een bijzonder
vaartuig in dienst dat alle drijvend
gevonden wrakken vernietigt Zul
ke wTakken maken dikwijls de zon
derlingste reizen In 1891 werd bij
voorbeeld een Ehgelsoke bark op de
hoogte van Oharlesten verlaten Den
golfstroom volgend, stak bet wrak
den Atlantischien Oceaan over en be
reikte de Azoreadaar strandde het
echter niet, maar het zette zijn tocht
in omgekeerde richting voort en be
reikte weder de Amerikaansche wa
teren, om eindelijk na een reis van
drie jaren en zes dagen, waarin het
bijna 15,000 mijlen had afgelegd, in
den omtrek van de zandbanken van
New-Foundland naar den kelder te
gaan Een Engelscli schip, dat in
nabijheid van Kaap Delaware gedu
rende een sneeuwstorm werd verla
ten, onderging een dergelijk lot Het
wrak drtjeif naar Queemstown en ba-
reikte na een lange reis, waarbij (het
in 110 dagen 6800 mijlen aflegde 1de
Hebriden, waar het zonk Bijzonder
merkwaardig ook was het lot van
het Duitsch© zeilschip „Trav©".. dat
tengevolge van een ongeluk in twee
stukken gesneden was. De voorste
helft van het schip dreef Noord
waarts, de achterste naar het Zui
den, het voorste gedeelte strandde
eindelijk in Nieuw-Elngeland, terwijl
de andere helft in de nabijheid Van
de „Carol inen zonk.
ZIJN EE VERGIFTIGE
VISSCHEN?
Déze vraag moet men volgens
„Kosmos" bevestigend beantwoor
den, afgezien van de zeer naideelig©
uitwerkingen van bedorven of slecht
geconserveerd© .visch, waarin voort
woekerende bacteriën sterke ver
giften, ptomaine genaamd, doen ont
staan,.
In zieke visschen ontwikkelt zich'
nu en dan ook toxine en toxalbumin^
(door bacteriën vergiftig» eiwit-li
chaampjes), die voor den mensch ge
vaarlijk kunnen worden verder zijn,
er naar alle waarschijnlijkheid ook
baeterieele ziekten, welke den vis
sollen die daardoor aangetast zijn,
weinig of geen schade toebrengen,
terwijl d© mensch bij 't eten van zul
ke visschen er ziek door wordt, .Ver
volgens zijn bij verschillend© vis
schen sommige organen altijd op be
paalde tijden voor den mensch ver
giftig, vooral den kuit van den bar
beel in den rijtijd, zeldzamer die
van de karpers, zeelten, snoeken en
eenige andere soorten Het bloed van
den paling bevat een eiwitlichaam, 1
het zoogenaamde ichtyotoxine, dat
evenals slangengift werkt-, tenmin-
ste, als het nog versch in het 'bloed
of het darmkanaal komt
Bij verhitting wordt deze zelfstan
digheid reeds bij 60 graden vernie
tigd en eveneens door de maagsap
pen zoodat bij het eten van paling
het bloed geheel onschadelijk is,
maar bij het dmoden. en het bereiden
van den paling moet men voorzichtig
zijn.
O,ok het bloed van de lamprei "be- 1
vat vergift; en een door de (huid af
gescheiden zelfstandigheid werkt
zelfs nog nadat de visch gekookt is,
Men zegt ook dat het vleesch van
den koffervisch (ostr-acion quadricor-
nis Lvergift bevat; in nogihooger©
mate vergiftig is het bloed van iden
forel (Muraena hialena L),wordt
het bij andere dieren ingespoten dan
sterven zij onder hevige krampen:
Bij den zeeschorpjoen (Cottus seor-
pjus), is naar alle waarschijnlijkheid 1
slechts het vleesoh van het mannetje
gevaarlijk Andere visschen, die ove
rigens geheel onschadelijk zijn, kun-
nen door middel van de vingraten
en 1de stekels aan de kieuwdeksels
gevaarlijke wonden veroorzaken',
somtijds zooals bij het pieterman
netje (Trachinus draco), kan het ver
giftige slijm, dat deze organen be
dekt, kwaadaardige ontstekingen te
voorschijn roepen; bij andere soor
ten staan deze verdedigingsmiddelen
in verbinding met een giftbla-a.?,
waarvan de inhoud door de holle 1
graat in de wonde kan worden tover-
gebracht» zoodat er een doodelijke
bloedvergiftiging ontstaan kan De
giftklieren bevinden zich somtijds
in de huid, dan, weer in den 'bek yen
de visschen,
Weekbericht van de Coöperatieve Veft
voederfabriek en Olieslagerij „de Bo«
renbond" Utrecht.
Ljjnkoeken 100 Kg.
(104stuks) f
Inlandsche Lijnmeel per
100 Kg. met zakken
Soyakoeken 100 Kg.
04 stuks)
Soyameel per 100 Kg.
met zakken
Amerikaansch Lijnmeel
F er 100 Kg. met zakken
el Maismeel per 76 Kg.
Pel Mais (Natal) per
76 Kg.
Maismeel van Laplata
mais per 76 Kg.
Kippenmais per 76 Kg.
Gerstemeel per 60 Kg.
Kippengerst per 60 Kg,
Petersb. Erwtenmeelp.
80 Kg.
Petersb.Erwtenp.80Kg.
Grint p, 60 Kg. met zak
Gries p. 60 Kg. met zak
Rijstemeel per 60 Kg.
met zak
1 elmeel p.50 Kg. m. zak
Blanke haver 51/52
Kilo's per 60 Kg.
Gemalen haver p. 50 Kg.
Inlandsche haver zeer
mooi kwaliteit
Tarwemeel, fijne kwali
teit per 80 Kg,
per 40
Tarwebloem (zeer fijne
kwaliteit) per 60 Kg.
Paardeboonen p.80Kg.
Gemalen Paardeboonen
per 80 Ke
18,-
13,-
10,-
10,-
11,80
6.60
13,25
18,25
10,25
10,25
11,55
5,60
5,50 5,60
5,86
6,25
4,15
4,85
6,60
6,50
8,40
3,85
4,10
4,75
8,90
4,-
5,35
6,25
4,15
4,35
6,60
6,50
3,40
8,85
4,10
4,75
3,90
4,-
4,15 4,15
11,10
5,6(1
7,85
8,70
11,10
5,60
7,85
3,70
8,80 8,80
FEUILLETON»
161)
Te vijf uur zag hij', da,t Paiul ïlar-
ïnant met- Etienne Gastel en een
(derden persoon, die niemand anders
yvas dan Lu ei en L'abroue, de fabriek
verliet
Alle, drie namen' plaats Etf een
huurrijtuig1
Te kwartier voor zessen bleven de
béide rijtuigen op ongeveer twintig
passen van elkaar op de Havreplaats
siij 1 stcLci n
De drie mannen stapten uit het
rijtuig en gingen in een restauratie,
die ter zij-de der passage was_
Duchemiu verliet eveneens zijn rij
tuig, betaalde zijn koetsier en trad
top zijne beurt over den drempel Van
(de restauratie
Hij keek de zaal eens rond zag
Jaar degenen, die hij z'ocht, niet ©n
riep een bediende:
Hebt gij hier afzonderlijke ka-
toiers vroeg hij hem
Ja, mijnheer,,..:. Op. de: eerste
„verdieping
Goed, dank n. Breng .mij iets
te eten
En Ba-oul zette zich' bij een ta
feltje, van waar hij de beide uitgan
gen kon zien.
(Wij laten den jongen man zijn
maal nuttigen en keer en terug na,ar
de Seinestraaifc in de „Bijeenkomst
der Bakkers''.
Het is kwart voor twaalven
Alle deelnemers aan het feestmaal
dat de brooddraagster aangeboden
werd, waren op tijd
Sedert tien minuten was juffrouw
Amanda-, die van juffrouw Augusti
ne teruggekomen was met het ver
lof, zoo noodig den gaheelen namid
dag uit te blijven, in de kleine af
zónderlijke kamer, waa,r Marianne
druk bezig was, haar te bedienen
-Gij zult doen, wat gij mij be
loofd hebt, niet wa,ar vroeg zij
a,an de dienstmeid i
Ik zal het doen, juffrouw,-
[Wéés maar niet ongerust!.
Daarna keerde Marianne in de
groote zaal terug
Ovide boog zich een weinig voor
over, cu zeide zachtjes:
Gij hebt niets vergeten van het
geen wij zijn overeengekomen
Neen, neen, wees volkomen ge
rust- I
En Marianne, die door hare pa
trones werd geroepen, snelde weg,
Op dat oogenblik trad een onder
officier, vergezeld dopr een goedhar
tig boertje van ongeveer zestig ja
ren in de zaal
Soliveau keek hien doordringend
■aan en de wolk, die op. izijn voor
hoofd hing, verdween';
Daar zijn de agentenaa; mom
pelde hij
De schelm bedroog zich niet
De twee mannen, die binnengeko
men waren, waren inderdaad Bri-
char-d en M on tel de twee agenten,
die do-or het hoofd der geheime Po
litie gezonden waren
Zool zoo',:'tSchijnt wel dat
men liier bij u feest viert, zwhie
het boertje tot Marianne Dat zal
u wellicht verhinderen, ons iets voor
ons ontbijt te geven
Li het geheel niet» hoeren ant
woordde de dienstmeid Kom maar
mode
En zij bracht hen naar de plaats,
waar Ovide 's morgens had gezeten,
derhalve dicht bij k©t glazen be
schot,
III,
1
Do twee a-genten gingen zitten)
Op dat oogenblik kwam er eene
brooddraagster binnenstormen
Jongens, riep zij, moeder Li-
san is in aantocht.,Ik heb, gezien
dat zij zooeven den hoek der straat
is omgeslagen
fian opgepast-, zei een Lyon-
nais De oudste moet den bloemrui
ker geven
Een man van ruim zestig jaar
ging naar een tafeltje» waarop een
verbazend groote bloemruiker stond
Hij nam dien in de hand en ging
zich plaatsen vóór de- deelnemers a;an
het feestmaal
Gij weet allen, wat wij hebben
•afgesproken, als moeder Liaon. bin
nenkomt
Ja Ja ,.'vi
Thans geen woord meer,3
Dadelijk was het doodstil,
Briohard en Mon tel hielden hunne
scherpziend© oogen op de nog ge
sloten deur gevestigd
Da-a.r verscheen Jeanne Fortier
Leve Lize Perrin, hoezee I riep
men van alle kanten, terwijl de man
den bloemruiker aan de brooddraag
ster gaf
Aan tafelHot eten is gereed I
zeide de eigenares van de „Bijeen
komst der Bakkers" op hartelijken
toon
Men begeleidde -Jeanne naai 'de
eerepla-ats en de bloemruiker, die
haar kort t© voren was aangeboden,
werd midden op de tafel ge-zot
Het feestmaal begon
Ovide Soliveau bevond zich dicht
in de buurt van Jeanne en Vermaak
te door zijn grappen en geestige ge
zegden alle aanwezigen
[Wij kunnen volstaan met te zeg
gen, dat er overvloed was en klat
die eigenares van het huis wonde
ren had verricht
Die beide geheime politipagsnfen
genoten ook in zeker opzicht v,an
het- feestmaal.
Het ontbijt da-t hun" werd voor
gezet» was buitengewoon goed
Amanda wachtte koortsachtig» vol
angst en verbazend ongeduldig ha;ar
de ontknooping van hét stuk, dat
als blijspel was begonnen en naar
alle waarschijnlijkheid als treur
spel z-ou eindigen
De dienstmeid Marianne, die van
zenuwachtigheid trilde, wachtte op
het teelten, da,t de Parijzenaar haar
zou geven.
Zij giug naai' d© kleine tafel, !waar-
op de karafjes met verschillende li
keuren stonden.
,U moet de chartreuse niet in
schenken, Jacob, zeide zij tot den
den bottelier,, Ik zal mij daarmede
belasten,;»-
Goed, MariauncLn;
Het jong© meisje haalde ©en kar
rafj-e uit den zak en zette 'idit Voor
de andere i
lOvdde, die haar gedurende enkele
©ogenblikken bespied had, merkte
die beweging op.
Mooi zoo-, zeide hij' in" stilte»
zij vergeet niets Ik geloof, dat wij
binnen een half uurtje zullen lachen.
Hij stond op .en z'edt
Di geef een rondje. Vaih échte
chartreuse
Lev© dDyoaiiia-isschreeuwde
men luid.
Marianne* die hiet antwoord van
Ovide gehoord had, was met, twee
karafjes, waarin een groen© likeur
was, komen aanloopen,
Gij eerst, m oeder Lison, zeide
zij)
Jjeahne stak .haar het glas to\\
D© j-onge dienstmeid vulde het tot
Ovide en zeide:
Thans is de beurt- aap; O, inijn-
ihéer..
Met de handigheid van een goo
chelaar haid Marianne de karakjes
verwisseld en toen Ovide haar zijn
glas toestak, schonk zij daarin de
chartreuse, .waarin hij een weinig
v:an den drank gemengd had
Op uwe gezondheid, moeder Li
son 1 riep de schelm uit [Wij Zullen
eens klinken, als gij wilt;
Van g,an scher harte
D© twee glaasjes klonken" tegen
elkaar en werden daarna door Soli
veau en de brooddraagster, in, ©ïtt
teug geledigd
Amanda had geen enkel© bewe
ging nit- hiet oog verloren.
Toen zij Soliveau zijn glas Ziag
ledigen, schitterden haar oogappels
als die eemer tijgerin; t
Thans zijt gij verloren, ban-,
diet! mompelde zij.,
[Wij zijn thans in tamelijke ma
te laandoenlijk zeide de Dy onna. bi
Het oogenblik is gekomen om ons
wat op te vroolijken. [WÜj moeten!
zingen [Wij moeten, zingen... Ik zal
beginnen, „ys
Allen zwegen', pjm naar hem' tp
luisteren^
(Wordt vervolgd.)
-