LAD Na misdaad, Yergeïöing. BUITENLAND. BINNENLAND De bestrijding der oneer lijke concurrentie, Kerknieuws. Landbouw en Visscherij. Wetenswaardig Allerlei. IHAANDAG 23 JAK. <331, In het Kath. Sociaal Weekblad komt een artikel voor van onzen ■toofdredaeteur van den navolgen den inhoud: In tegenstelling met de wenschen t an den georganiseerden Midden stand, die zich van den beginne af j>p het standpunt heefc gezet, dat al teen door strafrechterlijke bestrijding tan tallooze misstanden in het win- leliershedrüf en handelsleven een b i n d e is te maken, heeft Z.Exc. Mi- Viister Eegout de civielrechtelijke be strijding van de oneerlijke mededin ging door zijn wetsontwerp tot wij- Viging van artt. 1401 e.v. B.W. als heter aangeprezen. Zeker is het, dat die aanvullingen en wijzigingen van de genoemde ar tikelen, na de laatste wetsinterpreta tie, door den Hoogen Kaad gegeven, noodig werden. In zooverre is de Middenstand, die óók op verbetering van het civielrechtelijk proces tot schadevergoeding wegens onrecht matige daad heeft aangedrongen, den Minister dankbaar voor zijn ontwerp. Toch vrees ik, dat „dankbaar, maar niet voldaan" de gemoedsstemming- der leidende Middenstandsorganisa ties, het best zal uitdrukken. Dankbaar,maar niet voldaan. Door zijn antwoord in de Tweede Kamer op de voortreffelijke opmer kingen, die Mr. Aalberse heeft doen liooren hij de Justitiebegrooting, heeft Minister Eegout op de hem eigen resolute en krachtige wijze la ten weten, dat een strafrechtelijke bestrijding der oneerlijke mededin ging van hem voorloopig niet is te verwachten, omdatde Midden stand over de wijze, waarop deze strafrechtelijke bestrijding moet plaats hebben, het niet eens zou we zen. Daargelaten nog dat deze interpre' tatie van de discussiën, op het Arn- hemsche Congres van het vorige jaar gehouden, m. i. niet de ware is, omdat ten slotte toch eenstemmig heid bleek te heerschen, en waar de ze in de discussie ontbrak, méér ver stand en gebrek aan juridisch uit drukkingsvermogen dan verschil van principes daarvan oorzaak was, dat alles daargelaten, moet hot vreemd schijnen, dat de Minister zijn eigen opvatting over een straf rechtelijke beteugeling der oneerlij ke concurrentie achterhoudt, (terwijl toch dat soort van beteugeling unaniem door den Middenstand gevraagd wordt) en daarentegen nu geeft wat de middenstanders una niem niet wenschen: een civiel rechtelijke regeling, die alleen, niet gepaard aan strafrechtelijke bepalin gen, algemeen en zonder tegenspraak onvoldoende wordt geacht! Over de méiites van het wijzi- giugsontwerp der artt. 1401 e.v. B.W. behoeft hier niet gesproken te wor den: het zal algemeen een heel wen- schelijkt' verbetering van die artike len worden geacht. Maar of die ver betering voor het hoofddoel, waar mee de Minister haar indient, wel zal helpen, dat betwijfel ik ten sterk- Als hoofddoel stelt de Minister: de bestrijding der oneerlijke mededin ging; in zijn Memorie van Toelich ting zegt hij: „Aan het thans heer- schend begrip van onrechtmatige daad (wordt door deze wijzigingen en aanvullingen) eene uitbreiding gegeven, welke een belangrijke maat schappelijke strekking heeft, en wel ker nut en beteekenis in het oog springt. Met behulp toch van eene bepaling als de voorgestelde zal de concurrentie civielrechtelijk met kracht aangevallen kunnen worden." Inderdaad: „zal kunnen". Maar of het gedaan zal worden? Buiten eenige gevallen van meer bijzonderen aard, die vooral den groothandel betreffen, geloof ik er niets van. Dc (kleinere) Middenstand, die on der de oneerlijke mededinging het meest lijdt, heeft aan deze civiel rechtelijke verbetering zoo goed als niets, en zal slechts in zeer enkele gevallen er toe zijn toevlucht nemen. Ik meen dus, dat de Middenstand den Minister dankbaar zal wezen voor een verbetering in de wet, wel ke de Middenstand kan gebruiken ten zijnen voordeele en tot handha ving van den eerlijken handel, maar dat hij tevens zich nietvoldaan zal rekenen met deze wetsvoorstel len, en van Minister Eegout blijft verwachten strafrechtelijke hulp, hoe dan ook. En hier mag nu nog iets worden bijgevoegd. Op het Arnhemsche Congres werd door sommigen (niet-juristen waren dat in hoofdzaak) steen en been ge klaagd over het onnutte van een „rekbare, elastische" wetsbepaling, die niet het feit-zelf zou strafbaar stellen, maar den rechter zooveel vrijheid zou geven.... In het nieuwvoorgestelde art. 1401 B.W. lezen we nu de nieuwe zinsne de, die eigenlijk de groote beteekenis is van deze wetswijziging: „Onder onrechtmatige daad wordt verstaan eene door de schuld des daders veroorzaakte handeling of nalatigheid, in strijd met de open bare orde, met de goede zeden of met de zorg van een goed huisva der." Aan den rechter wordt dus over gelaten de beslissing, of de een of andere daad of nalatigheid strijdig is „met de openbare orde" dat be grip staat vrijwel vast, „met de goede zeden" is dat rekbaar of niet? „of met de zorg van een goed huisvader", wij herhalen: is dit rekbaar?.... Al meent de Minister: de rech ter zal in ieder voorkomend geval ook dit begrip zonder veel moeite kunnen afmeten en „toepassen", ik voor mij geloof, dat degenen die de strafrechtelijke definitie van Mr. Aalberse aangaande de oneerlijke mededinging prefereeren (wat het nuttig effect ervan betreft) boven deze in ons civielrecht wel gebrui kelijke, maar toch vrij vage uitdruk king, groot gelijk zullen hebbenl Dankbaar, maar niet voldaan, in deze gemoedsstemming zal de Mid denstand van Nederland, meen ik, de voorstellen van Mr. Eegout aanvaar den! Mr. Aalberse teekent bij dit ar tikel het volgende aan: Er dreigt hier misverstand te ont staan. Ook in een der dagbladen zag ik vermeld, dat ik eigenlijk de groo te voorstander van strafbepalingen zou zijn, in tegenstelling met de Ministers Nelissen en Regout, die alleen heil verwachten van 't civiele recht. Deze tegenstelling is slechts ten d e e 1 e juist, wat al aanstonds blijkt, wanneer men opmerkt, dat Minister Eegout zich, om aan te toonen, wat een gewijzigd artikel 1401 B.W. goeds kan doen in den strijd tegen de on eerlijke mededinging, in zijn Memorie van Toelichting beroept op uitlatin gen van mij in het jaar 1897. Wat is 't geval? Ik ben begonnen, met de oneerlijke concurrentie te be schouwen als sociaal-juridisch vraag stuk in t algemeen, en stelde toen de civielrechtelijke bestrijding voorop, tevens echter de strafrech telijke niet vergetende. Later, meermalen op Midden stands-congressen hetzelfde vraag stuk besprekende, heb ik dit vraag stuk natuurlijk minder uit algemeen, en meer uit 't oogpunt der Midden stands-belangen besproken en kwam zoodoende in mijne betoogen het strafrecht mede naar den voorgrond. Daar kwam hij, dat mijn praktijk als advocaat mij geleerd had, dat een ci vielrechtelijke bepaling aan den klei nen Middenstand weinig baat zou geven, zonder tevens een zeer ingrij- grijpende wijziging van ons eiviel- procesrecht. Terwijl zelfs dan nog dikwijls zal blijken, dat de oneerlijke concurrent in Middenstandskringen een man is, die wel tot schadevergoe ding veroordeeld kan worden, maar daarom nog niet tot betaling ge dwongen kan worden, omdat ook de knapste advocaat van een kikvorsch geen veer en kan plukken! Terecht onderscheidt dus ook de heer Schiphorst tusschen de oneer lijke concurrentie, in 't algemeen, en de oneerlijke concurrentie als m i d- denstandsvraagsfuk. Plaatst men zich op 't eerste standpunt, dan zal men zich grootclijks ingenomen betoonen met de wetsvoordracht tot wijziging van art. 1401 e.v. B.W. Plaatst men zich daarentegen "op 't laatstgenoemde standpunt, dan zal men terecht zeggen: dankbaar, maar eerst voldaan, wanneer tevens een wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht word inge diend, en tevens ons civiel proces recht zoodanig zal gewijzigd wor den, dat wij in ons land zullen krij gen: goed, snel en goedkoop recht! Messina herleeft. Nog levendig staat ieder de ontzettende ramp voor den geest die Messina teisterde en overal medegevoel wekte. Den 28en December j.l. was het twee jaar gele den, dat Messina door een aardbe ving in puin werd gelegd en dui zenden omkwamen. Men weet hoe er van alle kanten gelden toestroom den om den noodlijdenden te hulp te komen en ook voor den herbouw der stad,- al waren er die twijfelden of deze wel moest plaats hebben. Men herinnert zich dat de gelden niet geheel in handen der getroffenen kwamen, dat er snoeierijen plaats hadden, maar dit alles belette niet dat in den aanvang van het jubeljaar van Italië de plechtige steenlegging kon plaats hebben voor de eerste steenen huizen in Messina. De Minister van Openbare Werken Sacchi woonde Dinsdag deze plech tigheid hij en sprak een rede uit, waarin hij er op wees, wat reeds door de regeering was gedaan, alvorens kon worden begonnen met den op bouw der vernielde stad. De regee ring gaf reeds tot 106 miLioen lire voor 40.000 tijdelijke woningen, voor nieuwe 6traten, voor kanaliseering en werken voor de waterleiding. Van de hulpwoningen was gebruik ge maakt door 60.000 menschen. 20.0UU wonen in de stad in huizen die we der zijn hersteld. Binnenkort zal de electrische tram kunnen rijden. De minister kon digde nog een wetsontwerp aan, waardoor de noodige gelden voor alle openbare gebouwen zullen worden verschaft. Zoo zal dan weer eeD ge heel nieuw Messina verrijzen en het is voor de zwaar beproefde bevolking te hopen dat die spoedig tot bloei zal komen; dan zullen de slechte tij den spoedig vergeten zijn. HET NED LANDB. OOMITÉ EN DE ZIEKTE- EN RADEN1WET, Het bestuur van het Nederlandsch Lanubouw-Gomité heeft een adres ferioht aan d© Tweede Kamer der taten-Generaal, waarin te kennen wordt gegeven, dat het ingediende stel wetsontwerpen, ziekte- en ra den wet, aan de Tweede Kamer aan geboden bij Koninklijke boodschap van 18 Juli 1910 ook in landbouw- kringem bijzondere aandacht heeft gewekt» omdat de daarin voorgedra gen regeling der arbeidersziekte-ver- i zekering ook die der landbouwarbei- ders omvat Het bestuur van het Nederlandsoh Liandbouw-Comité is, na kennisne ming ook van de memorie van toe lichting, die dit stel wetsontwerpen vergezelde, tot de overtuiging ge komen dat het dringend noodig was, een gemotiveerd oordeel van het gan- sdh© oomité uit te lokken omtrent de vraag, of het met het oog ©P 'de belangen van den landbouw wen- sohelijk jste achten, dat die beide wetsontwerpen in den voorgedragen zin tot .wet worden verheven Na breed© voorbereiding en toe lichting „dezer materie is daarom trent in de algemeens vergadering van 21 December j 1. beraadslaagd en een besluit genomen ter uitvoe ring waarvan het bestuur in op dracht van het Neder landsoh Land bouw Comité de conclusie ter ken nis van de Tweede Kamer brengt onder overlegging van een afdruk van bet stenografisch' verslag dier vergadering Deze conclusie luidt „Do vergadering van' Eet Neder lands eh Landbouw-Comité, overwegende', d'at de voorgedragen regeling der ziekteverzekering niet geschikt is te achten vioor toepas sing op den Landbouw1;. draagt het bestuur op, bij 'dé re geering .en bij de Staten-Giencraal de nooaige stappen te doen om its bevorderen: a dat dezfe regeling der ziektever zekering in geen geval op „den. land bouw worde toegepast; b dat de reeds in ruim© knate (aan wezige vrijwillige ziekteverzekering word© aangemoedigd en gecontro leerd-. Om de beteekenis Van hiet genomen besluit vast te leggen, wordt door het bestuur in herinnering gebracht, dat het oomité thans bestaat uit 33 vereenigingen, in uitgebneiien kring werkende en over bet gehad© land verspreid, t© z'amen tellend© ruim 130,000 ledendat 69 stem uitbrengende afgevaardigden aan wezig waren en dat d© genoemde con clusie bij hoofdelijke stemming werd aangenomen, met algemeene stem men, De Katholieke hiërarchie. Het pas verschenen kerkelijk jaar boek der Pallotiner Congregatie be vat een aantal belangrijke gegevens over de Katholieke hiërarchie in het algemeen en over de Italiaanschc diocesen en parochiën in het bijzon der, waaraan wij de volgende statis- tiseho bemerkingen ontleenen: In Europa zijn er, van den latijn- schen ritus, 47 kardinalen, 2 patriar chen, 114 aartsbisschoppen, 496 bis schoppen, 17 abbates nullius en 9 apostolische vicarissen; voorts van den Oosterschen ritus 8 aartsbis schoppen, 2 bisschoppen en 2 aposto lische vicarissen. In Azië telt men 2 Latijnsche pa triarchen, 2 aartsbisschoppen, 28 bis schoppen, 60 apostolische vicarissen; en van den Oosterschen ritus 5 pa triarchen, 17 aartsbisschoppen, 88 bisschoppen, 8 apostolische vicaris sen. In Afrika bevinden zich 2 aarts bisschoppen, 18 bisschoppen, 1 abbas nullius, en 48 apostolische vicaris sen, van den Latijnschen ritus; voorts 1 patriarch, 8 bisschoppen en 4 apos tolische vicarissen, van den Ooster schen ritus. In Amerika belmoren alle prelaten tot den Latijnschen ritus. Men telt er 2 kardinalen, 54 aartsbisschoppen, 8 abbales nullius, 24 apostolische vica rissen. In Australië vinden wij 1 kardi naal, 7 aartsbisschoppen, 25 bisschop pen, 1 abbas nullius, en 16 apostoli sche vicarissen allen van den Latijn schen ritus. In het geheel zijn er dus van den Latijnschen ritus 4 patriarchen, 188 aartsbisschoppen, 780 bisschoppen, 22 abbates nullius; hier bij komen dan nog 8 titulair-patriarchen, 89 titulair aartsbisschoppen en 425 titulair-bis- schoppen. Van den Oosterschen ritus zijn er 1 Armenische patriarch, 4 aartsbisschoppen, 14 bisschoppen, 1 koptische patriarch en 2 bisschoppen, 1 Grieksch-Melchitische patriarch, 8 aartsbisschoppen, 8 bisschoppen; 1 Grieksch-Eoemeensche aartsbisschop en 3 bisschoppen; 1 Grieksch-Eutheen sche aartsbisschop en 7 bisschoppen; 1 patriarch, 6 aartsbisschoppen en 8 bisschoppen, van den ritus der Sy rische maronieten; 1 patriarch, 3 aartsbisschoppen en 5 bisschoppen van den Syrischen ritus; en 1 patri arch, 2 aartsbisschoppen en 9 bis schoppen van den Chaldeeschen ri tus. In het geheel telt dus de Katholie- ke Kerk tegenwoordig 50 kardina len, 13 patriarchen, 297 aartsbisschop pen, 1257 bisschoppen en 22 abbates nullius. Volgens opgave van het Jaarboek bestuurt deze hiërarchie 285.912.838 Katholieken, waarvan er in Europa 182.437.522 wonen en wel 177.385.844 van den Latijnschen, en 5.051.678 van den Oosterschen ritus. In Azie zijn er 5.422.641 Katholieken, waarvan er 4.559.865 tot den Latijnschen, en 862.776 tot den Oosterschen ritus be- hooren. Afrika telt 2.681.740 Katholie ken, waaronder 2.641.740 van Latijn schen, en 40.000 van Oosterschen ri tus. Amerika heeft 86.996.513 Katho lieken, onder welken er zich 345.000 van den Oosterschen ritus bevinden. In Australië zijn 8. 374.422 Katholie ken, allen van den Latijnschen ritus. De directeur-generaal van den Landbouw brengt ter algemeene ten nis, dat ingaande 1 Februari a.s., van Eijkswege entstof en serum tegen het besmettelijk verwerpen der koei en kosteloos en portvrij op aanvrage worden verstrekt aan in Nederland gevestigde veeartsen. De aanvragen behooren als regel schriftelijk te geschieden en zijn te richten tot de Eijksseruminriehting, Vinkendwarsstraat 15, te Botterdam. In spoedeischende gevallen kun nen de aanvragen telegrafisch ge richt worden tot „Seruminrichting Botterdam". Ieder veearts ontvangt met het ent stof en het serum een gebruiksaan wijzing en 'n gedruk formulier, het welk hij, wanneer de resultaten van de aanwending van de entstof en het serum bekend zijn, portvrij moet in zenden aan de Eijksseruminriehting. HOE YEELATEN SCHEPEN REIZEN; Binnen de laatste zeven jaren zijn in hét Noordelijk gedeelte van den Atlantisch,en Oceaan 1628 schepen door hun bemanning' verlaten, Déze drijvende wrakken kunnen na tuurlijk voor d© scheepvaart gevaar opleveren, daarom heeft de Ameri- kaanscke regeer ing een bijzonder vaartuig in dienst dat alle drijvend gevonden wrakken vernietigt Zul ke wTakken maken dikwijls de zon derlingste reizen In 1891 werd bij voorbeeld een Ehgelsoke bark op de hoogte van Oharlesten verlaten Den golfstroom volgend, stak bet wrak den Atlantischien Oceaan over en be reikte de Azoreadaar strandde het echter niet, maar het zette zijn tocht in omgekeerde richting voort en be reikte weder de Amerikaansche wa teren, om eindelijk na een reis van drie jaren en zes dagen, waarin het bijna 15,000 mijlen had afgelegd, in den omtrek van de zandbanken van New-Foundland naar den kelder te gaan Een Engelscli schip, dat in nabijheid van Kaap Delaware gedu rende een sneeuwstorm werd verla ten, onderging een dergelijk lot Het wrak drtjeif naar Queemstown en ba- reikte na een lange reis, waarbij (het in 110 dagen 6800 mijlen aflegde 1de Hebriden, waar het zonk Bijzonder merkwaardig ook was het lot van het Duitsch© zeilschip „Trav©".. dat tengevolge van een ongeluk in twee stukken gesneden was. De voorste helft van het schip dreef Noord waarts, de achterste naar het Zui den, het voorste gedeelte strandde eindelijk in Nieuw-Elngeland, terwijl de andere helft in de nabijheid Van de „Carol inen zonk. ZIJN EE VERGIFTIGE VISSCHEN? Déze vraag moet men volgens „Kosmos" bevestigend beantwoor den, afgezien van de zeer naideelig© uitwerkingen van bedorven of slecht geconserveerd© .visch, waarin voort woekerende bacteriën sterke ver giften, ptomaine genaamd, doen ont staan,. In zieke visschen ontwikkelt zich' nu en dan ook toxine en toxalbumin^ (door bacteriën vergiftig» eiwit-li chaampjes), die voor den mensch ge vaarlijk kunnen worden verder zijn, er naar alle waarschijnlijkheid ook baeterieele ziekten, welke den vis sollen die daardoor aangetast zijn, weinig of geen schade toebrengen, terwijl d© mensch bij 't eten van zul ke visschen er ziek door wordt, .Ver volgens zijn bij verschillend© vis schen sommige organen altijd op be paalde tijden voor den mensch ver giftig, vooral den kuit van den bar beel in den rijtijd, zeldzamer die van de karpers, zeelten, snoeken en eenige andere soorten Het bloed van den paling bevat een eiwitlichaam, 1 het zoogenaamde ichtyotoxine, dat evenals slangengift werkt-, tenmin- ste, als het nog versch in het 'bloed of het darmkanaal komt Bij verhitting wordt deze zelfstan digheid reeds bij 60 graden vernie tigd en eveneens door de maagsap pen zoodat bij het eten van paling het bloed geheel onschadelijk is, maar bij het dmoden. en het bereiden van den paling moet men voorzichtig zijn. O,ok het bloed van de lamprei "be- 1 vat vergift; en een door de (huid af gescheiden zelfstandigheid werkt zelfs nog nadat de visch gekookt is, Men zegt ook dat het vleesch van den koffervisch (ostr-acion quadricor- nis Lvergift bevat; in nogihooger© mate vergiftig is het bloed van iden forel (Muraena hialena L),wordt het bij andere dieren ingespoten dan sterven zij onder hevige krampen: Bij den zeeschorpjoen (Cottus seor- pjus), is naar alle waarschijnlijkheid 1 slechts het vleesoh van het mannetje gevaarlijk Andere visschen, die ove rigens geheel onschadelijk zijn, kun- nen door middel van de vingraten en 1de stekels aan de kieuwdeksels gevaarlijke wonden veroorzaken', somtijds zooals bij het pieterman netje (Trachinus draco), kan het ver giftige slijm, dat deze organen be dekt, kwaadaardige ontstekingen te voorschijn roepen; bij andere soor ten staan deze verdedigingsmiddelen in verbinding met een giftbla-a.?, waarvan de inhoud door de holle 1 graat in de wonde kan worden tover- gebracht» zoodat er een doodelijke bloedvergiftiging ontstaan kan De giftklieren bevinden zich somtijds in de huid, dan, weer in den 'bek yen de visschen, Weekbericht van de Coöperatieve Veft voederfabriek en Olieslagerij „de Bo« renbond" Utrecht. Ljjnkoeken 100 Kg. (104stuks) f Inlandsche Lijnmeel per 100 Kg. met zakken Soyakoeken 100 Kg. 04 stuks) Soyameel per 100 Kg. met zakken Amerikaansch Lijnmeel F er 100 Kg. met zakken el Maismeel per 76 Kg. Pel Mais (Natal) per 76 Kg. Maismeel van Laplata mais per 76 Kg. Kippenmais per 76 Kg. Gerstemeel per 60 Kg. Kippengerst per 60 Kg, Petersb. Erwtenmeelp. 80 Kg. Petersb.Erwtenp.80Kg. Grint p, 60 Kg. met zak Gries p. 60 Kg. met zak Rijstemeel per 60 Kg. met zak 1 elmeel p.50 Kg. m. zak Blanke haver 51/52 Kilo's per 60 Kg. Gemalen haver p. 50 Kg. Inlandsche haver zeer mooi kwaliteit Tarwemeel, fijne kwali teit per 80 Kg, per 40 Tarwebloem (zeer fijne kwaliteit) per 60 Kg. Paardeboonen p.80Kg. Gemalen Paardeboonen per 80 Ke 18,- 13,- 10,- 10,- 11,80 6.60 13,25 18,25 10,25 10,25 11,55 5,60 5,50 5,60 5,86 6,25 4,15 4,85 6,60 6,50 8,40 3,85 4,10 4,75 8,90 4,- 5,35 6,25 4,15 4,35 6,60 6,50 3,40 8,85 4,10 4,75 3,90 4,- 4,15 4,15 11,10 5,6(1 7,85 8,70 11,10 5,60 7,85 3,70 8,80 8,80 FEUILLETON» 161) Te vijf uur zag hij', da,t Paiul ïlar- ïnant met- Etienne Gastel en een (derden persoon, die niemand anders yvas dan Lu ei en L'abroue, de fabriek verliet Alle, drie namen' plaats Etf een huurrijtuig1 Te kwartier voor zessen bleven de béide rijtuigen op ongeveer twintig passen van elkaar op de Havreplaats siij 1 stcLci n De drie mannen stapten uit het rijtuig en gingen in een restauratie, die ter zij-de der passage was_ Duchemiu verliet eveneens zijn rij tuig, betaalde zijn koetsier en trad top zijne beurt over den drempel Van (de restauratie Hij keek de zaal eens rond zag Jaar degenen, die hij z'ocht, niet ©n riep een bediende: Hebt gij hier afzonderlijke ka- toiers vroeg hij hem Ja, mijnheer,,..:. Op. de: eerste „verdieping Goed, dank n. Breng .mij iets te eten En Ba-oul zette zich' bij een ta feltje, van waar hij de beide uitgan gen kon zien. (Wij laten den jongen man zijn maal nuttigen en keer en terug na,ar de Seinestraaifc in de „Bijeenkomst der Bakkers''. Het is kwart voor twaalven Alle deelnemers aan het feestmaal dat de brooddraagster aangeboden werd, waren op tijd Sedert tien minuten was juffrouw Amanda-, die van juffrouw Augusti ne teruggekomen was met het ver lof, zoo noodig den gaheelen namid dag uit te blijven, in de kleine af zónderlijke kamer, waa,r Marianne druk bezig was, haar te bedienen -Gij zult doen, wat gij mij be loofd hebt, niet wa,ar vroeg zij a,an de dienstmeid i Ik zal het doen, juffrouw,- [Wéés maar niet ongerust!. Daarna keerde Marianne in de groote zaal terug Ovide boog zich een weinig voor over, cu zeide zachtjes: Gij hebt niets vergeten van het geen wij zijn overeengekomen Neen, neen, wees volkomen ge rust- I En Marianne, die door hare pa trones werd geroepen, snelde weg, Op dat oogenblik trad een onder officier, vergezeld dopr een goedhar tig boertje van ongeveer zestig ja ren in de zaal Soliveau keek hien doordringend ■aan en de wolk, die op. izijn voor hoofd hing, verdween'; Daar zijn de agentenaa; mom pelde hij De schelm bedroog zich niet De twee mannen, die binnengeko men waren, waren inderdaad Bri- char-d en M on tel de twee agenten, die do-or het hoofd der geheime Po litie gezonden waren Zool zoo',:'tSchijnt wel dat men liier bij u feest viert, zwhie het boertje tot Marianne Dat zal u wellicht verhinderen, ons iets voor ons ontbijt te geven Li het geheel niet» hoeren ant woordde de dienstmeid Kom maar mode En zij bracht hen naar de plaats, waar Ovide 's morgens had gezeten, derhalve dicht bij k©t glazen be schot, III, 1 Do twee a-genten gingen zitten) Op dat oogenblik kwam er eene brooddraagster binnenstormen Jongens, riep zij, moeder Li- san is in aantocht.,Ik heb, gezien dat zij zooeven den hoek der straat is omgeslagen fian opgepast-, zei een Lyon- nais De oudste moet den bloemrui ker geven Een man van ruim zestig jaar ging naar een tafeltje» waarop een verbazend groote bloemruiker stond Hij nam dien in de hand en ging zich plaatsen vóór de- deelnemers a;an het feestmaal Gij weet allen, wat wij hebben •afgesproken, als moeder Liaon. bin nenkomt Ja Ja ,.'vi Thans geen woord meer,3 Dadelijk was het doodstil, Briohard en Mon tel hielden hunne scherpziend© oogen op de nog ge sloten deur gevestigd Da-a.r verscheen Jeanne Fortier Leve Lize Perrin, hoezee I riep men van alle kanten, terwijl de man den bloemruiker aan de brooddraag ster gaf Aan tafelHot eten is gereed I zeide de eigenares van de „Bijeen komst der Bakkers" op hartelijken toon Men begeleidde -Jeanne naai 'de eerepla-ats en de bloemruiker, die haar kort t© voren was aangeboden, werd midden op de tafel ge-zot Het feestmaal begon Ovide Soliveau bevond zich dicht in de buurt van Jeanne en Vermaak te door zijn grappen en geestige ge zegden alle aanwezigen [Wij kunnen volstaan met te zeg gen, dat er overvloed was en klat die eigenares van het huis wonde ren had verricht Die beide geheime politipagsnfen genoten ook in zeker opzicht v,an het- feestmaal. Het ontbijt da-t hun" werd voor gezet» was buitengewoon goed Amanda wachtte koortsachtig» vol angst en verbazend ongeduldig ha;ar de ontknooping van hét stuk, dat als blijspel was begonnen en naar alle waarschijnlijkheid als treur spel z-ou eindigen De dienstmeid Marianne, die van zenuwachtigheid trilde, wachtte op het teelten, da,t de Parijzenaar haar zou geven. Zij giug naai' d© kleine tafel, !waar- op de karafjes met verschillende li keuren stonden. ,U moet de chartreuse niet in schenken, Jacob, zeide zij tot den den bottelier,, Ik zal mij daarmede belasten,;»- Goed, MariauncLn; Het jong© meisje haalde ©en kar rafj-e uit den zak en zette 'idit Voor de andere i lOvdde, die haar gedurende enkele ©ogenblikken bespied had, merkte die beweging op. Mooi zoo-, zeide hij' in" stilte» zij vergeet niets Ik geloof, dat wij binnen een half uurtje zullen lachen. Hij stond op .en z'edt Di geef een rondje. Vaih échte chartreuse Lev© dDyoaiiia-isschreeuwde men luid. Marianne* die hiet antwoord van Ovide gehoord had, was met, twee karafjes, waarin een groen© likeur was, komen aanloopen, Gij eerst, m oeder Lison, zeide zij) Jjeahne stak .haar het glas to\\ D© j-onge dienstmeid vulde het tot Ovide en zeide: Thans is de beurt- aap; O, inijn- ihéer.. Met de handigheid van een goo chelaar haid Marianne de karakjes verwisseld en toen Ovide haar zijn glas toestak, schonk zij daarin de chartreuse, .waarin hij een weinig v:an den drank gemengd had Op uwe gezondheid, moeder Li son 1 riep de schelm uit [Wij Zullen eens klinken, als gij wilt; Van g,an scher harte D© twee glaasjes klonken" tegen elkaar en werden daarna door Soli veau en de brooddraagster, in, ©ïtt teug geledigd Amanda had geen enkel© bewe ging nit- hiet oog verloren. Toen zij Soliveau zijn glas Ziag ledigen, schitterden haar oogappels als die eemer tijgerin; t Thans zijt gij verloren, ban-, diet! mompelde zij., [Wij zijn thans in tamelijke ma te laandoenlijk zeide de Dy onna. bi Het oogenblik is gekomen om ons wat op te vroolijken. [WÜj moeten! zingen [Wij moeten, zingen... Ik zal beginnen, „ys Allen zwegen', pjm naar hem' tp luisteren^ (Wordt vervolgd.) -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5