TWEEDE BLAD De Koning der Andes. R. K. Middenstandsvereeni- ging. Rond de Liturgie. Brieven uit den Haag. BUITENLAND. BINNENLAND. ZATERDAG 4 MAART 1911. onder patronaat van den H. Jozef te Haarlem. afrieelinff van „de Hanze", goedgekeurd klj Biserhoppelük Besluit van 26 October 190T en bü Koninklijk besluit van 9 Mei 1908. De R.-K Middenstandsvereeniging stelt eich ten doel. volgens art. 2 barer Statuten, de zedelijke en stoffelijke belangen van den handeldrüvenden en industriëelen Midden stand in het algemeen, en van bare leden in het bijzonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den R. K. Godsdienst. Nog slechts kort geleden opgericht, bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van haar bestaan. 'Zij voerde o.a. eene krachtige actie tegen het verleennn van al te lang crediet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderin gen werden belangrijke onderwerpen, als coö peratie, inkomstenbelasting, arbeidscontract, enz. behandeld; boek houden rsussen werden door haar opge richt; eene onderlinge glasverzekering is door haar tot stand gekomen, deze biedt hij zeer lage premie n. de grootst mogelijke voor deden en keert 50 pCt. der netto winst aan de verzekerden nit. op haar verzoek werden de le H. Cominu- niedagen in de verschillende pnroehieën, zoo veel mogelijk op uiteenloopende datums ge steld. Dit en nog veel meer deed zij reeds in het belang harer leden on van den R.-K. Midden stand in het algemeen; nog veel meer zou zU kunnen doen, indien zij van do R.-K. Mid denstanders krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie van ƒ1.30 per 8 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, door dat de Vereeniging aangesloten is hij de Haarl. Handelsvereeniging. gratis- gelegen heid information in te winnen; dubieuze pos ten ter ineasseéring te geven aan het bestuur der H. H V. en rechtskundige adviezen be treffende hunne zaken te vragen bij de advo caten der Tl. H. V. Het bestuur spoort, daarom hiermede alle, nog niet. aangesloten R.-K. Middenstanders aan, als I.id dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet té laten weerhouden door de gedachte, misschien onmiddellijk geen per- «oonljjke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te geven, het goe de doel der VPreeniging te helpen bevorderen en daardoor ook middellijk hun eigen belan gen behartigen. Voor het Lidmaatschap kan men zich aan melden bij het Bestuur of bij den Secretaris Lange Heerenstraat 24 O. A. M. JONOKBLOEDT Lz. HET BESTUUR. xm. Oorsprong der Aseliwijding. Wat gaf aanleiding tot de plechtige ascü- wtjding op den eersten dag der Vasten, zoo als wij die de vorige week beschreven? In de eerste eeuwen der Kerk had do asch- wijding plaats uitsluitend voor de openbare zondaars. Ka de belijdenis hunner openbare zonden schonk de bisschop hun het boete kleed en bestrooide hunne hoofden met asch. Dan vielen de boetelingen plat ter aarde, terwijl geestelijkhei den volk gezamenlijk de zeven boetepsalmen zongen. Vervolgens hield men een boeteprocessie en bij het einde daar van dreef de bisschop hen buiten de kerk, zeggende; „Ter oorzake uwer zonden en mis daden verjagen wij u buiten de kerk, even als Adam, de eerste mensch, om zijn over treding uit liet paradijs werd verdreven. De almachtige God doe u terugkeeren met de vrucht der boetvaardigheid. Amen." Aan den drempel der kerk werden zij nn vertroost door de herinnering aan Gods barmhartigheid en nadat hun gezegd was, dat zij na vasten, bidden en andere goede werken op Witten Donderdag mochten terugkeeren, werden de deuren der kerk voor hen gesloten en nam de H. Mis een aanvang. In latere tijden voegden zich bij deze boe telingen ook andere geloovigen om hen te troosten en tevens om boete te doen voor hunne geheime zonden. Langzamerhand werd dit algemeen en toen na de elfde eeuw de openbare boete werd afgeschaft, bleef het ge bruik der aschwijding en asehbestrooiing be staan, ja, nam een vaste plaats in onder de voorgeschreven ceremonies der Roomsehe li turgie. XI. Feestelingen. Ergernis. Gemopper. We moeten beginnen met een paar feeste lingen te herdenken: de Jonge Garde, veree niging van R.-K. jonge en aanstaande kie zers, die sinds onzen laatsten brief haar 10- jarig bestaan vierde en bet Ondersteunings fonds „St. Joannes de Deo", onderafdeeling van den Ned. R.-K. Volksbond, dat haar 20- jarig bestaan herdacht. Beide vereen i gin gen verdienen een eer volle vermelding, omdat zij, de eerste op po litiek, de tweede op sociaal terrein, inderdaad groote verdiensten voor do Katholieke zaak hebben vergaderd. De Jonge Garde, de moeder van alle derge lijke vereenigingen in ons land, werd opge licht onder veel vrees van sommigen, dat er wel spoedig ruzie zou losbreken tussclien de nieuwe vercenigingswereldburgers en cle Kiesvereenigingen, omdat de vereeniging van aan politiekdoende jonge mannen (18— 35 jaar) zich niet zou weten te hoeden voor betreding van bet. terrein der offieiëele kle- zersorganisaties. Die vrees is evenwel nooit, ook maar in het minst bewaarheid; geen en kei maal werd ook zelfs maar 'n strooptocht beproefd op verboden terrein en strikt bleef men binnen de grenzen der statuten, welke ontwikkeling op den voorgrond stollen en daarnaast het verleenen van linlp aan de kiesvereenigingen, in overeenstemming met de kiesvereenigingen. Aan die ontwikkeling word krachtig gewerkt door liet geven van cursussen, het houden van debatavonden, het inrichten van een bibliotheek, enz.; en de be sturen der Kiesvereenigingen zullen de eer sten zijn om het te erkennen dat een zeer groot aantal van de „zelfbewuste", wat weten de kiezers uit Jonge Garde zijn voortgeko men. Terwijl zij tevens onmiddellijk zullen beamen, dat de leden der Jonge Garde steeds met inspanning en met succes hebben go- werkt ter versterking van het kiezerskorps en in dagen van verkiezingen nooit moeite heb ben ontzien om de eandidaten der R. K. Kies vereenigingen zoo mogelijk de overwining te helpen bezorgen. En wat „St. Joannes de Deo" betreft, dit fonds mag de eer voor zich opeisclien het leeuwenaandeel te hebben bijgedragen tot In standhouding der Haagsche afdeeling vau den Volksbond. Twintig jaar geleden was de organisatie-idee heel wat minder sterk ont wikkeld dan nu; terwijl bovendien de vakver- eenigingen in den Bond nog zeer op den ach tergrond hieven; honderden waren dan ook alleen lid, omdat dit een voorwaarde was, ten einde tot de fondsen St. J. de D. was tot voor kort Ondersteuning»- en Ziekenfonds, thans zijn deze fondsen gesplitst te kunnen toetreden; en dat zulke er thans niot meer zijn, zouden we niet graag durvon beweren. Dit is dus inderdaad een groote verdienste van het fonds. Wat het meer binnen de greu- zen van zijn eigenlijk doel deed, moge blij ken uit de volgende cijfers. In de 20 jaren van het bestaan van het fonds, werd aan con tributies ontvangen bijna 155 duizend gulden, donateurs schonken bijna ƒ4700, aan rente werd ruim 4300 gekweekt; totaal dus onge veer 164 duizend gulden; hiervhn werd aan zieken uitgekeerd bijna 121 duizend gulden, en bij overlijden ruim 17 duizend gulden, to taal dus 138 duizend golden; zoodat er dus nog een mooi reservefonds is. Prachtig, nietwaar? Wat een ellende zou er meer geleden zijn, als die enorme sommen niet baden kunnen worden uitgekeerd! Is het nn niet ontzettend jammer, dat zulk een fonds tengevolge van de ongewijzigde aaneming der Ziektewet dreigt te verdwij nen? Blijkbaar wordt dit bezwaar tegen het ontwerp algemeen gevoeld. En men kan er op rekenen, dat deswege nog al verzet zal ko men. Op de laatste vergadering van het PI. Comité der K. S. A. alhier, is zeer lang en breed het werd kwart na middernacht over dezen kant der zaak gesproken; zelfs werd een motie voorgesteld, doch dat was to politiekerig voor de K. Sociale Actie en ten slotte bepaalde men er zich toe aan het Diocesaan Comité te verzoeken pogingen in het werk te stellen om wijziging in het wets ontwerp te verkrijgen. We hopen van harte dat de pogingen zullen slagen. Behalve de Ziekenfondsers mopperen ook nog anderen, ofschoon om een andere reden. We bedoelen de R. K. boek-, dat wil in vele gevallen zeggen beeldjeshandelaren, die on tevreden zijn over de uitvoering van het de creet des Pausen betreffende de eerste H. Communie,welke zij niet zoo spoedig had den verwacht, zoodat zij toch maar hadden ingeslagen en nu vermoedelijk het is toch te verwachten dat de meeste Katholieken zich zullen houden aan het bevel van den H. Va der met de honderd en een artikelen, die anders de huiskamer der ouders van een Eerste Communiekind tot een expositie-lo kaal van soms mooie, meest leelijke religieu- se artikelen maakten, waarin ook nog plants moest worden ingeruimd voor een boeken stalletje. Nu is het inderdaad niet pleizierig voor een winkelier als hij blijft zitten met artike len, die hij gehoopt heeft van de hand te zul len kunnen doen. Doch.... het goed vertrou wen van sommigen der heeren, dat 't met de uitvoering van het decreet nog wel eenigen tijd zou aanloopen, lijkt ons wel wat al te op timistisch, daar er inderdaad niets was, dat voedsel kon geven aan de verwachting. De boekhandelaren zullen zich dienen te troosten. We hopen van harte dat ze hun voorraad toch spoedig kwijt zullen raken doch we wenschen even sterk, dat ze als ca deautjes voor Comniuniekinderen, zeer, zeer weinig zullen omzetten. De overdreven ca deau tjesgeverij is een der dingen, dio ons steeds het meest hebben geërgerd en die op eon der eerste plaatsen in aanmerking ko men waar het er om gaat den eenvoud bij de Eerste H. Communie te herstellen. Hoe moeilijk sommigen zich evenwel nog kunnen indenkon in den geest van 't decreet des Pausen en do voorschriften onzer Bis schoppen, bleek ons dezer dagen, toen een dame ons onder meer deze niededeeling deed, dat er voor haar dochtertje, dat eerstdaags voor 't eerst tot do H. Tafel zou naderen, 'n fijn keurig, zijden japonnetje in den maak was. Het japonnetje zou echter kort worden en de sluier zou ontbreken. En daarmede meende de dame al bijzonder goed de intenties van het decreet te volgen! Almof 'n fijn, zijden japon netje gerekend kan worden tot de gewone Zondagskleeding en alsof dat niet evengoed als een lange japon met sluier de aandacht van het kind zal afleiden van den ernst van de heilige zaak: vooral als het op den dag der Communie voor 't eerst gedragen wordt! We spraken boven van ergernis. Dit ondervonden we deze week ook bij het, verlaten van het Tweede Kamergebouw, waar onze plicht ons riep, achter een drietal dames van tnsschen 30 en 40 jaar liepen, die den geheelen morgen op de publieke tribune de behandeling van een deel van het wetsontwerp tot liestrijding der zedeloosheid hadden bijgewoond en blij kens haar gelach en gescherts het gehoorde, dat hoezeer ook getracht wordt de beraad slagingen vrij te houden van alles wat kul- scho ooren kwetsen moet, toch soms vau dien aard is, dat iemand die niet genood zaakt is te luisteren hot veel liever niet lioort, bijzonder amusant en aardig vonden. Eu dat waren dames! GRADUS. Door wolven overvallen. Dc Weenschc „Zeit" beVat een verschrikkelijk verbaal van een bruiloftsstoet, die in Russisch Azië door wolven overvallen is. Do bruiloftsstoet uit honderddertig perso nen besta,ande reed in een 30-tal sleden van het dorp Obstipoff naar Tashkent op on geveer dertig wersten vandaar. Haast was men te Taschkent aangekomen toen de paar den plotseling teekenen van schrik gaven, die spoedig ook op de deelnemers van den bruiloftsstoet oversloeg. Troepen van hon derden hongerige wolven, kwamen van alle kanten opzetten en omringden de sleden. De verschrikte reizigers verdedigden zich zoo goed zij konden, maar zij hadden geen wape nen. De een na den ander viel in de klauwen van de wolven. Toch Iconden eenige sleden nog aan liet gevaar ontkomen. Zij werden echter achter volgd door de uitgehongerde beesten, wel ke de vluchtelingen op een afstand hielden, door lafhartig de vrouwen onder hen uit de sleden te werpen waardoor men de wol ven tot staan hoopte te brengen. De eerste slede, waarin zich de jongge huwden bevonden, werd tenslotte echter ook door een troep wolven overvallen, de inzit tende personen, die zich in die slede bevon den. eischten van den echtgenoot, dat hi zijn vrouw zou opofferen. Toen deze vo" verontwaardiging weigerde, werden zij bei den op den weg voor de wolven geworpen Eindelijk kwamen twee personen te Tash kent aan: zij waren de eenigen. die zich nog hadden kunnen redden. Begrijpelijkerwijze waren zij half waanzinnig van angst en op winding. Êen oiulje! Te Longvieuw, in den staat Texas, ligt een dame op s'erven wellicht is zjj al dood die hel gebracht heeft tot den gezegenden teefiijd van 136 jaar. 7ij lag Hek ten huize van haar dochter, die ook at de honderd is gecasseerd. Deze honderd-zes-en-dertig-jarige is (of was") een mevr. Lucie Owens, geboortig uit Noord-Carolina. Zij heeft nog de dagen van den vrijheidsoorlog beleefd. Toen zij drie iaar oud was, heeft zij George Washinglon gezien, en het heet dat zij de laatste overlevende is geweest, die den eersten president van de Vereenigde Sta ten heeft aanschouwd (Washing'on s'i*rf in 17091 De hooge ouderdom van mevr. Lucie Owens is dikwijls in tv ij el ge'rokken; maar een nader onderzoek in oude geboorteregisters heeft bewe zen, dat de opgegeven ouderdom de luiste is. Nog maar een jaar geleden was mevr. Lucie Owens nog goed van gezicht en gehoor; en ook kon zij nog, niet een krukje, door haar Kamer ioopen. Ken avontuurlijke jonge dame. Een jonge Sehotsche, miss Olive Mc Leod, die zich naar Midden-Afrika begeven had, om daar het graf van haar verloofde te bezoeken, is waarschijn lijk het slachtoffer geworden van haar helden moed. Haar aanstaande, lui'enaut Alexander, een be kend onderzoekingsreiziger, werd in April van het vorige jaar, op een tocht door Midden-Afri ka op verraderlijke wij-e vermoord door inlan ders' in het Wadai-gebled. Zijn getrouwe Foitu- geeschc reisgenoot, José, slaagde er in le ont komen en kon zoodoende het treurige nieuws aan Alexander's verwanten medcdeelen. Het lijk van den luitenant werd later uit het Wadai-ge- bied naar Maifoni overgebracht cn daar plech tig begraven, naast dat van zijn broeder. De aanstaande van den luitenant, een dochter van sir Reginald Mc. Leod. ex-p c rman en t- s eert ar is voor Schotland, verliet Engeland verleden jaar Augustus om een fraai marmerelf kruis on het graf van wijlen haar verloofde neer 'tc leggen Daartoe moest zij eerst dagenlang door vreemde, door gevaarlijke koortsen geleisterde streken rei zen, waar wilde stammen woonden en in som- migo waarvan nog nooit een blanke vrouw een voet had gezet. Uit brieven, die miss Mc. Leod onlangs aan vrienden cn bekenden, schreef, blijkt hoe gevaarlijk de reis was. Na tc Doreados aan den Niger-rivier te zijn aangekomen, werd zij in een draagstoel over een afstand van 1000 mijten gedragen en bereikte eindelijk Maifoni, zonder eenige onaangename ontmoeting. Mr. Talbot, die. haar mol zijn vrouw vergezelden, had vroeger deel genomen aan een expeditie in dit gebied en toezicht uitgeoefend op het district waar het graf zich bevond. Men heeft de hoop op het behoud van de jeugdige reizigster nog niet opgegeven, daar zij eenige dagen geleden nog een particulier schrij ven verzond van een punt in dc nabijheid van het Tsjad-meer. Amerika* usch» millionaire. Een vijftigtal Amerikaansche millionairs heeft, met het oog op de Engelsche kroningsfeesten, het nieuwe stoomschip van dc White-Slar lijn, de „Olym pic", besproken om hen met hun gezinnen en personeel naar Southampton te brengen. Do „Olympic" zal nu een maand eerder zijn procflocht moeten doen en er wordt met gewel dige haast aan de voltooiing van het schip ge werkt. Dag en nacht is men aan liet schip bezig en er wordt met 8000 man aan gewerkt De millionairs zuilen voor den overtocht! niet minder dan 600.000 dollar betalen. Optioklcrij in het groot. Men herinnert zich het geval van die dame uit de hooge wereld in Edinburgh, aan wie op straat een parelsnoer ter waarde van f 80.000 werd ontstolen. Gis teren verscheen die dame, met haar echtgenoot een luitenant van de veldartillerie, dragende den bekenden Schotschen naam van Cam won voor den rechter, onder beschuldiging van po ging tot oplichting. Dadelijk na dc berooving spraken zij n.l. een verzekeringmaatschappij om vergoeding aan, en het schijnt wel uitgemaakt, dat cr geen berooving is geweest. NIEUW R.-K. GESTICHT. „Do Tijd" verneemt, dat het gesticht voor R.-K. verwaarloosde en voogdijkinderen (kna llen), zal gebouwd worden nog in den loop van dit jaar. De Eerw. paters van het H. Hart (Leuven en Bergen-op-Zoom). die het gesticht zullen beheeren, zijn op het oogenblik in on derhandeling met het gemeentebestuur van Heer, bü Maastricht, omtrent den aankoop van een enkele H. A. groot terrein. BRUG TE KEIZERSVEER OVE RDE 13ERGSCHE MAAS. In een vergadering van belrokken Burgemees ters is een Commissie benoemd die de wen- schelijkheid van overbrugging der Maas zal gaan bepleiten bij Ged Staten van Noord-Brabant en den Minister van Waterstaat. Onder de wngen. Terwijl gislermorgen een paar werklieden van den heer Bosgra, boom- kweeker te Bergum, met een lading boomen op weg waren naar de weekmarkt te Leeuwar den, sloeg bij de Schanserbrug onder Rijoer- kerk het paard op hol De wagen sloeg om. een van de werklieden, M. de Swart, kreeg de geheele lading op zijn lichaam en werd ter- siond gedood. Zijn kameraad kwam er met een paar verwondingen in het gezicht af. IJselijk. Den werkman Verhoef uit Stio- drochl overkwam le Rotterdam een vreeselijk on geluk. Terwijl hij werkzaam was op een bak van de firma Vollen, kronkelde een staaldraad zich om zijn been, juist terwijl de sleepboot aantrok met het droevig gevolg dat de voet met een stuk van het onderbeen geheel werd afge scheurd. De voet viet in 't water. Ongekeurd vleesch. In verband met het schrijven van den heer J. S. M. over den in voer van vuilstaclit uit een naburige gemeente in de hoofdstad vermoedt het „Handelsblad'^ dat hiermede Dicmen wordt bedoeld. Dat er gesmokkeld wordt en daarvoor de ge noemde hulpmiddelen worden gebezigd, ts he laas juist. Tevens blijkt daaruit reeds duidelijk hoe moeilijk het euvel, bij autoriteiten ter deg« bekend, dat echter wel cenigszins overdreven zou zijn voorgesteld, is te verhelpen. De lieden van dezen vuilhandcl schijnen overal hun cort- neclies en reizigers te hebben. Zelfs uit Lim burg wordt dergelijk vleesch naar Amsterdam gezonden. Dat het vleesch ondeugdelijk is, is gemakkelijk genoeg tc bewijzen, niet echter het opzet Voorls duurt het in den regel eenigen tijd voor de zaak wordt behandeld. Ook in dezen zou een .snelle rechtspraak, ais bijv. die van den Engelsch.en politie rechter, zeker van nut kunnen zijn. Wordt de bedorven toestand van het vleesch geconstateerd, dan kan dc geadres seerde vaak zich aan straf onttrekken door te weigeren het le aocepleeiQn. De partij wordt dan eenvoudig vernietigd. Vroeger werd veelal de patroon gedagvaard, terwijl de knecht, die het vleesoh ycivoerd had, dan als getuige werd gehooid. Den laatsten tjjd wordt vervolgd degene, die het ondeugdelijke vleesch vervoerde. Ook tegen het invoeren van vleesch in hand koffertjes bijv. op Zondag is niet veel te doen. Ziet dè poiitie-agent aan het station bekende typen onder de z.g. vuilslachters, dan vraagt hij natuurlijk even den inhoud van den koffer in oogenschouw te mogen nemen. Lastig te controleeren is o.a. de invoer van vleesch per postpakket. Verscheidene families, die zich uit de provincie hier ter slede vesti gen, sommige van wie men het zeker niet zou verwachten, ontvangen per postpakket hun vleesch van buiten; vleesch van goede kwaliteit in den winter gaat dat best, doch in den zomér Komt men cr veelal van terug, omdat de eer ste frischhcid er dan spoedig af is. Ook wordt vaak geverbaliseerd voor vleesch, dat zich in goeden staat bevindt, doch zonder keuring de stad wordt binnengebracht. Tegen de kosten der keuring, 1 ct. per K.G., ziet men blijkbaar nog minder op dan legen de moeite, om de waar naar het abattoir te vervoeren. Voor het vervoer van vleesch, zijn bepaalde wegen voorgeschreven. Degenen, die elders met vleesch, voor invoer in de gemeente bestemd, worden aangetroffen, kunnen worden geverbali seerd. De politie doet wat zc kan en houdt scherp toezicht, doch kan natuurlijk niet eiken wagen doorzoeken. Een aantal ambtenaren van bet abattoir houdt in de stad bovendien toe zicht. Een groot aantal processen-verhaal wordt opgemaakt. Te Watergraafsmeer, vroeger in dat opzich' berucht, is de toestand zeer verbeterd, sedert een veldwchter, die les heeft genomen aaan bet abattoir, cr een waakzaam oog in het zeil houdt Tusschcn de autoriteiten en de ruilhandelaar; wordt oen voortdurende strijd gevoerd. Do po litie treedt actief op, de justitie werkt, voor al de Laatste jaren, zeer mede, cn toch is hel het politiekorps nog eenige malen worden ver kwaad niet geheel en al tc stuiten, zelfs al zou sterkt. Al bezitten nu ook plaatsen als Am- FEUILLETON. (naar het Fransch)' 14.) Het zou daaroni OoE wijzer zijn van uwe Sending af te zien, want die heeren schijnen er nog al op tegen te zijn. Er van a? zien....! (Wijken voor laf aards. die zich niet durven vertonnenriep Blangard uit met een prachtig gebaar. M Gleuze, u schertst. Ik herhaal het, het zou alleen voor zichtig zijn. Gij ontkomt ze niet, welke voor- Zorgen g« ook neemt. Blangard plaatste zich vlak voor 'den con- isUl in een waarlijk heldhaftige pose. Beste mijnheer, luister eens goed: het gouvernement heeft mij een opdracht gege ven, plicht gebiedt mij. ze tot een goed ein de te brengen, al moest ik er mijn huid bij verliezen. Heel mooi!.... heel prachtig!.... U zijt. een held, Blangard! zei de de consul bewon derend. (Maar hij zich zeiven dacht hij Welk belang heeft hij er tocili Voor zich zelf bij om zulk een stout waagstuk te ondernemen en zulke moeielijkheden te trotseeren. Had hij iu het hart van zijn geachten iWiend kunnen zien, dan 'Zou hij bemerkt hebt ben dat hij allesbehalve op zijn gemak was.bergketen doordrongen. Zij hoorden den ar- Ware Blangard alléén geweest-, dan zou hijriero verscheidene malen verzekeren, op gle den moed niet gehad hebben, den tocht rusten toon: voort te zetten. Maar Maxenee en Edmée, woedend tegen die onzichtbare vijanden en ongerust dat het oogverblindende fortuin, waarvan zij droomden, hun zou ontgaan, hadden besloten, het mocht kosten wat het wilde, op den ingeslagen weg voort te gaan. En Anatole de Blangard, zooals altijd, moest zich gedwee aan den almogenden wil zijner kinderen onderwerpen. IL De expeditie van Blangard naderde de ge vaarlijke zone, het onbetwiste gebied, waar de koning der Andes oppermachtig heerschte De vijf Parijzen aars, do or Puchet aange worven, hadden zich bij het eindpunt van de spoorbaan bij Blangard en diens tocht- genooten gevoegd. Evenzoo de inboorlingen en de arrierö, belast met- de zorg voor de muildieren. Blangard had zijn mannetjes tot de tan den gewapend. Tot nn toe was alles naar wensch gegaan. Dte Broeders der Gerechtig heid hadden geen teeken van leven meer ge bleven. Blangard was overtuigd dat hij en zijn kinderen slachtoffers waren geworden van domme grappenmakers en reeds schit terde de belooning van de expeditie onder de meest lachende vooruitzichten voor Zijn oogen. De aantrekkelijkheid van den tocht werd echter wel minder naarmate de woningen sehaarecher werden en zij eiken dag steeds verder jjn den magestueuzen,. onbekenden Waarlijk, senor, nooit zou ik u voor goud of geld gevolgd zijn, als ik niet over tuigd goweest was, dat de heer der Bergen genadig nederziot op arme duivels, zooals ik, en hun het leven spaart, ja dikwijls de vrijheid laat. Op dc esta.ncia, waar de kleine trófep nog al eens gastvrijheid genoot, was het ook telkens een allesbehalve opbeurend re frein U komt er nooit door, senor! D!e Groote Condor beloert u, hij grijpt u aan op het gunstige oogenblik en niemand uwer ont snapt aan zijn handen. Inès vertaalde deze woorden' voor 'de fa milie Blangard. Eens zeide Zij tot den afgevaardigde: Ik vraag mij bij wijlen af, wat u toch bewogen heeft om uw dochter en ons allen in zulke gevaren mede te sleepen, neef Maar lief kind, ik wist daar niets van Alleen toen ik een voet in dit land zette, kwiarn ik te weten, welke hinderpalen mij wachtten. Ik had u misschien in Lima kun nen laten of u naar Frankrijk laten terug keeren, maar ik was van oordeel dat alles zeer overdreven werd. En nu ben ik nog niet bevreesd, geloof mijDie bandieten, die een nachtmerrie schijnen voor deze boe ren. zullen het niet wagen onzen kleinen maar goed gewapenden troep aan te vallen. ,U hebt toch wel eenige vermoedens ge had vóór het vertrek, daar gij maatregelen tegen een aanval genomen hebt. got, die met zijn makkers vóór de estancia bezig .was met cigaretten te rollen. Die goede jongens zijn landverhuizers, die in de nieuwe kopermijn willen werken. Ik heb ze natuurlijk mooie voorstellen ge daan. Er komen er na hen nog meer. Al leen toen ik vernam elke gevaren er dreigden, heb ik ze gewapend. Inès antwoordde niet. Blangard vergiste zich echter deerlijk, indien hij durfde denken, dat hij haar overtuigd had. Haar vroolijk humeur verborg een ernsigen, nadenkenden geest, die nadacht over alles, en zelfs beu zelingen opmerkte Verscheidene kleine voor vallen waren voor haar niet onopgemerkt voorbijgegaan. Zoo kwamen de manieren van die zoogenaamde landverhuizers haar aller zonderlingst voor. Die lieden maakten op haar den indruk van luie nietsdoeners, die allen het werk aan de Peruanen en den arri- ero's overlieten, terwijl zij zelf hnn tijd zoek brachten met spelen en drinken, terwijl zij elkander alle soort grove cn revo-Iutionnaire beleedigingen naar liet hoofd slingerden. Blangard en Maxence behandelden zij met minachting en noemden hen gewoonweg „bourgeois." Alleen de" jonge Brille stond haar fitet zóó tegen. Zijn blik was rustiger, eri openhartiger dan die van de overigen, ook had hij haar en Jacques al twee of drie maal een dienst bewezen. Maar op Zekeren dag werd het oog ,van Inès pijnlijk getroffen, toen zij hem hoorde spotten en lachen met Luret bij het zien van een priester in een dorp, dat de kleine karavaan moest doortrekken. irwijl Inès dit.(opmerkte, pieetfggf fiaiafJK- jSfcor het pverige yerveelde Ines zich gru welijk. Niet enkel öm de dagelijks herhaal de liefdesverklaring-en, die zij zich van Ma xence moest, laten welgevallen, maar tevens zochit Edmée haar op allerlei wijze te ter gen. Jacques genoot met volle teugen van het vrije leven, dat hem verrukkelijk toescheen, In ieder ander gezelschap en zonder die gestadige vrees voor allerlei dreigende ge varen, zou Inès verrukt- geweest zijn over deze reis door een haar geheel onbekend land, waar alles, mensehen. Meeding, gewoon ten nieuw voor haar was. Vooral was het haar een vreugde naar hartelust te genieten van do grootsche en machtige panorama's die. voor hun oogen opdoemden, naarmate zij verder in de bergen doordrongen. (Weliswaar had de medaille bijwijlen ook haar keerzij de. Soms brak plotseling een onweder los of noodzaakte een tweede zondvloed hen een toe vlucht te zoeken op hooger gelegen rotsen an in grotten. Ofwel zij moesten door nau we bergpassen trekken, waar men alle op lettendheid noodig had om niet in een af grond to tuimelen. Inès hield steeds een waakzaam oog op Jacques, daar zij wist hoe vermetel en dar tel hij was, vooral als de sterke berglucht hem prikkelde. Edmée maakte zich dikwijls vroolijk, over hare bezorgdheid en hitste dan den knaap op Je moest hem maar tussclien dc plooien van uw japon bewaren, Inès! Laat hem zijn gang gaan, er is niets te vreezen voor hem! Vooruit maar Jacques, spring maar rond, dat zal ie goed doen. JWordt vervolgd.) NIEUWE HAARLEMSCME COURANT El M OV/U ftl V KAfMm w 1.L V/ lL) .V' l k M -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5