DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 1000 400 -sa? 300ISO 100 s? 60 15 STADSNIEUWS Kinderhuis vest 29-31-33, Haarlem EERSTE BLAD. AGENDA. Het stelsel van „eigen aan gifte" voor de gemeentelijke inkomstenbelasting. DONDERDAG 13 APRIL 1911. j 36ste Jaargang. No> 7515 Bureaus van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiön en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich tot RICARDQ's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int Telefoon 1020. Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bedt eener verzekeringspolis zijn, z|]n volgens de bepalingen op de polissen vermeld) tegen ongelukken verzekerd voort Dn ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandschs Credietbank Nieuwe Gracht li Dit nummer bestaat uit twee bladen. Haarlemsche Alledagjes No. 245. Gemeenteraadsvergadering. "1 i t ABONNBMBNT8PRMS: Par 8 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een Voor de ovenge plaatsen in A&onderljjke nnmmen it ia gevestigd (kom der gemeente) Ierland franco per post 1.88 1,86 1,80 ö,08 PRIJS DER ADVERTENTIE»: Van 16 regels 60 cent (oontant 50 oent) iedere regel meer lOoent Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 oent per regel. (Buitenland SO oent Reclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 oent (6 regels), driemaal voor 50 oent (A oontant.) sohiktheid tot werken. één wijsvinger. QULDRN bü verlies van - f één anderen vinger. Vrijdag, 14 April. Gebouw «St. B a v o" R. K- Volk6bond half 9 uur Hoofdbestuur. Half 8 uur Ex ploitatie-commissie. Half 9 uur Propaganda- club. Half 9 uur Schilders „St. Lucas". Kruisstraat45 Tuberculose-Museum 2—5 en 7—9 uur. Tcyier's Stichting op de gewone Museumtijden Buitengewone tentoonstel ling van teekeningen en schetsen: Holland- sehe school 16de eeuw. Goltzius eu anderen; Fransche school 17e en 18e eeuw, Watteau, Boucher, enz. Bisschoppelijk Museum (Jansstraat 79). Geopend eiken dag van 105 uur, tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda gen, Zondagen en R.-K. Feestdagen. Er is gisteren in den Raad lang en zwaar gedebatteerd over de al- of niet-wenschelijk- heid van hèt stelsel van „eigen aangifte" voor de gemeentelijke inkomstenbelasting. Wij verwijzen de belangstellende lezers naar ons Raadsverslag, maar meenen te dezer plaatse op een deel der discussie te moeten terugkomen en eenige dingen naar 'voren te halen, die bijzonderlijk de aandacht zullen trekken. Een ieder weet, wat het stelsel van „eigen aangifte" beteekent: onder het vigeerende stelsel is de belastingschuldige niet verplicht, het juiste bedrag van zijn inkomen op te ge ven: hij deelt alleen allerlei gegevens mede, waaruit de controleur der belastingen het zuiver-belastbaar inkomen moet opmaken. De heeren Thiel c. 8. willen nu óók den belas tingschuldige verplichten, om het cijfer van zijn inkomen mede te deelen, opdat deze me- deeling een grondslag zou wezen voor den aanslag. Het spreekt vanzelf, dat de fiscus, behalve dit cijfer, nog al de andere gegevens tóch noo- dig heeft, waar het nu eenmaal aan den fis cus staat, den aanslag te doen, en deze dus tóch te beoordeelen zou hebben of de opgave de juiste is! Daaruit volgt dat voor degenen die den aanslag vaststellen, het werk zou ver meerderen: ze zouden bij „eigen aangifte" niet alleen uit de overige verstrekte gegevens en uit wat bij de controle bekend is omtrent ver mogen, werkkring enz. der belastingschul digen, het belastbaar inkomen moeten uitrekenen, maar daarenboven zouden ze ko men te staan voor de moeilijkheid om uit de opgave van het (vermeende) werkelijke inko men nóg eens het belastbare af te leiden, iets wat met het oog op de onzekerheid en de onwetendheid van velen omtrent hetgeen eigenlijk zuiver inkomen is, niet te gering moet worden geacht! Daarenboven is het o. i. ontwijfelbaar, dat in het geval van onjuistbevinding van een in cijfers opgegeven inkomen, de fiscus zal heb ben te b e w ij z e n dat die opbave onjuist is, nu is het anders en moet de belastingsehul dige die is.aangeslagen en reclameert, bewij zen dat zijn aanslag onjuist is. De discussie over dit punt gisteren in den Raad gevoerd, verliep o. i. in onduidelijkheden en de stel ling, hierboven nccrge'schreveil, hebben wij door niemand duidelijk en klaar hooren ver dedigen. Toch meenen wij dat die stelling niet onjuist lean worden genoemd. Maar dit alles beteekent nog niets tegenover de redenen van stellige opportuniteit, die te gen hel voorstel des heeren Thiel c.s. zijn aan t.e voeren,— die door den burgemeester en den heer Loomeijer werden gepreciseerd, en die wij hier gaarne ten volle verklaren te onder schrijven. Hierover nog een onkel woord. Jhr. Boreel durfde de koe hij de horens te vatten: als wij hier de „verplichte eigen aan gifte" voor de gemeentelijke inkomstenbelas ting gaan invoeren zoo zeide de burgemees ter dan valt het te vreezen, in de omstan digheden waarin Haarlem verkeert, dat wy een maatregel nemen, die menigeen onaange naam kan zijn." Aha, daar heb ik je, riep de heer Thiel uit: „Het is dus omdat ge bevreesd zijn, dat de groote heeren, die nu zoowat smokkelen met hun inkomen, naar recht en reden zullen wor- n aangeslagen, dat gij de eigen aangifte Dlet wilt, en dat ge redeneert: liever dan blaar een beetje sjachelen, als we die groote inkomens toch maar houden." En hij voegde er bij, dat de menschen met groote inkomens dan toch wel op de allerwel willendste wijze, onrechtvaardig evenwel te genover de anderen, worden behandeld Terecht was de heer Loomeijer over dezen uitval misschien ietwat sterk door hem een „insinuatie" genoemd, verontwaardigd. En het zij ons vergund met een enkel woord de onhoudbaarheid van 's heeren Thiel's aan klacht aan te toonen, wat des te meer noodig is, omdat men nu uit en te na in de kringen van de z.g. volks-mannen zal hooren, dat Haarlem de „groote hanzen" spaart! Vooreerst gaat het niet op te zeggen, dat met „eigen aangifte" de z.g. stille vermo gens onherroepelijk-rechtvaardig zullen wor den aangeslagen! Wie onder vigeur van het huidige stelsel „smokkelt" met zijn inkomen, en jaar in jaar uit te laag wordt aangesla gen en daarin berust, omdat het tóch niet is na te gaan, zal allicht ook bij verplichte aan gifte in dezelfde lijn blijven doorgaan, en het zij opzettelijk, hetzij half-onbewust, den ge- dachtengang volgen van zoo menig grootka pitalist dat een gemeentelijke belasting als deze eigenlijk toch maar een „verteringsbelas ting" moest wezen endat het dan toch zoo héél onrechtvaardig nietis, als men met het juiste inkomen wat „smokkelt". Zóó zal het in de practijk vaak gaan. En al gaat het ook anders: juist met de genen, vor wie de heer Thiel c.s. de „eigen aangifte" zoo noodzakelijk achten, is en blijft 't onmogelijk, de juistheid van hun opgave te controleeren! Maar er is nog wat anders. In hun theoretisch geredeneer vergeten de heeren Thiel, Schram, Slingenberg c.s. de practijk van het leven in onze stad. Haarlem heeft, bij de méér dan zonderlinge afperking van zijn gemeentelijke grenzen, ook méér dan welke gemeente ook te zorgen dat het verblijf voor de ingezetenen alhier zoo aantrekkelijk mogelijk zal blijven, dat de ingezetenen in geen opzicht onnoodig wor den bemoeilijkt, dat impopulaire maatre gelen zooveel als kan worden vermeden. Nu is de „eigen aangifte", vooral om het onaangenaam onderzoek dat er vaak op zal volgen, ook al is de aangifte zoo rechtvaar dig mogelijk, bij de vermogenden zeer impo pulair. Dit is eén feit dat niet valt weg te rede neeren. Reeds by de Rijksbelasting blijkt die impo pulariteit, al is daarbij de ambtelijke inmen ging, waar men vooral zich tegen kant, lang niet zoo groot als bij een gemeentelijke be lasting natuurlijk het geval zou zijn. En ten slotte: terecht zeide Jhr. Boreel het dat men zich in de Rijkscontrole schikt, omdat het niet anders kan. Een gemeentelijke, zoo veel lastiger en minutieuzer controle evenwel, is altijd te ontkomen door elders te gaan wo nen, en dit laatste nu is in Haarlem gemakke lijker dan in eenige andere gemeente! Daarom moet Haarlem ook voorzichtiger wezen dan elke andere gemeente: wat elders zelfs zonder schade geschieden kan, zou in Haarlem uóg onmogelijk zijn! Daarom geven wij ook niets om het onder zoek naar toestanden elders, wat de heer Spoor met één stem meerderheid om er af te wezen? zag aangenomen. Maar daarom ook vallen wij den heer Loo meijer en den burgemeester geheel bij, wan neer deze niet om het beginsel, maar om re denen van plaatselijke opportuniteit het door drijven van het stelsel -„eigen verplichte aan gifte" ten sterkste ontraden. En daarenboven zijn wij het geheel eens met denzelfden heer Loomeijer, die scherp zich uit sprak tegen de lichtvaardige bewering, dat het bestrijden van de „eigen aangifte" een on rechtvaardig „sparen" zou zijn van meerver- mogenden die de belasting ontduiken Deze bewering, die ten eenenmale onjuist is, zooals we meenen te hebben aangetoond, zal gretig door socialisten en radicalen worden geëxploiteerd, weest daar zeker van! En daar om ook hebben wij nu reeds willen aantou- neii, dat niet een onrechtvaardige bevoor rechting van meergegoeden, maar gezonde en voorzichtige gemeentepolitiek in de bij zondere omstandigheden waarin Haarlem ver keert, de „verplichte eigen aangifte" o. i. on- wenscheljjk maakt. En wel: in den geest ajis de heer Thijssen reeds hij de behandeling in den Raad voor stelde, welk voorstel evenwel niet werd aan genomen. Het consult met den behandelenden genees heer, en bij verschil van meening een consult met een derden medicus, moet o. i. niet fa cultatief worden gesteld^ doch regel wor den! De eontroleerende geneesheer heeft dan nooit de onaangenaamheid die hij nu heeft gehad, dat een advies door hem gegeven, blij ken zal 'n verkeerd-gegeven advies te zijn. Al thans de verantwoordelijkheid daarvoor valt dan niet meer op hem. Bij den Raad is ingekomen zoo meldden wij gisteren een adres van de R. K. en Christelijke organisaties van gemeentewerk lieden. Als dit adres in den Raad wordt besproken moge men zich onze artikeltjes over deze kwestie, ook het onderhavige hopen wij herinneren- EEN VOORZIENING NOODIG! Wij willen in 't Alledagje vandaag de aandacht vestigen op een stukje onder „Stads nieuws", heden overgenomen uit het orgaan «De R. K. Gemeentewerkman". ij schreven er geen commentaar bij, doch willen hier ter plaatse wèl zeggen dat zon der ook maar eonigszins de waarheid van de verklaringen der beide geneesheeren in twij fel te trekken, en zonder de qualificatie „mis verstand" die wij al aan het feit hebben gege ven, terug te trekken, wij door de lezing van het stukje in „De R. K. Gemeentewerk man" versterkt zijn in onze overtuiging dat de organisatie van het instituut van den con troleerenden geneesheer, zooals die nu is, aan vulling en voorziening noodig maakt. (Vervolg van gisteren.) Nadat de besloten zitting was opgeheven, kwam aan de orde: het voorstel tot het toe kennen van een tegemoetkoming aan C. L. Zollner wegens den vallenden boom aan de Nieuwe Gracht, die 's mans hoofd ernstig beschadigde. Zonder stemming werd dit voorstel aangenomen. Evenzoo werd zonder stemming aangeno men het voorstel van B. en W. om het ver zoek om vermindering van watergeld, door P. Blad ingediend, te wijzen van de hand. Echter werd hierover vooraf nog een kleine diseüssie gehouden tosschen de heeren L e- vert en wethouder Do Breuk: de eerste vroeg of de heer Blad niet te hard werd be handeld, doch de wethouder antwoordde dat de man geweten had dat er een lek was, dus dat eigen schuld hem deze schade berokken de. Daarna kwam aan de orde het voorstel- Thiel c. a. om in te voeren op het beschrij vingsbiljet der plaats, directe belasting de verplichte aangifte van het vermogen. De heer Slingenberg verdedigde die verplichte aangifte namens de voorstellers. Hij meent dat de historische toelichting van B. en W. in hun afwijzend praeadvies niet zeer juist is, B. en W. herinneren wel aan de unanieme afwijzing in 1893 van het voor- stel-J. J. Beijnes dat dezelfde verplichting wilde invoeren, maar niet aan de 11 stemmen die het voorstel-Sneltjes, dat hetzelfde wilde, verkreeg! Spr. meende dat dit voorstel ge heel is een opportuniteitsbegrip: of men met het tegenwoordige stelsel wel tot de beste vaststelling van het kohier komt. Voorts wees spr. er op, dat m vermogens- en be drijfsbelasting toch eigen aangifte regel is: waarom dan niet bij de gemeentel En dan: B. en W. erkennen, door een nadere circu laire die van den controleur uitgaat aan hen die reclameeren, dat ze meerdere gegevens vaak hoognoodig achtenin die circulaire staat eigenlijk de bewuste vraag al! Spr. con cludeert dan ook dat het voorstel behoort te worden aangenomen. De heer Van Lyn"eri is als lid der be- zwaar-commissie tegen eigen aangifte. In de practijk zal deze niet voldoen: voorts is spr. gebleken dat vooral neringdoenden van boekhouding etc., waarnaar men zijn opgave zal moeten doen, geen flauwe notie hebben Spr. is er voor, de pas aangenomen controle eens te laten doorwerken^ De heer W i 1 k e n s zijnerzijds verdedigt het voorstel. De controle is hem geen waar- 2 borg. Spr. noemt controleurs te Arnhem en Amsterdam, die besliste voorstanders zijn van eigen aangifte welke een betere verhou ding zal scheppen tusschen de personen met groote vermogens en hen die een vast tracte- ment hebben. Wethouder K ruseman verdedigt het af wijzend praeadvies van B. en W. Hij noemt de vragen van het belastingbiljet bouwstof fen, en de controle bouwt daarmee het juiste inkomstenbedrag op. Dat is veel beter dan de menschen zelf te laten bouwen: een opper man draagt steenen aan, doch men laat hem geen brng bouwenl De voorstellers ge neraliseeren te veel, en zijn te vaag. Spr. geft gegevens uit een 20-tal andere gemeen ten, waaruit blijkt dat overal de eigen aan gifte weinig van invloed was, zelfs schadelijk werkte op 't belastbaar inkomen. De contro leur hier is óók tegen eigen aangifte, even als anderen, die spr. noemt. De heer Thiel protesteert ertegen dat de wethouder nieuwe cijfers en gegevens brengt die den Raad en den voorstellers onthouden werden. Voorts begrijpt deze spr. niet wat men kan hebben tegen verplichte aangifte voor de gemeente, als men tweemaal in het jaar voor het Rijk die toch doen moet. Spr. vertelt een episode, hier gebeurd: een Indisch man werd hier aangeslagen, zonder éénig ge geven, voor ƒ40.000. Later paste men het „piepsysteem" toe en sloeg hem aan voor 50.000. Nog later sloeg men hem wéér op en toen verveelde het hem: „waarom hebt ge mü niet uitdrukkelijk gevraagd: mijn inkomen bedraagt 104.000!" Spr. dikt vervolgens nog eens aan wat Mr. Slingenberg zeide over de vragen, die de controleur nader stelt, en ziet der.oodzakelijkheid van eigen aangifte vooral in de „stille" vermogens, die niet te benade ren zijn. De Voorzitter zegt dat het nooit ge bruikelijk was om alle materiaal van B. en W. den Raad voor te leggen. Mr. Thiel had trou wens kunnen vragen: is er soms nog ietsl In- tusschen, wil de Raad nadere toelichting, dan is spr. bereid tot aanhouding. De heer Kruseman doet dan de mede- deeling datde voorstellers zich niet goed op de hoogte hebben gesteld! De stukken die spr. mededeelde zijn al jaren oud en hebben „in het kastje" gelegen, zelfs al bij de begroo ting! De heer Kleijnenberg beaamt dit. Hij is principieel voor eigen aangifte, maar zal er nu tegen stemmen om het werk van den controleur niet omver te werpen. De heer Schram noemt de gegevens van den heer Kruseman onvolledig. Hij wijst op Den Haag, waar men pas eigen aangifte heeft ingevoerd. De heer Thiel vraagt van wanneer de ge gevens van den wethouder dateerenl De Wethouder: van 1903. De heer Thiel: Dan ben ik heelemaal er op gesteld ze nog te zien! Een voorstel van 1911 bestrijden met gegevens van 1903 acht spr. wat mal! Tot den heer Kleijnenberg zegt spr. dat deze wel een meer principiëel voor iets is, dat hij ten slotte toch bestrijdt! De voorstellers willen juist den controleur helen en hem geven wat hij noodig heeft. De discussie wordt nog voortgezet: de heer L o osjes bestrijdt nader den heer Thiel, en de Voorzitter zegt dat het Rijk er anders voorstaat dan Haarlem: Haarlem mag niet gelegenheid scheppen dat men zich over de grens gaat vestigen! Voorts komt spr. op te gen het „piepsysteem" dat hij altijd heeft be streden, en daarom ook heeft spr. zoo krachtig aangedrongen op een controleur. Ook prae- tisch gelooft spr. niet dat eigen aangifte goed zou werken. De heer Thiel meent dat nu pas de ei genlijke grond van den tegenstand te voor schijn komt: men durft de groote belasting betalers niet aan! We willen ze houden, ook al betalen ze te min! Daarom heffen we ac cijns, daarom durven we geen progressie in voeren! Spr. ziet in het tegenwoordige sys teem eigenlijk een verkapte poging tot het toelaten van degressie voor de groote inko mens! De heer Spoor pleit, op grond van de z. verouderde gegevens van den wethouder voor uitstel en het inwinnen van nadere gegevens. Ook de heer v. d. Berg is voor uitstel, de heer Kruseman bestrijdt echter dat zijn gegevens verouderd zijn, en de Voorzit ter ontkent ten sterkste dat hij achterdeur tjes open houdt voor onrechtvaardige belas tingplichtigen. Spr. is juist sterk voor contro le geweest, maar hij vindt eigen aangifte voor onze stad geen gezonde en vroede politiek. De heer Loomeijer zijnerzijds, verklaart zich voor eigen aangifte, maar zal, als de Raad meer licht wil, voor uitstel stemmen. Echter heeft spr. met groot leedwezen den heer Thiel hooren spreken. Dat waren insinuaties, zoo als men ze 6 a 7 jaren geleden wel in den Raad hoorde! In spr.'s 20-jarig raadslidmaat schap heeft hij nooit blijken gevonden noch van wethouders, noch van den Raad dat men in staat zou zijn kapitaalkrachtigen onrecht vaardig te bevoordeelen tegenover anderen. Dit is een kwestie van opportuniteit, en het belang der stad moet hier hoven alles gelden! De heer Thiel handhaaft zijn beweringen ook tegenover den heer Loomeijer: hij spreekt niet over personen, maar over een stelsel. De heer Kr el a ge zal tegen uitstel stemmen omdat het hier een bekende zaak geldt, wat de lieer Spoor weer ontkent. Ten slotte wordt gestemd en het voorstel- Spoor om nadere inlichtingen in te winnen, aan g.e n.o men met 14 tegen 13 stemmen. De voorstellen blijven dus aangehouden. Vervolgens wordt zonder stemming aan S. P. Swart een stuk grond verkocht aan de Stolbergstraat voor ƒ15 de M2, en aan C. D. Ca alen een afwijking der bouwverordening toegestaan. Benoemingen. Tot leeraar schoonschrijven H. B. S. met 3- jarigen cursus wordt benoemd de heer Kat te, en tot gemeente-geneeskundige vooréén jaar herbenoemd de heer K. F. van Maas. Daarna wordt de vergadering gesloten. RL KL VEREENIGING VOOR DEN VOLKS- I i ZANG. j Dezë sympathieke vereeniging zit niet stiL Kalm en zonder veel ophef gaat zij voort lm et haar propaganda, met haar ledenwerving, en met haar voorbereidingen voor de groote pro- pagandavergadering. De dag hiervan is uur officieel vastgesteld op den 18en Mei te Haarlem. Naar goed-Roomsde zede zal des morgens in de kerk van. O. Li. Vrouw aan het Spaame een H. Mis worden opgedragen, waaronder een groot kinderkoor de Gregoriaansche en meer stemmige Misgezangen zal uitvoeren onder lei ding ygn den faeee Jac. de Jong. Nadat dan vervolgens in den loop van den. dag de verschillende bijeenkomsten van hoofd bestuur, diocesane commissies en ledenverga dering hebben plaats gehad, zal des avonds de groote propaganda vergadering plaats hebben in de Sociëteit „Vereeniging", waarop de heerAlph. Laudy, van Amsterdam, de bekende redenaar en vurige Limburger een propagandistische toe spraak zal houden. De R. K. Propagandaclub' voor den Volkszang en een koor van een 200- tal kinderen zullen, wederom onder leiding van. den heer Jac. de Jong eenige volksliederen uit „de Leeuwerk" ten gehoore brengen, met har monie-begeleiding. De dames M. v. d. Vijver uit den Haag en A Bakker, uit Amsterdam, weLke geheel belange loos hare medewerking toegezegd hebben, zul len als solisten optreden. Het belooft dus een interessante dag, doch vooral een mooie avond te worden, waarbij geen katholiek Haarlemmer mag ontbreken, maar waarbij .we ook vele belangstellenden uit andere plaatsen van ons Haariemseh diocees verwachten Er zal gelegenheid beslaan deel .te nemen aan een gemeenschappelijk diner, waarvoor men zich kan opgeven aan den secretaris van het voorloopig hoofdbestuur, den heer Jac de Jong, Kampersingel 66, Haarlem, die ook bereid is verdere inlichtingen te verstrekken. Men verzoekt ons nog mede te deelen, dat de Penningmeester dezer dagen een aanvang zal maken met het innen der contributiegelden. Met vreugde vernamen wij ook nog, dat voor al door het onvermoeide werken der ijverige propagandisten, de Haarlemsche afdeeling reeds op een prachtig ledental kan bogen, hetwelk zij evenwel gaarne nog heel wat zag vermeer derd. .Wie dus nog geen Lid is, haaste zich op te geven en zoo mede te werken aan do bereiking van het schoone doel, dat deze jeug dige .vereeniging nastreeft. l HET GEVAL-VERBERNE. In „De RL K. Gemeentewerkman" wordt verwijzende naar hetgeen de „Nieuwe Haart. Ct."- over het geval-Verberne schreef, naar het interview dat wij hadden met Dr. Leunis, en naar hetgeen Dr. Adrian ons mededeelde de historie van den werkman der gasfabriek, die door den controleerenden geneesheer naar het werk werd gezonden en op weg ineenzakte, nog eens uitvoerig verteld. De Haarlemsche correspondent van dat bLad voegt hieraan het volgende toe, dat wij hier zonder commentaar overnemen (men zie ove rigens het „Alledagje" van vandaag): ,,Naar aanleiding van dit laatste (de verkla ringen van Dr. Adrian in ons blad) hebben wij persoonlijk een bezoek gebracht aan Dr. Leunis. Deze herhaalde uitdrukkelijk zijn ver klaring in de „N. H. Courant" geplaatst. Hij had wel degelijk groot bezwaar geopperd en ge zegd, dat Verberne niet in staat was tot aan het einde der straat heen en weer te loo pen, doch wanneer Dr. Adrian er op stond dat Ver berne ging werken, hij er zich bij neerlegde. En wat het afgeven der verkLaring betreft, zeker, do verkLaring is geteekend daags na het onderhoud (op Zondag). Doch Zaterdag heeft Dr. Adrian Verberne reeds aangezegd, dat hij Maandag naar het werk moest. Dit kwam de vrouw van Verberne Zaterdagsmiddags in het spreekuur aan Dr. Leunis vertellen, toen zij om medicijnen kwam. Een paar uur later werd deze pas opgebeLd. De verklaring van Dr. Adrian is dus niet volledig en daarnaast ook niet geheel juist. In hoeverre er nu een misverstand kan be staan Laten we hier in het midden. Over liet ziektegeval zelf kunnen wij als leek niet oor- deelen, dus dat blijve builen bespreking. Nog zegt Dr. Adrian in meerbeloeld bericht, dat hijzelf voor overleg met den huisarts is. 't Is jammer, dat dit overLeg dan in dit hoogst 'ernstige geval niet gepleegd is. Wel is in deze 'zaak tot uiting gekomen de groote macht, wel ke de contr. geneeskundige ten slotte bezit. Echter zijn wij van meening, dat er in het voorgevallene een behoorlijke les ligt opgesloten voor de toekomst, en deze moet ten nutte ge maakt worden, want het stelsel betreft alle ge-, meente-werklieden. j\ Om nog even op het geval-Verberne terug té komen. Van een paar zijden vernamen wij, da( de burgemeester zich met de zaak bemoeid heeft' Na onderzoek in die richting komt liet ons voor, dat die bemoeiing hierin bestaat, dat Ver-: beme zal gekeurd worden om eventueel tewor-; den gepensionneerd. Dit teekent meteen de ernst van de kwestie. Niet onwaarschijnlijk is het,' dat Verberne ongeschikt voor den dienst ver-^ klaard wordt en dat hy gepensionneerd wordt Wij willen er dan reeds in het kort op wij-' zen, dat Verberne in de stokerij aan de Lfcht-C, fabrieken is gekrakt door den dienst, die toen ongeveer tweemaal zoo. zwaar was dan nu. Ie der, die eenige jaren aan dit bedrijf werkzaam' is, kan het weten. Eén m«n op de LaadviooC met zeven, acht, ja negen vuren tec bediening,, het zegt genoeg. i Wij willen de zaak echter niet vooruit loe pen. Zoo noodig zullen wij bij eventueete pen^' sionneering daarop de aandacht nog eens yea-1 tigen. (Zie Stadsnieuws verder op In dit Blad.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 1