De Koning der Andes. Brieven uit den Haag. NIEUWS UIT DEN OMTREK. Van verdacht allooi!" FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT XIV. Burgemeester Sweerts. Een goed idee. Onze Raadszaal. De geheele Haagsche pers is eenstemmig geweest in den lof aan baron Sweerts ge tracht bij diens benoeming tot Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, waardoor zijn aftreden als burgemeester der Residentie noodzakelijk is geworden; wel een bewijs, dat de heer Sweerts een goed burge meester is geweest, een stedevoogd, die bij alle kringen der bevolking, bij menschen van alle sehakeering en richting gezien was, die zich het vertrouwen der burgerij in haar ge- heelen omvang heeft weten waardig te ma ken. En dat wil heel wat zeggen, vooral voor Hen Haag, waar de burgemeester aan zeer vele en niet gemakkelijk te vervullen eischen moet voldoen, om de rechte man op de rech te plaats te worden. Slechts één wanklank werd in het zoo won der harmonieerend koor van persstemmen ge hoord. De Haagsche hoefijzercorrespondent vau „Het Handelsblad" achtte het noodig eenl- ge schrile dissonanten te doen hooren. En zijn voornaamste grief was wel deze dat burge meester Sweerts niet altijd onpartijdig was geweest. Inderdaad, een ernstige grief! Voor al tegenover een burgemeester, die als zoo danig boven de partijen moet staan. Doch waaruit bleek die partijdigheid van den burgemeester? Lezer, ge raadt het niet in tien keer. Burgemeester Sweerts heeft, volgens den hoefijzerman. tweemaal gezondigd; eens,toen hij do opvoering in den schouwburg verbood van het tooneelstuk „Ces messieurs" en een ander maal, toen hij hetzelfde verbod uit vaardigde ten opzichte van ,,L'affaire des po "sons". Twee tooneelstukken, in hooge ma te grievend en kwetsend voor de Katholieken. Niet waar, dat was ergerlijk partijdig! Dat was van den burgemeester niets anders dan een poging om bij de Katholieken in het ge vlei te komen! Waartoe zou Zijn Edelachtba re anders die „kunsf'-produeten hebben moe ten weren? Het beletten van beleedigingen aan het adres van dien anderhalven Roomsche, die je in Den Haag hebt er zijn er maar tachtig duizend! is natuurlijk iets waar je je als „onpartijdig" man niet mee kunt op houden; dat is maar gekheid en dat de Room- schen liever niet gehoond en gegriefd worden in den schouwburg, waarvoor ze zelf het ge meentelijk snbsidie mee helpen betalen, dat is iels waaraan een „onpartijdige" op z'n hoef- ijzermans zich natuurlijk niet kan storen! Er go, burgemeester Sweerts was partijdig! Nietwaar, dat klopt als een bus? We hebben echter het zeer gegronde ver moeden dat baron Sweerts zich van het anti papistisch gewauwel van den „Handelsblad"- eovrespondent niets heeft aangetrokken; en we voegen hier, op gevaar af even „partijdig" te schijnen als de burgemeester, de gulle be- 1 enter is. aan toe, dat we hem daarin groot gelijk geven, Natuurlijk wordt er druk gediscussieerd ovi r den vermoedelijken opvolger van baron Sweerts. Tal van namen zijn reeds genoemd, ook vau personen, die naar onze meening vol strekt niet in aanmerking komen. Het zal den lezers van de „Nieuwe Haarl. Ct" vermoedelijk wel belang inboezemen, te vm ï-omen, dat onder de genoemde namen, en wel onder de namen van ben, die wel ernstig in aanmerking kunnen komen, ook voor komt die van Jkr. Boreel, den burgemeester van Haarlem. 1) Of deze reeds is aangezocht oi' dat hij aangezocht zal worden, of dat hij zelfs gesolliciteerd heeft, kunnen we niet zeg- n; maar dit is zeker, dat reeds dadelijk na i; benoeming van burgemeester Sweerts tot Gouverneur van Zuid-Holland, de naam van Haarlem's burgemeester van meerdere zijden wérd genoemd, en dat niet alleen in sociëtei ten en barbierswinkels. Wij zullen intusschen maar afwachten. Een goed idee is het geweest vau de Cen tra b Besturen der Anti-Revolutionnaire, Ci i s tel ijk-Historisehe en Roomsch-Katholie- ke k Lezersorganisaties hier ter stede om voor (ie leden der drie Reelitsche partijen een groote vergadering uit te schrijven, waarop nu eens uiet over verkiezingen werd gespro ken, maar wel over een drietal onderwerpen betreffende de Gemeentepolitiek, welke, nu in de landspolitiek door de Rechterzijde de over winning is behaald, gelukkig meer en meer de aandacht verkrijgt ook van de Christelij ke partijen. Zulke vergaderingen kunnen van groot practisch nut zijn en zijn bovendien zeer geschikt om de onderlinge waardeering en deu hand tusschen de coalitiepartijen te vergrooten en te versterken. In één opzicht was de vergadering merk waardig. Et spraken drie heeren: de Katholieke heer D. Kooien, de Anti-Revolutionnaire heer Die penhorst en de Christelijk-Historische heer Mackay. Nu werd medegedeeld dat de heer Diepenhorst professor was, terwijl we van de andere heeren dit niet vernamen. Doch toen de heeren hun redevoeringen hielden, was de heer Diepenhorst opeens geen professor meer en was de heer Maekay het wel en wel in den niet meest gunstigen zin. Voor de besturen van Kiesvèreenigingen een vingerwijzing om ook de keuze der spre kers van niet al te gering belang te achten. De Tweede Kamer zal, zooals de bladen meldden, buitengewone omstandigheden daar gelaten, niet voor 9 Mei in openbare verga dering bijeenkomen; en dan, naar we hopen, bezield met het vaste voornemen om even vlug, even goed en evens intens te werken, als zij het met de laatste maanden heeft ge daan en waarvoor haar terecht hulde is ge bracht. Het zal inderdaad noodig zijn, dat de heeren aanpakken enniet te vroeg groote vacan- tie nemen. Er is heel wat werk aan den win kel! GRADUS. J» 1) Wij hebben reeds in een berieht in ons Had hiervan mededeeling gedaan. Red. „N. Haarl. Ct." In „De Residentiebode" schrijft een, die zich „Zaal 9, no. 4" teekent, dus waarschijn lijk een zieke in een ziekenhuis, het volgende schetsje, dat we ons haasten hier over te nemen: Neen, lezer, ik bedoel niet den man, die u 's avonds om half twaalf op een eenzamen weg van uw geld berooft en u aan gezicht en han den eenige aangename herinneringen aan die treffende gebeurtenis achterlaat; nog veel min der zekere lieden, die door het schandelijke van hun bedrijf niet waardig zijn, hij name genoemd te worden en desniettemin, als an deren, ongestoord hun burgerrecht genieten. Neen, het schrijven van deze enkele regels geldt een meisje van naar schatting drie of vier-en-twintig jaren, die door het innemende van hare trekken, die door de onnoozele kalmte barer handelingen, die door de be scheidenheid harer manieren de volle sympa thie van elkeen zou gewonnen hebben als zij niet door verschillende domme en leelijke streken den naam verdiende, dien ik boven dit opstel pronken zie. Van verdacht allooi! Immers, wat te denken van een meisje, dat dcor de zachtheid van haar karakter, dooi de bekoorlijkheid van hare geheele verschij ning, en niet minder door de financieele wel gesteldheid harer ouders als het ware een wereld vau geluk eu streeling harer zinnen ziet openstaan en desniettemin dat alles ver laat, veracht, ja vertrapt om hare schoone ja ponnen tegen het schijnbaar geestdoodende religieuzenleven te verwisselen? Kan het erger? En waar andere lieden van hare soort den geest vol hadden van voor een jong mensch zoo bekoorlijke feestgelegenheden, richtte zij met eene bewonderenswaardige vastheid ha re schreden naar een ziekenhuis, om dit nooit meer te verlaten. En als de breede deuren zich achter haar gesloten hebben en al de ele menten van een wereld vol rampen en el lenden, van een leven vol liefde en opoffe ring zich aan haar oog vertooneu, dan valt zij op de knieën om God te smeeken, haar weer zoo spoedig mogelijk te verlossen uit eene omgeving van zóó diepe smart.... maar ik vergis mij. Neon, op dien aanblik verteedert haar oog van een innig medelijden, glanst liet van eene heilige vervoering en dankt zij God, Die haar het huis der ellende binnen leidde, Die haar het geluk deed smaken, voor zoovelen harer medemenschen een troost in hef lijden, een engel van opoffering te zijn. En is zij dat werkelijk? Ach, inplaats van hierop een antwoord te geven, wilde ik n wijzen op die zwarte ge daante daar op den vloer, op handen en knie ën kruipende, en met was enzweet het zeil wrijvende vau 'u zaal, die vijftien meter lang en zeven meter breed is! Verstaat gij dit? Verstaat ge het nog, als ik u zeg, dat het kwart vóór vijven, zegge kwart vóór vijven in den morgen is? En terwijl gij tracht, van verbazing een weinig te bekomen, is zij opgestaan en on hoorbaar naar één der achttien bedden ge zweefd, waar zij „zuster" had hooren roepen, Gij hadt het niet gehoord, zij wel; nog meer zij hoorde, wie het was. Moet ik n zeggen, wat die zieke van haar verlangde? Honderde dingen verlangen de ongelnkkigen van haar. Het is pijn, het is kou, het is dorst, het zijn zekere andere eu nog duizend andere dingen. En de onbeschrij felijke kalmte van haar gelaat verraadt niet in het minst de moeheid, waaraan zij nu reeds (weet gij nog dat het 's morgens vijf uur is?) de moeheid, zeg ik, waaraan zij nn reeds ten prooi is. En juist is zij weder op de knieën gevallen en heeft zij de doeken weer terhand genomen, als het zachte geroep van „zuster" zieh her haalt. Dat herhalen, lezer, onder haar werk, waar gij wel eens om lacht, weet ge dat dit juist een der zwaarste beproevingen is van haar menschelijk geduld? Verbeeldt n, gij zult gaan eten. Er wordt gebeld. Of ge zeep of kammetjes noodig hebt? Maar ge hebt noch zeep, nóch kammetjes noodig. De deur is dicht en ge zit weer. Er wordt gebeld. De courant van uw over buurman. Gij legt het blad op de kast en zet u weer op uwen stoel. Gij neemt werkelijk een hap van nw eten. Er wordt geheld. Weer wat anders. Gij hebt alweer uw vork op uw bord gebracht. Er wordt gebeld Lezer, gij en ik, wij liepen groot gevaar in een ander groot gebouw, nog veel ongelukki ger dan dit terecht te komen. Maar niet het menschelijk raadsel, dat daar voor ons ligt. Inmiddels is een andere zuster verschenen, om met een drogen doek den geheelen vloer (ook op de knieën) over te wrijven. En als om kwart vóór zessen dat werk gedaan is, hebben de twee schepsels nog geen woord tegen elkan der gezegd, voor u, die zoo graag nw tijd verbabbelt, en voor mjj, die zoo breedvoerig hen, een voorbeeld ter navolging. En na een blik van voldoening op den spiegelgladden vloer, gaat de laatstgekomene den vloer eener andere zaal op dezelfde manier inwrijven, ter wijl de eerste, die haar straks weer helpen zal, eerst hier even de achttien bedden zal op maken! En wat nu volgt, het gelijkt alles op el kaar. Als ge één dezer opofferende zielen een enkelen dag slechts met aandacht volgt, dan staat ge verbaasd. En ik heb n nog niet beschreven het ver plegen der meest verschillende zieken, van beiderlei geslacht, van velerlei godsdienst, van allerlei temperament. En ik zal het ook niet beschrijven Maar het is avond en de nacht treedt in. Het avondgebed is verricht (de zuster had op de knieën voor), de thermometers zijn aan gelegd en weer opgehaald, de ijszakken zijn gevuld met ijs (dat ook nog geklopt moest worden), de bedden zijn opgeschud, de spreien zijn opgevouwen.... Enfin de nacht treedt in. En als ge (op welk tijdstip van den nacht ook) eenige hulp moeht verlangen, geef u de moeite, den arm nit te strekken en op dat knopje hoven pw bed te drukken en over hoogstens een halve minuut zal een van die onverklaarbare wezens zonder eenig gedruist* tr"frt de zaal gekomen zijn en met een gedempte stem vragen, wie er gebeld heeft. En ge moet n niet verwonde ren als ge hij het zwakke schijnsel van het nachtlicht hetzelfde gelaat herkent, waarmee ik u in het begin van dit opstel heb bekend gemaakt. Wanneer en hoeveel zij dan slaapt? Het spijt mij. maar ik kan het u niet zeggen. Vraag het haar, en zij zal even glimlachen. Het zijn „lieden van verdacht allooi" en die slapen, geloof ik, niet HILLEGOM. Tuber eul óseb'est rij ding. De Hilleg'omsohe vereenigteg tot Bestrijding der Tuberculose hield Dinsdagavond in de groote zaal van Hotel Sistermans een buitengewone algemeene vergadering, die druk bezocht De voorzitter 'deelde mbd'é, dat de func ties van het bestuur waren verdeeld: 1ste voorzitter de heer F- H. KL .van [Witvenen, 2de voorz. Dr. J H. der [Weduwe, le secreta ris J, H. At .Voeren, 2do secretaires Mej. Hopms, Penningïneesteres Mevr. Payens, ter wijl de dames Mej. Lommer se, Mevr. Van Zanten en Mevr. Critce, alsmede de heer Dr. Hanrath zich belastten met den inkoop; de heeren doctoren N- d. Kwast en Ivleijn zijn adviseerend bestuursleden. Hierna betrad de heer H. F. Fleischer, arts te 'sGravenhage het podium. Hij gaf een uitvoerige uiteenzetting' van den om vang, het ontstaan en het verloop der tuber culose en ontried ten sterkste baat te zoe ken hij kwakzalvers. Voorkomen is ook hier heter dan genezen. .O'm de ziekte te voorko men zijn noodig. goede voeding, frissche lucht, reinheid en matigheid;, terwijl .voor genezing bovendien nog .rust en geduld wor den vereischt. .Ten slotte stond spreker nog stil bij de sanatoria als inrichtingen voor genezing. Met een enkel woord wees hij nog op het tuberculosemuseum, dat thans te Haarlem te zien is. Allen, die nog geen lid der vtereeniging zijn, tot toetreding,opwekkende, besluit spre ker zijn keurige en heldere uiteenzetting van de tuberculose, haar omvang .en haar bestrijding. .Met een rij van mooie en duidelijke licht beelden werd het gesprokene thans toege licht. In zijn slotwoord waarbij de voorzitter dank aan den spreker bracht, deelde hij nog mede dat 29 April den verkoop der tuber culose bloem zal plaats hebben in deze ge meente. Tevens brengt hij ter kennis dat Mej. Verkoren is .benoemd als euquotrioe. LISSE. Gemeenteraad. Gistermiddag vergaderde de Raad dezer ge meente onder voorzitterschap van den heer Bur gemeester. Afwezig was de heer Parijs, wethouder. De notulen werden voorgelezen ai goedge keurd. Bij de ingekomen stukken werd mededeeling gedaan, dat in de kas van den gem -ontvan ger aanwezig is een bedrag van f 13 3.56.25i/». Nog was een schrijven ingekomen van den heer Reuther, verslaggever van de Opr. Haarl. Courant, waarbij hij den Raad een stoeten tafel aanbiedt, ten behoeve van den verslaggever van dit blad, tevens verzoekt hij voortaan inzage van de stukken betreffende den gemeenteraad. B. en W, antwoorden, dat zij bezwaren, heb ben om zich schriftelijk te verbinden iemand inzage te verlecnen van de stukken betreffende den Gemeenteraad en wat betreft de aanbie ding van een tafel en stoel, adviseeren B. cn W. het stuk ter zijde te leggen. Dit wordt goedgekeurd. (De Burgemeester werpt het schrijven ter zijde.) Een schrijven van den gemeente-werkman Lan- geveld, die onlangs zijn diensten aan de ge meente heeft opgezegd, waarbij hij zijn handel wijze tracht te rechtvaardigen. De Raad beslist dat hem tractement zal wor den gegeven tot den dag, waarop hij wegge gaan is. Een schrijven van een houwvereeniging, waar bij zij verzoekt de nieuwe straat, die zij heeft doen bouwen „Clasina Beltstraal" te noemen Dit wordt goedgekeurd. Het kohier schoolgeld 2de kwartaal bedraagt f 124.80. Overgelegd wordt de balans der gasfabriek, waaruit blijkt dat een netto-winst is gemaakt van f 2782H/2 De heer v. d. Mei wil aanstonds de reke ning der gasfabriek goedkeuren, doch met den voorzitter beslist de Raad dat men zich tevre den zal stellen met de aanbieding daarvan La ter- kan de goedkeuring plaats hebben. B. en 'W. stellen voor een wijziging aan le brengen in de begroo'ing der Gasfabriek en wei een post van f 750 daarop bij te plaatsen voor magazijngoederen, verder van de begrooting af le voeren de post onvoorziene uitgaven groot f 3000 en die daaarop weder le plaatsen doch deze post nader te spccificeeren. B. en W. stelien voor een nadere regeling van het salaris van den Directeur der Gasfabriek Voorgesteld wordt den Directeur geen tantièmes meer uit te keeren van de gemaakte winst, doch zijn vast salaris daarmede in. overe-n stemming te brengen. In 1910 genoot de direc teur f 1500, met vrij wonen en vrijgas lot een bepaalde hoeveelheid (tot nog toe was deze onbeperkt) toé te kennen. Hel voorstel van Bi en Wl wordt goedge keurd met algemeene stemmen. De regeling zal van terugwerkende kracht zijn tot 1 Jan. 1911. Ook acht het college van B. en W-. het sa laris van den kassier der gasfabriek, dat vast gesteld is op f 200 te laag. De beambte werkt dikwijls tot des avonds 10 uur. In een verga dering van B> en W>. en de gascommissie is men echter van gevoelen geworden, de wijzi ging yan salaris uit te stellen tot de a.s. be grooling. De heer Pijnacke rvindt er geen bezwaar in het salaris nu te verhoogen al is liet midden in het jaar. Als het salaris te laag is moet het verhoogd worden. De heer Le'eber wil er tenminste bij de be grooling terugwerkende kra-hl aai geven. De heer V. v. Zanten vindt het beste de wijzigingen van de salarissen tol de begrooting uit te stelten. Doeli er bestaat dan geen be zwaar om die dan van terugwerkende kracht te doen zijn. Algemeen was men voor salansvcrhoöging van den kassier, doch voor liet oogenbl'k wordt goedgevonden bet salaris van den kassier te herzien bij de a.s. begrooting en da' r als dan terugwerkende kracht te verte.-.: u. Aldus wordt besloten. Behandeld werd daarna em verzoek van hel hoofd der school, de heer Kingma, waarbij hij verzocht alsnog een. leerkracht aan te stellen bij zijue school. Drie leerkrachten, zooals op het oogenbliic het geval is, is le weinig. B en. W. hebben naar aanleiding vvn dit schrijven geen voors'e! ingcdie-ii b:j Jen Raad. De school gaat steeds achteruit in aant-rl leer lingen en de voorzitter vreest, da'. mm nu een onderwijzer(es) aa-is'elk deze biuu wfc.iri overbodig zal worden en de gemeen!c genood zaakt zal zijn die op wae'rtgcid tc stellen. De beer \r. van Zanten wijst er op dat in Benncbroek, Noord wijk c i meer-Iere omlig gende plaatsen elke leerkracht door elkander slechts 27 leerlingen voor zijn reken'ng heeft. Wordt er nu een vierde in deze gemeente aan gesteld, dan zal dit voor onderwijzers te Lisse nog 29 bedragen. Blijft het drie, dan zal liet aantal 38 zijn. Daarbij zijn hier zeven klassen! Onmogelijk kan dus goed onderwijs gegeven worden, en dus zal de Openbare School nood zakelijk-zeer'ten achler komen bij de bijzondere. De heer Pijnacker kan niet begrijpen dat drie leerkrachten niet voldoende zij i. De school gaat achteruit en dus zal een nieuwe leer kracht op wachtgeld gesteld moeten worden. De heer Prins zegt dat men niet midden in het jaar moet bepalen hoeveel onderwijzers aan een school noodig zijn. De wet bepaalt dat men zulks op 15 Jan. behoort te doen, en daar aan heeft men zich te houden. De zevende klasse heeft de heer Kingma en zelf maar bijgevoegd, hoewel de Raad een voorstel daar voor indertijd heeft afgestemd. De Voorzitter ontkent dit laatste. Daar bij moet de districtsschoolopziener gekend wor den. De heer V. v. Zanten zegt dat als men aan de O. L. de leerkracht onthoudt, het aan tal kinderen, die daarheen gaan, nog zal ver minderen, want geen ouder die zijn kinderen naar een school zal zenden, waar onvoldoend onderwijs wordt gegeven. Lisse maakt toch al een droevig figuur. De heer Pijnacker wijst op de bijz. scho len waar steeds het aantal leerlingen groeit cn de krachten dezelfde blijven. De Voorzitter zegt dat op de bijzondere scholen ook vele kinderen schoolgaan, die v,;u een andere richting zijn, en spr. voorziet «dat dit nog erger zal worden en de O. S. dus ont volkt zal worden. De beer Lef eb er wil wel een vierde leer kracht, doch een tijdelijke, die weder kan ont slagen worden. De heer Prins vraagt hoe het komt dat, waar- de wet bepaalt, dat één leerkracht 45 leerlingen voor haar rekening kan nemen dit hier 29 moet zijn. i Op voorstel van den voorzitter wordt na eeni ge discussie gestemd of er een vaste leerkracht zal worden aangesteld. Dit wordt geweigerd met de stemmen van de heeren Veldhuijzen v. Zan ten en v. d. Mei voor. Over liet voorstel van benoeming van een lijde lijk onderwijzer staken de stemmen. Besloten wordt eene geldlcening aan te gaan groot f 25.000. De Voorzitter wenscht hierbij den Raad machtiging te vragen om een gasmotor aan te schaffen teneinde de sproeiwagen vlugger te kun nen vullen. Dit eischt een bedrag van f 800. De motor zou geplaatst worden bij de vuilnis belt Zooals nu de wagen gevuld wordt, duurt het te lang. De heer Pijnacker vraagt of niet binnen kort de waterleiding zal worden aangelegd. Dan zou dit een overbodige uitgaaf zijn Voorscholen met slechts 3000 inwoners en Aiphen hebben een eigen waterleiding, is dit niet mogelijk voor Lisse. Kan zulks niet onderzocht worden. De t oorzifter zegt een warm voorstander te zijn van waterleidingaanleg, doch ziet het denkbeeld binnen afzienbaren tijd niet verwe zenlijkt. Het liefst zou spr. in combinatie han delen met Hillegom en andere omliggende go- meen ten- Op voorstel van den heer Prins wordt daar na besloten geen gasmotor voor de vulling van den sproeiwagen aan te schaffen, doeh de siin.- gerpomp te vervangen door een rotatiepomp. Tot leden der gascommissie worden herbe- (naar tiet Er an sch. f6.) :"j Neen. hij is gestorven aan eene beroerte, ongetwijfeld veroorzaakt door de overgroote vreugde hij"liet zien van die fabelachtige hoe veelheid goud, zeide don Sanche. [Maar wij hebben nu geen tijd om ons daarvan te over tuigen. Een dood den wulpschen geniet* als hij was waardig1, mompelde dpn Miguel met verachting'. Nu vlug' op weg Zij traden den gang- binnen. D'on Miguel rende nu vooruit, de anderen, ©n Jaoques-zelf, hadden moeite hem bij te houden.; Langzamerhand kwam het daglicht, to voorschijn, do kleine troep kwam uit in eten soort amphiteater van rotsen.... Op> een hon derd meters vóór zich uit, zagen zij de vluch telingen langzaa,m voortschrijden a.ls zwaar beladen lieden.; Zjj hebben goud medegenomen, .w Des jo heter, dat zal hun beletten zieh te verzet- |/en. Vlugl vlug! binnen vijf minuten hehl- ben zij het fatale punt bereikt. Hij wees hun een opening aan in dien kring \van rotsen, die het amphitheater omringden, <-'n overal aan elkander sloten als waren zij <-aan 1 r gelakt. De mannen sprongen hun chef achterna, Dieze huppelde letterlijk over de rotsblokken, die ook hier, als gezaaid* lagen. Die vluch telingen hadden hen nog .niet geboord. Mar xence en Edmóe liepen vooraan, tusschen hen in ging Xnès.: Hermann draaide zicli plotseling' óm en een donderende vloek vloog .van zijn lippen, Vlucht! Daar is „hij"! [Wij zijn verlo ren'. Nu begonnen ook zij te rennen'. Maxence en Edmée sleepten Inès. media, die ^veerstand bood en solu'eeuwde Jacques!... Jacques Moed, wij komenhuilde dbli Miguel met trillende stem'. Met enkele buitengewoon behendige spron gen nam hij een belangrijken voorsprong op de anderen. JHij stond plotseling .achter Edmée. Een' knal..... mej. de Blangard wankelde, liet dan arm Van Inès los en viel als ©en blok qp den grond. Don Miguel richtte zijn revolver op 'Ma- xence. Deze hield nogt .steeds laen band van Inès vlast «ml richt to ook de loop van zijn re- j vol ver op don Miguel. Sterf dan, schurk Maar don Miguel had eeü' zijsprong .ge maakt, zoodat da kogel achter hem verloren ging-: Toen greep jMaxenee Inès vast, plaatste haar voor zich en hield haar met geweld vast in die houding; Schiet dan op mij! grijnsde hij. Jacques, don Sanche en de anderen kwa men naderbij..... Don Miguel schreeuwde hun toe, naar Her mann en de drie Franschen wijzend, die naai de opening in de rotsen vluchten Laat ze gaan 1 laat ze gaan, doe geen 'moeite om die te dood enHelp mij liever dona Inès bevrijden Pas op!.... Als iemand mij aanraakt, is het met Inès gedaan En Maxence, wiens oogen geheel met bloed waren doorloopen, was verschrikkelijk om aan te zien: ,hij had de punt van een navaja tusschen de twee schouders op den rug van het meisje gezet, Ellendeling! schreeuwde Jacques. Don Miguel was krijtwit. Voor hem stond Inès half bewasteloos, haar best dobnd om hare zwakheid te overwinnen. Haar groote door tranen verdoofde oogen si-hen -n h m toe te roepen: „Adieu, en dank ui..." Een vreeselijke knal weerklonk pl '.tscling, Allen die daar tegenwoordig waren worden tegen den grond geslingerd..... Maar Mixoi- co had Inès niet losgelaten. Don Miguel, da delijk opspringend, schoot op hem toe. Eenige oog'enblikken wentelden de twee mannen zich in elkaar, vechtend op het bijna levenlooze lichaam van het meisjeEen doordringende kreet weerklonk. De navaja, van Maxence, door don Miguel aan zijn handen ontrukt, had het hart doorboord van don zoon van Blangard. III. De mijn was onder de voeten van de vlu tenden gesprongen, bed© granietblokkcn vi len neer.... En de verminkte llchasmsde van Hermann, Milochon, Luset en Volette lagen hier en daar verspreid, wachtend tot zij een prooi der roofvogels zouden worden. Van de exploitatie van Blangard was nie mand meer over dan Inès en Jacques. Het bewustelooze meisje was op zijde neer gelegd en don Sanche deed zijn best haar weder bij te brengen. Niet lang duurde het of de mooie, zwarte oogen openden zich en ontmoetten allereerst den angstigen blik van don Miguel. Eindelijk! eindelijk, Inès! riep Jac ques uit, terwijl hij"het gelaat vau zijn zus ter onophoudelijk met- kussen overlaadde. Al les is voorbij, gij zijt gered! -Gered!... O! mijn God, wat zijt Gij goed mij verhoord te hebben!..,. En u ben ik dat verschuldigd, mijnheer?... Och! dank ti, dank u Haar kleine, bevende handjes strekten zich naar don Miguel uit. Hij boog zich diep en drukte er zijne lippen op. Dat genoegen heb ik gehad, mejuf frouw. Maar thans ben ik er ook koninklijk voor beloond. En u zijt gewondriep zij uit, toen zij bemerkte dat de jonge man zijne linkerhand omwonden had met een zakdoek, waarop oen groot" 1 loedvlek zichtbaar was. Ja, dien schavuit is het toen gelukt mij nog' een schrammetje toe te brengen Don Sanche zal mijn hand even Verzorgen, nu u wat beter bent. -Maar zjj.... waar zijn zij prevelde Inès een angstigen blik om zieh heen slaand. U Ir-bt niets meer ie vriezen van hen, mejuffrouw. Hbfc u ze g dood Zij hebben zich in het verderf gestort. Later zullen wij u uitleggen hoe. Blijf nu rustig en bekommer u over niemand. Uit bescheidenheid verwijderde hij zich met den geneesheer, de twee jongelieden ge heel alleen latend in hun wederzijdsche ge moedsuitstortingen. Toen don Sanche zijne wonden verbonden had, kwam hij terug naar Inès. Miji\a mannen hebben ©enigen mond voorraad medegebracht. Zoudt u ons het ge noegen willen doen er gebruik van te ma ken, mejuffrouw Inès bedankte hem en sloeg het- aanbod af! Zij gevoelde zich zoo afgemat, dat zij niets zou kunnen slikken. |Wij zullen ons wat opfrisschen, en dan vertrekken wij dadelijk, zei don Miguel. U moet zoo spoedig mogelijk volledige rust hebben, daarbij maak ik mij ongerust over dien vulkaan.; Inderdaad werd de Kemel donker, waar schijnlijk tengevolge van een aschregen, die op de andere helling van den berg moest val- 1 n. Va i tijd tot tijd lichtte er een vuurstraal en men hoorde ontploffingen, die veel ge- hen op een salvovuur. Door hun chef tot Jiaast aangemaand sloegen de mannen in- jderhaast eenige stukken brood naar binnen.; i Toen hernam de kleine troep in tegenover- gestelde richting den weg, dien zij ^geko men was. Don Miguel droeg Inès, zij was te zwak om te loopen. Ondanks zijne wonde, had hij zijn last aan geen ander willen af staan, (JWbrdt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5