DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. inn 3fll-=■="- |M~-" Itt ----- «n-arr Paschen. STADSNIEUWS Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem Zaterdagavond praatjes. AGENDA. ZATERDAG 15 APRIL 1911. 36ste Jaargang. No. 7517 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int Telefoon 1020. Alle betalende abonnés op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zj]o volgens de bepalingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor; Dr> uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandschs Credletbank Nieuwe Gracht ll Pit nummer bestaat uit uier bla den, ui. o. de Officiëeie Kerk- lijst en het Geïllustreerd Zon dagsblad in 8 bladzijden. Haarlemsche Alledagjes No. 246. SPORTPRAATJE. station ABONNEMENT S>RU8: Per 8 maanden voor Haarlem 1,85 Voor de plaateen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de ovenge plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers PRIJS DER ADVERTENTIE»; Van 1—8 regels 60 cent Buiten Haarlem en de Agentschappen Reclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cent (A oontant.) meer cent per regeL (Buitenland 10 cent 20 oent 1000 awif overladen. iSBJiU hand of voet I^PU éénoog. 1 Hl U éec luim. sohiktheid tot werken. 60 één w(j a vinger. 15 GULDEN bg verlies van één anderen vinger. Zondag, 16 April. Bioscoop-theater, Groote Markt 810 u. Bioscoop-voorstelling. Maandag, 17 April. Brongebouv 2 uur Kindervoorstel ling Reepelsteeltje. 8 uur Haarl. Muziekkorps Buiten gewoon Concert. Schouwburg Jansweg 8 uur De Ha- gespelers De Tyrannie der Tranen. Dinsdag, 18 April. Gebouw „S t. B a v o" K. K. Volksbond van 8—10 uur stemming voor een lid van het Hoofdbestuur in de plaats van den heer T. II. Broekhuijzen. Half 9 uur Ondersteu ningsfonds. Half 9 uur Stucadoors St. Jeroen. Kwart na 9 uur, Kantoor-, Handels- en Win kelbedienden. Half 9 uur Bestuur Vrouwenaf- deeling St. Veronica. Half 9 uur Schoenma- kerspatroonsvereeniging St. Crispinus. Groote kerk n.m. 2—3 uur Orgel bespeling door den heer W. Ezerman. Tcyier's Stichting op de gewone Museumtijden Buitengewone tentoonstel ling van teekcningcn en schetsen: Holland- sche school 16de eenw. Goltzius en anderen; Fransebe school 17e en 18e eeuw. Watteau, Boucher, enz. Bisschoppelijk Museum (Jansstraat 79). Geopend eiken dag van 10—5 uur. tegen -betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda gen. Zondagen en R.-K. Feestdagen. Wat blijheid doorjubelt het Christenhart hij het liooren van dit vreugdewoord, dat als van zelf ons een „Alleluja" op de lippen brengt, een lofzang aan Dengene, Die na gele den en gestreden te hebben en gestorven te zijn als zoenoffer voor onze misslagen, glorie rijk opstond uit het graf, onbedorven en ver heerlijkt als de verrezen Zaligmaker. Paschenhet feest der opstanding! Maar niet slechts de verrijzenis van den Christus, Die op aarde kwam oni ons te ver lossen, neen, ook de opstanding moet het zijn van ons, de verlosten, die nu den ouden mensch moeten uitdoen en in „nieuwigheid van leven" gaan wandelen. Wat heerlijk feest, dat Paaschfeest! Na een lange voorbereiding van veertig droeve boetedagen, komt daar plots op den Zaterdagmorgen het jubelende „Gloria" met blijden klokkengalm, die in de laatste treur dagen zweeg, ons verkonden, dat nu de tijd van boete is verstreken, dat we nu mogen jui chen met onzen Zaligmaker, Die dood en hel verwon en met Hem het lied der Victorie mo gen zingen „Surrexit, Hij is verrezen, Allelu ja!" En als vanzelf zien we om ons heen of allen even blijde zijn als wij, want, nietwaar, een waarlijk verheugd mensch wil o zoo gaar ne een ieder laten deelen in zijne reine vreugde. Maar wat zien we dan? Treffen we overal aan dienzelfden Paaschjubel, die ons harte zoo blijde stemt; vieren allen nu datzelfde feest van opstanding en nieuw leven? Helaas! Neen.... Maar laten wij ons onze vreugde niet ontrooven door na te gaan hoe er zoo velen zijn, die zoo al niet den spot drij ven met het kinderlijk-blijë geluk van de vol gelingen van den verrezen Heiland, dan toch onverschillig ervoor blijven en op dezen ge denkdag van het grootste, ja het ontzaglijk- ste wonder, dat zelfs de stoutste verbeelding zich nimmer denken zou, ook 'n soort Paasch feest vieren, maar dan op hun manier, dat wil dus zeggen, waarhij geen plaats is voor God, nog veel minder voor een verrezen God- mensch. Maar wat herdenken dezulken dan? Komaan! laten we ons daar niet in verdiepen, doch slechts even wijzen op het d iep-treurige feit, dat zoo velen (zoo ontelbaar-velen, tegen woordig, zouden we bijna zeggen) van die hoog-verheven feestdag slechts maken een ge legenheid tot pleiziermaken en uitgaan en alle hoogere beginselen terzijde plaatsen. Diep treurig, inderdaad! Hoe heerlijk is daartegenover de reine, de kinderlijke blijdschap van ons, die juichen als kinderen wanneer vader weer thuis is te midden der zijnen, na een moeilijke en ge vaarvolle reis. Hij wordt dan met allerlei vra gen bestormd, hij deelt dan zijne gaven uit, medegebracht van de vreemde streken, waar hij geweest is. Zoo moet 't ook gaan met ons. Als blijë kinderen moeten we ons spoeden tot Christus, Die tot ons wederkeerde na in 't voorgeborchte te hebben vertoefd, waar Hij troost en verlossing bracht aan hen, die daar nog smachtten, jaren, jarenlang. Wij moeten gaan tot Hem en ons werpen aan Zijn borst en smeeken om Zijn liefde en Zijn bijstand en Zijne genade. En helpen zal Hij ons, de goede Menschen- vriend, want Hij kan niet weerstaan aan den gestadigen aandrang van hen, die hem be minnen met waarachtige, vurige kinderliefde. Daarom dan ook wekt onze Moeder de H. Kerk ons op dit opstandingsfeest op onze gedachten af te wenden van dit aardsehe gewoel: „Zoek hetgeen omhoog is, hebt smaak in hetgeen omhoog, niet hetgeen van deze wereld is," en daartoe wil zij ons helpen en geeft zij ons haar gebod, dat is als een zoet juk en een lichte last, om te naderen tot den Liefdedisch, die Christus den avond voor Zijn smartvol lijden instelde en aldus als 't ware weer af te leggen den ouden mensch en te verrijzen tot een nieuw leven van genade. Dat dan allen gehoor geven aan die stem van de H. Kerk, door den Stedehouder van den Christus voortdurend en met aandrang der wereld geopenbaard. „Alles herstellen in Christus!" zij ook onze heerlijke Paasclileuze! WAT MEN EEN FIASCO NOEMT! Onder Stadsnieuws vindt men eenige cijfers uit het jaarverslag van het Staalbad Haar lem, in 1910. Het staat er zoo eenvoudig: er is een verlies geleden van 4.223.64 en een hal ven cent, en zelfs maakt 't geen indruk meer op de lezers, want zij weten nu eenmaal dat Haarlem met zijn staalwaterbronnen géén Wiesbaden, géén Monte Carlo, géén Davos ge worden is, waar duizenden en duizenden ver diend zou worden. Haarlem is Haarlem geble ven en de Staalwaterbronnen hebben een ver lies van 60.606.68 opgeleverd, in plaats van weelde en rijkdom en misschien.... bederf aan Haarlem's ingezetenen. De Staalwaterbroimen in onze stad blijken een illusie te zijn geweest. Het is misschien eigenaardig daar nog eens de aandacht op te vestigen bij het verschijnen van dit jaarverslag. Hoera! Nederland heeft gezegevierd! Dit is de derde maal in dit seizoen, dat ik deze blijde uitroep in mijn wekelijksch sportpraat- je kon platsen. Thans is het Oost-Nederland die ons deze verrassing bereidt. Is het dan geen schitterende en verdiende overwinning waardoor we de kostbare „Rijnbeker" in ons vaderland hebben gekregen. Over het verloop van den wedstrijd wil ik dezen keer niet spreken,maar wel het bekende feit nogmaals herhalen, dat Oost-Nederland geen speler be zit, die door zijn spel aanspraak kan ma ken om opgenomen te worden in het Neder- landsch elftal, als Van Berckel en Göbel; van wie de eerste reeds meermalen in zijn oranje shirt langs het lijntje rende, de laatste nog dit seizoen tegen veler verwachting vol succes tusschen de palen stond en nu Zondag j.l. op onbegrijpelijke en keurige wijze het wist te voorkomen, dat het bruine monster zijn net zou bevlekken. Sommige dagbladen en tijdschriften bewe ren, dat Göbel den wedstrijd voor ons gewon nen heeft en ook ik moet dat met vreugde bekennen. Meermalen zagen we Göbel, ballen uit het net krabbelen die uit de meest ver wijderde hoeken gelost werden. Ook de inter nationaal v. Berckel verdient een pluimpje voor zijn keurige voorzetten, die evenwel door de middenseplers verknoeid werden. Ten slotte verdient ook D. Wijnveld, (Utile Dulci), een douceurtje, bestaande uit een gelukwensch, waarin de hoop wordt uitgespro ken dat we hem nog eens in ons Nederlandseh elftal zullen zien spelen. De overige spelers, die deel uitmaakten van dat elftal schitter den niet uit. Duitschland was over het alge meen sterker over alle liniën, vooral de wing Uinbach-Schieler ging er telkenmale met een sneltrein-vart van door, doch stiet even zoo vele malen op het stootblok Wijnveld en Gö bel. Ook zat de middenlinie daar goed in el kaar, waarin de spil „Reich" uitblonk. De beide backs waren goed en de keeper schitte rend, het evenbeeld van Göbel (altijd in kee perscapaciteiten). Spoedig- zal in Duitschland een dito wedstrijd gespeeld worden en als on ze Oostelijke huren niet beter spelen, heb ik weinig hoop op wat goeds. Wat een schande heeft Haarlem I zijn club aangedaan, 7—1, zegge: zeven—één. „Haar lem", waar is uw schot? O, ik verzeker u, als v. d. Berg Zondag „Haarlem" vergezeld had zou hij dit slechte, tactlooze spel niet hebben kunnen aanzien, maar hij zou op het rood-zwarte doel zijn aangestormd en met hartstochtelijke keien het net in reepen heb ben geschoten. O, hadden we dien roodbroek Zondag maar tusschen de palen gehad, zeker zouden we hier geen 7—1 behoeven neer te schrijven, doch zou het ten hoogste 3 1 ge worden zijn. Toch kwam er nog een vertroos ter in ons lijden van Zondag en wel door Hout- kooper, die eens wilde doelpunten en de daad bij het' woord voegende, een kei loste, waar van Hagen, de V.O.C.-döelwachter heden nog staat te trillen te beven. De eer was gered en juist bijtijds, want juist was Hagen eeu wei nig bekomen van den eersten zenuwachtigen schrik, toen de scheidsrechter time blies. Hoera! hoorde men Zondag ieder roepen: Wat was er dan toch aan de hand? Ach, ik behoef het u niet eens te zeggen, 't Gebeurde juist tegenover het pand. Het volgende stond daar neergeschreven D.F.C.—H.F.C. 5—1, velen tot spijt.... Opeens begon dat bord te beven: Er verscheen een heer, gewapend met krijt, En veranderde het: D.F.C.H.F.C. nul—één. Jnichend trokken allen nu heen. Ja, dat was een verrassing, die de Merwede- stad ons bracht. Dat eene begeerde doelpuntje kwam van Mannus en na de rust wijdde hij zich ook geheel tot verdediging. H.F.C. ls hierdoor aardig gestegen. „Haarlem" echter rampzalig gedaald. Dan bewees „Hercules" in Utrecht niet te gen Velocitas op te kunnen en moest voor een weliswaar magere 21 zwichten. Het is nu zoo goed als zeker, dat Hercules het volgend seizoen niet meer als 1ste klasser zal spelen. „Ajax" uit Amsterdam, die nu Zondag het de finitieve kampioenschap der tweede klasse behaalde, door een mooie 20-overwinning op Concordia uit Delft, zal nu trachten een plaatsje te veroveren onder de upper-ten van de Nederlandsche voetbalclubs. Ze moet nu dus tweemal spelen tegen „Hercules" en twee maal tegen 't Zesde, terwijl 't Zesde en Her cules niet meer tegen elkaar behoeven te spelen, daar, zooals hekend, de competitie wedstrijden tusschen die twee vereenigingen ook golden voor de degradatie-wedstrijden. Met deze twee wedstrijden wist 't Zesde reeds drie punten te behalen en Hercules slechts één. Ajax heeft natuurlijk nog niets en van den afloop is weinig te zeggen. Zou Amsterdam dan eindelijk misschien eens een le klasser krijgen! Maar laat ik terug keeren tot Velocitas, die een overwinning niet verdiend had. Hercules was minstens even sterk. Dan was het Sparta uit Rotterdam, die een 9—O-overwinning boek te op Quick uit Den Haag. Deze smadelijke nederlaag kan als volgt worden uitgelegd: Quick had de beurt om een bekerwedstrijd te spelen en daar zij veel kans heeft om ook dit jaar de beker te winnen, kwam zij met haar le elftal uit en liet haar 2e naar Rotterdam gaan. De „Sport" schrijft: „Jansen liep geintjes te verkoopen, Bok liet, om de fut er bij de Hagenaars wat in te houden, zich zoo nu en dan passeeren en zelfs de scheidsrechter, de neutrale rechtspreker, kon niet nalaten zoo nu en dan zijn gelaat tot een lach te plooien." In de Residentie-stad was ook een belang rijke wedstrijd, n.l. H. B. S.H. V. V., die een 3—1-overwinning voor H.B.S. tot resultaat had. En nu krijgen we twee Paaschdagen, wat zullen die ons voor voetbalgeluk brengen. H. F. C. ontvangt Dusseldorf F. C. en den 2en Paaschdag is de lang verheide wedstrijd HollandEngeland. Wat zal het wezen? Een overwinning voor Holland???? Het Engelsehe elftal is reeds eenige dagen in ons land gearriveerd en speelde gisteren (Goeden Vrijdag) tegen het Duitsche natio nale team. Het is eigenlijk schande dat der gelijke wedstrijden op zoo'n dag gesteld wor den. Zoo iets doet het edele voetbalspel ver dalen in veler achting. Ook de Haarlemsche Bond liet haar uitver koren elftal tegen „Bloemendaal" spelen. Ons Nederlandsche eftal is weer eens veran derd, nieuwe krachten zijn gevonden, die on ze nationale voetbalreputatie heter kunnen verdedigen. Het elftal der Engelschen en dat der onzen laat ik gemakkelijkheidshalve vol gen: Engeland: R. G. Brebner. W. W. L. Cuthbert. Knight. Littlewort. Monk. Dines. Berry. Woodward. Webb. Hoare. Wright. v. Berckel. Thomée. Francken. Ruffelse. Welcker. Hörburger. Kor ver. Bosscliart. Otten. Heijning. Göbel. Dat dit elftal, dat nu werkelijk goed in el kaar zit, Maandag wint, is de wensch van ons allen, maar ik geef geen schijn van kans. Geen der heide dagen zijn er competitie wedstrijden voor den Ned. V. B. Het weder kan alleen een spelbreker zijn voor den grooten dag. „STRAFBULLY", VEREENIGING „ONDER ONS". Op den 7en Februari 1.1. werd hier ter ste de opgericht, eene vereeniging onder het per soneel, verbonden aan de Kon. Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens, der Firma J. J. Beijnes, onder den naam „Vereeniging Onder Ons". Het doel dezer vereeniging is het nuttig eu gezellig samenzijn der leden te bevorderen Daartoe zullen afdeelingen voor Zang, Mu ziek, Tooneel en Gymnastiek gevormd wor den, henevens een Bibliotheek. De aan de fabriek bestaande Mannenzang- vereeniging „Onder Ons" werd op dat tijdstip ontbonden en de leden daarvan vormden eene afdeeling onder een eigen afdeelingsbestuur, die zich bij de nieuwe vereeniging aansloot. Deze week werden statuten en algemeen re glement vastgesteld, terwijl tot het definitie! Hoofdbestuur werden gekozen de heeren: A van Rootselaar, Voorzitter; P. J. v. d. Berg, le Secretaris; P. H. Kluft, 2e Voorz.; H. v. Vate, 2e Secretaris; W. P J. van Gemert, Pen- ningmeester; Joh. S. Holster, Bibliothecaris; W. F. Schouten, J. Broekhoff en A. J. van Eten, Commissarisen. R. K. VOLKSBOND. Op de gisterenavond gehouden vergadering van het Hoofdbestuur der afd. Haarlem van den Ned. R. K. Volkshond, waren, wegens het bedanken van den heer Broekhuijzen, twee oandidaten voor lid van het Hoofdbestuur in gekomen, n.l. de heeren Broekhuijzen, die aan zijn candidaatstelling een voorwaarde had verbonden, en de heer F. J. Teeven. Daar het Hoofdbestuur de voorwaarden van den heer T. H. Broekhuijzen niet kon aan vaarden, trok deze zi.in candidatuur in en ls alzoo de heer F. J. Teeven bij enkele candi daatstelling gekozen, dus behoeft a.s. Dins dagavond géén verkiezing plaats te hebben. AAN DE GROENTENMARKT. Gisteren zijn alhier door Jaap Kuil, wonen de te Jan Gijzenvaart, de eerste raapstelen van den kouden grond aan de groentenmarkt gebracht en door de commissionnairs Gebrs. Plantjé verkocht aan Gehr. Van Riesen, te Bloemendaal, en G. W. Cramer, Parkstraat, alhier. Als een groote bijzonderheid kan nog wor den medegedeeld dat door P. Zwart, van Heemstede, nog Brusselsche spruitjes aan de groentenmarkt zijn gebracht. Zij zijn opge kocht door A. Heemskerk, Wouwermanstraat en J. van den Eikhof, Groot Heiligland, alhier. (Zie Stadsnieuws verder op in dit Blad.) CLXV. I I Een mooi werk, en ivaarom het zoo goed is aangepakt. Veredeling en opvoeding van het volk, en wie daar 6ók aan meedoet. Een volkszangdag %n Haarlem Zalige Paschen, en wat ik vooral in deze Paasch dagen verkoop. We kwamen van de week le spreken over het in deze courant geadverteerde en ook door de redactie zoo sympathiek beoordeelde werk van den heer Eggink, om aan den werkenden, stand gelegenheid ,te geven, ook eens goede kunst te hooren, werkelijke kunstenaars te zien op treden. En toen ik over dat plannetje, dat trou wens naar ik hoor al werkelijkheid geworden is, met instemming sprak en me er heel en al voor .verklaarde, was er één; die dadelijk zonder over de zaak zelf te spreken zei: dus vindt jij, Zaterdagavondman, dat de men- schen hier geen gelegenheid genoeg hebben om uit te gaan? Op het eerste oogenblik leek die opmerking wel raak, en ik hoor dan ook dat dit goede werk door zoogenaamde vrienden, die je hier in Haarlem vooral onder de echte Haar lemmers hebt, heel genoegelijk op diezelfde ma nier wordt afgebroken en tegengewerkt door te zeggen: o ja, het is heel mooi, en heel Ver dienstelijk, en heel prachtig, maar... zie je...' d'r is al zooveel te doen hier in de stad! Wel, ik moet zeggen dat mijn kennis z*n opmerking niet maakte om af te breken, maar méér om mij eens in het vaarwater te zitten wat hij graag doet als ik zooals m'n gewoonte is voor het een of ander flink warm loop en ergens pleizier in heb. Maar met die zooge naamde welwillende critici is dat niet het geval:, die zoeken op die manier wel degelijk de zaak in den grond te boren; van zoo'n „rare nieu wigheid" in Haarlem moeien ze in het diepst van hun hart niets hebben, en om nu het verkeerde idéé uit de wereld te helpen, dat de mij erg sympathieke onderneming van den heer Eggink, die hij „kunst aan den werkenden stand" heeft gedoopt, zal lijden door dat deze o: gene van mijn lezers onwillekeurig ook zal denken „er is al zooveel te doen in Haarlem", wat over die zaak vertellen. Heb ik den nog wat over die zaak vertellen. Heb ik den lieer Eggink goc(d begrepen, ik ken den man zelf niet, doch oordeel alleen naar hetgeen ik lees en hoor dan wil hij niet nog méér „vermakelijkheden" hier scheppen voor den wer kenden stand, maar juist door goede kunst te brengen, degenen die hij op het oog heeft al- houden van de miserabele, slechte, smakelooze voorstellingen en avondjes die helaas nu nog zoo (alrijke bezoekers trekken. En daarenboven wil hij zoo meen ik door het laten hoo ren van goede kunst den werkenden stand ook kunstgevoel bijbrengen, opvoedend in hetgeen schoon en goed en edel is, zoodat als ze ook onder elkaar feestjes en avondjes hebben, wat minder of het liefst heclemaal niet gedaan zal woitden aan de niet alleen kunslelooze maar met alle goede en sclioone en edele vormen finaal s (rijdende voordrachten, liedjes, tooneel- stukjes en dergelijke. Tweeledig is dus zijn doel, en de heer Eggink heeft: als ik hel zeggen mag, o:n .dit doel te bereiken den aüerbesten weg ge kozen die mijns inziens viel te nemen. Hij iS" namelijk begonnen, niet het bijwonen van de kunstavonden op allerlei gebied die de ver eeniging „Kunst aan het voik" orgariiseereu zal, kosteloos toegankelijk te stellen voor fatsoen lijke arbeiders, en dat natuurlijk niet door de deuren maar open te zetten en Jan Rap en zijn maat ik bedoel begrijpelijkerwijs hier mee niet onzen verdienstelijken kapelmeester van 't 13e er maar binnen te laten, doch door aan de grootere en kleinere werkgevers gelegenheid te geven, hun arbeiders bijwijze van exïralje of belooning of hoe ook met de toe gangsbewijzen to beschenken. Zoo krijgen we nu juist wal we hebben moeten: niet de zoo genaamde „Kunst aan het volk" in dien zin, dat al het raprlje van de straat en wie op 'n avond eens niets te doen heeft, of droog en warm wil zitten, wordt binnengehaald, maar de „kunst aan den werkenden stand", aan den flinken, iets berekenenden arbeider, den steun pilaar van de gemeente, die zijn werk behoor lijk doet, en die nu door zijn patroon wordt in staat gesteld om een ontspanning te genieten, die tevens een uiterst aangenaam genot biedt en 'daarenboven voor héél den geestelijken aanleg van den werkman opvoedend werkt! Zóó heb- beu het al verlsehiüende patroons begrepen, en hel ordelijke, sociaal-ontwikkelde en gezond-den- kende werkmansvoLk waardeert dat, evenals ik oprecht en zonder terughouding ten volle den j arbeid waardeer dien de heer Eggink zoo be- I langeloos en volijverig over heeft voor de volks- opyocuingv .tot goede kunst in den besten zin van hel woord. Ik heb vroeger al eens een warm woordje gesproken ten gunste van een vereeniging die op eenigszins andere wijze maar dan toch met hetzelfde doei esn in denzelfdcn geest werkte als de heer Eggink het nu al doet: van de vereeniging tot verbetering van den volks zang, die ons volk ook wat artistieke denk beelden wil bijbrengen en tot wat smakelijker en smaakvoller openlijke uitingen wil doen komen dan tot nog toe het géval ls. Ik mag dus Ideze twee .dingen ook nu wel verbinden en tevens erop wijzen, dat de vereeniging tot verbetering van den volkszang blijkbaar aan de zomercam- pagne, na lange en ijverige voorbereiding, nu met ernst gaat beginnen. Heb ik goed gelezen in onze courant, dan wordt dat op den 18en Mei hier een heele Volkszang-dag, die in den let terlijken zin des woords zal klinken als een klok! Nu, het is hog een poos voor het zoo ver is, maar ik wil er ntu al van zeggen, dat ik hoop van de partij te zijn, en dat ik er velen van mijn kennissen, naar toe zal nemen, hoor! In dezen stillen tijd van de goede week demk-je van den weeromstuit aan een blij lied, en ik zal dan ook weer om deze reden heel in mijn schik zijn, als'morgen het blijde Alle luja wecrklinkeu zal en ?t weer feest zal wezen in de kerk. Paschen., dat is toch maar je heerlijkste feest van het heele jaar, vind ik, en als de klokken blijde den Paaschdag inlui den, en hot orgel dreunt Ln volle galmen, en de mooie rilucele gebeden van de Paaschmis wor- den gezongen, dan komt er vanzelf zoo'n blij gevoel over je, dat je zonder eenige aarzeling wel aan iedereen een „zalig Paaschfeest" zou willen toeroepen! Ik voor mij doe dat echter nu maar, ooidat me morgenochtend toch de ge legenheid on'.breken zzal, ieder van de ja redacteur, hoeveel zijn het er nu wel? ik meen ver over de 8000 abonné's van, onze cou rant persoonlijk een zalige Paschen te wenschen! En aan dien Paaschwensch verbind ik iesvsas de .oprechte verwachting, dat het „nieuwe leven - dat we volgens de traditie óók al op den Paasch dag ingaan, in alle opzichten ook voor al mijn lezers en voor hun huisgezinnen en voor stad en omtrek een gelukkig leven mag worden. En n|u ik toch over Paaschdag aan het wenschen ben, mag er nog wel één verlangen bij genoemd worden: dat de Paaschdagen nu eens mogen begunstigd worden door mooi lenteweer, zooals toch eigenlijk behoort! Dan zal men vooral in het bollenland juichen, en dat is verdiend! Want daar was het een Ieeiijke tegen va tier toen dio felle vorst inviel en den vroegen soorten eetnflitw ken klap gaf, maar gelukkig hield de vorst niet aan en s taan de velden, nu, op de Paaschdagen,! naar ik hoor er mooier en beter bij dan ie-i mand had durven denken! De bloemenweelde; van het bollenland wach t nu op de bezoekers/ en de hyacinthen zijn en blijven maar eenpaarj dagen: met Paschen moet men ze treffen! Als. dan het weer deze dagen wat wil meewerken, dan heb ik er geen zwarigheid in, en dan ga ik ook nog eens den weg uit naar. Hillegomj, om in de volte, die op zoo'n echten bollcndag zoo .overweldigend wezen kan, van de drukte te genieten. Aan dien eenen factor, het weer, hangt nu alles! Laten Ve hopen: mijn barbier^ die een kenner is omdat hij een paar flinke eksteroogen heeft, die altijd bij de nadering van slecht weer pijn doen, zegt dat hij niet voelt dat hij beenen heeft, en dat hij dus alle hoopj heeft op een paar mooie Paaschdagen: ik wu eens afwachten en hopen P.f z'a baromete juist gaat! 15 APRILL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 1