TWEi.DE BLAD
u
mm i
mm m
imM
5
mm a
De vierduizend duivels.
IP
mi nn iHi
11 11 Bin
m
IS
H
m
a
WA
ggt
J§
I!
BINNENLAND.
Uit onze West
SCHAAKSPEL.
§jj jfj
i
k
JL
wm
Ha
SS
mmf mm mm.
HP
wÊk
W 'M
BP us
ÉilmmlÉÉ
Vragenbus.
Letteren en Kunst
Leger en Vloot.
VAN ELDERS.
feuilleton.
MAAHDAQ I SSEI 19(1.
%/M
fmm
1
w3.
Wm. Üül
ÉHH
INGEZONDEN.
Rechtszaken.
FAILLISSEMENTEN.
L:
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
Een wandeling met den Prins. De „Rott."
geeft een aardige anecdote van Prins Hen
drik.
Z. K. H. hondt er van om incognito, slechts
vergezeld van zijn hondje, wandelingen te
doen in de Residentie, daarbij zich niet be
perkend tot de hoofdstraten, maar ook meer
malen een bezoek brengend aan de volksbuur
ten, ten einde het leven daar eens gade te
slaan.
Zoo gebeurde het, enkele dagen geleden,
dat de Prins op een dier wandelingen in den
omtrek van het station der Holl. Spoor (een
echte volksbuurt) was aangeland en al wan
delende ten slotte in de Van Ravesteijnstraat
arriveerde. Hier wist de Prins geen weg
meer en daarom richtte Hij zich tot een voor-
bijganger, ccn werkman, met de vraagKimt
ge mij ook den weg wijzen naar de Groen
markt? O, jawel, mijnheer, antwoordde de
man, maar dat is 'n heel eind. Toevallig moet
ik ook dien kant op, laten wij dan samen
gaan. De Prins vond dit goed en heiden wan
delden naar de Groenmarkt. Hier aangeko
men liet Z. K. H. den arbeider eens opsteken,
bedankte hem vriendelijk en nam joviaal af
scheid. De man keek vreemd op, toen hij la
ter hoorde, dat hij met Prins Hendrik had ge
wandeld.
Opgewonden studenten. De correspon
dent van het „U. D." te De Bildt d.d. 27 April
meldt: Gisterenavond te half 10 uur vertrok
van hotel Poll alhier een rijtuig met een zes
tal studenten, die nogal in vroolijke stem
ming verkeerden. Kort na het verlaten van
genoemd hotel werd door een der heeren van
uit het rijtuig in de Dorpstraat tot driemaal
toe uit baldadigheid een revolver afgevuurd.
De chef-veldwachter Van Duist en de rijks
veldwachter brigadier-titulair Osinga ,die m
de uabiiheid waren, hadden op dat oogenblik
geen gelegenheid meer bedoeld rijtuig aan te
houden en zoo reden de heeren naar zij dach
ten, ongemoeid naar Utrecht. Aan de Mu-
seumbrug aldaar kwam echter stagnatie 111
de reis. Door de politie van het posthuis Hoo-
geland werden zij aangehouden en allen m
de wacht gebracht. De revolver met nog één
scherpe patroon geladen, werd in het rijtuig
gevonden. Even daarna kwamen eerstgenoem
de politiebeambten per tram ter plaatse. De
zen namen de revolver in beslag en maakten
proces-verhaal op tegen de bedrijvers van de
ze nogal gevaarlijke aardigheid.
Niet te bereiken wegens stieren. De
„ITaagsche-Ct." vertelt: Een brievenbesteller
trkchtte ons blad te bezorgen, bij een ahonne,
op een buitenweg. Hij trachtte dit, want ge
lukken zou 't hem ditmaal niet. Op de brug,
die naar de afgelegen woning leidt, ontmoette
hij n.l. een gezelschap koeien, dieren die
sprongen van blijdschap, nu ze. na de over
wintering 1910—1911 weer naar huiten waren
gelaten. Een aardig gezicht; maai' wat on
veilig meent de hesteller. En hij infor
meert naar de geaardheid der diertjes. En....
of er ook stieren bij waren. Men heeft hem
toen geantwoord, dat die er inderdaad onder
door liejien. Moedig heeft onze beproefde be
steller daarop een poging gewaagd, om het
dartel vee heelhuids voorbij te komen
Het mocht hem niet lukkenHij is niet
corpulent, maar, hij kon er toch niet meer
doerEn toen de dieren even later als een
orkaan begonnen te brullen, liep hij, en nu
zoo mogelijk nog harder dan anders, met zijn
krant in precies de tegenovergestelde rich
ting; naar het postkantoor terug. En daar
heeft hij toen, te zijner verontschuldiging
ende décharge, plechtig op het adresstrookje
van de courant geschreven: „Niet te bereiken
wegens stieren".
We hebben het zelf gezien.
WETTEN VOOR HET SPEL'.
1. De voorzet in de eerste partij wordt door
het lot bepaald en wisselt verder geregeld. Hij,
die den voorzet heeft, speelt met de wilta stuk
ken.
2. Ecne verkeerde plaatsing van bord of stuk
ken geeft iederen speler het recht, vóór den
vierden zet het spel opnieuw te doen beginnen.
Na den vierden zet mag hij dit, zonder toestem
ming der tegenpartij niet meer doen.
3. Zoodra een speler een door hem bewogen
stuk los gelaten lieeft, mag hij het eerst ver
zetten, wanneer-hij weer aan de beurt komt.
4. Een speler, die aan den zet is, moet smet
het stuk spelen, dat hij het eerst aanraakt. Is
bet een stuk van zijne tegenpartij, dan moet
hij* het slaan, pièce toucliée, pièce jouée. Wan
neer het aangeraakte stuk naar de regels van
het spel niet gespeeLd of geslagen kan worden,
moet hij tot straf den Koning verzetten, die ech
ter in dit geval niet mag rocheeren.
5. Doet een speler een zet tegen de regels
van het spel, dan heeft de tegenpartij het recht!
te vorderen, dat het betrokken stuk volgens de>
regelen van het spel gezet, o!, wanneer de stand
der stukken dit onmogelijk maakt, de Koning
gespeeld wordt. Ook in dit geval mag de Ko
ning niet rocheeren.
6. De Koning moei zich aan elk schaak ont
trekkende tegenpartij mo e he; aangezegd hebben
of niet. Is de Koning schaak blijven staan,
dan moet het spel teruggebracht worden tot het
stadium, waarin het verkeerde onmiddellijk vóór
dat de fout begaan werd; kan men deze positie
niet terugvinden, da:i moet dc laatste zet terug
genomen en in plaats daarvan de Kamig aan
het schaak onttrokken worden.
SPAANSCHE PARTIJ.
Tweede Malchparlij gespeeld in de Weener
Annotaties van Dr. Lasker e:i Pierhler.
Schaakclub den 13 en 14 Januari 1310.
(L, en S.)
Wit. Zwart.
Dr. E. Lakker. C. Schlechtcr.
1. e 2 e 4 e7—e5
2. Pgl f3 P b 8 c 6
3. L f 1 -- h 5 a 7 a 6
4. L b 5 a 4 P g 8 16
5. 0 0 P f 6 X e 4
6. d 2 d 4 b 7 b 5
7. La4 b 3 d7-d5
a 2 a 4 Pc6xd4
Een nieuwtje, niei beier dan de goede oude
zet Tb 8 (S.)
9. P f 3 X d 4 e 5 X d 4
10. D d 1 X d
Beter is 10. ab5: Lcol 11. c 3, 00 12.<cd4:,J
Ld6 13. Pc3 en Wit staat uitstekend. L.
10L c 8 e 6
11. c2e3? c 7 c 5
■Wit had aba: moeten spelen en na afruil
der kasieelen met c3 moeten voortzetten. L.
12. Dd4—eó Dd8 b8
Hier speelde ik (S.) zonder overleg. Met 12....;,,
L d 6 13. Dg 7:, Kd7! benevens Tg8 had ik
een zeer sterken aanval kunnen inleiden (....met
t w ij fe tachtigen uitslag. L.)
13. D e 5 xb 8rj; Ta8xb8
14. a4xb5 a6xb5
15. P b 1 a 3 L f 8 e 7
Met 15..., c 4 16. IJc2, La3: 17. Ta3:,
Pf6 kon ik (S.) den pion behouden, doch met
goede remisekansen voor Wit. Slecht ware Ld6,
wegens lö. f3. P f6 17. Pb 5:, Tb 5: 18. La4*
L d 7, 19 L b 5:, Lb5:, 20. Ta8± enz.
16. Lel f4 Tb 8 b 7
Op 16d6 volgt 17. f3! Lf4: 18. fel:,
Le3j; 19. Khl en Wit heeft het beteren spel.
17. f2 f3 Pe4 f6
In aanmerking kwam 17 P d 6 18. L d 6
L d 619. Pb 5;, Lb8: (S.)
18. Pa3xb5 0 0
Op 18..., Tb 5: volgt 19. L'a4 (niet 19. Ta
8 wegens K d 7 Ld7 20. Lb5:, Lh5;, 21.
T'fel en Wit heeft een sterken aanval (S.)
19. L b 3 a 4 c 5 c 4
20. T a 1 a 2 L e 7 c 5 -f-
21. Kg 1 hl v
Het beste. Op Pd4 zou Ta 7 gevolgd zijn.
Stand na den 21en zet van Wit. j
Zwart.
21
a'bcdefgh
.Wit.
L' e 6 d 7
Hiermede bereikt zwart niets. Iedere andere
zet (bijv. h 6 of P a 8) zou sterker geweest zijn.
22. L f 4 d 6 L c 5 X d 6
klier had hij met 22..., Tb 5: 23. Lf8:(
Lf 824. L b 5Lb5: een eindspel van twee
loopers en paard tegen twee torens kunnen Lei
den; ook deze complicatie staat Schlechter ïxieU
aan. (L.)
23. Pb5xd6 Tb7—b6
Iets sterker ware 23 T a 7 24. T f a 1, T f a 8
25. L b 3, T a 2: 26. Ta2:, Tb8 27. La4,La4.
28. Ta 4:, g 6 29. Tb 4? Tb 4: (S.)
24. La4X d7 P f 6 X d 7
25. Pd6 f5
26. Ta2—a 7
27. Ta7 a 2
28. P f 5 d 4
29. T f 1 f 2
30. h 2 h 3
31. T f 2 d 2
32. b 2 b 4
33. P d 4 X b 3
T f 8 e 8
Pd7 f6
g 7 g 6
T e 8 b 8
P16 d 7
P d 7 c 5
P c 5 d 3
c "4 X b 3
T b 6 X b 3
Nog was 33 P f 4, 34. P d 4, T b 1 -f, 35.
K h 2, Tel te beproeven.
34. Td2Xd3 Tb 8 c8
35. Td3 d5 Tb3xc3
Remise,
STAANTONVERDEDIGING.
Gespeeld in de Hoofdklasse groep B. van den
Bondswedslrijd der Nederlandschen Schaakbond
te A'dam, 1910.
Wit. H. D. B Meijer. Zwart: W. icick.»
Amsterdam. Oosterhout.
Ie2 e4 d7 d5
2. e 4 X d 5 D d 8 X 5
3. Pbl c3 D d5 a5
4. d 2 d 4 Pg8 f6
5. L f 1 c 4 L c 8 g4
6. f2 f3' L g 4 h 5
7. Pgl e2 Pb 8d7
Lel d2 c 7 c 6
9. Pe2 f4 L h 5 g 6
10. Ddl e2!
Een uitstekende zet, die de lange rorhade
mogelijk maakt.
10. D a 5 d 8
Op L' c 2volgt P b 51 (D b 6, P d 6 -j-, K d 8
Pf7:_j_ en Ph8:).
11. 0—0—0 P d 7 b 6
12. L c 4 b 3 e 7 c 6
Stand na den 12en zet van Zwart,
'j Wit.
e d
13.
14.
del g
Zwart.
P f 6 X d 5
P b 6 X d 5?
Nu gaat ae partij isncl
eenige
d 4 d 5
P e 3 X d 5
c d 5was hier de zet
verloren.
15. P f 4X d 5
16. Lb3 a4TH
17. L d 2 b 4 rb
18. Lb4 c3i
Op Kg 5 volgt mat in
Dreigt Df4-j- en Dal:
19. T h 1 e 1
20. D e 2 b 5
21. D b 5 b 3!
Op D b 6 volgt D d 5:!
22. T d 1 X d 5
Zwart heeft geen zet meer.
23. D b 3 a 3
24. T d 5 X d 6 Opgegeven.
Dit probleem is geen wedstrijdprobleem
Probleem no. 45
F. W. Wijnne.
Zwart 12 stukken.
c 6 X d 5
K e 8 c 7
K e7 f6
K f 6 e 7
zetten, r-
1 I
D d 8 d 6
D d 6 c 6
D c 6 c 7,
T a 8 d 8
T d 8 d 6
WM.
m
Wk
WW
•Ah-
%'m
Wm
a b c d e t g h
Wit 11 stukken.
Stand der stukken:
Wit: Kli 4, D h 8, T c 2, T e 5, La6, Lal,
Pel P s 6 pion 6 4, d 5 en li 2.
Zweert: Kd4, Da2, Tc3, Tfl L'c8, P.a.4,
pion: b6, d6, e2, e6, e7 en 3.
Wit begint en geeft in twee zetten mat;.
Dit probleem is geen wedstrijdprobleem;.
Probleem no. 46.
Dr. Z. Mach.
(Ie Prijs DobruskyTournooi)
Zwart 5 stukken.
m m
abcdefgh
Wit 4 stukken.
Stand der stukken:
iW.it: K g 3, D d 2, P g 5 en T f 8.
Zwart: K e 5, Pdl, pion: b6, e4 en e 7.
Wit begint en geeft in drie zetten mat.
De oplossing volgt over drie weken.
Voor tien inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de copy den inzender niet
teruggegeven.
WelEd. heer Redacteur.
Gaarne zag ondergeteekende dat u dit
schrijven wildet plaatsen; bij voorbaat onzen
dank.
KATHOLIEKEN VAN HAARLEM!
Dezer dagen wordt of is reeds u een cir-
laire bezorgd, die u uitnoodigt lid te worden
van het Gezellenfonds „St. Joseph".
Doel van dit schrijven is u opmerkzaam te
maken, dat het terdege nagezien worde: ook
de bepalingen op de achterzijde der circulai
re verdienen uwe volle belangstelling! Komt,
Katholieken, steunt onze vereeniging! Gij
allen kunt begrijpen dat wij jongelingen uw
aller steun zoo hard noodig hebben! Tevens
verzoeken wij u beleefd de insehrijfbiljetten
gereed te leggen, opdat onze volijverige Ze-
latricen zoo spoedig mogelijk uw antwoord
mogen ontvangen.
Namens de St. Jozefsgezellen:
H. W. H. ELFERINK Sr.
Vr. Zoudt U zoo goed willen zijn om mi.i
raad to willen geven voor wit schimmel of
kanker op mijn rozenbladeren
A n t w. Het zoogenaamde wit op uwe ro
zen kunt U zooveel mogelijk tegengaan door
zo een goede standplaats te geven en een
krachtigen grond. U plaatst Re zooveel mo
gelijk op 't Oosten en niet te kort tegen
muren of schuttingen en geeft ze een goed
bemesten grond, waar u nog wat kalk over
heen strooit en doorspit, want daar houden
ze van. Ook is goed snoeien een hoofdzaak.
Leirozen plaatst u ook zooveel mogelijk op
't Oosten of Westen, daar ze op 't Zuiden
dikwijls te warm staan.
Door deze behaneling zullen ze krachtig
groeien, en daardoor minder last van 't wit
hebben, terwijl U bovendien nog bloem van
zwavel over de bladeren kunt strooien. Tot
heden zijn er nog geen afdoende middelen
bekend, die zonder da plant te schaden de
kwaal geheel wegnemen. Bij warm weder
's avonds goed bespuiten is ook aan te be
velen.
De 100ste voorstelling van „Lucifer".
Men meldt uit Amsterdam:
Een mooie zaal Vrijdagavond, niet gehéél
gevuld, maar goed bezet, en velen in avoncl-
kleedij.
In de pauze ziet men achter de ijzeren
branddeur, welke toegaug geeft tot 't tooneel
en kleedkamers, verschillende letterkundigen
van naam verdwijnen: Jac. van Loov, Her
man Robbers, mevr. Van Rijn—Top" Naef f
mi'. J. N. van Hal], om hunne gelukwenschen
aan te bieden.
De voorstelling verloopt op de gewone wijze;
men houdt baar geheel zuiver van vreemde
bijmengselen. Dan, als bet scherm zich voor
de laatste maal gesloten heeft, gaat het nog
eens open, en zien wij Royaards, gekleed in
zwarten rok. staande op de trappen van de
Engelenburcht, tusschen zijne echtgenoote en
Jan Musch en omringd van 's hemels bur
gerij.
Van weerskanten dragen gedienstige gees
ten lauweren en bloemen aan. Twee kransen
reikt Royaards over liet voetlicht aan den
componist en orkest-leider, Hub. Cuypers;
een aan Roland Holst, die ten tooneelc ver
schijnt, en onder luid applaus een grooten
krans aan Musch. Dan wordt een liooge cor-
beille aangedragen, en een nog grootere harp
van levende bloemen. Zij worden in liet mid-
d enneergezet, maar 'n prachtigcn tuil reikt
Royaards zelf aan zijne gade, terwijl uit de
lucht een zachten bloemenregen op de heme
lingen nedervalt.
Gesproken wordt er niet.
BEVORDERINGEN.
Bij Kon. besluit van. 27 dezer zijn, met in
gang van l Mei:
lo. overgeplaatst in zijnen rang en ouder
dom van rang,
a bij het wapen der artillerie, en wel bij
het 2de regiment veld artillerie, dc kapitein F.
Aronstein, van den generalen staf, adjunct-chef
van den staf der 3de divisie;
b. bij den plaatsclijken staf, en benoemd lot
plaatselijke commandant te Utrecht de luitenant-
kolonel I. Francois, van het 1ste regemient
veld-artillerie;
2o. benoemd:
bij het wapen der artillerie, bij den staf vani
het wapen,
tot luitenant-kolonel, de majoors W. F. van
Hoogslraten en A. J. de Booy, beiden van dien
staf, onderscheidenlijk toegevoegd aan den in
specteur der vestingartillerie en cerste-ofiicier
bij de Koninklijke Mililaire Academie;
lot majoor, toegevoegd aan den inspecteur
der vesting-artillerie, de kapitein J. S. Tromp,;
van het korps pantserfort-artillcrie, zulks met
afwijking in zooverre van dc bestaande orga
nisatie;
tot hoofden, onderscheidenlijk va:i*de munitie
fabriek, van de conslructie-werkplaatsen en van
de werkplaatsen voor draagbare wapenen, de
majoor J. H. A. Mijsberg, van dien staf, on
der eervolle ontheffing uit zijne betrekking van
hoofd der werkplaatsen voor draagbare wape
nen, en de kapiteins J. C. ten Noevcr der
Brauw en G. T. van Dam, beiden van dien
staf, onderscheidenlijk lid der commissie van
proefneming en werkzaam bij de werkplaatsen
voor draagbare wapenen;
tot kapitein, de eersle-luitenants D. Rijnders en
W. H. C. A. Seyn, beiden van dier. staf, werk
zaam onderscheidenlijk bij de munitiefabriek en
bij de Koninklijke Militaire Academie;
bij het korps pantserfori-artillerie,
lot luitenant-kolonel, dc majoor W. L. G. A.
Schwariz, commandant van het kQrps;
fot eerste luitenant, de twee-iuitenant G. Fa-
bius, van het korps;
bij de instructie-compagnie, tot eerste-luitcnant,
de tweede-luitenant J. H. A. Krediet, van die
compagnie;
bij het korps torpedisten,
tot luitenant-kolonel, de majoor J. E. Fabiusj
commandant van het korps;
tot kapitein, de eerste-luitenant J. F. G Vera
hoeff, van het korps.
De zaak-Killinger c.s.
Naar de „Suriname" verneemt, hebben Kil-
liiiger en zijne mede-veroordeelden een ver
zoek om gratie bij den Gouverneur ingediend.
Wij twijfelen er niet aan, zegt het blad, of
de Gouverneur zal clementie betoonen en
de straf zoodanig wijzigen als ware zij opge
legd onder vigueur van de nieuwe strafwet
geving, welke binnen weinige maanden, uiter
lijk 1 Januari 1912 in werking zal treden.
Failliet verklaard:
26 April. \V. van Dijk, weduwe G. J. Scholteln-
dreier, winkeliersler in sigaren, te Zwolle, Een-'
drachtstraat no. 55.
A. N. Spruijt, bouwkundige, te Rotterdam,
Teilingerstraat 90b, kan:oor houdende Glashaven
Opgeheven wegens gebrek aan aclief het la 4-
lissement van J C„ Wijnen, vroeger handelaai in
gedistilleerd, thans kantoorbediende" te Rotler-
dam en N. I.ogclier, koopman, te Amsterdam.
Kroniek uit de zestiende eeuw.;
door F, H.
In do eerste helft van 'de 16de eeuw, om
streeks 1525, verkeerde de landstreek van
Limousin in bloedenden toestand, ondanks
do verschrikkelijke oorlogen d e, tijdens
den worstelwedstrijd tusschen Frankrijk én
Engeland, haar hadden geteisterd. Limo
ges, eertijds zooveel onrecht aangedaan, had
op ruime schaal zijn verliezen hersteld; het
bewaakte op zorgvuldige wijze zijd gewest
met zijn werpschichten en zware kanonnen,
alhoewel de bende van „de Vierduizend Dui
vels". een soort van struikroovers, achter
gebleven uit de dagen onder Francois I,
de vlakte behield en er merkbare verwoes
tingen aanrichtte.
'Op cenige uren van daar, spiegelde het
dorp Borderie, niet ver van Billac, zijn
hutten en kastanjeboomen op vreedzame wij
ze in den helderen stroom van zijn rivier
de Vinden. Het had geen bezoek van de
struikroovers ontvangen, en zijn inwoners
werden slechts door hun handenarbeid in
beslag genoemen. Diezen, zonal,s Jean Gau
dier, gingen den ploeg besturengenen, zoo-
als klare Guillot, de houthakker, togen op
weg1, met de bijl op den schouder, om tot
in de diepte van het woud .door te dringen.
De vrouwen bleven evenmin werkeloos:
ge hadt haar moeten zien, hetzij in haar
somber eenzaam hoekje, de kastanjes voor
het eten in gereedheid brengend, of het deeg
voor het brood knedendhet zij in de deur
van haar hut, op een bankje neergezeten,
bezig aan haar spinnenwiel.
Onder dit getal behoorden Agnèle en
Désirée, twee weezen, welken den lief tal-
ligen leeftijd hadden bereikt, waarop men
niet meer een kind, waarop men te nauwer-
nood een jong meisje is. Agnèle was zeven
tien jaren oud, haar zuster telde er slechts
Zestien. Het medelijdend hart eens ooms,
den ouden landbouwer Nicolas Carrel, had
ze liefderijk tot zich genoemen; en bet was
verbazend hoe 's Hemels zegen .over den wel
doener nederkwam. Zoo was, dank aan de
zorgen, aan de zuinigheid dojOr de meisjes
betracht, zijn bezit op merkbare wijz|e toe
genomen. De brave man had vier koeien
in het gebergte, en een span ossen was zijn
eigendom. Behalve dat-, bood zijn wonink
je een aanblik van zindelijkheid aan, weinig
evenredig aan de gewoonten van die land
streek. Zijn heer had hem, met het oog op
die liefderijke handelwijze, van pen gedeelte
zijnen leendiensten en va,n zijn jaarlijksche
grondpacht ontheven. Nieolas ging door voior
rijk, doch hij verteerde er niet naar. 't|Was
een soort hebzuchtige, maar een hebzuch
tige met een goed hart.
Steeds placht hij .te zeggen, dat zijn nich
ten tamelijk op .de hoogte waren om het
bezit vau een echtgenoot te doen toene
men: dat hij bijgevolggeenszins zich ver
plicht gevoelde haar een duit mede henge
ven. En op die wijze -d^fd hij de vrijers
op 'een afstand, die, van elders aangelokt wa
ren door de bevalligheid en de goede hoe
danigheden der jonge meisjes. Gok zeide hij
nog, dat indien zij roeping gevoelden voor
het kloosterleven len zij daaraan zich wilden
wijden, zulks zou wezen pen groote eer voor
de familie en een groote zorg minder voor
hem.
Aldus stonden de zaken pp den dag dat
wij de zusters, aan haar spinnewiel bezig,
bij de deur harer stulp aantreffen.
Beiden .droegen dezelfde kleeding blauw
nauwsluitend keurslijf en korten rok. Haar
muts met lange uiteinden, op het hoofd op-
genoemen en ïangs de slapen zich afrondend,
was van een onberispelijke witheid. Haar
kleine voetjes staken in met ijzer beslagen
klompen.
Voorzeker, meer dan' leen consul's vrouw
zon gaarne het brocaat van haar kleed, .haar
fluweelen schouderbedekking en haar met
paarlen getooide kaproen tegen dien bo'er-
scben eenvoud geruild hebben, zoo zij ter
zelfder tijd aan de weeskinderen van vader
Nieolas haar aanvalligheid had kunnen ont
kenen. i
Het doorgaans goede humeur van de oud
ste zuster had evenwel plaats gemaakt voor
een zekere zwaarmoedigheid, die Agnèle zich
niet kon verklaren en waarvan zij evenmin
aan Désirée uitlegging kon geven. Haar
frissche lippen, steeds geopend voor een lied,
evenals het bekje der grasmusch, bleven
strak, haar houding ter neergeslagen.
Désirée; van den .weerstuit, eveneens een
zucht slakende, achtte het haar plicht haar
zuster te ondervragen.
„[Waarlijk", sprak zij, „ik heb allen reden
om erg, verwonderd te staan. Jij die altoos
een deuntje aan bat zingen waart, of het
een of ander prettig ding vertelde, bent
even terneergeslagen en treurig alsof de scha
penpokken in onze kudde waren uitgebro
ken, waar God ons voor hoede."
„Lieve meid", antwoordde Agnèle, „ge
zoudt gerust met zulk een ernst tot mij kun
nen spreken, waart ge niet eveneens aan de
bekommering .overgeleverd. Ik heb 't wel
gemerkt, doch ik heb het gezwegen, ten
einde u geen kwialling te veroorzaken."
Désirée llccsle' doch dit oogenblik vtn
verlegenheid vermocht evenwel niet van
langen duur te zijn tusschen twea zusters,
of eer gezegd tusseben twee zoo nauw aan
elkaar verbonden harten. Dia glimlach van
vertrouwen kwam aldra haar gelaat verbal
deren. Daarop voegde Agnèle die zich aan
vankelijk van de vragen harer zuster had.
onttrokken, op de natuurlijkste wijze van
de wereld haar eensklaps toe:
„Ik wil je niet langer meer verbergen,
dat sedert geruimen tijd mij hat verlangen
kwelt naar Saint-Junien les Contes te gaan,
om.... onze oude nicht Véronique op te zoe
ken. De oude vrouw wier gebrekkigheden
haar niet meer verlaten zou hij zulk een
bezoek een grooten (roost gevoelen."
„Dat is geen kwade gedachte," vervolgde
de tweede zuster; „doch denk er nog' eens
goed over, mijn geliefde. Van hier naar Saint-
J.unien is ver; cn wie weet of. de weg vei
lig is
„O, yopr £oo iets heb' ik n,iets. te vrjaezen.
WGke roover zou zijn hand slaan aan een
arm meisje zooals ik?"
„Pas maar op. Het ongeluk dat men niet
ducht staat soms achter de deur, geneed om
binnen te sluipen. Hebt ge dan niet hoo-
ren spreken van die booswichten, die de
bergen en de landstreek op- cn afloopon,
en die men „de Viier duizend Dnivcis"
noemt
Onder het uitspreken van die gevreesde
benaming, maakte het meisje het toeken des.
krqises. Agnèio was tot nadenken gebracht
Besluiteloosheid toekende zich af op haar
gelaat. Haar zuster maakte hiervan gebruik
haar toe te voegen
„Ik ken je...-, ik weet dat ge ons^ ter wille
van uw persoontje uiet in moeilijkheden
wilt brengen. Niet- waai', ge zoudt toch
zoo iets niet willen doen. vooral niiet ota
onzen oom te ontstemmen, die, bij zijn terug
keer uit het veld, nimmer verzuimt jc met
zijn oogen te zoeken en zegt: dan niets dan
jou .te aanschouwen, hem de noodige rust
bezorgt."
„Welnu," gaf de oudste al zuchtende cn'
met een zekere gelatenheid ten antwooi-d. ,ik
zal aan Jesus cn Maria het offer van dit ver
langen brengen. Ik had a.l lang over dien
kleinen tocht gedroomd; laten we er niet
meer over spreken."
Juist had zij deze woorden gesproken, toen
op .hetzelfde oogenblik een jongeling aan
den anderen kant van den weg zich voort-
bewoog.
'(Wordt vervolgd.)