TWEi.DE BLAD u mm i mm m imM 5 mm a De vierduizend duivels. IP mi nn iHi 11 11 Bin m IS H m a WA ggt J§ I! BINNENLAND. Uit onze West SCHAAKSPEL. §jj jfj i k JL wm Ha SS mmf mm mm. HP wÊk W 'M BP us ÉilmmlÉÉ Vragenbus. Letteren en Kunst Leger en Vloot. VAN ELDERS. feuilleton. MAAHDAQ I SSEI 19(1. %/M fmm 1 w3. Wm. Üül ÉHH INGEZONDEN. Rechtszaken. FAILLISSEMENTEN. L: NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT Een wandeling met den Prins. De „Rott." geeft een aardige anecdote van Prins Hen drik. Z. K. H. hondt er van om incognito, slechts vergezeld van zijn hondje, wandelingen te doen in de Residentie, daarbij zich niet be perkend tot de hoofdstraten, maar ook meer malen een bezoek brengend aan de volksbuur ten, ten einde het leven daar eens gade te slaan. Zoo gebeurde het, enkele dagen geleden, dat de Prins op een dier wandelingen in den omtrek van het station der Holl. Spoor (een echte volksbuurt) was aangeland en al wan delende ten slotte in de Van Ravesteijnstraat arriveerde. Hier wist de Prins geen weg meer en daarom richtte Hij zich tot een voor- bijganger, ccn werkman, met de vraagKimt ge mij ook den weg wijzen naar de Groen markt? O, jawel, mijnheer, antwoordde de man, maar dat is 'n heel eind. Toevallig moet ik ook dien kant op, laten wij dan samen gaan. De Prins vond dit goed en heiden wan delden naar de Groenmarkt. Hier aangeko men liet Z. K. H. den arbeider eens opsteken, bedankte hem vriendelijk en nam joviaal af scheid. De man keek vreemd op, toen hij la ter hoorde, dat hij met Prins Hendrik had ge wandeld. Opgewonden studenten. De correspon dent van het „U. D." te De Bildt d.d. 27 April meldt: Gisterenavond te half 10 uur vertrok van hotel Poll alhier een rijtuig met een zes tal studenten, die nogal in vroolijke stem ming verkeerden. Kort na het verlaten van genoemd hotel werd door een der heeren van uit het rijtuig in de Dorpstraat tot driemaal toe uit baldadigheid een revolver afgevuurd. De chef-veldwachter Van Duist en de rijks veldwachter brigadier-titulair Osinga ,die m de uabiiheid waren, hadden op dat oogenblik geen gelegenheid meer bedoeld rijtuig aan te houden en zoo reden de heeren naar zij dach ten, ongemoeid naar Utrecht. Aan de Mu- seumbrug aldaar kwam echter stagnatie 111 de reis. Door de politie van het posthuis Hoo- geland werden zij aangehouden en allen m de wacht gebracht. De revolver met nog één scherpe patroon geladen, werd in het rijtuig gevonden. Even daarna kwamen eerstgenoem de politiebeambten per tram ter plaatse. De zen namen de revolver in beslag en maakten proces-verhaal op tegen de bedrijvers van de ze nogal gevaarlijke aardigheid. Niet te bereiken wegens stieren. De „ITaagsche-Ct." vertelt: Een brievenbesteller trkchtte ons blad te bezorgen, bij een ahonne, op een buitenweg. Hij trachtte dit, want ge lukken zou 't hem ditmaal niet. Op de brug, die naar de afgelegen woning leidt, ontmoette hij n.l. een gezelschap koeien, dieren die sprongen van blijdschap, nu ze. na de over wintering 1910—1911 weer naar huiten waren gelaten. Een aardig gezicht; maai' wat on veilig meent de hesteller. En hij infor meert naar de geaardheid der diertjes. En.... of er ook stieren bij waren. Men heeft hem toen geantwoord, dat die er inderdaad onder door liejien. Moedig heeft onze beproefde be steller daarop een poging gewaagd, om het dartel vee heelhuids voorbij te komen Het mocht hem niet lukkenHij is niet corpulent, maar, hij kon er toch niet meer doerEn toen de dieren even later als een orkaan begonnen te brullen, liep hij, en nu zoo mogelijk nog harder dan anders, met zijn krant in precies de tegenovergestelde rich ting; naar het postkantoor terug. En daar heeft hij toen, te zijner verontschuldiging ende décharge, plechtig op het adresstrookje van de courant geschreven: „Niet te bereiken wegens stieren". We hebben het zelf gezien. WETTEN VOOR HET SPEL'. 1. De voorzet in de eerste partij wordt door het lot bepaald en wisselt verder geregeld. Hij, die den voorzet heeft, speelt met de wilta stuk ken. 2. Ecne verkeerde plaatsing van bord of stuk ken geeft iederen speler het recht, vóór den vierden zet het spel opnieuw te doen beginnen. Na den vierden zet mag hij dit, zonder toestem ming der tegenpartij niet meer doen. 3. Zoodra een speler een door hem bewogen stuk los gelaten lieeft, mag hij het eerst ver zetten, wanneer-hij weer aan de beurt komt. 4. Een speler, die aan den zet is, moet smet het stuk spelen, dat hij het eerst aanraakt. Is bet een stuk van zijne tegenpartij, dan moet hij* het slaan, pièce toucliée, pièce jouée. Wan neer het aangeraakte stuk naar de regels van het spel niet gespeeLd of geslagen kan worden, moet hij tot straf den Koning verzetten, die ech ter in dit geval niet mag rocheeren. 5. Doet een speler een zet tegen de regels van het spel, dan heeft de tegenpartij het recht! te vorderen, dat het betrokken stuk volgens de> regelen van het spel gezet, o!, wanneer de stand der stukken dit onmogelijk maakt, de Koning gespeeld wordt. Ook in dit geval mag de Ko ning niet rocheeren. 6. De Koning moei zich aan elk schaak ont trekkende tegenpartij mo e he; aangezegd hebben of niet. Is de Koning schaak blijven staan, dan moet het spel teruggebracht worden tot het stadium, waarin het verkeerde onmiddellijk vóór dat de fout begaan werd; kan men deze positie niet terugvinden, da:i moet dc laatste zet terug genomen en in plaats daarvan de Kamig aan het schaak onttrokken worden. SPAANSCHE PARTIJ. Tweede Malchparlij gespeeld in de Weener Annotaties van Dr. Lasker e:i Pierhler. Schaakclub den 13 en 14 Januari 1310. (L, en S.) Wit. Zwart. Dr. E. Lakker. C. Schlechtcr. 1. e 2 e 4 e7—e5 2. Pgl f3 P b 8 c 6 3. L f 1 -- h 5 a 7 a 6 4. L b 5 a 4 P g 8 16 5. 0 0 P f 6 X e 4 6. d 2 d 4 b 7 b 5 7. La4 b 3 d7-d5 a 2 a 4 Pc6xd4 Een nieuwtje, niei beier dan de goede oude zet Tb 8 (S.) 9. P f 3 X d 4 e 5 X d 4 10. D d 1 X d Beter is 10. ab5: Lcol 11. c 3, 00 12.<cd4:,J Ld6 13. Pc3 en Wit staat uitstekend. L. 10L c 8 e 6 11. c2e3? c 7 c 5 ■Wit had aba: moeten spelen en na afruil der kasieelen met c3 moeten voortzetten. L. 12. Dd4—eó Dd8 b8 Hier speelde ik (S.) zonder overleg. Met 12....;,, L d 6 13. Dg 7:, Kd7! benevens Tg8 had ik een zeer sterken aanval kunnen inleiden (....met t w ij fe tachtigen uitslag. L.) 13. D e 5 xb 8rj; Ta8xb8 14. a4xb5 a6xb5 15. P b 1 a 3 L f 8 e 7 Met 15..., c 4 16. IJc2, La3: 17. Ta3:, Pf6 kon ik (S.) den pion behouden, doch met goede remisekansen voor Wit. Slecht ware Ld6, wegens lö. f3. P f6 17. Pb 5:, Tb 5: 18. La4* L d 7, 19 L b 5:, Lb5:, 20. Ta8± enz. 16. Lel f4 Tb 8 b 7 Op 16d6 volgt 17. f3! Lf4: 18. fel:, Le3j; 19. Khl en Wit heeft het beteren spel. 17. f2 f3 Pe4 f6 In aanmerking kwam 17 P d 6 18. L d 6 L d 619. Pb 5;, Lb8: (S.) 18. Pa3xb5 0 0 Op 18..., Tb 5: volgt 19. L'a4 (niet 19. Ta 8 wegens K d 7 Ld7 20. Lb5:, Lh5;, 21. T'fel en Wit heeft een sterken aanval (S.) 19. L b 3 a 4 c 5 c 4 20. T a 1 a 2 L e 7 c 5 -f- 21. Kg 1 hl v Het beste. Op Pd4 zou Ta 7 gevolgd zijn. Stand na den 21en zet van Wit. j Zwart. 21 a'bcdefgh .Wit. L' e 6 d 7 Hiermede bereikt zwart niets. Iedere andere zet (bijv. h 6 of P a 8) zou sterker geweest zijn. 22. L f 4 d 6 L c 5 X d 6 klier had hij met 22..., Tb 5: 23. Lf8:( Lf 824. L b 5Lb5: een eindspel van twee loopers en paard tegen twee torens kunnen Lei den; ook deze complicatie staat Schlechter ïxieU aan. (L.) 23. Pb5xd6 Tb7—b6 Iets sterker ware 23 T a 7 24. T f a 1, T f a 8 25. L b 3, T a 2: 26. Ta2:, Tb8 27. La4,La4. 28. Ta 4:, g 6 29. Tb 4? Tb 4: (S.) 24. La4X d7 P f 6 X d 7 25. Pd6 f5 26. Ta2—a 7 27. Ta7 a 2 28. P f 5 d 4 29. T f 1 f 2 30. h 2 h 3 31. T f 2 d 2 32. b 2 b 4 33. P d 4 X b 3 T f 8 e 8 Pd7 f6 g 7 g 6 T e 8 b 8 P16 d 7 P d 7 c 5 P c 5 d 3 c "4 X b 3 T b 6 X b 3 Nog was 33 P f 4, 34. P d 4, T b 1 -f, 35. K h 2, Tel te beproeven. 34. Td2Xd3 Tb 8 c8 35. Td3 d5 Tb3xc3 Remise, STAANTONVERDEDIGING. Gespeeld in de Hoofdklasse groep B. van den Bondswedslrijd der Nederlandschen Schaakbond te A'dam, 1910. Wit. H. D. B Meijer. Zwart: W. icick.» Amsterdam. Oosterhout. Ie2 e4 d7 d5 2. e 4 X d 5 D d 8 X 5 3. Pbl c3 D d5 a5 4. d 2 d 4 Pg8 f6 5. L f 1 c 4 L c 8 g4 6. f2 f3' L g 4 h 5 7. Pgl e2 Pb 8d7 Lel d2 c 7 c 6 9. Pe2 f4 L h 5 g 6 10. Ddl e2! Een uitstekende zet, die de lange rorhade mogelijk maakt. 10. D a 5 d 8 Op L' c 2volgt P b 51 (D b 6, P d 6 -j-, K d 8 Pf7:_j_ en Ph8:). 11. 0—0—0 P d 7 b 6 12. L c 4 b 3 e 7 c 6 Stand na den 12en zet van Zwart, 'j Wit. e d 13. 14. del g Zwart. P f 6 X d 5 P b 6 X d 5? Nu gaat ae partij isncl eenige d 4 d 5 P e 3 X d 5 c d 5was hier de zet verloren. 15. P f 4X d 5 16. Lb3 a4TH 17. L d 2 b 4 rb 18. Lb4 c3i Op Kg 5 volgt mat in Dreigt Df4-j- en Dal: 19. T h 1 e 1 20. D e 2 b 5 21. D b 5 b 3! Op D b 6 volgt D d 5:! 22. T d 1 X d 5 Zwart heeft geen zet meer. 23. D b 3 a 3 24. T d 5 X d 6 Opgegeven. Dit probleem is geen wedstrijdprobleem Probleem no. 45 F. W. Wijnne. Zwart 12 stukken. c 6 X d 5 K e 8 c 7 K e7 f6 K f 6 e 7 zetten, r- 1 I D d 8 d 6 D d 6 c 6 D c 6 c 7, T a 8 d 8 T d 8 d 6 WM. m Wk WW •Ah- %'m Wm a b c d e t g h Wit 11 stukken. Stand der stukken: Wit: Kli 4, D h 8, T c 2, T e 5, La6, Lal, Pel P s 6 pion 6 4, d 5 en li 2. Zweert: Kd4, Da2, Tc3, Tfl L'c8, P.a.4, pion: b6, d6, e2, e6, e7 en 3. Wit begint en geeft in twee zetten mat;. Dit probleem is geen wedstrijdprobleem;. Probleem no. 46. Dr. Z. Mach. (Ie Prijs DobruskyTournooi) Zwart 5 stukken. m m abcdefgh Wit 4 stukken. Stand der stukken: iW.it: K g 3, D d 2, P g 5 en T f 8. Zwart: K e 5, Pdl, pion: b6, e4 en e 7. Wit begint en geeft in drie zetten mat. De oplossing volgt over drie weken. Voor tien inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copy den inzender niet teruggegeven. WelEd. heer Redacteur. Gaarne zag ondergeteekende dat u dit schrijven wildet plaatsen; bij voorbaat onzen dank. KATHOLIEKEN VAN HAARLEM! Dezer dagen wordt of is reeds u een cir- laire bezorgd, die u uitnoodigt lid te worden van het Gezellenfonds „St. Joseph". Doel van dit schrijven is u opmerkzaam te maken, dat het terdege nagezien worde: ook de bepalingen op de achterzijde der circulai re verdienen uwe volle belangstelling! Komt, Katholieken, steunt onze vereeniging! Gij allen kunt begrijpen dat wij jongelingen uw aller steun zoo hard noodig hebben! Tevens verzoeken wij u beleefd de insehrijfbiljetten gereed te leggen, opdat onze volijverige Ze- latricen zoo spoedig mogelijk uw antwoord mogen ontvangen. Namens de St. Jozefsgezellen: H. W. H. ELFERINK Sr. Vr. Zoudt U zoo goed willen zijn om mi.i raad to willen geven voor wit schimmel of kanker op mijn rozenbladeren A n t w. Het zoogenaamde wit op uwe ro zen kunt U zooveel mogelijk tegengaan door zo een goede standplaats te geven en een krachtigen grond. U plaatst Re zooveel mo gelijk op 't Oosten en niet te kort tegen muren of schuttingen en geeft ze een goed bemesten grond, waar u nog wat kalk over heen strooit en doorspit, want daar houden ze van. Ook is goed snoeien een hoofdzaak. Leirozen plaatst u ook zooveel mogelijk op 't Oosten of Westen, daar ze op 't Zuiden dikwijls te warm staan. Door deze behaneling zullen ze krachtig groeien, en daardoor minder last van 't wit hebben, terwijl U bovendien nog bloem van zwavel over de bladeren kunt strooien. Tot heden zijn er nog geen afdoende middelen bekend, die zonder da plant te schaden de kwaal geheel wegnemen. Bij warm weder 's avonds goed bespuiten is ook aan te be velen. De 100ste voorstelling van „Lucifer". Men meldt uit Amsterdam: Een mooie zaal Vrijdagavond, niet gehéél gevuld, maar goed bezet, en velen in avoncl- kleedij. In de pauze ziet men achter de ijzeren branddeur, welke toegaug geeft tot 't tooneel en kleedkamers, verschillende letterkundigen van naam verdwijnen: Jac. van Loov, Her man Robbers, mevr. Van Rijn—Top" Naef f mi'. J. N. van Hal], om hunne gelukwenschen aan te bieden. De voorstelling verloopt op de gewone wijze; men houdt baar geheel zuiver van vreemde bijmengselen. Dan, als bet scherm zich voor de laatste maal gesloten heeft, gaat het nog eens open, en zien wij Royaards, gekleed in zwarten rok. staande op de trappen van de Engelenburcht, tusschen zijne echtgenoote en Jan Musch en omringd van 's hemels bur gerij. Van weerskanten dragen gedienstige gees ten lauweren en bloemen aan. Twee kransen reikt Royaards over liet voetlicht aan den componist en orkest-leider, Hub. Cuypers; een aan Roland Holst, die ten tooneelc ver schijnt, en onder luid applaus een grooten krans aan Musch. Dan wordt een liooge cor- beille aangedragen, en een nog grootere harp van levende bloemen. Zij worden in liet mid- d enneergezet, maar 'n prachtigcn tuil reikt Royaards zelf aan zijne gade, terwijl uit de lucht een zachten bloemenregen op de heme lingen nedervalt. Gesproken wordt er niet. BEVORDERINGEN. Bij Kon. besluit van. 27 dezer zijn, met in gang van l Mei: lo. overgeplaatst in zijnen rang en ouder dom van rang, a bij het wapen der artillerie, en wel bij het 2de regiment veld artillerie, dc kapitein F. Aronstein, van den generalen staf, adjunct-chef van den staf der 3de divisie; b. bij den plaatsclijken staf, en benoemd lot plaatselijke commandant te Utrecht de luitenant- kolonel I. Francois, van het 1ste regemient veld-artillerie; 2o. benoemd: bij het wapen der artillerie, bij den staf vani het wapen, tot luitenant-kolonel, de majoors W. F. van Hoogslraten en A. J. de Booy, beiden van dien staf, onderscheidenlijk toegevoegd aan den in specteur der vestingartillerie en cerste-ofiicier bij de Koninklijke Mililaire Academie; lot majoor, toegevoegd aan den inspecteur der vesting-artillerie, de kapitein J. S. Tromp,; van het korps pantserfort-artillcrie, zulks met afwijking in zooverre van dc bestaande orga nisatie; tot hoofden, onderscheidenlijk va:i*de munitie fabriek, van de conslructie-werkplaatsen en van de werkplaatsen voor draagbare wapenen, de majoor J. H. A. Mijsberg, van dien staf, on der eervolle ontheffing uit zijne betrekking van hoofd der werkplaatsen voor draagbare wape nen, en de kapiteins J. C. ten Noevcr der Brauw en G. T. van Dam, beiden van dien staf, onderscheidenlijk lid der commissie van proefneming en werkzaam bij de werkplaatsen voor draagbare wapenen; tot kapitein, de eersle-luitenants D. Rijnders en W. H. C. A. Seyn, beiden van dier. staf, werk zaam onderscheidenlijk bij de munitiefabriek en bij de Koninklijke Militaire Academie; bij het korps pantserfori-artillerie, lot luitenant-kolonel, dc majoor W. L. G. A. Schwariz, commandant van het kQrps; fot eerste luitenant, de twee-iuitenant G. Fa- bius, van het korps; bij de instructie-compagnie, tot eerste-luitcnant, de tweede-luitenant J. H. A. Krediet, van die compagnie; bij het korps torpedisten, tot luitenant-kolonel, de majoor J. E. Fabiusj commandant van het korps; tot kapitein, de eerste-luitenant J. F. G Vera hoeff, van het korps. De zaak-Killinger c.s. Naar de „Suriname" verneemt, hebben Kil- liiiger en zijne mede-veroordeelden een ver zoek om gratie bij den Gouverneur ingediend. Wij twijfelen er niet aan, zegt het blad, of de Gouverneur zal clementie betoonen en de straf zoodanig wijzigen als ware zij opge legd onder vigueur van de nieuwe strafwet geving, welke binnen weinige maanden, uiter lijk 1 Januari 1912 in werking zal treden. Failliet verklaard: 26 April. \V. van Dijk, weduwe G. J. Scholteln- dreier, winkeliersler in sigaren, te Zwolle, Een-' drachtstraat no. 55. A. N. Spruijt, bouwkundige, te Rotterdam, Teilingerstraat 90b, kan:oor houdende Glashaven Opgeheven wegens gebrek aan aclief het la 4- lissement van J C„ Wijnen, vroeger handelaai in gedistilleerd, thans kantoorbediende" te Rotler- dam en N. I.ogclier, koopman, te Amsterdam. Kroniek uit de zestiende eeuw.; door F, H. In do eerste helft van 'de 16de eeuw, om streeks 1525, verkeerde de landstreek van Limousin in bloedenden toestand, ondanks do verschrikkelijke oorlogen d e, tijdens den worstelwedstrijd tusschen Frankrijk én Engeland, haar hadden geteisterd. Limo ges, eertijds zooveel onrecht aangedaan, had op ruime schaal zijn verliezen hersteld; het bewaakte op zorgvuldige wijze zijd gewest met zijn werpschichten en zware kanonnen, alhoewel de bende van „de Vierduizend Dui vels". een soort van struikroovers, achter gebleven uit de dagen onder Francois I, de vlakte behield en er merkbare verwoes tingen aanrichtte. 'Op cenige uren van daar, spiegelde het dorp Borderie, niet ver van Billac, zijn hutten en kastanjeboomen op vreedzame wij ze in den helderen stroom van zijn rivier de Vinden. Het had geen bezoek van de struikroovers ontvangen, en zijn inwoners werden slechts door hun handenarbeid in beslag genoemen. Diezen, zonal,s Jean Gau dier, gingen den ploeg besturengenen, zoo- als klare Guillot, de houthakker, togen op weg1, met de bijl op den schouder, om tot in de diepte van het woud .door te dringen. De vrouwen bleven evenmin werkeloos: ge hadt haar moeten zien, hetzij in haar somber eenzaam hoekje, de kastanjes voor het eten in gereedheid brengend, of het deeg voor het brood knedendhet zij in de deur van haar hut, op een bankje neergezeten, bezig aan haar spinnenwiel. Onder dit getal behoorden Agnèle en Désirée, twee weezen, welken den lief tal- ligen leeftijd hadden bereikt, waarop men niet meer een kind, waarop men te nauwer- nood een jong meisje is. Agnèle was zeven tien jaren oud, haar zuster telde er slechts Zestien. Het medelijdend hart eens ooms, den ouden landbouwer Nicolas Carrel, had ze liefderijk tot zich genoemen; en bet was verbazend hoe 's Hemels zegen .over den wel doener nederkwam. Zoo was, dank aan de zorgen, aan de zuinigheid dojOr de meisjes betracht, zijn bezit op merkbare wijz|e toe genomen. De brave man had vier koeien in het gebergte, en een span ossen was zijn eigendom. Behalve dat-, bood zijn wonink je een aanblik van zindelijkheid aan, weinig evenredig aan de gewoonten van die land streek. Zijn heer had hem, met het oog op die liefderijke handelwijze, van pen gedeelte zijnen leendiensten en va,n zijn jaarlijksche grondpacht ontheven. Nieolas ging door voior rijk, doch hij verteerde er niet naar. 't|Was een soort hebzuchtige, maar een hebzuch tige met een goed hart. Steeds placht hij .te zeggen, dat zijn nich ten tamelijk op .de hoogte waren om het bezit vau een echtgenoot te doen toene men: dat hij bijgevolggeenszins zich ver plicht gevoelde haar een duit mede henge ven. En op die wijze -d^fd hij de vrijers op 'een afstand, die, van elders aangelokt wa ren door de bevalligheid en de goede hoe danigheden der jonge meisjes. Gok zeide hij nog, dat indien zij roeping gevoelden voor het kloosterleven len zij daaraan zich wilden wijden, zulks zou wezen pen groote eer voor de familie en een groote zorg minder voor hem. Aldus stonden de zaken pp den dag dat wij de zusters, aan haar spinnewiel bezig, bij de deur harer stulp aantreffen. Beiden .droegen dezelfde kleeding blauw nauwsluitend keurslijf en korten rok. Haar muts met lange uiteinden, op het hoofd op- genoemen en ïangs de slapen zich afrondend, was van een onberispelijke witheid. Haar kleine voetjes staken in met ijzer beslagen klompen. Voorzeker, meer dan' leen consul's vrouw zon gaarne het brocaat van haar kleed, .haar fluweelen schouderbedekking en haar met paarlen getooide kaproen tegen dien bo'er- scben eenvoud geruild hebben, zoo zij ter zelfder tijd aan de weeskinderen van vader Nieolas haar aanvalligheid had kunnen ont kenen. i Het doorgaans goede humeur van de oud ste zuster had evenwel plaats gemaakt voor een zekere zwaarmoedigheid, die Agnèle zich niet kon verklaren en waarvan zij evenmin aan Désirée uitlegging kon geven. Haar frissche lippen, steeds geopend voor een lied, evenals het bekje der grasmusch, bleven strak, haar houding ter neergeslagen. Désirée; van den .weerstuit, eveneens een zucht slakende, achtte het haar plicht haar zuster te ondervragen. „[Waarlijk", sprak zij, „ik heb allen reden om erg, verwonderd te staan. Jij die altoos een deuntje aan bat zingen waart, of het een of ander prettig ding vertelde, bent even terneergeslagen en treurig alsof de scha penpokken in onze kudde waren uitgebro ken, waar God ons voor hoede." „Lieve meid", antwoordde Agnèle, „ge zoudt gerust met zulk een ernst tot mij kun nen spreken, waart ge niet eveneens aan de bekommering .overgeleverd. Ik heb 't wel gemerkt, doch ik heb het gezwegen, ten einde u geen kwialling te veroorzaken." Désirée llccsle' doch dit oogenblik vtn verlegenheid vermocht evenwel niet van langen duur te zijn tusschen twea zusters, of eer gezegd tusseben twee zoo nauw aan elkaar verbonden harten. Dia glimlach van vertrouwen kwam aldra haar gelaat verbal deren. Daarop voegde Agnèle die zich aan vankelijk van de vragen harer zuster had. onttrokken, op de natuurlijkste wijze van de wereld haar eensklaps toe: „Ik wil je niet langer meer verbergen, dat sedert geruimen tijd mij hat verlangen kwelt naar Saint-Junien les Contes te gaan, om.... onze oude nicht Véronique op te zoe ken. De oude vrouw wier gebrekkigheden haar niet meer verlaten zou hij zulk een bezoek een grooten (roost gevoelen." „Dat is geen kwade gedachte," vervolgde de tweede zuster; „doch denk er nog' eens goed over, mijn geliefde. Van hier naar Saint- J.unien is ver; cn wie weet of. de weg vei lig is „O, yopr £oo iets heb' ik n,iets. te vrjaezen. WGke roover zou zijn hand slaan aan een arm meisje zooals ik?" „Pas maar op. Het ongeluk dat men niet ducht staat soms achter de deur, geneed om binnen te sluipen. Hebt ge dan niet hoo- ren spreken van die booswichten, die de bergen en de landstreek op- cn afloopon, en die men „de Viier duizend Dnivcis" noemt Onder het uitspreken van die gevreesde benaming, maakte het meisje het toeken des. krqises. Agnèio was tot nadenken gebracht Besluiteloosheid toekende zich af op haar gelaat. Haar zuster maakte hiervan gebruik haar toe te voegen „Ik ken je...-, ik weet dat ge ons^ ter wille van uw persoontje uiet in moeilijkheden wilt brengen. Niet- waai', ge zoudt toch zoo iets niet willen doen. vooral niiet ota onzen oom te ontstemmen, die, bij zijn terug keer uit het veld, nimmer verzuimt jc met zijn oogen te zoeken en zegt: dan niets dan jou .te aanschouwen, hem de noodige rust bezorgt." „Welnu," gaf de oudste al zuchtende cn' met een zekere gelatenheid ten antwooi-d. ,ik zal aan Jesus cn Maria het offer van dit ver langen brengen. Ik had a.l lang over dien kleinen tocht gedroomd; laten we er niet meer over spreken." Juist had zij deze woorden gesproken, toen op .hetzelfde oogenblik een jongeling aan den anderen kant van den weg zich voort- bewoog. '(Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5