TWEEDE BLAD
mi
y
■U
In
De vierduizend duivels.
BINNENLAND.
NIEUWS UIT DEN OMTREK.
MM
B
m m
iH
De dessous der Marokkaan-
sche kwestie.
Verkoopingen, Boel
huizen enz.
Aanbestedingen
Sport en Wedstrijden.
SCHAAKSPEL.
1mm
mim
&fg§ p pp
BiliL.
m m W
a
'ÉI
il K
Uit onze Oost,
Reehtsaeakeai
fjfj
iS
Jj
'm
RüA&§gDA& 8 MEI ISII.
'AANBESTEED!.
VAM ELDERS.
15. Lc4xd5 Le6xd5
16. Db3xd5 Ta8-d8!
17. D d 5 x b 7
ISStIm
f^ÜÉ
ïl?
/mm
Si
wÊk
Wm
mix'
mm
ÉS
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEM5CHE COURANT
Wat zit daar toch in Marokko, dat Europa
tich er zoo druk over maakt?
Hm., wat zat er achter den oorlog in Zuid-
Afrika?
Mijnen.
Welnu?.
„Dr. Mauretanus" schrijft in de Duitsche
bladen
„Juist dat gebied van Soes is een der rijkste
gewesten van Marokko, omdat het vele delf
stoffen bevat. Enkele ertsmonsters van daar
bevatten volgens het onderzoek 63 tot 65 pet.
koper. Het andere delfstoffengebied ligt in
het Noordoosten van het land, waar de Atlas
steil naar de Middellandsche Zee afdaalt.
Hier, in het Rif, liggen de veel betwiste ijzer
mijnen, die zoo rijk zijn, dat op sommige
plaatsen de dikke ertsaderen open en bloot
liggen. Dieper in het nog weinig verkende
binnenland liggen vermoedelijk nog andere
mijnen.
Snapt gij nu, wat er achter die Marokkaan-
sche kwestie zit?
De Eransche en Duitsche geldwolven willen
beiden de schatten van den Marokltaanschen
ondergrond. En deelden zij ze nu maar! Doch
dc^een wil alles, opdat de ander niets krijge.
Dr. Mauretanus beweert, dat de Duitschers
stelselmatig uit de mijnkoncessies worden ge
nomen en dat deze niet worden verleend door
den Sultan, doch door de Eransche ambtena
ren.
Evenzoo gaat het met den grond, die zeer
vruchtbaar is. Ook deze wordt enkel, volgens
Mauretanus, den Franschen voorbehouden.
Ook op het handelsgebied belemmeren de
Franschen de belangen der andere Europea
nen. Een vreemd koopman heeft in Marokko
het recht, om zich uit zijn inlandsche handels
vrienden een aantal beschermelingen te kie
zen. Dezen genieten de bescherming van de
vreemde regeering en doen dienst als tus-
sclienpersoon tusschen den koopman en zijne
.uoeilijk bereikbare klanten in het binnenland.
Zij krijgen van hunne beschermers voorschot
ten, om de voortbrengselen des lands op te
koopen, of men belast hen met den afzet van
de waren, die in Marokko worden ingevoerd.
Juist de beste en welgestelde bestanddeelen
van de Marokkaansche bevolking zoeken op
deze wijze bescherming bij vreemde mogend
heden tegen de willekeur van hun eigen over
heid. Hoe grooter het aantal beschermelingen
van een vreemde mogendheid is, hoe grooter
het aanzien van die mogendheid is bij de in
landers, hoe beter vooruitzichten haar handel
heeft.
Om die reden zijn de Franschen nu van
plan, dit beschermingsstelsel zooveel mogelijk
te beperken, want ieder niet-Fransch bescher
meling is een belemmering voor de „vreed
zame binnendringing", terwijl de Franschen
zeiven op grond van hun politiek overwicht
geen eigen beschermelingen meer van noode
hebben.
Het gevolg van de Fransche maatregelen is
geweest, dat de waarde van den Duitschen
handel met Marokko in de jaren 1907 tot 1909
van 15 millioen tot 13.5 millioen mark ver
minderd is.
Men begrijpt, dat zulke lectuur in Duitsch-
land inslaat en er de gemoederen niet kalmer
maakt.
DE TOTALISATOR.
Aan het afdeelingsverslag van de Eerste
Kamer over de Zedelijkheidswet, ontleenen
wij iiet volgende:
Vele leden vreesden, tengevolge van het
verbod van den totalisator, nadeelige gevol
gen, zoo voor de paardenfokkerij als voor de
vorming van goede ruiters, welke door de
paardenrennen werden bevorderd, en men
vroeg zich af, of het niet beter was het wed
den te reglementeeren en door controle, waar
borgen voor eerlijk spel te geven. Ook betwij
felde men of het mogelijk zou zijn de Vlissin-
ger bookmakers te weren.
Waar niet te ontkennen valt, dat de totali
sator tot de verbetering van het paardenras
in Nederland ruimschoots heeft medege
werkt, ware het wenschlijk geweest, als de
wet in plaats van verbiedend, leidend ware
opgetreden, meende men. Omgeven door
waarborgen, welke de Regeering kon geven,
had de totalisator kunnen blijven bestaan,
door wiens afschaffing nu de ruime verdien
sten dreigen te loor te gaan, welke een talrijk
personeel trekt uit de paardensport en de
paarden fokkerij. Men oordeelde de Regeering
verplicht thans maatregelen te", beramen om
in de ontstane leemte te voorzien door po
gingen om de paardenfokkerij en de rennen
in stand te houden, aan te moedigen en door
subsidie te steunen. Enkele leden wcnsiliten
met het oog op de gevolgen van de afschaf
fing van den totalisator nog nader te over
wegen of zij hnnne stem aan dit wetsontwerp
zullen geven en hoopten, dat de minister nog
door het verdagen van het tijdstip der invoe
ring van de wet zich tegemoetkomend zal too-
nen tegnover de velen, die er ernstig door
worden geschaad. Anderen gaven den minis
ter in overweging, alsnog cenc novelle in te
dienen om daardoor te bevorderen, dat al
thans gedurende een overgangstijdperk het
wedden zou worden toegelaten, waarhij dan
tegemoet gekomen zou moeten worden voor
een betrekkelijk korten tijd, aan de wensehen
van de bookmakers. Heeft het indienen eener
novelle bezwaren, dan werd gevraagd of de
bookmakers dan niet in de termen vallen om
schadevergoeding te verkrijgen. In elk geval
behoorde de minister naar 't oordeel van vele
leden, middelen te beramen om de gevolgen,
welke zullen voortvloeien uit het verbod van
den totalisator, zoowel voor wat betreft
de paardenrennen als om do personen zelf,
zoo weinig drukkend te maken als mogelijk is
en zooveel mogelijk te verzachten.
Tegenover deze beschouwing werd echter
anderzijds opgemerkt, dat terecht de book
makers overal verbannen worden. De weinige
goeden niet te na gesproken, kan men in het
algemeen van de bookmakers zeggen dat zij
het publiek bedriegen en hun vsvpli *.atingen
niet nakomen, zoo werd aan geve >i\l en men
meende dezerzijds dat ook de totalisators
noodzakelijk in het lot van de bookmakers
moeten deelen. Als Vlissingen en andere ste
den de inkomsten van de bookmakers niet
kunne missen, moesten zij maar accijnzén
heffen, evenals ook reeds elders geschiedt.
Echter was men dezerzijds van oordeel, dat,
wanneer de Nederlandsehe Harddraverij en
Renvereeniging, de 35.000 die zij thans derven
zal, niet aan de verbetering van liet paarden
ras kan besteden, de staat die moet verschaf
fen.
De nieuwe Vogelwet en het houden van
vogels in kooien. Men schrijft aan de „Res.
bode":
De nieuwe Vogelwet, die wel ieders goed
keuring zal wegdragen, omdat bijna alle vo
gels beschermd worden, staat niettemin het
houden van enkele soorten van vogels toe.
En dit is goed gezien. Hoe menig vogeltje
veraangenaamt niet het leven van de stede
lingen.
Maar de vogels zelve, kunnen zij zich schik
ken in den gevangen staat? Ik heb hen zelf
het antwoord laten geven. Nadat ik ze 4 a 5
maanden in den kooi had gehouden, gaf ik
hun de vrijheid terug. Een vink, dien ik drie
maal liet vliegen, keerde telkens in de kooi
terug. Evenzoo deden een goudvink, een put-
tertje en een sijsje, maar een kneuter ver
koos de vrijheid boven het onbezorgde leven
in de kooi; evenzoo deden de merel, de lijster
en de leeuwerik. Oude vogels (ik kende ze
aan de pooten) keerden niet terug. Als men
mar zorgt voor een ruime, goed schoon gehou
den kooi, voor passend voedsel, voor nu en dan
een badje en wat zonneschijn, kunnen som
mige zaadetende vogels het jaren lang in de
kooi uithouden. Insecten etende vogels zou ik
echter voor kamervogels niet durven aanbe
velen. En dan de verzending!! Wat gaat men
daar soms ruw mee te werk.
Zoo ontving eens iemand 14 sijsjes in een
nauw kistje; op één na waren alle vogels
dood. Ook daarin wordt gelukkig -voorzien.
HILLEGOM.
Burg. Stand. Ondertrouwd: D. v. Beek en
C. Albers. J. Weijers en A. Kusinan. J.;
V. Kampen en J. S. Beerings. C. A.fScheep
maker en S. Haringa. E. de Wit en E. C.
Voges.
Getrouwd: Struik en J. Danser. -
Geboren: z. van D. Belgraver—Wals.
z. van G. de JongMeüzelaar. z. van P.
WarKferöam—Schramm d. van G. J. v. d..
Water—v. Kerkwijk. d. van M. Fijma Kuij-.
per. z. van J. Th. v. Berkel, Wijngaarden',
NOÜRDWIJKERHOUT.
Uit het verslag der coöperatieve Boerenleen
bank te Noord'wijkerhout over 1910 is het vol
gende geput:
Het saldo der spaargelden bedroeg öp 31 Dec.
1909 f 54.217.05, in 1910 werd ingelegd f 53.464.72
samen f 107.681.77. In 1910 werd terugbetaald
f 38.803.19, saldo op 31 Dec. 1910 f 68..878.58,
Uitslaande voorschotten op 31 December 1909
f 29.742.50. Nieuwe voorschotten in 1910 23.380,
samen f 53.122.50. Terugbetaalde voorschotten
in 1910 f 13.877.50. Toiaal uitstaande voor
schotten op 31 Deo. 1910 f 39.245. In Loopeinde
Rekening had de Bank van de leden te vorde
ren op 31 Dec. 1909 I 30.933.07. In 1910 Werd
utigegeven f 8616.93 samen f 39.550. In 1910
werd van de leden terug ontvangen f 10.523.82,
saldo f 29,026.16.
Aan de Centrale Bank was op 31 Dec. 1909
schuldig 11.281.50, in 1910 werd van haar
ontvangen f 38.837.03, samen f 50,118.53. In
1910 werd teruggeven f 44.886.69, zoodat op 31
Dec. de s chuld aan de Centrale Bank bedroeg
5231.84. Op 31 Dec. 1910 was dus aan leden
der locale Bank uitgeleend in gewone voor
schotten f 39.245 en in loopende rekening de
som van f 29.026.18. Totaal alzoo 68.271.18,
Het Reservefonds bedroeg op 31 Dec. 1909
f 1684.2B. In 1910 werd een winst gemaakt van
f 397.48, zoodat het Reservefonds op 31 Dec.
1910. bedroeg f 2081.71. De rente van spaar
gelden bedraagt 31/2 pCt., dus ongeveer 1 pCt.
meer dan bij de Rijkspostspaarbank'.
(De rente van voorschotten 41/2 pCt.
In Omloop waren op 31 Dec. 1910: 308 spaar
boekjes, 80 voorsehotboekjes, en 23 hoekjes voor
loopende rekening. Het aantal leden bij het ein
de van het boekjaar bedroeg 169.
VERKOCHT:
1NIEUW-VENNEP. De uilslag der gehouden
verkooping van een woon- en winkelhuis met
herberg waarin vergunning, annex een dubbel
daggelderswoonhuis, geleden aan de hoo£dvaart
bij den Bennebroekerweg te Nieuw Vennep is
geveild in een perceel hoogste bieder E. van
Sehie aan den Slolerweg A f 5000 afgemijnd op
f 500 door denzelfde; gegund.
Men meldt uit Utrecht.
Bij onderbandsche aanbesteding is aanbesteed
de bouw voor het houtwerk van de reconstructie
van de „(Burcht Rynauwen"- zullende dieoen
bij het openluchtspel „Willem van Holland."
Hiervoor hebben ingeschreven: Gebrs. Swit-
zar te Amsterdam' voor 7595; A. A. Simonis
te Utrecht voor I 5993; P. H. Ct. Daudey te
Haarlem voor f 5490; Gebrs. v. Leeuwen te
Utrecht voor f 5280; j. Lambeek', te Utrecht!
voor f 5180; D. Blankevoort te Monnikendam
voor f 4684.70.
Het werk is gegund aan den laagsten 2n-
schrijVer.
Opgeheven het faillissement C. van der Lugt,
Vlaardingen, wegens gebrek aan actief.
Wéér een ral.
Den Italiaansclien aviateur Marra, die van
plan was een grooie reis door Toscane te on
dernemen, overkwam te X/ueca een ernstig on
geluk. Hij had reeds boven Pisa en rondom
den beroemden scheeven toren gezweefd, doch
toien hij boven Lucca was, zag men, dat de
machina overhelde en daarna plotseling naar
den grond vloog. Marra was bewusteloos, zijn
passagier Nosari werd licht gewond.
1 irp FAILLISSEMENTEN.
Failliet verklaard f
2 Mei J. Rhode, koopman in schoenwerk',
Zeist.
3 Mei T. Duhen, koopman in manufacturen,
Berg-Ambacht.
F. A. F, Thijsse, koopman in fijne vleesch-
waren, Rotterdam, .Jonkerfransstraat 100b'.
G. J. Clabbers, winkelier, Sambeek1.
A. J. M. van den Ring, banketbakker/
Gouda, Ridder van Catsweg 27.
A. van Enk', koopman, Kampen.
G. Harreveld, herbergier Zwolle.
EENIGE WENKEN EN 1
RAADGEVINGEN.
Voor alles moet men er zich aan gewennen
om zoowel met de witte als met de zwarte
stukken te spelen. Doet men dit niet dan wordt
men nooit een goed schaakspeler. Verder ver-
mijde men bij het spelen om hardop te den
ken, het beoordeeien van de zetten der tegen
partij zoowel als der eigene, het met de vin
gers rondtasten over de velden van het bord,
ook alle teek enen. van afkeuring of ongeduld
over lang nadenken der Jegenparfïj, kortom alle
verkeerde hebbelijkheden, die het schaakspel
kunnen bederven. Als toeschouwer onthoude
men zich ten strengste van. iedere uiting of
beweging, die afkeuring van of instemming met
den gedanen zet kan. verraden; men zij slechts
een zwijgende toeschouwer.
CENTRUMGAMBIET.
Gespeeld in de Meestergroep van den Paasch-
wedstrijd van het V. A. S. te Amsterdam, April
j 1911.
Wit. Zwart.
Marshall. Dr. A'. G. Olland.
1e2 e4 e7 e5
2. d 2 d 4 e 5 x d 4
3. Pgl f3 Pb8 c6
4. L f 1 c 4 Lf8 c5
5. 0—0 d7 d6
Zoo speelde ook Tcfchmann te Hamburg.
6. b 2 b 4 L c 5 b 6
7. a2— a4 a7 a5
Tot zoover is de partij gelijk aan die te Ham
burg gespeeld. Op dit moment speelde Teich-
mann a 6.
8. b 4 b 5 P c6 e 7!
9. c2 c3 Pg8 f6
10. e4 e5 d6xe5
11. Pf3xe5 0—0
12. Ddl—b3 P f 6 d 5
Alles goed berekend. Schijnbaar komt zwart
in de knoei.
13. Lel— a3 7c8— e6
14. L a 3 x e 7
Deze afruil doet schijnbaar een officier win
nen. Zwart heeft echter verder gekeken dan
zijn geduchten tegenstander. Mogelijk ware T
e 1 hier beter voor wit.
14D d 8 X e 7!
Of Pg6, hg6:, Db7: enz. Op De4 volgt
Tf e8 en zwart komt in het voordeel.
17. ijD e 7 X e 5
18. c3 X d 4 T d 8 x d 4!
19. Tal a2 Tf8 d8
20. Pb 1—<12
Beier was hier Td2l gevolgd, na Td2:, P
d2door De4 met gelijk spel.
20. v De5-e6
21. Ta2 c2 h7 h6
22. P d2 f 3 T d 4— d II
Inleiding tot een beslissende combinatie.
23. T c 2 c 1 Tdlxcl?
Stand na d en 23en zet van wit.
Zwart zet zijn plan niet door, ter elfder ure
bevreesd zich te hebben vergist.
Na 23. De 2! 24. Te dl:, Lf2:-[-
25. Khl, Ddl:! 26. Pel ('t eenige), De2
is wit verloren.
24. Tflxcl De6 e2
Nu komt deze zet te laat. Merkwaardiger wijze
zijn de kansen op eenmaal gekeerd.
25. h2-h3 L b 6 X f 2 -p
26. Kgl h2 Lf2 b6
Alles wat eerst in Wit's nadeel was: stand
van de dame op b 7, den Toren op c 1, de
damevleugelpionnen te ver naar voren gebracht,
wendt zich nu tegen Zwart. Wit neemt zijn
kans onmiddellijk waar.
27. Tclxc7! Lb 6Xc7
28. D b 7x c 7 Td8 d5?
Ddl verdiene de voorkeur. De toren moet
toch terug.
29. b5 b6 De2 e8
30. b6 b7 Td5 d8
31. P f 3 e 5 D e 8 f 8
32. P e 5 c 6 Zwart geeft op.
Het tempo, 24 zetten per uur, was misschien
oorzaak, dat het slot door zwart minder sterk
gespeeld werd.
.WEDSTRIJDPROBLEEM
Probleem no. 47.
ur. C. A. Mebius te Gotenburg.
(D. .Wochenschach.)
Zwart 4 stukken.
abede'eh
Wm. 2»?'
PI
a b c <1 K b
Wit 7 stukken.
Sfand der stukken:
Wit Kh 7, Dh 6, Lb 8, Pg4, pion: a7, c5
d6; Zwart Ka8, Ld4, pion b7 en d7.
Wit begint en geeft in drie zetten m.°*
.WEDSTRIJDPROBLEEM No 48
D. Przepiórka te Munchen.
/Die Schachwelt.)
r Zwart 5 stukken.
viP
Vb up
v c d e 1 g b
Wit 10 stukken.
Sfand der stukken:
Wit: Kal, De7, Le5, Pa8, Pd8, pionnem
b' 2, d 5, d 6, e 7 en f4.
ZwartK e 8, L b 6pionb 3, b 7 en d 7,
Wit begint en geeft in drie zetten mat
De oplossing volgt over drie weken.
Wij maken de heeren oplossers hiermedei
bekend dat de wedstrijd thans is geëindigd.
De uitslag zal bekend gemaakt worden in ons
nummer van 10 Juni a.s.
De oplossing van probleem 37 van H. Mendes
da Cosla is La6 en van Probleem no. 38 van.
A. v. Eelden te Alkmaar is P d 8.
Goede oplossing in dank ontvangen van: N.
te Haarlem no. 37 en 38; J. Huigsloot te Hil-
legom no. 38, A. Duineveld te Lisse, no. 38;
L. Kroon te Zandvoort no. 38; G. v. Egmondj
te Lisse no. 38; H. Vosse te ZandvoorJ nb.
37 en 38.
Alles wat betrekking heeft op deze rubriek!
gelieve men te zenden aan: De „Schaakru
briek der Nieuwe Haarlemsche Courant", Kin-
derhuisvest 29 31 33.
Grieven van Chineezen.
De Londenscke Times van 2 Mei bevat een
brief van den correspondent vau dat blad te
Peking. In dat schrijven verhaalt deze van
de indrukken, die een zijner vrienden had op
gedaan op een recente reis door de Chinee-
sche provincie Joennan en door Birma. Be
treffende Birma lezen wij 0. m het volgende:
„De Chineezen, die ik d. i. de vriend van
den Times-correspondent ontmoette, sche
nen fel gebeten over de grieven van hun ras-
genooten op Java en Sumatra; zij praatten
er over, een inschrijving te openen voor het
steunen van een beweging, die ten doel heeft
voor die Chineezen rechtvaardiger bejege
ning van den kant der Nederlandsehe auto
riteiten te verkrijgen."
Kroniek uit de zestiende een wc
door F, H.
7.)
Bij Jiet zien van' den gevangene, verhief
zich een algemeen vreugde geroep, alsof a,l
de „Duivels" ziek wilden aaneensluiten om
(Martel te wreken. Hierdoor begon J,ean Gau-
teir in te zien, aan welke vijandschap hij
ten prooi was.
Zoo hij tot dusverre de geringste hoop
op behoud had mogen koesteren, moest hij
thans geheel en al daarvan afzien.
Bij zijn doortocht was het er slechts om' te
do-en wie hem! het ergst kon beleedigen, wie
het meest zijn biest deed hem' een trap te
*^ven ,of hem! met een blaaspijp! grauwe
rv'ten jn het gelaat te schieten,
ma k^aeht hem het eerst voor den hc-ofd-
baaj\Meze man, welks bij een stekeligen
zat en Paar vreeselijke schele oogen be-
over I,3e^ bad aangematigd,
fipb'u 1 borstharnas een met wapens be-
üerde overjas te dragen, liet de stati-
troL°M va;ren die hij steeds in ial jziju
kom8 .aannam, -en deed. den nieuwge-
Ir110 i0'1? spottend verhoor ondergaan.
geïuWn^h ^ide bji1- .vis dat piet dis on-
0Sel, die geitenmelker, welken men
beloofd' had mij1 dood of levend op te leve
ren Mooi £00, mijn' goede jajgsrs, gij' hebt
het spoor gevonden."
Gautier evenwjsl viel hem op vermeteLeli
toon jn de rede:
„Het spoor was niet m'o-eilijk ha vinden.;;
[Wanneer men leen eerlijken joingen te midden
van zijn werk komt overrompeten'.
'„Duizend ossenpensisn", hernam de spot
ter, zijn zwart scharlaken hoofdbedekking
recht zettend, „ik geloof dat deze kinkel in
opstand ,wil komen.... Benige koordstrtemen
zullen hem niet van' onpas zijn en Voor zijn
gezondheid eVenveel waarde hebben als se-
nebladeren pf rabarber. Hoor vtriend, ik Ver
klaar dat ge van dit oogenblik af behoort
aan onzen waarden en geliefden Geffroii Mar
tel', .bijgenaamd „Ihak-in-t'weeën", om! Zijn
vaardigheid in het h an te.-ren Van' de bijl.
Hij zal met jou! doen Wat hem' z'a,l goeddun
ken."
„Dat' hij1 mijl het' leven ïfenemte. Hét is
mij liever te sterven' op1 dit uur dan in Ket
vervolg te k'wijnen in hlet gezelschap Van'
oproeringen pn yerd.oemelingen."
„Ter dood. Ter dood." schreeuwden 3e ban
dieten, terwijl zij hun kaarten' en hun bekérs
wegwierpen.
'„Volstrekt nieti," sprak het opperhoofd
„hij zou te bllijde zijn. D'at men h)em naar
Geffroi geleide."
'Andermaal werd Jean' Gautier voortge
duwd en men bracht hem in leene tent waar
onder Geffroi Martel nog geheel bleek en
vermagerd, tengevolge van zijn kwetsuur,
lag uitgestrekt.
'Aanvankelijk Werd' ér* geen Woord' fnsschén
dezes twee mannen' gewisseldt .Uit 'de odgen
van den' een schoot de bliksem! Van den haat;
in die van den ander kon men een kalme
minachting lezen. Geffroi. schéén te genieten
in de vernedering van Min tegenstander; in
zijn hoofd woelden de blevélenj, die hij hem!
zou geven.
■„Je behoort' mij. sprak hij' .eindelijk.
'Jean; kalm! en vastberaden, gaf niet bet
minste antwoord.
(Even zoovele slagen met de roede,, als in
breuken op mijn orders.
f„Heb je me Verstaan -
'„Ik beb' 't verstaan. Ik ben' gereed de slar
gen met de roede te Ontvangen; want nim
mer zal ik nfij' aan uw orders' onderwier
pen." 1
'„Dlat men' toet' dit werk ben' aanvang ne-
ine," (brulde 'de bandiet-.
'Óp hetzelfde oogenblik werd Jean' tegen
den grond geworpen, tot aan zijn middel
van zijn kleederen ontdaan en geslagen tot
het bloed' er uit sprong, pn op zijn schou
ders zich' de striemlen vertoonden. Hij had
geen klacht geuit...
Genoeg zool, dunkt mij," sprak de hoofd
man; die het noodig had geoordeeld tusschen-
beiden te komen. „Die knaap blezit moed.
Het doet mij- leisel, dajt hij1 zo!oi hoog staat
aangeschreven' jn dje gunst van onze vijan
denJk hoop ten minste; dat hij zal op
houden twist te maken on dat hij; voor er
acht dagen zullen verloopjan zijn!, mak zal
zijn geworden en vöor Geffroi een uitmun
tende dienstknecht zal wezen."
Terwijl deze toomden van geweld.' plaats
grepen, keerde meester Nicolaas doodbedaard
nit de abdij' .terug, alwaar bij Zoo) eVen met
pater Hilaire had' zitten keuvelen'. Zijn geest
was geheel in beslag genomen door de ern
stige dingen; welke de waardige geestelijke
bom had medegedeeld, en het v-erwonderle
hem, nimmer die ledele denkbeelden bevroed
te hebben, taan bij een kleinen herder, geheel
van schrik vervuld, op zich zag afkomen.
;,[W"at scheelt er aan, Pierre? Te ziet er
uit alsof je de koorts hebt,"
'„Ach".
'„Is je vader soms overladen
'„Ach."
'„Spreek, spreek dan, uilskuiken.
'„Ach.... Dé zwarten mannen zijn geko
men..
'„De „Duivels"?'
„Ja, de „Duivels," v'h gekomen. Ik heb
zé herkend."
„[Waar zijn ze?"
„Ze zijn weg."
'„[Welnu, jk wensch je goede reis.
'„Ze zijn, ik weet niiat waar, langs geko
men.. Ik stond achter mijn hut verscho
len."
„Je hebt Verstandig gedaan."
„Ze hebben Jean Gautier gepakt, ze heb
ben hem geslagen en met een dak kcord om
om den hals meegenomen."
„Gerechte hemel. Ze hebben Jean Gau
tier meegenomen. O, die onwaardigen, die
goddel oözen."
Eh zonder zich verder mlet den herder
tebemoeien, zette de grijsaard zijn tocht
met grooter spoed voort. Hij hield zich niet
eer op dan toen hij zijn woning wieder betrad,
alwaar hij juist den houthakker aantrof. Hij
was zoodanig verbijsterd, dat hij meest gaan
zitten pm! weder op adem' te komen, alvorens
een enkel woord te kunnen uitbrengen. D'L.
ke tranen vulden zijn oo-gen. Dé jonge meis-
ijes en Mare Guillot keken elkaar met ver-
i bazing aannog nimmer had de oude heb>-
i zuchtige een traan gelaten.
[Weldra echter werd de waarheid bekend
gemaakt en stortte zij .de grootste ontstel
tenis in aller harten....
„Helaas, helaas," herhaalde Agnèle onop
houdelijk, „dat is om mij, door mij verdedigd
te hebben, dat hij den haat van deze boos
wichten zich op den hals heeft gehaald,"
'Mare Guillot vloog naar de deur.
„Maar gaat ge heen?" vroeg de grijs
aard.
„Ik ga het geheele dorp te wapen roe
pen en mfj gereed maken tot vervolging van;
die moordenaars."
„Dat is te verg-eefs. mijn jongen; je han
delt met em goede bedoeling, maar, ik zeg
je nog eens, 't is te vergeefs.
'Sa/fcanas alleen tent di3 schuilplaats van.
die „Duivels", 't Is beter dat je blijft om
onze huisgezinnen te verdedigen zoo 't noo
dig is.— je vrouw te verdedigen."
°Mijn vrouw.,.. Zoudt gij mij uw Agnèle
geven
„Gisteren zon ik niet geaarzeld hebben/
u haar te geven; doch Jiean koestert gene
genheid yoor haar. Ik moet haar voor hem,
bewaren.... zoo hij ooit wederkeert.... Gij zult
met Désirée in het huwelijk treden, .wier ge
laat glimlacht en over de Verwisseling .niet
boos schijnt te zijn,
([Wordt vervolgd.)