ALLERLEI. r,h Anecdoten. 1 het fotografeeren van leeuwen in de natuur, MAANüAG 8 MEI I <1. SEP No, 1535 BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Opgave van F. Th. EVERARD. pij den kattrol Noteering van ZATERDAG 6 MEI, 957a ioo78 32 /a koers van vreemde banknoten. Pruisische f 58,976 f 59,225 n géi VOOR DE HU IS KA Aarde en haar Volken bevat een aardig ge schreven en aantrekkelijk geïllustreerd artikel, getrokken uit het boek van Radclyf te Dug- more over het fotografeeren van wilde dieren in Afrika's wildernissen. Wij nemen er een brok uit over. We zouden geen betere plek hebben kunnen vinden, om bij kunstlicht foto's te maken en geen betere ligging ook voor bet aanlokkings middel van de wilde dieren. Buitendien was de omgeving uitstekend, met dien achtergrond van boomen, lage planten en doornstruiken, maar ook bevond zich aan den overkant een lichte terreinsverhooging, naar een boma een ideaal observatorium zou zijn. De holte van de rivierbedding vormde een be dekking tegen aanvallen van de leeuwen bij verrassing; ze was te breed, dan dat de wilde dieren er met één sprong over heen zouden komen, en dus moesten ze er eerst in afdalen en dan weer naar boven klimmen. Daarbij wa ren er twee prachtige standplaatsen voor de camera's, niet ver van de ontworpen boma; er waren geen struiken of andere planten tus- schen het objectief en de dierenresten. Het weer was goed en alles moest voor den avond in gereedheid wezen. We keerden er in alle haast heen terug, om er vlug te ontbijten en ons plaatsje weer in te nemen met de noo- dige hulpmiddelen en ons personeel. De drie donkere kamers werden op één rij geplaatst met tusschenruimten van acht tot tien voet en op een afstand van 9 M. van het karkas van het doode dier. Ze waren bevestigd aan de lamp met denzelfden electrischen draad, zoodat alle toestellen tegelijk fuuction- neerden. In de boma, die gemaakt was op tien meter afstand van de resten van de antilopen, hadden we nog twee toestellen en een over complete lamp. Dus hadden we bet noodige om foto's te kunnen nemen voor bet geval dat de leeuw niet wegging na de eerste ontbranding of ingeval het wilde dier zich op de boma zou werpen. Om half zes, toen de boys ons een wel kom maal brachten, was alles in orde. Na gegeten te hebben, slopen we in de bo ma, die we zorgvuldig sloten; we gebruikten er een kop warme koffie en rookten een lek ker pijpje. Pas waren we daarmee gereed, en de duisternis was al gevallen, of we boorden tot onze groote verbazing een licht geluid door het gras achter de prooi, die als lokmiddel diende. Al spoedig konden we een donkere massa onderscheiden, die door het gras nader de, dan een tweede en nog een volgende. Zon der eenigen twijfel waren dat leeuwen, meer dan we hadden begeerd, en om de waarheid te zeggen, moet ik bekennen, dat de gedachte aan bun tegenwoordigheid op nauwelijks tien of vijftien meter van ons verwijderd, ons heftig ontroerde. De nacht was zoo donker, dat we niets kon den onderscheiden in de schaduw der boomen. Het waren geen leeuwen die wij zagen, het waren schimmen van leeuwen, die samensmol ten met de vormen van boomen en struiken. Het was bijna onmogelijk hun plaats te onder kennen. Twee leken boven de prooi te zijn, de derde op zij en er onder. Het was een eigen aardig geluid, dat zij maakten, alsof zij been- deren kraakten. Een oogenblik werd ik bang, dat een der wilde dieren het karkas zou mee nemen en verder versieepen, wat onze plannen totaal in de war zou hebben gebracht. Om mij op dat punt gerust te stellen, nam ik uit mijn zak een electrisch zaklantaarntje, waarvan bet zwakke schijnsel mij vergunde waar te nemen, dat er inderdaad drie dieren waren, maar dat één ervan dicht genoeg bij de resten van de antilopen was, om zich in het veld van de ob jectieven te bevinden. Dat laatste beest was een leeuwin, wier oogen het licht van mijn lamp op vreemde wijze weerkaatsten. De aan blik was zoo overweldigend en ontroerend, dat ik er baast niet aan kon denken op den knop te drukken. Doch al gauw kwam ik terug tot bet gevoel van de werkelijkheid en begon te begrijpen, dat ik door oponthoud gevaar zou loopen, niet te profiteeren van zoo exceptioneel gunstige omstandigheden. Ik drukte op den knop; het bliksemlicht vloog over het tooneel, om daarna voor een duisternis plaats te maken, die nog dichter was en ondoordringbaarder dan te vo ren, terwijl de leeuwen, verrast en verschrikt haastig de vlucht namen. We hoorden hun dof gebrul iu de verte wegsterven. Wat ons betreft, de zekerheid van drie foto's vervulde ons met een vreugde, die het moeilijk viel stil te hou den. Maar nu deed zich een vraag voor, een deli cate vraag, omdat er van niet minder sprake was dan van de nieuwe vulling van de lamp en een verwisseling der platen. Moesten we het dadelijk doen, eer de leeuwen van hun verba zing waren bekomen, of moesten we wachten tot ze ver genoeg zich hadden verwijderd? Het eerste was het beste, want we hadden geen enkel middel om precies te weten, hoe ver ze waren weggegaan. Bovendien, als we wachten, konden ze op hun schreden terugkeeren en ons overvallen buiten de boma, wat minder prettig en geriefelijk zou zijn geweest. Niet zonder een zekere onrust slopen we uit onze schuilplaats, om het stellig minst aan gename deel van de photographische werk zaamheden te verrichten. Onnoodig te zeggen, dat we geen seconde verloren. In enkele minu ten was alles weer in orde, en we waren met een gevoel van dankbare herinnering weer in de boma terug. Twee uur lang kwam niets onze rust storen. Heel in de verte hoorden we gebrul van leeuwen en het zoo kenmerkende gehinnik van de zebra's, maar tegen negen uur ontdekten we vrij duidelijk de vormen van een leeuwin, die zachtjes naar het karkas sloop. Nu raakte ze het bijna aan. Het magnesium ontbrandde, de omgeving werd verlicht in een even schel als kort schijnsel, en we hadden op die manier onze beste leeuwenfoto. Het dier stond met de zijde naar het toestel; het was acht meter van ons af, gereed om de overblijfselen van de antilope te verscheuren, Loen het bliksemlicht haar verraste. Daarna was ze met een enkelen sprong verdwenen. We moesten verwachten, dat na twee der gelijke ervaringen de wilde dieren wel niet zouden terugkeeren. Maar het liep anders, en gelukkig hadden wij ons met lampen en gewe ren en toestellen nog weer gereed gehouden. Er verliep een heele tijd, en geen der honge rige dieren daagde op. Maar hun gebrul, dat uit alle richtingen tot ons kwam, hield ons op ons qui vive. Om twee uur in den morgen hoorden we plotseling een soort van een dof gegrom, dat al naderbij kwam, ofschoon het ons onmogelijk was, het toe te schrijven aan een of meer van de dieren, die door het hooge gras op ons af kwamen. Gedurende langen tijd konden we in het droge en hooge gras niets onderscheiden, en toch hield het gegrom aan, en maakte ons zelfs eenigszins zenuwachtig. Er is werkelijk iets zeer prikkelends in het gebrul van een leeuw, die onzichtbaar blijft. Men moet het dier zien, om dat gevoel van onaangenaamheid kwijt te raken. Eindelijk waren drie leeuwen te zien; ze teekenden zich tegen de lucht af op den oever achter het lijk van het hertebeest. Ze bewogen zich op geheimzinnige manier, nu eens ver schijnend, dan weer verdwijnend in het hooge gras en de dichte schaduw der boomen. Hun schrikkelijk gebrul hield geen oogenblik op. Het is zeker, dat ze onze aanwezigheid be schouwen als een bedreiging voor hun veilig heid, terwijl wij van oordeel zijn dat zij ons in gevaar brengen. Om den toestand nog verwikkelder te ma ken en nog belangwekkender, verschijnt een vierde leeuw achter de boma. Hij brulde ook en we begrepen, dat wij schuld hadden aan zijn onrust. Op een gegeven oogenblik was hij niet meer dan drie meter van ons af. Hoewel we ons niet bepaald op ons gemak gevoelden, kon den we toch met innerlijke belangstelling ons afvragen, hoe dit avontuur wel zou afloopen. De ontroering nam intusschen toe, en mijn thuis leek mij buitengewoon ver, terwijl ik met melancholie aan de levensverzekering dacht. De leeuwen waren nog niet tot een besluit gekomen. Zij vroegen zich waarschijnlijk af, of ze ons zouden aanvallen of maar kalm aan hun maaltijd gaan. De tijd viel ons afschuwe lijk lang. Maar plotseling daalde een leeuwin in de bedding af. Zoodra ze niet meer dan een paar passen van de antilope verwijderd was, drukte ik op het knopje; onze zenuwen waren zoo gespannen, dat we opsprongen bij de ont branding van het licht. En de leeuwen sloegen op de vlucht onder het uitstooten van een ver vaarlijk gebrul. Wat dien leeuw betreft, die zich achter de boma bevond, ik weet niet, waar hij gebleven is. Reeds gedurende het eerste deel van den nacht aarzelden we, als we ons buiten de boma moesten wagen. En nu vroegen we ons af, of het niet beter zou zijn, hier met het fotogra feeren op te houden, dan uit onze schuilplaats te treden. De leeuwen hadden een bepaald aggressieve houding aangenomen, en ze sche nen woedend geworden door het feit van die herhaalde stoornis in hun maaltijd. De gelegenheid echter, nog een paar uitste kende foto's te nemen, was zoo gunstig, dat we het een dwaasheid zouden vinden, er geen voordeel van te trekken. Bevend, dat beken ik, sloop ik weer uit de boma. De duisternis was dreigend. De leeuwen brulden overal in de omgeving. We zochten zoo goed mogelijk den naasten omtrek af, eer we een schrede vooruit waagden. Het zwakke schijnsel van ons lampje verhoogde nog bijna de verschrikking van on zen toestand. Eindelijk waren we bij de toe stellen gekomen; de lamp werd opnieuw ge vuld en enkele seconden later ademden we weer vrijer in de beschutting van onzen door- nenversterking. Er verliepen geen twee uren voor den terug keer van onze nachtelijke bezoekers. Er waren er maar twee, maar het waren twee zeer luidruchtige leeuwen. Ze brulden, ze gaapten, liepen heen en weer, maar verlieten den oever der rivier niet. Een uur lang duurde dat gedraaf. We begonnen af te wennen aan hun bedreigingen. Ten slotte werden ze kal mer, en we konden ze zien liggen bij een boom tegenover ons. We waren niet op ons gemak; hun plotselinge stilte was nog verschrikkelij ker dan het gebrul, want gewoonlijk gaat ze vooraf aan hun wandaden. Instinctmatig gre pen we naar onze wapens; ik trok een revol ver te voorschijn, voor het geval van een ge vecht op korten afstand. Er verliepen verschei den seconden, seconden die ons eindeloos leken, lang als minuten, en nog steeds die doodelijke stilte, die. zoo drukkend was. De beide wilde dieren bleven liggen, even onbeweeglijk als de boom, waarvan de takken zich over hen uit strekten. Moesten wij den strijd beginnen en schie ten? Het zou onvoorzichtig wezen in de diepe duisternis; we konden ons doel missen. Wij wilden liever wachten, dat een toevallige om standigheid hun aandacht zou afleiden. Die liet niet lang op zich wachten in den vorm van een licht geluid. De beide leeuwen daalden dadelijk van den oever naar beneden en kwa men brullend in onze richting. We waren dood verschrikt en maakten ons gereed hen te ont vangen. Ze hadden de zandige bedding bereikt en kwamen nader. Ze waren niet meer dan vijf meter verwijderd van onze schuilplaats. Maar plotseling veranderden ze van gedachten en trokken zich snel terug. Eindelijk herademden wij en waren blij ons werk voor dien nacht ge daan te hebben. Met een gevoel van verlichting zagen we het daglicht verschijnen in den luister van een tropische morgenstond na die uren van duis ternis en angst. Onze zenuwen waren totaal overspannen, maar we betreurden het niet na de onvergetelijke oogenblikken, die we hadden beleefd in het tête a tête met de wilde dieren. Ik heb veel ondervonden op mijn sportreis in Afrika, maar niets overtreft de ontroering van den nacht van 21 Mei. Bovendien had die nacht mij de schoonste resultaten opgeleverd in den vorm van tien leeuwenfoto's, een helden stuk; het zal mij waarschijnlijk wel nooit ge geven zijn, het nog eens over te doen. Onze eerste zorg bij aankomst in het kamp was natuurlijk de ontwikkeling der platen, en ik kan geen woorden vinden, om de vreugde uit te drukken en de oneindige voldoening, die wij voelden, toen we de beelden zagen ver schijnen. De foto's waren volkomen gelukt. Een uitvinding van een vrouw. Met ge noegen maken wij melding van de uitvin ding van een vrouw, medegedeeld in het Maandblad voor Ziekenverpleging van 15 April j.l. Wij lezen hierover; Frau Marie Latwesen te Kassei, heeft een hitvinding gedaan voor de verpleging van zuigelingen, kraamvrouwen en zieken. Door jarenlange ondervinding en praktijk, bij haar eigen kinderen opgedaan is bet haar gelukt, een stof samen te stellen, die voor luiers en onderkleeren gebruikt kan worden. Deze stof is zoo goedkoop dat men ze wegwerpt of verbrandt na het gebruik, waardoor het was- schen en spoelen, welke bewerkingen zooveel last in een huishouden veroorzaken, totaal vervallen. Deze nieuwe stof, Mullzellstof genaamd, is in ziektegeval, vooral bij over erfelijke ziekten, zeer aan te bevelen. Voor op reis met kinderen kan ze van veel nut zijn, daar ze zeer licht is en gemakkelijk mede te nemen. In het ziekenhuis te Kassei zijn de eerste proeven er mede genomen en met het beste gevolg: de stof zuigt zeer goed op en heeft het voordeel, wanneer ze nat is, geen o.*»*angenaam gevoel van koude te veroor zaken. Frau Latwesen is nog doende, om dê stof voor andere doeleinden, bruikbaar te maken; een commanditaire vennootschap heeft het patent overgenomen, om door de verbreiding van dit artikel een gehcele ver andering in het gebruik van ondergoed in het leven te roepen. Pierpont Morgan op een schilderijenten toonstelling. De bekende Amerikaansche miliardair bezocht één dezer dagen de schil derijententoonstelling te Florence. Hij ver scheen zoo vertelt een medewerker van de „Giornale d'Italia" incognito, „als een zeer gewoon sterveling" en was opgetogen over hetgeen hij zag. Morgan hield er echter een zeer bijzondere manier op na van zijn bewon dering te uiten. Hij drukt alles uit in getal len. Wat een ander „goed" noemt, heet hij hem „honderdduizend", wat wij „schoon" noemen, is bijhem „tweemaal honderdduizend". Zoo heeft hij ook in het Palazzo Vecchio voor de schilderijen die hem zeer bevielen, slechts in getallen gedacht en gesproken. Voor een schilderij, dat aan de gemeente Toscane behoorde, zeide hij: „Daarvoor geef ik honderdduizend". Voor een schilderij met twee kinderen van een vorst uit het huis van Savoye, steeg de thermometer zijner bewondering tot 200.009 lire, om voor de luitspeelster van Caravag- göio tot een half millioen naar hoven te vliegen. „Dat alles is echter niet te koop. Het be hoort aan groote heeren, die geen geld be hoeven," merkte een van de metgezellen van den milliardair terloops op. „Aan wien behoort de luitspeelster?" zoo vroeg de Amerikaan, zonder zich uit het veld te lateu slaan. „Aan den te Weenen wonenden vorst Van Lichtenstein." „Dan zal ik naar Weenen gaan en we zul len zien, of hij niet op mijn bod zal ingaan," antwoordde Morgan met rotsvaste overtui ging. „Hij heeft slechts te vragen...." Op deze wijze verliep het bezoek van den dollarkoning. De heer Morgan zweeg echter geheel, toen hij voo rde schatten der Medi- cies stond, omdat hij wel vermoeden kon dat deze schatten onschatbaar en onbetaalbaar zijn. De heer Morgan raakte hier aan de gren zen van zijn macht en kon aan zijn bewonde ring geen uiting meer geven. Koers van heden Vorige Koers van heden Vorige Vorige Koers. Scheiding' goed in het midden, hoor! Waar moet dat vijfde haartje, méneer?) THEORIE EN PRACTIJK. Onderwijzer. Maar jongen, vat je hui niet, dat een .breuk kleiner is dan een ge heel. Als je vader bijvoorbeeld een heelen' meter katoen moet verkoopen en hij heeft' maar Vs M., wat doet hij 'dan. Jongen. Dan meet hij wat krap,' STIJLBLOEMPJE. De Chinees schrok zoo> hevig, 'dat hom da staart te berge rees. PAARDENKRACHT. Je baas schijnt tegenwoordig zijn slat, gerij met een motor te drijven is het piet slager Hoe dat zoo, mevrouw Hoe inleent u Nu, uit de biefstuk gister kon jk dui-J delijk de paardenkracht proeven, v "I IETS GOEDS. Eén ding bevalt mij erg in uw liovb kleiue, mevrouw, zei een bezoeker, die het geduldig had verdragen, dat de „lieve klei ne" op zijn likdoorns ronddanste fe'n zijp bakkebaarden uittrok. En dat is glimlachte de moeder.; [WeL mevrouw, dat hij geen tweeling is. AFKOELING. [Uw compositie'is niet zonder stem ming. Ze wekt zulke weemoedige gedachte^ °P— Zoo rJa, laan overleden grootheden.; v j KRITIEK-: Jongetrouwde schilderes. Het heerlijk ste stilleven zijn toch de wittebroodswe- ken DOUCHE, Jongmerisoh ('n weinig opgeblazen). Ja, ik mag gerust zeggen, dat ik gisteravond op 't partijtje eb de man was, waag alles om draaide, J [Meisje (leuk)-: Was je zóó dronken 1 Nederland, 8 pCt» Cert. Neder!. Werk Schuld 2i/« pCt Cert. Bulgarije. 5 pOt. Tabaksleeriing 5 Zegeileeniag Duitsehland. 8 pCk Rijksl88ning' 8% Pruiasen, Consols Hongarije. 4 pCt. Goudleeoing 4 Oblig. Kronenrente Oostenrijk. 5 pGt. AprilOctoherrente 4 Jan.—Julirente 4 Mei—Novemberrente Portugal. 4l/c pCt Tabaksmonopolie 8 Obl. Ie Serie 3 ObL 3e Serie Rumenië. 5- pCt. Geldieening 1908 Bus land. 5 pCt. Gouilaening 1884 41/g Iwa ngor. Dombrowo 41/, Rusland 1909 4 4 4 4 4 4 4 Grccte Rass. sp.1898 Nioolai Sp. Rusland 1880 Zuid-West Rusland Hope Ros land 1894 6e Em. Rusland Binnenl. 4 pCt. Orel Vitebsk 84% 70V4 96 82i3/ie 93 9374 91% 967* 93 943/4 65%c 63%f 981/4 961/4 9 o 9574 87 93 86V4 87 87% 937? 871/2 8P,£ 703/4 Jlu/,c 66 64 967ie 9f7« 96 87% 92% 873/4 867a 87% 85 84% 71% 3 pCt. Transcauc. Spoor 2 urkije. 1 pCt. Geunif. Turken 4 Bagdad spoor China. 47e pCt. Gondleening 1898 Japan. pCt. Imperial Loan l7s Obl. Ie Serie h/o Obl. 2e Serie Cuba, 5 pCt, Goudleening 1804. Mexico. ■5 pCt. Binnenland 5 Goudleening in p.St, Brazilië. ■5 pCt. Funding Loan a Brazilië 1889 Bahia in p.St, Para 1907 B Rio de Janeiro, (Fed. Dist.) a Sao Paulo 1908 Dominica. j pCt. Douane Leening Gemeente Leeningen. 1 pCt. Amsterd. 1900—1901 Haarlem a Stad Bosario B Stad Para Hypotheek Banken. 1 pCt. Algemeene H.B.K. a Haarlemsche H.B.K. Nationale H.B.K. 831% 9917m 98 4874 1003/4 103% 87-/8 101%, 1021/4 6574 98i/f 0 pCt. Argent H.B.K. Cedula L. 5 dito Cedula K. 4 Pandbr. Hong. Hyp. B.K. 41/ B Ungar. Landes Centr, Sp. lndustrieele ondernemingen. Aand. Amalgamated Copper B American Car en Foundry a Am. Hide Leather a Anglo Amer. Telegr United. Cigar United States Steel Cultuur ondernemingen. Aand. Barge Moorm a Cult. Mij. Voistenl. a Hand, Maatsch. Mijnbouw Maatschappijen Pref. Aand, Paleleh Gew. Aand. Redjang Lebong. Comm. Pittsburg Coal Petroleum. Aand. Geconsolideerde a Koninklijke petr, I-ioeara Enim a Sum. Palemb. Zuid Perlak Rubber. Aand. Amsterd. Rubber Amsterdam-Java Deli-Batavia Nederl, 96u% 94 99% 9274 9974 993/4 9674 94 99% 993/4 33% 833/s 63'bit 527, 23 27/4 6672 74% 62% 23%; 56/is 74'/ie 52% 749/i6 1223 1527, 188 l22i/2 150% 151% 12672 47% 773 20 7l 125% 473/4 780 20 1267* 348 151 21274 168% 119% '150 456 215% LÖ97! U972 354 17074 127 89 97% 69 838 657, 235 Aand. Serbadjadi Rubber Intercontinentale Scheepvaart. Aand. Java, China, Japan Aand. Kon. Paketvaart a Ned. Scheepv. Unie 472 pCt. Obl. Marine Pref. Marine Comm. Marine Tabak. Aand. Amsterdam Deli a id. Serdang a Arendsburg a .Bindjeij Nieuwe Asaksyi Soekowono Diversen. Aand. General Trading Restandbew. Maxwel Pref. Peru Comm. Spoorwegen. Aand. Hollandsche Spoor 4 pCt, idem Aand. Staatspoor. I pCt. idem. Obl, Underground 3 a Zuid Ital. Spoor. Aand Warschau Weenen 4 pOt. idem 10elis Serie 47? a Mosk. Kieuw Wor. 4Wladikawkas Common Topeka. pCt. Alg. Hyp. Topeka 1 Conv. Bd. idem I26V4 301/2 94% 15 7 145% 6674 16V2 5 695 01V4 760 11074 60 207 121 607n 431/4 11% 82 1003/3 89% 1001/, 973/4 67% 22571- 901/2 9772 99% 1097, 993/is 1061/4 1261/4 303/4 1573/, D5% 661a/! 16% 595 5174 <50 110»/4 60 12U/4 60 421, lib 100/2 963/4 63 9IV4 991/1 16% 11% 97 Common Denver Common Erie. 1 pCt. general Erie. Common Kansas 0. South. Pref. Kansas C. South, 3 pCt. Obl. idem. Common Missouri K.T. 4 pCt. le hyp. idem. 47s pOt. Nat. Rail w of Mexioo Common New-York Ontario Common Norfolk Common Rock Island Common South Pacifio 4 pCt. Convert idem J a le Ref. Hyp. idem, Comm. Southern Railw. Common Union Pacific 4 pCt. goud ObL idem. 4 a Convert Obl. idem. Common Wabash Sh. Wabash Pittsburgh 2e Hyp. Loten. i pCt. Amsterdam 1874. Witte Kruis. 21/2 pCt, Antwerpen 1887. 4 pCt. Theiss Reg. Stad Madrid. Turkije 1870 Congo. Peolonqatik 2815/,. 30% 75% 34% 6711/l 6 72% 32'%c 97% 1001%, 4U/4 1067, 301/4 11478 97% 9178 ;'6;/8 i'5% 1011/4 104% 1678 6Vie 927. 158% 691/n 5174 42.40 29%, SO'Vte 837, 677S 1051/j 2915/ 1133/4 26% 17674 .16 16% 82 3% 29V4 30'%8 34 82/2 30% 263/4 16% ±9 Londen heerschte heden voor Ameri kaansche waarden pene vaste stemming-,, wat .door onze beurs schoorvoetend werd gevolgd, de variaties hij gisteren gijn miniem? en van handel mag haast niet meer gesproken wor den. verscheidene fondsen konden in het laat ste half uur der beurs nog leen koers maken, izieh een verlies m'oesten' getroostenSnzon- van eene bepaalde tendenz was pan onzederheid SoSZigiïi Raja. en Mij, voor N. I. beurs totaal geen sprake. Qul( uurzaken, öfe oorzaak van deze idaiing 'Op de locale marlet was meerdere handel te i werd verschillend .tóoordeeld, .doch in ieder bespeuren, echter niet ten gunste der koersen, geval zal het niet rooskleurig gijn, wanneer door algemeen, Culluusn, Rubber, Tabakken,met een paar dagen meerder positiefs dnar- Franscbe f 47,65 f 47,90 Belgische f 47,55 f 47,80 Engelsche f 12,05 f 12,15 'Alles wijst er op 'dat hét holog noodig tij'cj wordt dat, zépjajs in Dluitschland. het yerA van békend zal gijn. Het laatste jaiar hééft het publiek jdivterse waarden geslikt, zonder gioh rekenschap te spreiden van: Jr_. geven, ,wat het feitelijk waiaTdi was, alleen!ken voorspiegelingen strafbaar wordt pp opgeschroefde prospectussen, met voor- j steld. spiegelingen van reuzen winsteto. Staatsfondsen verlaten pn m veranderd, Vorige Koers van heden. Vorige Koers van heden fcoers. H. koers. U H. prospectussen met bedrieglijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 8