ALLERLEI.
r,h
Anecdoten.
1
het fotografeeren van leeuwen
in de natuur,
MAANüAG 8 MEI I <1.
SEP
No, 1535
BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Opgave van
F. Th. EVERARD.
pij den kattrol
Noteering van
ZATERDAG 6 MEI,
957a
ioo78
32 /a
koers van vreemde banknoten.
Pruisische f 58,976 f 59,225
n
géi
VOOR DE HU IS KA
Aarde en haar Volken bevat een aardig ge
schreven en aantrekkelijk geïllustreerd artikel,
getrokken uit het boek van Radclyf te Dug-
more over het fotografeeren van wilde dieren
in Afrika's wildernissen. Wij nemen er een
brok uit over.
We zouden geen betere plek hebben kunnen
vinden, om bij kunstlicht foto's te maken en
geen betere ligging ook voor bet aanlokkings
middel van de wilde dieren.
Buitendien was de omgeving uitstekend, met
dien achtergrond van boomen, lage planten en
doornstruiken, maar ook bevond zich aan den
overkant een lichte terreinsverhooging, naar
een boma een ideaal observatorium zou zijn.
De holte van de rivierbedding vormde een be
dekking tegen aanvallen van de leeuwen bij
verrassing; ze was te breed, dan dat de wilde
dieren er met één sprong over heen zouden
komen, en dus moesten ze er eerst in afdalen
en dan weer naar boven klimmen. Daarbij wa
ren er twee prachtige standplaatsen voor de
camera's, niet ver van de ontworpen boma; er
waren geen struiken of andere planten tus-
schen het objectief en de dierenresten.
Het weer was goed en alles moest voor den
avond in gereedheid wezen. We keerden er in
alle haast heen terug, om er vlug te ontbijten
en ons plaatsje weer in te nemen met de noo-
dige hulpmiddelen en ons personeel.
De drie donkere kamers werden op één rij
geplaatst met tusschenruimten van acht tot
tien voet en op een afstand van 9 M. van het
karkas van het doode dier. Ze waren bevestigd
aan de lamp met denzelfden electrischen
draad, zoodat alle toestellen tegelijk fuuction-
neerden. In de boma, die gemaakt was op tien
meter afstand van de resten van de antilopen,
hadden we nog twee toestellen en een over
complete lamp. Dus hadden we bet noodige om
foto's te kunnen nemen voor bet geval dat de
leeuw niet wegging na de eerste ontbranding
of ingeval het wilde dier zich op de boma zou
werpen. Om half zes, toen de boys ons een wel
kom maal brachten, was alles in orde.
Na gegeten te hebben, slopen we in de bo
ma, die we zorgvuldig sloten; we gebruikten
er een kop warme koffie en rookten een lek
ker pijpje. Pas waren we daarmee gereed, en
de duisternis was al gevallen, of we boorden
tot onze groote verbazing een licht geluid
door het gras achter de prooi, die als lokmiddel
diende. Al spoedig konden we een donkere
massa onderscheiden, die door het gras nader
de, dan een tweede en nog een volgende. Zon
der eenigen twijfel waren dat leeuwen, meer
dan we hadden begeerd, en om de waarheid te
zeggen, moet ik bekennen, dat de gedachte aan
bun tegenwoordigheid op nauwelijks tien of
vijftien meter van ons verwijderd, ons heftig
ontroerde.
De nacht was zoo donker, dat we niets kon
den onderscheiden in de schaduw der boomen.
Het waren geen leeuwen die wij zagen, het
waren schimmen van leeuwen, die samensmol
ten met de vormen van boomen en struiken.
Het was bijna onmogelijk hun plaats te onder
kennen. Twee leken boven de prooi te zijn, de
derde op zij en er onder. Het was een eigen
aardig geluid, dat zij maakten, alsof zij been-
deren kraakten. Een oogenblik werd ik bang,
dat een der wilde dieren het karkas zou mee
nemen en verder versieepen, wat onze plannen
totaal in de war zou hebben gebracht. Om mij
op dat punt gerust te stellen, nam ik uit mijn
zak een electrisch zaklantaarntje, waarvan bet
zwakke schijnsel mij vergunde waar te nemen,
dat er inderdaad drie dieren waren, maar dat
één ervan dicht genoeg bij de resten van de
antilopen was, om zich in het veld van de ob
jectieven te bevinden. Dat laatste beest was
een leeuwin, wier oogen het licht van mijn
lamp op vreemde wijze weerkaatsten. De aan
blik was zoo overweldigend en ontroerend, dat
ik er baast niet aan kon denken op den knop
te drukken.
Doch al gauw kwam ik terug tot bet gevoel
van de werkelijkheid en begon te begrijpen,
dat ik door oponthoud gevaar zou loopen, niet
te profiteeren van zoo exceptioneel gunstige
omstandigheden. Ik drukte op den knop; het
bliksemlicht vloog over het tooneel, om daarna
voor een duisternis plaats te maken, die nog
dichter was en ondoordringbaarder dan te vo
ren, terwijl de leeuwen, verrast en verschrikt
haastig de vlucht namen. We hoorden hun dof
gebrul iu de verte wegsterven. Wat ons betreft,
de zekerheid van drie foto's vervulde ons met
een vreugde, die het moeilijk viel stil te hou
den.
Maar nu deed zich een vraag voor, een deli
cate vraag, omdat er van niet minder sprake
was dan van de nieuwe vulling van de lamp
en een verwisseling der platen. Moesten we het
dadelijk doen, eer de leeuwen van hun verba
zing waren bekomen, of moesten we wachten
tot ze ver genoeg zich hadden verwijderd? Het
eerste was het beste, want we hadden geen
enkel middel om precies te weten, hoe ver ze
waren weggegaan. Bovendien, als we wachten,
konden ze op hun schreden terugkeeren en ons
overvallen buiten de boma, wat minder prettig
en geriefelijk zou zijn geweest.
Niet zonder een zekere onrust slopen we uit
onze schuilplaats, om het stellig minst aan
gename deel van de photographische werk
zaamheden te verrichten. Onnoodig te zeggen,
dat we geen seconde verloren. In enkele minu
ten was alles weer in orde, en we waren met
een gevoel van dankbare herinnering weer in
de boma terug. Twee uur lang kwam niets
onze rust storen. Heel in de verte hoorden we
gebrul van leeuwen en het zoo kenmerkende
gehinnik van de zebra's, maar tegen negen uur
ontdekten we vrij duidelijk de vormen van een
leeuwin, die zachtjes naar het karkas sloop.
Nu raakte ze het bijna aan. Het magnesium
ontbrandde, de omgeving werd verlicht in een
even schel als kort schijnsel, en we hadden op
die manier onze beste leeuwenfoto.
Het dier stond met de zijde naar het toestel;
het was acht meter van ons af, gereed om de
overblijfselen van de antilope te verscheuren,
Loen het bliksemlicht haar verraste. Daarna
was ze met een enkelen sprong verdwenen.
We moesten verwachten, dat na twee der
gelijke ervaringen de wilde dieren wel niet
zouden terugkeeren. Maar het liep anders, en
gelukkig hadden wij ons met lampen en gewe
ren en toestellen nog weer gereed gehouden.
Er verliep een heele tijd, en geen der honge
rige dieren daagde op. Maar hun gebrul, dat
uit alle richtingen tot ons kwam, hield ons op
ons qui vive.
Om twee uur in den morgen hoorden we
plotseling een soort van een dof gegrom, dat al
naderbij kwam, ofschoon het ons onmogelijk
was, het toe te schrijven aan een of meer van
de dieren, die door het hooge gras op ons af
kwamen. Gedurende langen tijd konden we in
het droge en hooge gras niets onderscheiden,
en toch hield het gegrom aan, en maakte ons
zelfs eenigszins zenuwachtig. Er is werkelijk
iets zeer prikkelends in het gebrul van een
leeuw, die onzichtbaar blijft. Men moet het
dier zien, om dat gevoel van onaangenaamheid
kwijt te raken.
Eindelijk waren drie leeuwen te zien; ze
teekenden zich tegen de lucht af op den oever
achter het lijk van het hertebeest. Ze bewogen
zich op geheimzinnige manier, nu eens ver
schijnend, dan weer verdwijnend in het hooge
gras en de dichte schaduw der boomen. Hun
schrikkelijk gebrul hield geen oogenblik op.
Het is zeker, dat ze onze aanwezigheid be
schouwen als een bedreiging voor hun veilig
heid, terwijl wij van oordeel zijn dat zij ons
in gevaar brengen.
Om den toestand nog verwikkelder te ma
ken en nog belangwekkender, verschijnt een
vierde leeuw achter de boma. Hij brulde ook
en we begrepen, dat wij schuld hadden aan zijn
onrust. Op een gegeven oogenblik was hij niet
meer dan drie meter van ons af. Hoewel we
ons niet bepaald op ons gemak gevoelden, kon
den we toch met innerlijke belangstelling ons
afvragen, hoe dit avontuur wel zou afloopen.
De ontroering nam intusschen toe, en mijn
thuis leek mij buitengewoon ver, terwijl ik met
melancholie aan de levensverzekering dacht.
De leeuwen waren nog niet tot een besluit
gekomen. Zij vroegen zich waarschijnlijk af,
of ze ons zouden aanvallen of maar kalm aan
hun maaltijd gaan. De tijd viel ons afschuwe
lijk lang. Maar plotseling daalde een leeuwin
in de bedding af. Zoodra ze niet meer dan een
paar passen van de antilope verwijderd was,
drukte ik op het knopje; onze zenuwen waren
zoo gespannen, dat we opsprongen bij de ont
branding van het licht. En de leeuwen sloegen
op de vlucht onder het uitstooten van een ver
vaarlijk gebrul. Wat dien leeuw betreft, die
zich achter de boma bevond, ik weet niet, waar
hij gebleven is.
Reeds gedurende het eerste deel van den
nacht aarzelden we, als we ons buiten de boma
moesten wagen. En nu vroegen we ons af, of
het niet beter zou zijn, hier met het fotogra
feeren op te houden, dan uit onze schuilplaats
te treden. De leeuwen hadden een bepaald
aggressieve houding aangenomen, en ze sche
nen woedend geworden door het feit van die
herhaalde stoornis in hun maaltijd.
De gelegenheid echter, nog een paar uitste
kende foto's te nemen, was zoo gunstig, dat we
het een dwaasheid zouden vinden, er geen
voordeel van te trekken. Bevend, dat beken ik,
sloop ik weer uit de boma. De duisternis was
dreigend. De leeuwen brulden overal in de
omgeving. We zochten zoo goed mogelijk den
naasten omtrek af, eer we een schrede vooruit
waagden. Het zwakke schijnsel van ons lampje
verhoogde nog bijna de verschrikking van on
zen toestand. Eindelijk waren we bij de toe
stellen gekomen; de lamp werd opnieuw ge
vuld en enkele seconden later ademden we
weer vrijer in de beschutting van onzen door-
nenversterking.
Er verliepen geen twee uren voor den terug
keer van onze nachtelijke bezoekers.
Er waren er maar twee, maar het waren
twee zeer luidruchtige leeuwen. Ze brulden, ze
gaapten, liepen heen en weer, maar verlieten
den oever der rivier niet. Een uur lang duurde
dat gedraaf. We begonnen af te wennen aan
hun bedreigingen. Ten slotte werden ze kal
mer, en we konden ze zien liggen bij een boom
tegenover ons. We waren niet op ons gemak;
hun plotselinge stilte was nog verschrikkelij
ker dan het gebrul, want gewoonlijk gaat ze
vooraf aan hun wandaden. Instinctmatig gre
pen we naar onze wapens; ik trok een revol
ver te voorschijn, voor het geval van een ge
vecht op korten afstand. Er verliepen verschei
den seconden, seconden die ons eindeloos leken,
lang als minuten, en nog steeds die doodelijke
stilte, die. zoo drukkend was. De beide wilde
dieren bleven liggen, even onbeweeglijk als de
boom, waarvan de takken zich over hen uit
strekten.
Moesten wij den strijd beginnen en schie
ten? Het zou onvoorzichtig wezen in de diepe
duisternis; we konden ons doel missen. Wij
wilden liever wachten, dat een toevallige om
standigheid hun aandacht zou afleiden. Die
liet niet lang op zich wachten in den vorm
van een licht geluid. De beide leeuwen daalden
dadelijk van den oever naar beneden en kwa
men brullend in onze richting. We waren dood
verschrikt en maakten ons gereed hen te ont
vangen. Ze hadden de zandige bedding bereikt
en kwamen nader. Ze waren niet meer dan vijf
meter verwijderd van onze schuilplaats. Maar
plotseling veranderden ze van gedachten en
trokken zich snel terug. Eindelijk herademden
wij en waren blij ons werk voor dien nacht ge
daan te hebben.
Met een gevoel van verlichting zagen we
het daglicht verschijnen in den luister van een
tropische morgenstond na die uren van duis
ternis en angst. Onze zenuwen waren totaal
overspannen, maar we betreurden het niet na
de onvergetelijke oogenblikken, die we hadden
beleefd in het tête a tête met de wilde dieren.
Ik heb veel ondervonden op mijn sportreis in
Afrika, maar niets overtreft de ontroering van
den nacht van 21 Mei. Bovendien had die
nacht mij de schoonste resultaten opgeleverd
in den vorm van tien leeuwenfoto's, een helden
stuk; het zal mij waarschijnlijk wel nooit ge
geven zijn, het nog eens over te doen.
Onze eerste zorg bij aankomst in het kamp
was natuurlijk de ontwikkeling der platen, en
ik kan geen woorden vinden, om de vreugde
uit te drukken en de oneindige voldoening, die
wij voelden, toen we de beelden zagen ver
schijnen. De foto's waren volkomen gelukt.
Een uitvinding van een vrouw. Met ge
noegen maken wij melding van de uitvin
ding van een vrouw, medegedeeld in het
Maandblad voor Ziekenverpleging van 15
April j.l. Wij lezen hierover;
Frau Marie Latwesen te Kassei, heeft een
hitvinding gedaan voor de verpleging van
zuigelingen, kraamvrouwen en zieken. Door
jarenlange ondervinding en praktijk, bij haar
eigen kinderen opgedaan is bet haar gelukt,
een stof samen te stellen, die voor luiers en
onderkleeren gebruikt kan worden. Deze stof
is zoo goedkoop dat men ze wegwerpt of
verbrandt na het gebruik, waardoor het was-
schen en spoelen, welke bewerkingen zooveel
last in een huishouden veroorzaken, totaal
vervallen. Deze nieuwe stof, Mullzellstof
genaamd, is in ziektegeval, vooral bij over
erfelijke ziekten, zeer aan te bevelen. Voor
op reis met kinderen kan ze van veel nut
zijn, daar ze zeer licht is en gemakkelijk mede
te nemen. In het ziekenhuis te Kassei zijn de
eerste proeven er mede genomen en met het
beste gevolg: de stof zuigt zeer goed op en
heeft het voordeel, wanneer ze nat is, geen
o.*»*angenaam gevoel van koude te veroor
zaken. Frau Latwesen is nog doende, om dê
stof voor andere doeleinden, bruikbaar te
maken; een commanditaire vennootschap
heeft het patent overgenomen, om door de
verbreiding van dit artikel een gehcele ver
andering in het gebruik van ondergoed in
het leven te roepen.
Pierpont Morgan op een schilderijenten
toonstelling. De bekende Amerikaansche
miliardair bezocht één dezer dagen de schil
derijententoonstelling te Florence. Hij ver
scheen zoo vertelt een medewerker van de
„Giornale d'Italia" incognito, „als een zeer
gewoon sterveling" en was opgetogen over
hetgeen hij zag. Morgan hield er echter een
zeer bijzondere manier op na van zijn bewon
dering te uiten. Hij drukt alles uit in getal
len. Wat een ander „goed" noemt, heet hij hem
„honderdduizend", wat wij „schoon" noemen,
is bijhem „tweemaal honderdduizend".
Zoo heeft hij ook in het Palazzo Vecchio
voor de schilderijen die hem zeer bevielen,
slechts in getallen gedacht en gesproken.
Voor een schilderij, dat aan de gemeente
Toscane behoorde, zeide hij: „Daarvoor geef
ik honderdduizend".
Voor een schilderij met twee kinderen van
een vorst uit het huis van Savoye, steeg de
thermometer zijner bewondering tot 200.009
lire, om voor de luitspeelster van Caravag-
göio tot een half millioen naar hoven te
vliegen.
„Dat alles is echter niet te koop. Het be
hoort aan groote heeren, die geen geld be
hoeven," merkte een van de metgezellen van
den milliardair terloops op.
„Aan wien behoort de luitspeelster?" zoo
vroeg de Amerikaan, zonder zich uit het veld
te lateu slaan.
„Aan den te Weenen wonenden vorst Van
Lichtenstein."
„Dan zal ik naar Weenen gaan en we zul
len zien, of hij niet op mijn bod zal ingaan,"
antwoordde Morgan met rotsvaste overtui
ging. „Hij heeft slechts te vragen...."
Op deze wijze verliep het bezoek van den
dollarkoning. De heer Morgan zweeg echter
geheel, toen hij voo rde schatten der Medi-
cies stond, omdat hij wel vermoeden kon dat
deze schatten onschatbaar en onbetaalbaar
zijn. De heer Morgan raakte hier aan de gren
zen van zijn macht en kon aan zijn bewonde
ring geen uiting meer geven.
Koers van heden
Vorige
Koers van heden
Vorige
Vorige
Koers.
Scheiding' goed in het midden, hoor!
Waar moet dat vijfde haartje, méneer?)
THEORIE EN PRACTIJK.
Onderwijzer. Maar jongen, vat je hui
niet, dat een .breuk kleiner is dan een ge
heel. Als je vader bijvoorbeeld een heelen'
meter katoen moet verkoopen en hij heeft'
maar Vs M., wat doet hij 'dan.
Jongen. Dan meet hij wat krap,'
STIJLBLOEMPJE.
De Chinees schrok zoo> hevig, 'dat hom da
staart te berge rees.
PAARDENKRACHT.
Je baas schijnt tegenwoordig zijn slat,
gerij met een motor te drijven is het piet
slager
Hoe dat zoo, mevrouw Hoe inleent u
Nu, uit de biefstuk gister kon jk dui-J
delijk de paardenkracht proeven,
v
"I IETS GOEDS.
Eén ding bevalt mij erg in uw liovb
kleiue, mevrouw, zei een bezoeker, die het
geduldig had verdragen, dat de „lieve klei
ne" op zijn likdoorns ronddanste fe'n zijp
bakkebaarden uittrok.
En dat is glimlachte de moeder.;
[WeL mevrouw, dat hij geen tweeling is.
AFKOELING.
[Uw compositie'is niet zonder stem
ming. Ze wekt zulke weemoedige gedachte^
°P— Zoo
rJa, laan overleden grootheden.; v
j
KRITIEK-:
Jongetrouwde schilderes. Het heerlijk
ste stilleven zijn toch de wittebroodswe-
ken
DOUCHE,
Jongmerisoh ('n weinig opgeblazen). Ja,
ik mag gerust zeggen, dat ik gisteravond
op 't partijtje eb de man was, waag
alles om draaide, J
[Meisje (leuk)-: Was je zóó dronken 1
Nederland,
8 pCt» Cert. Neder!. Werk
Schuld
2i/« pCt Cert.
Bulgarije.
5 pOt. Tabaksleeriing
5 Zegeileeniag
Duitsehland.
8 pCk Rijksl88ning'
8% Pruiasen, Consols
Hongarije.
4 pCt. Goudleeoing
4 Oblig. Kronenrente
Oostenrijk.
5 pGt. AprilOctoherrente
4 Jan.—Julirente
4 Mei—Novemberrente
Portugal.
4l/c pCt Tabaksmonopolie
8 Obl. Ie Serie
3 ObL 3e Serie
Rumenië.
5- pCt. Geldieening 1908
Bus land.
5 pCt. Gouilaening 1884
41/g Iwa ngor. Dombrowo
41/, Rusland 1909
4
4
4
4
4
4
4
Grccte Rass. sp.1898
Nioolai Sp.
Rusland 1880
Zuid-West
Rusland Hope
Ros land 1894 6e Em.
Rusland Binnenl.
4 pCt. Orel Vitebsk
84%
70V4
96
82i3/ie
93
9374
91%
967*
93
943/4
65%c
63%f
981/4
961/4
9 o
9574
87
93
86V4
87
87%
937?
871/2
8P,£
703/4
Jlu/,c
66
64
967ie
9f7«
96
87%
92%
873/4
867a
87%
85
84%
71%
3 pCt. Transcauc. Spoor
2 urkije.
1 pCt. Geunif. Turken
4 Bagdad spoor
China.
47e pCt. Gondleening 1898
Japan.
pCt. Imperial Loan
l7s Obl. Ie Serie
h/o Obl. 2e Serie
Cuba,
5 pCt, Goudleening 1804.
Mexico.
■5 pCt. Binnenland
5 Goudleening in p.St,
Brazilië.
■5 pCt. Funding Loan
a Brazilië 1889
Bahia in p.St,
Para 1907
B Rio de Janeiro,
(Fed. Dist.)
a Sao Paulo 1908
Dominica.
j pCt. Douane Leening
Gemeente Leeningen.
1 pCt. Amsterd. 1900—1901
Haarlem
a Stad Bosario
B Stad Para
Hypotheek Banken.
1 pCt. Algemeene H.B.K.
a Haarlemsche H.B.K.
Nationale H.B.K.
831%
9917m
98
4874
1003/4
103%
87-/8
101%,
1021/4
6574
98i/f
0 pCt. Argent H.B.K.
Cedula L.
5 dito Cedula K.
4 Pandbr. Hong.
Hyp. B.K.
41/ B Ungar. Landes
Centr, Sp.
lndustrieele ondernemingen.
Aand. Amalgamated Copper
B American Car en
Foundry
a Am. Hide Leather
a Anglo Amer. Telegr
United. Cigar
United States Steel
Cultuur ondernemingen.
Aand. Barge Moorm
a Cult. Mij. Voistenl.
a Hand, Maatsch.
Mijnbouw Maatschappijen
Pref. Aand, Paleleh
Gew.
Aand. Redjang Lebong.
Comm. Pittsburg Coal
Petroleum.
Aand. Geconsolideerde
a Koninklijke petr,
I-ioeara Enim
a Sum. Palemb.
Zuid Perlak
Rubber.
Aand. Amsterd. Rubber
Amsterdam-Java
Deli-Batavia
Nederl,
96u%
94
99%
9274
9974
993/4
9674
94
99%
993/4
33%
833/s
63'bit
527,
23
27/4
6672
74%
62%
23%;
56/is
74'/ie
52%
749/i6
1223
1527,
188
l22i/2
150%
151%
12672
47%
773
20 7l
125%
473/4
780
20
1267*
348
151
21274
168%
119%
'150
456
215%
LÖ97!
U972
354
17074
127
89
97%
69
838
657,
235
Aand. Serbadjadi Rubber
Intercontinentale
Scheepvaart.
Aand. Java, China, Japan
Aand. Kon. Paketvaart
a Ned. Scheepv. Unie
472 pCt. Obl. Marine
Pref. Marine
Comm. Marine
Tabak.
Aand. Amsterdam Deli
a id. Serdang
a Arendsburg
a .Bindjeij
Nieuwe Asaksyi
Soekowono
Diversen.
Aand. General Trading
Restandbew. Maxwel
Pref. Peru
Comm.
Spoorwegen.
Aand. Hollandsche Spoor
4 pCt, idem
Aand. Staatspoor.
I pCt. idem.
Obl, Underground
3 a Zuid Ital. Spoor.
Aand Warschau Weenen
4 pOt. idem 10elis Serie
47? a Mosk. Kieuw Wor.
4Wladikawkas
Common Topeka.
pCt. Alg. Hyp. Topeka
1 Conv. Bd. idem
I26V4
301/2
94%
15 7
145%
6674
16V2
5
695
01V4
760
11074
60
207
121
607n
431/4
11%
82
1003/3
89%
1001/,
973/4
67%
22571-
901/2
9772
99%
1097,
993/is
1061/4
1261/4
303/4
1573/,
D5%
661a/!
16%
595
5174
<50
110»/4
60
12U/4
60
421,
lib
100/2
963/4
63
9IV4
991/1
16%
11%
97
Common Denver
Common Erie.
1 pCt. general Erie.
Common Kansas 0. South.
Pref. Kansas C. South,
3 pCt. Obl. idem.
Common Missouri K.T.
4 pCt. le hyp. idem.
47s pOt. Nat. Rail w of Mexioo
Common New-York Ontario
Common Norfolk
Common Rock Island
Common South Pacifio
4 pCt. Convert idem
J a le Ref. Hyp. idem,
Comm. Southern Railw.
Common Union Pacific
4 pCt. goud ObL idem.
4 a Convert Obl. idem.
Common Wabash Sh.
Wabash Pittsburgh 2e Hyp.
Loten.
i pCt. Amsterdam 1874.
Witte Kruis.
21/2 pCt, Antwerpen 1887.
4 pCt. Theiss Reg.
Stad Madrid.
Turkije 1870
Congo.
Peolonqatik
2815/,.
30%
75%
34%
6711/l 6
72%
32'%c
97%
1001%,
4U/4
1067,
301/4
11478
97%
9178
;'6;/8
i'5%
1011/4
104%
1678
6Vie
927.
158%
691/n
5174
42.40
29%,
SO'Vte
837,
677S
1051/j
2915/
1133/4
26%
17674
.16
16%
82
3%
29V4
30'%8
34
82/2
30%
263/4
16%
±9 Londen heerschte heden voor Ameri
kaansche waarden pene vaste stemming-,, wat
.door onze beurs schoorvoetend werd gevolgd,
de variaties hij gisteren gijn miniem? en van
handel mag haast niet meer gesproken wor
den. verscheidene fondsen konden in het laat
ste half uur der beurs nog leen koers maken, izieh een verlies m'oesten' getroostenSnzon-
van eene bepaalde tendenz was pan onzederheid SoSZigiïi Raja. en Mij, voor N. I.
beurs totaal geen sprake. Qul( uurzaken, öfe oorzaak van deze idaiing
'Op de locale marlet was meerdere handel te i werd verschillend .tóoordeeld, .doch in ieder
bespeuren, echter niet ten gunste der koersen, geval zal het niet rooskleurig gijn, wanneer
door algemeen, Culluusn, Rubber, Tabakken,met een paar dagen meerder positiefs dnar-
Franscbe f 47,65 f 47,90
Belgische f 47,55 f 47,80
Engelsche f 12,05 f 12,15
'Alles wijst er op 'dat hét holog noodig tij'cj
wordt dat, zépjajs in Dluitschland. het yerA
van békend zal gijn.
Het laatste jaiar hééft het publiek jdivterse
waarden geslikt, zonder gioh rekenschap te spreiden van: Jr_.
geven, ,wat het feitelijk waiaTdi was, alleen!ken voorspiegelingen strafbaar wordt
pp opgeschroefde prospectussen, met voor- j steld.
spiegelingen van reuzen winsteto. Staatsfondsen verlaten pn m veranderd,
Vorige
Koers van heden.
Vorige
Koers van heden
fcoers.
H.
koers.
U
H.
prospectussen met bedrieglijk