"TTnnenland. Oe vierduizend duivels. Het Japansche gevaar. NIEUWS UIT DEN OBilBEK. BU TENLAND. Sport en Wedstrijden. feuilleton. invoerrechten. "■7 NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT In het voorlaatste nummer van 3e „Revue des Deux Mondes", sohneef de beer burg graaf de la Mazelière een zeer opgemerkt artikel over de moderne Japansche instel lingen en wees bij er op dat, zoo Azië zoo als men beweert, 30 jaar na Europa komt, de Japansebe beschaving in elk geval meer vooruit is dan deze van menig Europeesoh. land. In ,La Revue" handelt nu Henri Labroue over de buitengewone uitbreiding van den invloed van Japan in Euröpeesche zaken. De schrijver bespreekt de handelsbetrek kingen van Japan met Europa en 'la; de Japansche handeLsuitbreiding met Euro pa de kroon zet op de geschiedenis van mo dern Japan, want bet was het indringen, van de (Westerscbis beschaving die een poli tieke, economische, sociale en zedelijke om mekeer in dat land teweeg bracht, maar die het thans ook een plaats hoeft doen inne men tusschen de rij der groote mogendheden. Zoo de Japaneeaen echter het indringen van den [Westersehen invloed zoozeer hebben gevoeld, dat zij het zelfs pen blank gevaar noemden, hebben zij thans ook op hunne beurt door hunne voortdurende rustelooze pogingen tot uitbreiding hunner macht niiet minder eenie buitengewone terugwerking pp Eiuropa doen ontstaan, zoowel door hunnei steeds stijgende handelsondernemingen als j door den doordringenden invloed van hunne staatkunde en diplomatie. De handelsbetrekkingen tusschen Japan en Europa stegen voortdurend en zoo de Japansche uitvoer naar Europa in 1895 reeds 4 millioen pond sterling bedroeg, in 1908 was dit getal reeds opklommen tot 8Va millioen pond, terwijl de invoer van Japan uit Europa steeg van 7 millioen tot I8V2 millioen pond in hetzelfde tijdsverloop. Japan heeft niet minder dan 35 consulaire agenten in Europa. Het vervoer gebeurt nog wel yoor een deel met Euröpeesche scheepvaartlijnen, doch geschiedt toch voor' het grootste deel door een machtige Japan sche scheepvaartmaatschappij jruet veerti en- daags chen dienst tusschen Japan en 'Mar seille, Londen, Middlesbrough en Antwer pen, zoowel voor het vervoer ,van passa giers als van koopwaar, zooals men het hier overigens genoegzaam weet. Van grooteren invloed nog is de inwer king van Japan op de wederzijdschie betrek kingen der groote mogendheden tot elkan der. Dit is voornamelijk het geval met Frank rijk, Rusland en Engeland. De Franco-Japansche, de RussoJapansehle en de Engelsch-Russische overeenkomsten, vormen als een soort „Triple Alliance' in Europa tusschen de drie groote Europeescn e j Staten, waarbij Japan als de verbindmgs- macht optrad. Van een politiek oogpunt be schouwd, ïs het echter hiet Anglo-Japansche verbond dat heden de internationale politiek behoerscht. De uitbreiding van den handel tusschen Engeland en Japan toont genoeg zaam aan welke nauwe betrekkingen er tus schen deze twee landen bestaan. Een belang rijk punt dat echter dient opgelost te worden is de kwestie van het namaken van Britsche j handelsmerken door Japan, want vele ar-| tikelen worden nu in Japan gemaakt cn dra-1 gen het bekende opschrift „Made in Eng- j land Belangrijk ook is het herzien der Engelsen-1 Japansche handelsovereenkomst, welke in 1912 moet gebeuren, terzelfder tijd als de I overeenkomsten van Japan met de Vcreemg- de Staten, Frankrijk, Duitsehland, enz., ten j einde loepen. (Waarschijnlijk zal Japan het "volgend jaar idcze overeenkomsten niet willen hernieuwen. Ook Frankrijk bekleedt m Japan eene met onbelangrijke plaats en hiet is vooral het Fransche kapitaal dat op de ^Japansche fi nanciën en zekere groote nijverheden een overwegendien invloed uitoefent. Uit poli tiek oogpunt bestaat er geen wrijving tus- 'schen deze twtee landen, maar uit een fi nancieel en handelsoogpunt_ heeft Japan te genover Frankrijk verplichtingen, welke het feronover Duitsdiland niiet heeft, alhoewel op° handelsgebied Japan in nauwere betrek- dingen verkeert met Dnitsoiilajid d&n mot Frankrijk. Duitsdiland is overigens de eeni- ge Europeeseh". mogendheid, welke geen po litieke overeenkomst met Japan heeft aange gaan. Italië, België, Holland en -de Skanai- navische landen onderhouden insgelijus han delsbetrekkingen met Japan. Dte betreliain- gen met Spanje betreffen moer Siiaansch- Amerika, verder is Japan nog betrokken m O 0 stenr ijk-Hong aarshe aan gele genheden Met Rusland onderhoudt Japan voorname lijk handelsbetrekkingen in Russisch-Azië waar door de overeenkomsten' met Rusland van 30 Augustus 1907 en 4 Juli 1910, den toestand van Japan, na de overeenkomst yan Portsmouth nog werd versterkt. Dit alles duidt volgens den schrijver een voorspel aan van het naderend Japansch gevaar in Europa, want zoowel in de IWjes- tersche als in al de andere zeeën volgt de oorlogsvloot de handelsvloot en in de di plomatieke betrekkingen en de Euröpeesche Statenverbonden bekleedt Japan een be langrijker aandeel dan menig andere Eurö peesche Staat. De reusachtige vooruitgang die Japan sinds de laatste 15 jaar gemahkt heeft, is het begin van een groot wereld drama waarin Japan de hoofdrol zal ver vullen. De nieuwe Italiaanscho onderwijswet. Het Italiaansche parlement zal zich bij de heropening eau het parlement aanstonds weder hebben bezig te houden met een wetsontwerp, dat door de Ka mer reeds is aangenomen, maar bij de behande ling in den Senaat eenige kleine wijzigingen heeft ondergaan. Bedoeld is de nieuwe Italiaan sche onderwijswet. Volgens de nieuwe wet zorgt de slaat voor de instelling van een provincialen onderwijsraad, zelfstandig voor iedere provincie en die het be heer van alle scholen op zich neemt, die niet in hoofdplaatsen van provincies of districten ge vestigd zijn. De hoofdplaatsen houden het beheer der school in eigen handen. Iedere hoofdplaats eehier, die minder dan 10.000 inwoners telt, kan van het beheer der scholen afstand doem en dit overdragen aan den. provincialen onder wijsraad. De gemeenten betalen voor de scholen evenveel als tot nu toe en de staat zal yoor de rest zorgen. Thans betjaien de gemeenfen jaarlijks 140 mil lioen en de staat 21 millioen lire voor het (Onder wijs. De siaal wil nu jaarlijks 16 millioen meer uitgeven, om na eenige jaren een fonds van 60 millioen voor onderwijsdoeleinden, hijeen te hebben. De staat wil buitendien aan de gemeen ten voor den bouw eii de verbetering der scholen een voorschot van 240 millioen lire verstrekken, die in jaarlijksehe bijdragen van 20 millioen over twaalf jaren zal worden verdeeld. Yoor de gemeenten is dit een renteloos voorschot; zij moeten echter de schuld in vijftig jaren terug- fa eial en. De Ifaiiaansche Katholieken kunnen echter de nieuwe wet niet met uitbundig gejuich begroe ten, gelijk de anli-clericalen reeds hebben gedaan. Iedere poging tot verbetering van, het onder wijs vindt bij hen natuurlijk warmen steun, maar zij vxeezen en naar onze meening niet ten onrechte dat, wanneer de slaat meer en meer het beheer der scholen op zich neemt, dit tevens lot een meerdere „Verleeking" van. het onder wijs zal leiden. Caualejas aan 't werk. De nieuwe wet op do vcrcenigingen. die Caualejas aan het Spaan- sche parlement zal voorleggen, moet naar ver luidt, bepalen, dat alle vereenigingen zijn ver plicht 0:11 de drie jaren een overzicht van hare inkomsten en uitgaven in te leveren. Dus ook en daarom zullen de bepalingen juist zoo ge maakt zijn de congregaties. Iedere religieuze-vereeniging heeft voor have oprichting vergunning van de regeering noodig. Staatsambtenaren, mogen zich vereenigen, on der voorwaarde evenwel, dat daardoor geen sto ring wordt gebracht in den algemeenen dieast. Vreemdelingen, mogen op Spaanschen bodem geen religieuze vercenlgiag oprichten alvorens te zijn genaturaliseerd. Vreemdelingen mogen ook niet aan politieke vereenigingen deel nemen. .Zelfs wordt geen vereeniging geduld, als meer dan een derde der leden uit vreemdelingen be staat, al hebben dezen zich laten naturaliseeren. Men ziet, dat naar alten kant de congregaties door deze regeling in het nauw gebracht zuilen worden. Om het toezicht op de eigendommen der con gregaties te krijgen, worden zij onder het ge in eene vercenigingsrecht gebracht. Om echter de oprichting in de hand te hebben, dus desveriangd te kunnen beletten, wordt weer een uitzonder ingsi;echt voor de congregaties ge maakt. Want zij alleen, behoeven voor hare oprichting een goedkeuring. Uiizonderingsrecht (of -onrecht) is ook de be paling van de verplichte nationaliteit. Ook daarmee denkt de Spaansche kerkVer- vofger de congregaties te treffen. Het is echter de vraag, of men dit voorstel maar goedschiks zal aannemen. Do oproerige Fransche wijnbouwers. De Fransche staatsraad zal in den loop van deze week de vertegenwoordigers van de departemen ten Maine en Aube hooren over de begrenzing van het champagne-gebied. De ex-prefect van politie, Elanc, heeft reeds een voorloopig rap port uitgebracht, waarin hij adviseert om het Aube-deparlement in het champagne-gdbied op le nemen. Te Epemay heeft men in een tuin 25 dyna- miet-paironen gevonden. Men vermoedt, dat de oor; pronk el ij ke bezitters van dat gevaarlijke goedje, ze daar gedeponeerd hefcfoen, uit vrees, dat de politie drm „schal" bij hen vinden zou. Vaische uiiui. in da gevangenis. In De; ember van het vorig jaar waren verscheiden geïnterneerden in de militaire strafgevangenis te Algiers door een opzichter betrapt op het vervaardigen van valsche francs en 25 centimes- stukken. De directie van de gevangenis stelde een onderzoek in en nu blèck dat in een der ce'.leu een valsche munterswerkplaats in minia tuur was ingericht. Deze zeer eigenaardige valsehe-munterij kwam nu dezer dagen voor den krijgsraad. Uit de ge- tuigenverhooren bleek, dat als materiaal voor het vervaardigen der valsche geldstukken ge bruikt werden tinnen en koperen: uniLforinknoo- pen, die de gevangenen biijkibaar zooveel kon den krijgen als zij maar wiLden hebben. Van een oud groenlenblikje en een spiraalveer uit een matras had men een giettamp gemaakt. Al leen in den nacht werd gewerkt. De valsche munters hadden van lakens en dekens een soort tent gemaakt, opdat de opzichter het schijnsel der lamp niet door het kijktgat in de deur tzou kunnen zién. De natgemaakte- geldstukken waren op het oog niet van echte te onderscheiden, al leen door den klank hoorde men het verschil. Daar in de cel slechts weinig valsch geld werd gevpnden, vermoedt men, dat er reeds een vrij groot aantal munten in omloop gebracht waren; De 4 misdadigers wérden door den krijgsraad veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf en van den militairen stand vervallen verklaard. Do geschiedenis Van een ring. Over enkele weken komt in het beroemde verkoopzaal van de firma Christie te Londen een kleinood onder den hamer, waaraan, een deel dar geschiedenis van Engeland verbonden is. Queen Bessy, koningin Elisabeth, schonk haar gunsteling graaf Essex een ring met de toezeg ging, dat zij hem elk verzoek zou inwilligen, wanneer hij hem ooit terug zou zenden. Toen nu Essex ter dood was veroordeeld, gaf hij den ring aan de echtgenoote van den admiraal Ho ward, 0111 bean aan de koningin te brengen cn genade voor hem te vragen, [Maar de admiraal, een van Essex meest ver bitterde vijanden, belette of verbood het haar en koningin Elisabeth, ten zeerste gebelgd over Essex' halsstarrigheid, daar zij meende, dat hij den dood de voorkeur gaf boven een verzoek om gnatie, bet haar gunsteling ter dood bren gen. Sir Dudley Carleston schreef later aan prins Maurice, die toen Engelsch gezant in Nederland was, dat Howards vrouw op haar sterfbed dc waarheid aan de koningin had verteld en haar den ring teruggaf. Queen Bessy was zoo woe dend, dat zij de stervende., ruw bij den arm schudde en liaar toeriep, dyht .od. haai dit ince.n vergeven!, doch dat zij dit zelf zeker nooit zou doen. De ring is van goud met arabesken in blauw email en versierd met een sardonyx-cainée, die de naar rechts ziende beeltenis van koningin. Elisabeth, met hoogen halskraag en hoofdsie raad, vertoont. De kunstenaar die deze neelienis heeft gesne den is vermoedelijk dezelfde onbekende Italiaans die het beroemde ptoriret van Hendrik VIII heeft gesneden, dat thans in de koninklijke ver zameling te indsor is. Oorspronkelijk het eigendom van Esscxs doch ter, Lady Frances Devereux, kwam de ring door erfenis in het bezit van Lord JohnThysme. Thans, nu er over onze invoerrechten zóó geschreven en gesproken wordt, lijkt, het niet van onpas eens- de bijzon0 eic aandacht te ves tigen op eene mededeeling, w elke, evenals ge woonlijk in andere maandverslagen, wederom in het verslag van onzen veehandel met België over de maand Maart 1J- i°orkomt: Zij luidt als volgt „Van veel belang was in de maand Maart onze handel in paarden en veulens; „In Zeeland vooral werden tegen zeer hooge prijzen voor Belgische rekening een groot aan tal paarden opgekocht; „Vlaamsche kooyd icd''1- gingen zelfs naar onze Noordelijke provinciën om paarden op te koopen „Deze paarden werden voor een groot ge deelte op de Belgische markten aan Duitsche kooplieden verkocht". Mat volgt hieruit? Dat Nederland, hetwelk den Duitsclien in voer zoo weinig belast, wederkeerig geen gun stige bepalingen van Duitsehland, voor den invoer van zijn paarden in dat Rijk, heeft kunnen bedingen, terwijl België, dat aan den Duitschen invoer meer belemmering in den weg stelt, wel vrijgevige bepalingen voor zijn paardeninvoer in Duitsehland heeft weten te verkrijgen. Het spreekt wel van zelf, dat de Belgen niet kosteloos hunne tusschenkomst verleenen om het Nederlandsche paard in Duitsehland ver kocht te krijgen en dat die bemiddeling "ten laste der Hollandsche landbouwers komt. „Centr." EEN ELECTRTSCHE CENTRALE VOOR NOORDS-HOLLAND. To Alkmaar hebbdn dB vorige week ver gaderd, op uitnoodiging Van eene Comm. van voorbereiding, burgemicesiers van gemeenten in Noord-Holland, om te hooren bepleiten het gewenschte van aansluiting van tl"zo ge meenten hij htat plan voor de oprichting eener electrische centrale voor een groot deel van Noord-Holland, m.a.w. om het reeds ge rijpte plan tot de oprichting van eene elee. centrale voor de Streek tusschen Hoorn en Enkhuizen uit te breiden. 48 gemeenten waren uit-genoodigd, het aantal aanwezigen ter vergadering was in verhouding van dit cijfer klein tie noemen. De voorz. de heter DibNits, Burgemeester van Zwaag, opent de verg. en zet niteen, dat eenl2-tai gemBenten de oprichting eener Centrale .voor de Streek hebbfen aangevat. Dé heer v. d. Hbgge Zijnen heeft daarna een rapport uitgebracht. Doze E'ec. Inge nieur van het Bureau te Utrecht thans het woord Verkrijgend deelt mede, dat hij de ren tabiliteit van cenB elec. centrale voor de streek onderzocht heeft, waarna; hem, ge bleken is, dat de zaak „alleszins levensvat baar is. Alle uitgaven had hij zoo hoog mo gelijk opgevoerd en de ontvangsten opzet telijk abnormaal laag. Daarna werd door 25 gemeenten aanslui ting verzocht en nog komen er steeds meer dere. In de öo'm'missiiè is toen' een grenslijn getrokken door Noord-Ho 11 andZij besloot alle gemeten ten, gelegen in dat deel der pro vincie, dat in het N. begrensd wordt door de gemeenten Betten', Zijpe. Barsingerhorn en in het Z. door Heemskerk. Uitgeest, Krom menie, fWortnërvtaer, [Wonner, Purmerend en Edam in He gelegenheid te stellen zich om trent aansluiting bij de combinatie uit te spreken. Dé prijzen zijn in dezie zaai betrekkelijk hoofdzaak. Door een prijs van 20 cent per eenheid voor licht en 10 cent voor an dere doeleinden', zal men coneurreeren met- gas. |Wie een abonnement wil sluiten voor een ampère-stroomgebruik, kan dit bezigen voor alle doeleinden, de prijs is dan 15.87 cent per oenheid. Deze prijzen zijn berekend op een maat staf, als 12 gemeenten zich aansluiten. Doordat er zich nu veel mBer aanslui ten willen, zullen die prijzen echter aan zienlijk worden gereduoeerd. De bedoeling is Bene naamlooZe vennoot schap te stichten waarvan in het kapitaal door de gemeenten wordt, deelgenomen. Er is daartoe geconfereerd met groote financiers. [Wanneer de gemeenten een aandeelenkapi- taal formeeren van 1 miliio>en met- 10 pCt. storting, zullen deze financiers eene obliga- tieleening ad. d'/e a 5 pCt, verstrekken van 2 millioen, zoodat dan gewerkt wordt met een totaal bedrag van f 2.100.000. De ge meenten Verplichten zich echter de nog niet volgestorte 90 pCt. eventueel bij te stor ten bij uitbreiding, enz. Een kleine gem-eente zal hoogstens f 10.000 aandeden nemen of 1000 storten. Keert de N.V. geen dividend uit, dan is hiet nadeel nog niet groot. De gemeen te zou dan Voor 1 pCt. rente plus 1 pCt. voor aflossing of f 50 te kort komen, welk bedrag wel öp de begroo ting kan gevonden worden. Dé commissie heeft zich gewend tot den Heer waarnemend Commissaris der Konin gin in Noord-Holland, die geen enkel be zwaar zag in deze regeling pn zelfs de ge vonden Oplossing van de finanti eelc en com- mercieële vraag „eene zeer .gelukkige vond terwijl van die zijde slechts hulp en me dewerking zou zijn te vinden, daar men het [plan in het belang der Provincie achtte. De commissie zal zich wenden .bij request tot den Raad der verschillende gemeenten die dan kunnen beslissen. Bene memorie van. toelichting is hierbij gevoegd. Voor deze verg. zijn de gemeenten tinnen' de gemelde grenslijnen uitgencoiigd. [YVaar een gasfabriek is, kaai eene regeling worden' getroffen, die elke concurrentie uitsluit. Ir. Nijmegen vinden wij naast eene gasfabriek een elec. centrale. Het debiet van deze gas fabriek was daar het eerste jaar na de op richting der centrale zieer gedaald, het twee de jaar constateerde men eene aanzienlijke stijging, het derde jaar was het gasverbruik weer gecompenseerd tot het geval van vroe ger. Spr. heeft uitgerekend, dat de gemeen te Enkhuizen bij den hoogsten prijs te no teeren n.l. 22 A. per eenheid zou behalen f 9.000 winst per jaar. Hoorn f 10.000. De te houwen centrale zal van gen totaal hijzonder systeem zijn n.l. als eene Ut-cr- land-Centrale (Plattelands-Oentrale) in Duitsehland, eene centrale, die er op gepro jecteerd is voor leen zoo groot mogelijk ge bied. Men zal het er öp aan leggen stevige netten aan te Leggen en eenvoudige deug delijke machines, terwijl hier de grond en do loonen lager zijn dan ergens anders. De voor zitter stelt de gelegenheid open tot het stel len van vragen, die door spr. worden be antwoord. De verschillend} gemeentebestu ren in Noord-Holland ontvangen dus bin nenkort van de Commissie een verzoekschrift om. aansluiting bij de elec. centrale. FRITS KOOLHOVEN. In aansluiting aan en naar aanleiding van ons feuilleton over Frits Koolhoven wijst een onzer Lezers (die echter de vliegwsek te Amsterdam niet .bijwoonde!) ens op een uit lating van den sportverslaggever der „Tele graaf": dat „wij, Hollanders, weinig reden hebben trotsch te zijn op een landgenoot, die naast de kranige vliegers een allerbe droevendst figuur geslagen heeft," Zonder nu nog te willen zeggen dat een persoonlijke rancune diezen verslaggever tot dergelijke volkoming onware beweringen heeft gedreven, herinneren we hier even aan de woorden, waarmede diezelfde verslagge ver, zijn indrukken in hetzelfde blad weer gaf over een door hiem meegemaakten vlieg tocht te Reims: „Ik vloog dus. Ik dacht onmiddellijk aan m'n Trouw in Holland, die er niets van wist, niet de minste notie had, dat haar 'n eventuaelen doodelijken val van haar echt genoot boven Jiet hoofd hing".... Na deze vlucht had ik Marcel wel willen omhel zen de genotvolLe oogenblikken had ik hem te danken, en tevens.... mijn leven. (Want het is en blijft een feit, dat een misgrec-p, een kleine onhandigheid de ernstigste g vol gen kan hebben.... Iedere verkeerde manoeu vre kan noodlottig zijn."... Men vergelijke nu eens! Koolhoven heeft óók een leven te ver liezen, heeft ook in Holland een vrouw, aan wie hij denkt, weet pok, dat een mis greep, een [kleine onhandigheid en vooral ongunstig zweer factoren zijn, welke nood lottig kunnen wezen! En als hij lm. die nog pas een halfjaar de vliegkunst beoefent, niet als de Franschman de vliegkunst wii maken tot een vliegkunsten makerij, dan moet dat juist in hem gewaardeerd worden. Zeer juist is meenen we, wat de „Alkm. Crt;" daaromtrent opmerkt: „|Wij vinden geen reden trotsch te zijn op een landgenoot, die in roekeloosheid den buitenlanders den loef tracht af te steken. Maar wèl zullen wij trotsch zijn op den Hol lander, die weerstand biedt aan verkeerd.n aandrang, die niet zwitht onder onh j- ke kritiek, die zich een krachtige persoonlijk heid toont, eerstens door naar eigen inzicht te handelen ten zelf te bepalen of hij zal vliegen, en twteedens door te laten zien, dat hij een vertrouwd en betrouwbaar vlieger is, die zijn roem niet zoekt in waaghalzerig} hravourstukjes. maar in vluchten, welke het vertrouwen in de vliegkunst versterken, hare toekomst ten goede komen, in vervolmaking der machines, in het opleiden van even kun dige als voorzichtige vliegers. „Niet op moed komt het naar onze mea ning in de eerste plaats voor den vliegmuisch aan, maar .op beleid!" Met deze woorden zijn wij het volkomen eens! Kroniek uit de zestiende eeuw, door F. H,; Jan Gautier scheen niet aangedaan te zjjn door dit vonnis. Het leven dat hij sedert eni gen tijd gedwongen was te leiden, had hem dusdanig afgemat, dat hij niet zonder welge vallen het einde van zijn rampen tegemoet zag. „Verre dat nw bedreiging nnj afschrikt", verklaarde hij, „begroet ik den dood a s een Vriend. Hij zal mij uit de afschuwelijkste ge- vangenschap bevrijden. Derhalve kunt gij u dien verzekerd houden dat smeekbeden noc 1 ^dreigingen mij van besluit zullen doen ver aderen. Alleen, daar het mij bedroeven zou Ua een heiden te sterven, zonder geestelijken 'jfctand, zoo beroep ik mij op u om een bieeht- Tader te laten komen. Daarna zal men zien of vrees heb". De opperhoofden beraadslaagden met elkaar afzonderlijk en kwamen weldra terug om Jean autier Jan toestemming daartoe te verlee nen; naar aanleiding waarvan besloten werd eenige manschappen naar het meest nabijge legen klooster af te vaardigen, om met den monnik, wiens hulp de veroordeelde had inge- roeDen. terug te keerem In afwachting was de bewaking tot nu op den gevangene toegepast, scherper geworden dan ooit. Men had hem beide handen gebonden en zijn voeten in kluisters geslagen. ,,'n Onnoodige voorzorg", merkte Jean Gau tier op bijna bespottenden toon aan; „ik zal zeker ontvluchten, wijl ik u door den dood tal ontsnappen". De „Duivels" waren op de hoogte gesteld van het aanstaande expeditie-plan en verzocht hun toebereidselen te maken. Len soort van verwarring, onafscheidelijk aan dusdange om standigheden verbonden, heerselite in 't kamp. Eenieder hield zich onledig met het poetsen van zijn wapens en geheel zijn oorlogsuitrus ting zorgvuldig te onderzoeken. De verschei denheid der wapenen en der kleederdrachten, gaven aan deze lieden iets geheel zonderlings. Men zou gemeend hebben vertegenwoordi gers van alle natiën te zien, of liever gezegd van al de strnikroovers van Europa. Zich het verle den indenkende, had men zich kunnen afvra gen, of de Hunnen of de barbaarsche Vanda len ooit woester uiterlijk hadden gehad dan deze nieuwe wegenkenners. Ondanks den ijver die hun geest voor den buit innam, was er even wel een zeker aantal onder hen, die zich uit drukkingen van twijfel veroorloofden omtrent de mogelijkheid van den uitslag, door, niet zonder eenigen schijn van reden aan te too- nen dat het geheim der Verstandhoudingen, welke men in de vesting had, ontdekt zou kun nen worden. „En dan", voegden zij er aan toe, „behalve dat wii het bolwerk zouden overschreden heb ben, zouden de verdedigers ^cr stad zich kun nen aaneensluiten en talrijk en stoutmoedig genoeg zijn om ons tegen de muren in een hoekje te jagen". Wijl hij van deze gesprekken, welke van een zeker wantrouwen getuigden, op de hoogte wa3, begreep het opperhoofd dat hij de rede neerkunde van deze wankelmoedigen moest „verdrinken", naar aanleiding waarvan hij op milde wijze kruiken gevuld met wijn liet rondgaan. Het was evenwel op dit oogenblik, dat er een geestelijke verscheen, wiens gelaat bijna geheel bedekt was met een soort van kap. Vier of vijf struikroovers vergezelden hem. Hij schreed met waardigheid voorwaarts onder dit geleide van verworpelingen- Hij uitte geen enkele bemerking over den aanblik van de verschrikkelijke wanorde welke het kamp aanbood, en deed zelfs alsof hij er geen acht op sloeg. „Waar is hij", sprak hij, „de stervende welke geestelijken bijstand heeft ingeroepen?" „De stervende", riep een der Duivels la chende uit, „is op het oogenblik springlevend, maar over een poosje zal hij hoog en droog aan een stevigen tak zich bevinden". „Is 'tdan een veroordeelde?" „Ja. Haast u maar wat ouwe heer. Het recht van onze opperhoofden gaat snel". De monnik verzocht met zijn boeteling alleen gelaten te worden onder een tent. Aan dit ver langen, met vastberadenheid uitgesproken, werd gevolg gegeven. Zoodra geen enkele vreemde meer bij hen was, werd de kap omhoog geslagen.... .Tean beefde, hij had zooeven den eerwaarden Augus tijn herkend, die, sedert zijn kindsheid, hem met zijn welwillende raadgevingen in het ge loof gesteund en zijn ziel versterkt had. „Vader Hilaire.." fluisterde hij, even ver baasd als verheugd. „Stil, mijn zoon, stilGeen woord, geen teeken hetwelk kan doen vermoeden, dat ik u ken en vooral dat ik u lief heb. Arme jonge ling, welk lot.... Ik wist alles; het gerucht van uw ontvoering heeft zich door de land streek verspreid. Er is niemand die niet over u jammert; alleen de koninklijke macht zou u ter hulp kunnen komen. Ach, arme jongeling, ik heb een bode gezonden naar Z. M. den Ko ning van Navarra, want men kan niets ver wachten van de magistraten van ons Limou sin, zelfs niet van de heeren die bang worden bij het eiken dag toenemen van het aantal moordenaars, van die „Duivels", en er slechts aan denken zich op te sluiten binnen de zware muren van hun kasteelen. Arme jongen, God alleen kan u redden.Wellicht zal Hij zich verwaardigen de vurige gebeden te verhooren, welke de brave en vrome Agnèle niet ophoudt tot Hem op te zenden". „Agnèle bidt voor mij. Zij denkt aan mij. Ach, mijn vader, ik sterf getroost". „Kom, Jean, ge moet u niet zoo gauw over geven om to sterven. Komaan, het zou verstan dig zijn het een of ander te beproeven". „Ik zal niets beproeven, want dit zou een dwaasheid wezen. Gelieve naar mijn biecht te luisterenvervolgens „Neen, neen. Kijk, Jean. Hier is een klein snijdend werktuig. Bewaar het verborgen in de dichte mouw van nw buis; het zal u in een oogenblik tijds van uw koorden bevrijden. Be halve dit nog, geef ik u een kleinen hoorn be vattende een zeker poeder, dat, in uen wijn gestort, een plotselingen en diepen slaap ver oorzaakt. Zoo ge kans ziet het in de kruiken wijn uit te storten, zal er binnen een uur tijds geen enkele bandiet op zijn beenen meer kun nen staan, om u den weg tot ontvluchten to versperren". „Helaas, mijn vader, begrijpt u niet dat ter stond na uw vertrek, ik zal worden opge knoopt? Martel bespiedt, evenals de wolf, zijn prooi.". „Wel, rampzalige, gij moet hem met do vreugde schenken van uw dood. Bij de eerste gunstige gelegenheid zult gij de vlucht ne- men". „Neen, mijn vader", verzekerde Jean Gau tier op vasten toon, „hun wraak zou op u neer komen". „Ik ben oud; ik sta al lang op gemeenza- men voet met den, dood.Maar gij, zoo jong nog „Men is altijd oud genoeg om te sterven. Dank n, mijn vader, stel mij in staat, bid ik u, om voor mijn Heer en Rechter te verschijnen". Na de biecht beproefde pater Hilaire ander maal den wil van den veroordeelde tot buiger tc brengen, maar tevergeefs. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5