De vierduizend duivels.
BUT E N LAND.
BINNENLAND.
Staten-Generaal.
9e Mditeits- en Ouderdomsverzekering.
Tey^a otipvaiien.
F EUILLETO N.
Gewisselde stukken.
NIEUWE HAARLEMSCNE COURANT
i; -aadverzekeriug is zoo algemeen, dat de
ttilzouueriugeu in de eourauten vermeld wor
den. Ua#r loogt de schade meestal over een
betrekkelijk laag bedrag, maar de aard der
schade en het indrukwekkende van een brand
hebben in den loop der tijden die verzekering
steeds aigemeeuer gemaakt. Bij het aangaan
van een huwelijk wordt zonder aandrang van
buiten ai overwogen, waar en voor hoeveel
men zich verzekeren moet.
Met gewone levensverzekering gaat bet
langzaam aan al vrijwel denzelfden weg.
By ueu gewonen man is het regel, zoo goed
als zonder uitzondering, dat men lid M.vsn
ecu Begrafenisfonds, waardoor by overlijden
een voldoend bedrag voor begrafeniskosten1
ontvangen wordt
h,venzoo wordt door'het kleinere publiek
zeer druk gebruik gemaakt van de gelegen
heid. door Ziekenfondsen aangeboden, waar
tegemoetkoming wordt verstrekt in tijden
van ziekten en ongelukken.
Ziekenfondsen voor de ietwat meer gegoe
den beslaan echter niet. Déze missen dus de
gelegenheid, pin op nie wijze de groote gelde
lijke schade, die uoor ziekten en ongelukken
VtOtseling kan ontstaan, te ontkropen- door
k geregeld- betalen van een klein bedrag.
'1 is er overvloed van gelegenheid om door
te-vlug. daarin te voorzien, toch mag een
^dkcupe ziekteverzekering voor den gewo-
V.en burg -:uan hij, gelegenheid nog wel eens
in studie worden genomen!
Wat er inttisscliëh wél is, dat is.een onge
le k keil verzekering.
-
Men slaat verbaasd over liet groote aantal
Ma a'. schappijen, die zich mét deze branché be
zighouden en over de kolossale bedragen, die
l i,ar afgesloten worden.
Evenwel, wie zich - tie voordeel«n goed in
deukt, geeft dadelijk toe, dat daar reden
voor is.
Hoe onverwachts kan niet een ongeluk ge
in uren!. ïfét eene oogénblik is men in volle
levenskracht,, en even Jaarna overkomt ons
iéts, wat den dood of een verminking of een
langdurig lijden tengevolge beeft.
De Maatschappijen, die van ongelukkenver-
zckering hun werk maken, eiscbeu eebter voor
het afsluiten van zoo'n verzekering allerlei
voorwaarden.
Zoo hebben de verschillende bezigheden, die
men voor zijn levensonderhoud uitoefent, in
vloed op de grootte dor premie
Ieder gevoelt onmiddellijk, dat een leidek
ker bijv. meer aan ongelukken bloot staat dan
een kantoorheer. En zoo'n Maatschappij laat
dus een leidekker meer betalen dan een kan
toorheer!
Ook maakt het verschil, of men al dan niet
mededoet aan gevaarlijke liefhebberijen, als
daar zijn luchtreizen, wielerwedstrijden, alpen-
klimmen enz.
Verder moet men niet te jong, niet te oud,
r niet doof of blind of lijdende aan toevallen
ziiu. wil men van ongelukken-verzekering bij
een maatschappij gebruik maken.
Er is eebter één manier om zich tegen on
gelukken te verzekeren, waarbij al deze voor
waarden niet in aanmerking komen. Alleen
een zekere leeftijdsgrens wordt in acht geno
men, maar overigens wordt geen bijzondere
woorwaarde gevorderd.
En wat meer is: deze soort van ongevallen
verzekering vraagt niet eens .premiebetaling!
Ze is gratis
Behoeft bet nog betoog, dat voor iedereen
zoowel voor den winkelier als voor den ar
beider, voor den Middenstander zoowel als
voor den meer gegoede, bet afsluiten van
zoo'n polis, zonder eenige kosten hoegenaamd,
toch eigenlijk vanzelf sprekend moet wezen,
wanneer zoo iets wordt aangeboden?
Te meer, daar de afsluiting der polis zonder
publieke vermelding van naam gebeurt.
Maar wa;ir kan men zulk een polis dan
verkrijgen, die een zeer belangrijk bedrag ver
zekert zonder eenige premiebetaling, bij onge
lukken, verminking, bij overlijden door een
ongeval?
Wel, daartoe verwijzen we naar de mede-
deelingen geregeld aan het hoofd van ons
eerste blad omtrent de gratis-verzekering te
gen ongevallen der „Nieuwe Haarlemscke
Courant" opgenomen!
J)e arrogante ambtenaar. In e.eu bank van
leening in een groote stad aan den Rijn, was
het stampvol met menschen die geholpen
moesten worden. De beambte eebter, d-ie deze
Kroniek uit de zestiende eeuw
door F. II.
De monnik slaakte een zucht, drukte den
Jongeling tegen zijn borst (en verwijderde zich.
iniet trage schreden.
Eenige oogenblikken later kwam er een de
tachement. om Jean Gautier te halen en hem
naar de plaats der terechtstelling te geleiden.
Een flikkering gleed op eens langs des jonge-
lings voorhoofd, als eens soort van inwendige
openbaring. Hij verzocht aan zijn geleiders
als een gunst hem wat drinken te geven. Een
overblijfsel van medelijden verscheen in de
dog-en van deze lallendelingen. Zij ontdeden de
rechterhand van den gevangene van haar koor
den en brachten hem vervolgens een met wijn
'gevulden beker.
Op hetzelfde oogénblik stortte hij een groot
gedeelte van het poeder er in en dronk op gre
tige wijze het aldus gemengde vocht uit.
„Horens van Belzébuth," schreeuwde Maï-
!jél uit. Zou die deugniet zich vergiftigd
hebben om aan ons te ontkomten Laten we
'geen tijd verliezen."
Men begon Jean voort te slepen;, doch
nauwelijks had hij eenige passen gedaan of.
taak te vervullen had, scheen volstrekt geen
baast te hebben en stopte op zijn dooie gemak
een pijpje, streek een lucifertje aan, dat uit
ging, toen nog een en toen hij eindelijk de
vlam er in had zou hij het publiek
gaan helpen. In de voorste rij van de bezoe
kers stond een beer die in groote verbazing
bad staan kijken naar den flegmatieken be
ambte. Hij veroorloofde zich de bescheiden
vraag of deze dat altijd zoo deed. De beer be
ambte bekeek den nieuwsgierigen vrager van
onder tot boven en wilde hem juist een bru
taal antwoord geven toen de vreemde zoo
langs zijn neus opmerkte: „Ik ben n.l. de
nieuwe burgemeester." Tableau! De pijproo-
ker liet van schrik zijn pijp vallen en de nieu
we burgemeester liet direct den volgenden
dag het bevel uitvaardigen, dat het rooken
tijdens de kantooruren verboden was.
Een prettig valt! Dat de uitoefening der
geneeskundige practijk in China baar eigen
aardige bezwaren heeft bleek uit het resul
taat van een opdracht, die een vader onlangs
gaf met betrekking tot een geneeskundige, die
zijn kind behandeld had, maai- niet in het le
ven liad kunnen houden. Hij liet eenige man
nen komen en droeg hen op naar 't huis van
den arts te gaan, daar zooveel mogelijk alles
kort en klein te slaan en hém zelve ten slotte
een pak slaag toe te dienen. Tot zijn verwon
dering kwamen zij al zeer spoedig terug,
maar de reden stelde hem gerust. De mannen
vertelden, dat zij hun werk niet hadden kun
nen doen, omdat zij bij bet buis een ander
gezelschap waren tegengekomen, dat met een
gelijk doel was afgezonden en juist zijn taak
naar den eiscli ten einde had gebraeht.
Van den hongerdood gered. De mailstoo-
mer „Royal Edward" ontmoette op zijn reis
van Bristol naar Halifax N. S. een zeilschip,
dat noodseinen toonde. Het bleek de Zweed-
sehe schoener „Henning" te zijn, van Laguna,
Yucatan, naar Falmouth bestemd. De beman
ning had gebrek aan proviand en was den
hongerdood nabij. De „Royal Edward" stoom
de zoo dicht mogelijk langszij van het in nood
verkeerencte schip. Een boot werd neergestre
ken en met Veel moeite slaagde men er in een
hoeveelheid levensmiddelen en drinkwater
bij de uitgehongerde bemanning aan boord te
brengen. Honderden passagiers op het dek
van de „Royal Edward" volgden met groote
belangstelling het moeilijke werk en hieven
een driewerf hoera! aan, toen bet met succes
bekroond werd.
Een ongeveer gelijke ontmoeting had het
van New-York komende Engelsche mail-
stoomschip „Oruba" op den Atlantisehen Oce
aan, waar men het Fransche zeilschip „En
Avant" met noodsein op aantrof. De negen
opvarenden waren tengevolge van gebrek aan
proviand op bet punt van te sterven en reeds
geheel verzwakt. Nadat de scheepsdokter van
de „Oruba" de ongelukkigen had verpleegd,
werden zij Van levensmiddelen en drinkwater
voorzien.
Kruithuis ontploft. Te Chellies, ten Oos
ten van Parijs, ontplofte een particulier kruit
magazijn, waarin zich cirea 50 K.G. kruit be
vonden moet hebben. Het magazijn behoorde
aan de ondernemersvereeniging van steen
groeven te Chellies en lag ongeveer 20 Meter
beneden de oppervlakte van de aarde en 150
Meter van de werkplaats der steen groeve-ar
beiders verwijderd. De ontploffing had plaats
op het oogénblik, dat de 20-jarige arbeider
Lucas bet magazijn was genaderd, de beide
gepantserde deuremhad geopend en een hoe
veelheid kruit voor zijn werk gebaald had. Of
schoon bij zich zeer snel verwijderde, werd hij,
ongeveer 20 Meter van daar, achterhaald door
een reusachtige steekvlam, die uit het maga
zijn perste en hem zwaar aan hoofd en li
chaam verwondde, zoodat hij in hopeloozen
toestand naar het hospitaal gebracht moest
worden. Lucas kon wegens zijn toestand niet
verhoord worden, zoodat de oorzaak van het
ongeval nog onopgehelderd is. Men vermoed
kwaadwilligheid. Alleen van de omstandig
heid, rlat er niet, zooals gewoonlijk, 300 K.G.
kruit in het magazijn was, is het te danken,
dat de ramp geen grooteren omvang heeft
genomen en de andere arbeiders met den
.schrik vrij kwamen.
DE, TOTA LISATOIt.
In zijn' memorie van antwoord op het Vooï-
loopig verslag der Eerste Kamer zegt 'de mi
nister van Justitie o.ni. het volgende over den
totalisator:
ZExc. was en is nog van' meening, dat het
wedden bij den totalisator, in Vergelijking
met andere vormen Van hazardspel, in het
hijzonder met het spelen hij den „bookmaker"
een vod minder ernstig karakter draagt.
dat in den' „bookmaker" is verpersoonlijkt
een' groot zedelijk kwaad, in1 de totalisator
een betrekkelijk gering. In' verhand' hier
mede zet die minister nader uiteen, waarom'
hij", ook met het_ oog op dé belangen der
paardenfokkerij',indertijd ben' bepaling op
nam, krachtens welke Het wedden" hij' den
totalisator ondér bepaalde voorwaarden' niet
tot de ongeoorloofde spelviormen' Zou wor
den' gerekpnd, al acht ook dé minister voor
zeker den totalisator in beginsel een ztedelijk
kwaad, een exploitatiie-vpnn' vlah speelzucht,
welks bestrijding als zbodaïrig geHbel Jan
hen het kader van dat' wetsontwerp past'.
Intusschen heeft dé Tweede Kamer, ha
eeh' tweedaagse!! debat in' Hoever daarbij
op zijn weg in strijd met' 's-ministers ad
vies, het amendement-Van Vuuren' aangeno
men en zich vóór dc strafbaarstalling Van het
bedrijf vah den' iotalisatorondérntemer en Ide
strafrechtelijke gelijkstelling vlah deZeri mét
andere speelzucht-exploitanten uitgesproken.
Hoewel de minister niet Zonder eenig leed
wezen de door Hem' ontworpen' regeling in
Zake de totalisator^ Keaft zien Verwer
pen, kan bij hem principjAad geen bedenking
bestaan de verdediging ook van art. 11 van
het wetsontwerp, zooals dat artikel thans
luidt, op zich te blijven nemén. Intusschen
ziet hij dan voor zioh geen' reden", onmiddel
lijk' nadat dit wetsontwerp wet zou zijn
geworden, öene novelle, ©ene nieuwe wette
lijke regeling, omtrent do invoering, Voor
te stellen.
De vraag, of de gevolgen Voor dé paarden
fokkerij, welke Het totalisater-verbod wel
licht zou kunnen blijken na zich te steepen',
voor de regeering aanleiding zouden' kunnen
zijn voor verHooging van subsidie Van Rijks
wege voor de verbetering van hét pa anten-
ras. behoort tot de aangelegenheden van den
minister van Landbouw, enz., wiens aan
dacht ongetwijfeld pp dezé zaak gevestigd
zal zijn.
Overigens zet die minister uiteen", dat de
economische gevolgen yap het totalisator-
verbod tegenover de vele goede en nuttige be
palingen, .welke Het ontwerp beVat aller
minst grond opleveren, dat nu in zijh geheel
minder aannemelijk te achten, en doet hij
in dat verband een beroep op de leden, om
alsnog hun stem aan het ontwerp, te geven.
(Vervolg en slot.).
De indeeling is anders dan die der vroegere
ontwerpen, en komt meer overeen met de in
deeling van het vierde boek van het ontwerp-
Reichsversicheringsordnung.
Het ontwerp bevat 394 artikelen.
De organisatie der bank, die als drager van
de invaliditeitsverzekering, is in het ontwerp
niet opgenomen.
Het ligt in de bedoeling der regeering deze
binnenkort in een afzonderlijke wet te rege
len; en dan aldus, dat één bank dient zoowel
als drager der invaliditeitsverzekering als der
wetelijke ongev allenv er zeker ing.
Acht hoofdstukken telt bet ontwerp:
Hoofdstuk I. Algemeene bepalingen. Orga
nisatie. Hoofdstuk II: Omvang der verzeke
ring. Hoofdstuk III: Voorwerp der vezeke-
ring. Hoofdstuk IV: Premie. Hoofdstuk V:
Beroep. Hoofdstuk VI: Overgangsbepalin
gen. Hoofdstuk VII: Strafbepalingen. Hoofd
stuk VIII: Slotbepalingen.
Aan den inhoud der m deze hoofdstukken
ondergebrachte artikelen wordt, behalve het
reeds vermelde, nog bet "volgende ontleend:
Onder werkman verstaat de wet ieder, die
den leeftijd van 16 jaar heeft bereikt en in
loondienst arbeid verricht, mits binnen bet
rijk, niet in militairen dienst en tegen loon
van niet meer dan 1200 per jaar. (Art. 3.)
Onder werkman wordt ook verstaan ieder
die voldoet aan de bepalingen van voornoemd
art. 3, behalve dat hij rijk arbeid
verricht; mits in eene in Nederland gevestig
de onderneming en mits hi) daarenboven bin
nen het rijk woont of ui® schipper of sche
peling dienst doet op een vaartuig.
De middelen voor de te berekenen dekking
der nit te keeren renten, der te verleènen
geneeskundige behandeling en toelagen, en
der administratiekosten worden gevonden
gelijk hiervoren reeds was opgemerkt door
't'heffen van premiën van de verzekerden en
van de werkgevers van verzekeringsplichtige
werklieden en door eene jaarlijksche hijdra-
ge van 't rijk gedurende 75 jaar an 8 en een
half millioen gulden.
Blijkens het bij de Mem. van Toel. overge
legd rapport van prof. dr. J. C. Kluyver, is
voor dekking van het in dat rapport becijfer
de tekort op het overgangstijdperk noodig
een jaarlijksche bijdrage gedurende 75 jaar
groot 7.300.000. Daarbij moet worden ge
voegd een te schatten bedrag voor administra
tiekosten. Het bedrag dier administratiekos
ten per verzekerde stellende op 20 eents,
komt de regeering tot een bedrag der admini
stratiekosten per jaar van ƒ1200.000. Daar
door is het bedrag van 8 en een half milioen,
hiervoren genoemd, verklaard.
Niet verzekeringsplichtig zijn o m. werk
lieden wien door het rijk pensioen is verze
kerd; werklieden in dienst van een publiek
rechtelijk lichaam (provincie, gemeente, wa
terschap) wien bij verordening invaliditeits-
en ouderdomspensioen is verzekerd, mits
de verordening voldoet aan wettelijk gestel
de eischen; werklieden die den leeftijd van
35 jaar hebben bereikt en werklieden die in
valide zijn en niet verplicht verzekerd.
Ook omtrent de niet-verzekeringspiiehtig-
heid van vreemdelingen bevat het ontwerp
dan verder nog eenige bepalingen.
De verplicht verzekerden worden naar het
loon dat'zij verdienen ingedeeld in vijf loon-
klassen: klasse I jaarlijksch loon beneden
240; klasse II jaarlijksch loon van 240 tot
beneden 400: klasse III jaarliikseh loon van
ƒ400 tot beneden ƒ600; klasse IV jaarlijksch
loon van ƒ600 tot beneden 900; klasse Y,
jaarlijksch loon van 900 of hoogcr.
Door de kroon worden, den raad van arbeid
geboord, voor elkè gemeente aangewezen de
loonklassen waartoe de verschillende'catego
rieën van werklieden, in die gemeente wer
kend, belmoren. Bij-de rangschikking wordt
als maatstaf genomen het gemiddeld jaar
lijksch loon.
Een vrije verzekering kan door ieder, zon
der onderscheid van leeftijd, gesloten worden.
De verzekerde, die invalide is, heeft, wan
neer hij 150 premieën in rekening kan doen
brengen (vervulling van den wachttijd) recht
op invaliditeitsrente;-
a. Indien er geen vooruitzicht bestaat op
zoodanige toeneming zijner arbeidskracht dat
hij ophoudt invalide te zijn (blijvende invali
diteit);
b. indien de invaliditeit onafgebroken een
half jaar heeft geduurd (tijdelijke invalidi
teit).
De verzekerde, die den leeftijd van 70 jaar
bereikt heeft, heeft wanneer hij 1248 premiën
in rekening kan doen brengen (vervulling van
den wachttijd) recht op ouderdomsrente.
Hoe het bedrag der rente berekend wordt ls
reeds hiervoren medegeeeld.
Invaliditeits- en ouderdomsrente worden op
gelijke wijze berekend.
Een rente kan niet worden verhoogd en cu
mulatie van ouderdoms- en invaliditeitsren-
te is uitgesloten.
De vrije verzekering geeft recht op invalidi-
teitsrente, wanneer de verzekerde blijvend in
valide wordt; op ouderdomsrente bij het he
reiken van den 70-jarigen leeftijd.
Indien de Raad van Arbeid van oordeel is,
dat er gevaar bestaat, dat een verplicht ver
zekerde blijvend invalide zal worden en dat
dit gevaar afgewend kan worden door doel
matige behandeling of verpleging, kan hij,
gelijk hiervoren is vermeld de bank voor
stellen, op haar kosten den verzekerde ge
nees- of heelkundige behandeling te doen
verleenen of hem in een inrichting te doen
opnemen.
Het Bankbestuur is bevoegd tijdens het ver
blijf van den verzekerde in eene inrichting
eene vergoeding aan diens kinderen beneden
13 jaar uit te keeren (zoogenaamd kindergeld)
De uitbetaling der krachtens de wet toe
gekende rente geschiedt op de postkantoren,
op Dinsdag van elke week.
Als de rente minder dan 26 's jaars be
draagt kan de Bank driemaandelijksche uit-
keeriug bevelen.
Bij geregeld drankmisbruik van den rente
trekker, kan den Raad van Arbeid gehoord,
dc rente in natura worden uitgekeerd.
Omtrent het bedrag der premie valt het
volgende op te merken.
Over elke kalenderweek, een gedeelte van
een week voor een geheele week gerekend,
wordt geheven een premie, ten bedrage: in
loonldasse I van 20 cent: in loonklasse II van
24 cent; in loonklasse III van 32 cent; in loon
klasse IV van 40 cent; in loonklasse V van
48 cent.
Is stukwerk verricht niet in de werkplaats
noch onder toezicht van den wekgever, dan
wordt ter berekening van het aantal kalen-
derweken, waarover de werkgever een premie
moet betalen, de werkman geacht per dag,
Zon- en algemeen erkende Christelijke
feestdagen niet medegerekend, te hebben ver
diend:
0.40 indien hij tot. de le loonklasse be
hoort, 0.80 tot de 2de, 1.40 tot de 3de, 2
tot de 4e en f 3 indien hij tot de 5de loonklas
se behoort.
Aan zeelieden zal vergund kunnen worden
jaarlijks over ten hoogste acht kalenderwe-
ken .waarin zij niet werkzaam zijn tegen een
loon, geen premie te betalen.
De premie wordt, gelijk reeds werd opge
merkt, betaald door den werkgever.
De premie wordt echter betaald voor den
verzekerde:
a. indien hij zijn loon, voor zooveel dit In
geld bestaat, uitsluitend van derden ont
vangt of bevoegd is dit voor het geheel af te
houden wan-hetgeen hij ten behoeve van zijn
werkgever van derden ontvangt; b. indien
hij bevoegd is tot 't afleggen der verklaring
dat hij de verzekering als vervallen be
schouwt; c. indien liij geen werkgever heeft.
Een tweetal artikelen geven dan voorts de
gelegenheid om de premie voor huisarbeiders
door hem zelf te doen betalen. Een bijzondere
bepaling regelt de bijdrage van den werkge
ver ten opzichte van de premiebetaling door
de huisarbeiders.
Behoudens vergunning om over langer ter
mijn te betalen, betaalt de werkman die zelf
de premie moet betalen, in den loop van elke
kalenderweek de premie.
De wijze van premiebetaling in termijnen
door den werkgever, wordt door den raad van
arbeid, bepaald.
De regeling van de premiebetaling door
middel van zegels is in een groot aantal ar
tikelen uitgewerkt, terwijl ook een afzonder
lijke regeling is getroffen voor de premiebe
taling door militairen.
Omtrent de premebetaling bij vrijwillige
verzekering zijn bijzondere bepalingen opge
nomen.
De vrije premie bedraagt 1.50. Vrije pre
mies worden betaald zoo dikwijls en wan
neer de verzekerde wil, geschiedende de beta
ling van zegels op rente-kaarten.
De vrije premie van 1.50 kan ook door
middel van 30 cents in vijf gelijke deelen wor
den voldaan.
Het maximum aantal vrije premies dat in
één kalenderjaar mag worden gestort, be
draagt 80.
Gelijk reeds in den aanvang werd weerge
geven heeft de regeering het raadzaam ge
acht, in afwachting van de tot standkomiug
van de administratieve rechtspraak, voor
het beroep gebruik te maken van de jurisdic
tie der Beroepswet.
Aan de overgangsbepalingen wordt nog het
volgende ontleend:
Gedurende de eerste twee jaren na het in
werking treden van art 1 (verzekeringsplicht)
is ook de werkman, die verzekeringsplichtig
zou zijn, indien hij niet den leeftijd yan 35
jaar bereikt had, verzekeringsplichtig, in
dien hy den leeftijd van 70 jaar niet bereikt
heeft.
Aan hen, die vóór de indiening van het ont
werp aan de Tweede Kamer voldoende ver
zekerd zijn, behoort, volgens de xegeering, het
recht t» worden verleend op hun verzoek van
den verzelceringsplieht te worden vrijgesteld.
Bij de overgangsbepalingen worden dan ook
de voorwaarden vermeld, waaronder die vrij
stelling kan worden verleend. Daaruit blijkt
o. a. dat, zal de werkman recht hebben op
vrijstelling het bedrag der verzekerde rente
niet minder mag bedragen dan 104 per jaar.
Gelijk bedrag wordt bij dit ontwerp, als rente
toegekend, aan die categorieën, die zonder pre
miebetaling krachtens de overgangsbepalin
gen, in de verzekering worden opgenomen;
categorieën in het algemeene deel der toelich
ting hiervoren reeds vermeld.
Bij de strafbepalingen wordt strafbaar ge
steld het niet betalen der premie, omdat
naar de regeering opmerkt op geen andere
wijze de verzekeringsdwang gehandhaafd en
het doel der wet bereikt kan worden.
Het ligt niet in de bedoeling ieder, die liet
betaalt, te doen vervolgen.
De groote beteekenis der strafbepaling is
hare preventieve werking. Aan het oordeel
der ambtenaren, met de uitvoering der wet
belast, kan het overgelaten worden, geen
vervolging uit te lokken, wanneer deze niet
wenschelijk is. De werkgever, die door ze
gels betaalt, behoeft overigens door oumaelit
om te betalen, geldverlegenheid, nooit met
den strafrechter in aanraking te komen; zoo
lang hij het loon niet heeft betaald kan bij
niet wegens niet plakken (van de zegels op
de rentekaart) aangesproken worden; het ge
val dat hij wel het loon, niet de premie kan
betalen, zal zich niet voordoen; niets belet
hem trouwens het zegel te plakken en het loon
gedeelteliik uit te betalen.
De straf voor den werkgever die de premie
aangegrepen door de heftigheid van het
slaapmiddel, gevoelde hij zijn h'eenen onder
zich knikken, sloot zijn oogleden fen viel
stokstijf neer, het gelaat met een lijkkleurige
bleekheid o vertogen.
Kreten, welke hij niet meer hoorde, weer
klonken door het gehéele kamp. Het was
pen wanorde zonder benaming, het regende
verwenschingen.
„De onbeschaamde hééft, zich aan den
strop onttrokken. Ik hén niet gewroken."
„Kom', houd je bedaard," sprak de hoofd
man, „na onzen krijgstocht in Limoges, zul
len we Bord'erie gaan plunderen, èn je de zoo
aardige Agnèle ten huwelijk geven."
Martel, zonder zich evénwel door déze be
lofte tot kalmte te deen brengen, hief ëen
paal hoven het uitgestrekte lichaam' Van
den ongelukkigen Gautier. Men hield hem
echter tegen. De bandieten zelfs eerbiedigden
een doode.
„Stil daar," gebood het. opperhoofd. „Men
moet eigenlijk Leen graf graven, om den ge
vangene in te teggen."
„Neen, bulderde Geffroi Martel, „zulk een
grai zou te zacht zijn voor hem; hij is geen
Mijn recht op hem bestaat nog
altijd. Ik vraag dus dat men hem in het ra
vijn van tmerrias werpe, en dat men hem
er 1 ate ligigen als teen gemeen kreng", 1>1 oot\ge-
steld aan den tand der honden en aan den
hek van den gier."
„Dat het aldus geschiedde," beval het op
perhoofd, „en dat er niet meer over gerept
worde."
Het lichaam, van Jean Gautier Werd aan
het ravijn toevertrouwd, op honderd pas
sen afstand van liet kamp- Hierna namen de
plengoffers wederom een aanvang.
De dag had lang toegeschenen aan de ban
dieten, geheel in beslag gfmomenals zij wa'r
rgn door de groote én op Handen zijnde onder
neming. Eindelijk brak de nacht aan die
hun wandaden moest verbergen, en zij be
groetten dien mét razende toejuichingen. Het
voorspel evenwél dat dien tocht vooraf ging
bestond uit een keurig maal
De schaduw wais dicht, de man die in da
diepte van het ravijn lag scheen uit zijn be
wegingloosheid te geraken.... Zijn oogen ont
sloten zich, zijn ineengetrokken vingers wer
den weder buigzaam.-.Een zwakke zucht
ontsnapte aan zijn kleuooze lippen. Hij
lichtte het hoofd op, en liét hét weer vallen....
Andermaal ontsloot hij zijn wegkwijnende
oogleden en poogde zich pp te richten. Het.
gevoel van het leven keerde nog niet tot
hem terug.
Plotseling evenwel bracht de echo Hem het
refrein van een gemeen lied, een rumoer van
gelach uit de verte
Hij huiverde. De waarheid' Versehévn hem.
Dat lichaam, daareven nog zoo kwak, kreeg
een schok, die hem een doel van zijn kloek
heid van welen teruggaf.
De man richtte zich op met schrik, onder
het gemompel van onsamenhangende woor
den. j
De gezichteinder was pureer gekleurd in
den weerschijn van Verscheidens honderden
toortsen.-
De man begreép toén alles. Hij' s'prate:
Mijn God, ontferm U over Uwen armén
dienaar."
Dit. kort gebed deed hein' goed. Dé kracht
en het verstand wanen teruggekeerd tot hem,
die vijf minuten tevoren den blik van de Öjnt-
ferming-zelve zou ontsteld hébben.
[Wederom, sprak hij.
„"O mijn God, ik herinner mij.... Ik loof II,
o mijn God, die mij tot het leven terugroept,
opdat ik een plicht vervulte."
Daarop begon hij langs de helling van
het ravijn op te klauteren. Dit was geen' ge
makkelijk iets; de helling was steil en be
halve dat had dc man slechts een hand vrij.
Eindelijk had hij het toppunt bereikt,
dankte de engelen en beproefde vervolgens
te loopen. Zijne beenen, door de koude ver
kleumd. konden hem ter nanwernood onder
steunen. Hij stelde zich vervolgens zoo goed
op de hoogte als mogelijk was, zorgdragende
zich van het kamp der „Duivels" te verwij
deren.
Hij beefde bij de gewaarwording, boe wei
nig hij met zijn tocht vorderde.
„Helaas", dacht hij, „die wilde beesten
kennen hun weg en zullen mij vópr zijn."
Intusschen schoot het hém te binnen dat
het klooster der Augustijnen op niet zoo heel
verren afstand moest zijn. Dit eerst te berei
ken was zijn doel.
Door al voort te loopen kreeg hij ten
slotte die soort van helderziendheid. welke
hij nacht den reiz'ger t-odaat om zijn weg
te vinden. Heilige kenteekenon dienden hem
tot bakens.
Eensklaps trilde hij van vreugde. Hij be
vond zich. voor een donkere massaDat was
het klooster.
Hij riep. Alles sliep. Geen enkel licht, niet
het minste gedru'soh. Ilii kwam op Het denk
beeld, door al tasten dp. langs do muren ron
dom de gebouwen te loopen, den pelgrims-
bengel op te sporen. Het geluk wilde, dat,
bij het in aanraking komen met drie stee-
nen treden, hij zich" Herinnerde dat aldaar
de hoofdingang was.
Hij greep het koord van do bel.
Na een poos waehtens, dat Hom even lang
toescheen als do eeuwigheid aan de vervloek
ten, hoorde hij een zwanen voetstap op den
steenen vlotor weerklinken.
Het- getraliede raampje werd geopend en
het zwakke schijnsel van' een lantaarn ver
toonde aan hem 't gelaat eens grijsaards.
,jWat verlangt ge vroeg de broeder-
portier. .te. j
„Ik ben Jean Gautier; ik kom uw lief
derijke hulp inroepen."
„Terugriep de geestelijke uit- Jean
Gautier bestaat niet meer.... Je bont slcch -o
een geest in nood." ,-
„Ik ben Jean Gautier. Hoor mij, bokijk
■mij' maar. Heb ik niet de spraak en hét ge
laat eens levenden?"
„Hemelsche genade. Ik geloof dat hy go-
tijk heeft li herben hem, den armen jongen.
Heeft er dan een wonder met je plaats
gehad, mijn jeckxb f'
„Gij zult alles vernemen. [Wat den mees
ten spoed verdacht is, dat ge dam Hiiaire
waarschuwt, teneinde hij mij een paard en
'oen lantaarn dc» gaven."
„Een paard P.s.. Maar je hebt eer noodig
j om naar je bed te gaan, dan in dien domke^
i ren en kouden nacht te paard te stijgen.
(Wordt vervolgd).