De vierduizend duivels. BUT E N LAND. BINNENLAND. Staten-Generaal. 9e Mditeits- en Ouderdomsverzekering. Tey^a otipvaiien. F EUILLETO N. Gewisselde stukken. NIEUWE HAARLEMSCNE COURANT i; -aadverzekeriug is zoo algemeen, dat de ttilzouueriugeu in de eourauten vermeld wor den. Ua#r loogt de schade meestal over een betrekkelijk laag bedrag, maar de aard der schade en het indrukwekkende van een brand hebben in den loop der tijden die verzekering steeds aigemeeuer gemaakt. Bij het aangaan van een huwelijk wordt zonder aandrang van buiten ai overwogen, waar en voor hoeveel men zich verzekeren moet. Met gewone levensverzekering gaat bet langzaam aan al vrijwel denzelfden weg. By ueu gewonen man is het regel, zoo goed als zonder uitzondering, dat men lid M.vsn ecu Begrafenisfonds, waardoor by overlijden een voldoend bedrag voor begrafeniskosten1 ontvangen wordt h,venzoo wordt door'het kleinere publiek zeer druk gebruik gemaakt van de gelegen heid. door Ziekenfondsen aangeboden, waar tegemoetkoming wordt verstrekt in tijden van ziekten en ongelukken. Ziekenfondsen voor de ietwat meer gegoe den beslaan echter niet. Déze missen dus de gelegenheid, pin op nie wijze de groote gelde lijke schade, die uoor ziekten en ongelukken VtOtseling kan ontstaan, te ontkropen- door k geregeld- betalen van een klein bedrag. '1 is er overvloed van gelegenheid om door te-vlug. daarin te voorzien, toch mag een ^dkcupe ziekteverzekering voor den gewo- V.en burg -:uan hij, gelegenheid nog wel eens in studie worden genomen! Wat er inttisscliëh wél is, dat is.een onge le k keil verzekering. - Men slaat verbaasd over liet groote aantal Ma a'. schappijen, die zich mét deze branché be zighouden en over de kolossale bedragen, die l i,ar afgesloten worden. Evenwel, wie zich - tie voordeel«n goed in deukt, geeft dadelijk toe, dat daar reden voor is. Hoe onverwachts kan niet een ongeluk ge in uren!. ïfét eene oogénblik is men in volle levenskracht,, en even Jaarna overkomt ons iéts, wat den dood of een verminking of een langdurig lijden tengevolge beeft. De Maatschappijen, die van ongelukkenver- zckering hun werk maken, eiscbeu eebter voor het afsluiten van zoo'n verzekering allerlei voorwaarden. Zoo hebben de verschillende bezigheden, die men voor zijn levensonderhoud uitoefent, in vloed op de grootte dor premie Ieder gevoelt onmiddellijk, dat een leidek ker bijv. meer aan ongelukken bloot staat dan een kantoorheer. En zoo'n Maatschappij laat dus een leidekker meer betalen dan een kan toorheer! Ook maakt het verschil, of men al dan niet mededoet aan gevaarlijke liefhebberijen, als daar zijn luchtreizen, wielerwedstrijden, alpen- klimmen enz. Verder moet men niet te jong, niet te oud, r niet doof of blind of lijdende aan toevallen ziiu. wil men van ongelukken-verzekering bij een maatschappij gebruik maken. Er is eebter één manier om zich tegen on gelukken te verzekeren, waarbij al deze voor waarden niet in aanmerking komen. Alleen een zekere leeftijdsgrens wordt in acht geno men, maar overigens wordt geen bijzondere woorwaarde gevorderd. En wat meer is: deze soort van ongevallen verzekering vraagt niet eens .premiebetaling! Ze is gratis Behoeft bet nog betoog, dat voor iedereen zoowel voor den winkelier als voor den ar beider, voor den Middenstander zoowel als voor den meer gegoede, bet afsluiten van zoo'n polis, zonder eenige kosten hoegenaamd, toch eigenlijk vanzelf sprekend moet wezen, wanneer zoo iets wordt aangeboden? Te meer, daar de afsluiting der polis zonder publieke vermelding van naam gebeurt. Maar wa;ir kan men zulk een polis dan verkrijgen, die een zeer belangrijk bedrag ver zekert zonder eenige premiebetaling, bij onge lukken, verminking, bij overlijden door een ongeval? Wel, daartoe verwijzen we naar de mede- deelingen geregeld aan het hoofd van ons eerste blad omtrent de gratis-verzekering te gen ongevallen der „Nieuwe Haarlemscke Courant" opgenomen! J)e arrogante ambtenaar. In e.eu bank van leening in een groote stad aan den Rijn, was het stampvol met menschen die geholpen moesten worden. De beambte eebter, d-ie deze Kroniek uit de zestiende eeuw door F. II. De monnik slaakte een zucht, drukte den Jongeling tegen zijn borst (en verwijderde zich. iniet trage schreden. Eenige oogenblikken later kwam er een de tachement. om Jean Gautier te halen en hem naar de plaats der terechtstelling te geleiden. Een flikkering gleed op eens langs des jonge- lings voorhoofd, als eens soort van inwendige openbaring. Hij verzocht aan zijn geleiders als een gunst hem wat drinken te geven. Een overblijfsel van medelijden verscheen in de dog-en van deze lallendelingen. Zij ontdeden de rechterhand van den gevangene van haar koor den en brachten hem vervolgens een met wijn 'gevulden beker. Op hetzelfde oogénblik stortte hij een groot gedeelte van het poeder er in en dronk op gre tige wijze het aldus gemengde vocht uit. „Horens van Belzébuth," schreeuwde Maï- !jél uit. Zou die deugniet zich vergiftigd hebben om aan ons te ontkomten Laten we 'geen tijd verliezen." Men begon Jean voort te slepen;, doch nauwelijks had hij eenige passen gedaan of. taak te vervullen had, scheen volstrekt geen baast te hebben en stopte op zijn dooie gemak een pijpje, streek een lucifertje aan, dat uit ging, toen nog een en toen hij eindelijk de vlam er in had zou hij het publiek gaan helpen. In de voorste rij van de bezoe kers stond een beer die in groote verbazing bad staan kijken naar den flegmatieken be ambte. Hij veroorloofde zich de bescheiden vraag of deze dat altijd zoo deed. De beer be ambte bekeek den nieuwsgierigen vrager van onder tot boven en wilde hem juist een bru taal antwoord geven toen de vreemde zoo langs zijn neus opmerkte: „Ik ben n.l. de nieuwe burgemeester." Tableau! De pijproo- ker liet van schrik zijn pijp vallen en de nieu we burgemeester liet direct den volgenden dag het bevel uitvaardigen, dat het rooken tijdens de kantooruren verboden was. Een prettig valt! Dat de uitoefening der geneeskundige practijk in China baar eigen aardige bezwaren heeft bleek uit het resul taat van een opdracht, die een vader onlangs gaf met betrekking tot een geneeskundige, die zijn kind behandeld had, maai- niet in het le ven liad kunnen houden. Hij liet eenige man nen komen en droeg hen op naar 't huis van den arts te gaan, daar zooveel mogelijk alles kort en klein te slaan en hém zelve ten slotte een pak slaag toe te dienen. Tot zijn verwon dering kwamen zij al zeer spoedig terug, maar de reden stelde hem gerust. De mannen vertelden, dat zij hun werk niet hadden kun nen doen, omdat zij bij bet buis een ander gezelschap waren tegengekomen, dat met een gelijk doel was afgezonden en juist zijn taak naar den eiscli ten einde had gebraeht. Van den hongerdood gered. De mailstoo- mer „Royal Edward" ontmoette op zijn reis van Bristol naar Halifax N. S. een zeilschip, dat noodseinen toonde. Het bleek de Zweed- sehe schoener „Henning" te zijn, van Laguna, Yucatan, naar Falmouth bestemd. De beman ning had gebrek aan proviand en was den hongerdood nabij. De „Royal Edward" stoom de zoo dicht mogelijk langszij van het in nood verkeerencte schip. Een boot werd neergestre ken en met Veel moeite slaagde men er in een hoeveelheid levensmiddelen en drinkwater bij de uitgehongerde bemanning aan boord te brengen. Honderden passagiers op het dek van de „Royal Edward" volgden met groote belangstelling het moeilijke werk en hieven een driewerf hoera! aan, toen bet met succes bekroond werd. Een ongeveer gelijke ontmoeting had het van New-York komende Engelsche mail- stoomschip „Oruba" op den Atlantisehen Oce aan, waar men het Fransche zeilschip „En Avant" met noodsein op aantrof. De negen opvarenden waren tengevolge van gebrek aan proviand op bet punt van te sterven en reeds geheel verzwakt. Nadat de scheepsdokter van de „Oruba" de ongelukkigen had verpleegd, werden zij Van levensmiddelen en drinkwater voorzien. Kruithuis ontploft. Te Chellies, ten Oos ten van Parijs, ontplofte een particulier kruit magazijn, waarin zich cirea 50 K.G. kruit be vonden moet hebben. Het magazijn behoorde aan de ondernemersvereeniging van steen groeven te Chellies en lag ongeveer 20 Meter beneden de oppervlakte van de aarde en 150 Meter van de werkplaats der steen groeve-ar beiders verwijderd. De ontploffing had plaats op het oogénblik, dat de 20-jarige arbeider Lucas bet magazijn was genaderd, de beide gepantserde deuremhad geopend en een hoe veelheid kruit voor zijn werk gebaald had. Of schoon bij zich zeer snel verwijderde, werd hij, ongeveer 20 Meter van daar, achterhaald door een reusachtige steekvlam, die uit het maga zijn perste en hem zwaar aan hoofd en li chaam verwondde, zoodat hij in hopeloozen toestand naar het hospitaal gebracht moest worden. Lucas kon wegens zijn toestand niet verhoord worden, zoodat de oorzaak van het ongeval nog onopgehelderd is. Men vermoed kwaadwilligheid. Alleen van de omstandig heid, rlat er niet, zooals gewoonlijk, 300 K.G. kruit in het magazijn was, is het te danken, dat de ramp geen grooteren omvang heeft genomen en de andere arbeiders met den .schrik vrij kwamen. DE, TOTA LISATOIt. In zijn' memorie van antwoord op het Vooï- loopig verslag der Eerste Kamer zegt 'de mi nister van Justitie o.ni. het volgende over den totalisator: ZExc. was en is nog van' meening, dat het wedden bij den totalisator, in Vergelijking met andere vormen Van hazardspel, in het hijzonder met het spelen hij den „bookmaker" een vod minder ernstig karakter draagt. dat in den' „bookmaker" is verpersoonlijkt een' groot zedelijk kwaad, in1 de totalisator een betrekkelijk gering. In' verhand' hier mede zet die minister nader uiteen, waarom' hij", ook met het_ oog op dé belangen der paardenfokkerij',indertijd ben' bepaling op nam, krachtens welke Het wedden" hij' den totalisator ondér bepaalde voorwaarden' niet tot de ongeoorloofde spelviormen' Zou wor den' gerekpnd, al acht ook dé minister voor zeker den totalisator in beginsel een ztedelijk kwaad, een exploitatiie-vpnn' vlah speelzucht, welks bestrijding als zbodaïrig geHbel Jan hen het kader van dat' wetsontwerp past'. Intusschen heeft dé Tweede Kamer, ha eeh' tweedaagse!! debat in' Hoever daarbij op zijn weg in strijd met' 's-ministers ad vies, het amendement-Van Vuuren' aangeno men en zich vóór dc strafbaarstalling Van het bedrijf vah den' iotalisatorondérntemer en Ide strafrechtelijke gelijkstelling vlah deZeri mét andere speelzucht-exploitanten uitgesproken. Hoewel de minister niet Zonder eenig leed wezen de door Hem' ontworpen' regeling in Zake de totalisator^ Keaft zien Verwer pen, kan bij hem principjAad geen bedenking bestaan de verdediging ook van art. 11 van het wetsontwerp, zooals dat artikel thans luidt, op zich te blijven nemén. Intusschen ziet hij dan voor zioh geen' reden", onmiddel lijk' nadat dit wetsontwerp wet zou zijn geworden, öene novelle, ©ene nieuwe wette lijke regeling, omtrent do invoering, Voor te stellen. De vraag, of de gevolgen Voor dé paarden fokkerij, welke Het totalisater-verbod wel licht zou kunnen blijken na zich te steepen', voor de regeering aanleiding zouden' kunnen zijn voor verHooging van subsidie Van Rijks wege voor de verbetering van hét pa anten- ras. behoort tot de aangelegenheden van den minister van Landbouw, enz., wiens aan dacht ongetwijfeld pp dezé zaak gevestigd zal zijn. Overigens zet die minister uiteen", dat de economische gevolgen yap het totalisator- verbod tegenover de vele goede en nuttige be palingen, .welke Het ontwerp beVat aller minst grond opleveren, dat nu in zijh geheel minder aannemelijk te achten, en doet hij in dat verband een beroep op de leden, om alsnog hun stem aan het ontwerp, te geven. (Vervolg en slot.). De indeeling is anders dan die der vroegere ontwerpen, en komt meer overeen met de in deeling van het vierde boek van het ontwerp- Reichsversicheringsordnung. Het ontwerp bevat 394 artikelen. De organisatie der bank, die als drager van de invaliditeitsverzekering, is in het ontwerp niet opgenomen. Het ligt in de bedoeling der regeering deze binnenkort in een afzonderlijke wet te rege len; en dan aldus, dat één bank dient zoowel als drager der invaliditeitsverzekering als der wetelijke ongev allenv er zeker ing. Acht hoofdstukken telt bet ontwerp: Hoofdstuk I. Algemeene bepalingen. Orga nisatie. Hoofdstuk II: Omvang der verzeke ring. Hoofdstuk III: Voorwerp der vezeke- ring. Hoofdstuk IV: Premie. Hoofdstuk V: Beroep. Hoofdstuk VI: Overgangsbepalin gen. Hoofdstuk VII: Strafbepalingen. Hoofd stuk VIII: Slotbepalingen. Aan den inhoud der m deze hoofdstukken ondergebrachte artikelen wordt, behalve het reeds vermelde, nog bet "volgende ontleend: Onder werkman verstaat de wet ieder, die den leeftijd van 16 jaar heeft bereikt en in loondienst arbeid verricht, mits binnen bet rijk, niet in militairen dienst en tegen loon van niet meer dan 1200 per jaar. (Art. 3.) Onder werkman wordt ook verstaan ieder die voldoet aan de bepalingen van voornoemd art. 3, behalve dat hij rijk arbeid verricht; mits in eene in Nederland gevestig de onderneming en mits hi) daarenboven bin nen het rijk woont of ui® schipper of sche peling dienst doet op een vaartuig. De middelen voor de te berekenen dekking der nit te keeren renten, der te verleènen geneeskundige behandeling en toelagen, en der administratiekosten worden gevonden gelijk hiervoren reeds was opgemerkt door 't'heffen van premiën van de verzekerden en van de werkgevers van verzekeringsplichtige werklieden en door eene jaarlijksche hijdra- ge van 't rijk gedurende 75 jaar an 8 en een half millioen gulden. Blijkens het bij de Mem. van Toel. overge legd rapport van prof. dr. J. C. Kluyver, is voor dekking van het in dat rapport becijfer de tekort op het overgangstijdperk noodig een jaarlijksche bijdrage gedurende 75 jaar groot 7.300.000. Daarbij moet worden ge voegd een te schatten bedrag voor administra tiekosten. Het bedrag dier administratiekos ten per verzekerde stellende op 20 eents, komt de regeering tot een bedrag der admini stratiekosten per jaar van ƒ1200.000. Daar door is het bedrag van 8 en een half milioen, hiervoren genoemd, verklaard. Niet verzekeringsplichtig zijn o m. werk lieden wien door het rijk pensioen is verze kerd; werklieden in dienst van een publiek rechtelijk lichaam (provincie, gemeente, wa terschap) wien bij verordening invaliditeits- en ouderdomspensioen is verzekerd, mits de verordening voldoet aan wettelijk gestel de eischen; werklieden die den leeftijd van 35 jaar hebben bereikt en werklieden die in valide zijn en niet verplicht verzekerd. Ook omtrent de niet-verzekeringspiiehtig- heid van vreemdelingen bevat het ontwerp dan verder nog eenige bepalingen. De verplicht verzekerden worden naar het loon dat'zij verdienen ingedeeld in vijf loon- klassen: klasse I jaarlijksch loon beneden 240; klasse II jaarlijksch loon van 240 tot beneden 400: klasse III jaarliikseh loon van ƒ400 tot beneden ƒ600; klasse IV jaarlijksch loon van ƒ600 tot beneden 900; klasse Y, jaarlijksch loon van 900 of hoogcr. Door de kroon worden, den raad van arbeid geboord, voor elkè gemeente aangewezen de loonklassen waartoe de verschillende'catego rieën van werklieden, in die gemeente wer kend, belmoren. Bij-de rangschikking wordt als maatstaf genomen het gemiddeld jaar lijksch loon. Een vrije verzekering kan door ieder, zon der onderscheid van leeftijd, gesloten worden. De verzekerde, die invalide is, heeft, wan neer hij 150 premieën in rekening kan doen brengen (vervulling van den wachttijd) recht op invaliditeitsrente;- a. Indien er geen vooruitzicht bestaat op zoodanige toeneming zijner arbeidskracht dat hij ophoudt invalide te zijn (blijvende invali diteit); b. indien de invaliditeit onafgebroken een half jaar heeft geduurd (tijdelijke invalidi teit). De verzekerde, die den leeftijd van 70 jaar bereikt heeft, heeft wanneer hij 1248 premiën in rekening kan doen brengen (vervulling van den wachttijd) recht op ouderdomsrente. Hoe het bedrag der rente berekend wordt ls reeds hiervoren medegeeeld. Invaliditeits- en ouderdomsrente worden op gelijke wijze berekend. Een rente kan niet worden verhoogd en cu mulatie van ouderdoms- en invaliditeitsren- te is uitgesloten. De vrije verzekering geeft recht op invalidi- teitsrente, wanneer de verzekerde blijvend in valide wordt; op ouderdomsrente bij het he reiken van den 70-jarigen leeftijd. Indien de Raad van Arbeid van oordeel is, dat er gevaar bestaat, dat een verplicht ver zekerde blijvend invalide zal worden en dat dit gevaar afgewend kan worden door doel matige behandeling of verpleging, kan hij, gelijk hiervoren is vermeld de bank voor stellen, op haar kosten den verzekerde ge nees- of heelkundige behandeling te doen verleenen of hem in een inrichting te doen opnemen. Het Bankbestuur is bevoegd tijdens het ver blijf van den verzekerde in eene inrichting eene vergoeding aan diens kinderen beneden 13 jaar uit te keeren (zoogenaamd kindergeld) De uitbetaling der krachtens de wet toe gekende rente geschiedt op de postkantoren, op Dinsdag van elke week. Als de rente minder dan 26 's jaars be draagt kan de Bank driemaandelijksche uit- keeriug bevelen. Bij geregeld drankmisbruik van den rente trekker, kan den Raad van Arbeid gehoord, dc rente in natura worden uitgekeerd. Omtrent het bedrag der premie valt het volgende op te merken. Over elke kalenderweek, een gedeelte van een week voor een geheele week gerekend, wordt geheven een premie, ten bedrage: in loonldasse I van 20 cent: in loonklasse II van 24 cent; in loonklasse III van 32 cent; in loon klasse IV van 40 cent; in loonklasse V van 48 cent. Is stukwerk verricht niet in de werkplaats noch onder toezicht van den wekgever, dan wordt ter berekening van het aantal kalen- derweken, waarover de werkgever een premie moet betalen, de werkman geacht per dag, Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen niet medegerekend, te hebben ver diend: 0.40 indien hij tot. de le loonklasse be hoort, 0.80 tot de 2de, 1.40 tot de 3de, 2 tot de 4e en f 3 indien hij tot de 5de loonklas se behoort. Aan zeelieden zal vergund kunnen worden jaarlijks over ten hoogste acht kalenderwe- ken .waarin zij niet werkzaam zijn tegen een loon, geen premie te betalen. De premie wordt, gelijk reeds werd opge merkt, betaald door den werkgever. De premie wordt echter betaald voor den verzekerde: a. indien hij zijn loon, voor zooveel dit In geld bestaat, uitsluitend van derden ont vangt of bevoegd is dit voor het geheel af te houden wan-hetgeen hij ten behoeve van zijn werkgever van derden ontvangt; b. indien hij bevoegd is tot 't afleggen der verklaring dat hij de verzekering als vervallen be schouwt; c. indien liij geen werkgever heeft. Een tweetal artikelen geven dan voorts de gelegenheid om de premie voor huisarbeiders door hem zelf te doen betalen. Een bijzondere bepaling regelt de bijdrage van den werkge ver ten opzichte van de premiebetaling door de huisarbeiders. Behoudens vergunning om over langer ter mijn te betalen, betaalt de werkman die zelf de premie moet betalen, in den loop van elke kalenderweek de premie. De wijze van premiebetaling in termijnen door den werkgever, wordt door den raad van arbeid, bepaald. De regeling van de premiebetaling door middel van zegels is in een groot aantal ar tikelen uitgewerkt, terwijl ook een afzonder lijke regeling is getroffen voor de premiebe taling door militairen. Omtrent de premebetaling bij vrijwillige verzekering zijn bijzondere bepalingen opge nomen. De vrije premie bedraagt 1.50. Vrije pre mies worden betaald zoo dikwijls en wan neer de verzekerde wil, geschiedende de beta ling van zegels op rente-kaarten. De vrije premie van 1.50 kan ook door middel van 30 cents in vijf gelijke deelen wor den voldaan. Het maximum aantal vrije premies dat in één kalenderjaar mag worden gestort, be draagt 80. Gelijk reeds in den aanvang werd weerge geven heeft de regeering het raadzaam ge acht, in afwachting van de tot standkomiug van de administratieve rechtspraak, voor het beroep gebruik te maken van de jurisdic tie der Beroepswet. Aan de overgangsbepalingen wordt nog het volgende ontleend: Gedurende de eerste twee jaren na het in werking treden van art 1 (verzekeringsplicht) is ook de werkman, die verzekeringsplichtig zou zijn, indien hij niet den leeftijd yan 35 jaar bereikt had, verzekeringsplichtig, in dien hy den leeftijd van 70 jaar niet bereikt heeft. Aan hen, die vóór de indiening van het ont werp aan de Tweede Kamer voldoende ver zekerd zijn, behoort, volgens de xegeering, het recht t» worden verleend op hun verzoek van den verzelceringsplieht te worden vrijgesteld. Bij de overgangsbepalingen worden dan ook de voorwaarden vermeld, waaronder die vrij stelling kan worden verleend. Daaruit blijkt o. a. dat, zal de werkman recht hebben op vrijstelling het bedrag der verzekerde rente niet minder mag bedragen dan 104 per jaar. Gelijk bedrag wordt bij dit ontwerp, als rente toegekend, aan die categorieën, die zonder pre miebetaling krachtens de overgangsbepalin gen, in de verzekering worden opgenomen; categorieën in het algemeene deel der toelich ting hiervoren reeds vermeld. Bij de strafbepalingen wordt strafbaar ge steld het niet betalen der premie, omdat naar de regeering opmerkt op geen andere wijze de verzekeringsdwang gehandhaafd en het doel der wet bereikt kan worden. Het ligt niet in de bedoeling ieder, die liet betaalt, te doen vervolgen. De groote beteekenis der strafbepaling is hare preventieve werking. Aan het oordeel der ambtenaren, met de uitvoering der wet belast, kan het overgelaten worden, geen vervolging uit te lokken, wanneer deze niet wenschelijk is. De werkgever, die door ze gels betaalt, behoeft overigens door oumaelit om te betalen, geldverlegenheid, nooit met den strafrechter in aanraking te komen; zoo lang hij het loon niet heeft betaald kan bij niet wegens niet plakken (van de zegels op de rentekaart) aangesproken worden; het ge val dat hij wel het loon, niet de premie kan betalen, zal zich niet voordoen; niets belet hem trouwens het zegel te plakken en het loon gedeelteliik uit te betalen. De straf voor den werkgever die de premie aangegrepen door de heftigheid van het slaapmiddel, gevoelde hij zijn h'eenen onder zich knikken, sloot zijn oogleden fen viel stokstijf neer, het gelaat met een lijkkleurige bleekheid o vertogen. Kreten, welke hij niet meer hoorde, weer klonken door het gehéele kamp. Het was pen wanorde zonder benaming, het regende verwenschingen. „De onbeschaamde hééft, zich aan den strop onttrokken. Ik hén niet gewroken." „Kom', houd je bedaard," sprak de hoofd man, „na onzen krijgstocht in Limoges, zul len we Bord'erie gaan plunderen, èn je de zoo aardige Agnèle ten huwelijk geven." Martel, zonder zich evénwel door déze be lofte tot kalmte te deen brengen, hief ëen paal hoven het uitgestrekte lichaam' Van den ongelukkigen Gautier. Men hield hem echter tegen. De bandieten zelfs eerbiedigden een doode. „Stil daar," gebood het. opperhoofd. „Men moet eigenlijk Leen graf graven, om den ge vangene in te teggen." „Neen, bulderde Geffroi Martel, „zulk een grai zou te zacht zijn voor hem; hij is geen Mijn recht op hem bestaat nog altijd. Ik vraag dus dat men hem in het ra vijn van tmerrias werpe, en dat men hem er 1 ate ligigen als teen gemeen kreng", 1>1 oot\ge- steld aan den tand der honden en aan den hek van den gier." „Dat het aldus geschiedde," beval het op perhoofd, „en dat er niet meer over gerept worde." Het lichaam, van Jean Gautier Werd aan het ravijn toevertrouwd, op honderd pas sen afstand van liet kamp- Hierna namen de plengoffers wederom een aanvang. De dag had lang toegeschenen aan de ban dieten, geheel in beslag gfmomenals zij wa'r rgn door de groote én op Handen zijnde onder neming. Eindelijk brak de nacht aan die hun wandaden moest verbergen, en zij be groetten dien mét razende toejuichingen. Het voorspel evenwél dat dien tocht vooraf ging bestond uit een keurig maal De schaduw wais dicht, de man die in da diepte van het ravijn lag scheen uit zijn be wegingloosheid te geraken.... Zijn oogen ont sloten zich, zijn ineengetrokken vingers wer den weder buigzaam.-.Een zwakke zucht ontsnapte aan zijn kleuooze lippen. Hij lichtte het hoofd op, en liét hét weer vallen.... Andermaal ontsloot hij zijn wegkwijnende oogleden en poogde zich pp te richten. Het. gevoel van het leven keerde nog niet tot hem terug. Plotseling evenwel bracht de echo Hem het refrein van een gemeen lied, een rumoer van gelach uit de verte Hij huiverde. De waarheid' Versehévn hem. Dat lichaam, daareven nog zoo kwak, kreeg een schok, die hem een doel van zijn kloek heid van welen teruggaf. De man richtte zich op met schrik, onder het gemompel van onsamenhangende woor den. j De gezichteinder was pureer gekleurd in den weerschijn van Verscheidens honderden toortsen.- De man begreép toén alles. Hij' s'prate: Mijn God, ontferm U over Uwen armén dienaar." Dit. kort gebed deed hein' goed. Dé kracht en het verstand wanen teruggekeerd tot hem, die vijf minuten tevoren den blik van de Öjnt- ferming-zelve zou ontsteld hébben. [Wederom, sprak hij. „"O mijn God, ik herinner mij.... Ik loof II, o mijn God, die mij tot het leven terugroept, opdat ik een plicht vervulte." Daarop begon hij langs de helling van het ravijn op te klauteren. Dit was geen' ge makkelijk iets; de helling was steil en be halve dat had dc man slechts een hand vrij. Eindelijk had hij het toppunt bereikt, dankte de engelen en beproefde vervolgens te loopen. Zijne beenen, door de koude ver kleumd. konden hem ter nanwernood onder steunen. Hij stelde zich vervolgens zoo goed op de hoogte als mogelijk was, zorgdragende zich van het kamp der „Duivels" te verwij deren. Hij beefde bij de gewaarwording, boe wei nig hij met zijn tocht vorderde. „Helaas", dacht hij, „die wilde beesten kennen hun weg en zullen mij vópr zijn." Intusschen schoot het hém te binnen dat het klooster der Augustijnen op niet zoo heel verren afstand moest zijn. Dit eerst te berei ken was zijn doel. Door al voort te loopen kreeg hij ten slotte die soort van helderziendheid. welke hij nacht den reiz'ger t-odaat om zijn weg te vinden. Heilige kenteekenon dienden hem tot bakens. Eensklaps trilde hij van vreugde. Hij be vond zich. voor een donkere massaDat was het klooster. Hij riep. Alles sliep. Geen enkel licht, niet het minste gedru'soh. Ilii kwam op Het denk beeld, door al tasten dp. langs do muren ron dom de gebouwen te loopen, den pelgrims- bengel op te sporen. Het geluk wilde, dat, bij het in aanraking komen met drie stee- nen treden, hij zich" Herinnerde dat aldaar de hoofdingang was. Hij greep het koord van do bel. Na een poos waehtens, dat Hom even lang toescheen als do eeuwigheid aan de vervloek ten, hoorde hij een zwanen voetstap op den steenen vlotor weerklinken. Het- getraliede raampje werd geopend en het zwakke schijnsel van' een lantaarn ver toonde aan hem 't gelaat eens grijsaards. ,jWat verlangt ge vroeg de broeder- portier. .te. j „Ik ben Jean Gautier; ik kom uw lief derijke hulp inroepen." „Terugriep de geestelijke uit- Jean Gautier bestaat niet meer.... Je bont slcch -o een geest in nood." ,- „Ik ben Jean Gautier. Hoor mij, bokijk ■mij' maar. Heb ik niet de spraak en hét ge laat eens levenden?" „Hemelsche genade. Ik geloof dat hy go- tijk heeft li herben hem, den armen jongen. Heeft er dan een wonder met je plaats gehad, mijn jeckxb f' „Gij zult alles vernemen. [Wat den mees ten spoed verdacht is, dat ge dam Hiiaire waarschuwt, teneinde hij mij een paard en 'oen lantaarn dc» gaven." „Een paard P.s.. Maar je hebt eer noodig j om naar je bed te gaan, dan in dien domke^ i ren en kouden nacht te paard te stijgen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5