DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 1000 411SïÖ^r 150^ 190 sr 69 3z° Si STADSNIEUWS. m No. I Huisvlijt. Staten-Generaal Sociale Berichten. iOnsleirihuiswesi 2f}»3S-S§9 Haarlem EEÜSTE BL&D. AGENDA. 'DINSDAG 23 MEI ISIS. 36ste Jaargang Ho. 7548 1 Ssarea&ES wsss iSedaefSe eis J&dmiiaistrafie iEitepceiismunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haariem en de agentschappen wende men zich tot RICARDQ's Advertentie-Bureau, NL Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon I02Q. Dit nummer isesfaaf uit iwee bEaden, Haarlemsc'ne Allsdagjes fiö. 276. VAN ONZE RECHTBANK. ocF HEIHUI HURLENSCNE COfflMT A B O M E BS E II T S P R IJ S: Per 3 maanden voor Haarlem 1,35 Voor de plaatsen, waar een agentia gevestigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers ö,08 PRIJS OER ADVERTEHTIcj; Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent) Iedere regel meer Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regeL (Buitenland Reclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 oent contant.) 10 cent 20 oent Alle betalende sbonnés op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zjja volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen onge.ukken verzekerd voor: GULDEN b(J verbos van één anderen vinger. De uitkeerlaig dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederiandschc Credietbank Nieuwe Gracht 11 Woensdag, 24 Mei. Teyler's Stichting op de gewone Museumtijden Buitengewone tentoonstel ling van kunstwerken, berustende in de ver zameling van Teyler's Museum: de gravures vun Lucas van Leyden, geb. 1494 te Leiden, al daar overleden 1533. Bisschoppelijk Museum (Jansstraat 79). Geopend eiken dag van 10—5 uur. tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda gen, Zondagen en R.-K. Feestdagen. NAKLANKEN VAN 1903. Wij vernemen dat op een nader schrijven door de groepsvertegenwoordiging der Cen trale Werkplaats, gericht aan de Directie der H. IJ. S. M. inzake de bij ds staking in 1903 verloren dienstjaren, thans het volgende ver blijdend antwoord is ontvangen: „In ant woord op uw schrijven van 29 April j l. be richt en wij n, dat wij reeds met den Minister van Waterstaat in overleg zijn voor eene nieuwe pensioenregeling voor het personeel der Maatschappij en Zijne Excellent1 n eer. voorstel hebben gedaan, \v aarbij aan den ge uiten wonsch voldaan wordt." Deze geuite wenseh luidde: het verloren recht op de dienstjaren vóór 1903 in dienst der Maatschappij doorgebracht, bij eventu- cieele pensioneering wederom terug te mogen krijgen. Een zeer verblijdende tijding dus voor hen, die tientallen van dienstjaren hebben, doch t recht hierop in 1903 door staking verloren hebben. Dit feit verheugt ons bovenmate, vooral daar zoovelen gestraft zijn, die argeloos in de val liepen, die eenige raddraaiers gesteld hadden. Op een tweede verzoek om vóór deze rege ling geen personen, welke in de termen val len te pensioneeren, kon de Directie echter niet ingaan. Toch zou het ons spijten, indien er waren, die, vooral nu de maatschappij zulk een tege moetkomende houding aanneemt, de dupe werden van deze regeling. trillende, dan weer luid-schallende muziek doorweven. Het was bekoorlijk! Het trio zijn kunste naars [Wij spraken nog hiet van Rob. A'. Patte, de verdienstelijke .baryton van Amsterdam. [Wij zouden hem willen noemen, den „on vermoeibare". [Wij hebben hem steeds met bewondering gevolgd niet het minst om zijn uithoudingsvermogen, want -zelfs ïian het einde was zijn stem nog frisch en krachtig en toch was het maar weer steeds, Potte, die onze aandacht 'vroeg eii ons genot ver schafte en nooit verveelde. De heer Patte weg. De oude heer W. Senft kwam boven en vroeg aan Talsma: „begin je weer?" De heer Senft en Talsma liepen op elkan der toe en deze laatste gaf de heer S. toen een steek in den buik. Toen T. den heer S. in de keel wilde steken, greep v. Haren den arm van T. vast, waardoor het mes op den grond viel. Met Mathot heeft getuige toen den ge- stokene naar huis gebracht. Dien Maandagmorgen ging T. eenige ma len uit en nam steeds het mes mede, wat hij anders nooit deed. Zaterdags zei T.: „Ik zal hem Maandag een goede por geven", en daarna: „Ik ga het mes GEMENGD KOOR' „ONDER ONS". [Wij zijn het bestuur van „Onder Ons" en de talrijke bezoekers van het gisteravond gegeven solisten-concert zullen het zijn mèt ons dankbaar voor het sublime, dat ons gisteravond is geboden. Een heerlijke avond, vol van weelderig kunstgenot en innige ziels stemming, waarop wij leefden in een sfeer van zoete, ongekende ,,|Wonne und seligkeit.' [Wij zijn het bestuur dankbaar! Het concert opende met een heerlijke ver klanking van Joh. Brahm's „Vier Zigeuner- lieder". door het gemengd dubbel kwartet „H. P." met begeleiding .van mej. Betsy Pielage. Reeds dikwijls hoorden we dit edel achttal waarin wij heden mistten mevr. Pielage en steeds hooren en prijzen we het met dezelfde onverdeelde gevoelens van bewondering en dankbaarheid. [Wij rekenen 't °ns tot een eer dit 'dubbel kwartet een Haarlemsch, te mogen noemen, maar zon den wij te veel zeggen al® \*Aj beweerden dat- een niet geringe bekoring van het kwar tet uitgaat, door de medewerking van mej. Gijsbertse, wier waarlijk artistieke stem in staat is van stille ontroering te doen tril len, als gisterenavond? [Wij zeggen niet te veel als wij de kleurige sopraan een sehoone toekomst voorspellen. Nog droeg het kwar tet in den loop van den avond voor: liet innige „Lente" en het vroolijke „Morgen wandeling" van onzen genialen stadgenoot Ph. Loots. Na 'de pauze Rob. Schuman's, John. Anderson en der Schmidt en eindelijk Jos. Haydn's. „Die Beredsamheit", en prachtig was het, zooals het kwartet, schijn baar onbewust, elk stuk, eiken componist -wist te karakteriseeren'. - Mej. Betsy Pielage was in Kaar bescheiden rol van begeleidster, als immer, uitmuntend. Een aangename kennismaking was ons, die toet het Amsterdamsch Trio: de dames N. Gunning, viool, K. v. d. Hoeven violoncel F. Galbast, piano. [Wat heerlijke momenten van pure muziek ..van .ongekende innigheid heeft ons het spel Van dat drietal bezorgd. Hoe heerlijk werd pus de fijne 'muziek van Beethoven Trio op, 70 no. 2, E[s. gr. t. verklankt[Met wat a-1 frischheid, wat al zonnige opgewektheid J&f diep sentiment, was bij „wijlen die .licht-' DE YREESELIJKE RAMP.' TE ISSY-LES-MOULINEAUX: do aviateur Train, die bij het neerkomen met zijn machine de onschul dige aanleiding werd, dat de ministers Monis en Berteaux schrikkelijk getroffen werden. Keschikt óver een prachtige stem, van war men klank, Zuiver, stralend geluid en zui vere dictie. Heerlijke momenten vooral had de zanger in „der Jager" van Schubert en Prühlingstrauin van Schubert. Mej. Josine Kat nam op Zeer vaardige wijze de be geleiding van den zang .op _zieh. (Onzen totaal-indruk van 'dezen Zangavond gaven wij reeds (weer, het publiek uitte deZe in hartstochtelijke toejuichingen na elk num mer van het programma. X, Iedere cent daaraan besteed Brengt geluk eer dat gij 't weet. De Penningmeester riakenessergracht 65. Zitting van gisteren (vervolg.) Dr. J. v. Veen als deskundige gehoord legt eensluidende verklaring*en af a,ls de reeds gehoorde Dr. Ozinga. Dr. C. JW. J. iWjesterman heeft aciht wonden geconstateerd bij den heer J. P. Senft. Hij zegt, dat waarschijnlijk de arm wel geheel genezen zal en dat de kracht er weer in terug zal komen. Het waren diepe steekwonden en met kracht toegebracht, want het been in den arm was gekerfd. Dr. L. Coenen zegt, dat het nog eenige maanden misschien een jaar zal duren eer de machteloosheid van arm en pols des hee- ren Senft weer terecht komt. Het getuigenverhoor van een verpleegster van het St. Elizabethsgasthuis, degenen, die het goed des heeren Senft gewasschen had den, leverde niets bijzonders op. De heer H. v. Breederoode, ofschoon hij Talsma niet persoonlijk kent, heeft dikwijls van hem hooren spreken, dat hij een lastig man was en meermalen ernstige bedreigin gen liad geuit tegen de heeren Senft. De heer C. A. v. d. Beek, inspecteur van poiitie heeft bevonden, dat op Talsma niets te zeggen was, doch dat hij zeer driftig en opvuegend was. Hij maakte ook geen mis bruik van sterken drank. De getuige E. v. Haren, schildersknecht zegt, dat het mes op de werkplaats in een lade lag (in de scheede.) Toen de jongeheer Senft binnen kwam, zei- de Talsma: „Nu ban ik hem wel een goede por geven". Getuige weet niet of met het mes in de scheede gestoken is; hij heeft ook slechts één steek zien toebrengen. Nadat de heer W. Senft zich losgerukt had, liep hij halen". Get. weet niet of T. dit gedaan heeft. Bij de werkplaats, toen zij geld gingen ha len, ontmoetten zij W. Senft, die kwaad werd, omdat T. hem minachtend en hatelijk aan keek. De patroon was voor hem niet lastig en hij had het ook nooit gehoord van de an dere knechts. Den geheelen Maandagmorgen was T. stil geweest en hij liet nu en dan het mes zien. Hij had den heer W. Senft niet zien lachen, toen hij 's middags op de werkplaats kwam. Op een vraag van den raadsman zegt de getuige, dat de beklaagde wel wat sterken drank op had, wat anders nooit zoo was. Getuige had Talsma nog gewaarschuwd en hem gezegd: „Talsma, doe het niet, denk om je vrouw en kind." Beklaagde zegt dat hu s morgens het mes gebruikt had om 'npuntje aan zijn potlood te slijpen en het toen in zun zak gehouden had. Na heropening van de zitting werd gehoord de getuige B. H. Gimberg, die vroeger ook al eens een klap van hem had gehad. Bekl. schijnt een haat tegen hem te hebben, of schoon hij (getuige) de reden hiervan niet weet. Beklaagde beeft hem ook den moord van Spaarndam verweten. Getuige spreekt bekl. weinig en weet dus niet of hij veel over moorden en doodslag011 sprak. H. P. Mathot hoorde op dien Maandagmid dag roepen: Haal de politie. Hij wilde dit doen, doch er was reeds getelefoneerd; toen zag hij den patroon bebloed staan en heeft toen den heer Senft met v. Haren naar de Nassaulaan gebracht. Zaterdagavond half eR kwam T. hij getuige en vroeg om geld; hij gaf hem toen een dub beltje. Toen zeide de bekl. ook: „Als ik mijn mes bij mij had gehad; had ik hem een goede por kunnen geven; hij zat er net zoo mooi voor. Bij vroegere gelegenheid liad hij al eens gezegd: „Berg en dal ontmoeten elkaar niet, maar 'tmenselidom wel; ik eruit, hij ook!" Dien Maandagmorgen had t. niet veel lust om te werken, omdat hij toeh gedaan kreeg. Het mes, dat beklaagde sinds eenigen tijd had, was, zeide hij, om mede te nemen als hij ging visschen, waarvan hij nogal hield. Hij had bekl. gewaarschuwd, dat hij zijn plan niet moest uitvoeren. Ook Maandagmor gen, naar aanleiding van hetgeen hij Zater dag gezegd had; hij had Maandag ook drei gend gesproken ten opzichte van Gimberg. Hij vertelde 's Maandags, dat hij Zaterdag avond en Zondag voor 2.50 had opgemaakt. De raadsman vroeg of deze getuige den in druk had, dat beklaagde zijn bedreigingen zon uitvoeren en het plan had om de heer Senft te dooden. Dit bevestigde deze getuige. Getuige G, Lubbers trof dien Zaterdag avond Talsma, die hem een kwartje ter leen' vroeg, 's Maandags toonde T. aan dezen ge tuige een mes en zeide: „Dat is voor liem." Get. weet niet wie hiermee bedoeld werd. T. was dien morgen heel kalm, maar had wel sterken drank gebruikt. Deze getuige ging wel met beklaagde uit, doch had hem nooit over moorden of doodslag hooren spre ken. Soms werd hij driftig om een kleinig heid. In den laatsten tijd was getuige niet veel meer met beklaagde omgegaan. Mej. Mock had van haren schoonzoon Ma thot gehoord van de bedreigingen van Tals ma. Zij had Talsma dien Maandagmiddag in de L. Margarethastraat met het mes in de eene en de schee in de andere hand gezien en hoorde hem zeggen: „Is hij nog niet kapot?" Zij zag hem toen in de richting van het Po- litiebureua gaan. N. H. Wenting was dien Maandag chef van de wacht. Talsma kwam zich hij hem aan melden met de woorden: „Ik heb een dubbe len moord-gedaan; 't moest er toeh eens van komen; ze hebben me lang genoeg gesard; ik heb mijn baas en den zoon gestoken." Aan het mes zat bloed, aan de schee niet. Beklaagde zegt, dat hij zich wel kan voor stellen, dat hij den jongen heer Senft gesto ken heeft, maar hij weet niet of hij meer ste ken gegeven heeft. Hij was op dat oogenblik zeer opgewonden en weet zich dus weinig te herinneren. Hij ontkent de bedoeling gehad te hebben de heeren te dooden, ofschoon hij wel zwaar wilde mishandelen. Hij zegt, geen voornemen gehad te hebben Senft te dooden, dan had hij het wel om kwart voor 12 uur kunnen doen. Het requisitoir. Nu kwam het O. M. aan het woord. De fei ten zijn wettig en overtuigend bewezen. De meest ernstige wond van den heer-W. Senft Jr. is die aan den linkerbovenarm, waardoor een zenuw geraakt is en waardoor deze jonge man minstens een jaar werkeloos moet zijn, dus zwaar lichamelijk letsel. Bij den heer J. P. Senft is de gevaarlijkste wonde, die welke in den buik. is toegebracht. Dan sprekend over de onmogelijke verhou ding tusschen Senft en Talsma, zegt mr. Hoyer, dat deze man zich stelselmatig op wond. Die toestand was niet een uitvloeisel van 't lezen van dieven- of moordgeschiede nissen, doch uiting van nijd en opgekropte woede. Dan nagaande de verklaringen van de ver schillende getuigen; vooral de bedreigingen door E. van Haren genoemd als door Talsma geuit, komt spr. tot de conclusie, dat hij het plan had om te dooden, of althans om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Dat uiten van zijn gemoedstoestand teekent ook zoo juist zijn psyehischen toestand. Dat hij tegen Lubbers zeide toen deze hem afried om zijn slag te slaan: „Neen hé, niet doen", is ook ty pisch; hii sprak met Lubbers erover om in zijn plan bevestigd te worden en beloofde wel het niet te doen, zonder evenwel dit te mee- nen. Hij wilde alleen bevestigd worden in zijn plannen. Wilde hij mishandelen, dan was één steek voldoende. Het was dus ongetwijfeld poging tot moord met voorbedachten rade. Onaangenaamheden tusschen patroons en ondergeschikten zijn overal. Talsma heeft nooit moeite gedaan tegen zijn karakter te strijden. Hij zag alleen het verkeerde in Senft. Het ongelukkige karakter van Talsma was het nijdige aanhouden van zijn hartstochten. Conclusie nemend eischte het O. M.: Wegens poging tot moord een gevangenis straf van 10 jaren. Het pleidooi. Dan kwam aan 't woord de verdediger van beklaagde Mr. Andrea e. Wij stippen er het volgende uit aan: Pleiter moest aannemen, dat gestoken was met een mes in de scheede; hij kan zich niet voorstellen, dat de jonge heer Senft kon vluchten, dat wil dus zeggen, dat liij zich aan de handen van bekl., die veel sterker was, kon onttrekken; aannemelijk is dus dat bekl. hem heeft losgelaten. De uitdrukking: „ik zal hem een por geven", kan volgens pleiter onmoge lijk de beteekenis hebben van iemand het leven te willen benemen. Talsma was ontsto ken in gloeienden hartstocht, zooals het O. M. zelf toegaf, zoodat het onbegrijpelijk is hoe dan nog van voorbedachten rade sprake kan zijn terwijl als bekl. had willen vermoorden, hij anders had moeten steken. Daarenboven zijl! - - getuigenverklaringen ^niet dnide- waarom deed hij Eet" dan niet te 11 (h uur? Pleiter roept dus de clementie van de recht bank in, lettende op de omstandigheden, waaronder de misdaad gepleegd is. Het O. M. repliceerend, persisteerde bij zijn eisch. .Uitspraak 1 Juni lingeri. Ook op andere scholen breidt de ziekte zich uit. EEN MISHANDELINO MET EEN STAARTJE. Eene de G. ia de Lotterstraat is mishan deld geworedn door de gebr. van D. Ook is er een ruit in zijn woning stukgeslagen, zoodat de heeren dit nog wel eens zal op breken. (Zie Stadsnieuws verder op in dit Blad.) TWEEDE KAMER. Nadat de intrekking van het wetsontwerp tot het aangaan van een 4 pOts. staatsleening ter kennis van de leden is gebracht, kwamen gisteren de algemeene beschouwingen over de Steenhouwerswet aan de orde. De heer Passtoors (R.-K.) betuigt zijn tevre denheid met dit wetsontwerp als proeve van partieele wetgeving, die beter is dan regeling van alle bedrijven in één wet. Spr. noemt als bezwaar tegen deze wet het niet verbieden van de bewerking van voor de gezondheid schade lijke steensoorten, met name zandsteen. Na op de bijzondere gevaarlijkheid van deze steen soort gewezen te hebben, dringt spr. aan op de opneming van het door hem gewenschte verbod in deze wet. De heer Helsdingen (S. D. A. P.) verklaart, dat zijn fractie met het ontwerp is ingeno men; zij wenscht echter verder te gaan. Par tieele wetgeving beuren de socialisten goed voor dit exceptioneel gevaarlijke bedrijf, dat anders te lang ongeregeld zou blijven door te wachten op een algemeene wet. De keuring acht spr. te verdedigen; deze vindt ook plaats in liet mijnreglement, is dus geen novum. Zij is hier eveneens noodzakelijk. Het bezwaar, dat het ontwerp de vrije be roepskeuze aanrandt, voelt spr. niet. Het is hier een exceptioneel geval en bovendien is de vrije beroepskeuze voor den arbeider in de praetijk iets denkbeeldigs. Het verbod van stukwerk voor sommige ar beiders juicht spr. toe. Zal de minister de beperkte werktijden in het steenhouwersbedrijf kunnen handhaven bij de tegenwoordige redactie van artikel 1? Hier door toch zullen werklieden, van wie geen sieenhouwerskaart gevergd wordt, toch steeii- houwersarbeid kunnen verrichten. Spr. bepleit eindelijk invoering van den 8- urigen werkdag voor de volwassenen en van den zes-urigen werkdag voor de jongeren in 't steenhouwersvak. De heer Tydeman (V.-L.) wraakt dit soort wetgeving, dat de vrijheid van het bedrijf aan tast en alle verantwoordelijkheidsbesef ont neemt aan werkgever en arbeider. Spr.'s hoofdbezwaar is gericht tegen het ver bod van steenhouwersarbeid van staatswege, zijnde dit inbreuk op de vrijheid van beroeps keuze. De heer de Kanier heeft bezwaren tegen de wet. Hij meent, dat de vrije beroepskeus wordt aangeroerd. Hij zou willen een verplichte keu ring, niet van staatswege, maar door een par ticulier geneesheer pp verzoek van den arbei der zelf. De heer De toisser (C.-H.) zegt, dat de strek king van het ontwerp hem sympathiek is. Het is hier inderdaad een ongezond bedrijf, waar tegen men al lang maatregelen beraamde. Do maatregelen, die minister Veegeus wilde netmen, waren spr. meer sympathiek, dan die welke minister Talma thans voorstelf. Thans zal een novum worden ingevoerd Wat inzake, de verplichte keuring bestaat, is heel iets an ders dan wat thans wordt voorgesteld. Spr. had liever gezien, dat men het Jfedrijf had be schermd door in de veiligheidswet desbetref fende maatregelen pp te nemen. Aan het wets ontwerp van .thans kan spr., als het ongewij zigd blijft, zijn stem onmogelijk geven. Spr. zal alleen voor het ontwerp stemmen als de be scherming tot .de minderjarigen wordt heperkt. De vergadering wordt verdaagd. DE MAZELEN, In' het Schotenkwartier hecrscKt' in hevige mate de makelen. De Christelijke bewaar school in' de .Qolensoslraat mist vele leer- Timmerliedenstaking. Gistermorgen zijn de ongeveer 180 timmer lieden, béhoorende tot de afdeeiingen van. den Algem. Nederl. Timmerliedenhond en den R.K. Timmerlieden! ond te Leeuwarden die verleden week hun. .dienstbetrekkingen hebben opgezegd, in. staking gegaan. De 18 leden van den Christe- lijken Bond hebben ook hun dienstbetrekkingen opgezegd en zullen zich dus komende week bij de stakers voegen. Zaterdagavond is nog een vergadering door da betrokken werklieden gehouden»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 1