s
ALLERLEI.
f
AMST^EIIDAMSCHE BETJRS.
koers van vreemde banknoten.
B
De kleine tamboer.
Anecdoten.
if*
SE
DONDERDAG 8 JUNI 1911
No. 7560
BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Opgave van
Th. EVERARD
Noteering van
WOENSDAG 7 JUNI.
96 »/iJ
9374 I
937a
257*
427*
ioiy4
iooy4
43
ra
VOOR DE HUISKAMER.
Door GEORGES D'ESPARBES
De vlammen knetterden in de stroodaken,
de kogels floten en stuitten op de muren aT,
de tamboer der republikeinen roerde de trom
om de soldaten nieuwen moed in te boezemen;
onder het vuur en de kolfstooten der Ven-
deeërs renden vrouwen en loeiende runderen
door een panisehen schrik aangeheven, door
elkaar; het was een overwinning, een volle
dige overwinning.
Vader Tobin, de aanvoerder der V endeeers,
moede en afgemat door een gevecht van zos
uur, leunde voor een oogenblik tegen den
muur van het kerkhof om te rusten, en adem
te scheppen. Jeffredon, zijn vriend, kwam met
een kruik wijn in de hand bij hem.
Ze maken de vaten leeg. Hier is ons deel. 1 vallen
behandelen en straffen. Zoodra ik vier man
ter beschikking heb, laat ik je binden en
doodschieten.
Geen spier bewoog zich bij deze bedreiging
in het gelaat van den knaap. Hij zag de kruik
op den grond staan en zei alleen maar:
Vooraf zou ik nog gaarne een slok drin
ken, ik ben letterlijk versmacht.
Jeffredon riep van den muur naar beneden:
Ah, die ellendige blauwen. Ze houden
zich dapper. Dat is alleen de schuld van den
tamboer, die heeft hun moed opnieuw onge-
wekt*
En vader Tohin sprak op ruwen toon tot
den jongen:
Je behoeft niet meer te drinken, want
je moet sterven. Het zou jammer zijn van
den wijn.
De man boven op den muur jammerde:
Verweuschte blauwe honden. Gudic is ge-
Drink, kapitein, dat zal je weer op de beenEn Tobin zei met somber gefronsd voor-
helpen. De wijn is goed.. Het dorp ismj hooi b zult den dood van Gudic
onze handen. De blauwen vluchten naar alle -
kanten, alleen die drommelsche kerel, die
kleine tamboer slaat onophoudelijk de trom.
't Is zijn schuld, dat daar achter ons, op den
hoek der straat de strijd weer begonnen is.
Dan moet ik mijn zoon er heen zenden,
dat hij de vijanden uit elkaar jaagt. Zet de
kruik maar neer, ik drink later.
Tohin floot. Een knappe jonge man met
blond haar en lachende oogen kwam uit de
menschenhoop en naar de heide mannen toe.
met jouw leven betalen,
Ze zijn zeker behekst! schreeuwde Jef
fredon van den muur. Jainbu valt ook.
En Tobin zei met heesche stem:
Je zult ook Jambu's leven met het jouwe
betalen.
Jeffredon was stil geworden en de kapitein
beval dat men den gevangene het hemd van
de schouders zou halon, en toen zei liij:
Eer hij doodgeschoten wordt, zal hij zijn
deel slagen hebben. Hij alleen is de schuld
- He, Joël, daar achter gaat het nog warm---, (]er beids dapperen.
toe; ga er met jouw jongens heen en verjaag
den viiand i Jeffredon,
Fier en vol vertrouwen op zijn kracht riep plotselmg van den muur.
Joël zijn kameraden bij zich, en moedig en
vroolijk wierpen ze zich in de nauwe straat.
De kleine tamboer
doodsbleek geworden, sprong
Leve de koning!
zweeg.
Jeffredon schudde het hoofd
Als ik zoo'n knappen, dapperen jongen
had als jij, zou ik hem niet onnoodig in 't
gevecht en in den dood zenden.
Een enkele kogel in de breede, blanke horst,
en het is met hem gedaan.
De vader antwoordde op fieren toon:
De jongen heeft te veel levenslust en
vroolijkheid in zich, daarvoor gaat zelfs de
dood op de vlucht.
En ernstig" voegde hij erbij:
Hij vecht voor den koning.
Jeffredon was op den kerkhofsmuur ge
klommen en keek naar de straat, waar het
gevecht woedde.
Ik, als kapitein, kan er niet opklimmen,
ïk moet beneden blijven en gereed zijn voor
het geval, dat men verzamelen blaast. Maar
jü, vertel jij me wat er voorvalt.
Alle drommels, jouw jongen slaat flink
op den vijand toe.
Tobin lachte verheugd.
Ik weet hoe hij doet. Ik heb het hem
voorgedaan.
En hij beproefde zelf over den muur te kij
ken, om zich van de dapperheid van zijn zoon
te overtuigen, toen een zijner manschappen
hem aan de monw trok. Hij sleurde een ha
veloos gekleeden jongen, wiens handen met
een touw samen gebonden waren, met zich
mee. Bedwelmd door den kruitdamp en den
wijn, stotterde hij:
Het is de tamboer, kapitein, de kleine
tamboer van de blauwen. Ik heb hem aéhter
een heg gevangen genomen, toen hij juist
weer de trom roerde, om ons omtrent het ge
tal zijner kameraden in de war te brengen.
Ik breng hem hier, omdat ik niet weet, wat
ik met hem beginnen moet.
Ach, hen jij dus de dolle tamboer,
snauwde Tobin en zijn voorhoofd werd van
toorn gerimpeld en uit zijn oogen flikkerde
de haat.
Ik ken jouw trommelen, dat brengt zóó
in geestdrift, dat men niet helder meer ziet.
Met jullie stokken richt jullie kleinen meer
onheil aan, dan al de grooten met hun gewe
ren. Daarom, mijn jongen, kun je wel denken,
wat er met je gebeurt. Men zal je als man
Wat is er te doen? vroeg de kapitein.
Ben je stom geworden? Komen de blau
wen terug?
Neen, neen, de jongens hebben de straa
vrijgemaakt, maar.... maar o ja, ik weet
hetGudic en Jambu, twee onzer dapper
sten zijn gevallen.
Zij niet alleen, nog een andere.
Een andere?Wie dan? Prébois?
Neen, Prébois niet; ik weet dat zou je
spijten, maar Prébois is het niet. Je zult on
gelukkig zijn als je het verneemt.
Dus is het Prieux?
Neen, Prieux ook niet.
Zeg mij de waarheid! hijgde de oude
man, je martelt mij langzaam dood.
Ik kan nietde keel is mij als toe-
geschroefd.
Tobin werd doodsbleek en zijn stem sloeg
over.
O, ongelukkige! Je hebt gelijk, spreek
den naam niet uit. Neen!neen!Ik wil
niet, dat je hem uitspreekt. Ik wil niet!
Tobin. dreigde te vallen. Jeffredon stennde
hem, zoo goed hij kon, en fluisterde hem in
het oor:
Houdt je goed, oude. Onze jongens bren
gen je jouw zoon.
De menschen maakten eerbiedig plaats om
vier mannen, die een baar droegen, door te
laten. Ze zetten haar voor Tobin neer. De
jonge man scheen te slapen.
Hij glimlachte; op zijn gelaat was ook nu
nog fierheid te lezen, over zijn haar lag een
heldere glans en aan de roode lippen scheen
het leveii nog niet ontvloden te zijn.
Maar midden in de breede horst zat een ko
gel en uit de kleine, ronde opening sijpelde
het bloed en kleurde het witte hemd rood.
De oude aanvoerder ontblootte het hoofd en
toen zonken zijn beide armen zoo slap neer,
alsof ze gebroken waren.
Zijn oogen sloten zieh van droefheid, maar
gingen dadelijk weer open om aan de tranen
den vrijen loop te laten, die onophoudelijk
vloeiden en de wangen van den ouden man
bevochtigden.
Op hartverscheurenden toon stamelde hij:
Mijn jongen!Ach, mijn arme groote
jongen!Voor een uur nog zoo levenslus
tig en gezond, en nu lig je koud en stijf voor
mij. Ja, de dood is sterker dan al het andere.
En de smart deed hem rillen als van koorts,
en hij viel bij de baar van zijn zoon neer en
bedekte de koude, stijve handen met tranen
en met kussen. Zijn hartebloed zou hij met
blijdschap gegeven hebben, wanneer hij daar
mee zijn jongen in het leven had kunnen te-|
rugroepen.
Nu hief Jeffredon, die zelf slechts met
moeite zijn kalmte bewaarde, hem op en voer
de hem een eind zijwaarts, terwijl hij zeide:
Nu is het genoeg, oude, wees geen vrouw,
het gevecht kan elk oogenblik opnieuw be
ginnen, wij moeten de handen op elkaar klem
men jij maakt de manschappen moedeloos.
En op een teeken, waaruit zijn ongeduld
sprak, hieven de mannen de baar op en droe
gen ze met langzame, zware schreden naar
de lvGrk*
Werktuigelijk wilde Tobin den stoet vol
gen, toen de man, die den kleinen tamboer
nog altijd aan het touw vasthield, hem vroeg:
En ik, Tohin, wat moet ik doen? Ik kan
toch niet den lieelen nacht met het kind rond-
sleepen. Ik heb honger, ik zou graag met de
anderen willen gaan eten. Zon het niet mo
gelijk zijn, de zaak vlug af te doen, en hem
op staanden voet dood te schieten?
Tohin, plotseling uit zijn droevige overpein
zingen opgeschrikt, keerde zich met een woes-
ten blik tot den gevangene, die geen zweem
van vrees toonde.
Het is waar, ik vergat hemWacht
eensDat zal niet lang duren. Treed voor
uit, kleine!
De kleine trad vooruit. De oude man keek
hem langen tijd aan. Daarna wees hij op de
met wijn gevulde kruik en zei tot zijn onder
geschikte:
Ik herinner mij, dat hij om een slok
vroeg. Trek hem het hemd weer aan en maak
het touw om zijn handen los, het tonw is niet
meer noodig. Zoo, geef hem nu te drinken.
Het kind dronk met begeerige teugen van j
den wijn. Tobin vroeg hem:
Gaat het je thans heter?
Ja, zeker, gaat 'net mij nu heter. De wijn
heeft mij weer op de been geholpen/
Zoo, zoo. Welnu, als je jouw beenen
weer vóelt, waarom wacht je dan nog, met
cr gebruik van te maken?
En toen de knaap bevend van opwinding
den ouden man aanzag, wijl hij het niet waag
de aan zijn onverhoopt geluk te gelooven,
voegde Tobin er met doffe, maar goedhartige
stem bij, terwijl hij het kind zacht op den
schouder klopte:
Ga, mijn jongen. Voor vandaag zijn er
dooden genoegJe bent vrij
En langzaam keerde Tobin zich om en
ging, geheel gebroken, met langzame schre
den naar de kerk, waarin men zijn zoon had
neergezet.
IJSLAND ALS TOERISTENDOEL'.
Tegenwoordig is IJsland oog reeds in het
toeristenverkeer opgenomen. Van Duitschland
brengt de Hamburg-Amerikalijn op haar vele
„Nordlandsfahrten" de reizigers ook naar het
verre land, dat in zijn algelegenheid allerlei in-
teresants geeft te zien. Het oude speelt er nog
een groote rol. Het is inderdaad verheffend, r.ls
men in het binnenland door de Thingvallavlak-
te rijdt, dan op een door een rivier in vlakten
verdeeld plateau de plaats te zien krijgt, waar
sinds overoude tijden de IJslanders hun things
hielden. Wie het treft, zal misschien ook een
der thans al zeldzamer wordende uitbarstin
gen van den Grooten Geiser bijwonen, en dan
hebben de lichte nachten er hun volle beko
ring. Maar de hoofdindruk, dien de IJslandrei-
ziger ontvangt, is eigenlijk een diepe melan
cholie. Boomen zijn erh aast niet op liet eiland;
de groote berkenwouden die vroeger een deel
van het land bedekten, zijn al sinds eeuwen
verdwenen. Alleen de zee levert nu en dan het
kostbare bouwmateriaal, als de Golfstroom-
stammen, die door den storm aan de kusten
van Amerika zijn ontwortelt, na een langen
zeetocht in IJsland aan wal spoelt.
Uit steenen van de rotsen en zoden van zijn
grond bouwt de bewoner zijn hut, die vaak
in een grot verloopt, om de menschen beter e
beschutten tegen dc ongunst van het weder, de
3trenglieid van den winter en de gruwelijke
stormen. Verspreid liggen aan de kust de dor
pen en in de dorpen weer de huizen. Soms ont
moet men ver in zee op de kust van een eenza
men fjord een verloren hutje, waar een vis-
scher met de zijnen woont. Waarlijk, dit zijn
geharde, stalen naturen, maar ook stille, ern
stige menschen, door de groote melancholie
van hun vaderland aangetast.
Bij het eenzame wonen voegt zich de moei
lijkheid van het verkeer. Van spoorwegen of
postverbindingen kent men er niets. Niet eens
wegen, groote wegen, zijn er; enkel rij- en
voetpaden, uitgetreden door de hoeven der
paarden. Of wel men vaart van fjord naar
fjord met de zeilboot of de stoomboot. In deu
nieuweren tijd gaan in den ijsvrijen zomer
stoombooten eenige keeren in het jaar om het
eiland heen en loopen in de verschillende ha
vens binnen.
Maar den. reizigers kan liets oms tegenloo
pen op een manier, die men elders niet voor
mogelijk zou houden. Zoo gebeurde het een IJs-
landsehe uit liet binnenland, die op een Zon
dag bloedverwanten aan een naburigen fjord
wilde bezoeken en een daar passeerend En
gelsch schip wou gebruiken, om terug te kee
ren, dat dit schip ten gevolge van ongunstige
stroom- en windtoestanden niet kon binnenloo
pen. De IJslandsche, diezonder eenige bagage
was uitgegaan, moest, door den nood gedroti
gen, mee naar Engeland reizen en daar ze er
iet dadelijk gelegenheid vond voor den terug
tocht, voer ze verder naar Kopenhagen, om van
daar de een maand later vertrekkenden post
boot naar Reykjavik te nemen. Daar arriveer
de zij gelukkig, maar de weg van den fjord naar
haar meer in het binnenland gelegen woning,
dien ze te paard had willen afleggen, was door
de ruwheid van liet te ver gevorderde jaargr-
tijde niet meer te passeeren, zoodat de vrouw
van haar Zondagsuitstapje eerst den volgen
don zomer, bijna drie vierendeel 'sjaars later,
terugkeerde.
Gastvrijheid is de oude deugd, die de IJslan
ders nog altijd beoefenen, en bekend is het, hoi
ze de sagen en legenden uit de oude IJslandsche
letterkunde ir». ecre li oud. en. OfscTioon. de kin
dei en der ver uiteen wonende gezinnen sleclits
sporadisch ouderwijs ontvangen van rondgaan
de onderwijzers, is toch de trap va beschavig,
waarop de menschen staan, een hooge; zo
p ->ed als alle IJslanders kunnen lezen en schrij
ven. De hoofdstad Reykjavik heeft even bov
7000 inwoners. Op haar marktplein staat een
beeld van brons van Thorwaldsen, dien het
eiland opeischt als zijn zrootsten zoonu it den
nieuweren tijd, maar die in het geheel niet
daar, doch op den zeeweg van IJsland naar Ko
penhagen werd geboren.
(De Aarde en haar volken.)
ROYAAL.
Boekhouder: Vandaag is het precies 25 jaar
geleden, dat ik bij u in de zaak kwam, mijn
heer Hebberig.
Patroon: Mooi! Hier heb je een nieuw vel
vloeipapier. Muller.
TE MIN.
Rechter: De rechtbank heeft n tot acht da
gen gevangenisstraf veroordeeld. Wilt ge de
straf dadelijk uitzitten?
Veroordeelde: Laat ik liever wachten, tot ik
drie maanden bij elkaar heb.
FIJNE REPUTATIE.
Student: De vindingrijkheid van de post is
werkelijk bewonderenswaard. Mijn kleermaker
schreef op een briefkaart: „Als u niet binnen
drie dagen betaalt, ben ik genoodzaakt u te la
ten dagvaarden" doch vergat er het adres
op te zetten. En wat denk je? De brievenbe
steller heeft mij de kaart netjes bezorgd.
STRENGE STRAF.
Papa: Heeft mama je gisteren gestraft, Jan
tje?
Jantje: Ja, papa.
Papa: Hoe hoeft ze je gestraft?
Jantje: Ik moest thuis blijven, terwijl zij
zangles had. .&J
EEN GOEDE LEERMEESTERES.
Vriendin: Wat, je gaat trouwen en liebt geen
idee van koken en huishouden
Nog niet, maar de juffrouw zal er wel
iets van kunnen.
Welke juffrouw?
Nu, ik zal immers een meisje in huis ny/ i
men, dat het huishouden wenscht te lceren;
MISVERSTAND.
Dokter: Maar, mijnheer Dikker, u 'drinkt
vreeselijk! Ik heb u toch gezegd, dat u alleen
wijn met water moest drinken.
Patiënt: O jé, cn ik heb verstaan: „Wijn
als water"!
JUFFROUW OF MEVROUW?
Wat doe je, amice, zeg je tot de jonge da
mes mevrouw of juffrouw?
Dat ligt er aan. Tot de ongehuwde zeg
ik „mevrouw", tot de gehuwde zég ik „jufrouw"
dan zijn ze allemaal in haar schik,
PRETENTIEUS.
HijIk heb er volstrekt niets op tegen, dat
je jo bij de vrouwenbeweging aansluit. Neen,
zoo ouderwotsch ben ik niet.En mijn kou
sen kan ik desnoods zelf wel stoppen, als jij er
geen tijd voor hebt.
Zij: Ja, maar wie stopt dan de mijne"
MICROSCOPISCH.
Kleine domkop, sprak zij, waarom voel j©
je beleedigd? Mijn woorden waren wel streng,
maar je liadt toch kunnen zien, dat ik er bij;
glimlachte?
- Och, antwoordde hij galant, je mond is
zoo klein, dat ik het niet heb opgemerkt.
OPRECHTHEID.
Bezoeker: Kellner, een flescli wijn! -
Kellner: Van één, van twee, of van drie gul»
den?
BezoekerHm, welken zou je me aanbevelen
Kellner: Onder ons gezegd: neem 'm van'
een gulden.... de andere is namelijk ook niet
beter.
VADERLIJKE REDEVOERING.
Geen cent van je schulden betaal ik meer;
jou boemelaar! Of je wordt solide of je trouwt!
Ikzelf heb het ook zoo moeten doen! "~J
GESCHENKEN.
Montesquieu redetwistte over eene gebeur»
tenis met een raadsheer van het parlement'
van Bordeaux, een man van veel inbeelding
en van weinig kennis. Toen de raadsheer
tig werd en velerlei redeneeringen ten
had gegeven, zei liij ten slotte: „Mijnheer da
president, indien do zaak niet zoo is, zooals
ik u die voorstel, dan geef ik u mijn hoofd*
Aangenomen, zei Montesquieu, kleine ge»
schenken onderhouden de vriendschap.
IJVER.
In zijn ijver liet zich een predikant in zij no
leerrede de volgende woorden ontvallen: „Be»
wonder mijn waarde broeders, de kracht van
Simson; met een ezelskinxiebank reeg hij hl/
duizend Philistijnen aan zijn degen.
siding
t- dril'» j-1'.
bestef irssr
Vorige
toer».
Koers van iiedon J
iL
Vorige
Koers,
Koers vau heden.
Vorige
koers.
Koers vaa heden
L.
H.
Vorise
Koers van heden
Vorige
Koers vau heden
koers.
h j H.
koers.
L.
H.
ReUerlana.
3!/j pCt, Nederland
3 pCt. Cert. Nederl. Werk.
Schuld
31/ pCt. Ceit.
Bulgarije.
5 pCt. Tabaksieeniag
5 Zegeiieemag
Duitschland.
8 pCt. Rijkslsening
87, Praissen, Consols
Hongarije.
pCt. Goudleening
4 Oblig. Kronenrente
Oostenrijk.
5 pCt. AprilOctoberrente
4 Jan.Julirente
4 MeiNovemberrente
Portugal.
4pCt Tabakamonopolie
8 Obl. Ie Serie
8 O bi. 3e Serie
Rumenië.
5 pCt. Geldieening 1903
Rusland.
5 pCt. Gouileening 1884
47 c a Iwangor.Dombrowo
47* Rusland 1909
4 a Grcote Rass. sp. 1898
4 Nicclai Sp.
4 Rusland 1880
4 B Zuid-Weat
4 Rusland Hope
4 Rusland 1894 6e Em.
4 Rusland Binnenl.
4 pCt. Orel Vitebsk
95V.. j
847*
70%
9S%
9674
82%
987a j
94'A.
92'/ie
95
67
65
98
966/ie
97 I
977s
897/io
89
877* j
895/8
8974 j
92Vg I
87% j
84 Vic;
701/2 I
96?/8
8274
92713
937x6
951/4
67 »/s
967w
897*
937*
8872
897w
87*7,6
S4*7i8
70*716
3 pCt. Transcauc. Spoor 761/*
1 urkije.
4 pCt. Geunif. Turken 87 72
4 Bagdad spoor 83%, c
China.
4*/,, pCt. Goudleening 1898 100%
Japan.
pCt. Imperial Loaa 9S9/16
4*/2 Obl. Ie Serie 98%
4*/2 Obl. 2e Serie 99y2
Ouba.
pCt. Goudleening 1904. 103
Mexico.
5 pCt. Binnenland 47*a/lt,
5 Goudleening in p.St. 1003/4
Braai lie.
5 pCt. Funding Loan 104
4 Brazilië 1889 887.
5 Bahia in p.8t, 98%
5 Para 1907 98i/a
Rio de Janeiro, 101%
(Fed. Dist.) 97*/4
a Sao Paulo 1908 101,/»
Dominioa.
5 pCt. Douane Leening 102%
Gemeente Leeningen.
4 pCt. Amsterd, 1800—1901 101
4 Haarlem 10078
4 Stad Eosario 65%
5 Stad Para 90;i/lc
Hypotheek Banken
4 pCt. Algemeene H. B.K. 97
4 Haarlemsche H.B.K, 983/4
4 Nationale H.B.K. 100%
4*/20t. North West pac. H,B. 101%
76%
1006/g
98*/
99*7,e
103
476/16
1007/g
101%
987*
987*
103
90%
1007,
6 pCt. Argent H.B.K.
Cedula L.
5 a dito Cedilla K.
4 Pandbr. Hong.
Hyp. BJJ.
41/ Ungar. Landes
Centr, Sp.
Industrieels ondernemingen.
Aand. Amalgamated Copper
a American Car en
Foundry
a Am. Hide Leather
a Anglo Amer. Telegr
a United. Cigar
a United States Steel
Cultuur ondernemingen.
Aand. Barge Moorm
a Cult. Mij. Voxstenl.
Hand. Maatsch.
Mijnbouw Maatschappijen
Pret. Aand. Paleleh
Gew.
Aand. Redjang Lebong.
Comm. Pittsburg Coal
Petroleum.
Aand. Geconsolideerde
a Koninklijke petr,
a Moeara Enim
Sum. Palemb,
a Zuid Perlak
Rubber.
Aand. Amsterd. Rubber
a Amsterdam-Java
a Deli-Batavia
Nederl.
96%6
947,6
927»
931/2
997*
99V*
961,2
941/2
99%
67%
68
687b
5674
52*/4
789/i6
56
2472
26*/4
5H/4
7876
56%
529/lc
78*/4
1231/2
152
17916/j,
152%
15272
130*/2
481/2
780
2272
130
4874
783
22 V»
130*/2
4872
22 u/16
890
489
229%
1827,
180
393
4897i
2297»
182%
126
397
1831/s
128
213
85
219
66
Aand. Serbadjadi Rubber
Intercontinentale
Scheepvaart.
Aand. Java, China, Japan
Aand. Kon. Paketvaars
Ned. Soheepv. Unie
4*/2 pCt. Obl. Marine
Pref, Marine
Comm. Marine
Tabak.
Aand. Amsterdam Deli
a id. Serdang
a Arendsburg
a Bindjeij
a Nieuwe Asahaa
a Soekowono
Diversen.
Aand. General Trading
Restandbew. Maxwel
Pret. Peru
Comm. a
Spoorwegen.
AaniL Hollandsche Spoor
4 pCt. idem
Aand. Staatspoor.
4 pCt. idem.
4*/2 Obl. Underground
3 a Zuidltal. Spoor.
Aand. Warschau Weenen
4 pCt, idem 10elie Serie
4% Mosk. Kieuw Wor,
4*/a Wladikawkas
Common Topeka.
pCt. Alg. Hyp. Topeka
4 Conv. Bd. idem
119
26
26
ICO
15972
163
1497*
150%
67*/o
67*/,
17%,
177*
4L7l6
47X6
708
709
471/4
477*
741
741
115
1147a
60 V2
59
20872
100S/4
6IÖ/0
ÜA 8
42%
10%
10%
86
86I/2
1017*
95%
947,
100*%6
101
98%
987/3
6/7*
677«
233
23572
90%
977,6
9772
lOOU/,6
101
116%
11672
99
99
113%
11572
67%
17%
5
60
99
116%
Common Denver
Common Erie.
4 pCt, general Erie.
Common Kansas C. South.
Pref. Kansas C. South
8 pCt. Obl. idem.
Common Missouri K. T.
4 pCt. le hyp. idem.
4% pCt. Nat. Raiiw of Mexico
Common New-York Ontario
Common Norfolk
Common Rock Island
Common South Pacific
4 pCt. Convert idem
4 le Ret. Hyp. idem.
Comm. Southern Railw.
Common Union Pacific
4 pCt. goud Obl. idem.
4 Convert Obl. idem.
Common Wabash Sh.
Wabash Pittsburgh 2e Hyp.
Loten.
3 pCt. Amsterdam 1874.
Witte Kruis.
21/2 pCt, Antwerpen 1887.
4 pCt. Theiss Reg.
Stad Madrid.
Turkije 1870
Congo.
Pbolongaxi®
771/2
357i5
68%
737,
^6 VL4
487/1?
IO87,
88%
120%
99
95V*
29%6
186 y4
10172
107%
177,6
6V 2
101%6
79
917/l3
157%"
69*/2
571/4
42.40
31%
343/,»
777a
347g
68%5
36%
108V4
33'/*
120%
99
95%
9974
186%
1019/,a
1077,6
1?%
79
90%
691/s
32%
3%
35
80%
1087,
34
120%
29%,
I8672
17%
81/,
Pruisische f 59 05 f 59,30
Fransobe f 47725 f 47,97®
Belgische f 47 «0 f 47,85
Engelsciie f 12,075 f 12,17s
De heurs te New-Y(>rk opende gisteren
onregelmatig. De onzekerheid omtrent de
ijzer-industrie gaf aanleiding dat vooral
Steels waren aangeboden. Daarentegen wa
ren de .berichten omtrent den katoen- en
gi'aan,o<ogst gunstig, wat tot het koopen der
aandeelen van (Westelijke Sp-oorweglijnen
aanleiding gaf. J
K.aperwaarden waren vast in verpand. ine.t
de betere stemming daarvojor te Londen.
Gedurende den dag bleef de markt "in eene
flauwe stemming,
Tegen het slojt werd 'deze; beter; waardoor
de markt slechts weinig ouder gisteren sloot.
De Amerik. ai'decling aau onze beurs: was
evenals Londen, niet opgewekt wegens de
lusteloioze houding vjain.; New-Yp.rk. Het voor
binnenlandsche rekening aangebblden fonds
kon slechts tegen terugloopende koersen
plaatsing vinden. >- -
Het sloft was stil doch prijshoudend-,
J'an de Retroleumwaarden waren, üorat-
slche; wider eenige pr.oicenten !liopger.j Ko
ninklijke en; Gecmngolidggraê' penige
stho|mmeling sloten OP prijzen a,ls gistere^
Tabaksmarkt stil.; e
Cultuurwaarden vast voor Y,orstenlandeSy.
'Rubberculturen zonder zaken.;
Hollands-..lie Staatsfondsen iets; [beter voul
Integralen. Rus-sen priishoxidend.