s ALLERLEI. f AMST^EIIDAMSCHE BETJRS. koers van vreemde banknoten. B De kleine tamboer. Anecdoten. if* SE DONDERDAG 8 JUNI 1911 No. 7560 BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Opgave van Th. EVERARD Noteering van WOENSDAG 7 JUNI. 96 »/iJ 9374 I 937a 257* 427* ioiy4 iooy4 43 ra VOOR DE HUISKAMER. Door GEORGES D'ESPARBES De vlammen knetterden in de stroodaken, de kogels floten en stuitten op de muren aT, de tamboer der republikeinen roerde de trom om de soldaten nieuwen moed in te boezemen; onder het vuur en de kolfstooten der Ven- deeërs renden vrouwen en loeiende runderen door een panisehen schrik aangeheven, door elkaar; het was een overwinning, een volle dige overwinning. Vader Tobin, de aanvoerder der V endeeers, moede en afgemat door een gevecht van zos uur, leunde voor een oogenblik tegen den muur van het kerkhof om te rusten, en adem te scheppen. Jeffredon, zijn vriend, kwam met een kruik wijn in de hand bij hem. Ze maken de vaten leeg. Hier is ons deel. 1 vallen behandelen en straffen. Zoodra ik vier man ter beschikking heb, laat ik je binden en doodschieten. Geen spier bewoog zich bij deze bedreiging in het gelaat van den knaap. Hij zag de kruik op den grond staan en zei alleen maar: Vooraf zou ik nog gaarne een slok drin ken, ik ben letterlijk versmacht. Jeffredon riep van den muur naar beneden: Ah, die ellendige blauwen. Ze houden zich dapper. Dat is alleen de schuld van den tamboer, die heeft hun moed opnieuw onge- wekt* En vader Tohin sprak op ruwen toon tot den jongen: Je behoeft niet meer te drinken, want je moet sterven. Het zou jammer zijn van den wijn. De man boven op den muur jammerde: Verweuschte blauwe honden. Gudic is ge- Drink, kapitein, dat zal je weer op de beenEn Tobin zei met somber gefronsd voor- helpen. De wijn is goed.. Het dorp ismj hooi b zult den dood van Gudic onze handen. De blauwen vluchten naar alle - kanten, alleen die drommelsche kerel, die kleine tamboer slaat onophoudelijk de trom. 't Is zijn schuld, dat daar achter ons, op den hoek der straat de strijd weer begonnen is. Dan moet ik mijn zoon er heen zenden, dat hij de vijanden uit elkaar jaagt. Zet de kruik maar neer, ik drink later. Tohin floot. Een knappe jonge man met blond haar en lachende oogen kwam uit de menschenhoop en naar de heide mannen toe. met jouw leven betalen, Ze zijn zeker behekst! schreeuwde Jef fredon van den muur. Jainbu valt ook. En Tobin zei met heesche stem: Je zult ook Jambu's leven met het jouwe betalen. Jeffredon was stil geworden en de kapitein beval dat men den gevangene het hemd van de schouders zou halon, en toen zei liij: Eer hij doodgeschoten wordt, zal hij zijn deel slagen hebben. Hij alleen is de schuld - He, Joël, daar achter gaat het nog warm---, (]er beids dapperen. toe; ga er met jouw jongens heen en verjaag den viiand i Jeffredon, Fier en vol vertrouwen op zijn kracht riep plotselmg van den muur. Joël zijn kameraden bij zich, en moedig en vroolijk wierpen ze zich in de nauwe straat. De kleine tamboer doodsbleek geworden, sprong Leve de koning! zweeg. Jeffredon schudde het hoofd Als ik zoo'n knappen, dapperen jongen had als jij, zou ik hem niet onnoodig in 't gevecht en in den dood zenden. Een enkele kogel in de breede, blanke horst, en het is met hem gedaan. De vader antwoordde op fieren toon: De jongen heeft te veel levenslust en vroolijkheid in zich, daarvoor gaat zelfs de dood op de vlucht. En ernstig" voegde hij erbij: Hij vecht voor den koning. Jeffredon was op den kerkhofsmuur ge klommen en keek naar de straat, waar het gevecht woedde. Ik, als kapitein, kan er niet opklimmen, ïk moet beneden blijven en gereed zijn voor het geval, dat men verzamelen blaast. Maar jü, vertel jij me wat er voorvalt. Alle drommels, jouw jongen slaat flink op den vijand toe. Tobin lachte verheugd. Ik weet hoe hij doet. Ik heb het hem voorgedaan. En hij beproefde zelf over den muur te kij ken, om zich van de dapperheid van zijn zoon te overtuigen, toen een zijner manschappen hem aan de monw trok. Hij sleurde een ha veloos gekleeden jongen, wiens handen met een touw samen gebonden waren, met zich mee. Bedwelmd door den kruitdamp en den wijn, stotterde hij: Het is de tamboer, kapitein, de kleine tamboer van de blauwen. Ik heb hem aéhter een heg gevangen genomen, toen hij juist weer de trom roerde, om ons omtrent het ge tal zijner kameraden in de war te brengen. Ik breng hem hier, omdat ik niet weet, wat ik met hem beginnen moet. Ach, hen jij dus de dolle tamboer, snauwde Tobin en zijn voorhoofd werd van toorn gerimpeld en uit zijn oogen flikkerde de haat. Ik ken jouw trommelen, dat brengt zóó in geestdrift, dat men niet helder meer ziet. Met jullie stokken richt jullie kleinen meer onheil aan, dan al de grooten met hun gewe ren. Daarom, mijn jongen, kun je wel denken, wat er met je gebeurt. Men zal je als man Wat is er te doen? vroeg de kapitein. Ben je stom geworden? Komen de blau wen terug? Neen, neen, de jongens hebben de straa vrijgemaakt, maar.... maar o ja, ik weet hetGudic en Jambu, twee onzer dapper sten zijn gevallen. Zij niet alleen, nog een andere. Een andere?Wie dan? Prébois? Neen, Prébois niet; ik weet dat zou je spijten, maar Prébois is het niet. Je zult on gelukkig zijn als je het verneemt. Dus is het Prieux? Neen, Prieux ook niet. Zeg mij de waarheid! hijgde de oude man, je martelt mij langzaam dood. Ik kan nietde keel is mij als toe- geschroefd. Tobin werd doodsbleek en zijn stem sloeg over. O, ongelukkige! Je hebt gelijk, spreek den naam niet uit. Neen!neen!Ik wil niet, dat je hem uitspreekt. Ik wil niet! Tobin. dreigde te vallen. Jeffredon stennde hem, zoo goed hij kon, en fluisterde hem in het oor: Houdt je goed, oude. Onze jongens bren gen je jouw zoon. De menschen maakten eerbiedig plaats om vier mannen, die een baar droegen, door te laten. Ze zetten haar voor Tobin neer. De jonge man scheen te slapen. Hij glimlachte; op zijn gelaat was ook nu nog fierheid te lezen, over zijn haar lag een heldere glans en aan de roode lippen scheen het leveii nog niet ontvloden te zijn. Maar midden in de breede horst zat een ko gel en uit de kleine, ronde opening sijpelde het bloed en kleurde het witte hemd rood. De oude aanvoerder ontblootte het hoofd en toen zonken zijn beide armen zoo slap neer, alsof ze gebroken waren. Zijn oogen sloten zieh van droefheid, maar gingen dadelijk weer open om aan de tranen den vrijen loop te laten, die onophoudelijk vloeiden en de wangen van den ouden man bevochtigden. Op hartverscheurenden toon stamelde hij: Mijn jongen!Ach, mijn arme groote jongen!Voor een uur nog zoo levenslus tig en gezond, en nu lig je koud en stijf voor mij. Ja, de dood is sterker dan al het andere. En de smart deed hem rillen als van koorts, en hij viel bij de baar van zijn zoon neer en bedekte de koude, stijve handen met tranen en met kussen. Zijn hartebloed zou hij met blijdschap gegeven hebben, wanneer hij daar mee zijn jongen in het leven had kunnen te-| rugroepen. Nu hief Jeffredon, die zelf slechts met moeite zijn kalmte bewaarde, hem op en voer de hem een eind zijwaarts, terwijl hij zeide: Nu is het genoeg, oude, wees geen vrouw, het gevecht kan elk oogenblik opnieuw be ginnen, wij moeten de handen op elkaar klem men jij maakt de manschappen moedeloos. En op een teeken, waaruit zijn ongeduld sprak, hieven de mannen de baar op en droe gen ze met langzame, zware schreden naar de lvGrk* Werktuigelijk wilde Tobin den stoet vol gen, toen de man, die den kleinen tamboer nog altijd aan het touw vasthield, hem vroeg: En ik, Tohin, wat moet ik doen? Ik kan toch niet den lieelen nacht met het kind rond- sleepen. Ik heb honger, ik zou graag met de anderen willen gaan eten. Zon het niet mo gelijk zijn, de zaak vlug af te doen, en hem op staanden voet dood te schieten? Tohin, plotseling uit zijn droevige overpein zingen opgeschrikt, keerde zich met een woes- ten blik tot den gevangene, die geen zweem van vrees toonde. Het is waar, ik vergat hemWacht eensDat zal niet lang duren. Treed voor uit, kleine! De kleine trad vooruit. De oude man keek hem langen tijd aan. Daarna wees hij op de met wijn gevulde kruik en zei tot zijn onder geschikte: Ik herinner mij, dat hij om een slok vroeg. Trek hem het hemd weer aan en maak het touw om zijn handen los, het tonw is niet meer noodig. Zoo, geef hem nu te drinken. Het kind dronk met begeerige teugen van j den wijn. Tobin vroeg hem: Gaat het je thans heter? Ja, zeker, gaat 'net mij nu heter. De wijn heeft mij weer op de been geholpen/ Zoo, zoo. Welnu, als je jouw beenen weer vóelt, waarom wacht je dan nog, met cr gebruik van te maken? En toen de knaap bevend van opwinding den ouden man aanzag, wijl hij het niet waag de aan zijn onverhoopt geluk te gelooven, voegde Tobin er met doffe, maar goedhartige stem bij, terwijl hij het kind zacht op den schouder klopte: Ga, mijn jongen. Voor vandaag zijn er dooden genoegJe bent vrij En langzaam keerde Tobin zich om en ging, geheel gebroken, met langzame schre den naar de kerk, waarin men zijn zoon had neergezet. IJSLAND ALS TOERISTENDOEL'. Tegenwoordig is IJsland oog reeds in het toeristenverkeer opgenomen. Van Duitschland brengt de Hamburg-Amerikalijn op haar vele „Nordlandsfahrten" de reizigers ook naar het verre land, dat in zijn algelegenheid allerlei in- teresants geeft te zien. Het oude speelt er nog een groote rol. Het is inderdaad verheffend, r.ls men in het binnenland door de Thingvallavlak- te rijdt, dan op een door een rivier in vlakten verdeeld plateau de plaats te zien krijgt, waar sinds overoude tijden de IJslanders hun things hielden. Wie het treft, zal misschien ook een der thans al zeldzamer wordende uitbarstin gen van den Grooten Geiser bijwonen, en dan hebben de lichte nachten er hun volle beko ring. Maar de hoofdindruk, dien de IJslandrei- ziger ontvangt, is eigenlijk een diepe melan cholie. Boomen zijn erh aast niet op liet eiland; de groote berkenwouden die vroeger een deel van het land bedekten, zijn al sinds eeuwen verdwenen. Alleen de zee levert nu en dan het kostbare bouwmateriaal, als de Golfstroom- stammen, die door den storm aan de kusten van Amerika zijn ontwortelt, na een langen zeetocht in IJsland aan wal spoelt. Uit steenen van de rotsen en zoden van zijn grond bouwt de bewoner zijn hut, die vaak in een grot verloopt, om de menschen beter e beschutten tegen dc ongunst van het weder, de 3trenglieid van den winter en de gruwelijke stormen. Verspreid liggen aan de kust de dor pen en in de dorpen weer de huizen. Soms ont moet men ver in zee op de kust van een eenza men fjord een verloren hutje, waar een vis- scher met de zijnen woont. Waarlijk, dit zijn geharde, stalen naturen, maar ook stille, ern stige menschen, door de groote melancholie van hun vaderland aangetast. Bij het eenzame wonen voegt zich de moei lijkheid van het verkeer. Van spoorwegen of postverbindingen kent men er niets. Niet eens wegen, groote wegen, zijn er; enkel rij- en voetpaden, uitgetreden door de hoeven der paarden. Of wel men vaart van fjord naar fjord met de zeilboot of de stoomboot. In deu nieuweren tijd gaan in den ijsvrijen zomer stoombooten eenige keeren in het jaar om het eiland heen en loopen in de verschillende ha vens binnen. Maar den. reizigers kan liets oms tegenloo pen op een manier, die men elders niet voor mogelijk zou houden. Zoo gebeurde het een IJs- landsehe uit liet binnenland, die op een Zon dag bloedverwanten aan een naburigen fjord wilde bezoeken en een daar passeerend En gelsch schip wou gebruiken, om terug te kee ren, dat dit schip ten gevolge van ongunstige stroom- en windtoestanden niet kon binnenloo pen. De IJslandsche, diezonder eenige bagage was uitgegaan, moest, door den nood gedroti gen, mee naar Engeland reizen en daar ze er iet dadelijk gelegenheid vond voor den terug tocht, voer ze verder naar Kopenhagen, om van daar de een maand later vertrekkenden post boot naar Reykjavik te nemen. Daar arriveer de zij gelukkig, maar de weg van den fjord naar haar meer in het binnenland gelegen woning, dien ze te paard had willen afleggen, was door de ruwheid van liet te ver gevorderde jaargr- tijde niet meer te passeeren, zoodat de vrouw van haar Zondagsuitstapje eerst den volgen don zomer, bijna drie vierendeel 'sjaars later, terugkeerde. Gastvrijheid is de oude deugd, die de IJslan ders nog altijd beoefenen, en bekend is het, hoi ze de sagen en legenden uit de oude IJslandsche letterkunde ir». ecre li oud. en. OfscTioon. de kin dei en der ver uiteen wonende gezinnen sleclits sporadisch ouderwijs ontvangen van rondgaan de onderwijzers, is toch de trap va beschavig, waarop de menschen staan, een hooge; zo p ->ed als alle IJslanders kunnen lezen en schrij ven. De hoofdstad Reykjavik heeft even bov 7000 inwoners. Op haar marktplein staat een beeld van brons van Thorwaldsen, dien het eiland opeischt als zijn zrootsten zoonu it den nieuweren tijd, maar die in het geheel niet daar, doch op den zeeweg van IJsland naar Ko penhagen werd geboren. (De Aarde en haar volken.) ROYAAL. Boekhouder: Vandaag is het precies 25 jaar geleden, dat ik bij u in de zaak kwam, mijn heer Hebberig. Patroon: Mooi! Hier heb je een nieuw vel vloeipapier. Muller. TE MIN. Rechter: De rechtbank heeft n tot acht da gen gevangenisstraf veroordeeld. Wilt ge de straf dadelijk uitzitten? Veroordeelde: Laat ik liever wachten, tot ik drie maanden bij elkaar heb. FIJNE REPUTATIE. Student: De vindingrijkheid van de post is werkelijk bewonderenswaard. Mijn kleermaker schreef op een briefkaart: „Als u niet binnen drie dagen betaalt, ben ik genoodzaakt u te la ten dagvaarden" doch vergat er het adres op te zetten. En wat denk je? De brievenbe steller heeft mij de kaart netjes bezorgd. STRENGE STRAF. Papa: Heeft mama je gisteren gestraft, Jan tje? Jantje: Ja, papa. Papa: Hoe hoeft ze je gestraft? Jantje: Ik moest thuis blijven, terwijl zij zangles had. .&J EEN GOEDE LEERMEESTERES. Vriendin: Wat, je gaat trouwen en liebt geen idee van koken en huishouden Nog niet, maar de juffrouw zal er wel iets van kunnen. Welke juffrouw? Nu, ik zal immers een meisje in huis ny/ i men, dat het huishouden wenscht te lceren; MISVERSTAND. Dokter: Maar, mijnheer Dikker, u 'drinkt vreeselijk! Ik heb u toch gezegd, dat u alleen wijn met water moest drinken. Patiënt: O jé, cn ik heb verstaan: „Wijn als water"! JUFFROUW OF MEVROUW? Wat doe je, amice, zeg je tot de jonge da mes mevrouw of juffrouw? Dat ligt er aan. Tot de ongehuwde zeg ik „mevrouw", tot de gehuwde zég ik „jufrouw" dan zijn ze allemaal in haar schik, PRETENTIEUS. HijIk heb er volstrekt niets op tegen, dat je jo bij de vrouwenbeweging aansluit. Neen, zoo ouderwotsch ben ik niet.En mijn kou sen kan ik desnoods zelf wel stoppen, als jij er geen tijd voor hebt. Zij: Ja, maar wie stopt dan de mijne" MICROSCOPISCH. Kleine domkop, sprak zij, waarom voel j© je beleedigd? Mijn woorden waren wel streng, maar je liadt toch kunnen zien, dat ik er bij; glimlachte? - Och, antwoordde hij galant, je mond is zoo klein, dat ik het niet heb opgemerkt. OPRECHTHEID. Bezoeker: Kellner, een flescli wijn! - Kellner: Van één, van twee, of van drie gul» den? BezoekerHm, welken zou je me aanbevelen Kellner: Onder ons gezegd: neem 'm van' een gulden.... de andere is namelijk ook niet beter. VADERLIJKE REDEVOERING. Geen cent van je schulden betaal ik meer; jou boemelaar! Of je wordt solide of je trouwt! Ikzelf heb het ook zoo moeten doen! "~J GESCHENKEN. Montesquieu redetwistte over eene gebeur» tenis met een raadsheer van het parlement' van Bordeaux, een man van veel inbeelding en van weinig kennis. Toen de raadsheer tig werd en velerlei redeneeringen ten had gegeven, zei liij ten slotte: „Mijnheer da president, indien do zaak niet zoo is, zooals ik u die voorstel, dan geef ik u mijn hoofd* Aangenomen, zei Montesquieu, kleine ge» schenken onderhouden de vriendschap. IJVER. In zijn ijver liet zich een predikant in zij no leerrede de volgende woorden ontvallen: „Be» wonder mijn waarde broeders, de kracht van Simson; met een ezelskinxiebank reeg hij hl/ duizend Philistijnen aan zijn degen. siding t- dril'» j-1'. bestef irssr Vorige toer». Koers van iiedon J iL Vorige Koers, Koers vau heden. Vorige koers. Koers vaa heden L. H. Vorise Koers van heden Vorige Koers vau heden koers. h j H. koers. L. H. ReUerlana. 3!/j pCt, Nederland 3 pCt. Cert. Nederl. Werk. Schuld 31/ pCt. Ceit. Bulgarije. 5 pCt. Tabaksieeniag 5 Zegeiieemag Duitschland. 8 pCt. Rijkslsening 87, Praissen, Consols Hongarije. pCt. Goudleening 4 Oblig. Kronenrente Oostenrijk. 5 pCt. AprilOctoberrente 4 Jan.Julirente 4 MeiNovemberrente Portugal. 4pCt Tabakamonopolie 8 Obl. Ie Serie 8 O bi. 3e Serie Rumenië. 5 pCt. Geldieening 1903 Rusland. 5 pCt. Gouileening 1884 47 c a Iwangor.Dombrowo 47* Rusland 1909 4 a Grcote Rass. sp. 1898 4 Nicclai Sp. 4 Rusland 1880 4 B Zuid-Weat 4 Rusland Hope 4 Rusland 1894 6e Em. 4 Rusland Binnenl. 4 pCt. Orel Vitebsk 95V.. j 847* 70% 9S% 9674 82% 987a j 94'A. 92'/ie 95 67 65 98 966/ie 97 I 977s 897/io 89 877* j 895/8 8974 j 92Vg I 87% j 84 Vic; 701/2 I 96?/8 8274 92713 937x6 951/4 67 »/s 967w 897* 937* 8872 897w 87*7,6 S4*7i8 70*716 3 pCt. Transcauc. Spoor 761/* 1 urkije. 4 pCt. Geunif. Turken 87 72 4 Bagdad spoor 83%, c China. 4*/,, pCt. Goudleening 1898 100% Japan. pCt. Imperial Loaa 9S9/16 4*/2 Obl. Ie Serie 98% 4*/2 Obl. 2e Serie 99y2 Ouba. pCt. Goudleening 1904. 103 Mexico. 5 pCt. Binnenland 47*a/lt, 5 Goudleening in p.St. 1003/4 Braai lie. 5 pCt. Funding Loan 104 4 Brazilië 1889 887. 5 Bahia in p.8t, 98% 5 Para 1907 98i/a Rio de Janeiro, 101% (Fed. Dist.) 97*/4 a Sao Paulo 1908 101,/» Dominioa. 5 pCt. Douane Leening 102% Gemeente Leeningen. 4 pCt. Amsterd, 1800—1901 101 4 Haarlem 10078 4 Stad Eosario 65% 5 Stad Para 90;i/lc Hypotheek Banken 4 pCt. Algemeene H. B.K. 97 4 Haarlemsche H.B.K, 983/4 4 Nationale H.B.K. 100% 4*/20t. North West pac. H,B. 101% 76% 1006/g 98*/ 99*7,e 103 476/16 1007/g 101% 987* 987* 103 90% 1007, 6 pCt. Argent H.B.K. Cedula L. 5 a dito Cedilla K. 4 Pandbr. Hong. Hyp. BJJ. 41/ Ungar. Landes Centr, Sp. Industrieels ondernemingen. Aand. Amalgamated Copper a American Car en Foundry a Am. Hide Leather a Anglo Amer. Telegr a United. Cigar a United States Steel Cultuur ondernemingen. Aand. Barge Moorm a Cult. Mij. Voxstenl. Hand. Maatsch. Mijnbouw Maatschappijen Pret. Aand. Paleleh Gew. Aand. Redjang Lebong. Comm. Pittsburg Coal Petroleum. Aand. Geconsolideerde a Koninklijke petr, a Moeara Enim Sum. Palemb, a Zuid Perlak Rubber. Aand. Amsterd. Rubber a Amsterdam-Java a Deli-Batavia Nederl. 96%6 947,6 927» 931/2 997* 99V* 961,2 941/2 99% 67% 68 687b 5674 52*/4 789/i6 56 2472 26*/4 5H/4 7876 56% 529/lc 78*/4 1231/2 152 17916/j, 152% 15272 130*/2 481/2 780 2272 130 4874 783 22 V» 130*/2 4872 22 u/16 890 489 229% 1827, 180 393 4897i 2297» 182% 126 397 1831/s 128 213 85 219 66 Aand. Serbadjadi Rubber Intercontinentale Scheepvaart. Aand. Java, China, Japan Aand. Kon. Paketvaars Ned. Soheepv. Unie 4*/2 pCt. Obl. Marine Pref, Marine Comm. Marine Tabak. Aand. Amsterdam Deli a id. Serdang a Arendsburg a Bindjeij a Nieuwe Asahaa a Soekowono Diversen. Aand. General Trading Restandbew. Maxwel Pret. Peru Comm. a Spoorwegen. AaniL Hollandsche Spoor 4 pCt. idem Aand. Staatspoor. 4 pCt. idem. 4*/2 Obl. Underground 3 a Zuidltal. Spoor. Aand. Warschau Weenen 4 pCt, idem 10elie Serie 4% Mosk. Kieuw Wor, 4*/a Wladikawkas Common Topeka. pCt. Alg. Hyp. Topeka 4 Conv. Bd. idem 119 26 26 ICO 15972 163 1497* 150% 67*/o 67*/, 17%, 177* 4L7l6 47X6 708 709 471/4 477* 741 741 115 1147a 60 V2 59 20872 100S/4 6IÖ/0 ÜA 8 42% 10% 10% 86 86I/2 1017* 95% 947, 100*%6 101 98% 987/3 6/7* 677« 233 23572 90% 977,6 9772 lOOU/,6 101 116% 11672 99 99 113% 11572 67% 17% 5 60 99 116% Common Denver Common Erie. 4 pCt, general Erie. Common Kansas C. South. Pref. Kansas C. South 8 pCt. Obl. idem. Common Missouri K. T. 4 pCt. le hyp. idem. 4% pCt. Nat. Raiiw of Mexico Common New-York Ontario Common Norfolk Common Rock Island Common South Pacific 4 pCt. Convert idem 4 le Ret. Hyp. idem. Comm. Southern Railw. Common Union Pacific 4 pCt. goud Obl. idem. 4 Convert Obl. idem. Common Wabash Sh. Wabash Pittsburgh 2e Hyp. Loten. 3 pCt. Amsterdam 1874. Witte Kruis. 21/2 pCt, Antwerpen 1887. 4 pCt. Theiss Reg. Stad Madrid. Turkije 1870 Congo. Pbolongaxi® 771/2 357i5 68% 737, ^6 VL4 487/1? IO87, 88% 120% 99 95V* 29%6 186 y4 10172 107% 177,6 6V 2 101%6 79 917/l3 157%" 69*/2 571/4 42.40 31% 343/,» 777a 347g 68%5 36% 108V4 33'/* 120% 99 95% 9974 186% 1019/,a 1077,6 1?% 79 90% 691/s 32% 3% 35 80% 1087, 34 120% 29%, I8672 17% 81/, Pruisische f 59 05 f 59,30 Fransobe f 47725 f 47,97® Belgische f 47 «0 f 47,85 Engelsciie f 12,075 f 12,17s De heurs te New-Y(>rk opende gisteren onregelmatig. De onzekerheid omtrent de ijzer-industrie gaf aanleiding dat vooral Steels waren aangeboden. Daarentegen wa ren de .berichten omtrent den katoen- en gi'aan,o<ogst gunstig, wat tot het koopen der aandeelen van (Westelijke Sp-oorweglijnen aanleiding gaf. J K.aperwaarden waren vast in verpand. ine.t de betere stemming daarvojor te Londen. Gedurende den dag bleef de markt "in eene flauwe stemming, Tegen het slojt werd 'deze; beter; waardoor de markt slechts weinig ouder gisteren sloot. De Amerik. ai'decling aau onze beurs: was evenals Londen, niet opgewekt wegens de lusteloioze houding vjain.; New-Yp.rk. Het voor binnenlandsche rekening aangebblden fonds kon slechts tegen terugloopende koersen plaatsing vinden. >- - Het sloft was stil doch prijshoudend-, J'an de Retroleumwaarden waren, üorat- slche; wider eenige pr.oicenten !liopger.j Ko ninklijke en; Gecmngolidggraê' penige stho|mmeling sloten OP prijzen a,ls gistere^ Tabaksmarkt stil.; e Cultuurwaarden vast voor Y,orstenlandeSy. 'Rubberculturen zonder zaken.; Hollands-..lie Staatsfondsen iets; [beter voul Integralen. Rus-sen priishoxidend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 6