TWEEDE BLAD' Brieven uit Marewijk en omstreken. BINNENLAND. Kerknieuws. üu Bon RSai*ché cursus Haarlem—Brussel. M®nt!sGhoeïï®H. Het geheim van den ^eeuwentoren. BUITENLAND. STADSNIEUWS. OÖHSEÜOAG JULI iSÜ. "^^BSÊNTËïSME~™*° Gemeentelijke Arbeidsbeurs, Nieuwe Gracht 3. Telefoon 117G. Waterstand. FEUILLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURfiNT OVER DE TEVREDENHEID'. Een 'der kostelijkste gaven, waarmee een menscih kan pronken en ziek kan verblijden is: tevredenheid. Oh, hoe zeldzaam ja deze schat op dit aardsehe tranendal te vinden! Doch. wij Marewijkers, hebben willens en onwillens, een gratis cursus gevolgd in de leer over de tevredenheid en de resultaten zijn zóó gunstig, dat wij bijna overvloeien van tevredenheid. Nu wil ik niet stijf en strak beweren, dat er bij ons geen enkele ontevredene rondscharrelt, zoo'n bewering ware al te stout, maar toeh is het dau slechts een enkele, en die is nog een geïmporteerde Marewijker, dus die is op een gloeien dag uit de lucht komen vallen-, om hier zijn tont, 'op te slaan. De vraag is gewettigd cn wordt U gaarne verroorloofd, waarom aan al? Ma- rewiikers tevreden mensen en zijn. riet aiu- woord heb ik eigenlijk zooeven al gegeven wij h«tdjen allen les gehad over het begrip tevredenheid, wij hebben geleerd tevre den te zijn. Een zwartkijker zal zeggen: ..Ze zijn bij jullie zeker niet veel gewend!" 't[Waar: v erwend zijn en worden wij niet, doch dit. zou immers eene groote opvoedkun dige fout zijnHet is te begrijpen, dat men, zieh in omstandigheden en toestanden eene reeks van jaren schikkende, en s:otte zoo iets over zich gaat krijgen vantevre denheid. Een pessimist (maar dat is er ook een menscih naar!) wil dat gevoel gaarne uitschelden voor onderworpenheid, slaafsch- heid, gedweeheid, gemakzucht, onverschil ligheid, ongevoeligheid, maar hij heeft het glad mis, hoor r 't Is pure, zuivere, loutere tevredenheid, hetgeen uit voorbeelden blijken zal. Als dik- vlokkige sneeuw is de tevredenheid over ons neergedaald en beeft ons met zulk een dikke laag bedekt, dat wij er eenigszins door verhard zijn geworden, tenminste ongevoe lig voor de schimpscheuten van zwartkij kers en pessimisten. Laat ik het dezen keer ever onze straatverlichting hebben als een der bewijzen voor onze raszuivere levreden- heid. En eene straatverlichting' hebben we, wel wis en warempel. Er staan, ik weet niet hoe.... weinig lantaarnpalen, heuselie, gl'oengeschilderde ijzeren dingen, die elk een petroleum 1 amp torsen en op gezette tijden, zoo ongeveer 6 of 7 maal in een jaar bran den ze ook. Alleen bij feesten, denkt gij Neen, zooveel feesten vieren wij in een jaar niet. De lampen branden in het winter halfjaar als het nieuwe ma,an is. Maak er ech ter den lantaarnopsteker geen verwijt Van. Deze man heeft onder vastgestelde Voor waarden dat baantje op 'zich genomen voor een niet te groote somme gelds. 's Zomers, zoo redeneerde men waarschijnlijk, is het 'g avonds licht genoeg en als het dan donker gaat worden, welnu, dan behoort een fatsoen lijke Marewijker niet meer op straat, 's IVVun- ters, als de 'dagen beginnen te korten, dan moeten de lampen branden, als... het geen lichte maan is, want dat zou verkwisting wezen. En gij gelooft toch' zeker wel, dat 'de maan zoo vriendelijk en beleefd is, te ha- rer tijd ook Marewijk te beschijnen. Een bemoeial (want alleen zóó iemand kan aan het vragen blijven) maakt de opmerking: En als het dan eene bewolkte lucht is?" Daarvan wordt in 'bedoelde voorwaarden niet# gerept, misschien is er zelfs niet aangedacht. De lantaarnopsteker neemt eenvoudig een Enkhuizer almanak en ziet daarin,wanneer het nieuwe maan is. Dan gaat liij zijne rond reis doen om zijn licht over Marewijk te ont steken. En dan zijn er weer van die wijs neuzen, van die betwetex*s, die durven be weren. dat de lampen te laag branden, dat je je eigen op straat met vinden kan, da,t je soms moeite hebt de lantaarns te zien. Pa's natuurlijk een flauwe grap Als de jampen hoog branden, kunnen ze gaa,n wa.1- |nen, in welk geval het licht er met beter pp wordt. Ook kunnen de glazen springen, in welk jweede geval je nog verder van lmis bent net je licht. In de voorwaarden, bovenbe doeld, is alles nadrukkelijk en uitdrukke- 5jik en angstvallig nauwkeurig in den breede ïmschreven, o.a. ook, boe hoog de vlam (ik pedoel: bet vlammetje) mag en moet bran- gen, en ook kan branden om de zooeven ge- aoemde ongevallen te voorkomen. En hoe re deneeren nu verstandige en tevreden m'en- schen 'AldusIn vele 'dorpen hebben ze heelemaal geene straatverlichting, wij moe ten dus op onze bloot e knietjes danken, dat wij 6 of 7 maal in een jaar oiis kunnen.... verlustigen (dit woord wou 'niet goed uit mijne pen. Ik' zal een andere pen grijpen!) in eene soort', bijna eenig', van straatverlich ting. Zie je, zóó redeneeren", dat is je ware! Door jarenlange, oefening leert men dat eerst. Hoe dwaas en dom zou Ket zijn in dezer voege te spreken;„In Haarlem, in Vel sen zelfs, heeft men 'electrisch licht; Be verwijk verheugt zich in uitstekend gas gloeilicht en wij hebben dit maar!" Zoo zou een menseh tot ontevredenheid kottnen en daarom redeneeren wij, Marewijkers an ders. Een onomstootelijk feit is het immers, 'dat men naar zijn mindere moet zien, en je daarmee moet vergelijken om tevreden te blijven. [Wij vergelijken dus onze straatver lichting met heelemaal-geen-veriichting en dan heffen wij blijde het hoofd op en zeg gen, terwijl voldoening ,en dankbaarheid ons uit de oogen stralen„Den Hernel zij dank, dat wij in Marewijk wonen, waar het 6 qf 7 maal per jaar geene Egyptische duisternis is!" En wij zullen elkander met een hand druk gelukwensch'en, als de lichten van de- ik-weet-niet-juist-hoe weinig lampen met roodgelen gloed o-p ons vallen (ik bedoel de lichtstralen en niet de lampen zelf) in de ver onderstelling, dat de lichtbron, mengsel van 'geel en rood, voldoende is en wij dan dicht genoeg bij een lantaarn staanom eikaars hand te kunnen zien en dus niet mis te grij pen, want ik vind niets ellendiger iemand de hand te willen drukken en ik grijp dan in de lucht. Hit dit eene voorbeeld moge den lezer reeds blijken, dat wij, Marewij kers, getraind worden in de tevredenheid en daar onze tegenwoordige straatverlichting pas enkele jaren onze harten verblijdt, rijst wederom de vraag', [welke andere bronnen van tevredenheid, van ouderen datum, er zijn, die zoo'n algemeene en ingewortelde genoeg zaamheid hebben geschapen. Het antwoord hierop bewaar ik tot een volgenden keer. Adjuus! 1 [IV. R ITER. De rassenhaat in Amerika, gaat, zooals men wee', ver. Dezer dagen had te Hartford een vergadering plaats van de voornaamste en rijkste burgers dezer stad. Deze vergadering was n.l. belegd om te protesteeren tegen het feit, dat o-p de voornaamste begraafplaats dezer stad, de Cedur BUI Cemctary een neger was begraven geworden. Toen Abraham Lincoln werd ver moord, ontkwam de minister van marine Wel les, die eveneens o'p da lijst der door de jsa- menzveerders ter dood veroordeeld-en stond, aan heit hem toegedachte lot, dank zij den moed en de list van zijn bediende, Chester Stanton. Deze oude trouwe dienaar nu, een neger, is ©enige weken geleden o'p hoogen ouderdom te Ilartfort overleden en daar in het familiegraf van de familie Welles begraven. Dit wekt nu de verontwaardiging van de rijke inwoners van Hartford en zij verlangen nu, dat het lijk Van den neger zal worden verwijderd. Geschiedt dat niet, dan zullen zij al hun begraven verwanten laten opgraven. Een bruid zoekEergisteren zou to Lon den lady Constance Foljambe, een halfzuster van den Earl of Liverpool, met den Rev. H. Hawkins in heit huwelijk treden. Tegen het vast gestelde uur waren alle bruiloftsgasten in de kerk verecnigd en ook dc bruidegom bevond zich °'P z'j11 post, maar de lbruid liet zich vachten. Eerst dacht men aan een vergissing, en de bruidegom zelf gaf al aarzelend toe, dat hij wellicht een verkeerd uur aan de bruid had opgegeven, maar toen men na een langen tijd van wachten nog altijd geen bruid zag ver schijnen, werden boodschaippers uitgezonden naar de woning van lord Liverpool. Die boodschappers kwamen bleek en ontdaan terug: de bruid was des morgens uitgegaan en was niet teruggekeerd. Langzaam verspreidden zich (oen de teleurgestelde bruiloftsgasten, be grijpende, dat er nu wel niets meer van het huwelijk zou komen. En toen allen reeds lang weer huiswaarts waren getrokken, was de bruid nog altijcl zoek. Lady Constance Foljambe is verdwenen. Er doet een stalltje in de Pers de ron'dte waaruit blijken moet, dat de Recihtsche Kaï- merleden H'uh taak' niet nauwgezet' opvatten, gezien' h'et groote absenteïsme, dat onder ben' Voorkomt. De „Nieuwe TilE. Courant" h'eVat een ar tikeltje v'ah „Een ingewijde", waarin ver klaring Van' een 'etf ahder gegev'eU word'E Een Kamerlid', 'die zijn' taak' goed begrijpt, zegt h'et blad, moet Mn zijn district' wo nen en werk'en", maar.... dan k'ömt een" der groote 'oörz'aketf Van 't absenteïsme .-., 't geld'. Iedere reis naar Den Haag kost aan Ken, 'die wat' Veraf wonen, minstens f 10.moot men overblijven dan wordt-' dit inclusief lunch', diner etc. etc. f 15.—. Reken nu eens uit, wat een' Kamerlid betalen moet, indien hij naar behooren zijne taak' moet vervullen. 100 openbare vergaderingen', 50 a GO sectie vergaderingen, 30 a 40 vergaderingen voor diverse commissies; men kan tezamen' reke nen op plm. 200 dagen in het jaar. En wat daar nog bij komt aan ontributies enz. enz. Niet heel lang geleden was er kans, 'dat Kamerleden vrijkaarten per sp-o-or zouden ontvangen; Doch. de gefortuneerde HaagseKehoeren waren er tegen. Zoo kwamen de vrijkaarten niet en dit nu is een der gronden van het absenteïsme. „[Wie verschaft raad in deze delicate kwes tie?" vraagt genoemde „Ingewijde", DE VROUWi IN WATERSCHAPSBESTUREN. De op 29 November 1910 door de Prov. Staten vain Utrecht benoemde commissie heeft rapport- uitgebracht over h'et ontwerp besluit van Ged. Staten van dait gewest Mei- vaststelling gemeenschappelijk met de Sta ten van Noord-Hol land, ven een nieuw reglement Voor het Hoogheemraadschap Van Zeeburg en Diemerdijk. Men herinnert zich 'de kwestie. Ged. Staten van Noord-Holland waren zei ven ook niet voor de benoembaarheid der vrouw in waterschapsbesturen, doch hunne Prov. Staten spraken er zich zeer béslist vóór uit. Ged. Staten vaat Utrecht, die beslist tegen de benoembaarheid der vrouw in wa terschapsbesturen zijn en dus eene redactie van bet betrokken artikel niet in denzelf den geest wilden opstellen als Ged. Staten van Noord-Holland no-odzakelijk alehtten, richtten zich tot Dijkgraaf en Hoogheemra den van Z-eebrug en Diemerdijk', om' hun gevoelen over de kwestie te hooren. Dit Hoogheemraadschap achtte echter ook de ver kiesbaarheid der vrouw in waterschapsbestu ren alleszins ongewensebt. Daarom hand haafden Ged. Staten de redactie van net betreffende* artikel, dat de benoembaarheid der vrouw uitsluit. De ctommissie uit Prov. Staten van Utrecht- bovengenoemd', uit zich' nu in haar rapport als vólgt „De minderheid der commissie wenseht in' den 2en regel liet woord „mannelijke" te doeii vervallen en in verband daarmede m den la.at'sten regel van artikel 8 in' plaats Van de woorden „Van de vrouw" t's lezen „van hem of haar." Zij meent, dat er geen aanleiding bestaat voor een volstrekt verbód om vrouwen te benoemen of te verkiezen en begiijpt niet, waarom wel ongeschikte mannen ma;ar niet geschikte vrouwen mogen ben'oenid cf ge kozen worden. Blijkt het, dat vrouwen niet geschikt "zpn, dan zal men ze ook' niet benoemen of kie zen'tis billijk', dit te vertrouwen, daar men ook vertrouwt dat- ongeschikte mannen niet zullen benoemd of gekozen worden. Indien men de stelling- aanvaardt, dat het bestuur van het Hoogheemraadschap het beste over deze aangelegenheid kan oordei- len, moet dit niet- alleen gelden v'oo-r bet tegenwoordige bestuur maar cok' voor op volgende besturen, welke men intusschen' door het verbod van vrouwen te benoemen of te kiezen, niet meer vrijlaat in deze' te bandelen zooals zij /iet 't best achten. Dat in de praktijk eene vrouw niet ge schikt zóu zijn voor deze ambten, tó nog nimmer gebleken; Van ondervinding kan eerst gesproken worden, zoo eenmaal eene vrouw benoemd of geköz'en is. In Noord- Holland acht men haar wel geschikt voor bekleeding dezer ambten, ook in liet regle ment voor den polder Kortenhoef en in dat voor de Geldersche en Sticbtsche Venen, beide met medewerking van de Staten van Utrecht tot stand gekomen, sluit men haar niet uit. 1 1 De meerderheid der commissie v'ereenigt zich met de lezing Voorgesteld 'door Ged. Staten van Utrecht- Zij is van oordeel, dat' eene vrouw nim mer geschikt kan' zijn" voor de hier "ge noemde ambten; men denke sléchts aan öri- tiek'e momenten' v'oor de dijken. Door hier hef woord ..mannelijke" te schrappen, zóu door de Staten uit.gespfo- wörden, dat zij in beginsel vrouwen' Voor deze ambten geschikt achten". Het niet uitsluiten van ongeschikte man nen is geen' kwestie van Vertrouwen", maar een' gevolg Van de_ onmogelijkheid dm' dé grens tussehen geschikte en ongeschikte man nen aan' te géven. Ook' is het bestuur van lief [Waterschap tegen het toelaten van" -vrouwen' en dit kan toeh het best beoordeelen aan welke eisohen voldaan moet worden om de bedoelde amb ten goed te kunnen" waarnemen." Ten slotte wordt er aan herinnerd, dat door de Staten van Utrecht, in de laatste jaren tweemaal (in 1904 met 27 tegen 7 en in 1907 met 32 tegen 7 stemmen) is uitge maakt, dat zij geen vrouwen in waterschaps besturen of als secretaris of penningmees ter wens'ehen. ONBESTELBARE STUKKEN. Gedurende de-2c helft der maand Juni 1911. Binnenland. Brieven: Mevr. S. Bell, Mad. van Lennep, mej. A. Lorie, allen te Amsterdam; v. Hagen, Bloemendaal; B. Bakker, mej. W. Luuppi, Den Haag; J. H. Smit, mej. B. Koster, W. Wernis- so, T. Schippers, mej. J. Tichelaar, allen te HaarlemTrammaatschappij, Haarlemmer meerJ. Koster, Den Helder; Douairière Ba- ronese Lansinck, Nijmegen; A. Meilink, Over- veen, A. J. O. Han, Rotterdam. Briefkaarten: J. J. Schouten, Alkmaar; mej. W. Westendorp, A. H. Meniven M. Wulp, mej. C. Bolle, L. v. Ravestein. J. Keesje, J. de Lan ge, allen te Amsterdam; mej. H. Westra, mej. v. Broeklioff, H. Rokers, H. Plonse, allen Den Haag; Yoermans, Kraaijenoort, mej. Roest, mej. Roest, V. Degenaar, mej. v. d. Vegte, mej. J. Eijlc, T. Veenendaal, P. Stienstra, llen te Haarlem; P. G. Ghijs, Oudenaal; mej. A. van Bakkerijen, M. Hellemans, mej. J. Seheuer van d. Hinte, allen Rotterdam; M. Korter, Vlaar- dingen; mej. Tr. Roos, Zaandam. Buitenland. Brieven: P. Bier, Californië; mej. Haak, Duitschland; C. de Haan, Hannover; A. An- kersmit, Memphis, Prins Plemp, Wiesbaden. Briefkaarten: Jack v. d. Kamp, Aalborg; Th. Yooges, Antwerpen; G. Schipper, Frankfort a. Main; mevr. Dalsum Fontein, Rome; O. v. d. Gevel, Westfalen. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug t e bekomen'J. J. f en Dam', Adr. Loosjesstraat 19; een portemonnaie niet in bond; H. Bernhardt, Parklaan 46 een fiets pomp; [Wl Krappelhof, Glasblazerstraat 25, een horlogeketting: A. [Wildschut KI, Hout straat 116, een ceintuurHet bureau Gemeen tereiniging een doek[W. Veenhaven Frans Halsstraat 5, een zakschaartjeJ. H. RéeS, Burgwal 81, een rozenkrans; S. Boogaard, Spaarnwouderstraa.t 9, een duimstokU. Mooij, Gasthuisstraat 12, een portemonnaie; S. L. Piers Pa,tientiestraat 22, een tasch met inhoud: ]H. Knijnberg, [Westergrayht 13, een bondH. Aaiung Ruysdaelstra-af. 20, een muziekboek; M. van jW.averen, Lombard- steeg 2, een Engelsehe spraakkunst; M. C. van Veen, Zijlstraat 96, een damesiasehje Ml Oxener, Jansteenstraat 43, een portemon naie met inhoud. Del zevenj'arigo Heiligdomsvaart te Tongeren. Da kerken van Tongeren, Maastricht en Aken bezitten elk, sedert vele eeuwen, een grooten Relieken-,ceha!. Door het groot getal en de verscheidenheid zijner kunstwerken, is die van Tongeren de rijkste Ieder jaar, in elk dier steden, hejeft de pu blieke tentoonstelling van den H. Schat plaats. Vóór de Franscho revolutie trok do Heilig domsvaart drommen van bedevaarders naar Ton geren ,niet alleen uit alle steden van ons land, maar, ook uit Noord-Nederland en de Ger maansdie Staten. Ook de kantons van Zwitser land zonden. bedevaarten naar dé eerste kerk, aan deze zzijde der. Alpen, aan O. L'. V, toege wijd. Dank' aan den Z. E, kanunnik Peeters, e'efe- deken der stad, werden deze feesten heringe richt in 1890, na eene opschorsing van heel eene eeuw. i Dat jaar werd het getal bedevaarders opmeer dan 20 duizend geschat en in 1904 waren er reeds meer dan 40 duizend. Dit getal zal mer kelijk' overtroffen worden dit jaar. Heel de stad geeft en werkt voor het wol- gelukken va,n de Heiligdomsvaart. De straten zullen rijk en schoon versierd zijn, zoo waar dig mogelijk van dien majeslalisehen ommegang. Meer dan 200 priesters treden er ia op. Hon derd vijftig dezer zullen gekleed zijn met de aloude kerkgewaden van ovcrgrco'tc waarde, en allen dragen reliekenhonders van alle soort en vormen van onovcrlre-'barcn rijkdom door hun nen oorsprong, hunne oudheid en hun kunst werk, maar vooral door de onwaardeerbare waarde, die deze Schot van II.H. Relieken voor d-e ziel der geloovigen heeft. Die godsdienstige stoet is de weergave san de zevenjarige ommegangen der vroegere eeuwen. Deze hernieuwing onzer kerkelijke feesten z-1 dit jaar nog trouwer wezen. De E. H. J. Paquay, een onzer verdienste lijkste oudheidkundigen, heeft de oude gebeden en aanroepingen reeds in voege lang vóór 1664 bij de Heiligdom vaar', teruggezocht en terugge vonden. Vanaf dit jaar zullen zij opnieuw in gebruik zijn. Het mirakuleus beeld van O. L. V. van Ton geren dagteekent van den tijd der kruistochten. Hei werd verguld in 1388. Vóór dat beeld gingen de kruisvaarders, vertrekkende naar 't Hei!ig Land, de bescherming der H. Maagd afsmeeken. De Schat bevat een re'.ickenkoffertje, met de wapens van Frankrijk en Casiilië versierd, aan de kerk van Tongeren gegeven door den H. Lo- dewijk, koning van Frankrijk. Verschillende kostbare relieken werden recht streeks naar Tongeren, jgebrrcht uit het H. Land. Alle deze kostbare geschenken van ridders en bisschoppen, van prinsen en koningen, waren opgesierd met meesterwerken der goudsmee- kunst c.n edelgesteenten. Gedurende de feesten wordt er een gids met 150 prenten ,in twee kleuren gedrukt. In dit werk van den eerw. heer J. Paquay vindt men do beschrijving van de rijkdommen der kerk van. Tongeren. De ge'oovigen kunnen deze relieken, vereeren en bewonderen in de zevenjarige feesten. Zeer groot zal het gelal Christenen zijn, die zich dezer dag-en naar de oudste stad van het land zullen begeven, om er de H. Relieken te vereeren van den Zaligmaker en Zijne Moeder, de gebeenderen der Apostelen, der Belijders en der Martelaren. Veile speciale treinen en trams zullen er loo- pen die dagen. Ingeschreven3 timmerlieden. 1 machi nale houtbewerkers, 1 wagenmakers, 2 meu belmakers, 1 modelmakers, 3 metselaars, 5 opperlieden, 1 stneadoors, 2 witters, 3 ma chinebankwerkers, 1 monteurB, 7 grofbank- werkers, 1 metaaldraaiers 3 vuurwerkers, 2 ketelmakers, 4 burgersmeden, 3 machinisten- 6 stokers, 4 electriciens, 1 instrumentmakers, 2 koperbank werkers, 1 koperslagers, 3 lood gieters, 2 schoenmakers, 1 zadelmakers, 3 kleermakers, 5 schilders, 1 behangers, 1 stoffeerders, 2 bloemisten, 2 tuinlieden, 6 grondwerkers, 3 bakkers, 1 banketbakkers 1 slagers, 2 kruideniersbedienden, 1 kellners- 9 magazijnknechts. 11 loopknechts, 3 huis knechts, 1 sigarenmakers, 4 kantoorbedien den, 1 boekdrukkers, 1 letterzetters, 1 lithogra- fsn 1 binders, 14 losse werklieden. 1 dienstboden, 9 werksters, 2 naaisters 4 kook sters, 2 huishoudsters, 5 vrouwelijke kantoor bedienden, 4 koetiiers en voerlieden. 1 boe renarbeider. in 24 uurj Plaat6en u XI Amsterdam icoe. 1 laag j Lobit Nijmegen Arnhem Vreeswijk Kampen Grave StAndr.Maas Keenlu 11.17 8,82 8,82 L62 0.01 5,49 1.75 38.68 0.— 0.- 0.— 0.— 0.— 0,- 0.- 0,- 0.06 0.04 0.04 0.02 0.17 0.— 0.05 0,03 Kanaalw, 8 u. 0,36 MAP 12u, 0,36 Stads water. 8u 0,35 MAP. 12 u[086 Zuiderzeew. 8u.0,10 MAP 99 (Naar het Fransch) 37). Hij zocht in zijn geneugen nnar eeu gebed, (lat hij vroeger bad en begon: „Gedenk, o allergoedertierenclste Maagd Maria". Vreemd! de woorden kwamen als vanzelf pvor zijn lippen, hij sprak ze met aandacht cn langzaam uit. Gedenk.... dat het nooit gehoord i6, dat Iemand, die tot U zijn toevlucht namver- la! en is geworden". Do Moeder van Barmhartigheid zou ook hein dus niet verstooten, hoe ongelukkig hij 5ok was. „ik kom t°t Jl, zuchtend onder het gewicht mijner zonden Ach, wat was die last zwaar en ondrage lijk, die last, dien hij nu reeds zeven-en-twin- |ig jaar droeg! „Versnaad mijne gebeden niet.... maar gewaardir xi ze te verhooren". Komaail ja,.liij had vertrouwen. En als ccii weldoaule dauw daalde clat vertrouwen neder op tb dorre aarde van zijne ziel. Jiulic vod de een traan langs zijn wang biggelen en verwonderde zich erover. Sinds, Jarig had hij te zoetheid niet ondervonden te j kunnen wecnn De kalmte keerde weer op zijn verbijsterde trekken. Hij stond op. De kaars was bijna gebeel op gebrand. Hij doopte de pen in de inkt en op de laatste bladzijde van bet schrift, de eenige die nog onbeschreven was, scheef hij vlug enkele regels. VIII. De sluier wordt weggenomen. Madeleine had de beurt om bij Guy te wa ken. De dames waren zeer vermoeid. Ter- aaiï1'1)113 ??et diner drong Madeleine er op SiVl ?iU rus^ z°nden gaan nemen. ongeval was hare verhouding r'i-o dvnpf)i?eiWurd,en* ®en gemeenschappe- i a? tussehen haar een keten gesmeed, sterker dim een samenwonen gedu rende vele jaren dit zou vermogen. Madelei ne was als een dochter voor deze arme vrou wen, die getroffen waren m hetgeen haar het dierbaarste was én de twee zusters vonden een troost in deze waaraehtige en groote sympathie. Judieaël was enkele oogenblikken te voren binnengekomen, hij boog zieh over bet bed en zei de: Ik zal doen, wat ge wiltmaar wat ge ook moogt meenen, mijn geliefde, kleine mees ter, heb ten minste medelijden met den ar men Judic. Het kind lachte met bijna engelachtigen glimlach en terwijl de opzichter langs Made leine ging, zeide hij: Kijk dit handschrift eens in, juffrouw. Ik zal het u morgen terugvragen. Toen ging hij heen en Bet op de tafel een in bruin liunen ingebonden schrift liggen. •Toen zij alleen was, rangschikte Madeleine in stilte de voorwerpen, die zij gedurende den nacht noodig zou kunnen hebben, plaatste de lamp zoo, dat het licht ervan den kleinen zieke niet zou hinderen en toen zij zag, dat hij ingeslapen was, ging zij bij de tafel zitten. Het linnen schrift trok haar onweerstaan baar aan. Judieaël had gezegd: „Ik zal het u morgen terugvragen'. En daarbij... zij was een dochter van Eva..,. Eet geheimzinnige oefende een bijzondere aantrekkingskracht op haar uit. Zij deed het schrift open. Het tweede ge deelte was de hand van Judic, het schrift van het eerste stuk was haar onbekend. Dit handschrift was van zeer ouden datum en de inkt was verbleekt. Reeds hij de eerste regels groeide haar belangstelling aan. Zij had daar voor zich een dagboek, ge schreven door den heer de Loriaquez, den ouden geleerde, over wien Fantik haar ge sproken had. V/ij zullen er slechts die uittreksels uit ge ven, die noodig zijn om eenig licht te werpen over de gebeurtenissen in dit verhaal aan gestipt. De Meeuwentoren, 15 December 18!... Vrijwillig hier opgesloten met het doel om den Put der Schatten te ontdekken, kreeg ik den inval mijn dagboek te schrijven. Hoe meer ik mij in deze gedachte verdiepte, des te heter vind ik die. Ziehier waarom. Het is mogelijk, dat ik hii mijne onderzoekingen het j slachtoffer wordt van mijn stoutmoedig heid. De middeleeuwsche kelders en onder- aardsche verblijven bevatten gewoonlijk een of ander geheim, min of meer gevaarlijk voor dengene, die het schond. Het is mogelijk, dat op een of anderen dag een trap zieh onder mijn schreden opent, zoodat ik in een of ander hol val, dat ik ver dwijn, zonder eenig spoor na te laten, terwijl ik ook kan worden blootgesteld aan den af schuwelij ksten dood: den hongerdood. Voordat ik den Toren inging, heb ik deze mogelijkheden voorzien en mijne voorzorgen genomen, zoo geestelijke als tijdelijke. Dat wil zeggen, ik heb mijn testament gemaakt, waarhij ik al mijne goederen, roerende en onroerende, vermaak aan mijn neef en peete kind Gildas van Kerbanhir. Daarna hob ik een generale biecht gesproken en gecommu niceerd alsof het de laatste maal van mijn leven was. Ik ben er dus op gewapend, zooals onze zeelui zeggen. Toch doet de gedachte aan zulk een dood als bovenvermeld mij nu en dan huiveren. Ik wil wel van mijn leven genieten, maar niet met de onbezorgdheid van een kind. Ik zal dus dag aan dag de voorvallen aan- teekenen, die afwisseling brengen in de een tonigheid van mijn gevangenschap en met zorg zal ik de aanwijzingen opteekenen, die ik verzameld heb betreffende het onderwerp, dat mij bezig houdt. In het geval, dat ik mocht verdwijnen, zal dit handschrift mis schien nuttige aanwijzingen geven voor hen, die mij zoeken. 20 December. Het is nu de zesde dag van mijn gevangen schap. Niets te noteereuDit dagboek zal, denk ik, weinig bladzijden beslaan. 22 December. Heden is het Zondag, ik beu uit geweest naar de H. Mis. De goede menschen kijken me erg nieuwsgierig aan, alsof ik een bui tengewoon wezen ben. Als ik in den Toren om het leven kom, zal de volksverbeelding waarschijnlijk een legende vervaardigen, waarvan ik de held hen. Komaan! ik wil wel geschiedenissen verschaffen om de avonden te bekorten. Ilc vertelde het aan den markies, dien ik uit de kerk ontmoette. Hij heeft erg om mijn idee gelachen, maar do markiezin huiverde en smeekte mij mijne onderzoekingen te sta ken of tenminste een bediende bij mij te ne men. Ik heb dit krachtig geweigerd. Het zon wel moeilijk zijn te wijken voor den krach tigen aandrang Vvan een familie, die mij den last wil bezorgen van een bediende. Gode zij dank ben ik gewoon bet zonder die hindernissen te kunnen stellen en ik zal dit volhouden, zoolang ilc het gebruik van al mijn leden nog niet verloren heb. Mijn arme nicht was geheel buiten ziehzelve en slaakte hartverscheurende zuchten. Om ze niet meer te hooren, ben ik, begeleid door Gildas, naar mijn kluis teruggegaan. Voor hem heb ik een uitzondering gemaakt; hij kan bij dag en hij nacht mi? komen bezoeken. d®ordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5