TWEEDE BLAD'
Brieven uit Marewijk
en omstreken.
BINNENLAND.
Kerknieuws.
üu Bon RSai*ché
cursus
Haarlem—Brussel.
M®nt!sGhoeïï®H.
Het geheim van den
^eeuwentoren.
BUITENLAND.
STADSNIEUWS.
OÖHSEÜOAG JULI iSÜ.
"^^BSÊNTËïSME~™*°
Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
Nieuwe Gracht 3. Telefoon 117G.
Waterstand.
FEUILLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURfiNT
OVER DE TEVREDENHEID'.
Een 'der kostelijkste gaven, waarmee een
menscih kan pronken en ziek kan verblijden
is: tevredenheid. Oh, hoe zeldzaam ja deze
schat op dit aardsehe tranendal te vinden!
Doch. wij Marewijkers, hebben willens en
onwillens, een gratis cursus gevolgd in de
leer over de tevredenheid en de resultaten
zijn zóó gunstig, dat wij bijna overvloeien
van tevredenheid. Nu wil ik niet stijf en
strak beweren, dat er bij ons geen enkele
ontevredene rondscharrelt, zoo'n bewering
ware al te stout, maar toeh is het dau slechts
een enkele, en die is nog een geïmporteerde
Marewijker, dus die is op een gloeien dag
uit de lucht komen vallen-, om hier zijn tont,
'op te slaan. De vraag is gewettigd cn wordt
U gaarne verroorloofd, waarom aan al? Ma-
rewiikers tevreden mensen en zijn. riet aiu-
woord heb ik eigenlijk zooeven al gegeven
wij h«tdjen allen les gehad over het begrip
tevredenheid, wij hebben geleerd tevre
den te zijn. Een zwartkijker zal zeggen:
..Ze zijn bij jullie zeker niet veel gewend!"
't[Waar: v erwend zijn en worden wij niet,
doch dit. zou immers eene groote opvoedkun
dige fout zijnHet is te begrijpen, dat
men, zieh in omstandigheden en toestanden
eene reeks van jaren schikkende, en s:otte
zoo iets over zich gaat krijgen vantevre
denheid. Een pessimist (maar dat is er ook
een menscih naar!) wil dat gevoel gaarne
uitschelden voor onderworpenheid, slaafsch-
heid, gedweeheid, gemakzucht, onverschil
ligheid, ongevoeligheid, maar hij heeft het
glad mis, hoor
r 't Is pure, zuivere, loutere tevredenheid,
hetgeen uit voorbeelden blijken zal. Als dik-
vlokkige sneeuw is de tevredenheid over
ons neergedaald en beeft ons met zulk een
dikke laag bedekt, dat wij er eenigszins door
verhard zijn geworden, tenminste ongevoe
lig voor de schimpscheuten van zwartkij
kers en pessimisten. Laat ik het dezen keer
ever onze straatverlichting hebben als een
der bewijzen voor onze raszuivere levreden-
heid. En eene straatverlichting' hebben we,
wel wis en warempel. Er staan, ik weet
niet hoe.... weinig lantaarnpalen, heuselie,
gl'oengeschilderde ijzeren dingen, die elk een
petroleum 1 amp torsen en op gezette tijden,
zoo ongeveer 6 of 7 maal in een jaar bran
den ze ook. Alleen bij feesten, denkt gij
Neen, zooveel feesten vieren wij in een
jaar niet. De lampen branden in het winter
halfjaar als het nieuwe ma,an is. Maak er ech
ter den lantaarnopsteker geen verwijt Van.
Deze man heeft onder vastgestelde Voor
waarden dat baantje op 'zich genomen voor
een niet te groote somme gelds. 's Zomers,
zoo redeneerde men waarschijnlijk, is het
'g avonds licht genoeg en als het dan donker
gaat worden, welnu, dan behoort een fatsoen
lijke Marewijker niet meer op straat, 's IVVun-
ters, als de 'dagen beginnen te korten, dan
moeten de lampen branden, als... het geen
lichte maan is, want dat zou verkwisting
wezen. En gij gelooft toch' zeker wel, dat
'de maan zoo vriendelijk en beleefd is, te ha-
rer tijd ook Marewijk te beschijnen. Een
bemoeial (want alleen zóó iemand kan aan
het vragen blijven) maakt de opmerking:
En als het dan eene bewolkte lucht is?"
Daarvan wordt in 'bedoelde voorwaarden niet#
gerept, misschien is er zelfs niet aangedacht.
De lantaarnopsteker neemt eenvoudig een
Enkhuizer almanak en ziet daarin,wanneer
het nieuwe maan is. Dan gaat liij zijne rond
reis doen om zijn licht over Marewijk te ont
steken. En dan zijn er weer van die wijs
neuzen, van die betwetex*s, die durven be
weren. dat de lampen te laag branden, dat
je je eigen op straat met vinden kan, da,t
je soms moeite hebt de lantaarns te zien.
Pa's natuurlijk een flauwe grap Als de
jampen hoog branden, kunnen ze gaa,n wa.1-
|nen, in welk geval het licht er met beter
pp wordt.
Ook kunnen de glazen springen, in welk
jweede geval je nog verder van lmis bent
net je licht. In de voorwaarden, bovenbe
doeld, is alles nadrukkelijk en uitdrukke-
5jik en angstvallig nauwkeurig in den breede
ïmschreven, o.a. ook, boe hoog de vlam (ik
pedoel: bet vlammetje) mag en moet bran-
gen, en ook kan branden om de zooeven ge-
aoemde ongevallen te voorkomen. En hoe re
deneeren nu verstandige en tevreden m'en-
schen 'AldusIn vele 'dorpen hebben ze
heelemaal geene straatverlichting, wij moe
ten dus op onze bloot e knietjes danken, dat
wij 6 of 7 maal in een jaar oiis kunnen....
verlustigen (dit woord wou 'niet goed uit
mijne pen. Ik' zal een andere pen grijpen!)
in eene soort', bijna eenig', van straatverlich
ting. Zie je, zóó redeneeren", dat is je ware!
Door jarenlange, oefening leert men dat
eerst. Hoe dwaas en dom zou Ket zijn in
dezer voege te spreken;„In Haarlem, in
Vel sen zelfs, heeft men 'electrisch licht; Be
verwijk verheugt zich in uitstekend gas
gloeilicht en wij hebben dit maar!" Zoo
zou een menseh tot ontevredenheid kottnen
en daarom redeneeren wij, Marewijkers an
ders. Een onomstootelijk feit is het immers,
'dat men naar zijn mindere moet zien, en
je daarmee moet vergelijken om tevreden te
blijven. [Wij vergelijken dus onze straatver
lichting met heelemaal-geen-veriichting en
dan heffen wij blijde het hoofd op en zeg
gen, terwijl voldoening ,en dankbaarheid ons
uit de oogen stralen„Den Hernel zij dank,
dat wij in Marewijk wonen, waar het 6 qf
7 maal per jaar geene Egyptische duisternis
is!" En wij zullen elkander met een hand
druk gelukwensch'en, als de lichten van de-
ik-weet-niet-juist-hoe weinig lampen met
roodgelen gloed o-p ons vallen (ik bedoel de
lichtstralen en niet de lampen zelf) in de ver
onderstelling, dat de lichtbron, mengsel van
'geel en rood, voldoende is en wij dan dicht
genoeg bij een lantaarn staanom eikaars
hand te kunnen zien en dus niet mis te grij
pen, want ik vind niets ellendiger iemand
de hand te willen drukken en ik grijp dan
in de lucht. Hit dit eene voorbeeld moge
den lezer reeds blijken, dat wij, Marewij
kers, getraind worden in de tevredenheid en
daar onze tegenwoordige straatverlichting
pas enkele jaren onze harten verblijdt, rijst
wederom de vraag', [welke andere bronnen van
tevredenheid, van ouderen datum, er zijn,
die zoo'n algemeene en ingewortelde genoeg
zaamheid hebben geschapen. Het antwoord
hierop bewaar ik tot een volgenden keer.
Adjuus! 1
[IV. R ITER.
De rassenhaat in Amerika, gaat, zooals
men wee', ver. Dezer dagen had te Hartford
een vergadering plaats van de voornaamste en
rijkste burgers dezer stad. Deze vergadering was
n.l. belegd om te protesteeren tegen het feit,
dat o-p de voornaamste begraafplaats dezer stad,
de Cedur BUI Cemctary een neger was begraven
geworden. Toen Abraham Lincoln werd ver
moord, ontkwam de minister van marine Wel
les, die eveneens o'p da lijst der door de jsa-
menzveerders ter dood veroordeeld-en stond, aan
heit hem toegedachte lot, dank zij den moed
en de list van zijn bediende, Chester Stanton.
Deze oude trouwe dienaar nu, een neger, is
©enige weken geleden o'p hoogen ouderdom te
Ilartfort overleden en daar in het familiegraf
van de familie Welles begraven. Dit wekt nu
de verontwaardiging van de rijke inwoners van
Hartford en zij verlangen nu, dat het lijk Van
den neger zal worden verwijderd. Geschiedt dat
niet, dan zullen zij al hun begraven verwanten
laten opgraven.
Een bruid zoekEergisteren zou to Lon
den lady Constance Foljambe, een halfzuster
van den Earl of Liverpool, met den Rev. H.
Hawkins in heit huwelijk treden. Tegen het vast
gestelde uur waren alle bruiloftsgasten in de
kerk verecnigd en ook dc bruidegom bevond
zich °'P z'j11 post, maar de lbruid liet zich
vachten. Eerst dacht men aan een vergissing,
en de bruidegom zelf gaf al aarzelend toe, dat
hij wellicht een verkeerd uur aan de bruid had
opgegeven, maar toen men na een langen tijd
van wachten nog altijd geen bruid zag ver
schijnen, werden boodschaippers uitgezonden
naar de woning van lord Liverpool.
Die boodschappers kwamen bleek en ontdaan
terug: de bruid was des morgens uitgegaan en
was niet teruggekeerd. Langzaam verspreidden
zich (oen de teleurgestelde bruiloftsgasten, be
grijpende, dat er nu wel niets meer van het
huwelijk zou komen. En toen allen reeds lang
weer huiswaarts waren getrokken, was de bruid
nog altijcl zoek. Lady Constance Foljambe is
verdwenen.
Er doet een stalltje in de Pers de ron'dte
waaruit blijken moet, dat de Recihtsche Kaï-
merleden H'uh taak' niet nauwgezet' opvatten,
gezien' h'et groote absenteïsme, dat onder
ben' Voorkomt.
De „Nieuwe TilE. Courant" h'eVat een ar
tikeltje v'ah „Een ingewijde", waarin ver
klaring Van' een 'etf ahder gegev'eU word'E
Een Kamerlid', 'die zijn' taak' goed begrijpt,
zegt h'et blad, moet Mn zijn district' wo
nen en werk'en", maar.... dan k'ömt een" der
groote 'oörz'aketf Van 't absenteïsme .-., 't geld'.
Iedere reis naar Den Haag kost aan Ken,
'die wat' Veraf wonen, minstens f 10.moot
men overblijven dan wordt-' dit inclusief
lunch', diner etc. etc. f 15.—. Reken nu eens
uit, wat een' Kamerlid betalen moet, indien
hij naar behooren zijne taak' moet vervullen.
100 openbare vergaderingen', 50 a GO sectie
vergaderingen, 30 a 40 vergaderingen voor
diverse commissies; men kan tezamen' reke
nen op plm. 200 dagen in het jaar.
En wat daar nog bij komt aan ontributies
enz. enz.
Niet heel lang geleden was er kans, 'dat
Kamerleden vrijkaarten per sp-o-or zouden
ontvangen;
Doch. de gefortuneerde HaagseKehoeren
waren er tegen. Zoo kwamen de vrijkaarten
niet en dit nu is een der gronden van het
absenteïsme.
„[Wie verschaft raad in deze delicate kwes
tie?" vraagt genoemde „Ingewijde",
DE VROUWi IN
WATERSCHAPSBESTUREN.
De op 29 November 1910 door de Prov.
Staten vain Utrecht benoemde commissie
heeft rapport- uitgebracht over h'et ontwerp
besluit van Ged. Staten van dait gewest Mei-
vaststelling gemeenschappelijk met de Sta
ten van Noord-Hol land, ven een nieuw
reglement Voor het Hoogheemraadschap Van
Zeeburg en Diemerdijk.
Men herinnert zich 'de kwestie.
Ged. Staten van Noord-Holland waren zei
ven ook niet voor de benoembaarheid der
vrouw in waterschapsbesturen, doch hunne
Prov. Staten spraken er zich zeer béslist vóór
uit. Ged. Staten vaat Utrecht, die beslist
tegen de benoembaarheid der vrouw in wa
terschapsbesturen zijn en dus eene redactie
van bet betrokken artikel niet in denzelf
den geest wilden opstellen als Ged. Staten
van Noord-Holland no-odzakelijk alehtten,
richtten zich tot Dijkgraaf en Hoogheemra
den van Z-eebrug en Diemerdijk', om' hun
gevoelen over de kwestie te hooren. Dit
Hoogheemraadschap achtte echter ook de ver
kiesbaarheid der vrouw in waterschapsbestu
ren alleszins ongewensebt. Daarom hand
haafden Ged. Staten de redactie van net
betreffende* artikel, dat de benoembaarheid
der vrouw uitsluit. De ctommissie uit Prov.
Staten van Utrecht- bovengenoemd', uit zich'
nu in haar rapport als vólgt
„De minderheid der commissie wenseht in'
den 2en regel liet woord „mannelijke" te
doeii vervallen en in verband daarmede m
den la.at'sten regel van artikel 8 in' plaats
Van de woorden „Van de vrouw" t's lezen „van
hem of haar."
Zij meent, dat er geen aanleiding bestaat
voor een volstrekt verbód om vrouwen te
benoemen of te verkiezen en begiijpt niet,
waarom wel ongeschikte mannen ma;ar niet
geschikte vrouwen mogen ben'oenid cf ge
kozen worden.
Blijkt het, dat vrouwen niet geschikt "zpn,
dan zal men ze ook' niet benoemen of kie
zen'tis billijk', dit te vertrouwen, daar men
ook vertrouwt dat- ongeschikte mannen niet
zullen benoemd of gekozen worden.
Indien men de stelling- aanvaardt, dat het
bestuur van het Hoogheemraadschap het
beste over deze aangelegenheid kan oordei-
len, moet dit niet- alleen gelden v'oo-r bet
tegenwoordige bestuur maar cok' voor op
volgende besturen, welke men intusschen'
door het verbod van vrouwen te benoemen
of te kiezen, niet meer vrijlaat in deze' te
bandelen zooals zij /iet 't best achten.
Dat in de praktijk eene vrouw niet ge
schikt zóu zijn voor deze ambten, tó nog
nimmer gebleken; Van ondervinding kan
eerst gesproken worden, zoo eenmaal eene
vrouw benoemd of geköz'en is. In Noord-
Holland acht men haar wel geschikt voor
bekleeding dezer ambten, ook in liet regle
ment voor den polder Kortenhoef en in dat
voor de Geldersche en Sticbtsche Venen,
beide met medewerking van de Staten van
Utrecht tot stand gekomen, sluit men haar
niet uit. 1 1
De meerderheid der commissie v'ereenigt
zich met de lezing Voorgesteld 'door Ged.
Staten van Utrecht-
Zij is van oordeel, dat' eene vrouw nim
mer geschikt kan' zijn" voor de hier "ge
noemde ambten; men denke sléchts aan öri-
tiek'e momenten' v'oor de dijken.
Door hier hef woord ..mannelijke" te
schrappen, zóu door de Staten uit.gespfo-
wörden, dat zij in beginsel vrouwen' Voor
deze ambten geschikt achten".
Het niet uitsluiten van ongeschikte man
nen is geen' kwestie van Vertrouwen", maar
een' gevolg Van de_ onmogelijkheid dm' dé
grens tussehen geschikte en ongeschikte man
nen aan' te géven.
Ook' is het bestuur van lief [Waterschap
tegen het toelaten van" -vrouwen' en dit kan
toeh het best beoordeelen aan welke eisohen
voldaan moet worden om de bedoelde amb
ten goed te kunnen" waarnemen."
Ten slotte wordt er aan herinnerd, dat
door de Staten van Utrecht, in de laatste
jaren tweemaal (in 1904 met 27 tegen 7 en
in 1907 met 32 tegen 7 stemmen) is uitge
maakt, dat zij geen vrouwen in waterschaps
besturen of als secretaris of penningmees
ter wens'ehen.
ONBESTELBARE STUKKEN.
Gedurende de-2c helft der maand Juni 1911.
Binnenland.
Brieven: Mevr. S. Bell, Mad. van Lennep,
mej. A. Lorie, allen te Amsterdam; v. Hagen,
Bloemendaal; B. Bakker, mej. W. Luuppi, Den
Haag; J. H. Smit, mej. B. Koster, W. Wernis-
so, T. Schippers, mej. J. Tichelaar, allen te
HaarlemTrammaatschappij, Haarlemmer
meerJ. Koster, Den Helder; Douairière Ba-
ronese Lansinck, Nijmegen; A. Meilink, Over-
veen, A. J. O. Han, Rotterdam.
Briefkaarten: J. J. Schouten, Alkmaar; mej.
W. Westendorp, A. H. Meniven M. Wulp, mej.
C. Bolle, L. v. Ravestein. J. Keesje, J. de Lan
ge, allen te Amsterdam; mej. H. Westra, mej.
v. Broeklioff, H. Rokers, H. Plonse, allen Den
Haag; Yoermans, Kraaijenoort, mej. Roest,
mej. Roest, V. Degenaar, mej. v. d. Vegte, mej.
J. Eijlc, T. Veenendaal, P. Stienstra, llen te
Haarlem; P. G. Ghijs, Oudenaal; mej. A. van
Bakkerijen, M. Hellemans, mej. J. Seheuer van
d. Hinte, allen Rotterdam; M. Korter, Vlaar-
dingen; mej. Tr. Roos, Zaandam.
Buitenland.
Brieven: P. Bier, Californië; mej. Haak,
Duitschland; C. de Haan, Hannover; A. An-
kersmit, Memphis, Prins Plemp, Wiesbaden.
Briefkaarten: Jack v. d. Kamp, Aalborg; Th.
Yooges, Antwerpen; G. Schipper, Frankfort a.
Main; mevr. Dalsum Fontein, Rome; O. v. d.
Gevel, Westfalen.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug t e bekomen'J. J. f en Dam', Adr.
Loosjesstraat 19; een portemonnaie niet in
bond; H. Bernhardt, Parklaan 46 een fiets
pomp; [Wl Krappelhof, Glasblazerstraat 25,
een horlogeketting: A. [Wildschut KI, Hout
straat 116, een ceintuurHet bureau Gemeen
tereiniging een doek[W. Veenhaven Frans
Halsstraat 5, een zakschaartjeJ. H. RéeS,
Burgwal 81, een rozenkrans; S. Boogaard,
Spaarnwouderstraa.t 9, een duimstokU.
Mooij, Gasthuisstraat 12, een portemonnaie;
S. L. Piers Pa,tientiestraat 22, een tasch met
inhoud: ]H. Knijnberg, [Westergrayht 13, een
bondH. Aaiung Ruysdaelstra-af. 20, een
muziekboek; M. van jW.averen, Lombard-
steeg 2, een Engelsehe spraakkunst; M. C.
van Veen, Zijlstraat 96, een damesiasehje
Ml Oxener, Jansteenstraat 43, een portemon
naie met inhoud.
Del zevenj'arigo Heiligdomsvaart te Tongeren.
Da kerken van Tongeren, Maastricht en Aken
bezitten elk, sedert vele eeuwen, een grooten
Relieken-,ceha!.
Door het groot getal en de verscheidenheid
zijner kunstwerken, is die van Tongeren de
rijkste
Ieder jaar, in elk dier steden, hejeft de pu
blieke tentoonstelling van den H. Schat plaats.
Vóór de Franscho revolutie trok do Heilig
domsvaart drommen van bedevaarders naar Ton
geren ,niet alleen uit alle steden van ons land,
maar, ook uit Noord-Nederland en de Ger
maansdie Staten. Ook de kantons van Zwitser
land zonden. bedevaarten naar dé eerste kerk,
aan deze zzijde der. Alpen, aan O. L'. V, toege
wijd.
Dank' aan den Z. E, kanunnik Peeters, e'efe-
deken der stad, werden deze feesten heringe
richt in 1890, na eene opschorsing van heel
eene eeuw. i
Dat jaar werd het getal bedevaarders opmeer
dan 20 duizend geschat en in 1904 waren er
reeds meer dan 40 duizend. Dit getal zal mer
kelijk' overtroffen worden dit jaar.
Heel de stad geeft en werkt voor het wol-
gelukken va,n de Heiligdomsvaart. De straten
zullen rijk en schoon versierd zijn, zoo waar
dig mogelijk van dien majeslalisehen ommegang.
Meer dan 200 priesters treden er ia op. Hon
derd vijftig dezer zullen gekleed zijn met de
aloude kerkgewaden van ovcrgrco'tc waarde, en
allen dragen reliekenhonders van alle soort en
vormen van onovcrlre-'barcn rijkdom door hun
nen oorsprong, hunne oudheid en hun kunst
werk, maar vooral door de onwaardeerbare
waarde, die deze Schot van II.H. Relieken voor
d-e ziel der geloovigen heeft.
Die godsdienstige stoet is de weergave san
de zevenjarige ommegangen der vroegere eeuwen.
Deze hernieuwing onzer kerkelijke feesten z-1
dit jaar nog trouwer wezen.
De E. H. J. Paquay, een onzer verdienste
lijkste oudheidkundigen, heeft de oude gebeden
en aanroepingen reeds in voege lang vóór 1664
bij de Heiligdom vaar', teruggezocht en terugge
vonden. Vanaf dit jaar zullen zij opnieuw in
gebruik zijn.
Het mirakuleus beeld van O. L. V. van Ton
geren dagteekent van den tijd der kruistochten.
Hei werd verguld in 1388. Vóór dat beeld gingen
de kruisvaarders, vertrekkende naar 't Hei!ig
Land, de bescherming der H. Maagd afsmeeken.
De Schat bevat een re'.ickenkoffertje, met de
wapens van Frankrijk en Casiilië versierd, aan
de kerk van Tongeren gegeven door den H. Lo-
dewijk, koning van Frankrijk.
Verschillende kostbare relieken werden recht
streeks naar Tongeren, jgebrrcht uit het H. Land.
Alle deze kostbare geschenken van ridders en
bisschoppen, van prinsen en koningen, waren
opgesierd met meesterwerken der goudsmee-
kunst c.n edelgesteenten.
Gedurende de feesten wordt er een gids met
150 prenten ,in twee kleuren gedrukt. In dit
werk van den eerw. heer J. Paquay vindt men
do beschrijving van de rijkdommen der kerk
van. Tongeren.
De ge'oovigen kunnen deze relieken, vereeren
en bewonderen in de zevenjarige feesten.
Zeer groot zal het gelal Christenen zijn, die
zich dezer dag-en naar de oudste stad van het
land zullen begeven, om er de H. Relieken te
vereeren van den Zaligmaker en Zijne Moeder,
de gebeenderen der Apostelen, der Belijders en
der Martelaren.
Veile speciale treinen en trams zullen er loo-
pen die dagen.
Ingeschreven3 timmerlieden. 1 machi
nale houtbewerkers, 1 wagenmakers, 2 meu
belmakers, 1 modelmakers, 3 metselaars, 5
opperlieden, 1 stneadoors, 2 witters, 3 ma
chinebankwerkers, 1 monteurB, 7 grofbank-
werkers, 1 metaaldraaiers 3 vuurwerkers, 2
ketelmakers, 4 burgersmeden, 3 machinisten-
6 stokers, 4 electriciens, 1 instrumentmakers,
2 koperbank werkers, 1 koperslagers, 3 lood
gieters, 2 schoenmakers, 1 zadelmakers, 3
kleermakers, 5 schilders, 1 behangers, 1
stoffeerders, 2 bloemisten, 2 tuinlieden, 6
grondwerkers, 3 bakkers, 1 banketbakkers 1
slagers, 2 kruideniersbedienden, 1 kellners-
9 magazijnknechts. 11 loopknechts, 3 huis
knechts, 1 sigarenmakers, 4 kantoorbedien
den, 1 boekdrukkers, 1 letterzetters, 1 lithogra-
fsn 1 binders, 14 losse werklieden. 1
dienstboden, 9 werksters, 2 naaisters 4 kook
sters, 2 huishoudsters, 5 vrouwelijke kantoor
bedienden, 4 koetiiers en voerlieden. 1 boe
renarbeider.
in 24 uurj
Plaat6en
u
XI
Amsterdam
icoe. 1 laag j
Lobit
Nijmegen
Arnhem
Vreeswijk
Kampen
Grave
StAndr.Maas
Keenlu
11.17
8,82
8,82
L62
0.01
5,49
1.75
38.68
0.—
0.-
0.—
0.—
0.—
0,-
0.-
0,-
0.06
0.04
0.04
0.02
0.17
0.—
0.05
0,03
Kanaalw,
8 u. 0,36 MAP
12u, 0,36
Stads water.
8u 0,35 MAP.
12 u[086
Zuiderzeew.
8u.0,10 MAP
99
(Naar het Fransch)
37).
Hij zocht in zijn geneugen nnar eeu gebed,
(lat hij vroeger bad en begon:
„Gedenk, o allergoedertierenclste Maagd
Maria".
Vreemd! de woorden kwamen als vanzelf
pvor zijn lippen, hij sprak ze met aandacht
cn langzaam uit.
Gedenk.... dat het nooit gehoord i6, dat
Iemand, die tot U zijn toevlucht namver-
la! en is geworden".
Do Moeder van Barmhartigheid zou ook
hein dus niet verstooten, hoe ongelukkig hij
5ok was.
„ik kom t°t Jl, zuchtend onder het gewicht
mijner zonden
Ach, wat was die last zwaar en ondrage
lijk, die last, dien hij nu reeds zeven-en-twin-
|ig jaar droeg!
„Versnaad mijne gebeden niet.... maar
gewaardir xi ze te verhooren".
Komaail ja,.liij had vertrouwen. En als
ccii weldoaule dauw daalde clat vertrouwen
neder op tb dorre aarde van zijne ziel.
Jiulic vod de een traan langs zijn wang
biggelen en verwonderde zich erover. Sinds,
Jarig had hij te zoetheid niet ondervonden te j
kunnen wecnn
De kalmte keerde weer op zijn verbijsterde
trekken.
Hij stond op. De kaars was bijna gebeel op
gebrand. Hij doopte de pen in de inkt en op
de laatste bladzijde van bet schrift, de eenige
die nog onbeschreven was, scheef hij vlug
enkele regels.
VIII.
De sluier wordt weggenomen.
Madeleine had de beurt om bij Guy te wa
ken. De dames waren zeer vermoeid. Ter-
aaiï1'1)113 ??et diner drong Madeleine er op
SiVl ?iU rus^ z°nden gaan nemen.
ongeval was hare verhouding
r'i-o dvnpf)i?eiWurd,en* ®en gemeenschappe-
i a? tussehen haar een keten
gesmeed, sterker dim een samenwonen gedu
rende vele jaren dit zou vermogen. Madelei
ne was als een dochter voor deze arme vrou
wen, die getroffen waren m hetgeen haar het
dierbaarste was én de twee zusters vonden
een troost in deze waaraehtige en groote
sympathie.
Judieaël was enkele oogenblikken te voren
binnengekomen, hij boog zieh over bet bed
en zei de:
Ik zal doen, wat ge wiltmaar wat ge
ook moogt meenen, mijn geliefde, kleine mees
ter, heb ten minste medelijden met den ar
men Judic.
Het kind lachte met bijna engelachtigen
glimlach en terwijl de opzichter langs Made
leine ging, zeide hij:
Kijk dit handschrift eens in, juffrouw.
Ik zal het u morgen terugvragen.
Toen ging hij heen en Bet op de tafel een
in bruin liunen ingebonden schrift liggen.
•Toen zij alleen was, rangschikte Madeleine
in stilte de voorwerpen, die zij gedurende den
nacht noodig zou kunnen hebben, plaatste de
lamp zoo, dat het licht ervan den kleinen
zieke niet zou hinderen en toen zij zag, dat
hij ingeslapen was, ging zij bij de tafel zitten.
Het linnen schrift trok haar onweerstaan
baar aan. Judieaël had gezegd: „Ik zal het u
morgen terugvragen'. En daarbij... zij was
een dochter van Eva..,. Eet geheimzinnige
oefende een bijzondere aantrekkingskracht
op haar uit.
Zij deed het schrift open. Het tweede ge
deelte was de hand van Judic, het schrift
van het eerste stuk was haar onbekend. Dit
handschrift was van zeer ouden datum en
de inkt was verbleekt. Reeds hij de eerste
regels groeide haar belangstelling aan.
Zij had daar voor zich een dagboek, ge
schreven door den heer de Loriaquez, den
ouden geleerde, over wien Fantik haar ge
sproken had.
V/ij zullen er slechts die uittreksels uit ge
ven, die noodig zijn om eenig licht te werpen
over de gebeurtenissen in dit verhaal aan
gestipt.
De Meeuwentoren, 15 December 18!...
Vrijwillig hier opgesloten met het doel om
den Put der Schatten te ontdekken, kreeg ik
den inval mijn dagboek te schrijven. Hoe
meer ik mij in deze gedachte verdiepte, des
te heter vind ik die. Ziehier waarom. Het is
mogelijk, dat ik hii mijne onderzoekingen het
j slachtoffer wordt van mijn stoutmoedig
heid. De middeleeuwsche kelders en onder-
aardsche verblijven bevatten gewoonlijk een
of ander geheim, min of meer gevaarlijk voor
dengene, die het schond.
Het is mogelijk, dat op een of anderen dag
een trap zieh onder mijn schreden opent,
zoodat ik in een of ander hol val, dat ik ver
dwijn, zonder eenig spoor na te laten, terwijl
ik ook kan worden blootgesteld aan den af
schuwelij ksten dood: den hongerdood.
Voordat ik den Toren inging, heb ik deze
mogelijkheden voorzien en mijne voorzorgen
genomen, zoo geestelijke als tijdelijke. Dat
wil zeggen, ik heb mijn testament gemaakt,
waarhij ik al mijne goederen, roerende en
onroerende, vermaak aan mijn neef en peete
kind Gildas van Kerbanhir. Daarna hob ik
een generale biecht gesproken en gecommu
niceerd alsof het de laatste maal van mijn
leven was.
Ik ben er dus op gewapend, zooals onze
zeelui zeggen. Toch doet de gedachte aan
zulk een dood als bovenvermeld mij nu en
dan huiveren.
Ik wil wel van mijn leven genieten, maar
niet met de onbezorgdheid van een kind.
Ik zal dus dag aan dag de voorvallen aan-
teekenen, die afwisseling brengen in de een
tonigheid van mijn gevangenschap en met
zorg zal ik de aanwijzingen opteekenen, die
ik verzameld heb betreffende het onderwerp,
dat mij bezig houdt. In het geval, dat ik
mocht verdwijnen, zal dit handschrift mis
schien nuttige aanwijzingen geven voor hen,
die mij zoeken.
20 December.
Het is nu de zesde dag van mijn gevangen
schap. Niets te noteereuDit dagboek
zal, denk ik, weinig bladzijden beslaan.
22 December.
Heden is het Zondag, ik beu uit geweest
naar de H. Mis. De goede menschen kijken
me erg nieuwsgierig aan, alsof ik een bui
tengewoon wezen ben. Als ik in den Toren
om het leven kom, zal de volksverbeelding
waarschijnlijk een legende vervaardigen,
waarvan ik de held hen.
Komaan! ik wil wel geschiedenissen
verschaffen om de avonden te bekorten.
Ilc vertelde het aan den markies, dien ik
uit de kerk ontmoette. Hij heeft erg om mijn
idee gelachen, maar do markiezin huiverde
en smeekte mij mijne onderzoekingen te sta
ken of tenminste een bediende bij mij te ne
men.
Ik heb dit krachtig geweigerd. Het zon wel
moeilijk zijn te wijken voor den krach tigen
aandrang Vvan een familie, die mij den last
wil bezorgen van een bediende.
Gode zij dank ben ik gewoon bet zonder die
hindernissen te kunnen stellen en ik zal dit
volhouden, zoolang ilc het gebruik van al
mijn leden nog niet verloren heb. Mijn arme
nicht was geheel buiten ziehzelve en slaakte
hartverscheurende zuchten. Om ze niet meer
te hooren, ben ik, begeleid door Gildas, naar
mijn kluis teruggegaan. Voor hem heb ik een
uitzondering gemaakt; hij kan bij dag en hij
nacht mi? komen bezoeken.
d®ordt vervolgd.)