De zwarte Bedelaar.
negens
Afleer arbeid, heoger loon
Zal door het tarief de invoer
verminderen
BUITENLAND.
BINNENLAND.
oenen.
Au Ben üai*©lhé
Haarlem—Brussel.
HandfsGhoBnest*
"SlïïrSbïïdf» de bevolking', h.e
denken de arbeiders over deze „schaduw
S3
FEUILLETON
NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT TS,
|Nu wij dagelijks in' einze groc-te dagbladen
(Bezig worden gehouden met uitvoerige mede-
Jdieelingen, adressen en verslagen van verga,-
Öermgen, allen ten bewijze hoe verschrikke
lijk do gevolgen zijn van de voorgestelde
.Verhooging van ons Tarief, is het misschien
Sliet overbodig bet volgende mede te dealen,
Hat wij aan. de uitgaven der iariefvereen
^In^zekere streek van Gelderland bestaat
kinds jaren eene vrij uitgebreide Industrie,
met goede finaneieele uitkomsten. Er wor
den go-ede loonen betaald, er is overal eene
"zekere mate van welvaart, de bevolking
neemt toe, ook door aanwas van elders.
Niet uitsluitend mét het oog op ..onze ko
mende Ta,rietherziening, maar toch ook om
dat .daarmede rekening wordt gehouden, heeft
zich onlangs in die streek een combinatie
'gevormd, om eene nieuwe fabriek op te rich
ten.
De heeren vrijhandelaars zullen zeggen,
dat liet „dreigend gevaar" hier reeds zijn
Zii allen zijn er uitermate mee tevreden.
Vóór er n.o!g een énkele steen van de nieu
we fabriek gelegd was, gaf het feit alleen,
dat tot de oprichting was besloten, en er
toekomstig personeel en arbeiders werden
aangenomen, tot loonsverhooging op bestaan
de fabrieken aanleiding.
Hen verzekert bovendien, dat eene milde
re stemming tussehen patroons en arbeiders
éen goed gevolg is van de verschijning van
dezen nieuwen concurrent.
(Wat hier op kleine sethaul gebéurde, cn
nu reeds voor deze omgeving goede gevol
gen lieeft: meer productie van onze eigen
nijverheid, honger loon voor de arbeiders,
meer welstand bij de neringdoenden, zal over
al giezien worden in ons Vaderland, als hét
Tarief, onder dé werking1 waarvan nu reeds
onze groote Havensteden bloeien, herzien en
verhoogd wordt, mede ten hate van onze
'eigen nijverheid en handel.;
Toen het Tariefontwerp Harte werd inge
diend, waarbij de rechten op zeep werden
Verhoogd, kocht een der grootste zeepfabrie
ken in Europa! voor ongeveer anderhalve
ton gouds een terrein van omstreeks 15 Heek
aren, gelegen aan den (Waterweg van Rot
terdam naar Zee, tot het stichten van eene
model zeepfabriek op reusachtige schaal, ten
teinde Nederland en 'de daarmede door directe
Vervoermiddelen verbonden landen Van liare
keep te voorzien. Die firma deelde blijkbaar
niet het gevoelen der z.g. vrijhandelaren,
löat de prijs van .de zeep in Nederland mét
|het bedrag van het recht zou worden ver-
ihoogd én dat zij dus eenvoudig haren prijs
jinet het recht koin vernoegen en toch Jron
blijven leveren.
Het wa's wel een reuzen-firma, maai' vol
gens de z.g. vrijhandelaren had zij blijkbaar
(geen verstand van zaken en geen begrip vian
'de factoren die een fabrikant den prijs v;an
[zijn product doen vaststellen
H'oe dit zij, deze, volgens het oordeel der
(z.g. vrijhandelaren kortzichtige, doch vol-
(gens ons oordeel zeer verstandige firma,
jwenschte vermoedelijk zich zelf in staat te
istellen zonder eenige betaling van' rechten,
idus ook zonder betaling van het huidige
(invoerrecht op .zeep, de Nederlandsche af-
nemers te kunnen bedienen.
Het terrein werd opgehoogd, van bazalt
q001')n 8' vcorz ien, enz. De betrokken No
KSSfcrf" Gc"»WHtebesturen werden uit-
jgenoodigd om in het buitenland de bestaan
de zeepfabrieken te komen zien, teneinde
kreh een oordeel te kunnen vormen omtrent
hetgeen de firma praesteerde en omtrent de
(reuzenplannen, die zij op Neder! andsch
(grondgebied voornemens was te verwezen
lijken. Honderden bij honderden werklieden
'zouden arbeid vinden, een grootsche export-
Ijiijverheid zou worden opgericht.
Maar.het Tarief Harte kwam niet.
De fabriek werd niet opgericht.
(Wat in het belang van Nederland zou
[geweest zijn, veel werk en goedkoope zfeep,
bleef uik
Ongeveer een half millioen ligt daar ren-
heloos en zonder opbrengst van eenige bé-
fteekenis. i i
Het anders te verdienen werkloon wordt
niet aan de Nederlandsche arbeiders uitbe
taald.
En van de door de firma in" Nederland in
groote hoeveelheid ingevoerde zeep, betalen
volgens de z.g. vrijhandelaars de Nederland
sche verbruikers nog steeds de invoerrechten,
die volgens het huidige tarief daarvan hij
invoer verschuldigd zijn.
Men ziet hieruit hoe de verbruikers door
de z.g. vrijhandelaars quasi worden gehol
pen, doch feitelijk worden benadeeld.
Doch dit voorbeeld leert ons nog meer.
Het werpt een schel licht op nog' andere
dwaze beweringen der z.g. vrijhandelaars.
Door de invoerrechten zullen de invoeren
verminderen, roepen zijen op die verminde
ring van den invoer is zelfs hun kreupele
theorie geheel gebouwd.
Daardoor zal andere arbeid worden stilge
zet, beweren zij.
Geen export industrie zal meer kunnen
bestaan, heet het.
Hoe staat het nu met die onmogélijkma-
king! van den export, die stilzetting van den
arbeid, die vermindering' van den invoer? i
Alleen reeds hét uitzicht op het tot stand
komen van het tarief deed het plan voor de
export industrie rijpen.
Alleen reeds de indiening ,van liet tarief
bezorgde den Nederlandscben ingezetenen een
groot deel. v'ah hét halve millioen, dat werd
vastgelegd in het terrein en waarvan ook een
niet onbelangrijk deel arbeidsloon was.
(Maar wat werd jal niet èen haeveelheid_ m'ai-
teriaal, bijvoorbeeld bazalt, uit het buiten
land meer ingevoerd dan anders het geval
zou geweest zijn.
Vermeerdering van invoer dus.
En wanneer de'fabriek was tot stand „geko-
men, wat zouden niet groote hoeveelheden
materialen van allerlei aard eri_ machinerieën
Voor den bouw dier fabriek zijn ingevoerd.
Alweer meer invoer dan vroeger dus
En wanneer die fabriek in werking was ge
komen en Nederland een in het groot expor-
beérende fabriek rijker was geworden, wat
zouden niet jaarlijks ontzaggelijke noeveel-
heden grondstoffen en hulpmiddelen' uit het
(buitenland moeten worden aangevoerd.
Ook hier dus vermeerdering van invoeren
En dan zégt men dat de invoer van een
land, dat beschermende invoerrechten ga(a,t
heffen, noodzakelijk moet verminderen
Het is inderdaad te gek'.
En op dergelijke dwaze quasi theoretische
beschouwingen wordt hét tarief b'eoordeeld
en afgekeurd.
Agadir.
De zending van een Duitsch oorlogsvaar
tuig naar Agadir heeft den naam dezer Ma-
rokkaansche kustplaats op zeer veler lippen
gebracht. Voor enkele jaren werd de bezet
ting door de Franschen van het meer noor
delijk gelegen stadje Casablanca oorzaak van
scherpe internationale wrijving, nu heeft het
optreden der Duitschers wederom groot op
zien gebaard en aanvankelijk spanning ver
oorzaakt.
Agadir verkrijgt op die wijze een bekend
heid, die wel bedenkelijk is. Ware het maar
in de schemering der onbekendheid gebleviSï,
zoo is men nu geneigd te oordeelen. Geogra
fen wisten bet op de kaart te vinden en his
torici herinnerden zich, dat het stadje vroe
ger wel eens een wat meer beteekenende rol
had gespeeld. Maar ook dezen zullen wel
nooit vermoed hebben, dat 'tnog eens een
gewichtig oord zou worden voor de geschie
denis der Europeesehe mogendheden.
Nu komen er toch wel enkele gegevens los
en deze onderrichten dat het plaatsje met
zijn nauwelijks 1000 inwoners toch niet ge
heel onbelangrijk is. Allereerst toch blijkt de
haven niet zonder waarde te zijn. De overi
gens zoo moeilijk genaakbare Marokkaan
se!! e kust is bij Agadir te bereiken. Niet meer
dan 30 Meter nit de kustlijn heeft de zee een
diepte van 15 meter, een ligplaats voor groote
schepen zal er dus wel te maken zijn, al heeft
men er dan ook nog te doen met een geheel
open reede die voor stormen geen beschcr*-
ming biedt.
hst op een voorgebergte van
Tru df maar iets in zee uitloopend.
BU de Marokkanen geldt het voor een sterke
vesting, o iingd als ze is door een sterken
muur met slechts een enkele poort en bewa
pend met heusche kanonnen. Markies de Se-
gonzac, die re voor een tiental jaren ecu tijd
lang vertoelde, ueelt m de Fransehe bladen
mee, dat die heele bewapening toen bestond
nit een 10-tal kanonnen oud-mode), op hou
ten onderstellen. De ijzeren monden kijken
grimmig door schietgaten naar buiten, doch
als men de kanonnen gebruiken ging, zouden
ze wellicht minstens even gevaarlijk zijn voor
de bedienende manschappen als voor het doel,
waarop gericht werd.
Zuidwaarts, onmiddellijk bij de reede, ligt
bet dorpje Fnrni. 't Bestaat uit wat armoedi
ge visschershutten, benevens een groot wit
gebouw, dat er op gesticht werd voor douane
posthuis. Veel hebben de tolgaarders er ech
ter niet te doen, slechts zelden verschijnt er
een schip op de reede. Toch zou Agadir, zoo
meent de Segonzae, als handelsplaats wel een
toekomst kunnen hebben. Werd het eenmaal
in het wereldverkeer betrokken, dan zou Mo-
gador spoedig als havenplaats voor het land
schap Souss en voor het verdere achterland
verdrongen worden. Behalve zuidvruchten,
huiden en olie, levert dat landschap ook ko
per en graan. Voor uitgebreider handelsver
keer zou er dus wel reden bestaan en dan
ligt Agadir belangrijk gunstiger dan het
slechts met moeite over de uitloopers van het
Atlasgebergte te bereiken Mogador.
Indertijd heeft Agadir ook belangrijker ver
keer gehad. Het stadje is omstreeks 1500 dooi
de Portugeezen gesticht, doch hun kolonie
viel in 1536 weer in handen der Marokkanen.
Lafer zijn er nog weer eens gunstiger tijden
geweest. Het is wel zeker, dat ook de Neder
landers er handelsverbintenissen hebben ge
had; uit dien tijd moet dan dagteekenen een
opschrift, dat nu nog in de poort te Agadir
is te vinden en dat (als curiosum in 't Moor-
sche land!) inhoudt: „Vreest God ende eert
den Koning 1746".
Destijds heette Agadir bij de bevolking van
het binnenland Bah es Sudon, dat wil zeggen
de poort van Soedan. Karavaanwegen kwa
men er samen tot uit het verre binnenland en
de handel bracht er bloei en welvaart. Even
wel, de Marokkaansclie Sultan werd op die
welvaart naijverig, misschien ook wel be
vreesd voor den invloed, die er mee samen
ging. Hij liet Agadir belegeren en na de in
name der stad werd de koopmansbevolking
kalmweg overgebracht naar het enkele dag
reizen noordelijker liggende Mogador.
Nog dieper het binnenland in, geheel zuid
waarts in het Saharagebied, ligt de zeer uit
gestrekte oase Draa. Het land wordt er be
sproeid door de gelijknamige rivier, die_ op
de zuidelijke helling van de Atlassneeuwber
gen mi t springt.
An^eze streken zijn van nit Agadir zonder
groote moeilijkheden te bereiken. De kara
vaanwegen vormen dan verder een verbin
ding met het binnenland en nu reeds worden
er op de markten van Tomboctoe, ja zelfs
aan het Tsjadmeer, in het hart van Soedan
dus en in de zuidoostelijk van de Nigerrivier
gelegen gewesten, koperwerken uit Taroe-
dant aangetroffen.
Voor een sterken staat, die het verkeer wil
en kan beschermen, zal dus Agadir geen on-
beteekenend bezit kunnen zijn. Wie de haven
en het achterland-heeft, schuift als 't ware
een wig tussehen de Fransehe bezittingen in
Noord- en West-Afrika. Dit verklaart wel de
prikkelbaarheid der Franseben, nn de Duit
schers een hand naar Agadir hebben uitge
stoken.
VOLKSZANG OP DEN KATHOLIEKENDAG.
Door den Secretaris van het Hoofdbestuur
der R.K. Vereeniging voor Volkszang in het bis
dom Haarlem is tot den voorzitter van den te
Amsterdam te houden Katholiekendag, Mr. E.
v. d. Bogaerdt aldaar het verzoek gericht dien
dag dienstbaar te maken aan den R.K. Volks
zang door op de Algemeene vergadering eenige
liederen uit „de Leeuwerik" te doen zingen.
Op dit verzoek mocht het hoofdbestuur der
vereeniging voor Volkszang een gunsfig antwoord
ontvangen, terwijl het comité van voorbereiding
voor den Katholiekendag zich evenwel de keuze
der liederen uit genoemden bundel voorbehield.
Zoo gaan wij dus den goeden weg op: op deze
manier wordende mooie volksliedjes in ruimer
kring bekend en onder alle standen der maat
schappij gebracht, hetgeen zeker der vereeniging
en haar. sympathiek doel ten goede zal komen.
Onze Jantjes. In ecu artikel in „The Na
val and Military Record" van 12 Juli j.l. komt
in een artikel, getiteld: „International Fleetmen",
en geschreven naar aanleiding van de revue
te Spithead, o.a. het navolgende voor:
„cjonder twijfel waren zij, die het netste voor
komen hadden zoowel wat betreft de snit
der kleeding, als de wijze waarop die gedragen
werd, de Hollanders. De onderofficieren, met
zware gouden galons op de mouwen en andere
onderscheidingsteekenein, vielen zeer op, en de
korte jas, die zij droegen (een kleedingstuk,
dat voor de onderofficieren onzer eigen vloot
werd afgeschaft) verleende een bijzonder net
voorkomen.
De manschappén, gekleed in zeemansuniform,
dragen, evenals andere zeelieden van het vaste
land, het baaitjie, dat tot kort geleden ook het
groot-tenue onzer matrozen was, maar dat nu
eveneens is afgeschaft, en hoewel het zeker
eenige moeite kost, dit kleedingstuk in de be
perkte ruimte op een oorlogsschip in goeden
staat te houden, hebben manschappen, diehier-
gekleed zijn, een voorkomen, dat de serge kiel
of de serge trui niet kan verkenen.
Het voorkomen der Hollanders werd verder
nog daardoor verhoogd, dat de matrozenkraag
aan de voorzijde met wit is afgezet, wat een
bijzonder goeden indruk maakt.
Sommige der vertegenwoordigde naties waren
wat slordig gekleed en waar dit viel op te mer
ken, scheen het gepaard te gaan met een min
der streng in acht genomen discipline; het maak
te inderdaad den indruk, dat de best ge.kieede
manschappen behoorden tot de landen, die de
hoogste discipline in hun zeemacht handhaven."
En ten slotte:
„De indruk, gewekt bij hen, die zich .er op
toelegden het karakter, gedrag en houding van
de bemanningen der vreemde oorlogsschepen na
te gaan die alle aan wal vertegenwoordigd wa
ren, was hoogst gunstig.
Allen schenen zich er op loe te leggen-, een
goeden indruk te maken, en zich zoo te ge
dragen als tot eer van hun land kon strekken,
en volgens de meennig van ieder, die tot oor^
doelen bevoegd was, werd dit doel door de
gasten onzer natie geheel bereikt, zoodat "klis
ter werd bijgezet aan de belangwekkende ge
beurtenis, waaraan zij kwamen deelnemen, en
de eerste vlootrevue van koning George V er
des te opmerkelijker om werd."
Wat er, bij de spoorwegmaatschappijen omgaat.
Voor oningewijden in het spoorwegbedrijf is
het zeker wel eens interessant enkele cijfers
le hooien waaruit men kan zien, wélke reus
achtige ondernemingen onze beide groote spobr-
wegmaatschappijen, de Maatschappij tot Exploi
tatie van Staatsspoorwegen en de Ho-ilandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij, zijn, en welk een
enorme vlucht het spoorwegverkeer tegenwoor
dig heeft genomen.
De Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen, verder kortheidshalve S. S. ge
noemd, heeft een kapitaal van 18 millioen, ter
wijl de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maat
schappij verkort H. S. M. een aandelen
kapitaal van 221/2 millioen heeft. Deze kapitalen
zinken echter in het niet bij de reusachtige
geldleeningen, welke beide maatschappijen heb
ben aangegaan. De S. S. heelt bijna 102 millioen
geleend, terwijl de H. S. M. nog meer, n.l.
ruim 119 mib'ioen, opnam. Natuurlijk moet voor
die geldleen ingen een respectabel bedrag aan
rente betaald worden. De S.S. gaf hier in het
afgeloopen jaar ruim 3*/2 millioen gulden, terwij)
de rentelast der H. S. M. over de 4 millioen
heiiep.
(Voorloopig behoeft men zich echter niet on
gerust to maken, dat de spoorwegmaalscfaapr
pijen niet in. staat zullen zijn dien rentelast
te betalen, want als men ziet, dat de S. S. Ver
leden jaar bijna 34 millioen incasseerde, ter
wijl de H. M. bijna 26 millioen opstreek,
zal men begrijpen, dat men op 'n paar dui
zend gulden rente meer of minder niet behoeft
to letten.
Jn hoofdzaak zjjn het de reizigers, welke de
dubbeltjes aanbrengen, maar ook bij de sporen
snijdt het mes aan vete kanten, zoodat b.v. de
H. S. M. bijna honderd duizend gulden ontving
als opbrengst van afval der verschillende werk
plaatsen. 'n Kostbare afval schijnt ons dat te
zijn, H gaat echter ook blijkbaar hier, dat vele
kleintjes een groote maken.
Verleden jaar waren echter de opbrengsten
,b.ij de spoorwegen at bijzonder gunstig; beide
groote spoorwegmaatschappijen ontvingen ten
minste dat jaar ieder bijna D/a millioen meer
dan het voorafgaande jaar.
liet grootste aantal reizigers werd door de
H. S. M. .vervoerd, wat een gevolg is van het
enorm druk reizigersverkeer tussehen Amster
dam en Rotterdam. Voorat van de trajecten
AmsterdamZandvoort, 'Amsterdam Hilversum
en .RotterdamScheveningen wordt zeer veel-ge
bruik gemaakt. De H. S. M. vervoerde bijna 26
millioen reizigers abonnementen niet mede-
gerekend waarvan ruim 19 millioen 3e klas
reisden, 5 millioen reisden er 2e en 1 millioen
le klasse
De S. S. vervoerde bijna 17. millioen reizi
gers eveneens zonder de abonné's waar
van 12 millioen in de derde, 4 millioen inde
2e en de rest in de le klasse.
Met deze cijfers voor oogen zou men den*
ken, dat er veel was te zeggen voor het reeds
meermalen bij de spoorwegdebatten in de Ka
mer geopperde denkbeeld, om, evenals in
Duitschland een 4e klasse in te voeren.
De spoorwegmaatschappijen voelen echter voor
deze regeling bitier weinig, daar het ten eerste
extra kosten voor nieuw materieel zou meebren
gen en verder de bezetting der 4e klasse oor
zaak zou zijn, dat een groot aantal tweede
klasse reizigers voortaan 3e zouden reizen.
Dat de S. S. meer reizigers over groote af
standen vervoerd blijkt wel uit het feit, dat
iedere reiziger de H. S. M. gemiddeld opbracht
f 0.49 en de S.S. f 0.63.
!Wii men eens zien wat er op een druk sla
tion als het Centraalstation te Amsterdam te
doen is, dan geven de volgende interessante
cijfers hieromtrent eenig licht.
Van dat station vertrokken ia 1910 per H.
S. M. in binnenfandsch verkeer 1,823.496 reizi
gers, en naar het buitenland 67,843 reizigers,
terwijl er aankwamen 1,856,582 reizigers uit
plaatsen in Nederland en 58,(598 uit het buiten
land.
Bovendien vertrokken er met S. S. 107,897
reizigers in locaal verkeer en 23,939 in buiten-
landsch verkeer en kunnen we wel aannemen,
dat er nog eenzelfde aantal per S. S. arriveer
de zoodat er in totaal 4 millioen reizigers do
controle van dat station moesten passeeren.
Al die reizigers voerden tezamen neg met
zich 10.000 ton bagage, zoodat ook de sia-
tionskruiers een aardig vrachtje versjouwd heb
ben, daar hierbij nog niet gerekend is de gewone
handbagage, welke de reizigers mét zich in dc
coupé genomen hebben.
.Ook het Holt. Spoorstation in Den Haag mag,
wat reizigersvervoer betreft, meetellen, hier toch
werden bijna 3 millioen reizigers „behandeld."
Deze beide stations zijn ook de drukste sta
tions in ons land, aan de verrewegdrukste
lijnen gelegen. Zoo liepen er in 1910 tussehen
Amsterdam en Roosendaal ook naar Zand
voort, Scheveningen en Hoek van Holland ge
rekend 84.086 reizigerstreinen en voor hen
die vaak mopperen over te late aankomst van
treinen, diene, dat van die 84.000 er ruim
48.000 precies op tijd aankwamen, bij 2600 was
er een vertraging van 15 minute", hij 6300
was die vertraging van 510 minuten, terwijl
er ruim 3000 een nog grootcre vertraging had
den. Hiervan waren er 22 blijkbaar den ver
keerden weg opgegaan, ze kwamen 'tenminste
meer dan 'n uur te laat thuis.
Op zoo'n groot aantal treinen pleiten deze
cijfers, dunkt ons, nog al voor een vrij «ere
gelden dienst.
•Het grootste aantal abonnementen werd uit
gegeven door de H. S. M., en wel voornamelijk
traject-abonnementskaarten van de plaatsen in
de nabijheid van Amsterdam en Rotterdam naar
deze sleden toe. De H. S. M. gaf in totaal ruim
50 duizend abonnementen uit.
Het aantal abonnementen bij de S.S. is ons
niet bekend, maar bij deze maatschappij werd
weer een bijzonder groot gebruik gemaakt van
de bekende vacantiekaarlen en kilometerboekjes
Er werden bijna 600 duizend van dergelijke
kaarten en ruim 25 duizend kilometerboekjes
uitgegeven, wat resp. 11/4 millioen en ruim 3
millioen opbracht!
.Tegenover al die groote ontvangsten staan,
echter niet minder zware uilgaven, hoofdzake
lijk aan materieel en aan personeel. Beide maat
schappijen toch hebben een reusachtig perso-
soneel in dienst. De S.S. had op 31 Dcc. j.l.
20.169. personen in dienst en de H. S. M. op
dienzelfden datum 12,662, tezamen dus ruim
dertig duizend menschen, zoowat de bevolking
van een provinciestad derhalve.
De H. S. M. betaalde aan dat personeel on
geveer 8 miliioen salaris uit, terwijl de S. S.
ongeveer 11 millioen hiervoor uitgaf. Verge
lijkt men deze bedragen met het aantal perso
nen bij elk dezer maatschappijen in dienst, dan
schijnen in doorsnee de salarissen bij de II.
S. M. hooger te zijn dan bij de S. S.
Er zijn echter nog andere interessante cij
fers, waarvan we er enkele willen noemen.
Aan brandstoffen voor de locomotieven be
taalde S. S. 21/3 millioen, II. S. M. 1.8 mil
lioen. Water is al heel goedkoop en toch ge
bruikten de locomoiieven der H. S. M. voor ver
over de 100 duizend gulden van die nattige
stof, terwijl beide maatschappijen samen een
nog hooger bedrag aan olie en vet aan de lo
comotieven versmeerden.
Het onderhoud der locomoiieven kostte dc
S. S. 11/3 millioen, terwijl de II. S. M. aio 459
locomotieven heeft, tegen de S. S. 664 hiervoor
ruim een millioen. betaalde.
In totaal bedroegen de kosten der exploitatie
bij de S. S. 22i/a. millioen en bij de H. -S. M.
171/2' millioen.
Wanneer men deze bedragen aftrekt van de
<N
"1SSS55
fV
Na dc Vespers.
Op een Zondagnamiddag der maana Oc
tober van het jaar 1817, stonden twee jonge-
;.|';c'cu oene sigaar rookende en met elkander
(van/fde op balkon der eèrste verdieping
Germ8"n1".ds, gelegen op het plein van Saint-
uaam ![s-Près tussehen de kerk van dien
kerk was rll(i de TAbbaye. De prachtige
verschillenals het ware beklemd tussehen
leunden en 5 gehouwen, die er tegen aan
gaan, eer Zei^,Z0l1den nog vele jaren voorbij-
tc breken en het plan gemaakt werd ze weg
wijzers van 1,® berk geheel vrij te maken. De
torenuurwerk wezen op half
Onze beide j
fold op het nq'/^riicden wachtten ongetwij-
loovigeri in ooSl£lri der vespers om de ge-
kerk zouden ver] nsehouw te nemen die de
(en beroemde pater-it wani de welsprekende
Missiën predikte. jr /ozan van de Fransclie
ook eivol. kerkgebouw was dan
Beiden waren lang
fiun voorkomen vormdP welgemaakt, maar
MeUta,/. Dc oudste,
uitdrukking van gemaakte onverschilligheid,
met besluiteloosheid en verwaanden trots
vermengd, vertoonde, scheen zeer dicht dat
onzekere tijdperk genaderd, hetwelk de uiter
ste grens vormt tussehen de jeugd en den
rijpen leeftijd.
Hij was boven de dertig jaren. Sinds wan
neer? Dat was onmogelijk te zeggen, want
zijn hoofd was zonder rimpels; zijn zwarte
haren te gekroesd om fraai te kunnen heeten,
waren volgens de nieuwste mode behandeld,
«ianl; zij de kunstige hand van een der be-
1 ij7'Uli :te dappers der hoofdstad,
sloec 1 ..schitterende, vurige oogen, doch
neer meu "hem"'? omyijlekeurig neder, wan-
dunne knevel was riB?end aa;lza«: "Ün
enkel grijs haartfj l^'Len ™rt°onde geen
punten drukte een c£l onJer do spitse
de hoeken van den moud^i^td^ei
zeer dikwijls en zeer bitter moeten glimla
chen om die kenmerkende voor te ploegen.
Dit teelten logenstrafte onbetwistbaar het
jeugdige voorkomen van het geheele gelaat.
Het strookte alleen met den b.jiiwachtigen
kring, die zich om de oogen van (.en bruinen
jonkman vertoonde en in de slapen uitliep,!
welke met fijne rimpeltjes bezaaid waren-.
Dat personage liet zich ridder J nan ue Oar-
rel noemen; hij was, naar hij voorgaf, een
Spaansch edelman.
Hij sprak dikwerf van zijn familie, die tot
een der voornaamste van Andalusië behoor
de en toonde zich hij alle gelegenheden zeer
trotsch op zijn adellijke geboorte.
Daarin handelde mijnheer de Carral, wij
zullen het maar aanstonds zeggen, als die
opgepronkte dames, die zich complimenten
laten maken over haar- gekocht hoofdhaar.
Daarojj had hij zich nog niet eens de moeite
gegeven van iets te koopen. Adellijkheid als
gelijk de zijne heeft men slechts voor het
oprapen.
Juan de Carrel was de zoon van een neger,
een ontvluchte slaaf', en heette Narcassis van
zijn waren naam.
Zijn makker, die kortaf Xavier heette, was
veel jonger en fraaier gevormd. Zijn breed
on open voorhoofd was omlijst door blond
i haar. Zijn effen, lichte, rooskleurige tint
scheen van albast naast de bruine wang van
den mulat; maar deze teederheid sloot vol-
strekt do spierkracht niet uit.
Zijn blik was vrijmoedig, zijn voorkomen
peinzend. Een onbestemde treurigheid scheen
de gewone uitdrukking van zijn aangezicht.
Hij was twee en twintig jaar oud.
Beneden hen was het plein destijds even
bekrompen als het nu uitgestx-ekt is, geheel
verlaten; alleen stond op de eenige steenen
trede, welke den stoep voor de kerk vormde,
een bedelaar, geleund op een langen stok, die
insgelijks op het uitgaan des vespers wacht
te, maar niet uit loutere nieuwsgierigheid.
Die bedelaar was een neger, een werkelijk
schoone neger, die twintig jaar vroeger voor
treffelijk de Othello van Shakespeare had
kunnen voorstellen. Hij had meer dan één
schilder voor model gediend.
Zijn breed gelaat, zwart als ebbenhout,
kwam scherp nit op de sneeuwwitte massa
van zijn haard en harem
Zijn hooge gestalte was niet gebogen onder
den last der jaren; hij was kaarsrecht en
droeg met een zekere fierheid de gelapte,
maar reine, wijde kleeding, die zijn schouders
dekte. In 1817 hadden wij u die beschrijving
niet van hem behoeven te geven, wan gij
zoudt evenals ieder ander den zwarten bede
laar gekend hebben, die aan de deur van
Saint-Germain-des-Près om een aalmoes
vroeg.
Het was hijkans een vermaard persoon.
Hij sprak weinig. Men gaf hem veel. Hij
bedelde nooit met luider stem. Zijn uit
gestrekte hand alleen noodigde tot geven uit.
Als hij een gift bekomen had, boog hij sta
tig ten teeken van dankbetuiging.
De groet van den zwarten bedelaar was
vermaard in Parijs en de Engelsehen gavm
hem enkel en alleen oxn zich door hem
1 doen groeten.
Do kleine kinderen nit de wijk waren zeer
bevreesd voor hem en de herbergier van den
hoek beweerde, dat hij de „koning der Wil
den" was., die eertijds door den keizer gevan
gen was genomen.
Het was half vijf, gelijk wij reeds gezegd
hebben. Terwijl de bedelaar onbeweeglijk
stond te wachten, zetten de jongelieden hun
onderhoud voort, dat van tijd tot tijd door-
lange pauze werd nderbroken.
„Xavier", riep Juan de Carrel plotseling
uit, terwijl hij zijn sigarette wegwierp: „gij
verbergt mij iets, mijn vriend....
Xavier poogde te glimlachen.
Ik?.... lieve hemel, neen.... dat is te
zeggeneigenlijk heeft iedereen geheimen,
dat is zeker, maar gij hegi-ijpt mij wel
Gij verbergt voor mij een geheim des har
ten, mijn waarde, en naar ik vrees, een ge
vaarlijk geheim.
Hoe komt gij op dat vermoeden?
Aha, gij loochent ten minste niet. Hoe
ik op dat vermoeden kom? Hé, hé, door een
menigte kleinigheden. Ziet gij, wij Spanjaar
den, zijn geslepen opmerkers, echte Argus
sen. Ik heb onder andereu
Ga voort, riep Xavier met levendigheid.
Carral barstte in lachen uit.
Komaan, sprak hij, ffu verraadt u. Het
zou wreed van mü zijn van m»ne voordeelen
tegenover zulk een onervaren diplomaat ge
bruik te maken.
Bij het gerucht van Carral's schatelach had
de bedelaar zich omgekeerd.
Hij lichtte even zijn strooien hoed op en
strekte de geopende hand naar het halkon
uit. Xavier greep terstond naar zijne beurs.
Die neger bevalt mij niet, gromde Car
ral, eveneens zijne beurs uithalende.
Xavier wierp'den bedelaar zijne gift toe,
zonder iets te zeggen.
Alvorens zich te hukken om die op te ra
pen, ontblootte de bedelaar opnieuw het
i hoofd en legde de hand op zijn horst,
j Neger, ziedaar vijf francs, riep Carral;
i ik geef je u onder voorwaarde, dat gij naar
den duivel zult loopen en men u niet meei
zien zal.
Het vijffrankstuk viel in de hand van den
bedelaar. ,v.
(Wordt vervolgd.)