De zwarte Bedelaar. negens Afleer arbeid, heoger loon Zal door het tarief de invoer verminderen BUITENLAND. BINNENLAND. oenen. Au Ben üai*©lhé Haarlem—Brussel. HandfsGhoBnest* "SlïïrSbïïdf» de bevolking', h.e denken de arbeiders over deze „schaduw S3 FEUILLETON NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT TS, |Nu wij dagelijks in' einze groc-te dagbladen (Bezig worden gehouden met uitvoerige mede- Jdieelingen, adressen en verslagen van verga,- Öermgen, allen ten bewijze hoe verschrikke lijk do gevolgen zijn van de voorgestelde .Verhooging van ons Tarief, is het misschien Sliet overbodig bet volgende mede te dealen, Hat wij aan. de uitgaven der iariefvereen ^In^zekere streek van Gelderland bestaat kinds jaren eene vrij uitgebreide Industrie, met goede finaneieele uitkomsten. Er wor den go-ede loonen betaald, er is overal eene "zekere mate van welvaart, de bevolking neemt toe, ook door aanwas van elders. Niet uitsluitend mét het oog op ..onze ko mende Ta,rietherziening, maar toch ook om dat .daarmede rekening wordt gehouden, heeft zich onlangs in die streek een combinatie 'gevormd, om eene nieuwe fabriek op te rich ten. De heeren vrijhandelaars zullen zeggen, dat liet „dreigend gevaar" hier reeds zijn Zii allen zijn er uitermate mee tevreden. Vóór er n.o!g een énkele steen van de nieu we fabriek gelegd was, gaf het feit alleen, dat tot de oprichting was besloten, en er toekomstig personeel en arbeiders werden aangenomen, tot loonsverhooging op bestaan de fabrieken aanleiding. Hen verzekert bovendien, dat eene milde re stemming tussehen patroons en arbeiders éen goed gevolg is van de verschijning van dezen nieuwen concurrent. (Wat hier op kleine sethaul gebéurde, cn nu reeds voor deze omgeving goede gevol gen lieeft: meer productie van onze eigen nijverheid, honger loon voor de arbeiders, meer welstand bij de neringdoenden, zal over al giezien worden in ons Vaderland, als hét Tarief, onder dé werking1 waarvan nu reeds onze groote Havensteden bloeien, herzien en verhoogd wordt, mede ten hate van onze 'eigen nijverheid en handel.; Toen het Tariefontwerp Harte werd inge diend, waarbij de rechten op zeep werden Verhoogd, kocht een der grootste zeepfabrie ken in Europa! voor ongeveer anderhalve ton gouds een terrein van omstreeks 15 Heek aren, gelegen aan den (Waterweg van Rot terdam naar Zee, tot het stichten van eene model zeepfabriek op reusachtige schaal, ten teinde Nederland en 'de daarmede door directe Vervoermiddelen verbonden landen Van liare keep te voorzien. Die firma deelde blijkbaar niet het gevoelen der z.g. vrijhandelaren, löat de prijs van .de zeep in Nederland mét |het bedrag van het recht zou worden ver- ihoogd én dat zij dus eenvoudig haren prijs jinet het recht koin vernoegen en toch Jron blijven leveren. Het wa's wel een reuzen-firma, maai' vol gens de z.g. vrijhandelaren had zij blijkbaar (geen verstand van zaken en geen begrip vian 'de factoren die een fabrikant den prijs v;an [zijn product doen vaststellen H'oe dit zij, deze, volgens het oordeel der (z.g. vrijhandelaren kortzichtige, doch vol- (gens ons oordeel zeer verstandige firma, jwenschte vermoedelijk zich zelf in staat te istellen zonder eenige betaling van' rechten, idus ook zonder betaling van het huidige (invoerrecht op .zeep, de Nederlandsche af- nemers te kunnen bedienen. Het terrein werd opgehoogd, van bazalt q001')n 8' vcorz ien, enz. De betrokken No KSSfcrf" Gc"»WHtebesturen werden uit- jgenoodigd om in het buitenland de bestaan de zeepfabrieken te komen zien, teneinde kreh een oordeel te kunnen vormen omtrent hetgeen de firma praesteerde en omtrent de (reuzenplannen, die zij op Neder! andsch (grondgebied voornemens was te verwezen lijken. Honderden bij honderden werklieden 'zouden arbeid vinden, een grootsche export- Ijiijverheid zou worden opgericht. Maar.het Tarief Harte kwam niet. De fabriek werd niet opgericht. (Wat in het belang van Nederland zou [geweest zijn, veel werk en goedkoope zfeep, bleef uik Ongeveer een half millioen ligt daar ren- heloos en zonder opbrengst van eenige bé- fteekenis. i i Het anders te verdienen werkloon wordt niet aan de Nederlandsche arbeiders uitbe taald. En van de door de firma in" Nederland in groote hoeveelheid ingevoerde zeep, betalen volgens de z.g. vrijhandelaars de Nederland sche verbruikers nog steeds de invoerrechten, die volgens het huidige tarief daarvan hij invoer verschuldigd zijn. Men ziet hieruit hoe de verbruikers door de z.g. vrijhandelaars quasi worden gehol pen, doch feitelijk worden benadeeld. Doch dit voorbeeld leert ons nog meer. Het werpt een schel licht op nog' andere dwaze beweringen der z.g. vrijhandelaars. Door de invoerrechten zullen de invoeren verminderen, roepen zijen op die verminde ring van den invoer is zelfs hun kreupele theorie geheel gebouwd. Daardoor zal andere arbeid worden stilge zet, beweren zij. Geen export industrie zal meer kunnen bestaan, heet het. Hoe staat het nu met die onmogélijkma- king! van den export, die stilzetting van den arbeid, die vermindering' van den invoer? i Alleen reeds hét uitzicht op het tot stand komen van het tarief deed het plan voor de export industrie rijpen. Alleen reeds de indiening ,van liet tarief bezorgde den Nederlandscben ingezetenen een groot deel. v'ah hét halve millioen, dat werd vastgelegd in het terrein en waarvan ook een niet onbelangrijk deel arbeidsloon was. (Maar wat werd jal niet èen haeveelheid_ m'ai- teriaal, bijvoorbeeld bazalt, uit het buiten land meer ingevoerd dan anders het geval zou geweest zijn. Vermeerdering van invoer dus. En wanneer de'fabriek was tot stand „geko- men, wat zouden niet groote hoeveelheden materialen van allerlei aard eri_ machinerieën Voor den bouw dier fabriek zijn ingevoerd. Alweer meer invoer dan vroeger dus En wanneer die fabriek in werking was ge komen en Nederland een in het groot expor- beérende fabriek rijker was geworden, wat zouden niet jaarlijks ontzaggelijke noeveel- heden grondstoffen en hulpmiddelen' uit het (buitenland moeten worden aangevoerd. Ook hier dus vermeerdering van invoeren En dan zégt men dat de invoer van een land, dat beschermende invoerrechten ga(a,t heffen, noodzakelijk moet verminderen Het is inderdaad te gek'. En op dergelijke dwaze quasi theoretische beschouwingen wordt hét tarief b'eoordeeld en afgekeurd. Agadir. De zending van een Duitsch oorlogsvaar tuig naar Agadir heeft den naam dezer Ma- rokkaansche kustplaats op zeer veler lippen gebracht. Voor enkele jaren werd de bezet ting door de Franschen van het meer noor delijk gelegen stadje Casablanca oorzaak van scherpe internationale wrijving, nu heeft het optreden der Duitschers wederom groot op zien gebaard en aanvankelijk spanning ver oorzaakt. Agadir verkrijgt op die wijze een bekend heid, die wel bedenkelijk is. Ware het maar in de schemering der onbekendheid gebleviSï, zoo is men nu geneigd te oordeelen. Geogra fen wisten bet op de kaart te vinden en his torici herinnerden zich, dat het stadje vroe ger wel eens een wat meer beteekenende rol had gespeeld. Maar ook dezen zullen wel nooit vermoed hebben, dat 'tnog eens een gewichtig oord zou worden voor de geschie denis der Europeesehe mogendheden. Nu komen er toch wel enkele gegevens los en deze onderrichten dat het plaatsje met zijn nauwelijks 1000 inwoners toch niet ge heel onbelangrijk is. Allereerst toch blijkt de haven niet zonder waarde te zijn. De overi gens zoo moeilijk genaakbare Marokkaan se!! e kust is bij Agadir te bereiken. Niet meer dan 30 Meter nit de kustlijn heeft de zee een diepte van 15 meter, een ligplaats voor groote schepen zal er dus wel te maken zijn, al heeft men er dan ook nog te doen met een geheel open reede die voor stormen geen beschcr*- ming biedt. hst op een voorgebergte van Tru df maar iets in zee uitloopend. BU de Marokkanen geldt het voor een sterke vesting, o iingd als ze is door een sterken muur met slechts een enkele poort en bewa pend met heusche kanonnen. Markies de Se- gonzac, die re voor een tiental jaren ecu tijd lang vertoelde, ueelt m de Fransehe bladen mee, dat die heele bewapening toen bestond nit een 10-tal kanonnen oud-mode), op hou ten onderstellen. De ijzeren monden kijken grimmig door schietgaten naar buiten, doch als men de kanonnen gebruiken ging, zouden ze wellicht minstens even gevaarlijk zijn voor de bedienende manschappen als voor het doel, waarop gericht werd. Zuidwaarts, onmiddellijk bij de reede, ligt bet dorpje Fnrni. 't Bestaat uit wat armoedi ge visschershutten, benevens een groot wit gebouw, dat er op gesticht werd voor douane posthuis. Veel hebben de tolgaarders er ech ter niet te doen, slechts zelden verschijnt er een schip op de reede. Toch zou Agadir, zoo meent de Segonzae, als handelsplaats wel een toekomst kunnen hebben. Werd het eenmaal in het wereldverkeer betrokken, dan zou Mo- gador spoedig als havenplaats voor het land schap Souss en voor het verdere achterland verdrongen worden. Behalve zuidvruchten, huiden en olie, levert dat landschap ook ko per en graan. Voor uitgebreider handelsver keer zou er dus wel reden bestaan en dan ligt Agadir belangrijk gunstiger dan het slechts met moeite over de uitloopers van het Atlasgebergte te bereiken Mogador. Indertijd heeft Agadir ook belangrijker ver keer gehad. Het stadje is omstreeks 1500 dooi de Portugeezen gesticht, doch hun kolonie viel in 1536 weer in handen der Marokkanen. Lafer zijn er nog weer eens gunstiger tijden geweest. Het is wel zeker, dat ook de Neder landers er handelsverbintenissen hebben ge had; uit dien tijd moet dan dagteekenen een opschrift, dat nu nog in de poort te Agadir is te vinden en dat (als curiosum in 't Moor- sche land!) inhoudt: „Vreest God ende eert den Koning 1746". Destijds heette Agadir bij de bevolking van het binnenland Bah es Sudon, dat wil zeggen de poort van Soedan. Karavaanwegen kwa men er samen tot uit het verre binnenland en de handel bracht er bloei en welvaart. Even wel, de Marokkaansclie Sultan werd op die welvaart naijverig, misschien ook wel be vreesd voor den invloed, die er mee samen ging. Hij liet Agadir belegeren en na de in name der stad werd de koopmansbevolking kalmweg overgebracht naar het enkele dag reizen noordelijker liggende Mogador. Nog dieper het binnenland in, geheel zuid waarts in het Saharagebied, ligt de zeer uit gestrekte oase Draa. Het land wordt er be sproeid door de gelijknamige rivier, die_ op de zuidelijke helling van de Atlassneeuwber gen mi t springt. An^eze streken zijn van nit Agadir zonder groote moeilijkheden te bereiken. De kara vaanwegen vormen dan verder een verbin ding met het binnenland en nu reeds worden er op de markten van Tomboctoe, ja zelfs aan het Tsjadmeer, in het hart van Soedan dus en in de zuidoostelijk van de Nigerrivier gelegen gewesten, koperwerken uit Taroe- dant aangetroffen. Voor een sterken staat, die het verkeer wil en kan beschermen, zal dus Agadir geen on- beteekenend bezit kunnen zijn. Wie de haven en het achterland-heeft, schuift als 't ware een wig tussehen de Fransehe bezittingen in Noord- en West-Afrika. Dit verklaart wel de prikkelbaarheid der Franseben, nn de Duit schers een hand naar Agadir hebben uitge stoken. VOLKSZANG OP DEN KATHOLIEKENDAG. Door den Secretaris van het Hoofdbestuur der R.K. Vereeniging voor Volkszang in het bis dom Haarlem is tot den voorzitter van den te Amsterdam te houden Katholiekendag, Mr. E. v. d. Bogaerdt aldaar het verzoek gericht dien dag dienstbaar te maken aan den R.K. Volks zang door op de Algemeene vergadering eenige liederen uit „de Leeuwerik" te doen zingen. Op dit verzoek mocht het hoofdbestuur der vereeniging voor Volkszang een gunsfig antwoord ontvangen, terwijl het comité van voorbereiding voor den Katholiekendag zich evenwel de keuze der liederen uit genoemden bundel voorbehield. Zoo gaan wij dus den goeden weg op: op deze manier wordende mooie volksliedjes in ruimer kring bekend en onder alle standen der maat schappij gebracht, hetgeen zeker der vereeniging en haar. sympathiek doel ten goede zal komen. Onze Jantjes. In ecu artikel in „The Na val and Military Record" van 12 Juli j.l. komt in een artikel, getiteld: „International Fleetmen", en geschreven naar aanleiding van de revue te Spithead, o.a. het navolgende voor: „cjonder twijfel waren zij, die het netste voor komen hadden zoowel wat betreft de snit der kleeding, als de wijze waarop die gedragen werd, de Hollanders. De onderofficieren, met zware gouden galons op de mouwen en andere onderscheidingsteekenein, vielen zeer op, en de korte jas, die zij droegen (een kleedingstuk, dat voor de onderofficieren onzer eigen vloot werd afgeschaft) verleende een bijzonder net voorkomen. De manschappén, gekleed in zeemansuniform, dragen, evenals andere zeelieden van het vaste land, het baaitjie, dat tot kort geleden ook het groot-tenue onzer matrozen was, maar dat nu eveneens is afgeschaft, en hoewel het zeker eenige moeite kost, dit kleedingstuk in de be perkte ruimte op een oorlogsschip in goeden staat te houden, hebben manschappen, diehier- gekleed zijn, een voorkomen, dat de serge kiel of de serge trui niet kan verkenen. Het voorkomen der Hollanders werd verder nog daardoor verhoogd, dat de matrozenkraag aan de voorzijde met wit is afgezet, wat een bijzonder goeden indruk maakt. Sommige der vertegenwoordigde naties waren wat slordig gekleed en waar dit viel op te mer ken, scheen het gepaard te gaan met een min der streng in acht genomen discipline; het maak te inderdaad den indruk, dat de best ge.kieede manschappen behoorden tot de landen, die de hoogste discipline in hun zeemacht handhaven." En ten slotte: „De indruk, gewekt bij hen, die zich .er op toelegden het karakter, gedrag en houding van de bemanningen der vreemde oorlogsschepen na te gaan die alle aan wal vertegenwoordigd wa ren, was hoogst gunstig. Allen schenen zich er op loe te leggen-, een goeden indruk te maken, en zich zoo te ge dragen als tot eer van hun land kon strekken, en volgens de meennig van ieder, die tot oor^ doelen bevoegd was, werd dit doel door de gasten onzer natie geheel bereikt, zoodat "klis ter werd bijgezet aan de belangwekkende ge beurtenis, waaraan zij kwamen deelnemen, en de eerste vlootrevue van koning George V er des te opmerkelijker om werd." Wat er, bij de spoorwegmaatschappijen omgaat. Voor oningewijden in het spoorwegbedrijf is het zeker wel eens interessant enkele cijfers le hooien waaruit men kan zien, wélke reus achtige ondernemingen onze beide groote spobr- wegmaatschappijen, de Maatschappij tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen en de Ho-ilandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, zijn, en welk een enorme vlucht het spoorwegverkeer tegenwoor dig heeft genomen. De Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen, verder kortheidshalve S. S. ge noemd, heeft een kapitaal van 18 millioen, ter wijl de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maat schappij verkort H. S. M. een aandelen kapitaal van 221/2 millioen heeft. Deze kapitalen zinken echter in het niet bij de reusachtige geldleeningen, welke beide maatschappijen heb ben aangegaan. De S. S. heelt bijna 102 millioen geleend, terwijl de H. S. M. nog meer, n.l. ruim 119 mib'ioen, opnam. Natuurlijk moet voor die geldleen ingen een respectabel bedrag aan rente betaald worden. De S.S. gaf hier in het afgeloopen jaar ruim 3*/2 millioen gulden, terwij) de rentelast der H. S. M. over de 4 millioen heiiep. (Voorloopig behoeft men zich echter niet on gerust to maken, dat de spoorwegmaalscfaapr pijen niet in. staat zullen zijn dien rentelast te betalen, want als men ziet, dat de S. S. Ver leden jaar bijna 34 millioen incasseerde, ter wijl de H. M. bijna 26 millioen opstreek, zal men begrijpen, dat men op 'n paar dui zend gulden rente meer of minder niet behoeft to letten. Jn hoofdzaak zjjn het de reizigers, welke de dubbeltjes aanbrengen, maar ook bij de sporen snijdt het mes aan vete kanten, zoodat b.v. de H. S. M. bijna honderd duizend gulden ontving als opbrengst van afval der verschillende werk plaatsen. 'n Kostbare afval schijnt ons dat te zijn, H gaat echter ook blijkbaar hier, dat vele kleintjes een groote maken. Verleden jaar waren echter de opbrengsten ,b.ij de spoorwegen at bijzonder gunstig; beide groote spoorwegmaatschappijen ontvingen ten minste dat jaar ieder bijna D/a millioen meer dan het voorafgaande jaar. liet grootste aantal reizigers werd door de H. S. M. .vervoerd, wat een gevolg is van het enorm druk reizigersverkeer tussehen Amster dam en Rotterdam. Voorat van de trajecten AmsterdamZandvoort, 'Amsterdam Hilversum en .RotterdamScheveningen wordt zeer veel-ge bruik gemaakt. De H. S. M. vervoerde bijna 26 millioen reizigers abonnementen niet mede- gerekend waarvan ruim 19 millioen 3e klas reisden, 5 millioen reisden er 2e en 1 millioen le klasse De S. S. vervoerde bijna 17. millioen reizi gers eveneens zonder de abonné's waar van 12 millioen in de derde, 4 millioen inde 2e en de rest in de le klasse. Met deze cijfers voor oogen zou men den* ken, dat er veel was te zeggen voor het reeds meermalen bij de spoorwegdebatten in de Ka mer geopperde denkbeeld, om, evenals in Duitschland een 4e klasse in te voeren. De spoorwegmaatschappijen voelen echter voor deze regeling bitier weinig, daar het ten eerste extra kosten voor nieuw materieel zou meebren gen en verder de bezetting der 4e klasse oor zaak zou zijn, dat een groot aantal tweede klasse reizigers voortaan 3e zouden reizen. Dat de S. S. meer reizigers over groote af standen vervoerd blijkt wel uit het feit, dat iedere reiziger de H. S. M. gemiddeld opbracht f 0.49 en de S.S. f 0.63. !Wii men eens zien wat er op een druk sla tion als het Centraalstation te Amsterdam te doen is, dan geven de volgende interessante cijfers hieromtrent eenig licht. Van dat station vertrokken ia 1910 per H. S. M. in binnenfandsch verkeer 1,823.496 reizi gers, en naar het buitenland 67,843 reizigers, terwijl er aankwamen 1,856,582 reizigers uit plaatsen in Nederland en 58,(598 uit het buiten land. Bovendien vertrokken er met S. S. 107,897 reizigers in locaal verkeer en 23,939 in buiten- landsch verkeer en kunnen we wel aannemen, dat er nog eenzelfde aantal per S. S. arriveer de zoodat er in totaal 4 millioen reizigers do controle van dat station moesten passeeren. Al die reizigers voerden tezamen neg met zich 10.000 ton bagage, zoodat ook de sia- tionskruiers een aardig vrachtje versjouwd heb ben, daar hierbij nog niet gerekend is de gewone handbagage, welke de reizigers mét zich in dc coupé genomen hebben. .Ook het Holt. Spoorstation in Den Haag mag, wat reizigersvervoer betreft, meetellen, hier toch werden bijna 3 millioen reizigers „behandeld." Deze beide stations zijn ook de drukste sta tions in ons land, aan de verrewegdrukste lijnen gelegen. Zoo liepen er in 1910 tussehen Amsterdam en Roosendaal ook naar Zand voort, Scheveningen en Hoek van Holland ge rekend 84.086 reizigerstreinen en voor hen die vaak mopperen over te late aankomst van treinen, diene, dat van die 84.000 er ruim 48.000 precies op tijd aankwamen, bij 2600 was er een vertraging van 15 minute", hij 6300 was die vertraging van 510 minuten, terwijl er ruim 3000 een nog grootcre vertraging had den. Hiervan waren er 22 blijkbaar den ver keerden weg opgegaan, ze kwamen 'tenminste meer dan 'n uur te laat thuis. Op zoo'n groot aantal treinen pleiten deze cijfers, dunkt ons, nog al voor een vrij «ere gelden dienst. •Het grootste aantal abonnementen werd uit gegeven door de H. S. M., en wel voornamelijk traject-abonnementskaarten van de plaatsen in de nabijheid van Amsterdam en Rotterdam naar deze sleden toe. De H. S. M. gaf in totaal ruim 50 duizend abonnementen uit. Het aantal abonnementen bij de S.S. is ons niet bekend, maar bij deze maatschappij werd weer een bijzonder groot gebruik gemaakt van de bekende vacantiekaarlen en kilometerboekjes Er werden bijna 600 duizend van dergelijke kaarten en ruim 25 duizend kilometerboekjes uitgegeven, wat resp. 11/4 millioen en ruim 3 millioen opbracht! .Tegenover al die groote ontvangsten staan, echter niet minder zware uilgaven, hoofdzake lijk aan materieel en aan personeel. Beide maat schappijen toch hebben een reusachtig perso- soneel in dienst. De S.S. had op 31 Dcc. j.l. 20.169. personen in dienst en de H. S. M. op dienzelfden datum 12,662, tezamen dus ruim dertig duizend menschen, zoowat de bevolking van een provinciestad derhalve. De H. S. M. betaalde aan dat personeel on geveer 8 miliioen salaris uit, terwijl de S. S. ongeveer 11 millioen hiervoor uitgaf. Verge lijkt men deze bedragen met het aantal perso nen bij elk dezer maatschappijen in dienst, dan schijnen in doorsnee de salarissen bij de II. S. M. hooger te zijn dan bij de S. S. Er zijn echter nog andere interessante cij fers, waarvan we er enkele willen noemen. Aan brandstoffen voor de locomotieven be taalde S. S. 21/3 millioen, II. S. M. 1.8 mil lioen. Water is al heel goedkoop en toch ge bruikten de locomoiieven der H. S. M. voor ver over de 100 duizend gulden van die nattige stof, terwijl beide maatschappijen samen een nog hooger bedrag aan olie en vet aan de lo comotieven versmeerden. Het onderhoud der locomoiieven kostte dc S. S. 11/3 millioen, terwijl de II. S. M. aio 459 locomotieven heeft, tegen de S. S. 664 hiervoor ruim een millioen. betaalde. In totaal bedroegen de kosten der exploitatie bij de S. S. 22i/a. millioen en bij de H. -S. M. 171/2' millioen. Wanneer men deze bedragen aftrekt van de <N "1SSS55 fV Na dc Vespers. Op een Zondagnamiddag der maana Oc tober van het jaar 1817, stonden twee jonge- ;.|';c'cu oene sigaar rookende en met elkander (van/fde op balkon der eèrste verdieping Germ8"n1".ds, gelegen op het plein van Saint- uaam ![s-Près tussehen de kerk van dien kerk was rll(i de TAbbaye. De prachtige verschillenals het ware beklemd tussehen leunden en 5 gehouwen, die er tegen aan gaan, eer Zei^,Z0l1den nog vele jaren voorbij- tc breken en het plan gemaakt werd ze weg wijzers van 1,® berk geheel vrij te maken. De torenuurwerk wezen op half Onze beide j fold op het nq'/^riicden wachtten ongetwij- loovigeri in ooSl£lri der vespers om de ge- kerk zouden ver] nsehouw te nemen die de (en beroemde pater-it wani de welsprekende Missiën predikte. jr /ozan van de Fransclie ook eivol. kerkgebouw was dan Beiden waren lang fiun voorkomen vormdP welgemaakt, maar MeUta,/. Dc oudste, uitdrukking van gemaakte onverschilligheid, met besluiteloosheid en verwaanden trots vermengd, vertoonde, scheen zeer dicht dat onzekere tijdperk genaderd, hetwelk de uiter ste grens vormt tussehen de jeugd en den rijpen leeftijd. Hij was boven de dertig jaren. Sinds wan neer? Dat was onmogelijk te zeggen, want zijn hoofd was zonder rimpels; zijn zwarte haren te gekroesd om fraai te kunnen heeten, waren volgens de nieuwste mode behandeld, «ianl; zij de kunstige hand van een der be- 1 ij7'Uli :te dappers der hoofdstad, sloec 1 ..schitterende, vurige oogen, doch neer meu "hem"'? omyijlekeurig neder, wan- dunne knevel was riB?end aa;lza«: "Ün enkel grijs haartfj l^'Len ™rt°onde geen punten drukte een c£l onJer do spitse de hoeken van den moud^i^td^ei zeer dikwijls en zeer bitter moeten glimla chen om die kenmerkende voor te ploegen. Dit teelten logenstrafte onbetwistbaar het jeugdige voorkomen van het geheele gelaat. Het strookte alleen met den b.jiiwachtigen kring, die zich om de oogen van (.en bruinen jonkman vertoonde en in de slapen uitliep,! welke met fijne rimpeltjes bezaaid waren-. Dat personage liet zich ridder J nan ue Oar- rel noemen; hij was, naar hij voorgaf, een Spaansch edelman. Hij sprak dikwerf van zijn familie, die tot een der voornaamste van Andalusië behoor de en toonde zich hij alle gelegenheden zeer trotsch op zijn adellijke geboorte. Daarin handelde mijnheer de Carral, wij zullen het maar aanstonds zeggen, als die opgepronkte dames, die zich complimenten laten maken over haar- gekocht hoofdhaar. Daarojj had hij zich nog niet eens de moeite gegeven van iets te koopen. Adellijkheid als gelijk de zijne heeft men slechts voor het oprapen. Juan de Carrel was de zoon van een neger, een ontvluchte slaaf', en heette Narcassis van zijn waren naam. Zijn makker, die kortaf Xavier heette, was veel jonger en fraaier gevormd. Zijn breed on open voorhoofd was omlijst door blond i haar. Zijn effen, lichte, rooskleurige tint scheen van albast naast de bruine wang van den mulat; maar deze teederheid sloot vol- strekt do spierkracht niet uit. Zijn blik was vrijmoedig, zijn voorkomen peinzend. Een onbestemde treurigheid scheen de gewone uitdrukking van zijn aangezicht. Hij was twee en twintig jaar oud. Beneden hen was het plein destijds even bekrompen als het nu uitgestx-ekt is, geheel verlaten; alleen stond op de eenige steenen trede, welke den stoep voor de kerk vormde, een bedelaar, geleund op een langen stok, die insgelijks op het uitgaan des vespers wacht te, maar niet uit loutere nieuwsgierigheid. Die bedelaar was een neger, een werkelijk schoone neger, die twintig jaar vroeger voor treffelijk de Othello van Shakespeare had kunnen voorstellen. Hij had meer dan één schilder voor model gediend. Zijn breed gelaat, zwart als ebbenhout, kwam scherp nit op de sneeuwwitte massa van zijn haard en harem Zijn hooge gestalte was niet gebogen onder den last der jaren; hij was kaarsrecht en droeg met een zekere fierheid de gelapte, maar reine, wijde kleeding, die zijn schouders dekte. In 1817 hadden wij u die beschrijving niet van hem behoeven te geven, wan gij zoudt evenals ieder ander den zwarten bede laar gekend hebben, die aan de deur van Saint-Germain-des-Près om een aalmoes vroeg. Het was hijkans een vermaard persoon. Hij sprak weinig. Men gaf hem veel. Hij bedelde nooit met luider stem. Zijn uit gestrekte hand alleen noodigde tot geven uit. Als hij een gift bekomen had, boog hij sta tig ten teeken van dankbetuiging. De groet van den zwarten bedelaar was vermaard in Parijs en de Engelsehen gavm hem enkel en alleen oxn zich door hem 1 doen groeten. Do kleine kinderen nit de wijk waren zeer bevreesd voor hem en de herbergier van den hoek beweerde, dat hij de „koning der Wil den" was., die eertijds door den keizer gevan gen was genomen. Het was half vijf, gelijk wij reeds gezegd hebben. Terwijl de bedelaar onbeweeglijk stond te wachten, zetten de jongelieden hun onderhoud voort, dat van tijd tot tijd door- lange pauze werd nderbroken. „Xavier", riep Juan de Carrel plotseling uit, terwijl hij zijn sigarette wegwierp: „gij verbergt mij iets, mijn vriend.... Xavier poogde te glimlachen. Ik?.... lieve hemel, neen.... dat is te zeggeneigenlijk heeft iedereen geheimen, dat is zeker, maar gij hegi-ijpt mij wel Gij verbergt voor mij een geheim des har ten, mijn waarde, en naar ik vrees, een ge vaarlijk geheim. Hoe komt gij op dat vermoeden? Aha, gij loochent ten minste niet. Hoe ik op dat vermoeden kom? Hé, hé, door een menigte kleinigheden. Ziet gij, wij Spanjaar den, zijn geslepen opmerkers, echte Argus sen. Ik heb onder andereu Ga voort, riep Xavier met levendigheid. Carral barstte in lachen uit. Komaan, sprak hij, ffu verraadt u. Het zou wreed van mü zijn van m»ne voordeelen tegenover zulk een onervaren diplomaat ge bruik te maken. Bij het gerucht van Carral's schatelach had de bedelaar zich omgekeerd. Hij lichtte even zijn strooien hoed op en strekte de geopende hand naar het halkon uit. Xavier greep terstond naar zijne beurs. Die neger bevalt mij niet, gromde Car ral, eveneens zijne beurs uithalende. Xavier wierp'den bedelaar zijne gift toe, zonder iets te zeggen. Alvorens zich te hukken om die op te ra pen, ontblootte de bedelaar opnieuw het i hoofd en legde de hand op zijn horst, j Neger, ziedaar vijf francs, riep Carral; i ik geef je u onder voorwaarde, dat gij naar den duivel zult loopen en men u niet meei zien zal. Het vijffrankstuk viel in de hand van den bedelaar. ,v. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5