binnenland. De zwarte Bedelaar. L. Vergaderen ep Zondag. BUITENLAND. NIEUWS UIT DEN 01TREK. mm Staten Generaal. Marc/ic U-v, éïcyons". Hl tXaarlëm'cSfussal étfuriósQ/taênéfi. feuilleton Gewisselde stukken. HAARLENSCHE COURANT ™PJL8 De „Valksbanier" "bevat het Volgende arti keltje i;n den vorm van een Pra„a Jjlr „ZotoJajius! hoe ma-ak'je he ei ik het hiek vrouw, vanmorgen: „Het kun best ge- keuren, dat neef Janus vandaag komtTel ken ja,re kom je 'Zondag na Pinksteren eens in de stad kijken." Ik maak het best en jul lie ook r Komaan hote beter, hoe liever. 'Ja, neef'! je weet Zon dag na Pinksteren is "t hij Ons kermis. Zoo heet het tenminste: een 'paar koekkramen en 'een poffertjeskraam, ziedaar'al. Een'draai molen komt de laatste,'jaren niet eens meer. De meeste dorpelingen gaan 'die dagenuit en ik' oudergewoonte naar tn'n neef toe." „Uitstekend! Je weet het Janus: altijd welkom „Behalve als je twee, 'drie vergaderingen heht." -V „Daar behoef je gfeen Vrees meer voor te [hébben, da,t irs uit! 'Geen enkele vergade ring wordt hier meer 'gehouden op Zondag, tienzij hij hooge, zeer hooge uitzondering. Zelfs de Encycliekmeeting' heeft niet ofp Zon dag plaats gehad. 1 i En verleden jaar, toen ik bi] je was, had Ie'geloof' ik dien dag vergadering van den Volksbond, het Kruis ver bond en 'de Kiesver- eeniging. Is nie^. Daar heb je gelijk m, maaïr nu verga,- deren alle Katholieke vereenigingien in de week." iWiat een ommekeer Hoe komt dat zoo ,,I)e H.H. Geestelijken en tal van Ka tholieke mannen hebben de 'handen ineen geslagen, om dal euvel 'te vernelpen. Het liep de spuigaten uit." „Nou, ik vind het pok heter, dat op een •werkdag vergaderd wordt, t Is allemaal maar gewoonte, dat vergaderen op Zondag, ■'tis net zOoa,ls je dat instelt." „Juist gezegd, JanusIn 'den beginne ging het vergaderen in de week' niet beet, maar ,we hebben volgehouden en "nu worden de ver gaderingen beter bezocht dan vroeger ooit ■pp Zondag. En 't, wordt nog steeds beter." Ik neem het gaarne 'aan." „Ik heb hier toch 'een tijd gekend, 'dat eiken Zondag na den Hoogdienst ter vergadering iwas, dan van den Volksbond. da:n vah het Kruisverband, dan van de Ka-Es-A a: enk. Van gezellig koffiedrinken met Vrouw en kinderen gteen sprake. Kwam 'je vian de ver gadering, dan was het 'eten,_ soms Pa; de Ves pers weer vergaderen en 'Lis gebeurd na Ket ï>of andermaal. Is me 'dat een Zondag?"- „'t Lijkt naar niets, neefl" „De besturen kielden geen Voeling mtet G ka ar en zoodoende bad 'je wel eens teen Zon- flaig vrij, maar 'dan kwain er weer één tegen net twee, drie Vergaderingen. 'En dan zat ie óf in de kerk, of in 't vereenigingsgehouw. fDe vrouwen begonnen dan 'en-terecht te 'prut- iüelen: „de gleheele week ben je op je werk hp die eene daig! 'in de week dat je nog: vrij Jfcnt, ben je nog,piet thuis. De kinderen zien jï'r vader tegenwoordig heelemaal niet meer. feondag en" in de 'week precies eender; ze ftaem hem even olm te eten en dan.... we,gt is H^lemhal Oftlgtelijk' hadden zte 'niet?" ""Waarachtig niet, Jalnus'? Grdot gelijk Snlfs. iWlat denk je 'dat er toen gebeurde?" i „De hemel mag 't weten?" I ''Verscheidene mannen gingen een 'ander lieven leiden. Ze waren 's Zondags meer Huis." /li,' „O! Zoo!" - f; „Ja,maar ten kóste Van de kerk. Ze gin gen geregeld 'alk er Vergadering was nalat Se Vröegtois, kwamen in 'geen Hoogdienst, fliof meer. Onder kerktijd liepen zte ,te wan delen of waren in 'den huise! ijken kring'. Op- irialleind was het, hoe weinig mannen meer San eenmaal des Zondags na'ar den tempel teingen" 1 Dus ze gingen meer na,ar de vergadering 'Jan naar Góds Huis „Zoo liep het, Janus, en toen was t uit, De vrouwen in der 'schik, .dat kan je be.grjj- Itorni. Ze Zien de mannen liever drie maal m irle week des avonds naar de vergadering gaan jdaii driemaal op één Zondag1. Diat begrijp- je toch wel „Ek begrijp hét zeer goed. QiYïat ze hier doen kan overal geschieden. En ik heb het taiet ver mis, vermeen ik, als ik zeg, dat het Sn bet belang van Kerk, Maatschappij en flluisigezin en niet, in °t minst van de vereeni- ging' zelf is. als ter zoo min mogelijk op Kon dag vergaderd .wordt," Volkómen' met je eens, JanusU Sabotage, Zoo langzamerhand ziju in Frank rijk toestanden ontstaan, die ieder weldenkend menseh de schouders doen ophalen voor de parlementaire republiek. Wat Jn elk beschaafd land tot de onmogelijkheden, zou behooren, een georgansieerd verzet tegen de openbare orde, behoort hier tot de dingen van den dag. De hoofdleider van dal stelselmatig verzet is wel Gustave Hervé, de man die een paar maan den geleden in de „Guerre sociale" de spoorweg, arbeiders, aanried zich tot een „Organisation de Combat" te vereenigen, tot een soort vecht)- bond dus, die door zijn voorbeeld de trage massa, moest doen ontwaken en haar met strijd lust bezielen. Die raad werd maar al te gretig opgevolgd en nog dezelfde week stond de „Organisation de Combat" op pooten. Den eersten Juni reeds zond ze een circulaire aan allerlei bekende woelgeesten met het verzoek om zooveel zij konden de telegraafdraden door te snij»!en. Die circulaires zagen er aldus uit: „Kameraden, De makkers, die je dit papier overhandigen, kennen je, ab kent gij ze niet. Verontschuldig hen de circulaire niet onder teekend lo hebben. Ze kennen je als een oprecht revolutionair. Ze vragen je de telegraaf- en telefoondraden door le snijden, die in den nacht van'Maandag op Dinsdag in je bereik zullen zijn. De volgende nachten moet je er mee voort gaan, zoo dikwijls, je maar kunt. Zoodra het gouvernement er genoeg v#n zal hebben, zal het de 650 beambten weer in dienst nemen, die het afgezet heeft. De Organisatie." Ongemeen brutaal! Natuurlijk. Maar er is. meer nog. 1 Die circulaires omschrijven voorts tot in de kleinste' bijzonderheden, hoe de revolutiemannen het moeten aanleggen om het best hun. doel te bereiken; werktuigen worden genoemd, dis voor het misdadige doel het best kunnen gebezigd worden, aangewezen wordt hoe en waar 'de draden moeien doorgesneden worden, kortom het is een zoo uitvoerige en pnactisohe handhi leiding, dat ook voor keken in het „vak" het, werk in een minimum van tijd te leeren valt. De instructie eindigt aldus: „Deze voorschriften, nuttig voor de tegen woordige omstandigheden, bij spoorweg-, post en algemeene werkstakingen, zullen ook van niet minder belang zijn wanneer een oorlogsverkla ring dreigt." Misdadiger kan het haast nietl Nog een staaltje van de wijze waarop het comilé werkt: In een brochure van Emit- Pouget, getiteld „Le Sabotage" komt onder meer de volgende passage Yöor: „Werkzaamheden, verricht door het Geheime revolutionnair comité in de omgeving van John vitte en van het comité van Seine-et-Oise van; 8 tot 28 Juli 1910. Doorges'neden kt de- omgeving van Montessön, Le Vés'wiet, pont du Pecq 78 lijnen, 26 Juli, baanvak Mekin-Montgéron 32 lijnen, 25 Julii, baanvak Corbeii Draveil 21 lijnen, 28 Juli, baan vak van de P. L. M. port© de Charenton, -87 lijnen, totaal 221 lijnen." Zoo iiels! spreekt boekdeelen. t Het centraal comiité voor de anarchie is- 'dan. ook oppermachtig. Het bes'chikt over een' vol maakt goed georganils-eerden troep van drie vierhonderd man, die met behulp van automo bielen hun „heldendaden" ten uitvoer brengen. De „regeeriing" stehijnt onmachtig, deze anar chie den kop in te drukken, afhankelijk als1 zij iis1 van de socialisten, die pp hun 'beurt de revolubemannen van de ^Guerre Sociale" niet willen ontstemmen. En de „regeeriing" moddert maar door en gooiit zoodoende het Iaats'te beetje aanzien, dat) ze nog heeft, te grabbel. Is- het niiet teekenend voor den tegenwoor- diigen janboel, dat op de muren te Parijs'plak katen zijn aangebracht, waarop in groo'te Jetters- te lezen slaat „Wat heeft de parlementaire republiek aan de arbeiders beLootd? - Alles! En wat geeft de parlementaire republiek aan de arbeiders'? Geweerschoten 1" En geen politieman krijgt last of denkt er aan, due plakkaten af te s'cheuren Wat zou het denken dé regeermgstaannen' die heel andere dingen. aan het hoofd: hebben:» zoo neelt b-.v. het huidige ministerie niet alleen, tal van ontslagen beambten in dienst genomen,' maar aan de heeren ook nog het loon voor 'de Stakiingsmaand doen uitbetalen It De „saboteurs" in Frankrijk hebben tevens de telegrafische gemeenschap tusschen Frankrijk en Engeland welen le storen. Zij hebben in deRiuél Pardie in Parijs-1, waar een onderjrond-werk wordt uitgevoerd, den kabel doorges'neden. De dader is nog niet gevonden. Een wisselwachter op den Westerspoorweg heeft erkend, dat hij een onveilig signaal heeft weggenomen, met het doel dit zelf aan de au toriteiten mede te deelen. Men zou natuurlijk aan „sabotage" denken, en hem, den wisseb wachter, beioonen wegens zijn waakzaamheid. Geheimzinnige moord op een prins-ter. Woensdagmiddag werden de bewoners van Saint- Séverim, in het Frans'che departement Chave.nte, opgeschrikt door een hevigen knal, blijkbaar af komstig uit de pastorie. Toesnellende zagen zij tot hun ontzetting, hoe de Z. E. H. pastoor- Guillebault, de biimci.jni.aats van zijn woning opstrompelde, wankelen^' en met bloed overdekt, dat uit een diepe wonde aan den kin over zijn; priesterkleed stroomde. De ongelukkige riep om hulp en zakte toen in elkaar. Men snelde toe en buren droegen dent gewonde in de keuken der pastorie-, waar de geneesheer en de apotheker van het plaatsje hun zorgen aan hem wijdden. Toen de laatste den zwaargewonde naar den moordenaar vroeg, ant woordde pastoor Guillebault, terwijl hij den blik op den kring van menschen om hem heem richtte: „Hij is hier!" 'Men kan niet de ontroering voorstellen, door deze paar woorden gewekt. Tevergeefs' echter drong men er bij den geestelijke op aan, den moordenaar duidelijk aam te wijzen. De ge wonde antwoordde slechts: „Ik' vergeef hem. Moge God het insgelijks doen." Daarop verloor hij zijn bewustzijn, en overleed in den ochtend van Donderdag, zonder nogmaals' bij kennis ie zijn gekomen. Het drama moet zich, volgens hen, die het eerste ter plaatse kwamen, als volgt hebben toegedragen De pastoor rustte wat uit in zij'n slaapka mer, toen er aan de buitendeur werd geklopt. De priester, ongeveer 45 jaar, krachtig gebouwd, die geheel alleen woonde, daalde de traip af, maar toen hij bijna beneden wais, dook' een individu uit de duisternis van bet portaal op, die 5 bout portant, van beneden naa/r boven, teen geweerschot op hem loste-, dat hem onder ld© kin trof. De moordenaar verdween dadelijk zonder dat men weet langs welken weg. 't Geweer, dat hij achterliet, behoorde aan 'n huurman van den geesteilijke_, iemand die bo-i ven iederet verdenking staat. Het wapen moet gestolen zijn uit eela prieeltje, dat als ajcht- stand diende. In iedelr geval moet da moorde naar goed op de pastorie thuis zijn getweest. -De poli:ie doet thans ijverig onderzoek naar den la'cen sluipmoordenaar. Dood vfan e©n trommcl-millioinviir. Nierw- 'Yorls telt sinds eenigej dagea eem interessant burger minder. De „trommelende millionhair" is plotseling gestorven. Simon B-ernheirner had als groot landbouwer een vefrmogen van over de 50 müMoen gulden bijeengegaard. Hij was voornamelijk' geïnteresseerd bij talrijke door Duitschers opgerichte bierbrouwerijen. Daarbij beoefende hij een sport, die hem veel tijd en geld kostte: hij trommelde. Hij had In den loop der jaren een enorme cpll-octie trommels aangelegd, vanaf de pauken der middeleeuwen, tot de elegantste modellen van <1 en Hieuw eren- tijd omvattend. Op deze instrumenten 'was hij een groot artist. De dood heeft hem bij de uit oefening van zijn kunst verrast. Hij kreeg n.m. een beroerte tijdens 'n concert van een door hem bijeengebracht millïonnairs-strijkje, waarin hij de pauken bespeelde: Bcrnheimer heeft zich doodgetromm-eld. hij althans 8 Juli 1910 zijn woonplaats bin nen de gemeente heeft gehad, zou de burge meester bereid zijn alsnog bedoelde verklaring af te geven. Volgens de „Baanbreker", bet door den heer Lindeijer geredigeerde weekblad, ver klaarde de burgemeester in een onderhoud, dat hij van meening was, dat art. 19 der Gemeente wet, waarin als een der vereischten om lid van den Eaad te kunnen zijn, wordt genoemd dat men gedurende de laatste twaalf maanden zijn woonplaats in de gemeente heeft gehad, ook van toepassing is op art. 17. COMMISSIE VAN TOEZICHT OP OPEN- BAEE LEESZALEN. Nadat in December j.l. door de Tweede Ka mer het beginsel van Eijks subsidieering van Openbare Leeszalen is aangenomen, werd van wege de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken eene commissie in gesteld, wier taak in het bijzonder zou zijn toe zicht uit te oefenen op de nakoming der door de Eegeering te stellen voorwaarden waarop van Eijkswege steun zou kunnen worden ver leend. Deze Commissie bestaat uit 5 leden, waar van 4 leden door 't Bestuur der Centrale Ver eeniging werden benoemd, terwijl het 5e lid door den Minister van Binnenl. Zaken wordt aangewezen. Dezer dagen werd als zoodanig aangewezen dr. J. Th. de Visser, lid der Tweede Kamer, terwijl als verdere leden zitting namen de* heeren mi'. J. N. van Hall, te Amsterdam, mr. V. H. Eutgers, te Hilversum, dr. M. Schoen gen te Zwolle en_dr. Th. Stoop, te Dordrecht. INGEZETENE OF NIET? Bij de jongste periodieke verkiezing voor den Gemeenteraad te Vlissingen werd o.a. gekozen het eerste sociaal-democratisch lid, de heer G. F. Lindeijer. Een paar dagen na zijne verkiezing ontving de heer Lindeijer een schrijven van den Burgemeester waarin deze bezwaar maakt te gen het afgeven van eene verklaring getuigen de dat de gekozene op den dag waarop de uit slag der verkiezing werd vastgesteld ingezete ne was. zooals art. 17 der Gemeentewet dit voorschrijft. En wel op grond dat de heer Lin deijer eerst op 30 Juli 1910 in de bevolkingsre gisters werd ingeschreven, terwijl bij op 18 Juli 1911 gekozen werd tot Baadslid. Als de heer L. het hewijg kan leveren, dat Langs de straat. Leo in de Amsterdamsche „Tel.": De hondsdagen.... Hedenmorgen, zeer vroeg, toen de stekende zon nog schuins de witpoeierige straten dezer stad beplaste, ben ik getuige geweest, de ver bijsterde getuige, van 'n betreurenswaardig voorval, dat 'k, half-vergoelijkend, half medelij dend, toeschrijf deels aan -de martelende warmte, die goede hersens tot slechte, en slech te hersens tot drabbelkoek misvormt, deels aan de uitwerking der stakingsontroeringen. Het was acht uur, op den hoek van Hemony- straa't en Hemonylaan, en een elegant agent stond, snorbeaaiend, te beschouwen een magis traal-gebouwde keukenmeid, toen zijn gevangen aandacht werd afgeleid door 't aanstormen van een grijs-linnen overhuifden auto, uit welks ingewanden zich twee politieagenten losmaak ten, de een mollig, zwart, kort, gekneveld en ge haard van git, de ander ijl, sporadisch, dun, lang, gesikt van vlas en grijs-oogig. Lezers, het is gebeurd.... Nauw hadden zij den beganen grond bereikt of zij zetten .'.ich ter achtervolging, met over dreven gesties en ruim gegooi van armen en beenen, aan de achtervolging eener reusachti ge, peenharig© dientsmaagd, grof gebeend en mansoh, die uit 'n anderen auto scheen ge vlucht. Met glazigen blik en hevig bewogen aanschouwde de elegant het uitzinnig doen zij ner collega's, die als krankzinnigen ronddraaf den. Spoedig kwamen menschen toeloopen, tien, twintig, veertig. Aan een der ramen zag ik het ontstelde hoofd schuddebollen van mevrouw Marie van Wester hoven, die wit was. Wat was het? Wat zou het worden? Wes halve het uitbundig galoppeeren dezer beide zoo danig uiteenwijkende agenten, zwart en dik de eene, geel en lang de andere? „Waggebuirt 'r?Waggebuirt'rom Gos- wil, mense?" vroeg 'n juffrouw uit de buurt, en schrikrimpels omhuiverden haar velligen neus. ,,'n Ongeluk? Ister 'n móórd gepleeg? Heit die meid d'r kind gewurrrg?" Niemand wist 't. Na eenig beraad ging de elegant op zijn klaarblijkelijk door hondsdolheid bevangen kornuiten af, wilde hen toespreken. Toen zag 'k iets infaams. Ik zag hoe Louis Chrispijn Jr., die daar pas seerde, in plaats van 't gezag, 't elegante, kal me gezag te steunen, de razende agenten fluks waarschuwde; die daarop den auto instoven en i i een wip uit 't gezicht waren, naar 't Frede- riksplein toe, alwaar zich een dusdanig tooneel nogmaals afspeelde. Hier zelfs ontzagen zich zéér bekende tooneelmenschen, als de heer Sam Kinsbergen en zijne eehtgenoote, de bekende komiek Bussiau en nog anderen, de óf dronken óf waanzinnige „ordebewakers" het móehf wat! toe te juichen en aan te moedigen in hun buitensporige strapazzen. Zoodra een hunner confraters naderde, sprongen zij ijlings in de auto en waren ver dwenen. Op de Hoogesluis was de oploop van nieuwsgierigen zoo verbazend groot, dat het tramverkeer even moest stoppen. Maar het al lerergst gingen de vandalen-in-uniform te keer op het Waterlooplein, waar hun auto, bestuurd door een pseudo-chauffeur, alle stalletjes omver reed Is dit een wèreldstad, waar zóó de spot kan worden gedreven met wat ieder fatsoenlijk Am sterdammer het dierbaarst is? Een kleinigheid vergat ik. De agenten waren niet echt. Het waren de heeren Hock en Urban van Prot. En de dienst meid was een man en de chauffeur was Is. Zwaaf. En Lou Chrispijn was de regisseur van deze bioscoopvertooning, inleiding tot een film van den heer Nöggerath, waarvan Am sterdam spoedig te genieten krijgt. Steenhouwers-wet. Het afdeelingsverslag is verschenen over het wetsontwerp houdende bepalingen in verband met de bijzondere gevaren voor veiligheid en gezondheid, verbonden aan steenhouwersar- beid. Verscheiden leden hadden deze zaak liever niet partiëel geregeld gezien, en een meer al gemeene wet tegen gevaren in en uit den ar beid ontstaan. Tegen de wetsvoordracht zelve rezen ver schillende bedenkingen. Zij betreffen het be ginsel der persoonlijke vrijheid die door de over dreven Staatsinmenging wordt verkort en het verantwoordelijkheidsgevoel, het initiatief en de energie onder het volk, welke door die uit gebreide inmenging worden gedood. Ook de vrijheid vgn beroepskeus wordt aangetast en de Staat plaatst zich tusschen de ouders en hun minderjarige kinderen. Ook werd opnieuw ge wezen op de bezwaren welke door het te diep ingrijpen van Staatswege in de verhoudingen tusschen werkgever en werknemer kunnen ge boren worden. Andere leden die zich niet in het vraagstuk der sociale wetgeving wilden verdie pen, bepaalden zieh tot het wetsontwerp op zich zelf en trachtten aan te toonen, dat de speciale maatschappelijke en gezondheidsbelangen bij den steenhouwersarbeid betrokken, het aanwen den van deze Staatszorg wettigden, hoewel enkelen toch nog verschilden in het antwoord op de vraag die zij zich stelden of, zelfs beperkt tot deze materie, de overheid niet verder gaat dan strikt noodig is. Andere leden vereenigden zich ook met de principieele bestrijding niet en verdedigden zoowel de algemeene strekking als de afzonder lijke bepalingen van het wetsontwerp. Men wees er daarbij op, dat het ontwerp in de Twee de Kamer een belangrijke omwerking heeft on dergaan. legen het óók geopperd bezwaar wegens de delegatie van veel in deze zaak aan de uitvoe rende macht en de districtshoofden werd aan gevoerd dat het hier gevolgde stelsel sinds ja ren met goed gevolg is toegepast op de Veilig heidswet zonder dat dit tot moeilijkheden leid de. Ook in zake de beuring zijn o.a. in he. mijnbedrijf en voor de phosphor-lueifersfabrie- ken reeds vroeger maatregelen genomen die thans door sommigen worden afgekeurd. ZANDVOORT. Ongeval. Zondagmorgen sprong'dooi de hitte een der Jsatels in de bakkerij „voor heen Paul Kaiser" alhier. Een der knechts verloor een oogenblik het bewiLstzijn, er ontstond een scheur in den ovenmuur ien een aanmerkelijk deel van het baksel was bedorven. Doordat brood uit Haarlem aan gevoerd moest worden, geschiedde de bestel ling later dan anders. 10.) Aan eene laugwerp.p, met keUr Van zen beladen tafel, zat een schitterende rij dames, oogverblindend flikkerende van goud, [diamanten en bloemen. Achter haar bedienden of aten de heeren, naar gelang zij bet een of het andere verko zen. Het was inderdaad een tooverachtig jgckoiiwspei. Met Praehtige tafeiziiver weer- ikaatste '^endvoudige brekingen 't licht dei -de wezenstr ra verlichte, eenigszins ver- moc i dien chn der dames, ontleenden aan al ra:r!(i s,een misschien kunstmatige maar frischheid. in een UB vol "ïscnneict. ftet sin zelf, dat Carral niet a des Va Héns Td Wllt, mevrouw, sprak PTdien ik 3® «e»' (Aral id heb. Waar br avond tevergeefs 'fezc!' Ypgrijp ik nietJ Z°° Plotseling vandaan .7 (d (teil nipnwiaó™ ronw do Rumbrye l waarliiV nnn j^koinene wendende uit, iet JS *v 1 'Uv gelden, sinds wij het genoegen gehad hebben u te zien, mijn heer. Carral maakte een stomme buiging. Maar gij schijnt geheel veranderd, ver volgde de markiezin met eene spotachtige welwillenndheid; zijt gij ziek geweest? Ik lijd, antwoordde Carral fluisterend. De drommel hale mij als hij er niet uit ziet als een uit het graff verrezene, bromde Alfred Lefebvre des Vallées, wien zijn corset hinderde en die daardoor uit zijn humeur was. Mevrouw de Rumbrye schoof haar leuning- stoei op zijde. l^+i6e"f een stoel aan mijnheer Carral, ge- ra?et een lichten zweem van spot, gevoelen aileejl de scherpe beteekenis kon Carral gehoorzaamde werktuigelijk en bleef roerloos zitten. Het onderhoud, een oogen- blik door dit voorval afgebroken,- werd wel dra weder algemeen. Mevrouw de markiezin, zeide Xavier na verloop van eenigen tijd, heeft mij opgedra gen haar aan een belofte te herinneren, die zij ons gedaan heeft: „de geschiedenis van Narcissus Bij het dessert, viel de markiezin hem in de rede, daarbij Carral met een blik on dervragend. Deze verroerde zieh niet. De spieren van zijn gelaat schenen van brons. Op mijn woord van eer, mevrouw, riep Alfred Lefebvre des Vallées, dat heet ik ons geduld op een zware proef stellen. Gij die zoo goed weet te vertellen. En zoo pikant. Zij wilde nog wat wachten, niet nit mede lijden, maar nit berekening. Toen zij aarzel de, keerde Carral zich langzaam naar haar toe en keek haar strak aan. Zij nam dien blik voor eene uitdaging op; en daar het geheele gezelschap voortging met bij haar aan te dringen, begon zij met een wreeden glimlach op de lippen: Het zou mij niet fraai staan, om tegen over uwe vleiende belangstelling mij nog lan- ger_ te laten bidden. Luister dus naar de ge schiedenis van Narcissus; het is een actua liteit. Zwijg, om 's hemelswil, mompelde Car ral met gesmoorde stem. .was dan °P Sint-Domingo, begon de markiezin, zonder op zijn woorden acht te geven, een muia„, dien men Narenssus noem de. Het was ue zoon van een negerin, Passi- phaé geheeten. en een blanken kamerdienaar, met name Lafleur. Genoeg, siste Carral haar in bet oor, ik verkoop hem u, ik zal hem in bet verderl storten, ik zal hem dooden, als bet moet. De markiezin gring* niet haar verhaal voort, dat een bloedige waarheid was, want onder zijn scheldnaam had die Carral een ellendig en slecht leven geleid; maar eerst beant woordde zij de bede van den mulat met een veelbeteekenenden blik. Die blik beloofde i den vrede. Tusschen hen was het verbond op- j nieuw bezegeld- Niettemin verhaalde mevrouw de Rum brye de geschiedenis van Carral in al hare bijzonderheden. Zij was er mede begonnen, zij kon er niet in blijven steken. Al leen veranderde zij den nieuwen naam, waar onder de held in de Parijsche wereld hekend was, zoowel als zijn verdichte nationaliteit. Maar dewijl die wijziging de heerschappij hacl kunnen verzwakken, die zij over den mu lat uitoefende, verzuimde zij niet hare voor zorgen te nemen en voegde er ten slotte bij: Gij allen, of tenminste het meerendeel uwer kent dat verachtelijk en bespottelijk personage. Ik zal u vandaag zijn waren naam niet noemen; gij inoogt het grilligheid of me delijden heeten, ik wil het niet. Misschien zal ik mij later minder bescheiden toonen. Eenmaal ontslagen van den vrees van ont maskerd te worden, had Carral spoedig zijne gewone onbeschaamdheid lici-irome^- Wij willen niet zeggen, dat hu b« het hoe ren vertellen zijner eigene geseh.edems, die op zulk een gekseherenden en tegelijk grie- venden toon verhaald werd, niet meer dan eens sidderende, maar hij wist ten minste zijn ontvoering volmaakt te verbergen. Hij ging zelfs nog verder; hij was een van de eersten, die er op aandrongen om den naam van dien önbesehaamden zoon van een lakei en een negerin te vernemen, die de stoutmoedigheid gehad had zich voor een edelman te doen doorgaan. Alleen de jonge Alfred Lefebvre des Val lées schreeuwde harder dan hij. Op mijn woord van eer, riep de edelman, het zou mij vijftig pond waard zijn den naam naam van dien vlegel te kennen. De markiezin toonde zich onverbiddelijk en moest bij die gelegenheid een grooten roep van bescheidenheid verwerven. Bij het ver laten der tafel nam zij Carral's arm. Gij zijt een stijfhoofdige dwaas, sprak zij, en ik vermeen, dat gij mij dank zult we ten u niet gestraft te hebben. Ik dank u, meesteres, antwoordde Carral. Houdt u voor gewaarschuwd, ik vergeef slechts eens. Komaan, gij zijt in staat mij te gehoorzamen; gij kent, gelijk ik weet, een aantal dier geheime inrichtingen.... Kies er een, die inzonderheid verdacht is. j]j zaï de slechts befaamde kiezen. Eu vergeet vooral niet de voorafgaande aangifte ter plaatse waar het behoort. Ik zal niets vergeten. De markiezin sloeg bij toeval de oogen op; haar blik viel op een groep, gevormd door Xavier, Helena en den heer de Rumbrye. Zie eens, riep zij uit, zou men niet zeg gen. dat zij het met elkander eens zijn? Wij moeten ons haasten, de tijd dringt.... Wan neer kan het geschieden? Morgen. De markiezin kon hare vreugde niet ver hergen. Goed, zeide zij. Ik reken op u en ik zal u beioonen, gelijk ik u gestraft zou heb ben; buitengewoon. Zij scheidden hij die woorden van elkaar. Intusschen had de heer de Rumbrye hen sinds den aanvang van dat tooneel niet uit het oog verloren, hoewel hij het met Helena en Xavier zeer druk scheen te hebben. Toen de markiezin, Carral verlatende, dan ook een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5