binnenland. dwaalwegen. REINS UIT OER ORTREL BUITENLAND. Handschoenen. Au Bon Marché „Noyon s" Haarlem-Brussel. Handschoenen. feuilleton ra. AERDENHOUT. NIEUWE HflARLEmSCHE COURANT ™«?£map ïwea ministers in ketenen. Een merkwaar dig staaltje van de manier, waarop ei mwij en koning Menelik's rijk wordt omgesprongen met ministers en hunne waardigheid woia oor en correspondent van het „Berk Tagebl. te Addis Abeba verhaald, m een schrijven, dat weliswaar Ongeveer drie weken geleden dateert, maar daar door niets van zijn belangwekkendheid inboet. De briei luidt aldus: Wat zouden onze landgenooten er loch wel van zeggen, als de bladen het bericht eens brach-; ten, dat twee ministers in dien of dien staat wegens hoogverraad in keienen waren gesloten en vier dagen later het doodvonnis tegen hen werd uitgesproken Hier, in Abessüiië, trekt niemand zich daar iets van aan. Men weet immers van te voren, dat de heide waardige mannen zich met een meer pï minder groot bedrag kunnen vrijkoopen, al kunnen ze dan in langen tijd niet nog eens men op de Fransdie lo catie te Addis Abeba tevergeefs op den mmis- ïer van Huitenlandsche Zaken, Nagadirus Igessu; hii zou daar de gelukwenschèn der Abessynische raseering, ter gelegenheid van den Franschen national en feestdag, komen overbrengen. Des middags verbreidde zich liet gerucht in de stad, dat de minister van Bnitenlandsche Zaken (die tevens minister van Financiën is),, en de minis ter der Posterijen, Lidj Bajané, van hoogver raad waren beschuldigd en in boeien geslagen. En een paar dagen later werd plechtig het dood vonnis over hen uitgesproken. Dit is echter, zooals leeds gezegd, een pure vormelijkheid. De kleine dieven en misdadigers hangt men hier op en de groole moeien dokken en flink cok. Den minister der Posteiijen worden de vol gende drie misdrijven voor de zwarte voeten geworpenten dage der misiukie staatsgreep van Ras Abate was door den Abessynkchen minis terraad besloten, het hoofd der missie, dienaar de Engeische kroningsfeesten was afgevaardigd, Kassai, een telegram achterna te sturen, dat hem meiden moes!, dat in Addis-Abeba alles rustig was, en de kweslie-Ras Abate in tier minne was geschikt. 'Dit telegram nu had Lidj Bajané niet verzon den, maar verduisterd. Ten tweede: langen tijd geieden is een der Abessynische kroonpretendenten, Fiiauraii Taié, neef van vaderskant van keizer Menelik, naar de bergvesting „Ankober'' verbannen. Deze Fitau- rari Taié zou, voor meerdere veiligheid, naai den vader van den premier Ejassu' Ras Mikaei, gouverneur van Wpllo, gebracht worden. Maar tijdens de dagen van de staatsgreep seinde Ba, jané op eigen houtje, dat Fitaurari niet uit An- 'kober weg mccht. Ten derde: aan den machtigen Ras Weide Georgis, neef van keizer Meneiik en zwager van keizerin Tailu, zoowel als van Ras Olie, seinde Bajané in diezelfde dagen: „Wees op uw hoede I" Deze drie gevallen toonen in elk geval tamelijk duidelijk aan, dat de brave Ba jané wat in den zin had en niet te verlroiuwen was. Igessu was Btajané's medeplichtige en werd deswege ook maai- ter dood veroordeeld. Maar hii is steenrijk en zal er wel genadig afkomen. Baiané is echter een niet zeer vermogend par ticulier, en trekt hoogstwaarschijnlijk dezer da gen de vesting „Ankober" als staatsgevangene binnen." Ervaringen op reis. Iemand, die een reis in Zwitserland heelt gedaan, zendt aan de Frank furter Ztg. de volgende proeven uit een woor denboek, waarvoor zijne ervaringen op reis hem de gegevens verschaft hebben: omnibus ver voer van gevangenen; entrée de i'holel de twee laurierboomen; vestibule de koflerbu/cht gérant de buigende automaat; propriétaire de gvoote onbekende; \V. C. het ochtendbeleg; jüt de chronische reparatie; comrnis voya- „eur do eigenlijke hoteldwingeiand; concierge de beleefde man, die nieis weet; la vue au lac - 20 Irs. meer; salie ft manger de étende trappisten; menu du diner veel lawaai voor niets; cabinet de lecture praatkamer; l'addüion het verschrikkelijk einde; départ plotselinge verschijning van alle bedienden. GRENS- EN KUSTWACHTEN. In het laatste nummer van „Alien Weer baar", schrijft de heer A. E. Dudok van Heel, onder den titel „Een beroep op de regeering", over de noodzakelijkheid dat onze weermacht in alle omstandigheden kan gemobiliseerd worden. Naar aanleiding der verwikkelingen tusseben Duitschland en Frankrijk, betoogt de schrij ver, dat een oorlog haast niet denkbaar is zon der dat een der beide partijen of wellicht beide partijen, onze neutraliteit trachten te schen den. Hoe meer nu de buren overtuigd zijn van onze macht en onzen wil, des te grooter de kans, dat onze neutraliteit zal worden geëer biedigd, daar tot bondgenoot der tegenpartij maakt. Het is echter niet voldoende, zoo gaat de heer D. v. H. verder, dat wij een krachtig leger op de been kunnen brengen, wij moeten er zeker van zijn en de buren moeten ook de vaste overtuiging daarvan hebben dat wij onder alle omstandigheden onze weermacht zullen kunnen mobiliseeren. Zooals de toestand nu is, missen wij alle waarborgen, dat wij ons leger steeds zullen kun nen mobiliseeren, ja, ik durf te beweren, dat de zekerheid bestaat, dat wij het niet zullen kunnen doen. Men make zich daaromtrent geen illusie. Hij die een schending onzer grenzen beraamt, zal die steeds door overrompeling trachten uit te voeren, en wij hebben geen maatregelen getroffen, die werkelijk in staat zullen blijken te zijn, zulk een overrompeling te beletten aan de kust en nog minder aan de landgrenzen. Dan gaat de schrijver na wat tot dusverre in die richting is gedaan, het blijvend gedeel te, de landweer in de grensdistricten, die we gens gebrek aan kader niet gevechtswaardig is en wier districten veelal te groot zijn om een concentratie a la minute mogelijk te maken. Hij vindt het onverantwoordelijk, de dekking der rhobilisatie daaraan te willen toevertrou wen. Voldoende waarborgen kan volgens hem slechts geven een afzonderlijke, sterke, streng geïocaliseerdê grens- en kustwacht, getrokken uit alle gezonde, en krachtige inwoners langs de grenzen. Op de instelling van zulk een grenswacht nu wil hij de opmerkzaamheid der regeering ves tige" Ite overledene arrestant. Na het relaas van het U. D., naar aanleiding van, inlichtingen inge wonnen bij den burgemeester van Jutphaas, heeft de Si.ct. het noodig geacht nogmaals een onder zoek in te stellen naar de bekende zaak te Jut faas. En dit onderzoek heeft volgens haar ten volle bevesligd, wat zij in haar nummer van 1.1. Zaterdag schreef. De gemeenteveldwachter Oos- lerkamp heeft wei degelijk onverantwoordelijk gehandeld. Bij de verschillende personen waar inlich ingen ingewonnen zijn,is de uilecnzcllin '/He de Si.ct. van het geval geett, ten. volle als juist! erkend, terwijl de beschouwing van het U. D. sleeds als onjuist werd gekwalificeerd. Na de uitgebreide inlichtingen, welke de St.Ct. heeft ingewonnen kan zij nog het volgende mee doe len Het was circa 5 uur, dat de overledene Hil lebrand le Jutfaas bij den tol door veldwachter Coslcrkamp werd aangetroffen in zwaaieii.de hou- ding. Meenende dat de man. dronken was, welke meening door geen enkel ander feit als het onzekere loopen werd verstrekt, heeft veldwach ter Oosterkamp, den aangehoudene gebracht naar het arrestantenlokaal. Volgens het U. D-. „niet in het cachot waar men gewoonlijk dronkaards opsluit, maar in een ander vertrekje Dit is volkomen onjuist. Er zijn te jutfaas, twee ar- restianteiilokalen. Dat waarin Hiilebraud was op gesloten, wordt steeds voor opberging van dronk aards gebezigd, terwijl het andere bijna nooit wordt gebruikt. Wat de opsluiting aangaat werd dus wel de gelijk door veldwachter Oosterkamp geen enkele gunstige uitzondering gemaakt. De persoon in kwiestis werd gewoon behandeld als Iedere an dere dronkaard behandeld zou zijn. Hij werd in het axresianienlokaal gelegd wat door Ooster kamp gesloten werd met het slot en twee gren dels. Dat hem zijn schoenen zijn uitgetrokken! kan waar zijn, maar dat doet men de meeste menschen die gearresteerd worden. Veldwachter Oostieinamp heeft Hillebrand daar laten liggen en zenle legen zijn collega Jacobs die later kwam, dat hij een dronken kerel in het hok had zitten. Een ondeizoek of de persoon wer kelijk dronken was, heeft hij niet ingesteld. Veldwachter Jacobs die van het geval niets afwist, ook niet bij de arrestatie geweest was, moet toen gevraagd hebben of het een bedelaar of een landloopcr Was, in antwoord waarop Oosterkamp zeide, dat het Hillebrand was, Ja cobs kende echter den gearresteerde niet, en wist niet dat het een- oppassend persoon was wat Ooslerkamp; wel wist. Heb' je, zeide Jacobs, zijn boezeroen open gedaan en het luikje en de raampjes open ge zet, met het oog op de warmte, wat veldwachtjer Oosterkamp verzekerde gediaan te hebben en ook werkelijk gebeurd was. Daar Jacobs «enigszins met het lot van den gearresteerde was begaan, vroeg hij Oosterkamp of hij hem niet na een poosje zou kunnen ont slaan. Veldwachter Oosterkamp die weg ging ant woordde daarop: Neen dat zal ik zelf wel doen als Ik terug kom! Jacobs had daardoor later niet de vrijmoedgiheid den gearresteerde los te lalen en meende vast met een dronkaard te doen te hebben. Oosterkamp ging daarop weg, en Hillebrand werd in hei hok achtergelaten, woelende op zijn. krib. De wed. C. van Dorssen die een koffiehuis naast het Gemeentehuis heeft, heeft toen van 8 tot 6 uur de gearresteerde hooren rochelen, blijkbara was toen reeds de doodsstrijd inge treden. Om 6 uur werd hei ^iil, de man was toen waarschijnlijk gestorven. Oosterkamp was spoedig na dc arrestatie weg gegaan. Omdat hij, zooals hij aan Mej. v. Dors sen verzekerde meende dat Hillebrand er slecht aan toe was, ging hij naar de vrouw tvan HiLle- brand die op geruinien afstand van het dorp woont, om haar even op de hoogte te stellen. De vrouw van Hillebrand schrok hevig en ver zekerde den veldwachter dat haar man nooit ge- bruk van sterkeni drank maakte, laat staan mis bruik, en dat zij zeker was, dat haar man niet beschonken was. Tevens vertelde zij dal haai man 's morgens bij het van huis gaan reeds iniet goed, en dus waarschijnlijk door de warmte be vangen was. In stede van na deze mededeelingen gehoord le hebben, oogenblikkeiijk terug te gaan, is Oos terkamp toen doorgereden. H. bleef gewoon in het hok' liggen. I nmiddels kwam eerst bij veldwachter Jacbbs 'die op het gemeentehuis was, een broer van den overledene met een zoontje van Hillebrand, met v'erzoek om vrijlating van den gearresteerde, pp welk verzoek Jacobs, die door de handelingen van Oosléïkamp. in de meening verkeerde dat Hillebrand zwaar hé,schonken was, niet inging. Wél ging hij kijken door het luikje, hoe de ge arresteerde het maakte, en meende dat hij sliep. Daarom zeide Jacobs tegen den broer en het zoontje van Hillebrand: Hij slaapt rustig, laat hem liggen, dat is voor hem het beste; steeds in de meening verkeerende, dat Hillebrand wer kelijk dronken was. Hij ioch meende dat Ooster kamp dat goed onderzocht had. Later, toen de patroon van den. overledene te Juiiaas, met zijn onderbaas Stroom om vrijla ting vroegen, heeft hij hetzelfde antwoord ge geven. Dat ging niet, en ook bezoek kon hij niet toestaan, wel als de dokter kwam. Beiden zijn daarop naar dr. Idenburg gegaan^ die echter niet meeging. Toen men nu circa 9 uur naar Hillebrand ging kijken, bleek dat hij was overied WatjerballeL Een dezer avonden toen het troebele water van de Lijnbaansgracht le Am sterdam rustig etn kalm lag na de dagen van verschrikkelijke hitte, hoorden de bewoners van. de omliggende huurt een drietal plompen achter elkaar en zagen ze tot hun verheugenis drie mannen rustig rondzwemmen, nu eens met een fermen crawl ingstroke, da.n weer eens met spaan- schen slag. Het drietal had zich, zoo vertelt de „Tel." niet de moeite gegeven in zwemcostuum té verschijnen en dus ploeterden ze voort in hun al zwaarder wordende kleeren. Zooals te begrijpen is, groeide de belangstel ling met de minuut en de uitroepen van de toeschouwers animeerden de zwemmers in hooge male, zooals viel op te maken uit de opgeruim de gezichten, waarmee onafgebroken het water werd weggeblazen dat probeerde in hun respec tieve monden te dringen. Een agent schoot op het lawaai toe en bleef in de eersie oogenblikken als versteend aan den wallekant staan. Dan riep hij de hulp vaneeni- ge collega's in en niet vereende pogingen trachtte men de badgasten over te halen weer op het droge te komen. Maar dit alles faalde en daarna werden de dreggen losgegespt en uit gegooid naar de ronddrijvende mannen. Maar onder homerisch gelach doken deze telkens on der of sloegen ze de dreg op het juiste mo ment weg. Dè vrienden van de waferrninnaars vonden dat de grap lang genoeg had geduurd, vooral waar de agenien vast besloien schenen om „buit" le maken. De vrienden boomden tenminste een zolderschuit naar de benarde zwemmers, hielpen ze er op en wilden ze n.u meteen aan den wal brengen, waar de agenien hen niet konden be reiken. Maar't noodlot wilde dat juist een wa gen van lijn 10 naderde waar een paar agenien voorop stonden. En die sprongen toen ze het gewemk van hun collega's zagen, terstond .van den tramwagen af om mee te doen aan de jacht, toet heit gevolg dat de zwemmers zich over moesten geven en gebracht werden naar het politiebureau Lauriergracht. Dit ging echter niet zonder protest van de zij van het publiek, dat vond dat zoo'n openluchtvoorstelling niet uit mocht loopen op een bekeuring. De wapenstok' moest zelfs getrokken worden. BLOEMENDAAL. Gemeenteraadsvergadering. Gisterenmiddag vergaderde de raad dezer gemeente. Voorzitter de heer Burgemeester. Afwezig de heeren Jacometti, Bijvoet en Roozen. De notulen van de vorige vergadering- worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Tot leden van de commissie tot onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw inkomende leden werden benoemd de h.h. De Waal Male- fijt, v. d. Hulst en van Tienhoven. Volgens rapport van de commissie zijn de geloofsbrieven in orde en wordt geadviseerd tot toelating. De aftredende leden, die de raadszaal ver laten hebben, komen één voor één terug om te kunnen medewerken tot toelating van hun mede-aftredenden. Ten slotte worden alle aftredenden en de nieuw-gekozen leden toegelaten en gelukge- wenscht door den Burgemeester. De Voorzitter herdenkt met eenige harte lijke woorden den afgetreden Commissarris der Koningin van deze provincie, Mr. J. G. van Tienhoven en hoopt dat hem nog meer dere gelukkige jaren zullen gegeven worden. De raad betuigde door applaus instemming met het gesprokene. Onder de ingekomen stukken was o. m. een schrijven van deu heer v. Dob- hen, Kruisweg te Haarlem, betreffende het al of niet geschorst zijn van de motorveror dening. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Een rekest van de afd. Haarlem van den Bond van Ned. Onderwijzers om verhooging van salaris wordt aangehouden tot de behan deling der hegrooting. De Bond van Lichamelijke Opvoeding biedt een stukje grond aan bij de De Genestetbank en tevens de bij de bank behoorende oorkon de. Worden aangenomen. Vaststelling bouw- en wegenplan voor „Oosterduin". Uitvoerig worden behandeld de bezwaren door den heer van Vliet tegen het betreffen de concept-raadsbesluit ingebracht, waarna dit met eenige aangebrachte wijzigingen met algemeene stemmen wordt goedgekeurd. Aan den heer M. J. Doemen, die gedurende een half jaar waarnemend hoofd der school te Overveen is geweest, -wordt een gratifica tie verleend van 250. Het voorstel tot overname van grond tot verbreeding van den Boekenrooderweg wordt met algemeene stemmen aangenomen. Bij het voorstel tot uitgeven in opstal voor den tijd van 10 jaren van den grond, waarop het tolhuis te Overveen staat, vraagt de voor zitter aanhouding tot de heer van Styrum de redactie van dit besluit gereed heeft. Aldus wordt besloten. Vervolgens brengt de heer Teding van Berkhout rapport uit namens de financieele commissie betreffende de gemeenterekening dienst 1910. Behoudens enkele kleine aanmerkingen heeft de commissie de rekening in orde be vonden en stelt voor B. en W. te deeliargee- ren onder dankbetuiging voor het gehouden beheer. Goedgekeurd wordt nu de gemeentereke ning in ontvangst op ƒ273,310.23, in uitgaven op 268,744.41 sluitende, zoodat een batig sal do aanwezig is van 4565.82 Bij de ondvraag vroeg de heer A. Koolhoven in opdracht van den heer Jacometti hoe het staat met het schoolgeTd voor kinderen van huiten de ge meente en hoever het staat met den school- houw te Vogelenzang. De Voorz. deelde mede, dat bedoeld school- gel hetzelfde is als voor kinderen te Over veen en wat betreft sehoolverbouwing: hij de begrooting is eraan gedacht. De Voorzitter deelde nog -mede, dat door hem aan den Burgemeester van Haarlem ge vraagd is den prijs van het water te ver lagen van 10 op 6 et. De Burgemeester van Haarlem had voorge steld de prijsvaststelling over te laten aan de Staatscommissie voor de watervoorzie ning. Hierop wilde de voorzitter niet ingaan. De Raad wenschte hij de eerstvolgende ver gadering een voorstel op de agenda te vin den voor watervoorziening aan de bewoners van den Aerdenhout; men vond het onnoodig te wachten tot Haarlem mogelijk goedgun stig zou beschikt hebben op het verzoek van prijsverlaging. Daar niemand meer iets had voor de open bare vergadering, werd deze gesloten. „Lida". Gisteren keerde 'de heer A. Lokerse, inspecteur van politie alhier, van het gehouden internationale politid-honden- comoours uit Kleef terug; hij had met den bekenden politiehond der gemeente Bloemen- daal, genaamd „Lida", den 2den prijs be haald. Overplaatsing. De haltechef, de heer Van Berge, alhier, 'zal met 1 September a.s. worden overgeplaatst naar A al ten en zulks omdat Bloemendaal vanaf dien datum wotrdt veranderd van halte in station. OVERVEEN. Personalia. Tot tweeden genees heer- pa th ol o og - an a t corn aan het Ziekenhuis te 's-Gravenhage is benoemd "de heer O. M. Furstner, arts alhier. Vlekziekte. Er is vlekziekte uitgebroken on der de varkens bij een tuinder onder Ooster duin, alhier; een der dieren is gestorven, het andere is nog ziek. Het gestorven varken is onder poli istoezcht begiraven. Strenge maatrege- gleen zijn genomen. HAAKLEMMERLIEDE GA. OnAawijzeïssalarisscn. Bij het Gemeentebe-. stuur is ingekomen een adres van de aideeiing Haarlem en Omstreken van den Bond van Ned. onderwijzers om verhooging der jaarwedde van het onderwijzend personeel. IJMUIDEN. Turn dag te IJ mui den. Ter gele genheid van het 10-.jarig bestaan der G. V. IJmuid.en zal er op Zondag ,17 Sept. a. s. alhier een turndag worden gehouden door hei Gewest Noord-Holland. Het programma luidt als volgt: 's Morgens kamp voor heeren bestaande uit ver-hoogspringen, 100 meter hardlcopen en steenstooten, en voorbereiding vrije oefe ningen mannen en sf okoefening-en dames 's Middags uitvoering der vrije- en stokocfe- ningen en v e reen i g i iigs we d s tr ij d (verplicht aantal personen 5) bestaande uit Es taf fet c- loop ,pver 205 meter voor darmes en 500 meter voor heeren. 's Morgens zal er nog voor dames gelegen heid zijn tot het beoefenen van eenige bal spelen. HILLEGOM. Veiling. Door notaris Boerlage le Heemstede zijn gisteren in het hotel Sislermans alhier ge veild eenige perceeleii weiland, bloembollenland, boschgrond en vinkembaan ie Vogelenzang. Perceel I werd in bod gebracht op f 700 door den heer H. J. Koning tc Hiilegom, perc. 2 op f 700 eveneens door den heer K., perc. 3 op f 1600 door den heer A. Adriaans tc Hiilegom, perc. 4 op 1 5800 door den heer P. Warmer dam Wz. te Hiilegom, perc. 5 op f 1800 door den heer A. Adriaans en pcre. 6 door den heer Warmerdam voornoemd. SASSENHEïM. Aangehouden. De politie te Bot terdam heeft aangehouden de expeditie- knecht L. P. vain E. Hij wordt verdacht van diefstal van twee kisten met bloembollen, een waarde- van f 300 tot f 400 hebbende. Do kisten waren per stoomboot van hier naar den Haringvliet te Rotterdam aange bracht. Op het Van Hogendorpsplein aldaar zijn de kisten onder het vervoer, aangehou den. HAARLEMMERMEER. Bm-g. Stand. Ondertrouwd: W. Arntzen en L. Dijk. W. de Graai en J. Flens. Getrouwd: Ph. W. den Dekker en J. Ha melink. N. Haspels en M. Bcchoven. W. H. Paans en M. Marbus. J. Pecht en J. J. Markwai. Bevallen: z. van C. VisserCornells. z. van E. van LeeuwenKassing. Overleden: M. J. Raven, 3 w. 3.) Dezen gedachtengang kan ik nic-t volgen. Natuurlijk doet Emich's verscheiden ons leed, evengoed ais jou; wat moeten wij echter bij hem doen? jje Uiinier heeft mooie bloemen om de kist geplaatst.... je oom ontziet geen kos en voor de begrafenis. Het wordt een groote plechtigheid, on derbrak de vrijheer. Ik inderdaad niet, hoe we Emioh meer en heter gunnen eeren, besloot tante. Tlierese opende de hppen tot eeu antwoord> maar drukte ze t volgende oogenblik vast op elkaar; z« heet op haar onderlip en trachtte haar opwellende tranen terug te houden en stond zwijgend, terwijl Malwine met zelfbe hagen vertelde, hoe zij aJJes uitgevoerd en geordend had. Op Therese terugkomende, ver telde ze spottend verder: „Zij kon niet tot be daren komen, daar er geen bidstoeltje in de .kamer stond, en zou, wanneer de huishoud ster hiertegen niet zoo erg geprotesteerd had, haar wüwaterbakje in Emichs kamer ge bracht hebben". Je meent misschien, dat ik den doode daarmee schade had berokkend? viel Therese hit, en de tranen van toorn, die zij niet langer kon terughouden, rolden over hare wangen. In elk geval heb je 'tgoed gemeend, zei de oom en legde bedarend de hand op haar schouder. Goed gemeend, al was het ook niet passend. Tante was in 't geheel geen kwade vrouw, hoewel zij Therese's beschouwingen voor ge heel verkeerd hield en grooten afkeer gevoel de van alles wat zij „afgoderij" noemde, was de gedachte in haar opgekomen j,1 <e hinderen in het uitoefenen ha- doeline- ^^"^Pliohten. Therese's goede be- moeilijk van vooroordelen vrifmakm'm hecht men te veel waarde aan uiterlijkheden Ik blijf natuurlijk sceptisch tegenovej W loof aan den invloed van wijwater en ben er zeker van 't hij het ware einde te hebben Weenen en lachen liggen in jeugdige jaren dicht hij elkander; in Therese's oogen glin sterden nog de tranen en reeds vertrok zij lachend hare lippen hij de fout, die hare tante hier weer maakte. Malwine, nog ernstiger geworden, trachtte deze te verbeteren, door halfluid „sceptisch" te fluisteren. Zij had evenwel kunnen weten, dat hare moeite vergeefsch was. Tante had geen ge voel voor fijne schakeeringen, bovendien hield zich de oude vrouw hardnekkig vast aan wat ze zich in haar hersens had geprent; net minst werkten zachte toespelingen op haar vasthoudendheid nit. Uit Malwine s gefluister meende zij iets als eene afkeuring barer meening te moeten op maken en die pretentie, welke zij allerminst had verwacht, moest met energie bestreden worden. Zij wierp t hoofd achterover. Ja, ik ben scoptisch, hernam zij op heslisten toon, doch ik ben er steeds wel hij gevaren en ik zal niet meer anders worden. Zoomin als wij vm'anderen, verzekerde Therese. Op jou jaren is 't onbedachtzaam zoo iets te durven zeggen, ook doet elk jong meisje goed, zich naar hen te schikken, van wie haar welvaren afhangt. Deze raad was in ongelukkige woorden ge uit. Therese, opgewonden en gevoelig tevens, nam hem euvel op; bloedrood geworden, gaf zij met luide trillende stem ten antwoord: Om anderen te behagen, kan men niet als een weerhaan draaien en van overtuiging veranderen. Wordt men zijn omgeving door zijn beginselen tot last, dan zijn er altijd mid delen te vinden om zich uit den onaangena- men toestand te redden. Geen scène, geen scène, Therese, zeide tante met waardigheid, en tot Malwine ge wend: Wat is nu eigenlijk cfe oorzaak van hare heftigheid? Deze trok de schouders op en zeide: The rese's wispelturigheid. Neen! viel Therese uit. Visschenbloed heb ik in elk geval niet in de aderen....! Stilte! gebood de vrijheer, die, als alle mannen, een grooten afkeer gevoelde van vrouwengekijf en die ook altijd zijne onpar tijdigheid wist te bewaren, al helde hij eigen lijk ook naar deze of gene zijde over. Tante, die hier de plaats van moeder be kleedt, weerspreekt men niet op zulke wijze; kan men haar inzichten niet goedkeuren, zoo zwijgt men. En nu geen tranen, niet pruilen; ik hoor reeds rijtuigen, de gasten komen. Het is werkelijke eene schande om zooiets te gaan schreien, nu wij na enkele minuten tegenover Emichs zusters zullen staan. Hugo had zich niet zonder eenige A'rees op weg naar Moosburg hegeven. Tot nu toe had zich zijn verkeer met zijn oom bepaald tot korte bezoeken in Fennersburg, het stadsver- blijf der familie. Het bewustzijn onder de ver anderde omstandigheden eenigszins een on welkome persoonlijkheid geworden, bij den oom te verschijnen, was dus wel in staat na- deeligen invloed uit te oefenen op zijne zeker heid van optreden. Het ging echter beter dan hu gedacht had. Oom ontving hem heel vriendelijk. Emich had den weg tot zijn hart nooit gevonden, het viel hem dus niet moeilijk van zijn verhou ding tot. Hugo beters te verwachten. In een voudigheid grootgebracht, vol eerbied voor zijn eigen ouders, mocht hij hopen, dat Hugo ook voor hem deferentie zou toonen. Tante was stijf en afgemeten, zooals Hugo haar altijd had gekend, zij legde misschien nog wat meer waardigheid aan den dag dan gewoonlijk. Haar ontbrak echter die zeker heid van optreden, welke geboorte en goede opvoeding verleenen; door aangeleerde sta tigheid trachtte zij deze te vervangen. Mal wine was ijzig koud. Therese vriendelijk en beminnenswaardig, met nieuwsgierigen blik. Hoe weinig ze Hugo ook kende, toch gevoelde zij sympathie voor hem. Onder alle Sonnecks. die in 'thuis des ooms waren geweest, was hij de eenige, tot wien zij zich aangetrokken gevoelde: daarom wa ren hare gedachten er ook altijd mee bezig, hoe hij zich zou gedragen, nu hij in 'n ganse positie was gekomen. Natuurlijk moest u u vaker in huis komen. Zou bij oom en tante honig om den mond strijken, of mocht zu hop pen in hem een bondgenoot te vinden m den strijd tegen tante? Voor karakterstudie was t overigens niet de beste tijd, want 'thuis was met gasten ge vuld, die deelneming in het treurige verlies herwaarts had gevoerd. Diep tragisch is im mers 't plotseling uitdooven van elk jong le ven; bier gold het een, dat zooveel van de toekomst had te verwachten. De onbeduiden de mensch, die huiten schoonheid en verme telheid als ruiter op geene verdiensten had te wijzen gehad, was door zijn vroeg einde een interessante persoonlijkheid geworden. De predikant hield eene prachtige lijkrede, waar in hij zulke schoone eigenschappen van den dood deed uitkomen, dat allen, die hem ge kend hadden, meenden zich te vergissen, wij. ze nooit zoo iets in hem hadden opgemerkt. Zijne Doorluchtigheid de vorst Von Weddern- heimMeerholz zeide niettemin, dat hij nooit zoo'n prachtige lijkrede had gehoord, en dus was de bijval van vele aanwezigen ook die van den vrijheer, verzekerd. Hiermede werd den ouden heer echter on recht aangedaan; wanneer ook al hij hem dn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5