binnenland.
dwaalwegen.
REINS UIT OER ORTREL
BUITENLAND.
Handschoenen.
Au Bon Marché
„Noyon s"
Haarlem-Brussel.
Handschoenen.
feuilleton
ra.
AERDENHOUT.
NIEUWE HflARLEmSCHE COURANT ™«?£map
ïwea ministers in ketenen. Een merkwaar
dig staaltje van de manier, waarop ei mwij en
koning Menelik's rijk wordt omgesprongen met
ministers en hunne waardigheid woia oor en
correspondent van het „Berk Tagebl. te Addis
Abeba verhaald, m een schrijven, dat weliswaar
Ongeveer drie weken geleden dateert, maar daar
door niets van zijn belangwekkendheid inboet.
De briei luidt aldus:
Wat zouden onze landgenooten er loch wel
van zeggen, als de bladen het bericht eens brach-;
ten, dat twee ministers in dien of dien staat
wegens hoogverraad in keienen waren gesloten
en vier dagen later het doodvonnis tegen hen
werd uitgesproken
Hier, in Abessüiië, trekt niemand zich daar
iets van aan. Men weet immers van te voren,
dat de heide waardige mannen zich met een meer
pï minder groot bedrag kunnen vrijkoopen, al
kunnen ze dan in langen tijd niet nog eens
men op de Fransdie lo
catie te Addis Abeba tevergeefs op den mmis-
ïer van Huitenlandsche Zaken, Nagadirus Igessu;
hii zou daar de gelukwenschèn der Abessynische
raseering, ter gelegenheid van den Franschen
national en feestdag, komen overbrengen. Des
middags verbreidde zich liet gerucht in de stad,
dat de minister van Bnitenlandsche Zaken (die
tevens minister van Financiën is),, en de minis
ter der Posterijen, Lidj Bajané, van hoogver
raad waren beschuldigd en in boeien geslagen.
En een paar dagen later werd plechtig het dood
vonnis over hen uitgesproken. Dit is echter,
zooals leeds gezegd, een pure vormelijkheid. De
kleine dieven en misdadigers hangt men hier
op en de groole moeien dokken en flink cok.
Den minister der Posteiijen worden de vol
gende drie misdrijven voor de zwarte voeten
geworpenten dage der misiukie staatsgreep van
Ras Abate was door den Abessynkchen minis
terraad besloten, het hoofd der missie, dienaar
de Engeische kroningsfeesten was afgevaardigd,
Kassai, een telegram achterna te sturen, dat
hem meiden moes!, dat in Addis-Abeba alles
rustig was, en de kweslie-Ras Abate in tier
minne was geschikt.
'Dit telegram nu had Lidj Bajané niet verzon
den, maar verduisterd.
Ten tweede: langen tijd geieden is een der
Abessynische kroonpretendenten, Fiiauraii Taié,
neef van vaderskant van keizer Menelik, naar de
bergvesting „Ankober'' verbannen. Deze Fitau-
rari Taié zou, voor meerdere veiligheid, naai
den vader van den premier Ejassu' Ras Mikaei,
gouverneur van Wpllo, gebracht worden. Maar
tijdens de dagen van de staatsgreep seinde Ba,
jané op eigen houtje, dat Fitaurari niet uit An-
'kober weg mccht.
Ten derde: aan den machtigen Ras Weide
Georgis, neef van keizer Meneiik en zwager
van keizerin Tailu, zoowel als van Ras Olie,
seinde Bajané in diezelfde dagen: „Wees op
uw hoede I" Deze drie gevallen toonen in elk
geval tamelijk duidelijk aan, dat de brave Ba
jané wat in den zin had en niet te verlroiuwen
was.
Igessu was Btajané's medeplichtige en werd
deswege ook maai- ter dood veroordeeld. Maar
hii is steenrijk en zal er wel genadig afkomen.
Baiané is echter een niet zeer vermogend par
ticulier, en trekt hoogstwaarschijnlijk dezer da
gen de vesting „Ankober" als staatsgevangene
binnen."
Ervaringen op reis. Iemand, die een reis
in Zwitserland heelt gedaan, zendt aan de Frank
furter Ztg. de volgende proeven uit een woor
denboek, waarvoor zijne ervaringen op reis hem
de gegevens verschaft hebben: omnibus ver
voer van gevangenen; entrée de i'holel de
twee laurierboomen; vestibule de koflerbu/cht
gérant de buigende automaat; propriétaire
de gvoote onbekende; \V. C. het ochtendbeleg;
jüt de chronische reparatie; comrnis voya-
„eur do eigenlijke hoteldwingeiand; concierge
de beleefde man, die nieis weet; la vue au
lac - 20 Irs. meer; salie ft manger de
étende trappisten; menu du diner veel lawaai
voor niets; cabinet de lecture praatkamer;
l'addüion het verschrikkelijk einde; départ
plotselinge verschijning van alle bedienden.
GRENS- EN KUSTWACHTEN.
In het laatste nummer van „Alien Weer
baar", schrijft de heer A. E. Dudok van Heel,
onder den titel „Een beroep op de regeering",
over de noodzakelijkheid dat onze weermacht in
alle omstandigheden kan gemobiliseerd worden.
Naar aanleiding der verwikkelingen tusseben
Duitschland en Frankrijk, betoogt de schrij
ver, dat een oorlog haast niet denkbaar is zon
der dat een der beide partijen of wellicht beide
partijen, onze neutraliteit trachten te schen
den. Hoe meer nu de buren overtuigd zijn van
onze macht en onzen wil, des te grooter de
kans, dat onze neutraliteit zal worden geëer
biedigd, daar tot bondgenoot der tegenpartij
maakt.
Het is echter niet voldoende, zoo gaat de heer
D. v. H. verder, dat wij een krachtig leger op
de been kunnen brengen, wij moeten er zeker
van zijn en de buren moeten ook de vaste
overtuiging daarvan hebben dat wij onder
alle omstandigheden onze weermacht zullen
kunnen mobiliseeren.
Zooals de toestand nu is, missen wij alle
waarborgen, dat wij ons leger steeds zullen kun
nen mobiliseeren, ja, ik durf te beweren, dat
de zekerheid bestaat, dat wij het niet zullen
kunnen doen. Men make zich daaromtrent geen
illusie. Hij die een schending onzer grenzen
beraamt, zal die steeds door overrompeling
trachten uit te voeren, en wij hebben geen
maatregelen getroffen, die werkelijk in staat
zullen blijken te zijn, zulk een overrompeling
te beletten aan de kust en nog minder aan de
landgrenzen.
Dan gaat de schrijver na wat tot dusverre
in die richting is gedaan, het blijvend gedeel
te, de landweer in de grensdistricten, die we
gens gebrek aan kader niet gevechtswaardig
is en wier districten veelal te groot zijn om een
concentratie a la minute mogelijk te maken.
Hij vindt het onverantwoordelijk, de dekking
der rhobilisatie daaraan te willen toevertrou
wen. Voldoende waarborgen kan volgens hem
slechts geven een afzonderlijke, sterke, streng
geïocaliseerdê grens- en kustwacht, getrokken
uit alle gezonde, en krachtige inwoners langs
de grenzen.
Op de instelling van zulk een grenswacht nu
wil hij de opmerkzaamheid der regeering ves
tige"
Ite overledene arrestant. Na het relaas van
het U. D., naar aanleiding van, inlichtingen inge
wonnen bij den burgemeester van Jutphaas, heeft
de Si.ct. het noodig geacht nogmaals een onder
zoek in te stellen naar de bekende zaak te Jut
faas. En dit onderzoek heeft volgens haar ten
volle bevesligd, wat zij in haar nummer van 1.1.
Zaterdag schreef. De gemeenteveldwachter Oos-
lerkamp heeft wei degelijk onverantwoordelijk
gehandeld. Bij de verschillende personen waar
inlich ingen ingewonnen zijn,is de uilecnzcllin '/He
de Si.ct. van het geval geett, ten. volle als juist!
erkend, terwijl de beschouwing van het U. D.
sleeds als onjuist werd gekwalificeerd.
Na de uitgebreide inlichtingen, welke de St.Ct.
heeft ingewonnen kan zij nog het volgende mee
doe len
Het was circa 5 uur, dat de overledene Hil
lebrand le Jutfaas bij den tol door veldwachter
Coslcrkamp werd aangetroffen in zwaaieii.de hou-
ding.
Meenende dat de man. dronken was, welke
meening door geen enkel ander feit als het
onzekere loopen werd verstrekt, heeft veldwach
ter Oosterkamp, den aangehoudene gebracht naar
het arrestantenlokaal. Volgens het U. D-. „niet
in het cachot waar men gewoonlijk dronkaards
opsluit, maar in een ander vertrekje Dit is
volkomen onjuist. Er zijn te jutfaas, twee ar-
restianteiilokalen. Dat waarin Hiilebraud was op
gesloten, wordt steeds voor opberging van dronk
aards gebezigd, terwijl het andere bijna nooit
wordt gebruikt.
Wat de opsluiting aangaat werd dus wel de
gelijk door veldwachter Oosterkamp geen enkele
gunstige uitzondering gemaakt. De persoon in
kwiestis werd gewoon behandeld als Iedere an
dere dronkaard behandeld zou zijn. Hij werd in
het axresianienlokaal gelegd wat door Ooster
kamp gesloten werd met het slot en twee gren
dels. Dat hem zijn schoenen zijn uitgetrokken!
kan waar zijn, maar dat doet men de meeste
menschen die gearresteerd worden. Veldwachter
Oostieinamp heeft Hillebrand daar laten liggen
en zenle legen zijn collega Jacobs die later
kwam, dat hij een dronken kerel in het hok
had zitten. Een ondeizoek of de persoon wer
kelijk dronken was, heeft hij niet ingesteld.
Veldwachter Jacobs die van het geval niets
afwist, ook niet bij de arrestatie geweest was,
moet toen gevraagd hebben of het een bedelaar
of een landloopcr Was, in antwoord waarop
Oosterkamp zeide, dat het Hillebrand was, Ja
cobs kende echter den gearresteerde niet, en
wist niet dat het een- oppassend persoon was
wat Ooslerkamp; wel wist.
Heb' je, zeide Jacobs, zijn boezeroen open
gedaan en het luikje en de raampjes open ge
zet, met het oog op de warmte, wat veldwachtjer
Oosterkamp verzekerde gediaan te hebben en ook
werkelijk gebeurd was.
Daar Jacobs «enigszins met het lot van den
gearresteerde was begaan, vroeg hij Oosterkamp
of hij hem niet na een poosje zou kunnen ont
slaan. Veldwachter Oosterkamp die weg ging ant
woordde daarop: Neen dat zal ik zelf wel doen
als Ik terug kom! Jacobs had daardoor later
niet de vrijmoedgiheid den gearresteerde los te
lalen en meende vast met een dronkaard te
doen te hebben.
Oosterkamp ging daarop weg, en Hillebrand
werd in hei hok achtergelaten, woelende op zijn.
krib.
De wed. C. van Dorssen die een koffiehuis
naast het Gemeentehuis heeft, heeft toen van 8
tot 6 uur de gearresteerde hooren rochelen,
blijkbara was toen reeds de doodsstrijd inge
treden.
Om 6 uur werd hei ^iil, de man was toen
waarschijnlijk gestorven.
Oosterkamp was spoedig na dc arrestatie weg
gegaan. Omdat hij, zooals hij aan Mej. v. Dors
sen verzekerde meende dat Hillebrand er slecht
aan toe was, ging hij naar de vrouw tvan HiLle-
brand die op geruinien afstand van het dorp
woont, om haar even op de hoogte te stellen.
De vrouw van Hillebrand schrok hevig en ver
zekerde den veldwachter dat haar man nooit ge-
bruk van sterkeni drank maakte, laat staan mis
bruik, en dat zij zeker was, dat haar man niet
beschonken was. Tevens vertelde zij dal haai
man 's morgens bij het van huis gaan reeds iniet
goed, en dus waarschijnlijk door de warmte be
vangen was.
In stede van na deze mededeelingen gehoord
le hebben, oogenblikkeiijk terug te gaan, is Oos
terkamp toen doorgereden. H. bleef gewoon in
het hok' liggen.
I nmiddels kwam eerst bij veldwachter Jacbbs
'die op het gemeentehuis was, een broer van den
overledene met een zoontje van Hillebrand, met
v'erzoek om vrijlating van den gearresteerde, pp
welk verzoek Jacobs, die door de handelingen
van Oosléïkamp. in de meening verkeerde dat
Hillebrand zwaar hé,schonken was, niet inging.
Wél ging hij kijken door het luikje, hoe de ge
arresteerde het maakte, en meende dat hij sliep.
Daarom zeide Jacobs tegen den broer en het
zoontje van Hillebrand: Hij slaapt rustig, laat
hem liggen, dat is voor hem het beste; steeds
in de meening verkeerende, dat Hillebrand wer
kelijk dronken was. Hij ioch meende dat Ooster
kamp dat goed onderzocht had.
Later, toen de patroon van den. overledene te
Juiiaas, met zijn onderbaas Stroom om vrijla
ting vroegen, heeft hij hetzelfde antwoord ge
geven. Dat ging niet, en ook bezoek kon hij niet
toestaan, wel als de dokter kwam. Beiden zijn
daarop naar dr. Idenburg gegaan^ die echter niet
meeging.
Toen men nu circa 9 uur naar Hillebrand ging
kijken, bleek dat hij was overied
WatjerballeL Een dezer avonden toen het
troebele water van de Lijnbaansgracht le Am
sterdam rustig etn kalm lag na de dagen van
verschrikkelijke hitte, hoorden de bewoners van.
de omliggende huurt een drietal plompen achter
elkaar en zagen ze tot hun verheugenis drie
mannen rustig rondzwemmen, nu eens met een
fermen crawl ingstroke, da.n weer eens met spaan-
schen slag. Het drietal had zich, zoo vertelt de
„Tel." niet de moeite gegeven in zwemcostuum
té verschijnen en dus ploeterden ze voort in
hun al zwaarder wordende kleeren.
Zooals te begrijpen is, groeide de belangstel
ling met de minuut en de uitroepen van de
toeschouwers animeerden de zwemmers in hooge
male, zooals viel op te maken uit de opgeruim
de gezichten, waarmee onafgebroken het water
werd weggeblazen dat probeerde in hun respec
tieve monden te dringen.
Een agent schoot op het lawaai toe en bleef
in de eersie oogenblikken als versteend aan den
wallekant staan. Dan riep hij de hulp vaneeni-
ge collega's in en niet vereende pogingen
trachtte men de badgasten over te halen weer
op het droge te komen. Maar dit alles faalde
en daarna werden de dreggen losgegespt en uit
gegooid naar de ronddrijvende mannen. Maar
onder homerisch gelach doken deze telkens on
der of sloegen ze de dreg op het juiste mo
ment weg.
Dè vrienden van de waferrninnaars vonden
dat de grap lang genoeg had geduurd, vooral
waar de agenien vast besloien schenen om „buit"
le maken. De vrienden boomden tenminste een
zolderschuit naar de benarde zwemmers, hielpen
ze er op en wilden ze n.u meteen aan den wal
brengen, waar de agenien hen niet konden be
reiken.
Maar't noodlot wilde dat juist een wa
gen van lijn 10 naderde waar een paar agenien
voorop stonden. En die sprongen toen ze het
gewemk van hun collega's zagen, terstond .van
den tramwagen af om mee te doen aan de
jacht, toet heit gevolg dat de zwemmers zich
over moesten geven en gebracht werden naar
het politiebureau Lauriergracht. Dit ging echter
niet zonder protest van de zij van het publiek,
dat vond dat zoo'n openluchtvoorstelling niet uit
mocht loopen op een bekeuring. De wapenstok'
moest zelfs getrokken worden.
BLOEMENDAAL.
Gemeenteraadsvergadering. Gisterenmiddag
vergaderde de raad dezer gemeente.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Afwezig de heeren Jacometti, Bijvoet en
Roozen.
De notulen van de vorige vergadering-
worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Tot leden van de commissie tot onderzoek
der geloofsbrieven van de nieuw inkomende
leden werden benoemd de h.h. De Waal Male-
fijt, v. d. Hulst en van Tienhoven.
Volgens rapport van de commissie zijn de
geloofsbrieven in orde en wordt geadviseerd
tot toelating.
De aftredende leden, die de raadszaal ver
laten hebben, komen één voor één terug om
te kunnen medewerken tot toelating van hun
mede-aftredenden.
Ten slotte worden alle aftredenden en de
nieuw-gekozen leden toegelaten en gelukge-
wenscht door den Burgemeester.
De Voorzitter herdenkt met eenige harte
lijke woorden den afgetreden Commissarris
der Koningin van deze provincie, Mr. J. G.
van Tienhoven en hoopt dat hem nog meer
dere gelukkige jaren zullen gegeven worden.
De raad betuigde door applaus instemming
met het gesprokene.
Onder de
ingekomen stukken
was o. m. een schrijven van deu heer v. Dob-
hen, Kruisweg te Haarlem, betreffende het
al of niet geschorst zijn van de motorveror
dening.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Een rekest van de afd. Haarlem van den
Bond van Ned. Onderwijzers om verhooging
van salaris wordt aangehouden tot de behan
deling der hegrooting.
De Bond van Lichamelijke Opvoeding biedt
een stukje grond aan bij de De Genestetbank
en tevens de bij de bank behoorende oorkon
de. Worden aangenomen.
Vaststelling bouw- en wegenplan voor
„Oosterduin".
Uitvoerig worden behandeld de bezwaren
door den heer van Vliet tegen het betreffen
de concept-raadsbesluit ingebracht, waarna
dit met eenige aangebrachte wijzigingen met
algemeene stemmen wordt goedgekeurd.
Aan den heer M. J. Doemen, die gedurende
een half jaar waarnemend hoofd der school
te Overveen is geweest, -wordt een gratifica
tie verleend van 250.
Het voorstel tot overname van grond tot
verbreeding van den Boekenrooderweg wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
Bij het voorstel tot uitgeven in opstal voor
den tijd van 10 jaren van den grond, waarop
het tolhuis te Overveen staat, vraagt de voor
zitter aanhouding tot de heer van Styrum
de redactie van dit besluit gereed heeft.
Aldus wordt besloten.
Vervolgens brengt de heer Teding van
Berkhout rapport uit namens de financieele
commissie betreffende de gemeenterekening
dienst 1910.
Behoudens enkele kleine aanmerkingen
heeft de commissie de rekening in orde be
vonden en stelt voor B. en W. te deeliargee-
ren onder dankbetuiging voor het gehouden
beheer.
Goedgekeurd wordt nu de gemeentereke
ning in ontvangst op ƒ273,310.23, in uitgaven
op 268,744.41 sluitende, zoodat een batig sal
do aanwezig is van 4565.82
Bij de
ondvraag
vroeg de heer A. Koolhoven in opdracht van
den heer Jacometti hoe het staat met het
schoolgeTd voor kinderen van huiten de ge
meente en hoever het staat met den school-
houw te Vogelenzang.
De Voorz. deelde mede, dat bedoeld school-
gel hetzelfde is als voor kinderen te Over
veen en wat betreft sehoolverbouwing: hij de
begrooting is eraan gedacht.
De Voorzitter deelde nog -mede, dat door
hem aan den Burgemeester van Haarlem ge
vraagd is den prijs van het water te ver
lagen van 10 op 6 et.
De Burgemeester van Haarlem had voorge
steld de prijsvaststelling over te laten aan
de Staatscommissie voor de watervoorzie
ning.
Hierop wilde de voorzitter niet ingaan.
De Raad wenschte hij de eerstvolgende ver
gadering een voorstel op de agenda te vin
den voor watervoorziening aan de bewoners
van den Aerdenhout; men vond het onnoodig
te wachten tot Haarlem mogelijk goedgun
stig zou beschikt hebben op het verzoek van
prijsverlaging.
Daar niemand meer iets had voor de open
bare vergadering, werd deze gesloten.
„Lida". Gisteren keerde 'de heer A.
Lokerse, inspecteur van politie alhier, van
het gehouden internationale politid-honden-
comoours uit Kleef terug; hij had met den
bekenden politiehond der gemeente Bloemen-
daal, genaamd „Lida", den 2den prijs be
haald.
Overplaatsing. De haltechef, de
heer Van Berge, alhier, 'zal met 1 September
a.s. worden overgeplaatst naar A al ten en
zulks omdat Bloemendaal vanaf dien datum
wotrdt veranderd van halte in station.
OVERVEEN.
Personalia. Tot tweeden genees
heer- pa th ol o og - an a t corn aan het Ziekenhuis
te 's-Gravenhage is benoemd "de heer O. M.
Furstner, arts alhier.
Vlekziekte. Er is vlekziekte uitgebroken on
der de varkens bij een tuinder onder Ooster
duin, alhier; een der dieren is gestorven, het
andere is nog ziek. Het gestorven varken is
onder poli istoezcht begiraven. Strenge maatrege-
gleen zijn genomen.
HAAKLEMMERLIEDE GA.
OnAawijzeïssalarisscn. Bij het Gemeentebe-.
stuur is ingekomen een adres van de aideeiing
Haarlem en Omstreken van den Bond van Ned.
onderwijzers om verhooging der jaarwedde van
het onderwijzend personeel.
IJMUIDEN.
Turn dag te IJ mui den. Ter gele
genheid van het 10-.jarig bestaan der G. V.
IJmuid.en zal er op Zondag ,17 Sept. a. s.
alhier een turndag worden gehouden door hei
Gewest Noord-Holland. Het programma
luidt als volgt:
's Morgens kamp voor heeren bestaande
uit ver-hoogspringen, 100 meter hardlcopen
en steenstooten, en voorbereiding vrije oefe
ningen mannen en sf okoefening-en dames
's Middags uitvoering der vrije- en stokocfe-
ningen en v e reen i g i iigs we d s tr ij d (verplicht
aantal personen 5) bestaande uit Es taf fet c-
loop ,pver 205 meter voor darmes en 500
meter voor heeren.
's Morgens zal er nog voor dames gelegen
heid zijn tot het beoefenen van eenige bal
spelen.
HILLEGOM.
Veiling. Door notaris Boerlage le Heemstede
zijn gisteren in het hotel Sislermans alhier ge
veild eenige perceeleii weiland, bloembollenland,
boschgrond en vinkembaan ie Vogelenzang.
Perceel I werd in bod gebracht op f 700 door
den heer H. J. Koning tc Hiilegom, perc. 2 op
f 700 eveneens door den heer K., perc. 3 op
f 1600 door den heer A. Adriaans tc Hiilegom,
perc. 4 op 1 5800 door den heer P. Warmer
dam Wz. te Hiilegom, perc. 5 op f 1800 door
den heer A. Adriaans en pcre. 6 door den heer
Warmerdam voornoemd.
SASSENHEïM.
Aangehouden. De politie te Bot
terdam heeft aangehouden de expeditie-
knecht L. P. vain E. Hij wordt verdacht van
diefstal van twee kisten met bloembollen,
een waarde- van f 300 tot f 400 hebbende.
Do kisten waren per stoomboot van hier
naar den Haringvliet te Rotterdam aange
bracht. Op het Van Hogendorpsplein aldaar
zijn de kisten onder het vervoer, aangehou
den.
HAARLEMMERMEER.
Bm-g. Stand. Ondertrouwd: W. Arntzen
en L. Dijk. W. de Graai en J. Flens.
Getrouwd: Ph. W. den Dekker en J. Ha
melink. N. Haspels en M. Bcchoven. W.
H. Paans en M. Marbus. J. Pecht en J. J.
Markwai.
Bevallen: z. van C. VisserCornells.
z. van E. van LeeuwenKassing.
Overleden: M. J. Raven, 3 w.
3.)
Dezen gedachtengang kan ik nic-t volgen.
Natuurlijk doet Emich's verscheiden ons leed,
evengoed ais jou; wat moeten wij echter bij
hem doen? jje Uiinier heeft mooie bloemen
om de kist geplaatst.... je oom ontziet geen
kos en voor de begrafenis.
Het wordt een groote plechtigheid, on
derbrak de vrijheer.
Ik inderdaad niet, hoe we Emioh
meer en heter gunnen eeren, besloot tante.
Tlierese opende de hppen tot eeu antwoord>
maar drukte ze t volgende oogenblik vast op
elkaar; z« heet op haar onderlip en trachtte
haar opwellende tranen terug te houden en
stond zwijgend, terwijl Malwine met zelfbe
hagen vertelde, hoe zij aJJes uitgevoerd en
geordend had. Op Therese terugkomende, ver
telde ze spottend verder: „Zij kon niet tot be
daren komen, daar er geen bidstoeltje in de
.kamer stond, en zou, wanneer de huishoud
ster hiertegen niet zoo erg geprotesteerd had,
haar wüwaterbakje in Emichs kamer ge
bracht hebben".
Je meent misschien, dat ik den doode
daarmee schade had berokkend? viel Therese
hit, en de tranen van toorn, die zij niet langer
kon terughouden, rolden over hare wangen.
In elk geval heb je 'tgoed gemeend, zei
de oom en legde bedarend de hand op haar
schouder. Goed gemeend, al was het ook niet
passend.
Tante was in 't geheel geen kwade vrouw,
hoewel zij Therese's beschouwingen voor ge
heel verkeerd hield en grooten afkeer gevoel
de van alles wat zij „afgoderij" noemde, was
de gedachte in haar opgekomen
j,1 <e hinderen in het uitoefenen ha-
doeline- ^^"^Pliohten. Therese's goede be-
moeilijk van vooroordelen vrifmakm'm
hecht men te veel waarde aan uiterlijkheden
Ik blijf natuurlijk sceptisch tegenovej W
loof aan den invloed van wijwater en ben er
zeker van 't hij het ware einde te hebben
Weenen en lachen liggen in jeugdige jaren
dicht hij elkander; in Therese's oogen glin
sterden nog de tranen en reeds vertrok zij
lachend hare lippen hij de fout, die hare tante
hier weer maakte. Malwine, nog ernstiger
geworden, trachtte deze te verbeteren, door
halfluid „sceptisch" te fluisteren.
Zij had evenwel kunnen weten, dat hare
moeite vergeefsch was. Tante had geen ge
voel voor fijne schakeeringen, bovendien
hield zich de oude vrouw hardnekkig vast
aan wat ze zich in haar hersens had geprent;
net minst werkten zachte toespelingen op
haar vasthoudendheid nit.
Uit Malwine s gefluister meende zij iets als
eene afkeuring barer meening te moeten op
maken en die pretentie, welke zij allerminst
had verwacht, moest met energie bestreden
worden. Zij wierp t hoofd achterover. Ja, ik
ben scoptisch, hernam zij op heslisten toon,
doch ik ben er steeds wel hij gevaren en ik
zal niet meer anders worden.
Zoomin als wij vm'anderen, verzekerde
Therese.
Op jou jaren is 't onbedachtzaam zoo iets
te durven zeggen, ook doet elk jong meisje
goed, zich naar hen te schikken, van wie haar
welvaren afhangt.
Deze raad was in ongelukkige woorden ge
uit. Therese, opgewonden en gevoelig tevens,
nam hem euvel op; bloedrood geworden, gaf
zij met luide trillende stem ten antwoord:
Om anderen te behagen, kan men niet
als een weerhaan draaien en van overtuiging
veranderen. Wordt men zijn omgeving door
zijn beginselen tot last, dan zijn er altijd mid
delen te vinden om zich uit den onaangena-
men toestand te redden.
Geen scène, geen scène, Therese, zeide
tante met waardigheid, en tot Malwine ge
wend:
Wat is nu eigenlijk cfe oorzaak van hare
heftigheid?
Deze trok de schouders op en zeide: The
rese's wispelturigheid.
Neen! viel Therese uit. Visschenbloed
heb ik in elk geval niet in de aderen....!
Stilte! gebood de vrijheer, die, als alle
mannen, een grooten afkeer gevoelde van
vrouwengekijf en die ook altijd zijne onpar
tijdigheid wist te bewaren, al helde hij eigen
lijk ook naar deze of gene zijde over.
Tante, die hier de plaats van moeder be
kleedt, weerspreekt men niet op zulke wijze;
kan men haar inzichten niet goedkeuren, zoo
zwijgt men. En nu geen tranen, niet pruilen;
ik hoor reeds rijtuigen, de gasten komen. Het
is werkelijke eene schande om zooiets te gaan
schreien, nu wij na enkele minuten tegenover
Emichs zusters zullen staan.
Hugo had zich niet zonder eenige A'rees op
weg naar Moosburg hegeven. Tot nu toe had
zich zijn verkeer met zijn oom bepaald tot
korte bezoeken in Fennersburg, het stadsver-
blijf der familie. Het bewustzijn onder de ver
anderde omstandigheden eenigszins een on
welkome persoonlijkheid geworden, bij den
oom te verschijnen, was dus wel in staat na-
deeligen invloed uit te oefenen op zijne zeker
heid van optreden.
Het ging echter beter dan hu gedacht had.
Oom ontving hem heel vriendelijk. Emich
had den weg tot zijn hart nooit gevonden, het
viel hem dus niet moeilijk van zijn verhou
ding tot. Hugo beters te verwachten. In een
voudigheid grootgebracht, vol eerbied voor
zijn eigen ouders, mocht hij hopen, dat Hugo
ook voor hem deferentie zou toonen.
Tante was stijf en afgemeten, zooals Hugo
haar altijd had gekend, zij legde misschien
nog wat meer waardigheid aan den dag dan
gewoonlijk. Haar ontbrak echter die zeker
heid van optreden, welke geboorte en goede
opvoeding verleenen; door aangeleerde sta
tigheid trachtte zij deze te vervangen. Mal
wine was ijzig koud. Therese vriendelijk en
beminnenswaardig, met nieuwsgierigen blik.
Hoe weinig ze Hugo ook kende, toch gevoelde
zij sympathie voor hem.
Onder alle Sonnecks. die in 'thuis des ooms
waren geweest, was hij de eenige, tot wien
zij zich aangetrokken gevoelde: daarom wa
ren hare gedachten er ook altijd mee bezig,
hoe hij zich zou gedragen, nu hij in 'n ganse
positie was gekomen. Natuurlijk moest u u
vaker in huis komen. Zou bij oom en tante
honig om den mond strijken, of mocht zu hop
pen in hem een bondgenoot te vinden m den
strijd tegen tante?
Voor karakterstudie was t overigens niet de
beste tijd, want 'thuis was met gasten ge
vuld, die deelneming in het treurige verlies
herwaarts had gevoerd. Diep tragisch is im
mers 't plotseling uitdooven van elk jong le
ven; bier gold het een, dat zooveel van de
toekomst had te verwachten. De onbeduiden
de mensch, die huiten schoonheid en verme
telheid als ruiter op geene verdiensten had
te wijzen gehad, was door zijn vroeg einde een
interessante persoonlijkheid geworden. De
predikant hield eene prachtige lijkrede, waar
in hij zulke schoone eigenschappen van den
dood deed uitkomen, dat allen, die hem ge
kend hadden, meenden zich te vergissen, wij.
ze nooit zoo iets in hem hadden opgemerkt.
Zijne Doorluchtigheid de vorst Von Weddern-
heimMeerholz zeide niettemin, dat hij nooit
zoo'n prachtige lijkrede had gehoord, en dus
was de bijval van vele aanwezigen ook die
van den vrijheer, verzekerd.
Hiermede werd den ouden heer echter on
recht aangedaan; wanneer ook al hij hem dn