DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND
agenda.
TADSNIEUWS.
Kinderhuisweni 2S-3I-SS, tiasrlem
Het Liturgisch Congres
f@ Breda.
Zaterdagavondpraatjes;
ZATEHOAË BB AUGUSTUS 1911
5*550^3==* ve^^nr^„v„l2.n,
Dit nummer bestaat uit uierbla-
den w. o- dö Officieel© Kerk-
lijs't en Het Geïllustreerd Zon
dagsblad in 8 bladzijden.
EERSTE BLAD.
36ste Jaargang No 7610
üoreaaix van S&esSaoti© en Administratie
ƒ3,86
V»
Intepcgsmifflaanjaai Telèfoonnummer B426»x Innn
de aoentsehaDosn wende men zich tot RICARDO's Advertentie-Burean, W. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Teiefoon i02Q.
De
„Hteeriog dezer bedragen wnrdf gegarandeerd door de Mooi.ehaM»H „Ocmw BUbanloor .oor Haarlem de Woderl.od.oha Credleibnnb Hltuwe Pracht I.
S.
Haariamsche Ailedagje* Ao. 344.
ABOHHE
Per 8 maanden voor Haarlem
Voot de plaateen, waar een agentia gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nedeitend franco per post
Afzonderlijke nummers
iEMTSPRUSt
1,80
ö,08
PRIJS DER AUVERTESTIÈil:
Van 1—6 regels 60 cent (oontant 50 cent) Iedere regel meer 10 ©en t
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regel. (Buitenland EO cent
Reclames dubbel tarief
Dienstaanbiedingen 23 cent (6 regels), driemaal voor 50 oeni (a oontant.)
1000
verlies van
GULDEK bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
GULDEN fc9
overlijden.
GULDEN bfj
verlies van een
hand of voet.
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
131
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
83
één
wijsvinger.
15
GULDEN bS
verlies van
één anderen
vinger.
Zondag, 20 Augustus.
Concert in den Hout half 3 uur.
Brongebouw 8 uur Haarl. Muziek
korps Concert.
plechtige Opdracht der R.-K. Militai
ren, alsmede inwijding door Z. D. H. den Bis
schop van Haarlem, van het nieuwe R.-K. Mi
litairentehuis.
„D e K r o o n" 8 uur „De Dollarprm-
ses".
Teyler's Stichtm.g =- op do gewone
Museumtijden Buitengewone tentoonstelling
van kunstwerken/berustende in de verzame
ling van Teyler's Museum de gravures, van
Lucas van Leyden, geb. 1494 te Leiden, aldaar
overleden 1583.
BLOEMENDAAL.
Hotel Duin en Daal Concert.
Maandag, 21 Augustus.
G e b o u w „S t. B n v o" R. K. Volksbond
half 9 uur Ondersteuningsfonds.
Teyler's Stichting op de gewone
Museumtijden Buitengewone tentoonstelling
van kunstwerken, berustende in de vorzame-
ling van Teyler'e Museum de gravures, van
Lucas van Leyden, geb. 1404 te Leiden, aldaar
overleden 1533.
Bisschoppelijk Museum (Jansstraat
ffl) Geopend eiken dag van 10—5 uur, tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda
gs. Zondagen en R.-K. Feestdagen.
BLOEMENDAAL.
Hotel Duin en Daal Concert.
Van onzen eigen verslaggever.
IV
De tweede congresdag was zoo mogelijk
nog opgewekter en prettiger dan de eerste,
Er was animo om te leeren en te luisteren
en te debattteren, en de congressisten zaten
al intiemer bijeen, daar oude kennissen elkaar
teruggevonden hadden, en nieuwe kennis ge
maakt was Inderdaad was de f i n e f 1 e u r
der Nederlandschc Katholiciteit nu bijeen in
Breda: ik zag er, buiten degenen die ik ter
loops al noemde, de Kamerleden Passtoors
en Arts, het oud-Kamerlid van den Heuvel,
de bouwmeesters Jos. Cuypers en Jan Stuyt,
den TJtrechtschen meestersmid Jan Brom,
professor de Groot en pastoor Dr. Smits, Dr.
Sinningk uit den Bosch, pater Molkenboer,
pastoor Bartels, den bekenden schrijver, en
tal van anderen, die in onze vaderlandscbe
Roomsche beweging met eere genoemd wor-
den.
Professor Dr. van Dam was nu voorzitter,
en Dr. Gerard Brom, de jongste van den
broedertrits, die in ons vaderland en daar-
buiten zoo'n goeden naam heeft, was de eerste
spreker.
Hij bad het over de noodzakelijkheid van
de kennis van het kerklatijn voor leeken; een
geestige voordracht en een slaand betoog. De
grondtoon van dat betoog was geheel naai
den geest van dit congres; boe kan men litur
gisch medeleven met de plechtigheden der
Kerk als men zelfs de taal niet verstaat,
waarin ze worden gehouden? En Dr. Brom
bewees het, dat 't werkelijk noodig is voor een
ieder die de schoonheid van den Roomschen
kerkdienst wil waardeeren, de taal der kerk
te leeren, enhet is mogelijk ook! Met
één uur per dag, een jaar lang, is het meeste
van de antiphonen, evangeliën en andere la-
tijnsche liturgische gebeden al te verstaan!
Daar moest dan ook voor de meer-ontwikkel-
den, voor koorzangers vooral, een cursus wor
den opgericht, zooals er te Amsterdam al be
staan, waar de kerktaal wordt onderwezen
want wanneer de Jood z'n Hebreeuwsch
kent, zal dan den Roomsche Rome's taal
vreemd blijven?
Dr. Brom's betoog sloeg in, dat was te mer
ken. En het Congres had er pleizier in, en
ging mee, en juichte den bescheiden jongen
geleerde toe na afloop van zijn rede, eu nog
méér hij het debat, toen hij op de vraag van
den heer van den Bosch uit Alkmaar: waar
om latijn in de kerk en geen Hollandsch?
in een schitterende improvisatie over het
„unam sanctam, apostolicam Ecclesiam" het
antwoord gaf.
Zooals de Kerk, moét ook de taal der Kerk
één. en heilig en apostolisch zijn, dat gege
ven werkt hij uit, en het was een der mooiste
(«ogenblikken van het Congres, toen we naar
die improvisatie hegcerig zaten te luisteren.
De Bossche literator Dr. Sinningh deed óók
zijn duit in het zakje, door op geestige,
wijze het hetoog van Dr. Brom te ondersteu
nen, al was hij het met een paar onderdeelen
niet eens, en door nog tal van practische wen
ken te geven betreffende de houding der ge-
loovigen in de H. Mis, die naar ikmeen
wel eens in een liturgisch handboekje moch
ten bijeengezameld worden!
In z'n wit habijt een precieuze figuur, kwam
daarna de Norbertijner prof. Knaapen, van
de Heeswijksche Abdij, naar voren. Hij ont
wikkelde de stelling, dat de H. Communie
der geloovigen onder de H. Mis moet plaats
hebben, en niet daarvóór of daarna, om de
H. Mis zoodoende te doen zijn voorbereiding
en dankoffer tevens. De offerande en de of
fermaaltijd belmoren bij elkaar, en de geloo
vigen moeten dus de H. Mis beschouwen als
de voorbereiding tot het groote oogenhlik,
waarop zij communiceeren. In verzorgde taal
werkte zeereerw. heer Knaapen die stelling gen vorm was gegoten en, belder-klaar, geen
uit, en zeker is, dat theoretisch de eisch, dooroogenhlik de aandacht deed verflauwen, het
spreker gesteld, een juiste én gerechtvaar-1 wezen van den liturgisch en kerkzang had he-
digde is. sproken en de eischen die deze aan de zan-
De dichter Willem Smulders was de derdegers stelt, kwam hij op den volkszang.
ven, ten slotte een jubelzang voor de heer
lijke schoonheid der kerkelijke gebeden en
voor de hoogheid van het Offer. Een warme
aanbeveling van het werk der Benedictijnen
en van het Misboek „Het Kerkelijk Leven"
vooral, dat de schoonheden van bet missaal
nu brengt onder het hereik van eenieder,
zoodoende direct van voordeel doet zijn aan de
geestelijke vervolmaking der geloovigen, be
sloot de schoone voordracht.
De ochtend was daarmede om, en Dom Ser-
gent, die aan de bestuurstafel al deze voor
drachten mêe had aangehoord, maargeen
woord verstaan, omdat hij, de Fransche Be
nedictijn, het Hollandsch nog niet voldoende
machtig is, stond nu op om ons in het heer
lijkste Franseh te gaan onderwijzen, hoe
we 's middags het Gregoriaansch „Te Deum
zouden meezingen in de kerk.
Wat was dat een alleraardigste les.
Met zulk een leeraar echter, en met zulke
gewillige leerlingen, is gauw wat te berei
ken, en het ging al spoedig heel aardig: Dom
Sergent was er over tevreden en m een half
uur tijds wisten we van de wijze van voor
dragen die 'tBenedictijnsch-Gregoriaanscli
vereischt, heel wat.
Het is des middags in de Vespers uitgeko
men, dat deze les ook practisck goed heeft
gedaan!
WêCr was er „gemeenschappelijke maal
tijd" op verschillende plaatsen» want Breda
bezit geen gelegenheid om zóóveel congres
sisten hij elkaar te spijzigen, t Liturgische
„Beliedicite" werd weer vooraf gebeden en
de geest van waren congreszin, van eendracht
en een zich voelen, van gewilligheid om te
leeren en één zijn met het groote onderwerp
dat dit Congres beheerseht, kwam ook bier
duidelijk voor den dag in de opgewekte dis-
cussiën.
Om twee uur waren weer allen tegenwoor
dig in de zaal van den St. Josefskring, om
eerst prof. de Wit uit Hoeven te hooren spre
ken over „de plechtigheden der H. Mis".
Dit was een echt professoraal betoog, in
gekuiscliten vorm, didactisch elke liturgische
plechtigheid van begin tot einde der li. Mis
naar voren halende om ze uit te leggen en
de hoogheid ervan aan het licht te brengen.
Uitvoerig en breed kwam tot zelfs het ge
ringste en kleinste onderdeel der liturgische
handelingen tot zijn recht en professor de
Wit, die blijkbaar veel werk bad gemaakt
van deze bestudeerde voordracht, oogstte een
hartelijk applaus.
Een Franciscaner, pater Caecilianus Hui-
gens uit Wijchen, was de laatste spreker.
En niet de minste.
En vooral: zijn voordracht werd met de
grootste belangstelling verwacht, omdat liij
het zou hebben over een onderwerp dat in
den jongsten tijd veel is besproken: over de
H. Mis en den liturgischen zang.
Nadat pater Caecilianus dan ook, in het
eerste deel van zijn voordracht die in keuri-
Maar onder dat lachen was de ergernis dui
delijk toch voelbaar, want bet ideaal van den
waren kerkelijken zanger verschilt toch te
veel van de werkelijkheid op verschillende
plaatsen, dat men dit niet met droefheid
opmerkte!
Alleen de betere kennis der liturgische
eischen, en een liturgisch meeleven van de ka
tholieken, kan brengen de verbetering die
noodig is!
Op bét stuk van den volkszang in de kerk
was pater Caecilianus zoo principieel moge-
lenk. En zijn betoog was zóó duidelijk en lo
gisch, en mêesleepend en vastomlijnd, dat bij
zonder noemenswaardige discussie bet pleit
won. Trouwens: de pater sprak enkel en al
leen naar strenge principiëele eischen. Over
de vraag of p r a c t i s c h deze of gene ver
zachting, verandering, niet beter kon wezen,
of volgens de kerkelijke voorschriften dit of
dat geoorloofd, niet-geoorloofd zou zijn, daar
over wilde bij nu niet gesproken hebben, die
vraag werd uitgeschakeld. Dat er op die ma
nier ook heel wat debatteeren werd voorko
men, behoeft wel geen betoog.
Pater Caecilianus gaf echter tocli practi
sche wenken genoeg, want ten slotte zou ik
gevraagd willen hebben: is het niet bet
meest practische, zich streng te houden aan
de regels die gesteld zijn?....
Wat den volkszang dan betreft, onder
scheidde spreker le. de streng liturgische,
waarbij geen andere tekst en taal dan de li
turgische tepas komt. Dat is de zang bij de
H. Mis en de Vespers.
Ten tweede komt de niet-streng-liturgiscbe
volkszang. Is deze geoorloofd bijv. onder de
stille H. Mis, en hoe? Op pakkende wijze be
toogde pater Caecilianus, dat principiëel de
eisch moet worden gesteld: onder de stille
H. Mis géén enkel gezang. Dat is niet-litur-
giscb, en niet-aanbevelenswaardig.
Deze stelling, voor velen de belangwekkend-
Het is een feit dat de meeleving der katho
lieken'met de Kerk en wat er in de Kerk'
gebeurt, in onzen tijd jammerlijk verflauwt.
Al is bet niet eerlijk dat sterk voorop te stel
len zooals liberale bladen doen, die van
het beele liturgisch Congres niets hebben op
genomen dan alleen een paar aanhalingen uit
pater Borromaeus' practische rede, waarir
deze de verflauwing van het huiselijk leven
ouder de katholieken met zoo'n paar rake zin
nen teekende, toch mogen we die verflau
wing niet te weinig-beteekenend aanslaan.
En tegen die verflauwing is geen beter
middel, dan herleving van den katholieken
geest, die recht staat tegenover de materiali
seering, de aanbidding van het stoffelijke,
den eeredienst" van bet tijdelijke-alleen, van
onzen tijd.
Daartoe heeft dit Congres een krachtige»
stoot gegeven, die zijn terugwerkende kracht
op ons heele Roomsche volk niet zal missen!
Alléén door verdieping van bet kerkelijke
leven, door betere kennis van wat de Kerk
leert en boe zij hare leer in toepassing brengt,
zal de levendigheid en de innigheid van bet
geloof toenemen onder ons.
BOOTTOCHTEN OP ZONDAG.
Vandaag eens een „ingezonden "Ailedagje
dat volkomen onze jneening weergeeft, en dat
we daarom gaarne ook als onze meening hier
plaatsen;
spreker van cfêzen drukken morgen. Hij bad
tot taak in het licht te^ stellen boe de liturgie
der heilig Mis liet zieleleven loutert, ver
licht eu vervolmaakt.
En op echt-dichterlijke wijze ook was zijn
Er werd, in het eerste deel der voordracht,
nogal eens gelachen.
Blijkbaar omdat de eischen, die de spreker
stelde aan den koorzanger bijvoorbeeld, wel
wat afwijken van de Practijk zooals we die
woord, dat deze stelling bewees door bet stapkennen. Is bet spreekwoord niet overal waar,
voor stap volgen van de verschillende phasen dat de duivel, als hi.i in de kerk komt, het
der II. Mis en hunnen invloed op het zielele-eerst naar het zangkoor gaat?
Mag ik even beleefdelijk een plaatsje vra
gen in uw geacht blad? 't Is naar aanleiding
v.iu T verslag over den boottocht, die het ll.-K.
ste van het betoog. werkte de pater op zoolr;lnfare.korj)3 van Velzen maakte Zondag j.l.
logische wuze uit, dat er van de aanwezigen -
niet óén was, die iets van belang daartegen) a 'van ^et vel zyn, dat C. D., zooals hij
kon inbrengen! Inderdaad een groote over-j schrijft, „gezellig heeft gedanst en gehost",
winning. Want werd nu niet uitgemaakt, datmaar toch keur ik het af, als Roomsche Ver-
alle zoogenaamd practische zienswijzen, die j eenigingen alleen naar een Vroegmis gaan,
van de streng-liturgische afwijken, dan toch om den dag des Heeren verder in zulk een luid-
eigenlijk maar hulpmiddeltjes zijn en onpas-ruchtigen jool door te brengen. C. D. zegt, als
sende gebruiken, die beboeren te verdwijnen? hij het heeft over het dorpje Breukelen: „Tot
Het betoog van pater Caecilianus was uit
voerig en duurde lang, maar geen oogenhlik
verloor het Congres zijn belangstelling,
en ook dat was een overwinning, die veel be-
teekende! Pastoor Eppink deed nog eenige
vragen die beantwoord werden, en daarna
kwamen we tot de sluiting van het congres.
Dr. van Dam, de onder-voorzitter die bij
afwezigheid van den Hoogwaardigen vicaris
het congres zoo kranig had geleid, deed
die sluiting met een keurige rede, waarin hij
de beteekenis en het gewicht van dit congres
meesterlijk naar voren bracht.
Toen werden de sprekers, en ieder die aan
den arbeid van dit eerste liturgisch Congres
had meegewerkt, allen afzonderlijk bedankt,
toen sprak Dom Sergent nog een pakkend
woordje in van vernuft tintelend Franseli,
en met plechtige Vespers en Lof, waarna het
Te Deum in de overvolle kerk van O. L. Vr.
Hemelvaart, werd het Congres besloten.
Een kort, heel kort nawoord mag hier nog
worden bijgevoegd.
Dit congres is het eerste geweest in Neder
land op dit gebied: geve God dat er nog vele
zullen volgen, even rijk aan vrucht....
Want deze congressen zijn noodig.
eer van de burgerij moet gezegd: zij houden
van Zondagsrust".
Maar die „deelnemer" niet, want het vol
gend jaar, zoo zegt hij, wil h(j naar een plaats,
waar de winkels op Zondag open zijn, en de
Zondagsrust niet onderhouden wordt!
Foei! C. D.l Is dat de taal van een goed
Kvtlioliel; l Zijt gij tegenwoordig geweest in de
predicatie, die op bevel der kerkelijke overheid
kort geleden ook in uwe parochie, evenals in
alle kerken van het Bisdom, gehouden is over
de Zondagsviering, die niet bestaat in het bij
wonen alleen van een Vroegmis?
Ik kan me best begrijpen, dat de Redactie
heel dat verslag laat voor rekening van den
inzender.
U, geachte Redactie, dankend voor de wel
willend verleende plaatsruimte, teekea ik
hoogachtend,
N F. v. K.
PERSONALIA.
De heer J. Welling, alhier, is te 'sGraven-
hage geslaagd voor het examen boekhouden
(sehoolakte).
Yl
CLXXX1II.
den mg, en waarom
nr r T T d?n Wraakt. -
Over de Jcervus-zèif en den
mmis-nja, en waarom de ker-
ms-gèest eigenlijk moet afge
schaft. Lang wachtenen
een gebeurtenis die herdacht
moet worden. onze
oude dienstmaagd zegthier nu
eens toegepast
i>e kermis is weer ach!er den rug, en al
zijn gr velen die zeggen „Goddank", er zijn
er toch g meer, geloof ik, die het erg on
verschillig opnemen. Trouwens, dat is wel heel
de stemming geweest, VOOr zoover ik er over
kan oordcelen. tot het zoo warm was, heelt die
stemming niet wemi? be\orderd. Toch is zooals
elk jaar, de discussie over do kennis druk aan
den gang: de voor- en tegenstanders hebben hun
hun argumenten, en de rake opmerking die ik
dezer dagen hoorde, dat als we het goed na
gaan, eigenlijk alle inwoners van Haarlem de
kermis een onnut vermaak noemen, o[ ze er voor
of tegen zijn, toont wel zoo wat aan waar we
er mee heen gaan. Eerlijk gezegd geloof ik,
dat deze opmerking den juisten toestand geeft.
We zijn er aan ontgroeid, en. de kermis is
niet mcervon onzen tijd. Menscihen die buiten-
iasdschc reisjes maken en wie doet dat niet
tegenwoordig t die aan sociale studie doen,
die al minstens door de geïllustreerde bladen,
en door de bioscoop etcetera op de hoogte komen
van ai wat het buitenland te zien geeft, dis
menscben kunnen met de goedkoope, weinig
zeggende kermispret niet opschieten! Ze kijken
erop neer, zelfs als ze eraan meedoen. En dat
is na'uurlijk de dood van die kermis-z:l pp 'den
duur. Ik zou dan ook maar aanraden, dat voor-en
tegenstanders zich vereenigen en stilletjes af
wachten hoe het loopen zal: de kermis geweld
dadig afschaffen behoeft absoluut nist, want de
omstandigheden zelf maken haar wel dood! Dat
ca'1_ natuurlijk zeggen: cle gelegenheid om alsi
n m de rondte draaien, of in (kokende hitte
„üon™, UOer wo'"den gesmakt voor ie ge-
o om in schunnige houten testjes pp
nog schunniger bankje „ar hes ten" van den zoo-
veeisten rang te zien optreden of andere ver
makelijkheden van dat soort te gaan bijwonen.
I'6'js anders is liet of ?,dc kermistijd" iverdwij—
nen zal! En dan geloof ik, dat zelfs de hef-"
tigsie anti-kermismannen dat niet zuilen kunnen
bewerken. Er is een misverstand heel dikwijls
in die au'.i-kermisbeweging: men betoogt en
preekt en kabaalt tegen de tentjes, de draai
molens, de spellen en wat er aizoo gedurende
een week „staat" op onze Mand en jmtermai A.
jMaar die dkcen maken loeh de-kernnsmisbi lu
iken niet! Want als men al die dingen zou
wegdrijven, dan zou men daarmee dgji kermis-
geest toch niet gebroken hadden, die minstens
één week iu heel liet jaar, langs een Iiistbri che
lijn nu eenmaal tot stand gekomen, de menschen
«een ontsjpanningslijd wit gevent Dat ziet men
aan Amsterdam, waar de kermis al tientallen van
jaren is afgesciiaf1, maar waar de kermisweek
toch nog altijd worden gehouden met bijzondere
schouwburgvertooniugen en meer van dien aard.
Zoodoende blijft dc kermisgeest toch bewaard,
en juist die geest vind ik het verderfelijkste.
Of tie menschen al eens poffertjes eten, en
een avondje bij Brinkmaan zitten, en een ca
deautje voor hun kinderen koopen, oE de
jonge lui eens gaan „draaien" fn den caroussel,
zelfs dit laatste vind ik nu juist niet zoo vree-
selijk. Maar den kermisgeest, die een week lang
op uitgaan en ontspanning ziat, weg te nemen
uit de menschen, en ze af te houden, van die
zucht naar nietszeggend vermaak, dia leidt tot
allerlei uitspatting en leelijke dingen, dót
bedoelen toch eigenlijk de an' i kermismaimen,
en omdat ze dat niet bereiken door de houten
barakken, te verwijderen, maar beter ertoe zou
den kunnen komen door te lellen op sommige
looneelstukken, door toezicht te houden op de
jongens ©n meisjes, door vuile lectuur tegen;
ie gaan en meer van dien aard, daarom geloof ik
dat de antikermis-ae'ie eigenlijk 't 'doel voorbij
schiet t En nu basta over de kermis, daar
pi a en we het volgende jaar eens over, als dan
t'e tram er is, en als er zal moeten beredderd
worden, hoe de boel dén moet worden ingericht.
Ja, die tramt We hebben onlangs gehoord, dat
iburgemeester en wethouders hopen dat er nu
eerlang eens aan begonnen zal worden, en ik
jheb dan oak al mannen met instrumenten en
meiers en roode verf langs de straten ziendwa-
'len, die hicroglyphi.che leekeningea hier eu daar
hoeken neergeplek!, welke ik hard verdenk voor
bereidende maatregelen ie zijn voor het eerlang
aan le vangen, werk, maar iniusechen rijdt
do paardentram nog maar altijd uit den treure,
en worden we alweer met den dag méér en
méér ermee verzoend. Ja, 't zal, als het zoo door
gaat',1 en slotte nog zóó worden, dat niemand
eigenlijk meer begrijpen zal waarom wij die
paardentram opdoeken, en eleetrisch gaan tram
men l Maar als de tram er is, dan komt ook
de behoefte wel, dat zie je méér gebeuren. In-
fuskchen kan datzelfde niet worden gezegd van
het nieuwe gebouw der R.K. Mi itairen-vereeni-
ging in de Zoeiestraat, waarover ik al een jpiaar
malen heb geschreven, en waarvan de krant in
dertijd zoo'n mooi plaatje met beschrijving
heeft gegeven. Ik ben er van de week eens
wezen kijken, nu morgenavond Monseigneur onze
Bisschop het huis zal komen inwijden, en ik
heb versteld gestaan van de magnifieke en prac
tische inrichting niet minder dan van de sier
lijke, smaakvolle vormen en versiering, die er
is aangebracht. De heer Robbers heeft hier .wat
bijzonders, wat persoonlijks, iets met een. apar
cachet, gemaakt: achter de ruime, liooge, 001
vestibule ligt de even ruime, gezellige
- met oen mooi tooneiel en een paar
prettige hoekjes waar je gezellig kunt zitten.
Achter die mooie zaal een pittig directeursver-
Ivek en een mooi stuk grond dat deels tuin,
deels gymnastiekplaats is; en aan den vóórkant,
door oen hoog en mooi lichtraam overvloedig
verlicht, ©en prachtige zaal die als studiezaal
dienst zal doen en bij uitvoeringen bij de groote
zaal kan worden getrokken. Inderdaad, de op
vatting van het geheel is grandioos, bij el «de
kloinie(ruim'j6 pvaar de bouwmeester mee moest
woekeren, en de versiering en verlichting passen
volkomen in het kader: flinke en veel elcctri-
sche armen, en boven de groote zaal een hijzon
der mooi, eigen cachet dragende lantaarn met
gebrandschilderd glas, op zichzelf een beziens-
name
zaal,
waardigheid van den eersten rangt Dat is zeker,
dat de bouwheer, kapelaan Noordman en de hee
ren Commissieleden voor het Tehuis, zoogoed als
de architect eere hebben van dit mooie gebouw,
dat zoo'n heel apart karakter draagt in uiierliiki
en opvatting en dat voor ons Haarlem een sie
raad en voor Roonr ch Haarlem een groo'c aan
winst mag heetenl Of de „jongens er nice
in hun schik zullen zijn? Dal kan je vaïteul
Maar ook heel orize Katholiciteit mag er blij
mee zijn, en ik weet een goed middel om e
blijdschap te toonenl Morgenavond half acht is
er een groote plechtigheid in de St. Josep
rcchie. Dan zal Monseigneur Zelf het plechug
Lof cel-ebree ren, waaronder de nieuwe leden
der R.K. Mi 1 itairenvereeniging hun opdracht zei
len doen. Dat is altijd een indrukwekkende
plechtigheid, maar ditmaal, door Mgr.'s tegen
woordigheid (en misschien ook wel door Mgr.'s
woord) van buitengewone beteekenis. Door dit
plechtig Lof bij te wonen, en er hartelijk te
bidden voor den bloei der R.K. Militairen-ver
een iging en voor zegen aan degenen die er hun
krachten aan geven, zullen Haarlem's Katholie
ken het allerbeste kunnen toonen, dat zij belang
stellen in en dankbaar zijn voor deze mooie
stichting. En dan zal dunkt mij bij ge
legenheid ook wel eens het nieuw tehuis voor
het publiek ter bezichtiging worden opengesteld:
men verzuime dan niet een kijkje, want wer
kelijk, het is zooals onze oude dienstmaagd
altijd
het is de peine waard!
39 AUGUSTUS.