DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND agenda. TADSNIEUWS. Kinderhuisweni 2S-3I-SS, tiasrlem Het Liturgisch Congres f@ Breda. Zaterdagavondpraatjes; ZATEHOAË BB AUGUSTUS 1911 5*550^3==* ve^^nr^„v„l2.n, Dit nummer bestaat uit uierbla- den w. o- dö Officieel© Kerk- lijs't en Het Geïllustreerd Zon dagsblad in 8 bladzijden. EERSTE BLAD. 36ste Jaargang No 7610 üoreaaix van S&esSaoti© en Administratie ƒ3,86 V» Intepcgsmifflaanjaai Telèfoonnummer B426»x Innn de aoentsehaDosn wende men zich tot RICARDO's Advertentie-Burean, W. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Teiefoon i02Q. De „Hteeriog dezer bedragen wnrdf gegarandeerd door de Mooi.ehaM»H „Ocmw BUbanloor .oor Haarlem de Woderl.od.oha Credleibnnb Hltuwe Pracht I. S. Haariamsche Ailedagje* Ao. 344. ABOHHE Per 8 maanden voor Haarlem Voot de plaateen, waar een agentia gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nedeitend franco per post Afzonderlijke nummers iEMTSPRUSt 1,80 ö,08 PRIJS DER AUVERTESTIÈil: Van 1—6 regels 60 cent (oontant 50 cent) Iedere regel meer 10 ©en t Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regel. (Buitenland EO cent Reclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 23 cent (6 regels), driemaal voor 50 oeni (a oontant.) 1000 verlies van GULDEK bij levenslange onge schiktheid tot werken. GULDEN fc9 overlijden. GULDEN bfj verlies van een hand of voet. GULDEN bij verlies van éen oog. 131 GULDEN bij verlies van éen duim. 83 één wijsvinger. 15 GULDEN bS verlies van één anderen vinger. Zondag, 20 Augustus. Concert in den Hout half 3 uur. Brongebouw 8 uur Haarl. Muziek korps Concert. plechtige Opdracht der R.-K. Militai ren, alsmede inwijding door Z. D. H. den Bis schop van Haarlem, van het nieuwe R.-K. Mi litairentehuis. „D e K r o o n" 8 uur „De Dollarprm- ses". Teyler's Stichtm.g =- op do gewone Museumtijden Buitengewone tentoonstelling van kunstwerken/berustende in de verzame ling van Teyler's Museum de gravures, van Lucas van Leyden, geb. 1494 te Leiden, aldaar overleden 1583. BLOEMENDAAL. Hotel Duin en Daal Concert. Maandag, 21 Augustus. G e b o u w „S t. B n v o" R. K. Volksbond half 9 uur Ondersteuningsfonds. Teyler's Stichting op de gewone Museumtijden Buitengewone tentoonstelling van kunstwerken, berustende in de vorzame- ling van Teyler'e Museum de gravures, van Lucas van Leyden, geb. 1404 te Leiden, aldaar overleden 1533. Bisschoppelijk Museum (Jansstraat ffl) Geopend eiken dag van 10—5 uur, tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda gs. Zondagen en R.-K. Feestdagen. BLOEMENDAAL. Hotel Duin en Daal Concert. Van onzen eigen verslaggever. IV De tweede congresdag was zoo mogelijk nog opgewekter en prettiger dan de eerste, Er was animo om te leeren en te luisteren en te debattteren, en de congressisten zaten al intiemer bijeen, daar oude kennissen elkaar teruggevonden hadden, en nieuwe kennis ge maakt was Inderdaad was de f i n e f 1 e u r der Nederlandschc Katholiciteit nu bijeen in Breda: ik zag er, buiten degenen die ik ter loops al noemde, de Kamerleden Passtoors en Arts, het oud-Kamerlid van den Heuvel, de bouwmeesters Jos. Cuypers en Jan Stuyt, den TJtrechtschen meestersmid Jan Brom, professor de Groot en pastoor Dr. Smits, Dr. Sinningk uit den Bosch, pater Molkenboer, pastoor Bartels, den bekenden schrijver, en tal van anderen, die in onze vaderlandscbe Roomsche beweging met eere genoemd wor- den. Professor Dr. van Dam was nu voorzitter, en Dr. Gerard Brom, de jongste van den broedertrits, die in ons vaderland en daar- buiten zoo'n goeden naam heeft, was de eerste spreker. Hij bad het over de noodzakelijkheid van de kennis van het kerklatijn voor leeken; een geestige voordracht en een slaand betoog. De grondtoon van dat betoog was geheel naai den geest van dit congres; boe kan men litur gisch medeleven met de plechtigheden der Kerk als men zelfs de taal niet verstaat, waarin ze worden gehouden? En Dr. Brom bewees het, dat 't werkelijk noodig is voor een ieder die de schoonheid van den Roomschen kerkdienst wil waardeeren, de taal der kerk te leeren, enhet is mogelijk ook! Met één uur per dag, een jaar lang, is het meeste van de antiphonen, evangeliën en andere la- tijnsche liturgische gebeden al te verstaan! Daar moest dan ook voor de meer-ontwikkel- den, voor koorzangers vooral, een cursus wor den opgericht, zooals er te Amsterdam al be staan, waar de kerktaal wordt onderwezen want wanneer de Jood z'n Hebreeuwsch kent, zal dan den Roomsche Rome's taal vreemd blijven? Dr. Brom's betoog sloeg in, dat was te mer ken. En het Congres had er pleizier in, en ging mee, en juichte den bescheiden jongen geleerde toe na afloop van zijn rede, eu nog méér hij het debat, toen hij op de vraag van den heer van den Bosch uit Alkmaar: waar om latijn in de kerk en geen Hollandsch? in een schitterende improvisatie over het „unam sanctam, apostolicam Ecclesiam" het antwoord gaf. Zooals de Kerk, moét ook de taal der Kerk één. en heilig en apostolisch zijn, dat gege ven werkt hij uit, en het was een der mooiste («ogenblikken van het Congres, toen we naar die improvisatie hegcerig zaten te luisteren. De Bossche literator Dr. Sinningh deed óók zijn duit in het zakje, door op geestige, wijze het hetoog van Dr. Brom te ondersteu nen, al was hij het met een paar onderdeelen niet eens, en door nog tal van practische wen ken te geven betreffende de houding der ge- loovigen in de H. Mis, die naar ikmeen wel eens in een liturgisch handboekje moch ten bijeengezameld worden! In z'n wit habijt een precieuze figuur, kwam daarna de Norbertijner prof. Knaapen, van de Heeswijksche Abdij, naar voren. Hij ont wikkelde de stelling, dat de H. Communie der geloovigen onder de H. Mis moet plaats hebben, en niet daarvóór of daarna, om de H. Mis zoodoende te doen zijn voorbereiding en dankoffer tevens. De offerande en de of fermaaltijd belmoren bij elkaar, en de geloo vigen moeten dus de H. Mis beschouwen als de voorbereiding tot het groote oogenhlik, waarop zij communiceeren. In verzorgde taal werkte zeereerw. heer Knaapen die stelling gen vorm was gegoten en, belder-klaar, geen uit, en zeker is, dat theoretisch de eisch, dooroogenhlik de aandacht deed verflauwen, het spreker gesteld, een juiste én gerechtvaar-1 wezen van den liturgisch en kerkzang had he- digde is. sproken en de eischen die deze aan de zan- De dichter Willem Smulders was de derdegers stelt, kwam hij op den volkszang. ven, ten slotte een jubelzang voor de heer lijke schoonheid der kerkelijke gebeden en voor de hoogheid van het Offer. Een warme aanbeveling van het werk der Benedictijnen en van het Misboek „Het Kerkelijk Leven" vooral, dat de schoonheden van bet missaal nu brengt onder het hereik van eenieder, zoodoende direct van voordeel doet zijn aan de geestelijke vervolmaking der geloovigen, be sloot de schoone voordracht. De ochtend was daarmede om, en Dom Ser- gent, die aan de bestuurstafel al deze voor drachten mêe had aangehoord, maargeen woord verstaan, omdat hij, de Fransche Be nedictijn, het Hollandsch nog niet voldoende machtig is, stond nu op om ons in het heer lijkste Franseh te gaan onderwijzen, hoe we 's middags het Gregoriaansch „Te Deum zouden meezingen in de kerk. Wat was dat een alleraardigste les. Met zulk een leeraar echter, en met zulke gewillige leerlingen, is gauw wat te berei ken, en het ging al spoedig heel aardig: Dom Sergent was er over tevreden en m een half uur tijds wisten we van de wijze van voor dragen die 'tBenedictijnsch-Gregoriaanscli vereischt, heel wat. Het is des middags in de Vespers uitgeko men, dat deze les ook practisck goed heeft gedaan! WêCr was er „gemeenschappelijke maal tijd" op verschillende plaatsen» want Breda bezit geen gelegenheid om zóóveel congres sisten hij elkaar te spijzigen, t Liturgische „Beliedicite" werd weer vooraf gebeden en de geest van waren congreszin, van eendracht en een zich voelen, van gewilligheid om te leeren en één zijn met het groote onderwerp dat dit Congres beheerseht, kwam ook bier duidelijk voor den dag in de opgewekte dis- cussiën. Om twee uur waren weer allen tegenwoor dig in de zaal van den St. Josefskring, om eerst prof. de Wit uit Hoeven te hooren spre ken over „de plechtigheden der H. Mis". Dit was een echt professoraal betoog, in gekuiscliten vorm, didactisch elke liturgische plechtigheid van begin tot einde der li. Mis naar voren halende om ze uit te leggen en de hoogheid ervan aan het licht te brengen. Uitvoerig en breed kwam tot zelfs het ge ringste en kleinste onderdeel der liturgische handelingen tot zijn recht en professor de Wit, die blijkbaar veel werk bad gemaakt van deze bestudeerde voordracht, oogstte een hartelijk applaus. Een Franciscaner, pater Caecilianus Hui- gens uit Wijchen, was de laatste spreker. En niet de minste. En vooral: zijn voordracht werd met de grootste belangstelling verwacht, omdat liij het zou hebben over een onderwerp dat in den jongsten tijd veel is besproken: over de H. Mis en den liturgischen zang. Nadat pater Caecilianus dan ook, in het eerste deel van zijn voordracht die in keuri- Maar onder dat lachen was de ergernis dui delijk toch voelbaar, want bet ideaal van den waren kerkelijken zanger verschilt toch te veel van de werkelijkheid op verschillende plaatsen, dat men dit niet met droefheid opmerkte! Alleen de betere kennis der liturgische eischen, en een liturgisch meeleven van de ka tholieken, kan brengen de verbetering die noodig is! Op bét stuk van den volkszang in de kerk was pater Caecilianus zoo principieel moge- lenk. En zijn betoog was zóó duidelijk en lo gisch, en mêesleepend en vastomlijnd, dat bij zonder noemenswaardige discussie bet pleit won. Trouwens: de pater sprak enkel en al leen naar strenge principiëele eischen. Over de vraag of p r a c t i s c h deze of gene ver zachting, verandering, niet beter kon wezen, of volgens de kerkelijke voorschriften dit of dat geoorloofd, niet-geoorloofd zou zijn, daar over wilde bij nu niet gesproken hebben, die vraag werd uitgeschakeld. Dat er op die ma nier ook heel wat debatteeren werd voorko men, behoeft wel geen betoog. Pater Caecilianus gaf echter tocli practi sche wenken genoeg, want ten slotte zou ik gevraagd willen hebben: is het niet bet meest practische, zich streng te houden aan de regels die gesteld zijn?.... Wat den volkszang dan betreft, onder scheidde spreker le. de streng liturgische, waarbij geen andere tekst en taal dan de li turgische tepas komt. Dat is de zang bij de H. Mis en de Vespers. Ten tweede komt de niet-streng-liturgiscbe volkszang. Is deze geoorloofd bijv. onder de stille H. Mis, en hoe? Op pakkende wijze be toogde pater Caecilianus, dat principiëel de eisch moet worden gesteld: onder de stille H. Mis géén enkel gezang. Dat is niet-litur- giscb, en niet-aanbevelenswaardig. Deze stelling, voor velen de belangwekkend- Het is een feit dat de meeleving der katho lieken'met de Kerk en wat er in de Kerk' gebeurt, in onzen tijd jammerlijk verflauwt. Al is bet niet eerlijk dat sterk voorop te stel len zooals liberale bladen doen, die van het beele liturgisch Congres niets hebben op genomen dan alleen een paar aanhalingen uit pater Borromaeus' practische rede, waarir deze de verflauwing van het huiselijk leven ouder de katholieken met zoo'n paar rake zin nen teekende, toch mogen we die verflau wing niet te weinig-beteekenend aanslaan. En tegen die verflauwing is geen beter middel, dan herleving van den katholieken geest, die recht staat tegenover de materiali seering, de aanbidding van het stoffelijke, den eeredienst" van bet tijdelijke-alleen, van onzen tijd. Daartoe heeft dit Congres een krachtige» stoot gegeven, die zijn terugwerkende kracht op ons heele Roomsche volk niet zal missen! Alléén door verdieping van bet kerkelijke leven, door betere kennis van wat de Kerk leert en boe zij hare leer in toepassing brengt, zal de levendigheid en de innigheid van bet geloof toenemen onder ons. BOOTTOCHTEN OP ZONDAG. Vandaag eens een „ingezonden "Ailedagje dat volkomen onze jneening weergeeft, en dat we daarom gaarne ook als onze meening hier plaatsen; spreker van cfêzen drukken morgen. Hij bad tot taak in het licht te^ stellen boe de liturgie der heilig Mis liet zieleleven loutert, ver licht eu vervolmaakt. En op echt-dichterlijke wijze ook was zijn Er werd, in het eerste deel der voordracht, nogal eens gelachen. Blijkbaar omdat de eischen, die de spreker stelde aan den koorzanger bijvoorbeeld, wel wat afwijken van de Practijk zooals we die woord, dat deze stelling bewees door bet stapkennen. Is bet spreekwoord niet overal waar, voor stap volgen van de verschillende phasen dat de duivel, als hi.i in de kerk komt, het der II. Mis en hunnen invloed op het zielele-eerst naar het zangkoor gaat? Mag ik even beleefdelijk een plaatsje vra gen in uw geacht blad? 't Is naar aanleiding v.iu T verslag over den boottocht, die het ll.-K. ste van het betoog. werkte de pater op zoolr;lnfare.korj)3 van Velzen maakte Zondag j.l. logische wuze uit, dat er van de aanwezigen - niet óén was, die iets van belang daartegen) a 'van ^et vel zyn, dat C. D., zooals hij kon inbrengen! Inderdaad een groote over-j schrijft, „gezellig heeft gedanst en gehost", winning. Want werd nu niet uitgemaakt, datmaar toch keur ik het af, als Roomsche Ver- alle zoogenaamd practische zienswijzen, die j eenigingen alleen naar een Vroegmis gaan, van de streng-liturgische afwijken, dan toch om den dag des Heeren verder in zulk een luid- eigenlijk maar hulpmiddeltjes zijn en onpas-ruchtigen jool door te brengen. C. D. zegt, als sende gebruiken, die beboeren te verdwijnen? hij het heeft over het dorpje Breukelen: „Tot Het betoog van pater Caecilianus was uit voerig en duurde lang, maar geen oogenhlik verloor het Congres zijn belangstelling, en ook dat was een overwinning, die veel be- teekende! Pastoor Eppink deed nog eenige vragen die beantwoord werden, en daarna kwamen we tot de sluiting van het congres. Dr. van Dam, de onder-voorzitter die bij afwezigheid van den Hoogwaardigen vicaris het congres zoo kranig had geleid, deed die sluiting met een keurige rede, waarin hij de beteekenis en het gewicht van dit congres meesterlijk naar voren bracht. Toen werden de sprekers, en ieder die aan den arbeid van dit eerste liturgisch Congres had meegewerkt, allen afzonderlijk bedankt, toen sprak Dom Sergent nog een pakkend woordje in van vernuft tintelend Franseli, en met plechtige Vespers en Lof, waarna het Te Deum in de overvolle kerk van O. L. Vr. Hemelvaart, werd het Congres besloten. Een kort, heel kort nawoord mag hier nog worden bijgevoegd. Dit congres is het eerste geweest in Neder land op dit gebied: geve God dat er nog vele zullen volgen, even rijk aan vrucht.... Want deze congressen zijn noodig. eer van de burgerij moet gezegd: zij houden van Zondagsrust". Maar die „deelnemer" niet, want het vol gend jaar, zoo zegt hij, wil h(j naar een plaats, waar de winkels op Zondag open zijn, en de Zondagsrust niet onderhouden wordt! Foei! C. D.l Is dat de taal van een goed Kvtlioliel; l Zijt gij tegenwoordig geweest in de predicatie, die op bevel der kerkelijke overheid kort geleden ook in uwe parochie, evenals in alle kerken van het Bisdom, gehouden is over de Zondagsviering, die niet bestaat in het bij wonen alleen van een Vroegmis? Ik kan me best begrijpen, dat de Redactie heel dat verslag laat voor rekening van den inzender. U, geachte Redactie, dankend voor de wel willend verleende plaatsruimte, teekea ik hoogachtend, N F. v. K. PERSONALIA. De heer J. Welling, alhier, is te 'sGraven- hage geslaagd voor het examen boekhouden (sehoolakte). Yl CLXXX1II. den mg, en waarom nr r T T d?n Wraakt. - Over de Jcervus-zèif en den mmis-nja, en waarom de ker- ms-gèest eigenlijk moet afge schaft. Lang wachtenen een gebeurtenis die herdacht moet worden. onze oude dienstmaagd zegthier nu eens toegepast i>e kermis is weer ach!er den rug, en al zijn gr velen die zeggen „Goddank", er zijn er toch g meer, geloof ik, die het erg on verschillig opnemen. Trouwens, dat is wel heel de stemming geweest, VOOr zoover ik er over kan oordcelen. tot het zoo warm was, heelt die stemming niet wemi? be\orderd. Toch is zooals elk jaar, de discussie over do kennis druk aan den gang: de voor- en tegenstanders hebben hun hun argumenten, en de rake opmerking die ik dezer dagen hoorde, dat als we het goed na gaan, eigenlijk alle inwoners van Haarlem de kermis een onnut vermaak noemen, o[ ze er voor of tegen zijn, toont wel zoo wat aan waar we er mee heen gaan. Eerlijk gezegd geloof ik, dat deze opmerking den juisten toestand geeft. We zijn er aan ontgroeid, en. de kermis is niet mcervon onzen tijd. Menscihen die buiten- iasdschc reisjes maken en wie doet dat niet tegenwoordig t die aan sociale studie doen, die al minstens door de geïllustreerde bladen, en door de bioscoop etcetera op de hoogte komen van ai wat het buitenland te zien geeft, dis menscben kunnen met de goedkoope, weinig zeggende kermispret niet opschieten! Ze kijken erop neer, zelfs als ze eraan meedoen. En dat is na'uurlijk de dood van die kermis-z:l pp 'den duur. Ik zou dan ook maar aanraden, dat voor-en tegenstanders zich vereenigen en stilletjes af wachten hoe het loopen zal: de kermis geweld dadig afschaffen behoeft absoluut nist, want de omstandigheden zelf maken haar wel dood! Dat ca'1_ natuurlijk zeggen: cle gelegenheid om alsi n m de rondte draaien, of in (kokende hitte „üon™, UOer wo'"den gesmakt voor ie ge- o om in schunnige houten testjes pp nog schunniger bankje „ar hes ten" van den zoo- veeisten rang te zien optreden of andere ver makelijkheden van dat soort te gaan bijwonen. I'6'js anders is liet of ?,dc kermistijd" iverdwij— nen zal! En dan geloof ik, dat zelfs de hef-" tigsie anti-kermismannen dat niet zuilen kunnen bewerken. Er is een misverstand heel dikwijls in die au'.i-kermisbeweging: men betoogt en preekt en kabaalt tegen de tentjes, de draai molens, de spellen en wat er aizoo gedurende een week „staat" op onze Mand en jmtermai A. jMaar die dkcen maken loeh de-kernnsmisbi lu iken niet! Want als men al die dingen zou wegdrijven, dan zou men daarmee dgji kermis- geest toch niet gebroken hadden, die minstens één week iu heel liet jaar, langs een Iiistbri che lijn nu eenmaal tot stand gekomen, de menschen «een ontsjpanningslijd wit gevent Dat ziet men aan Amsterdam, waar de kermis al tientallen van jaren is afgesciiaf1, maar waar de kermisweek toch nog altijd worden gehouden met bijzondere schouwburgvertooniugen en meer van dien aard. Zoodoende blijft dc kermisgeest toch bewaard, en juist die geest vind ik het verderfelijkste. Of tie menschen al eens poffertjes eten, en een avondje bij Brinkmaan zitten, en een ca deautje voor hun kinderen koopen, oE de jonge lui eens gaan „draaien" fn den caroussel, zelfs dit laatste vind ik nu juist niet zoo vree- selijk. Maar den kermisgeest, die een week lang op uitgaan en ontspanning ziat, weg te nemen uit de menschen, en ze af te houden, van die zucht naar nietszeggend vermaak, dia leidt tot allerlei uitspatting en leelijke dingen, dót bedoelen toch eigenlijk de an' i kermismaimen, en omdat ze dat niet bereiken door de houten barakken, te verwijderen, maar beter ertoe zou den kunnen komen door te lellen op sommige looneelstukken, door toezicht te houden op de jongens ©n meisjes, door vuile lectuur tegen; ie gaan en meer van dien aard, daarom geloof ik dat de antikermis-ae'ie eigenlijk 't 'doel voorbij schiet t En nu basta over de kermis, daar pi a en we het volgende jaar eens over, als dan t'e tram er is, en als er zal moeten beredderd worden, hoe de boel dén moet worden ingericht. Ja, die tramt We hebben onlangs gehoord, dat iburgemeester en wethouders hopen dat er nu eerlang eens aan begonnen zal worden, en ik jheb dan oak al mannen met instrumenten en meiers en roode verf langs de straten ziendwa- 'len, die hicroglyphi.che leekeningea hier eu daar hoeken neergeplek!, welke ik hard verdenk voor bereidende maatregelen ie zijn voor het eerlang aan le vangen, werk, maar iniusechen rijdt do paardentram nog maar altijd uit den treure, en worden we alweer met den dag méér en méér ermee verzoend. Ja, 't zal, als het zoo door gaat',1 en slotte nog zóó worden, dat niemand eigenlijk meer begrijpen zal waarom wij die paardentram opdoeken, en eleetrisch gaan tram men l Maar als de tram er is, dan komt ook de behoefte wel, dat zie je méér gebeuren. In- fuskchen kan datzelfde niet worden gezegd van het nieuwe gebouw der R.K. Mi itairen-vereeni- ging in de Zoeiestraat, waarover ik al een jpiaar malen heb geschreven, en waarvan de krant in dertijd zoo'n mooi plaatje met beschrijving heeft gegeven. Ik ben er van de week eens wezen kijken, nu morgenavond Monseigneur onze Bisschop het huis zal komen inwijden, en ik heb versteld gestaan van de magnifieke en prac tische inrichting niet minder dan van de sier lijke, smaakvolle vormen en versiering, die er is aangebracht. De heer Robbers heeft hier .wat bijzonders, wat persoonlijks, iets met een. apar cachet, gemaakt: achter de ruime, liooge, 001 vestibule ligt de even ruime, gezellige - met oen mooi tooneiel en een paar prettige hoekjes waar je gezellig kunt zitten. Achter die mooie zaal een pittig directeursver- Ivek en een mooi stuk grond dat deels tuin, deels gymnastiekplaats is; en aan den vóórkant, door oen hoog en mooi lichtraam overvloedig verlicht, ©en prachtige zaal die als studiezaal dienst zal doen en bij uitvoeringen bij de groote zaal kan worden getrokken. Inderdaad, de op vatting van het geheel is grandioos, bij el «de kloinie(ruim'j6 pvaar de bouwmeester mee moest woekeren, en de versiering en verlichting passen volkomen in het kader: flinke en veel elcctri- sche armen, en boven de groote zaal een hijzon der mooi, eigen cachet dragende lantaarn met gebrandschilderd glas, op zichzelf een beziens- name zaal, waardigheid van den eersten rangt Dat is zeker, dat de bouwheer, kapelaan Noordman en de hee ren Commissieleden voor het Tehuis, zoogoed als de architect eere hebben van dit mooie gebouw, dat zoo'n heel apart karakter draagt in uiierliiki en opvatting en dat voor ons Haarlem een sie raad en voor Roonr ch Haarlem een groo'c aan winst mag heetenl Of de „jongens er nice in hun schik zullen zijn? Dal kan je vaïteul Maar ook heel orize Katholiciteit mag er blij mee zijn, en ik weet een goed middel om e blijdschap te toonenl Morgenavond half acht is er een groote plechtigheid in de St. Josep rcchie. Dan zal Monseigneur Zelf het plechug Lof cel-ebree ren, waaronder de nieuwe leden der R.K. Mi 1 itairenvereeniging hun opdracht zei len doen. Dat is altijd een indrukwekkende plechtigheid, maar ditmaal, door Mgr.'s tegen woordigheid (en misschien ook wel door Mgr.'s woord) van buitengewone beteekenis. Door dit plechtig Lof bij te wonen, en er hartelijk te bidden voor den bloei der R.K. Militairen-ver een iging en voor zegen aan degenen die er hun krachten aan geven, zullen Haarlem's Katholie ken het allerbeste kunnen toonen, dat zij belang stellen in en dankbaar zijn voor deze mooie stichting. En dan zal dunkt mij bij ge legenheid ook wel eens het nieuw tehuis voor het publiek ter bezichtiging worden opengesteld: men verzuime dan niet een kijkje, want wer kelijk, het is zooals onze oude dienstmaagd altijd het is de peine waard! 39 AUGUSTUS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 1