TWEEDE üL stadsnieuws. DWAALWEGEN. Rond de Liturgie. Amsterd^msche Bears. I izt Vragen bus. Amsterdamsche Beurs. Handschoenen. 1 SSj; Au Bon Marché Noyons" Haarlem-Brussel. Handschoenen. ZATERDAG 13 AUGUSTUS I9II. Man onze RechtS?anfe De Vergiftigingszaak in de Nieuwe Meer. VROUW HOOGERHOUT VOOR DE RECHTBANK. f 8 7VU 9 a*/* mi2 8S>/.2 891 0 921/J 9VU 9f/ic iwt, Rl k Is 501 Wis 99'j p/ic 761/4 291 u 1061 74 1051/2 ,p/l6 112 74 967/g Ml/2 27E»/S l69i/2 101 78 1037,6 c'ls 187s 8T°lf, 8,7s 98 957, mk 702 10C8/8 iWU 26 if/to 8'5/8 27.4 FEUILLETON 40 HIEUWE HflflRLE/ASCME COURANT LXV Het tabernakel van binnen. Hadden de Joden in bet Oude Verbond een woontente, waar Jabve, geheimvol omwo v zinnebeeldige wijze Ml Zyni«mtverkoren volk" verbleef, voor ons, Katholieken, is net tabernakel de „heilige stede waar Cnrrstns onze Heer in den meest letterlijken zin onder oiis wil wonen, de troon Zijner genade", de uitverkoren „woonstede Gods onder de raen- schen". Het spreekt wel vanzelf, dat de Kerk nauwkeurig beeft voorgeschreven, hoe deze heiligste plaats zoowel in- als uitwendig moet gesierd worden Debinnenzijde van liet tabernakel moet ten le. zindelijk zijn en vrij van bet minste stofje; ten 2e. niets, hoe heilig cn eerbied waardig- ook (bijv. de H. Olie of reliquiecn) behalve het H. Sacrament mag er in bewaard worden; 3e. zij moet ofwel verguld, of nuar bet meer veelvuldig gebruik, met een kost bare witkleurige stof (zijde, damast, goud brokaat) bekleed zijn; 4e. de bodem zij be dekt met een gewijden linnen doek, corporale geheeten, die alle twee maanden vernieuwd moet worden. Indien het tabernakel ledig is, bijv. op Goeden Vrijdag, moet de deur open blijven, d i geheel en al openstaan, opdat de geloo- v'igen niet in dwaling gebracht wordei: (Vervolg der rechtszitting van gisteren.) Na de pauze werd het getuigenverhoor voortgezet. De getuige Ravesloot heeft H. bezocht toen hij zwaar ziek lag. Get. had hem gevraagd hoe hjj zich gevoelde. Hij zeide: „Iets beter!" Toen meende hij een trek van teleurstelling op het gelaat van vrouw Hoogerhout te bemer ken. Nog andere getuigen werden gehoord in ver band met den omgang tussehen v. Exter en de beklaagde en de verstandhouding tussehen man en vrouw Hoogerhout. De beklaagde ontkent alles wat dat betreft. Tegen een der getuigen had bekl. eens ge zegd dat zij zoo'n chagrijnigeu man bad en van Exter zoo'n chagrijnige vrouw. De vader van M. v. Exter kwam getuigen dat de bekl. groot was met een ieder. Hij had zijn zoon berispt dat hij zich zooveel inliet met vrouw Hoogerhout. Gehoord werd wederom de getuige P. Hei- loo, vroeger in dienst bij den bakker v. Exter. Deze verklaarde wederom, met den bakker meermalen mede te zijn geweest, om inkoopen te doen te Amsterdam, o.a. bij den drog-ist Kunst. Zelf ging hij echter nooit den win- ^De'drogist Kunst uit Amsterdam legde de zelfde verklaringen af als gisteren. Ook werd wederom gehoord mej. de wed. v. Raam. Haar verklaringen kwamen overeen met'die, gisteren door haar afgelegd. Be get. Slootweg, veldwachter, heeft nog aan het ziekbed van Hoogerhout gestaan. Vrouw Hoogerhout, de bekl., was naar zijn bed gegaan en had gezegd: „Man, nou willen zij zeggen, dat ik je vergeven heb. Dat geloof je toch niet?" „Nou, nou," antwoordde toen de man, „als 't een jaar of wat vroeger was. verder kon de man niet komen. Als getuige a décharge werd gehoord de scheikundige Hoorenburgh. Deze heeft op ver zoek van den verdediger van bekl. een flesch bessensap onderzocht, van denzelfden leveran cier en dezelfde qualiteit en hetzelfde merk, als die, gevonden bij vrouw Hoogerhout. Ook in die flesch heeft de scheikundige „spo ren" gevonden van arsenicum, vermoedelijk ont staan door infectie vanwege het niet goed zui veren der flesch. Gehoord wordt nog een zuster van bekl. Tij dens dit verhoor weent de bekl. Get. is bij Hoogerhout geweest op 26 Eebr. vanwege een verjaardagfeest. Hoogerhout wil de toen geen borreltje gebruiken omdat hij zich toen al niet lekker gevoelde. Bij het eten is zij weggegaan, ofschoon vrouw H. haar nog gevraagd had te blijven voor het eten, doch zij had geen tijd. Toen zij wegging stond de tafel gedekt, o.a. stond er soep op tafel. Hoogerhout heeft ook nog chocolade gebruikt. Get. had nog kleederen medegebracht om te bewijzen dat bekl. veel donkere kleederen droeg. Een derde getuige a decharge was Aaltje Bos. Deze zeide dat zij op den dag dat H. naar Amsterdam zou worden gebracht in de zieken kamer is geweest. Daar was v. Exter bij het bed van den zieke. Toen get. binnenkwam, ging v. E. heen. Een werkman, die met Hoogerhout gewerkt heeft, verklaarde dat hij nimmer iets kwaads van diens vrouw had hooren vertellen. Een jaar of drie geleden had get. eens aangeraden aan H. om zich in het Gasthuis te doen verple gen, omdat hij in dien tijd veel bloed opgaf. Een andere werkman verklaarde dat J. Hoo gerhout een paar maanden voor zijn dood veel klaagde over „crimineele" pijn in de maag. Ook moet H. gezegd hebben dat zijn vrouw wilde hebben, dat hij naar den dokter zou gaan, doch dat H. daar zelf op tegen was. De verdediger deed nu verschillende getuigen voorkomen, die algemeen van oordeel waren dat het huwelijk tussehen bekl. en h'aar man, zoo al niet gelukkig, dan toch zeker niet onge lukkig mocht worden genoemd. Pres. tot bekl.„Moet u niet toegeven dat u het voornemen hebt gehad uw man door arsenicum van het leven te berooVen?" Bekl. (zacht): „Neen, Edelachtbare, bij mijn weten niet! Ik...." Pres.: „Wilde u niet van uw man af?" Bekl.: „Neen, edelachtbare, ik had een goed leven met mijn man. In den eersten tijd niet, doch later ging het veel beter. Mijn man was zuinig, en ik leefde goed met hem. REQUISITOIR. Het O. M. begon, te half vier met zijn requi sitoir. Het O. M. zal er zich vooral op toeleg gen om het doel uiteen te zetten, wat met den moord beoogd werd, n.l. de vereeniging van vr. Hoogerhout en M. v. Exter. Door de getui genverklaringen van heden is de verstandhou ding, die er bestond tussehen bekl. en M. van Exter, nog zuiverder aan het licht gekomen dan door de verklaringen van gisteren. Er blijft in deze zaak geen duisterheid meer over. Spr. treedt dan in de bijzonderheden van de getui genverklaringen. Gewraakt werd vooral het feit dat de vrouw drie weken voor den dood van haar man een zwarte blouse heeft gekocht. Wel had zij zwar te kleederen, doch geen zwarte blouse. En dan de woorden, gebruikt door de bekl.„Het is goed als ik in de rouw moet, die blouse", als ook de woorden: „Ik heb zoo'n chagrijnige man en Tienis zoo'n chagrijnige vrouw", toonen aan dat de vrouw het verlangen had naar den dood van haar man. Het staat buiten eiken twijfel dat Jan Hoo- gerhout, de man van bekl., door arsenicum is vergiftigd. Alle deskundigen en doktoren zyn bet hierover eens. klaar, nu de groote vraag: wie heeft het arsenicum toegediend? Spr. meent bewijsmateriaal genoeg te hebben, om de bekl., die hier zit, te doen veroordeelen. Zaterdag, voordat H. op Zondag ziek werd, is H. gezond van zijn werk naar huis gegaan en Zondags na het eten van de soep, is hij ziele geworden. Deze vrouw is het geweest, die e •soep heeft klaar gezet en niet M. van Exter. Wel is het waar, dat H. vroeger aan de maag lijdende was, doch daaraan is de zieke niet ge storven, volgens de verklaringen der deskundi gen. Dat het slachtoffer eerst 8 Maart is ge storven, behoeft geenszins te verwonderen, ook de deskundige acht deze langzame werking zeer wel mogelijk. Een andere aanwijzing voor de schuld van bekl. is het hebben van vergif door M. v. Exter. Tot tweemaal toe heeft M. v. E. vergif gekocht, en dit feit in verband gebracht met de verhouding tussehen v. E. en deze vrouw vormt een groote aanwijzing. Ook bekl. heeft vergif in huis gehad, zooals uit de getuigen verklaringen blijkt. Is hei nu niet zeer aanne melijk, dat deze vrouw, die nu juist niet tot de braafsten behoort (de bekl. schreit), dat zij vergif heeft gebruikt. Deze vrouw is tot alles in staat en zelfs haar man verklaarde op zijn sterfbed (Zie de verklaring van Slootweg): „Als het een paar jaar vroeger was geweest!", dat het niet onmogelijk is dat de vrouw haar man vergiftigd heeft. (De vrouw schreit en schudt droevig het hoofd.) Eindigende vraagt het O. M. de veroordeeling van de bekl. tot LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF. PLEIDOOI. Mr L. van Gigh Jr. kwam1 nu a,an het woord Gedurende jhtet gdbeele pleidooi hoort mén het kermien van bekl De verdediger dankt het O. M. voor zijn betoog, dat hij een pleidooi noemt voor zijn cliënte. De waarde der getuigenverklaringen, wa,t betreft de var houding .tussehen Exter en de bekl., acht spr. zeer klein. [Wjat heeft toch vooral invloed op die getuigen De pers, ja, vooral de pers belust op sensatie, (en broodnijd, verder zijn de gatuigen of bloed verwanten van de bekl. of mensoben, die al eens ruzie mlat bekl. hebben gehad, of nu juist niet de beste maatjes waren met de bekl. Alles bijeiangen omen komt spr. tot de conclusie dat geen der getuigen pertinente verklaringen omtrent djaze kwestie heeft af gelegd. Een hartstocht hlareid tot- ©ene mis daad, kan het dus zeker niet geweest zijn bij Hl Verder ontzenuwt spr. ach ter oen volgens de getuigenverklaringen van verscheidene an dere getuigen, en betitelt ze als bakerpraat jes. iW at betreft de zwarte blouse, wil spr. er alleen op wijzen dat da blouse glanzend is en geen rouw-blouaadaarbij is de bekl. de Mouse wezen koopen met haar man. Dat zou toch wel het toppunt van perversiteit zijn- Maar aangenomen dat de verhouding tus sehen E. en de H. zoo is als da ambtenaar van het O. M- het wil voorstellen, is dat dan een bewijs dat daze vrouw haar man ver moord heeft? Is dat. een overweging die mag gelden bij een vonnis van de rechter lijke macht? Neen, bewijzen moeten er zijn, voor zulk een veroordeeling. En nu klampt hot O.M. zich angstvallig vast aan dit bewijs, dat het bord soep voor H. klaar stond op dien Zondag. Maar men beeft ook gehoord dat leen der getuigen, de zuster van de H., op dien Zondag is ganoo- digd ten eten ta blijven. 1 Had bekl. dat gedaan als zij het plan .had haar man te vermoorden- [VViaarom dan een dwarskijker ganoodigtl 0°k Vj «et v.°' gens de deskundigen niet waarschijnJyli aalt de verschijnselen van vergiftig131®' .z!oa a" delijk na de toediening van het vergi voor doen en dit is hier wal het geval gewees .Waarschijnlijker is het da|t de. man ked aan zijn oude kwaial een maagziekte.^^ ok is het niet waarschijnlijk, volgens diezelfde deskundigen, dat de dood berst na toen u. ar gen intreedt. Ilat doel van spr. in dit deel van zijn bet oog is aan te toonen dat de ver giftiging niet heeft plaats gehad op Zondag 26 Eebr. dus niet door het gebruiken van het bord soep. Hieraan wenscht spr. die Recht bank alleen te doen twijfelen. Over de bessensap zal spreker niets zeggen. Het O. M. heeft er met geen woord van ge sproken. En al was de vergiftiging door de bes sensap geschied: wie heeft die dan ingeschon ken? Spr. wacht nog altijd op het eerste ar gument dat deze beklaagde den moord zou heb ben begaan. Met dezelfde redeneering zou het O. M. kunnen beshii:en dat Exter den moord zou hebben begaan. Spr. sluit ook liet idee niet uit van zelfmoord, o-mdat de verslngcnc altijd een eigenaardige ma nier van doen had. Den verdediger lijkt het waarschijnlijk dat M. v. Exter den moord zou hebben begaan e.v. op 6 Maar!. 1 een is H. plotseling zeer ziek ge worden. Ook H. verdacht blijkbaar v. E. van de toediening van vergi-. De bewijzen zijn niet daar om de vrouw te kunnen veroordeelen. in voile gerustheid. Eu welke zijn de gevolgen daar van? Een leven dat geknakt wordt, een moeder die ontnomeia wordt aan drie bloedjes van kin deren, die niet alleen hun vader verloren zullen hebben, doch nu ook hun moeder zullen verlie zen. (Do vrouw weent bitter), een moeder, die zeer goed voor haar kinderen is, zooals blijk; uit de brieven, die zij hen uit de hechtenis- heeft geschreven. Spr. vraagt dan voor zijn cliënte vrijspraak ea* onmiddellijk ontslag uil de hechtenis. Het O. M. antwoordt dat het zich refereert aan het oordeel der Rechtbank. Acht zij geen genoegzame aanwijzingen aanwezig om de bekl. te veroiordeelen, welnu dat zij haar dan vrij- spreke. i De Rechtbank gtaat eenige oogenblikken in de Raadkamer om te beraadslagen over het ver zoek van den verdediger. Na heropening der be raadslaging zegt de Rechtbank niet tot onmid dellijke invriiheilsstelling le kunnen overgaan. De Pres. vraagt of de bekl. nog iets te harer Verdediging heeft in te brengen. Snikkend vertelt zij dan dat zij niet begrijpt ho'e men haar kan verdenken van vergiftiging te hebben gepleegd'. Zij leefde goed met haar man, en drie weken voor zijn dood, kocht zij nog baaie hemden, onderbroeken, een sigaren pijpje en meer snuisterijen voor hem. Dat zou zij toch niet gedaan hebben, als zij niet van hem gehouden had. De zitting wordt nu gesloten en de uitspraak bepaald op 30 Augustus. Toen de getuigen de zaal verlieten, vloog de zuster van de bekl. op haar toe en beide zus ters hielden elkaar langen tijd weenende omhelsd totdat een veldwachter heil scheidde. Tabaksmarkt flauw op likwidaties. Mijnwaarden hooger voor Ketahoen. Palelehsoorten vast. Cultuurwaarden konden zich grootendeels van de "laatste verliezen herstellen. Hollandsche Staatsfondsen fractioneel hoo ger. Russen prijshoudend. Zuid-Amerik. Staatsfondsen verlaten. koersen v. 18 Aq^ Vr. Tot verkoop .mijher artikelen stel ik een agent a.an die leene flinke provisie geniet. Ik geef hem die quit ajitie's ter inning, welke hij niet afdraagt Na, herhaaldelijk aange maand te hebben bereikt mij 'de tijding dat de 'agent is failliet verklaard. Ik vraag zij nen Cui'ator om inlichtingen, krijg echter geen 'antwoord. Vraag nog eens, zelfde re sultaat. Ten einde raad vraag ik den Burge meester v'an dte plaats waar m'n agent woon achtig is om eenige inlichtingen, krijg geen taal of teeken. Deze zaak is nu reeds ver scheidene m'aanden in het duister, kan ie mand mij ook aanduiden welken wteg te ne men M. i. beh oort de handelwijze van den agent bij „Oplichterij", of hen ik daarmee de plank mis An tw. Voor zoover wij net, kunnen bieoor- deeleai lijkt het, er inderdaad veel op. On begrijpelijk komt ons echter de houding van den Curator voorpis n werkelijk niets yan de zaak hoort en geen inlichtingen krijgt, raden wij u aan, u te wenden tot den Rieeh- ter-Commissaris in dat faillissement, die ver plicht is maatregelen te nemen om den Cu rator te controleeren. Vr. [Wa,t is het voornaamste Katholieke Nederlandsche Dagblad in Brussel Antw. In Brussel verschijnt ge?n groot Katholiek Dagblad. [Wiel in Antwerpen: liet „Handelsblad van Antwerpen". Vr. Kunt u mij ook 'zeggen of een gedenk penning va|n de 'vrede van Rijswijk, in 1627, waarde heeft? Antw. Slechts waarde voor verzamelaars daarvan. Doch deze penningen zijn 'niet zeld zaam: u zult er dus niet, gemakkelijk een kooper voor vinden. Vr. Moet ik gedoogen dat een Rijksveld wachter zonder van mij vergunning .te heb ben, zijn hond op mijn particulier terrein dresseert Antw. Dat behoeft niet. Doch ziegt u den bedoelden politieman er een woordje over, deze zal zieker niet nalaten, u voldoe ning ,te geven. Vr. Kan het eerste water uit een nieu wen put (gemaakt van cemuntringen) 'ge bruikt. worden als drinkwater Antw. Beter is het te wachten totdat het water is ingedrongen. Doch schadelijk voor de gezondheid is zulk water niet. V r. (Wanneer en hoe moet men een hor tensia afstekken Antw. In het voorjaar, op de gewonie wijze door scheuring. Vraag van M. II. te O. Uw kip schijnt aan tuberculose geilden te hebben. Daar is geen hulp voor. V r.: Mag een voogd niet aan de goederen van de minderjarigen komen? Antw. Neen, doch de ouders, door wien de ouderlijke macht of de voogdij wordt uitgeoe fend, heeft gedurende-de minderjarigheid van het kind het vruehtgenoot van deszelfs goede ren, b.v. de rente van een spaarbankboekje. Opgave van F. Tli. Everard. De Beurs te New-York was gisteren onre gelmatig. Bij opening liepen de koersen te- ruk, waarna een herstel intrad op steunor- ders. Het overwegend aanbod in Unions vond flinke afname. Steels konden hunne vaste stemming gedurende den geheelen beurstijd behouden. De Amerik. afdeeling aan onze beurs had heden een vrij gunstig aanzien. Ook ten on zent waren Steels goed prijshoudend. Van de Spoorwegsoorten werden Missou- ries en Rocky's levendig verhandeld. Tegen het slot liepen de koersen terug. Petroleumaandeelen vast, hoewel de koer sen slechts weinig boven gisteren waren. 1 pCt. Cert. Ned. W. S< 2y2 pCt. Gert. 5 pGt Tabaks!. Buig. ZegeII. Buig. 4 pCt. Goudl. Hong. 4 Oblig. Kronenrente. 5 pCt. AprilCctoberrenle 4 Jan.—Julirente. 4 MeiNovemberrenl 4y2 pCt. Portugal Tabak. 8 Obl. le Serie. 4Iwangor Dombrowo 4 Rusland 19.09 j, Groote Russ.sp. 1898 Nicolai Sp. Rusland 1880 Zuid-West r Rusland Hope Rusland 1894 6e Em. Rusland Binnenl. 5 pCt Imp. Loan Japan 41/2 ObL le Serie 5 pCt. Cuba 1904 5 pCt. Binnenl. Mexico. Goudl. in p. Si. 5 pCt. Funding Brazilië. 5 Bah ia in p. Sl. 5, Para 1907. Rio de Janeiro (F. D Sao Paulo 1908 5 pCL Dominica 4 pCt. Algcin. h.B.K. 4 Haart. H.B.K. 4 Nationale H.B.K. 41/2 pCt.NorthWest pae. H.B 6 pCL Argent H.B.L. 6 dito Cedula K. 41/2 Ung. Land C.Sp. Aand. Amalgamated Copper Am. Car Foundry Am. Hide Leather United Slates Steel Barge en Moorm. Cull. Mij. Vorsten!. Hand. Maalsch. Gew. Aand. Paleieh Aand. Redjang Lebong. Comm. Pittsburg Coat Aand. Geconsol. Petrol. Koninklijke pelr. Aand. Amstcrd. Rubber. 1, Deli-Batavia Ncdert. Au .-1-1 41/2 pCt. ObL Marine Pref. Marine Coram. Marine Aand. Amsterdam Deli Arendsburg Tabak. Aand. Holl. Spoor Aand. Staatsspoor 41/2 pCt. Obl. Underground 1/23 pCL Zuid-lla!. Spoor Aand. Warschau Weenen 41/2 pCt. Mosk. Kieuw .Wor. iijs, -Wladikawkas. Comman Topeka. 4 pCL Alg. Hyp. Topeka 4 Conv. Bd. idem. Common Denver Common Erie 4 pCt. general Erie Common Kansas C. South. Pref. Kansas C. South. 3 pCL Obl. idem. Common Missouri K. T. 4 pCt le hyp. idem. 4(4 pCt.Nat. Railw of Mexicc Common New-York Onlari Common Norfolk Common Rock Island Common Souih Pacific 4 pCL Convert idem 4 le Ref. Hyp. idem Comm. Southern Railw. Common Union Pacific 4 pCt. goud Obl. idem 4 Convert Obi. idem Common .Wabash Sh. 4Ya pCt. Brazil Railw, 5 pCL Yucatan. Jlf/fapCL Antwerpen 1887. Turkije 187,0. Prolongatie 96to/,* 92 965/8 92s/s 92*/, 9M/4 661 2 9M/4 9M/4 91"/ie 935/s 89i/o lU2»/4 47'/is l'J P/, 10010/ 921,0 89'/s IOU/2 9t to/ 95 848/, 7B/i6 92 96s/s 7 VJt ie 851/ 610 867/g 97 nj]e 9 ii/2 88?/, 8611/,c 89-78 95-/, 991/7 1021/, 4',3/g 9 M/„ JIo/,e iUSt.0j4 97 IOO?/4 66 ya 95j/i6 993/4 99 s/4 69'/ g (XP/., 5M/2 2-5/8 713/4 21i/4 7U5/16 - III 1151/2 166 167 18ó1/8 185 60 61 640 640 187/16 iS"/4 3621 2 -ib.61/2 424l/2 462 217 2i(J 891 88 65 "i5/,c if 706 92»/4 lOOi/s 677hg 219 971/2 995/16 105 981/,6 105 25 650/g 7f"/it 8H/4 977 100'/s 4 G/4 1031/2 26 1 "Vie 96-' -- 11 95'; 10 27 a/8 1681/, 101 102E I'd' 68 651/g 15 43/8 700 84 9Rte iOOi'/s 256/8 28i 1' 76-/2 2tS/g 66 741/2 31 973/, 415/4 'In 1 lu 88'/4 49 2 98 88 957 r. 99'/, 967/g 6U/4 O03 22 709/ie 168 62 189/16 372 216 i066/8 2817,6 295/s 815/16 41 268/4 1121/4 277/s 883/, Verstandig gesproken; we weten alleen niet, wie het doet. Steeds wordt de ongeluksinan in de kast gelegd, en altoos vinden we hem weer hier terug. Maar het verwondert mij dat men 't por tret niet vernietigt, wanneer men zich door den aanblik beleedigd gevoelt, meende Hugo. Gu Vandaal! Zoo iets te durven zeggen! Zelfs tante egma zou zich zulk een aanslag Biet veroorloven oom Dabobert, bij wien men den naam Gotz niet eens mag uitspre ken, heeft wel diens beeld verbannen, maar vernietigen doet by het toch niet, wijl 't ■door een beroemden sehHder vervaardigd/als kunststuk z«n waarde zal behouden, wanneer wij allen dood en begraven zijn. Dat is goed gezien. In elk geval kon men den naam wegkrabben. Jammer, dat men de herinnering aan zijn daden niet even goed kan doen verdwijnen. Ge zijt wel onbarmhartig Voor eerlooze streken, ja. Weet je dat ik een kléin zwak voor Götz heb, zonder eigenlijk veel van hem te wetenf ,Men zegt mij altijd, dat hjj geniaal is ge weest, mijn papa gold ook voor geniaal. Hugo lachte. I11 elk geval heeft hij zijne genialiteit op andere wijze doen uitblinken dan Götz, zeide hij en dacht daarbij aan de dwaze liefhebberij van den vrijheer van Neuenstein zich bij voorkeur in kunstenaars kringen te bewegen en portretten te schilde ren, waarvoor hij nooit een kooper vond. Zoo zijn echter de dames, ging hij voort, smach tende oogen, een verlangende gelaatsuitdruk- 131g' paar'mee heeft men hij haar iets voor. Tit; ln S'eval dweept niet erg met hem, j weest zijn.01" U ëeen welkom familiehoofd ge- familie urd hebben, de eer der 'familie aan zulke handen toevertrouwd te Zooals 't thans met de zaken staat, is 't voor u natuurlijk aangenamer. Zulke grappen kan ik niet naar waarde schatten. We kennen elkaar te weinig, om ze ons te veroorloven, gaf Hugo gekrenkt ten ant- i Zij wierp 't hoofd achterover dat de lokken, om 't verhitte 'gelaat vlogen, doch sprak geen i woord; zwijgend ging zij eenigen tijd naast j hem voort, zwijgend voerde zij hem naar den tuin. Toen echter Hugo, die wel moest gevoe len, dat hij aan haar zonder bedoeling geuite opmerking al te groot beteekenis bad ge hecht, 't woord tot haar richtte, begon haar woordenstroom weer met nieuwe kracht te vloeien; onvermoeid doorpratend, met spot tende gebaren, maakte zij den begeleider op de schoonheden van den tuin opmerkzaam, die, welbeplant en smaakvol aangelegd, het buis omgaf; aan twee zijden giug hij in lust tuinen over, waaraan een heerlijk groot woud grensde. Aan de zuidzijde werd bij begrensd door coil wijngaard, door een pad ervan ge- scheiden; openingen als vensters daartus- schen verleenden een vriendelijk uitzicht op 'tscboone landschap. Beschouw dezen gang maar goed, zeide Therese, ook deze is een stokpaardje van oom. De overleden koning van W. heeft ge zegd, dat hij er zulk eene niet bezat, onthoud dit gevleugelde woord. De groote springbron daarginds heeft den nijd van een groot-her tog, het vloerkleed in de schilderijenzaal dien cener regerende vorstin gewekt, dat alles zijn zaken die men weten moet. Kleine heks! dacht Hugo, weinig gesticht door die scherpe oordeelvellingen uit een kin dermond. Ik geloof, dat al deze zaken schoon genoeg zijn, om algemeene bewondering te wekken, was zijn koel antwoord. Ik kan mij niet voorstellen, dat haar bezitters het erop aanleggen benijd te worden. Je keilt ze daarboven slecht,ant woordde ze snel, naar het slot wijzend. Neem hijvoorbeeld tante Regina; prijs haar heerlijk ooft, aanstonds zult ge ge waar worden, dat de hoofdwaarde ervan' voor haar bestaat in de pantalons- (Tantalus) kwalen, welke het de oude vorstin Yon Ham- merswertk-Schierstein veroorzaakt, die zich uit vrees voor maagpijn die lekkernijen moet ontzeggen. Zij gaf den toon der tante zoo sprekend weer, toen zij 't verketterde woord uitsprak, dat Hugo onwillekeurig lachen moest. Gü zijt niet zeer toegevend voor oom en tante! zeide hij echter onmiddellijk weer in zijne rol van mentor terugvallend. Hare oogen fonkelden, haar fijne neusvleu gels en lippen beefden, alles sidderde aan het kleine lichaam, toen zij hartstochtelijk ant woordde: O, eene les! Wiens brood ik eet, diens woord ik spreek, naar die les zal ik me moeten gedragen. Oude spreekwoorden hebben veel betee kenis, was zijn rustig antwoord. Ik ken echter u noch iemand ter wereld 't recht toe, mij te berispen, riep zij opgewon den. Wat ik ontvang, betaal ik vrijwel terug. Oom en tante kunnen er niet tegen, alleen te zijn, en de droge Malwine heeft een meer le vendige gezellin noodig, om niet in te sluime- ren, reeds dat alleen is voldoende, om mij hier onontbeerlijk te maken. Bovendien zing ilr, speel piano, lees voor, neb beklip van de zoogenaamde fraaie handwerken, zou ik dan niet nuttig zijn? Voor de toilet, zooals tante zich uitdrukt, is mijn eigen inkomen toerei kend; kost en inwoning, vuur en licht worden betaald met mijn werken. Zeg zelf, of het niet zoo is? Zeg het, zeg het toch! Wind je niet op, gij driftkopje, zeide Hu- go vergoelijkend, die bijna verschrokken was door haar heftigheid. Nu echter eene vraag: meent gij niet, dat voor uwe bloedverwanten een weinig meer genegenheid gewenschter ware dan uwe talenten? Alsof genegenheid op bevel verkregen kon worden. Zij is echter 't eenige, dat men niet ver wachten mag zonder tegengave, antwoordde hij met nadruk. Therese keek op, opende haar lippen, sloot ze weer en liet 't hoofd hangen. Voelt gij u hier dan zoo ongelukkig? vroeg hij tot medelijden bewogen door de droevige uitdrukking van haar gezichtje. Ja. Wanneer ik meerderjarig ben en nie mand mij meer wat te bevelen heeft, zoek ik een plaats als gouvernante of iets van dien aard. Dat moet goed overlegd worden, lach' de neef. Gij zoudt waarschijnlijk van den r. gen in den drop geraken. Van genegenhei- voor u zou daar eerst in 't geheel geen sprake zijn, terwijl hierMerkt ge dan in 't geheel niet, dat gc voor oom meer zijt dan een deco« ratiestuk? Ik las 't zooeven in zijn blik. Dat zou zeker lief zijn.... maar ik ge» loof het niet. Zijn hart zit in Moosburg en in de geldkas. Gij wilt altijd gelijk hebben, zeide Hugo wrevelig. Zoo slecht als gij hem verstelt, is hy lang niet, ging hij voort, zelfs tante maakt niet den indruk eener booze vrouw; wanneer ge slechts wildet, zoudt ge gewis goed me* baar overweg kunnen. Van haar wil ik in 't geheel niet spre ken, antwoordde Therese op heftigen toon. Wanneer iemand, gelijk zij dikwijls pleegt te doen, een ander op de hem bewezen weldaden wijst, heeft hij elke aanspraak op dankbaar heid verloren. Zij kwelt mij niet, dat geef ik toe, toeh wou ik graag weg ver weg! Zij had hem op een terras gevoerd, van-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5