DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. I Voor de Vrouwen. eerste blad. STADSNIEUWS. AGENDA. MAANDAG 21 AUGUSTUS ISII 35ste Jaargang No 7611 Per 8 maanden voor Haarlem RgapesMX van Redactie en &gfmin8sfs*afie Kindsi<huie«e9i 29-3I-S3, iSaariesti Interccmmunaai Telefoonnummep W23. Voor advertentiën on reclames buiten Haarlem en de agenteehappen wende men zich tot RICARPQ's Advertentie-Bureau, W. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. AHe betalende abonnés op dit blad, die in bet beali eener ve zekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: De uitfceering dezer bedragen word! gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de N«d«r'fsndsche Credietbaok Nieuwe Gracht JI Dit nummer bestaat uit twee bladeiti Groote kerk n.m. 1—2 uur Orgel bespeling door den heer W. Ezerman. Haai-temscha Alledagje* Nu. 345. De plechtige wijding van het nieuwe R.-K. Militairen-Tehuis en de opdracht der nieuwe leden. HEME HMR1EKCHE COHM ABONNEMENTSPRIJS; /],8ft Voot de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1,35 Voor de overige piaatsen in Nederknd franoo per post 1,80 Voor Aiaonderlyke nummers ö,08 PRIJS OER AOVERTENT1EN: Van 1—6 regels 60 cent (contant 50 cent) Ieders regel meer 10 oent Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cent per regel. (Buitenland 20 oent Beclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 oeut (4 contant.) 1000 GULBEIS bij levenslange tmg— gohiktheid tol werken. 400 GULDEN bQ overlijden. 300 GULDEN bö verlies van een hand of voet. ISO GULDEN bij verlies van éen oog. 110 GULDEN bij verlies van éen duim. GULDEN bij verlies van één wijsvinger. GULDEN bU verlies van één anderen vinger. Dinsdag, 22 Augustus. Trou moetBlijcken 8 uur Haarl. Muziekkorps Concert. Tejler's Stichting op de gewone Museuiutijden Buitengewone tentoonstelling van kunstwerken, berustende in de verzame ling van Teyler's Museum de gravures, van Lucas van Leyden, geb. 1494 te Leiden, aldaar overleden 1533. Bisschoppelijk Museum (Jansstraat 79). Geopend eiken dag van 105 uur, tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda gen, Zondagen en B.-K. Feestdagen. BLOEMENDAAL. Hotel Duin en Daal Concert Solisten- pragramma. HEEMSTEDE. Gemeenteraadsvergadering n.m. 8 uur. VELSEN. Gemeenteraadsvergadering n.m. kwart over 1 uur. Het HEEFT GEHOLPEN! Verleden week schreven we in een Alle- dauie over een sckrikkelijken wantoestand aan de Baljuwslaan en den yuilen boel daar, in drongen aan op verbetering. De Hollandsche Spoor heeft zich dat blijk baar aangetrokken, en maatregelen geno men om althans bet gebied dat onder haar jurisdictie behoort, te reinigen. Zaterdag heeft zij haar grond doen afspuiten en voor zóóver is er dan ook een enorme verbetering gebracht. Maar De Hollandsche Spoor is correct. Ze gaat geen stap verder dan haar ter rein is. Eu nu heeft ze zich dan ook zorgvuldig onthouden ervan, om óók maar één duim verder te gaan en haar reinigingskuur die hard noodig was, ook uit te strekken over het andere deel van den grond van de Bal- juwslaan, die niet aan de HJJ.S.M. behoort! Het is correct, maar toch geeft het geen algeheele voldoening. En daarom: nu ons Alledagje althans op de H. S. M. goeden invloed heeft gehad, laat het nu óók helpen om den toestand in zijn geheel te verbeteren! Wien het aangaat roe pen wij pP> om °°k het andere gedeelte van den Baljuwslaan, waar nu nog een wantoe stand en vuile rommel blijf heersehen, óók zoo te verbeteren als de H.S.M. op baai- gedeelte gedaan heeft! PERSONALIA. Te Utrecht is geslaagd voor het examen apothekersassistent Mej. E. W. Groot, alhier. Mej. G. J. de Vries, alhier, slaagde te Am sterdam vo0r iie^ examen hoofdaete. De nieuwe leden der It. K. Militairen-Ver eeniging hebben gisterenavond hun plechtige beloften en opdracht afgelegd ten overstaan van niemand minder dan Mgr. Callier, die ditmaal Zelf het lint met de gewijde medaille om den hals der twintig nieuwe leden wilde leggen, en hun bij de intrede in de Vereeniging ten hartelijkste toesprak. Dat Mgr. die plechtigheid verrichtte, was mede gevolg van het feit dat vóór het Ponti ficaal Lof in de St. Jozefskerk, waaronder de opdracht plaats had, het nieuwe Tehuis in de Zoetestraat werd, ingewijd, welke wijding de Bisschop-Zelf wilde verrichten. Om kwart voor zevenen had deze plechtig beid plaats, en te voren waren er in de mooie, ruime zaal, die nu in al de glorie van het over vloedig eleetrisch licht en in keurigen bloemen- tooi, een smaakvollen en allerprettigsten aan blik bood, tal van genoodigden bijeen gekomen, waaronder in de eerste plaats werden opge merkt de kolonel Jhr. van Spengler met den luitenant-plaatselijken adjudant Rovers, en de heeren Mr. Hecrkens Thijssen en kolonel Van Steenhardt Carré, leden van het Centraal be stuur der R.-K. Militairen-Vereenigingen in het Bisdom Haarlem. Mede was tegenwoor dig de ZeerEerw. heer Jonckbloedt, Directeur der Haagsclie R.-K. Militairen-Vereeniging met een drietal bestuurderen dier vereeniging, voorts het Haarlemsche gemeenteraadslid de heer W. A. J. v. d. Kamp, de architect Robbers, vele Eerw. heeren Geestelijken, waaronder de HoogEerw. Deken Stoffels, de HoogEerw. heer Bosman, de ZeerEerw. lieer Rector Sondael, en het bestuur der R.-K. Militairen-Vereeniging, bestaande uit den Directeur, kapelaan Noord man en de heeren W. J. B. van Liemt, seereta- ris, Berndes, penningmeester, Oorstens, Van der Star, Jac. J. Holt en W. B. Guskens. Op het podium had zich opgesteld onder di rectie van den WelEerw. heer Gielen het koor der St. Jozefskerk, en in de zaal stonden voorts aangetreden de militairen, leden en aspirant leden der Vereeniging, onder leiding van den sergeant-majoor Broeken. Precies kwart voor zevenen arriveerde Mgr. met zijn beide secretarissen, en werd met het „Saeerdos et Pontifex" ontvangen. De liturgi sche plechtigheden der wijding werden door Mgr., geassisteerd door de HoogEerw. kanun niken Bosman en Stoffeli, vervolgens verricht, terwijl het koor een „Veni Sancte Spiritus" en „Asperges me" van Neekes uitvoerde. Na de plechtigheid betrad Mgr., in paarse toog en getooid met het ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw, weer de zaal en trad de Eerw. Directeur kapelaan Noordman naar vo ren, om een toespraak te houden. „V ij zeggen U dank, Monseigneur zoo sprak hij ongeveer voor de hooge eer, die U ons wilt aandoen om deze H. Plechtigheid te verrichten, daar wij door niemand's middelaar schap beter dan door het Uwe Gods Zegen over dit huis zullen verkrijgen. Wij zeggen u ook dank, omdat Uwe belangstelling in deze stich ting en in dit werk, nu zoo duidelijk getoond, onze overtuiging heeft bevestigd dat het liefde werk der R.-K. Militairen-Vereeniging een hoogheerlijk werk is, dat het bestuur niet ijve rig genoeg kan voortgaan op den ingeslagen weg, en dat onze jongens, onze militairen, dit werk moeten waardeeren. Dat is de practisehe les, Mgr. die wij uit Uwe hooggewaardeerde tegenwoordigheid hier trekken, ook voor de toekomst. Uwe zorg voor de velen die U zijn toebe- trouwd, Mgr., zal ons ten voorbeeld zijn, om rus teloos onze krachten dienstbaar te maken aan onze militairen, opdat zij goede en nuttige en trouwe leden onzer vereeniging zullen worden en blijven. De gedenksteen zoo ging de Eerw. spre ker voort die bij den ingang van dit ge bouw is aangebracht, zal ons steeds, Mgr., deze onze goede voornemens en beloften in het ge heugen roepen, en wij hopen dat U nog lang met tevredenheid zult kunnen neerzien op deze stichting en wat er in Haarlem door onze Ver eeniging wordt verricht!" En na Mgr. vergunning gevraagd te hebben, ook de overige aanwezigen te mogen toespre ken, wendde kapelaan Noordman zich tot de heeren kolonels Jhr. van Spengler en Steen- hardt Carré: „Uwe tegenwoordigheid, hoog- edelgestr. heeren, die wij op zeer hoogen prijs stellen, bewijst dat ons werk ook bij U waardee ring vindt. Dat is ons hoogst aangenaam om dat daardoor het doel van ons werk ook zoo zeer wordt bevorderd. Immers, het terrein waarop wij onze militairen kunnen bereiken, ligt begrensd tusschen deze vier muren. Daar buiten kan slechts op hen gewerkt worden door den eigen goeden wil van onze jongens, door de ouders, maar ook en vooral door de militaire overheden. Ware het mogelijk, dan zouden wij ook gaarne onze jongens willen volgen tot in de kazerne: doch wij moeten hier blijven en daarom is het ons zoo hoogst aangenaam dat door Uw tegenwoordigheid alhier bewezen wordt dat gij ons werk steunt. De belangen van onze Vereeniging, boogedelgest. heer ko lonel, zijn en blijven U daarom ten sterkste aanbevolen Ook de andere aanwezigen dankte de Eerw. Directeur met een hartelijk woord, waarna het koor een „Danklied" aanhief, compositie van Philip Loots, waarin vooral het slotkoor, dat op de wijze van het oude Wilhelmus den zegen Gods afsmeekte over de „eed'le Vrouwe", onze Koningin, grooten indruk maakte en dat dan ook warm werd toegejuicht. Mgr. nam hierna met de militaire autoritei ten en het bestuur een overzicht van de zaal en de verdere lokaliteiten, en sprak, evenals de kolonel van het 10e Regiment, zijn groote be wondering over een en ander uit. Om half acht werd Mgr. aan de St. Jozefs kerk bij den hoofdingang plechtig ingehaald," en onder het zingen van den welkomst-anti- ploon „Saeerdos et pontifex" deed Mgr. Cal lier zegenend zijn intrede in de kerk. Dadelijk daarna ving het plechtig Lof aan, waarbij Mgr. werd geassisteerd door de Wel Eerw. heeren kapelaans Noordman en Caarls, als diaken en sub-diaken, terwijl de ZeerEerw. heer Möllmann als caeremoniarius optrad. Op het altaar namen plaats kolonel Steen- hardt Carré, de hoogwaardige kanunniken Bos man en Stoffels en andere Eer#, heeren geeste lijken, terwijl de eerste rijen in de kerk bezet werden door de heeren bestuursleden, de mili tairen en genoodigden. Met een door koor en volk om de beurt ge zongen „Veni Creator" ving het Lof aan, en na het „Benedicamus Domino" had de plech tige opdracht plaats. Dat was een indrukwekkend oogenblik! Voor in het priesterkoor gezeten, met mij ter en staf, hoorde de Bisschop de plechtige be loften en aanroepingen aan van de nieuwe le den, gezamenlijk uitgebracht, en daarna nam Z. D. H. hen aan als leden, wijdde de insignes, en bekleedde een voor de nieuw-toegetredenen met het lint en de medaille. Nadat de twintig nieuwe leden aldus voor hun bisschop hadden neergeknield en door Mgr. zelf in de Vereeniging waren bevestigd, nam Z. D. H. het woord en sprak ongeveer als volgt „Het is op den avond van den opdracht een gewoonte, dat na de plechtige opdracht nog een kort woord wordt gezegd door Uwen eerwaar den Directeur. Gaarne neem ik die taak hè- denavond over. En ik zal u niet wijzen op uw verplichtingen als leden der R.-K. Mil. Ver eeniging, want die zijn u al bekend en voor gehouden en daareven hebt gij ze in de op dracht zélf opgenoemd. Doch ik wil vooral nu uwe aandacht vestigen op een enkel woord uit die opdracht, dat misschien onopgemerkt bij u is voorbijgegaan, maar dat juist van de aller grootste waarde is. „Gij hebt beloofd uwen plicht te vervullen zonder eenig menschelijk opzi.cht. En daarover juist wil ik hedenavond spreken. „Tk heb eens een studie gelezen van een Franseh generaal, die den Krimoorlog had meegemaakt. Die generaal had niet alleen veel ondervinding in krijgskunde en van het bele geren van steden, maar hij had ook vooral zijn soldaten bestudeerd. En als vrucht van die stu die schreef hij deze opmerking neer, die mij zéér trof: dat moed en dapperheid zoo na gren zen aan de lafheid. „In het eerst leek mij dat tegenstrijdig, maar bij verdere lezing bleek mij toe, dat de ge neraal goed had gezien! „Het had n.l. zijn opmerkzaamheid getrokken, dat 'n soldaat wanneer hij op hoogstgevaarljjke verkenning- werd gezonden, zelfs onder den hevigsten kogelregen geheel onbevangen zich voortbewoog, zoo zelfs dat zijn oversten hem toeriepen, zich te dékken. „Maar nu zag die generaal, dat als de sol daat uit het oog was, en alleen, hij geheel anders deed: dan scheen hij vrees te koesteren, en hij ging zeer voorzichtig te werk. „De generaal lette voortaan in dezen zin op zijn soldaten, en hij bevond dat overal waar zijn soldaten alleen stonden en ongezien wa ren, de vrees zelfs de moedigsten overviel. En dat moesten ze zelf ook erkennen bij navraag: als ze alleen waren, en vooral des nachts^ dan kenden ze allemaal vrees en die vrees werd al leen overwinnen door eene andere vrees, dat 't tóch uit zou komen, als ze eens wegliepen. Zoo concludeerde de generaal, dat overal werkelijk de vrees en de lafheid zeer na staan aan den moed. „Dat is dunkt mij, wat sterk uitgedrukt, maar toch is er voor deze uitspraak wel grond! Eer zucht is dikwijls de grootste steun voor moed en dapperheid. De schaamte, dat men door an deren voor laf gehouden zal worden, houdt ve len af van een schandelijke desertie! En is dat zoo in het gewone leven, veel erger geldt dit nog voor het geestelijk leven! „Het is wel eigenaardig dat de ondeugd in onzen tijd schaamteloozer optreedt dan de deugd: meer en meer schamen zich de men- sclien om braaf te zijn! En dat is nu juist het menschelijk opzicht: wie daaraan gehoor geeft, en die schaamte voor het goede in zich kweekt, kan op den duur niet op den goeden weg blij ven. Als dit alles nu zoo al is in de wereld, dan vrees ik dat het in de kazerne nog veel sterkei is: méér moed is daar noodig om braaf en kiesch te blijven, dan om ontuchtige taal te sprekeu, meer moed moet men er hebben om trouw zijn godsdienstplichten te vervallen, dan om slordig daarheen te leven, méér moed om zich matig te houden, dan (zooals men het noemt) zich groot te houden en als groot aan te stellen door onmatigheid in den drank. „En daarom, omdat er zooveel moed voor noodig is om braaf te blijven vooral in de kazerne, daarom zou ik u niet gaarne uitzen den, zooa-ls die generaal zijn soldaten op een zame posten stelde! De H. Kerk wil dat gij ook in de kazerne steeds samengaat met militairen die van dezelfde klasse zijn als gij, die denken zooals gij, opdat gij elkaar steunt en door el- kaar's bijzijn moed put om uw plichten getrouw .te vervullen. „Daarom wil de H. Kerk dat gij allen H vereenigt in de R.-K. Militairen Vereeniging: waar de eenling gevaar loopt, daar waakt voor hem de Vereeniging. „Het is in zekeren zin jammer ging de Bisschop voort dat Ket noodig is zulk een vereeniging te hebben: een Christen soldaat moest ze niet noodig hebben, want een Chris ten is nooit alleen; altijd is hij onder het oog van den oppergeneraal Jezus Christus, die hem zal beloonen als hij overwonnen heeft in den goeden strijd. Maar hoe gemakkelijk wordt niet die onzichtbare legerbevelhebber, God, ver geten, juist ómdat hij .onzichtbaar is! „Daarom kunt gij niets beters doen dan in de Vereeniging, waarin gij zijt ingetreden, door elkaar's voorbeeld elkander te steunen, en te vens door hst gebed u steeds te berinneren dat gij altijd leeft in de tegenwoordigheid Gods. „Doet dit alles trouw, en put uit het onder ling voorbeeld en uit het gebed de dapperheid, om u in den grooten levensstrijd goed te gedra gen. Dan zult gij er tevens de kracht uit trek ken, om u nooit over te geven aan de zonde, die ten slotte bijna altijd slechts lafheid is! Want lafheid is de zonde, omdat ze vaak wordt be gaan tegen beter weten in, uit vrees voor de menschen. En lafheid is ook de zonde, om dat ze wordt bedreven jegens een God Wiens barmhartigheid men kent en Die het straffen zoo vaak uitstelt tot later. Werkt trouw in uwe Vereeniging, dan zult gij ondervinden dat uw gebed wordt verhoord, dat gebed dat ge zoo even nog hebt gesproken: dat gij u veilig zuil gevoelen onder de bescherming van Gods lieve heiligen, in den naam van God, in den naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen GeestesL Het indrukwekkend woord van Mgr. den Bis schop sloeg geducht in bij de jonge solda ten, en ook bij de talrijke aanwezigen, die het ruime kerkgebouw vulden. Het H. Lof werd daarna ten einde gebracht en de militairen zongen ten slotte een toepasse lijk danklied, dat door heel de kerk werd mee gezongen. We zijn er zeker van, dat de indruk, die do nieuwe leden der R.-K. Mil.-Veceeniging van deze plechtigheid hebben medegenomen, onuit- wischbaar zal blijven! NAAR ZANDVOORT. De vierde ploeg Haarlemsche kinderen is Zaterdag naar het Haarlem's Kinderhuis te Zandvoort getogen om eenigen tijd de ver sterkende zeelucht in te ademen. (Zie Stadsnieuws verder op In dit Blad.) Aan de meisjes. Een Frauscli blad geeft de volgende raad aan de meisjes van onzen tyd: „Meer eenvoudig en minder valsek liaar, meer nuttige bezigheden en minder rainme- len op de piano, meer de hand slaan aan den etenspot en minder de hand slaan aan den pomadepot, meer kousen mazen en linnen herstellen dan borduren; als zij trouwen meer den man bijstaan om vooruit te komen, dan mopperen over te weinig huishoudgeld, en einde ijk tijdens het huwelijk den man even liefhebben als vroeger den jongeling". Is daarin o met iets voor onze meis jes? Zuigelingenverpleging. De vereeniging voor zuigelingenverpleging te Frankfort raadt de volgende zes maat regelen aan: le. Houd de kamer koel. Overdag ramen toe, gordijnen neer. De vloer vochtig. Des nachts ramen open. 2e. Houd het kind koel. Lichte kleeding en licht beddegoed. Tweemaal per dag baden. 3e. Groote voorzichtigheid bij de voeding. Tegen don dorst geve men lauwe thee. 4e. De melk moet verseh zijn, dadelijk ge honkt. en daarna goed afgekoeld worden. 5e. Kinderen, die natuurlijk gevoed wor den, mogen bij groote warmte onder geen voorwaarden gespeend worden. 6e. Bij de geringste stoornis in de gezond heid dadelijk den dokter ontbieden. Verstand en hart. Op het terrein der liefdadigheid wordt een voortdurende wapenschouwing gehouden van en, die vol idealisme en edelen drang tot W?^r' i aan dit groote werk wijden. Wij, a T°pn zijn op onzen ar- vem- de pW f mf ]lefdacligbeid, want waar ooi de Christelijke charitas moet gestreden, wappert ons vaan vooruit. En wat schenkt ook meer bevrediging aan bet hart dan zorgen te verlichten, tranen te drogen las ten te helpen dragen? Er heerscht in dit le ven zooveel leed, zooveel ellende, zooveel nood en ziekte, die met den besten wil toch niet uit de wereld te brengen zijn, dat het voor den weldoener een ware vreugde des harten is, wanneer hij ,dooi zijn aalmoes, door zijn invloed, door zijn troost en raad, iemand helpen, oprichten, steunen en verder brengen kan de reinste vreugde misschien, die de edele, hulpvaardige mensch hier be neden vinden kan. En toch is het raadzaam, in vele gevallen, v>aai'n een beroep wordt gedaan op onze weldadigheid, eerst aan liet welwillende hart net zwijgen op te leggen en het verstand te laten heersehen. Want op don weiverzorgden akker der weldadigheid is het onkruid op geschoten. Wij noemen slechts het kwaad j der beroepsbedelarij. Hoe vele ongelukkigen, die naar het scheen slechts deerlijk ver minkt door het leven konden strompelen, hoevelo blinden, die op de hoeken der stra ten het medelijden der voorbijgangers in roepen, hoevele doofstommen, die met aan grijpende gebaren om een aalmoes smeek en, zijn reeds in verloop van tijd ontmaskerd. Nog eiger z'ijn de beroepsbedelaars, die met roerende verhalen over hunne huiselijke el lende de huizen binnendringen en de goed- geloovigen om afgedragen kleeren, om voed sel, om geld vragen. De kleeren worden bij een uitdrager verkocht, van het geld goede sier gemaakt, gewerkt wordt er niet, er zijn nog meer lichtgeloovige mensclien. Natuurlijk is hiermede niet bedoeld, dat alle armen, die een beroep doen op de par ticuliere liefdadigheid, bedriegers zijn. Maar voorzichtigheid is toch altijd vereischt. Al tijd is liet geraden, nauwkeurige informatiën m te winnen; zeker alvorens men groote be dragen, of ondersteuning op groote schaal; verschaft. Nauwkeurige inlichtingen kan men inwinnen, zonder de betrokken perso- j nen te krenken. Wanneer de inlichtingen be- vredigend zijn dan moest ook alles in liet' werk worden gesteld, om de hulpbehoeven- den niet alleen voor het oogenblik, maar ook! voor de toekomst te helpen. Lichtzinnig is1 't, alleen op goed geloof af te gaan; daar voor is de wereld van het bedrog te slecht en te sluw. Er komen echter ook nu en dan gevallen voor, waarin er geen tiid is tot ov.erwegen, en waarop met volle reelit de spreuk van toepassing is: wie spoedig helpt, helpt dubbel. In zulke gevallen moet men alleen het goede hart laten spreken. Hij, die gaarne in 't leven in ideale op den voorgrond plaatst, wordt misschien door zulke nuchtere en practisehe overwegingen afgestooten. Maar wij moeten rekening houden met de bestaande toestanden. De feiten leeren ons, dat het goede hart dikwijls met wantrouwen moet worden gepantserd, om te weten, of de goedheid hier wel op haar plaats is, opdat niet aan den waarlijk hulpbehoevende de aalmoes onthouden worde, die aan den on waardige wordt besteed. Ook bij de in onze dagen zoo talrijke collecten is voorzichtig heid geboden; wanneer men ook geroeid wordt door de geschilderde ellende en gaarne zijn penningske bijdragen wil verzmme men niet, bij de' inzamelaars om hunne legimita- tie bewijzen te vragen. Eene mondelinge aan beveling is niet voldoende; reeds te veel be driegers hebben zich de gunstige gelegen heid ten nutte gemaakt, om onder huichel- achtigen schijn, voor hun eigen zak gelden machtig te worden, die de milde gevers voor allerlei inrichtingen van liefdadigheid had den besteed. Ongelooflijk is de brutaliteit, waarmede de bedriegers steeds nieuwe mid delen verzinnen, pm der goê-gemeente het geld uit den zak te kloppen. Men begrijpe ons goed. Niet om de liefda digheid te beperken, schrijven wij dit, maar uitsluitend om tot voorzichtigheid aan te manen. Het aantal bedriegers vermeerdert steeds. Daar zijn er, die snikkend aan de huizen aanbellen, vragend om een paar gulden, daar bet reisbiljet verloren is zendt men iemand mede om een biljet te koopeu, dan is bij het station de „ongelukkige" plotseling spoor loos verdwenen. Daar zijn er, die naar net schijnt, geheel uitgeput, de voorbijgangers op straat aanhouden en geld voor voedsel vragen, daar zij in langen tijd mets gegeten hebben. Willigt men hun verzoek m, dan kan men constateeren, dat zij een paar hon derd schreden verder dezelfde manoeuvre herhalen. Daar zijn er, die met vervalsehte papieren hulp komen vragen voor het voe ren van een proces; wint men informatiëD in, dan blijkt dat er van de geheele geschie denis geen woord waar is. Daar zijn er, die vooral -in de huizen der meergegoeden hart zwakten en flauwten simuleer en, teweeg gebracht door een poeder, dat zij voor het bezoek innemen. Voorzichtigheid dus bij verzoeken om hulp,: wanneer deze zoo theatraal worden inge-; öiend. De echte nood is meestal stil en in zich zelve gekeerd, beschaamd, dat zij hulp van vreemden aannemen moet. Verstandige" welwillendheid is beter dan onberedeneerde goedheid; het hart moet in harmonie blijven met het verstand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 1