Berlijnscbe Brieven.
DWAALWEGEN.
Uit het Haarlemsche
Gemeenteverslag.
BINNENLAND.
Kousen
Au Bon Maiché
„Noyon s"
Haarlem-Brussel.
vin
BUITENLAND.
Sport en Wedstrijden.
Sokken
J. M- S-
PEUILLEION
37.)
NIEUWE HflflRLE/ASCHE COURANT
VI.
DE STADSBIBLIOTHEEK.
Ofschoon do Stadsbibliotheek reeds op een
respectabelen leeftijd mag ^1,1Z te
de in 1910 bet 314e jaar barer stichting) ge
tuigt zij steeds van jeugdig leven en ziet zij
er ieder jaar bloeiender en welvarender uit
dan 't vorige. De heer J. D. Rutgers van der
Loeff. de bibliothecaris, wijst op dit feit dan
ook met reclitmatigen trots en genoegen.
Ten bewijze is bij het verslag gevoegd een
lijstje van het aantal bezoeken en der uitge
leende boeken in het laatste tiental jaren,
waaruit blijkt dat het aantal bezoeken in 1901
bedroeg 1625; in 1909 7152 en in 1910 was op
geklommen tot 11,119. Een groote vooruit-
S Het aantal uitgeleende boeken rees even
eens en wel van ,1288 in 1901 tot 5298 in 1909,
'ii fi;j. rtijfpv in 1910 opklom tot 6963.
4040 personen maakten in 1910 gebruik van
de leeszaal, tegen 3122 het jaar tevoren.
Een woord van dank brengt de bibhothe-
caris aan beheerders en beambten van bib 10-
theeken elders, waarvan onze Madsbib.iO-
theek boeken in „doorleen ontving.
Dit doorioo11 bostflftt hierin, dat men boo-
ken uit andere bibliotheeken ter leen ont
vangt door bemiddeling van onze stadsbibli
otheek en waarvan bet groote voordeel is,
dat dit, wat de Koninklijke en Universiteits
bibliotheken betreft, portvrij geschiedt, zoo
wel wat ontvangst als terugzending betreft.
In bet verslag wordt geklaagd over liet ge
brek aan geschikte bergruimte.
De lieer Kutgers van der Loeff bespreekt
dan eenigszins uitvoeriger de „Costeriana
die bij Raadsbesluit van 18 Mei 1910 onder
beheer van den toekomstigen Museumdirec
teur werden gesteld. De bibliothecaris is
hierover niet al te best te spreken, al geeft
bij toe dat dit besluit voor de beheers-een-
heid op bet Museum wenscbelijk was, bet
beeft een einde gemaakt aan de saamhoorig-
beid van de Stadsbibliotheek met deze eerste
Haarlemsche drukken, wat voor de bestu
deering van deze laatste nu juist niet bevor
derlijk is, omdat in de Stadsbibliotheek veel
hulp-studiemateriaal, te gebruiken bij de be-
studeering der Costeriana, aanwezig is, wat
bij overplaatsing van bet museum niet zoo
gemakkelijk geraadpleegd zal kunnen wor
den.
Dan wijdt de bibliothecaris^eenige bladzij
den aan de bedoelde Costeriana-uitstalling
om zijn verslag te eindigen met de opgave
van een lijst van personen, en instellingen,
die in 1910 boekgeschenken gaven aan de
Stadsbibliotheek.
GEMEENTELIJK MUSEUM.
De heer Kronig, directeur van het gemeen
telijk museum, memoreert even eenige raads
besluiten betreffende het museum en ver
klaart dan dat de kunstverzameling zich in
goeden staat bevindt, behoudens de stukken
vrn Frans Hals, die, zooals ik betoogde in
jnijn schrijven aan Heeren Burgemeesters eu
Wethouders van 5 November 1910 (aldus het
verslag) een grondige herstelling vereiscben
en eenige schilderijen, die verdoekt zullen
moeten worden. Met dit laatste wordt dan
ook, zooals hier verder zal blijken, geleide
lijk'voortgegaan.
Verder wordt er gelukkig niet veel meer
gezegd over de „Halsenkwestie".
Er werden allerlei maatregelen genomen
om de hinderlijke tocht in de groote of mid
denzaal tegen te gaan, ofschoon niet afdoen
de. Ook de directeur van het museum moet
klagen over het gebrek aan plaatsruimte.
Het bezoek in het museum blijft steeds toe
nemende. In 1910 bezochten 14,798 personen
het museum; hiervan waren 10,134 betaiende
en 4664 niet-betalende, terwijl deze cijfers in
1910 waren: resp. 18,694, 13,285 en 5409. In het
geheel dus 3896 meer.
Van de catalogi werden 491 exemplaren
verkocht, tegen 281 in 1909.
Het verslag betreffende het Bisschoppelijk
museum is zeer kort en vermeldt slechts, dat
251 betalende personen bet museum bezoch
ten, terwijl de verzameling vermeerderd weid
met 163 voorwerpen en de bibliotheek vervol
ledigd werd met 514 nummers boekwerken of
tijdschriften, meer bijzonder handelende over
geschiedenis en kunst.
Wat de verschillende vereenigingen, die
zich op kunstgebied bewegen, betreft, kun
nen wij gevoeglijk volstaan met de vermel
ding, dat er in het verslag melding van
wordt gemaakt en wie er dus iets van wil
weten veel geeft het verslag er niet van
weet waar hij terecht kan.
Erntefestte (Oo.gstf0e.stcn)
Het Bestuur ©©n©r kterke-
telijke p'arocihiï.
[Wie staalri hier in die oim^eving vain Bferlijn
iri jhet, tebken der ;z.g. Emt'efesfe. Ofschoon
de oOgst, wat betreft groenten en aardappe
len zetór slecht is, blijft took de Groot-Ber-
lijner aan 'de traditie getrouw, zijn oogst
feest te vieren en dat met een ojpgewekt-
heid, alsof het niet i©en bizonder slecht, doch'
een bij uitstek goed oogstjaar is
Waarin zoo'n Emtefest bestaat? In deni-
ge tenten eïl kramen, stoom- en landere draai
molens en, als het ©en groot© Berlijnsche
voorstad betreft, ook in leen hippodrome enz;.
'tls zoo'n soort, kermis,, die hoogstens 2 da
gen duurt, terwijl liet glanspunt van den
eerstien dag is ©en optocht van Versierde wa
gens, met- bruidjes ©r in, en ©enige gecostu-
meerdie ruiters, dat, alles voorafgegaan door
een muziekkapel van 10 a 15 muzikanten
Opvallend voor de Duitsdh© zeden is, dat
de moeste tentjes z.g.. W,ürfelbuden" zijn,
waarin 't hazardspel in 't klein hiet wer
pen met dobbel steunen hoogtij inert
Deze Oogstfeesten zij.11 ©en miniatuur-
voortzetting' van de oude jWodenfeesten der
Germanen. Zooals Jhet met da meeste hei
densere feesten gegaian is, zijn ook deze
W.oden- of Oogstfeesten verchristelijkt en
waren in de tijden voor de reformatie alle
gewijd aan de ET. M.c|eder Gods. Zij vallen
dan ook heden nog steeds kort, voor, en na
M ar ia - He ni el v aar t.
In katholieke streken van Duitschlaind als
het Rijnland en Wlestphalen ien ook in Zuid-
Duitséhland hebben 'die „Erntefoste" dain ook
een religieus, katholiek karakter. De boeren
verzien®» bizonder op Mar i a,-Hemel va,a ,r t,
linnne landbouwgereedschappen met groen
en bloemen, opdat, door de voorspraak van
de liefdevolle 'Moeder Gods de oogst geze
gend worde.
Natuurlijk is in de omgeving Van Bierlijn,
jab in !d© igehe-ele Mark Brandenburg vap deze
vrome, piëteitvolle gewoonte niets te mer
ken. Daar wordt het „Erntefest" eenvoudig
gevierd als leen welkom-pretje, om „op 't
welzijn van alles ten nog wat" een on gul er
felijke hoeveelheid bier naar binnen te slaan
zoodoende den herbergiers, die in hoofdzaak
dit zaiakj© met liet- wel te bevroeden motief
van eigenbaat nog warm houden, den buidel
te vullen.
ïj!
Het Bestuur heuler kerkelijke parochie is
hier geheel anders ingericht, ais ten onzent.
Waar ten otnzent die pastoor met zijn klein
aantal kerk- en armmeesters het beheer over
de parochie voaren, daar is in Duitsehland
dit apparaat als ik het zoo ©ais noemen
mag veel ingewikkelder.
Bedoelde regeling dagteekent hit de jaren
van den Cultuurkamp en daarom staat zij
bij men igen pastonr niet z©e>r hoog aange
schreven, ofschoon Zie van de kerkelijke over
heid .geaieooptesrd cin da.n ook overa.1 inge
voerd is. 1
Zij komt hierop neerZooals bekend mag
heetun, moeten de katholieken hier kerke
lijke belasting betalen. Deze bedraagt ge
middeld 20 pCt. van de Rijks-inkomstenbe
lasting. Betaa.it dus ©en katholiek 100 M.
of 60 g'. aan inkomstenbelasting dan moet
hij 20 Ml of 12 g. jaarlijks aan kerkelijke
belasting betalten. Daarvoor behoeft liij ech
ter geian plaats in de kerk te pachten, om
dat deze in de meeste parochie s vrij zijn.
De gewone collecten, welke ook wij ken
nen, worden natuurlijk ook hilar onder de
heilige diansten gethouden.
Welnu, elkn kerkelijke belastingbetaler,
die den leeftijd van 24 jaiax bereikt heeft,
koont in 't bezit van het kerkelijk© stemrecht
en kan Zijn stem uitbnangen tot het verkiezen
van de leden voor den kerkera>ad en de z.g.
„Geaneindavertnatung", ©en lichaam, dat
wij in ctos kerkelijk, par 0 ch i aal -or g a.n ism©
niet. kenniin, doeli dat men, ter verduidelij
king der onderlinge verhouding möt den ker-
keraad, het bast zou kunnen vergelijken met
den gemeenteraad en B. en W'.
De kerkiaraad 'draiagt voior," de „Gomeinde-
vertretnng besluit en geeft zijn toestem
ming waarna, de kerkeraad weer de uitvoer
der dier besluiten is.
De kerkeraad bestaat gewoonlijk uit 4
ledenin grootere parochies uit 6terwijl
de „Gemiamdevertretung12, 16 of 24 le
den telt. Dit aantal houdt natuurlijk ook
verhand met 't aantal communicanten der
parochie.
Zoo als de lezer al wel begrepen heeft,
verteglmwoordigt de G om eindevertretung de
kerkelijke gemeente.
He pastoor is ambtshalve voorzitter vjaii
Kerker'alad letf d© Giemleindeviertretluh'g.
Hoe is 'nu dézle Verkiezing geregeld Och',
op' papier oHgevleer. ZOoials 'ohz© ^emieente-
rlaiadsVerkfezin'gen. In werkelijkheid wijkt
echter db vorm nou al wat Van de papieren
voorschriften af. 'Men oordeel©:
Voorschrift is!, dat de kidzbrslijstein belni-
gien tijd vóór de vbrkiezing har inzag© lig-
g©n. Dit heleft nu meestal ook' wel plaats
T.... 'dojch de kiozlars nëmiein zich niet de
moeite, ©ven naar de pastorie te loöpen, om
die lijsten in tb izien. En toch, hoe- gemakkelijk
is dit. Imtniers, hier in Duitsehland is dö
kolsterij, waar die lijsten ter inzag© liggen,
altijd vlak bij id© kerk. Db lui behoeven dus
's Zondags, maar even in db kosterij te wip>-
p,en enzij kunnUn ér zich van over
tuigen of ze op dia lijst staan of niet. Doch
in normal© omstandigheden, d. ,w. z.
als er geen wrijving tussehen of ontevreden
heid onder bn over d© zittende personen be
staat, da;n komen slechts ©enig© kiezers op
en.... lalles blijft, z'ooals ihbt waS'. Het is
ook te begrijpen ©n te verklaren, da,t de
pastoor, als hij mat de heide officieel© li
chamen, die mbt, en n,a,ast hem d© parochie
besturen, goed uitkomt, niet 'zoozeer op deze
verkiezingen den nadruk legt. Natuurlijk
moet hij ze zooals dis wet het voorschrijft,
ambtelijk bekend maken. Gewoonlijk bestaat
deze daarin, dat die verkiezing en de ver
kiezingsdag achter in de kerk aangeplakt is,
terwijl van den kansel ook de bekendma
king' geschiedt.
Daar echter bil aas vele kiezers 111e 1 eiken
Zondag ter kerke komen en er bij vele an
deren betrekkelijk weinig belangstelling voor
de zaak bestaiait, komt veelal nog niet. een-
tiende deel op. Silechts in tijden van onte
vredenheid of wrijving' verschijnen er ge-
lijk ik reeds bemerkte nréerderen.
"Oajidida.ten worden niet gesteld, iedere
kiezer is vrij zijn stem uit te brengen op
zijn eigen candidaat, I11 den regel bekomen
de kiezers bij 't betreden dei' kosterij een
briefje, waarop ,de candidates zijn aangege-
Z00als men begrijpen kon, bestaan d©
Groot-Bexlijnsoli© parochies ult' verschil len
de dealen, ja, zelfs vaak uit meerdere voor
steden. Nu is het natuurlijk zaak, dat m
d© „Gemeindevertretung" «ie verschilende
ouderdoalen vertegenwoordigd zijn. Ln zie
daar, waaraan het soms hapeH
meestal dia oppositie komt. In dergelijke ge
vallen zijn van het niet vertegenwooiuigen-
d© onderdeel bijna alle kiezers prosent en
kiezen dan hunne vertegenwoordigers, zooi-
dat het evenwicht dan weer nersteld is.
Over 't algemeen kan mien deze Duitschc re
geling, hoewel ze uit den C'ultuurkamp
stamh zeer doeltreffend noemen.
Zij is tenminste democratischer dan het
Pruisische getraptekiesreoht zelf: De soci
aal-democraten konden er zelfs tevreden me
de zijn. E11 dat zegt alius niet waar r
Een curieuse operatie. In den Londen-
schen dierentuin heeft prof. Wooldridge van
do veeartsenijschool een merkwaardige ope
ratie verricht op de reusachtige python, wel
ke dertien jaar geleden aan „the Zoo" werd
ten geschenke gegeven door Walter Roth
schild. Deze slang, de grootste die ergens in
gevangenschap leeft, had een kaakbeen ge
broken en het dier zou binnen een paar da
gen moeten sterven als het kakement niex
gezet werd. Het was een zeer gevaarlijk werk
want de kop van het monster bedreigt ieder
die het nadert met den dood. Men is er echter
in geslaagd het dier te verschalken en zijn
kop vast te binden, waarna de professor vol
gens de regelen van de chirurgie het heen
heeft gezet en daarna den kop duchtig heeft
verbonden. Alleen de neusgaten zijn vrij ge
bleven. Alleen kan de slang in zeven weken
niets eten, maai' dat is volstrekt geen be
zwaar. Tien dagen geleden heeft ze nog een
geitje verslonden en daarop kan het best
langen tijd teren. Bn het eerstvolgend ontbijt
zal de python nauwelijks een beetje eetlust
hebben.
Lijkon nit <1© Zwilseivche. gletscfoers. Uit
Zwitserland komen belichten van buitengewoon
merkwaardige gevolgen van de hitte. De glet-
schers namglijk, de eeuwige ijsvelden, hoog op
de bergen, zijn zoover gesmolten als nooit te
voren. En wat onder het ijs begraven ligt komt
weer te voorschijn.
Eenige dagen geleden zag op den Lötsclhen
gletsclier een gids de knieën van een ménsch
bóven het ijs uitsteken. Men heeft kunnen ©on-
slateeren, dat het lijk dat van een 12 jaar ge
leden' verongelukten Zwïtserschen ingenieur was.
Uit Ziiriclh wordt het volgende gemeld: IP de
gletsdhers bij Ch anion Lx is 41 jaar geleden een
EngeL oh man omgekomen. Zijn dochter, die toen
20 jaar oud was, beloofde haar moeder op baai-
sterfbed plechtig alles te zullen doen om het
Lijk haars vaders weer uit het ijs te voorschijn
te halen. Zij ging naar Chamonix en bestudeer
de daar de bewegingen der gletsehers. Zoo kwam
zij: tot de ontdekking, dat het ijs langzamerhand
naar beneden schuift en smelt, zoodat na een
aantal jaren de daarin begraven lijken weer te
voorschijn moesten komen. Het gelukte miss
Edith Randall een paar Engelschc geleerden
voor haar onderzoekingen te interesseeren en
dezen toonden door hun berekeningen aan, dat
't lijk van John Randall werkelijk weer te voor
schijn moet komen. Men verwacht, dat dit, ge
geven de. groote hitte, dezen zomer zal moeten
geschieden. Miss Ediih laat nu sinds eenige we
ken door gidsen voortdurend den glctsoher af
zoeken. En de 61-jar Loc dochter wacht op liet
lijk van haar vader.
DE GRENZEN DER GEMEENTEN.
In de „Gemeentestem" wordt gewezen op
de steeds toenemende moeilijkheid, dat de grens
lijnen van een aantal gemeenten zoo grillig
getrokken zijn. Op de eene plaats wordt onge
lijksoortig grondgebied bijeengehouden, elders
wordt scheiding gemaakt tussehen hetgeen bij
een behoorde. Dan leest men er verder.
Hoe komen wij aan die gemeentegrenzen? Zij
zijn producten der historie, zegt de heer Elen-
baas in zijn standaardwerk, en een andere meer
zeggende definitie is wel niet te geven. Nu heb
ben wij in het algemeen eerbied voor histori
sche herinneringen en overblijfselen, maar wil
len daarbij toch niet zóóver gaan om angstval
lig te blijven vasthouden ook aan hetgeen b.v. 't
moderne gemeentewezen in zijn ontwikkeling
belemmeren kan.
Trouwens, als wij nagaan hoe de grenzen zijn
ontstaan; hoe in vroegere tijden door leenhee-
ren en vazallen gehandeld werd met het grond
bezit, dat om louter politieke of persoonlijke
reden van hand tot hand ging, kan onze eer
bied voor deze producten der historie niet
groot zijn. Die willekeurige beschikking over
slukken land, welke later de grondslag is ge
weest voör de vorming van het gemeentelijk
grondgebied, hield natuurlijk geen verband met
den aard en de bodemgesteldheid en nog min
der met 't beoogde doel der bewoners.
Zoo loopen door polders vaak langs fictieve
lijnen de gemeentegrenzen zonder eenigen zin
en zijn Lier en daar groepen bevolking met ge
heel tegenstrijdige belangen in gemeentelijk
verband bijeengebracht.
Nu de sociale politiek in de gemeentelijke
Raadhuizen haar intrede heeft gedaan, komt
die grilligheid der gemeentegrenzen nog' meer
op den voorgrond. Vroeger, toen de g nieente-
besturen in hoofdzaak ge- of verbiedend hadden
op te treden, was dit bezwaar niet zoo groot,
maar nu zij zich de stoffelijke en geestelijke be
hoeften der ingezetenen gaan aantrekken, nu
zij commereieele bedrijven ter hand nemen en
het plaatselijk gemeenschapsleven tot hooger
ontwikkeling willen brengen, treedt de vïaag
naar het karakter der gemeenten als economi
sche eenheid sterker naar voren. Wat- voor de
eetie gemeente past, is daarom nog niet goed
voor de andere.
Radicale herziening der grenzen van de ge
meenten, eigenlijk ook van de provinciën, zou
wenscbelijk zijn om tot een meer doelmatige in-
deeling van het Rijk te geraken, maar aan zoo
danige ingrijpende veranderingen is wel niet
te denken.
Wij zullen ons tevreden moeten stellen met
partieele wijzigingen, ofschoon de ervaring
leert dat dit een uiterst moeilijke en omslach
tige wijze van handelen is, waarbij gewoonlijk
een aantal bezwaren te berde worden gebracht,
die wel niet immer van breed inzicht getuigen,
maar toch belemmerend, vaak vernietigend,
werken.
De staart. Allerliefst jong Hollandscb
vrouwtje liuwt een ambtenaar van binnen-
landsch bestuur, met verlof in Nederlaud en
vertrekt met haar gemaal naar Indië. Daar
.aangekomen wordt de man geplaatst in de
binnenlanden, waar slecths enkele Europea
nen wonen en de toestanden neg zeer oor
spronkelijk zijn.
De jeugdige echtgenoot gaat dadelijk op
tournée en laat zijn vrouwtje, dat nog heele-
maal de taal niet spreekt, alleen iii de ruime
woning achter.
Komt den volgenden dag een Chinees, die
een koe wil slachten, met een inteekenlijst
waarop den Europeanen verzocht wordt te
teekenen voor de hoeveelheid vleeseh, die ze'
van het ten doode gedoemde dier willen ont
vangen. Het vrouwtje, dat van de verhalen
van den babah niets begrijpt, snapt echter
dat de man wenscht dat ze iets op de lijst
schrijft. Maar wat? Ze ziet dat haar voorgan
ger, een op een paal afstands wonende Euro
peaan, één boentoet heeft geschreven en
vindt het maar het veiligste om ook maar
een boentoet neer te pennen.
Van de verontwaardigde protesten vandeD
Chineeseh, dat ook een Indische koe maar
één staart heeft, snapt ze niets, zoodat de man
schouderophalend aftrekt.
Van een examen. Den 21en Februari van
dit jaar kwam de inlander Ripi zich melden
bij de politie te Soerabaja en verzocht hem
examen als chauffeur af te nemen. Dit ge
schiedde. Op aanwijzing van den examinee-
renden schout, die de auto 'n hoek liet omslaan,
reed Ripi tegen een dogcart. Van de auto
brak een der lantaarnglaasjes, doch verder
noch de auto, nog de dogcart eenige schade.
Nu zou men verwachten, schrijft het Soer.
Hbld., dat de examinator evenals in de Job
siade liet hoofd geschud had over Ripi en
hem geen rijbewij's had verleend, maar er ge
beurden erger dingen. Ripi werd door den
politierechter den controleur voor politie
14 dagen dwangarbeid opgelegd; zonder
dat de veroordeelde gehoord was.
De tcewan van Ripi meende, dat deze on
verdiend gestraft was en verzocht de politie
0111 opheldering. Eerst kreeg hij geen ant
woord, maar na een tweede schrijven, waar
in hij de toewan meldde, dat hij plan had,
zich tot den procureur-generaal te wenden,
werd hem geantword", dat alles naar recht en
billijkheid was geschied in de zaak Ripi.
Daarmede was Ripi's meester het niet eens
en hij richtte zich met de deshtreffende be
scheiden tot den procureur-generaal hij het
hooggerechtshof.
Dezer dagen ontving hij het volgende ant
woord:
„In antwoord op uw request van den len
Maart j.l. heb ik de eer UEd. Gestr. beleefd
mee te deelen, dat mij na onderzoek der zaak
van den inlander Ripi diens vervolging niet
gerechtvaardigd voorkomt, hetgeen ik den
politierechter te Soerabaja heb doen opmer
ken. Nu de veroordeelde de straf echter reeds
heeft ondergaan en ook verzuimd heeft bij
tijds gratie te vragen, is er geen middel meer
de veroordeeling ongedaan te maken."
Daarmede was de zaak nog niet uit, want
nu heeft de toewan bij den resident een ver
zoek ingediend, waarin hij nit naam van
Ripi schadeloosstelling van 2.50 per dag
vraagt voor eiken dag, dat de ongelukkige
examinandus in de gevangenis heeft gezeten,
en verder een bewijs, dat zijn veroordeeling
onwettig was.
Vliegtuigen bü den postdienst en in het
Jeger.
In België is een bijzondere commissie be
noemd, om het gebruik van vliegtuigen te
hestudeeren voor de verzekering van een
snelle gemeenschap met districten van Bel
gisch Kongo waar nog geene spoorwegen of
wegen zijn. De commissie heeft, naar de Ti
mes uit Brussel verneemt, besloten de uit
komsten van proefnemingen, die in Frank
rijk gaande zijn, af te wachten. Men zal be
proeven om een woestijn van ongeveer 1200
K.M. over te vliegen en op afstanden van
400 K.M. landingsstations met inrichtingen
voor telegrafie zonder draad in te richten.
De vliegtuigen moeten drie reizigers en
een betrekkelijk zware lading levensmidde
len, water, gereedschappen enz. kunnen mee
voeren.
Men hoopt den nieuwen luchtdienst in 1912
te kunnen inrichten. De regeering beeft voor-
voorloopig reeds een crediet van 400,000 frs.
toegestaan.
Bij de Fransche manoeuvre te Verdun
heeft men het artillerie-vuur, dank zij de
schriftelijke rapporten, die de vliegers boven
het schietterrein neerwierpen, zoo snel en
nauwkeurig kunnen richten, dat do bevel
hebber over het 1ste Fransche legercorps tot
de officieren van de artillerie1" zeide: „Mijne
heeren, denkt aan dezen dag. Hij getuigt van
den grootsten vooruitgang, die sedert lang
voor de schietwijze van de artillerie be
reikt is".
Je weet niet, wat het zeggen wil, zich
geheel opgeven om een ander toe te bohoo-
ren, zei ze en de donkere oogen keken hem
dan zoet en droonierig aan. Geen man kan
dat zoo gevoelen als een meisje.
Door eene vrouw opgevoed, van wie e»k
woord waar, rein en edel was, had Hugo een
hooge gedachte van vrouwenwaarde. Zijne
bruid was voor hem een bedeesd, niet meis
jesachtige vrees de toekomst inziend wezen,
dat hij versehoonen moest. De zonderlinge
romanwoorden, die zij soms uitte, waren als
blazen, die op het helderste water voorko
men, zonder het troebel te maken. Ze waren
alleen een echo van hetgeen ze van kinds
been af gehoord had, ze kwamen niet uit het
hart.
In zyne groote liefde vond hij verschooning
.voor al hare zwakheden, ook voor het op
schuiven van het huwelijk.
Een soort troost was het, gravin Wassilt-
echikow geheel op zijne zijde te hebben. Ook
zij was er voor het huwelijk te verhaasten,
doch scheen ook evenals hij, machteloos te
genover hare dochter. Ze beloofde met Vera
voor eenigen tjjd naar Mooshurg te komen,
zoocfra de baron van zijne badkuur daar te
ruggekeerd zou wezen. Hugo zou dan lang
verlof hebben en in den heifst na de ma- j waaraan ze gewoon was en dat voor haai*
noeuvres zou dan eindelijk in Fennershurgeene levensbehoefte was geworden. De le
de bruiloft plaats hebben met de meeste
praal natuurlijk, zooals Dagobert dit ver
langde.
De lente was gekomen en do Fennersbur-
ger dokter had de gravin Wassiltschikow
genezen verklaard, en ze kon weer het rei
zend leven beginnen. Eer beide dames ech-
r,® badplaats gingen, hadden ze
,",eel aaC sen amen plicht te ver-
venswüze en gewoonten in jluis gchenen haar
oneindig kleinburgerlijk toe; de schoonzus
ters waren maar alledaagsche meisjes en
Robert met zijne waarheidsliefde vond ze
gruwelijk, ja onverdraaglijk. Robert ook had
zich de bruid van zijn broer heel anders voor
gesteld, hij kou geen vriendschap met haar
sluiten.
Ook tot de schoonmoeder gevoelde Vera
der v'wknlmi een !J'"/'opk aai1 Hugo's moe- zien niet getrokken; ze moest onwillekeurig
ontmoelino" Hugo nit naar de eerste' hare meerderheid van geest erkennen en dat
was er 7pW v,,, er ea hijjuist vond ze onaangenaam. Wat ze haar niet
was pr 7p1upv V9U A u' X11J JLllSL VOIIU ze Uxiaaufc^icldlll. dl LM lid dl JiJcu
derzijds dan veWwimem zoneten bei-1 vergeven kon, was dat de oude vrouw baar
Ook mevrouw Vnn doorzag en zij op die geen indruk maakte. Rij
de kennismaking nol dfe^o verlangde naarjke levenservaring had de barones toegevend
hei geluk van Hueo lav l"6')111 wier hand jegens menige zwakheid gemaakt, nooit sprak
dat dit verbliii niet e koTw 1 ~bte ze,'ze een kwetsend of spottend woord, al ver-
Sr mei"teza" ï?lde de grootste tegenstrijdigheden.
«.oioofri Vippff TïorWon ai u ^aix keGk ze haar met haar heldere oogen
v. 1 tt ^ar^n tot aan, bracht glimlachend eene opmerking in
elkaar, zei ze. ^eia zal Hugo beter leer en't jonge meisje gevoelde zich overwonnen, j
hegrijpen wanneer ze een blik geworpen heeftHoe gaarne had ze dan de vrouw met bewü- j
in onze leefwijze.^ Ze mag met blindweg haar zen verpletterd, docli deze was haar in ver-'
nieuw leven beginnen, maar moet eerst dui-stand en kennis zoozeer de meerdere, dat ze
delijk weten waartoe zij zich verplicht. j liet niet beproefde. De eenige, die haar he-
De aanvang der kennismaking was veelbe-wonderde was Maria, doch ze verheugde
lovend- hartelijk ontvangen, met opmerk-1 zich niet over deze overwinning. Met enge-
zaamhèden overladen, gevoelde Vera zich .duld wachtte ze daarom op het vertrek en
geroerd door zulk eene lieve ontvangst en gaf dit haar moeder duidelijk te verstaan,
droomde voor korten tijd de rol eener offer- De gravin, die overal tevreden was waar
vaardige, aangebeden dochter te spelen. Doch 't goed was, hoorde hare dochter verbaasd
de ontnuchtering kwam te spoedig; de vreed- aan. Wel vreesde ze, dat de luimen harer
zame, bedaarde atmosfeer was haar te klein, dochter anderen en haar zouden lastig
hierin vond zii niet 'twereldsehe en ijdele. worden.
Ook om hare eigen vrijheid terug te krij
gen, verlangde ze vurig naar Vera's huwe
lijk; met Hugo te breken scheen haar nood
lottig toe.
Ik begrijp je niet, hernam ze spijtig, tls
hier zoo kwaad niet, al zijn wij ook andeis
gewend. Deze Duitsche vrouwen kennen de
keuken flink; het zijn allen voortreffelijke
huisvrouwen.
Dat is 't juist! riep Vera, die zeer slecht
geluimd was. Huisvrouw en niets dan huis
vrouw! De keuken de linnenkast de tuin
een goed "boek waar blijft 't voedsel voor
het hooger e ziel eleven?
Het hoogere zieleleven is heel mooi,
maar een geregeld huishouden is ook niet te
verachten, hernam de moeder, die aan haie
andere dochters dacht.
Rood van toorn keerde zich Vera om, wat
was 'teen treurig bestaan bij zulk eene aan
stoffelijke dingen denkende moeder!
's Namiddags voor 't vertrek trof zij me
vrouw Von Sonneck alleen in den tuin; Fan
ny en Gabrielle waren in huis bezig.
Ik heb medelijden met mijne schoonzus
ters, die zooveel met 'thuishouden te doen
hebben, bemerkte Vera. Welk een droog en
treurig leven moeten ze toch hebben! Ge
voelt u dat niet, mama?
't Is een ernstig, stil leven, dat ze lei
den, docli je ziet, ze zijn er vergenoegd hij.
Ligt er niet eene zekere poëzie in 't onaan
gename welgemoed te dragen?
Een warmbloedige natuur ware dat on
mogelijk, ik ten minste hield 'tniet nit.
Hoe zon jij dan je leven inrichten, Vera?
Al 't kleingeestige zou ik eruit verban
nen, een waas van poëzie moet erover liggen
de glans van 't selioone moet 't verhelderen.
Dat ligt in uwe macht; er bestaat geen
leven, waarin men dit niet kan aanbrengen.
Ook in een klein burgerlijk leven? Daar
heeft tocli alles zulk eene alledaagsche tint.
Kind, het leven heeft zooveel poëzie als
als wij er zelf in brengen; zelfs 't meest ge
wone en alledaagsche leven.
O mama, poëzie en de waseh tellen of
kousen herstellen. Hoe kan dat samen gaan?
Wanneer het uit liefde en plichtgevoel
geschiedt.
Mijn geest zouden ze ongetwijfeld om
laag trekken. Om zich te verheffen heeft de
ziel het aanschouwen van 'tschoone en edele
noodig.
Wat meen je daarmee, Vera? Den glans
der wereld, de genoegens die ze aanbiedt?
Wien God een bescheiden plaatsje heeft aan
gewezen, doet wel zijne vleugels niet te ver
te spreiden.
Mama, zei Vera, hoe hebt gij in deze om
geving kunnen worden wat gij zijt? Gij zijt
erboven verheven!
Zeer verplicht voor uw vleiend oordeel,
lachte de barones. Ik wenscb niets meer dan
in mijn omgeving mijn plicht te doen.
Ik zoU er mij nooit in kunnen schikken,
verklaarde Vera bepaald.
Dat zal ook voor jou niet noodzakelijk
zijn. Dat u hier veel vreemd, veel zelfs u
minder aangenaam toeschijnt, verwondert
mij niet, 't ging mij ook eenmaal zoo. De tijd
heeft mij geleerd het goede te erkennen, waar