DWAALWEGEN,
Uit het Haarlemsche
Gemeenteverslag.
BINNENLAND.
Vragenbus.
Letteren en Kunst.
Kousen
Au Bon Marché
„Noyon s"
Haarlem Brussel.
Sokken
De Strandkwestie te
Noordwijk.
rn-$m
"l
FEUILLETON
J9.)
S iasa
UWE HAARLE/ASCHE COURANT
het ARMWEZEN.
Uit het verslag van het armwezen in deze
e-emeente blijkt, dat, terwijl m 1909 34(0 per-
ionen bedeeld werden, bet aantal dergenen,
lie in 1910 ondersteund werden bedroeg 3al2
personen (1159 door de gemeente; 881 door bet
Herv. Armbestuur; 551 door het Roomsch-
Katb. armbestuur; 6 door bet Waalscb arm
bestuur; 13 door bet Remonstrantsch; 360
door bet Evang. Lutli.- en 328 door 't Doops
gezind Armbestuur).
Verder 63 door het Geref. Armbestuur
(Oude Gracht), 8 door dat van bet Klein Hei
ligland, 83 door dat uit de Ridderstraat, 2
Christ. Geref., 3 Ned. Israël, en 7 door de
Bisschoppelijke Clerezy.
Op 1 Januari 1910 bedroeg het aantal krank-
viruitren voor rekening der gemeente ver
pleegd 154 en op 31 Dec. was dit gestegen tot
17Voor verpleegkosten werd aan de gemeen
te iu rekening gebracht 44.350.71.
Een gering bedrag werd door betrekkingen
van vproleegden in deze kosten temgbetaald.
In het St. Elisabeths Gasthuis werden 816
personen verpleegd met een aantal verpleeg-
da£ren De verpleeggelden bedroegen de som
van ƒ21,51W1H.
In de Stads-Apotbeek werden 13481 recep
ten gereed gemaakt en bovendien nog 5338
recepten voor particuliere instellingen.
In het Diaconessenhuis werden 11a patiën
ten verpleegd met 6658 verpleegd agon; m de
gestichten der Christelijke Vereeniging voor
lijders anu vallende ziekte 208 m. en 198 vr.;
in bet St. Joannes de Deo-gesticht 142 ver-
P*D Vereeniging voor Ziekenverpleging liet
gedurende 3474 dagen verplegen. Aan 567 be
hoeftige patiënten werden 3932 liter melk en
2375 eieren uitgedeeld.
De spijskokerij van den H. Vincentius a
Paulo gaf 56945 porties eten uit.
Door de vereeniging vau de H. Elizabeth
werden in 1910 581 arme zieken bezocht en
voorzien van versterkend voedsel, kleeding-
slukken en dekking. Zij gaf daartoe: 2911434
liter melk, 14155 eieren, 646 ons rookvleesch,
416 portiën soep, 85 halve flesschen wijn en
16 flesclijes bouillon.
Voor kleedingstukken werd een bedrag van
166, voor hulp en verpleging van 118.55
uitgegeven. De ontvangsten waren 4553.52,
de uitgaven 4559.58.
In bet St. Josepsgestieht aan het opaarne
werden verpleegd 117 kinderen en in de Ma-
riastiehting sinds 1 Januari 1910 10SS zieken,
waarvan er 112 overleden zijn.
Het fonds van wijlen den heer Blommert
deelde tot een bedrag van 1786.0934 uit aan
oude vrouwen en uit het fonds van den heer
P. H. Klarenbeek werden aan 82 behoeftige
gezinnen grutterswaren verstrekt,
De commissie der spijsuitdeeling aan be-
Loeftigon bedeelde 279 gezinnen met 1620
nersolien; uitgedeeld werden 45.1000 portiën
Stookte spijs. Het kapitaal van de Stads-
Eanlt van Leeuing bedroeg in 1910 62,800.
Beleend werden 97007 panden, waarop
286,833-25 is voorgeschoten, terwijl gelost
werden 95449 panden, waarop werd terug
ontvangen 284,557.50.
Verkocht werden 1859 panden, die opbrach
ten een bedrag van 7296.13.
Het voordeelig slot van de rekening dei-
Bank is 1,574.7134.
Het verslag bevat ook nog eenige versla
gen betreffende den toestand van verschil
lende hier ter stede bestaande hofjes en der
gelijke stichtingen, die over bet. algemeen
in goeden toestand blijken te verkeeren.
Ook de vereeniging „Weldadigheid naar
Vermogen" heeft aan velen in het afgeloo-
pen jaar ondersteuning kunnen verleenen.
159^ gezinnen profiteerden hiervan in het
tijdsverloop van 1 November 1909 tot 31 Oct.
1910. Onder deze 159 gezinnen, 882 personen
tellende, waren 66 R.-K gezinnen met 418
personen
11.
Zoo als we gisteren zeiden, had prof.
Slruijken zich allereerst' de vraag gesteld:
waar ligt de grens tusschen den bovenliggen-
den (tuingrond len het strand, door den Staat
aan de gemeente verpucn -
Het antwoord van de hoogleeraar, da,t_die
grens hoogter het duin-op ligt' dan 'de 'eige
naars meierten, werd gisteren reeds door ons
gemield.
Over cb in otiveering en de h'eteekenis dezer
vraag nog het volgende
Het antwoord op bedoelde vraag is óók
voor do rechten der pachters beslissend, .al
werd hun niiet verpacht het strand boven de
hoog-waterlijn, daar immiers de gemeente hun
het recht gaf, hun stoelen en badkoetsen
boven de hoogwaterlijn te bergen b eh om-
de ns rechten van derden.
Voor zoover dus de gemeen te zulke rech-
ten heeft boven de hoogwaterlijn, bevitten
de pachters daiar óók het recht hujuie stoe
len ten badkoetsen te bergen
(Welnu, de hoogleeraar gaat alle perceelen
grond stuk voor stuk na. En door elan ver
gelijking .van de koopactsn, de kadastrale
plannen leaz. komt hij tot de conclusie, dat
de eigenaren \W'- van Beelen, N. der Hollan
der, [WÏad. Joh. Mastenbroek en H1. Hoek Jzn.
van de gem. gedeelten duingrond hebben
gekocht, die zich op geen stukken na, zoover
uitstrekkten als zij, willekeurig, door het
verztetten der palen willen doen gelooven.
Het eigendom van tWl van Beden b'.v.
zou, als dat moest gerekend worden naar
den stand vain de palen, maar dan tienmaal
zoo groot zijn als wat van Betelen eigenlijk
kocht en wat kadastraal als zijn eigendom
staat ingeschreven
Ook de eigendommen der anderen zoujden
in oppervlakte meer dan verdubbeld wor
den. zoodat zegt prof. Struijcken er
geien schijn zelfs is van recht voor deze
duin-eigenaren, om de grenzen van hun eigen
dom uit te strekken tot aap de door hen
geplaatste, strandpalon
En twijfel aan de begrenzing d e z e r gron
den b'.v. door een uitdrukking als „begrensd
door het strand" is Ier noch in de acte, van
1882, noch in eenige latere verkrijgingsacte,
wat aangaat de hierboven genoemden duin-
gronden.
Er zijn echter andere gronden, n.l. die
waarvan de uitmeting in 1882 nog niet had
plaats gehad, en die door de gemeente bij
acte van 21 Maart 1883 zijn overgedragen
aan de „Maatschappij Noordwijk, tot iexploi-
tatie van duingrondan."
Voor zoover de grenzen dezer perceelen
door de kadastrale plans en de uitmeting
worden aangeduid, zegt prof. Struijcken
strekten ze zich niet verder uit dan 40
a 50 meter zeewaarts van de lijn van de
Zuidboulevard, terwijl de eigendomspalen 90
a 100 meter voorbij die liju zijn overge
bracht.
Ook hier stelden de eigenaren blijkbaar de
grens van hun eigendom op de hoogwater
lijn van het departement van waterstaat-
De vraag .zij nu gesteld of de uitdrukking
in de acte van 1882 voorkomende, dat deze
perceelen zijn begrensd „door het strand"
hun de bevoegdheid daartoe zou kunnen ge
ven.
Prof. Struijcken ziegt zoo beslist moge
lijk
„Ook indien deze grensbepaling voor de
tegenwoordige eigenaren nog beteekenis
heeft, moet deze vraag ontkennend worden
beantwoord.
Naar het gewone en het rechtskundige
spraakgebruik, strekt zich het strand ver
der uit dan de dagelijksche hoogwaterlijn,
zeker verder dan de hoogwaterlijn door net
Departement van (Waterstaat vastgesteld,
welke v r ij w e 1 overeenkomt m e t d e n
gemiddelde h oogsten st-anc van
elk g e t ij gedurende d e zes zomer
maanden."
En met een uitvoerig beroep op ons H.ur"
gerlijk Wetboek en de historische afleiding
der daai'in voorkomiende bepalingen te de
zen aanzien, met verwijzing ook naar de
verschillende schrijvers die in dezen als au
toriteiten bekend zijn, bewijst de hooglee
raar, dat als ten onzent van „Stranden der
Zee" gesproken wordt, daaronder moet wor
den verstaan de grond die bii h oogsten
gewonen vloed door bet zeewater wordt
bedekt of wellioht. n 0 g i e t s v e r d e r 1 a n d-
w aarts de grond tot aan den duin en
voet J
In ieder geval zoo besluit prof. Struij
ckenligt 't strand a, an merk el ijk hoo-
ger dan de gemiddelde zomer-hoogwa,ter-
lijn, die blijkbaar door de duin-eigenaren als
grens is aangenomen.
De twieede vraag, die prof. Struijcken zicli
stelde, was:
Wfdte houding had 'het gemeentebestuur
van Noo'rdwijk lajafo te htemten, toen de duin-
eiglenaren hunne eigendomspalen plaatsten
en feitelijk© moleielijkheden ontstonden
De hoogiaetaar antwoordt hierop:
Het gemeentebestuur van Noordwijk had
in de eerste plaats te handhaven de strand-
veroirdening. De bevoegdheid van den ge-
meiente'raiad, politieverordeningen te maken
over het strand, afgezien van de vraag wie
daarover leigenaiaï is, staat onbetwistbaar
vast.
Het gemeentebestuur had 'dus, volgens
pTof. Struijcken', de door de duineigenaren
op het strand zonder vergunning vain B.
en iW geplaatste p,alien moeten verwij
deren, en de plaatsing er van verhinderen.
Indien de Burgemeester niet uit zich zelf
er toie overging, hadden B. en W- krachtens
art. 150 der gemeente niet het besluit daar
toe moeten nemen, welk besluit de burge
meester krachtens .art. 70 der gemeentewet
v e r p 1 i e h t is op t© volgen.
En woordelijk gaat de hoogdeeraiar 'dan
voort:
„Zooals mij is medegedeeld is zulks niet
geschied, integendeel heeft het 'gemeenter
bestuur geduld 'dat de 'duineigenaren, ter
wijl zij daartoe niet de vergunning hadden
van het gemeentebestuur hadden verkregen,
de op last van B. jen W- ter afscheiding der
gepachte perceelen geplaatste palen hebben
verplaatst, zoodat zie in één lijn stonden
met de door hen zelf geplaatste eigendoms
palen, waardoor de indruk kan worden ge
wekt alsof het gemeentebestuur zich stelde
aan de zijde der duineigenaren, niettegen
staande hunne overtreding der Strand-ver
ordening.
In deze feiten ligt nu m- i- we' "c eeTste
reden waarom gevaar kon ontstaan dat d©
ÏMsr aan het strand werd verstoord, daar het
wettig gezag, inplaats van de wettelijke ver
ordening te handhaven, zooals zijn plicht
was, de partij scheen t© kiezen van hen
die de verordening overtraden! Voor alles
zal daarom noodig zijn dat door B. en W-
alsnog worde besloten dat alle palen
worden vee r w ij d e r d* en de gemeentepap
len warden teruggebracht ter plaatse .waar-
ze van gemeentewege waren gesteld!
„Verzet van 'de duineigenaren hiertegen
is niet tevrsezen daar zoodanig verzet hen
zonder twijfel zou blootst ellen aan eene straf
vervolging wegens overtreding van art. ioU
strafwetboek waarop eene gevangenrsstrai
is bedreigd van ten hoogste laar 01
geldboete van ten hoogste i -
„In de vergadering van R en is _m:j
gevraagd, hoe, als B. en jVzouden besluiten
tot verwijdering der palen en de Borgemees-
ter zou weigeren dit besluit uit te voeren,
de laatst© tot de uitvoering daarvan zou kun
nen worden gedwongen In dit ondenkbare
geval waarin dus een bestuursorgaan der
gemieentó opzettelijk zou weigeren zijn plicht
te delen, zou geen ander dwangmiddel be
staan, dan een verzoek aan Ged. Staten of
II. M. de Koningin, den Burgemeester op
grond van art. 60 der gemeentewet te
schorsen of te ontslaan.
„Ook buiten ei© strandverordeniiMj ware
het. do plicht van het gemeentebestuur ge
weest de feitelijke toestand op het strand te
handhaven tegen inbreuken daarop door per
sonen die langs den weg van eigen richting
hunne"vermeende rechten ten koste van an
deren willen handhaven.
„Het strand te Noordwijk toch wordt door
het Rijk ien de gemeente beschouwd als voor
het publiek verkeer toagangkelijk en is ook
steeds als zoodanig door het publiek ge
bruikt. De gemeente Noordwijk had van hare
be veegheid om over het strand ten behoeve
van het- plaatsen van badkoetsen e. a. te
beschikken, gebruik gemaakt door den pach
ter Vink bepaalde perceelen te verpachten.
„Door de duineigenaren ter plaatse was
nimmer ieenig uitsluitend recht op het strand
beweerd, nog. minder feitelijk gehandhaafd.
Vor hunne beweerde rechten konden zij bo
vendien niet d© minste grond aanvoeren,
hunne titels en kadastrale omschrijving en
plans, welke taatsum steeds ter beschikking
van het gemeentebestuur zijn, deden hunne
beweringen als grove aanmatigingen ken
nen; den duineigenaren en het gemeente
bestuur was bekend, aat het Rijk die be-
waerde rechten geenszins aanvaarden, inte-
gendieel, gerechtelijk tegen hen zoude op
treden ter handhaving der aloude rechten
van het Rijk op het strand.
„Do duineigenaren maakten zich dus èn
door liet plaatsen der palen èn door het ver
plaatsen der gemeen tepa Jen èn door het fei
telijk verhinderen van net plaatsen der bad
koetsen boven de palen, schuldig a,an eigen
richting waardoor zij inbreuk maiakten
lo. op de Strandverordening.
2o. op de blestaainde toegankelijkheit' van
het Strand voor liiet publiek;
3oj. op het (eigendomsrecht van den StaJat;
4o. op het daaruit afgeleid© recht van de
genneente en den Strandpachter Vink.
„Plicht ware hot da(arom geweest van het
gemeentebestuur, ter handhaving va,h orde
■en rust, niet hen hierin te steunen, zooals
schijnt te zijn geschied, maar hen hierin te
verhinder en en hen zoo te dwingen, wil
den zij hunne vermeende rechten, die zoo
zeer tegen den bcstaanden toestand en hun
titels indruischien, trachten te handhaven,
daartoe den weg naar den rechter te kie
zen door tegen den Staaf eene actie tof
grensscheiding of eenige andere actie in te
stelten
„Op de gemeente-politie, onder leiding vak
den Burgjemaaster, berust deze plicht.
„De Raad had hieta; waar hij dezen plicht
niet na kwam,, ter verantwoording moeten
roepen. iOok thans nog meen ik daf op den
Burgemeester den plicht rust zijn gezag te
doen gelden, en op den Raad 'de plicht hem
ter verantwoording te roepen, indien hij zijn
plicht niet nakomt-
„Zoodra, mten te .Noordwijk zal wetten dat
het gemeentebestuur heeft besloten ernstig
zijn gezag tie gebruiken oin wet en verorde
ning te handhaven en geen feitelijke in
breuken op bestaand© rechtstoestanden ten
kasten van de belangen en rechten va,n an
deren te dulden, zal ook de orde en rust aan
het strand weder zijn hersteld I"
Ondanks de uitvoerigheid bobben wij ge-
meiend, dit deel van het Rapport van prof.
Struijcken, dat |een ernstig requisitoir is te
gen de houding, door den burgemeester in
dezen ingenomen, in zijn geheel te moeten
opnemen.
Het belangrijke stuk, dat van 2 Augus
tus is gedateerd, z,al zeker ook buiten Noord
wijk de hoogste belangstelling wekken.
Men zie voorts ons raadsverslaa: in hot
Eerste Blad.
BOER EN LANDARBEIDER.
In een vervolgartikel betoogt het Wcekbl.
v. d. Nbr. Chr. Boerenbond", dat ten op
zichte van do behoefte a.an grond „de nood
veel grooter is voor boeren, die. in het be
drijf zijn opgegroeid en moeilijk tot een ander
vak kunnen overgaan, dan voor arbeiders,
die niet zoo vast- aan den grond zitten en
overal werk kunnen vinden."
De statistieken leeren dat ten onzent het
getal pachters steeds toeneemt, 'dat der eigen
geërfden afneemt. Er zijn streken, vooral
aan den Maaskant en in de klei, waar alle
eigendommen in handen van groote heeren
zijn overgegaan. Die boeren bezitten daar
niets mleer dan een huis en tuin, misschien
nog met hypotheek bezwaard. Om boer te
blijven en iets te verdienen, wagen zij het
ieder jaar om met de hulp van voorschotten
nabij liggen de gronden te pachten, maar de
concurrentie drijft hen dieper en dieper in
schulden. Hun toestand in zoo onzeker, zoo
préeair, zoo hachelijk, da.t boerenbonden èn
leenbanken niet meer kunnen halten. Het eeni
ge redmiddel zou zijn, als de regeering tus-
sohenbeide kwam en voor die ongelukkige
boeren wilde doen wat zij van plan is te doen
voor de .arbeiders; grond verschaffen in ei
gendom, ten minste met ©en vast gebruiks
recht-
Zou het nu niet. beter zijn eerst een vast
grondbezit te verschaffen a.an de kleine boe
ren, welke van ouds aan eenvoud, spaarzaam
heid en arbeidzaamheid gewend, voor hun
boerderij alles over hebben, van welke men
dus zeker is dat zij daarvan een goed ge
bruik maken
(Waarom toch aan arbeiders grond ver
schaft, wier spaarzaamheid volgens de
Staatscommissie voel te wenschen overlaat
en die veel te vroeg trouweu
iWaarom niet liever grond bezorgd aan
boerenzoons, die de bewijzen hebben gele
verd, dat zij de hoeder ij 'door en door ken
nen, die jarenlang hunne ouders hebben ge
diend en to1! hun vij Ben -dertigste of veer
tigste jaar ongetrouwd zijn gebleven, omdat
zij geen kans zagen een botederijtje machtig
te worden of omdat ten gevolg© va,n aller
lei lasten |en belemmeringen, welke het klein
bedrijf ondervindt, hunne behulpzaamheid in
het bedrijf der ouders niet kon gemist wor
den en de aanvaarding van zoo'n nieuw be
drijfje gevaren oplevert.
V r. Ik heb een fiets, zoo goed als nieuw.
Nu heb ik er een ongeluk mede gehad, zoodat
ik er een nieuwe binnenband in heb moeten
laten maken. Toen ik de iiets haalde, hield de
fietsenmaker mijn ouden binnenband. Toen ik
eenige dagen later er naar vroeg, zeide hij de
band verkocht te hebben. Kan ik nu schade
vergoeding eischen?
A n t w. Ja, indien de prijs van den ouden
band ten minste niet in mindering is gebracht
van dien van de nieuwe.
V r. Kunt u mij ook het adres opgeven van
het Consulaat Generaal der Argentijnsche Re
publiek? Welke zijn de kantooruren?
An t w. Carles F. Saguier, consul-generaal van
Argentinië, te Amsterdam. De kantooruren zijn
in den morgen vóór 12 uur.
Vr. 1. Welk doel heeft de Ned. Tentzending'
2. Van welke partij gaat die uit?
3. Zijn er op andere plaatsen in ons lanc
ook dergelijke tenten geplaatst, zoo als hier aai
de Raaks?
4. Is deze tent voor ieder toegankelijk?
A n t w. De Tentzending is een algemeen Chris
telijke Evangelische beweging; de tent reist heel
het land door en blijft hier en daar een poos
staan. De tent is voor een ieder toegankelijk.
V rIk ben aangeslagen in. de inkomstenbe
lasting voor f 9.30. Op hoeveel is mijn weekgeld
nu berekend.
Antw. Het percentage is vastgesteld op 4.65,
en dus gaat uw aanslag van f 9.30 over een
belastbaar inkomen van f 200. Van uw inkomen
wordt a'getrokken voor noodzakelijk leven, o
derhoud f 500, dus wordt uw inkomen berekend
op f 700 's jaars of ongeveer f 13.50 per week.
V r. Waar en tot wien moet ik mij wenden
om het verslag der handelingen van dc Tweede
Kamer te bekomen, en welke zijn de kostten
ervan
Antw. Het is zeker overbodig deze vraag
te beantwoorden. U zult de aankondiging wel ge
lezen hebben in ons blad van gisteren.
V r. Wanneer een meisje zonder reden plot
seling uit haar betrekking wordt weggezonden,
heelt zij. dan geen recht b-uiten haar loon op
een schadevergoeding van 6 weken loon en ver
goeding voor kostgeld gedurende dien lijd?
Zoo ja, wanneer mevrouw dit niet wil beta
len, tot wien kan zij zich dan wenden?
Antw. Zonder reden? Dal is de kwestie.
Is het werkelijk zonder reden, dan hee't zij
recht op schadevergoeding, n i e t op kostgeld. Met
een volledig relaas van de feiten, naam en
adres der klaagster en van de mevrouw, heeft
zij zich te wenden tot den kantonrechter.
Een onzer lezers zendt ons d: - iade op
lossing van de vraag, door ons beantwoord in
ons nummer van j.l. Maandag, hoe men ratten
van onder den vloer verdrijft. De geacfite abosi
ne schrijft ons: naar aanleiding van die vraag:
Ik kan u wel melden dat de aarde zoo vast
niet kan aangestampt worden of die bevers (rat
ten) komen er tcdh door, maar ik zou den.
vrager wel willen aanraden een flinke laag sïeen-
kolensinlels onder de aarde te stampen; dit is
het eenige afdoende middel. Mij toah is békend,
dat die bevers, al gooit men er glas onder er
nog door koincj".
Wij danken den inzender voor zijn raadges-
vingen.
Zij, die ons vragen stuurden, omtrent itlo in-
gen van loten, kunnen wij mededee'.eu dat geen
enkeie is ui'gelool, op twee na, die wij bereids
persoonlijk daarvan in kennis stelden.
PRIJZEN VAN SCHILDERIJEN.
In het verscheiden van Jozef Israels heeft
een medewerker van de „N. Rolt. Ct." aanlei
ding gevonden inlichtingen in te winnen om
trent de waardestijging der schilderijen van den
meester.
Ais grondslag van zijn onderzoek kon hij de
beroemde verzameling Staats Forbes nemen, die
na den dood van den eigenaar in 1904 uiteen
ging en rijk was aan schilderijen van Jozef
Israels.
Ziehier het bewijs, welk een goede geldbeleg
ging de heer Forbes had gekozen.
Een schilderij uit deu jongen tijd van Israels
gekocht in 1880 voor f 1200, werd verkocht in
1905 voor f 2400; een ander gekocht in 1884
voor i 1900 bracht in 1905 f 7800 of meer dan
hel vierdubbele op. Nog merkwaardiger is dat
een der bekende Parijsche kunsthandelaars die
een Israels aan den heer Forbes verkocht had
Ik zal vandaag het program makenl1
riep ze op bevelenden toon. Ik moet zien, of j
er zich niets vurigs, niets geniaals, niets wat
het hart treft, onder uw muziek bevindt..Wat
je zingt en speelt is altijd zoo laf, ik ben dat
zoete geleuter moe!
Ze begon een hooi) muziek door te bladeren.
Mooie, degelijk mooie zaken, maar ineest
voor piano en viool. Götz von Sonneck heet j
de eigenaar. Wie is die Götz, die zich aan
zulke groote stukken waagt?
Hij is dood, en men deed het best, zijn
muziek te verbranden, hernam de baron
barseh, terwijl hij de muziekbladen heftig
wegschoof. Begint met een paar mooie wal
sen en zoekt niet zoolang in die oude prullen.
Wanneer hij op dezen toon sprak, hetgeen 1
niet vaak gebeurde, gehoorzaamden dadelijk
allen. Therese en Malwine gingen dadelijk'
aan de piano zitten en speelden de gewensch-
te walsen. Vera, in plaats van als naar ge-
iweonte met Hugo in een stil hoekje te gaan
zitten, leunde aandachtig tegen het instru
ment. Er werden nog eenige stukjes gezon
gen, waarna de gravin, de baron en de ba
rones een dutje deden en de jonge lieden sa-
meu praatten.
Zeg mij eens, zei Vera halfluid, waarom
vrijheer Dagohert zoo kwaad werd, toen ik
zoo onschuldig vroeg naar dien Götz.
Wijl hij het schurftige schaap in ue fa
milie was, antwoordde Therese lachend.
Ha! een zwart schaap in deze zoo deugd
zame familie, riep Vera en zag haar bruide
gom spottend aan. Niet mogelijk. Ik meende
hij u alléén godvruchtige en vrome meiisclien
te vinden.
We zijn echter ook maar stoffelijke men
sehen, zei Hugo.
f T7 Wie was dan die zonderlinge man, die
Lrotzs vroeg vera.
4eh' jeD gevallen grootheid.
Van de dooden moet men geen kwaad
spreken, zei Malwme berispend.,
Ook van de dooden moet men de waar
heid zeggen 'Juffrouw Holdermann, zei Hu-
go koi tweg, Gotz was een» zeer begaafd
xnenseb, die zich helaas door éigen schuld
te gronde gericht heeft.
Zou het juister zijn te zeggen ,dat hij,
verkeerd opgevoed, nooit gelegenheid vond,
zijne rijke gaven te ontwikkelen? En dat hij
later, onmeedoogend beoordeeld, liefdeloos
afgewezen, verbannen werd en eenzaam ster
ven moest, wijl hem geene behulpzame hand
werd toegestoken?
Dit meisje kon iemand een wareu afkeer
van getrouwheid inboezemen, dacbt Hugo bij
zich zelf. Laat je Götz' levensloop door juf
frouw Holdermann vertellen, zei hij daarna
tot Vera. Zij heeft hem gekend met zijne goe
de eigenschappen, terwijl ik alleen van zijne
gebreken gehoord heb
En je hebt zeker God gedankt een beter
mensch te zijn, antwoordde hem Vera schert
send, waarin toch eenjge bitterheid dooi'-
klouk.
Men is gevoeliger, wanneer men in een per
soon beleedigd wordt, dien men bemint, dan
wanneer het zijn eigen persoon geldt. De
oogen van Therese schoten vuur. Hoe kon
Hugo zulk een taal dulden? Ze was heelemaal
hoos, toen hij zoo zoo bedaard tot zijn bruid
zeide:
Ik lieh God gedankt dat ik van beko
ringen als de zijne ben verschoond gebleven.
Overigens herbaal ik je, wend je tot juffrouw
Holdermann, waneer u zijn lot intereseert.
Dat zal ik ook doen, zei Vera op denzelf
den onvriendelijken toon. Blijkbaar was liet
een buitengewoon mensch en dien ontmoet
men zelden hier te lande misschien het
minst. Vertel maai*, Maljvine.
Opmerkzaam en niet zonder leedvermaak
had Malwine dit klein tooueel gevolgd.
Waarom zouden anderen gelukkig zijn, als
zij het niet was. Deze sentimenteele zottin,
die haar eigen hart niet kende en 't onmoge
lijke najoeg, verdiende geen geluk, evenzoo
min de dwaze man, die verblind genoeg was
van aan hare liefde te gelooven.
Morgen ben ik bereid aan uwe nieuws
gierigheid te voldoen.
Die is buitengewoon sterk gespannen,
verzekerde Vera.
XIX.
Het was den volgenden morgen. Vera's
nieuwsgierigheid had haar naar Malwine f
gedreven, die haar met welsprekende uit het
hart gewelde woorden, het wisselvallig leven
van Götz schilderde.
Het deed de verhaalster goed, iemand ge
vonden te hebben, die zij den overledene
i schilderen kon, zooals hij in hare liermne-
ringen leefde, zonder tegenspraak te behoe-
ven te vreezen. Dit gaf hare woorden eene
i overtuigende kracht. Alhoewel zij zich voor-
j genomen had, zich streng aan de waarheid
j te houden, ging 'thaar evenals allen, die over
hun lievelingsheld spreken, de feiten werden
iu 't schoonste licht gesteld en een weinig
overdreven. Ze schilderde het beeld van een
schoon belangwekkend man, die wel schuld
had, maar tegen wien nog grooter schuld
begaan was een beeld, geschikt 0111 de j
fantasie der geestdriftige toehoordster te
doen ontvlammen.
Toon mij een portret van hem, riep ze,
toen Malwine geëindigd had. Hij moet een
buitengewoon man geweest zijn van eene
groote aantrekkingskracht ze zuchtte en
dacht aan den bruidegom, die zulke toover-
kunsteu niet verstond. Ze hadden zich wel
den volgenden morgen verzoend en tenge
volge van Hugo's toegevendheid had ze weer
een oogeublik van liefde gedroomd. V lug
was alles echter verdwenen, en twijfel kwelde
haar opnieuw.
Ik moet eeu portret van hem zien, zei ze
eigenzinnig, toen Malwine zweeg.
Nu bezat Malwine wel een portret van den
doode, een portret, dat ze als een kostbaar
kleinood bewaarde. Ze hield het voor aller
oogen verborgen en beschouwde het alleen in
onbewaakte oogenblikken. Buiten haar mocht
dit niemand zien, vooral niet dit oppervlak
kig en ledige hart.
Jammer dat ik uw wenseh niel kan ver
vullen, antwoordde ze weer op koelen toon.
Alle portretten van den overledene zijn ver
nietigd.
Zou er werkelijk geen te vinden zijn?
Vera keek Malwine scherp aan. Deze laatste
meende haar geheim zorgvuldig bewaard te
hebben, de romantische toehoorster had ech
ter de liefde in hare welsprekende woorden
begrepen en geloofde niet, dat het meisje liet
beeld van haren geliefde aan 't vooroordeel
der bloedverwanten zou opgeofferd hebben.
Neen! hernam Malwine kort.
Hoe? Zoudt gij geen portret van hem
gered hebben?
Neen, herhaalde Malwine op afwijzen-
den toom Het begon haar bijna te berouwen,
met Vera over Götz gesproken te Lebben.
Maar één portret kan ik je toonen, voegde
zij erbij. Kom maar mee naar de portrelka-
mer, daar kan ik je het laten zien.
Op de portretkamer? Daar was ik zoo
vaak, daar heb ik toch geen beeld van Götz
gezien!
Hugo heeft u zeker niet aan dien ge
vaarlijken aanblik willen blootstellen, spotte
Malwine.
Vlug naar de portretkamer! riep v era
opspringend. Malwine nam de sleutels en
voerde 't meisje naar de bovenverdieping in
de portretkamer. Vera hield van deze ver
trekken ,hoe goed zou zij in die kostbare lijst