Het Spookkasteel BUITENLAND. BINNENLAND. Kousen De roevers van het kasteel d'Herneuse. Au Bon Maiché Haarlem-Brussel. Uit onze Oost. STA DSNIEUWS. „Woyon s" Sokken In een brief va|n den 5den October komt PO .volgende passage voor: „Heden land den de eerste (ttrospen in het [Wiesten der |t.aid. In de stad begint men te plunderen. Ei' is geen houden meer aaln. Alle regee- nngsgeb ouwen worden binnengedrongen, deuren en kasten opengebroken, 's Nachts waireai 200 Arabieren in de stad gekomen ftoi ,dit edele bedrijf uit te oefenen. Zij wer den .echter nog verjaagd. Maar nu valt het Stepeupel .alles aan wat de Turkseh'e over heid heeft- Alles galat in puin en aan flar- "^i. Het stadhuis, de Konak, stoelen, teuhrijftafels en tapijten. F KUIL LE TON .op NAAR. HET ERANS.OH VAN NOËL GAULOIS. I). inleiding. h'aid Jan de Goede, 'die toen oip den troon van Frankrijk gezeten was er meerdere ma len var blijf gehouden. Hiet p-a leis, wa-avaji th^ns geen spoor m&ef over is, stond te midden vlaai een uitgestrekt park, dat langs do Otse. zich uitstrekte fat aan den vofet v|an het kasteel d'Herneuse, dat langen tijd genoemd werid: „Het Spook kasteel." Aan da andere zijde van het kasteel was de plantengroei weelderigerhet boscih van Guise, thans het boscih van Compiègne ge- naiamd was do oorsprong van het koninklijk park. Het klajsteiel d'Hemeuse, wa,ar zich da meeste tooneelcn uit dit verhaal afspelen wajs stevig ,en machtig van bouw en stond i boven op een rots, die met een steile hel- ling zidh. tioiti de rivier uitstrekte. De heer d'Herneuse wlas een man in de kracht van 1 zijn jaren. Hij was vijf en vteertig jaar lojud 'en; men zag aian [zijd stevigen lichaamsbouw en zijn energieke gelaatstrekken, dat hij een verschrikkelijke tegenstander was. In den slag van Cjréeiy was .zijn paard onder hem gediood en! zijn linkerheen Verbrijzeld djoOT een steenen kolgel, Uit ©en dier kanon nen, [die Eduiard III hiet eerst vnh all© Chris tenvorsten in gebruik had genomen. Hij wiajs viotor dood bib ven liggen, ter wijl zijn gezellen, de graaf d'Alengon, de broeder v|an koning Philips Van V,aiois;, d© gnaiven vian BI,©is, Har court, Aumale, Au- xex-r-a, Saincierre, Saint-Pol, enz, 'door de En- gelsenfe liniën hoenbrlaken. B© wonde w;ak vreeselnk. De graiaf kwam tot bewustzijn, toen htet slagveld1 reeds in duisternis gehuld w!aö- Door ©en dichte re gen, die het bloed, waarmed© de ajarde 'do.or- ttrokken wlas, oploste, was hjj bijgekomen. Hij dankt© het. aan ®en bijzondere beschik king vjan de voorzienigheid, dut bjj a,^ den dlotod ontsnapt was. Zijin paard was op zijn bieenen gGviaill^n cn met g*6wicih.fc pp het gewonde lichaamsdeel Do-o-end had het de bloedvloeiing tegengehouden Te midden van <fe sha,rtkretenen hét doodsgereutel, dat opsteeg uit d© kelen' der stervenden, hiaid de heer van Ilerneuse den heldhaftigevv rnped. het vleescH da,t zijn lin kerbeen' nlogl bevestigd hield alan dén bloe denden etiotoip1, af te snijden en een hiandvol alard©, stevig vastgebonden met zlijin sjerp .a,ls een' pleister daarop te leggen. Ondanks deze amputaUe, di© hem evenwel tlodhi nog in stajat stelde met een hijizondea" zladel pjalaird te rijden1, yrm hjj! tiocth1 nog .te vreezen en ofschoon zijne goedheid alle achterdocht moest doen verdwijnen naderden zijne dienaren hém to(dn met vreeze. Twee wezens evenwel Waren er die ten opzicht© van hem1 geen vrees kanden. Hét was zijn zoon Marcel» die m©t Tan 'den Goe de gestreden had, en zijine dochter Isabel la!, die zichi bij! hem! bev'ond öpl heti oogen blik, waarop wij hém! aantreffen in de groo te zaal vaü! hét kasteel, welks geopende vensters uitzicht geven op hét bosch van Cuise. i Hebt ge FeTré gezien! VTöeg dé Ja; Vader. Ik heb a.an den Reus een s'om gelds gegeven. De arme man was wan hopig: zijp vrouw is er slecht aan toe. De heelmeester, die haar behandelt, 'dacht, flat zij geen brood of meel meer in de kast had den. Dé reus weende en hét' wais akelig om te zien hé© die groote, verschrikkelijke man snikte als een klein kind. [Mij zullen er dus Voortaan voor zor gen, dat het hem aan niets ontbreekt. Het wak dwaas va,n Ferré, da,t hij zach niet tot Ons gewend heeft, hij behoefd© er toch.' niet aan te twijfelen, dut hij steeds goed zou ont vangen worden op 't kasteel. Ik bén blijj dat we nu 'op de hoogte zijn van zijn ellende. Terwijl ik' in zijn hut was, kwamen meerderen' van zijh buren, zij zijn even on gelukkig, als hij en mijn hart bloedde, toen ik zlajg hoe haveloos zij' eruit Zagen. Hiebt ge hun de rest viain het geld uit uw beurs gegeven? Ja, vader. De graaf fronste dé wenkbrauwen en een droeve plooi vertoonde zich om. zijn mond, alsof een of andere pijnlijke gedachte bij hem opkwaim- Het is treurig, zieide luj, den loop zijner gedarhten vplgend, in zulk een droeven tijfl te levenDrie koningen zijh elkaar nu reeds (Opgevolgd .op den Franschen troon, sinds mijh geboorte,.... JOhder den eerste verrezen''dé houtstapels en de woede v'an den minderen man kwam z'oover, da,t hij, gek van ellende, geen eer bied meer betuigde vlooi den afstammeling vap L'odewijk den Heilige. „Onder Bodewijk X, den [Woelige, groeide de onrust slechts aan „Onder Philip vap Valois, kwam bij d< hopgersnood de pest „Hedenhéden is het niets beter dai gisteren. MSCHE COURANT BET BOMBARDEMENT VAN TRIPOLIS In den Berliner Lokal Anzeiger Vertelt ten Deutsche Tripolita'an stukken uit zijn intereesapt dagboek uit Tripolis, t Bit een briei' van den tweeden October [blijkt, (dat de Italianen niet alleen de for ten, doek ook de stad zelf Lee lijk gehavend li ebbe n. 1 ,,Om 5 uur vlogen o-ok in de stad weer tregeptiieleri. Een slajat in bij liet O os ten- ï'ijkseh© (Consulaat, een ander 20 pas verder in liet huis van den directeur van de ïta- liaapsche Bank, die zoo vlug- .hij kan het hazenpad kiest. Een granaat neemt een hoek hiee ,van het Engelsehe consulaat en .doodt in bet huis van den Duitsehen tolk twee vrouwen. Een meisje en een jongen werden ÊCWond. Beiden stierven in een paar uur. Een granaat ontploft juist op het plein voor ttijn Jiuis, en neemt een vreedzame geit mee. Even later valt er een voor mijn huis, vergreet naar achter tc ontploffen. De vuurtoren Werd omver geschoten. Huilende Arabische vrouwen rennen door do stad. Be mannen Vupen (elkaar aan tot den strijd tegen de Ita lianen. Het zijn echter alleen de oase-bewo- üers die zich zoo gedragen. De in de stad gevestigde kooplieden en allen die een cent «uitten ,zijn bang voor hun huizen. Het is een weergaloos laffe bende. Jammer dat did .menschen Arabisch bloed in de aderen hebben. In de Jodenwijk slaat een projec tiel in de synagoge in, die overvol is. Daar naast vloog een familie van 5 mensehen in £en .kelder. Een bom trof het huis, het puin begroef .allen. In den ouden stadswal, bui- ven op de velden, in de oasen, overal hoorde nten ontploffingen. Om zes uur, bij bet val len van den a.vond, werd het vernielingswerk gestaakt. De geheele stad was in een ver schrikkelijke opwinding, de Europeanen nog erger dan de inboorlingen, 's Avonds liep £k door de Jodenwijk. Gruwelijk is hier het Vernielingswerk, gruwelijk de ellende onder de gewonden. Huilende mannen brachten mij Vlam. buis tot huis. Mijn verbapdkisten waren i In vele huizen vond ik dcoden, lakens, omgeven door brandende ^larsen. Een mooi achttienjarig meisje had gen diepe, doch niet gevaarlijke vleeschwon- §p I n ruS"- Twee uur later stierf zij. Niet de verwonding, doch de apgst had het feit'ulo kind gedood. In de Jodenwijk a.lleen Waren 7 dooden en meer dan 20 gewonden." Dadelijk werden alle belangrijke punten a,11 id© stad door de regeeringstroepim be- fcet en tegen de aangrenzende oasen werd .cordon getrokken, dat echter nogal zwak Wais. Dé Italiaansohe soldaten gedragen zich ti*t ,nu to© voorbeeldig.-De vrouwen worden teUstig. Ha Arabieren verkoopen met vol komen gemoedsrust het gisteren gestolen 8'oed. .Tripolis is veroverd, met goedkoopen foean." Enkele Engelsehe bladen publieeeren een brief van Ahmed Riza,, den president der ®Ujrks< 1;kalmer, waarin deze protesteert te ilen ,de houding van Europa, inzake den oor- „Onder het oude regime", zegt hij, heeft Buxiopiai .aangedrongen op hervormingen en teijn tussdhenkomst beloofd 'om de uitvoe ring ervan to verzekeren. Sedert dien heeft het echter hooit 'zijn zedelijken steun verleend tfcn de vaderlandlievende Turken, die Zonder teph ouden werken voor 'den nieuwen bloei ta|u 't vaderland." Ajhnied Riza doet een beroep op Engeland. Bij vralagt a,an 'dit rijk Turkije niet zonder hulp te latten met de verzekering, dal de «tans genomen maatregelen niet vruchteloos bullen zijn. De mislukte aanslag van Castro. De Amigoe di Curacao ontleent, aan te Cu- racao verschijnende dagbladen bijzonderheden bver den mislukten inval van Gastro. Wij ont- leenen er het onderstaande aan: De dagbladen El Universal en El Tiempo *ftn Caracas bevaten thans gedetailleerde bij - zondoj-hê'ien omtrent de mislukking van het plan var: (.'astro om een inval in Venezuela te oi.derm men. Zooais reeds maanden geleden de geruchten liepen, is nu met zekerheid gebleken, dat her Gastro'.- pian was, om in de dagen van het Eeuw fee» van Venezuela's Onafhankelijkheid een opstand in het land te weeg te brengen en wei te gel ij in Tdchiua (op de grens van Co lombia), in Guyana (op de grens van Colom bia), in Guyana (langs den Orinoco) en in den staat Zulia, om verder van deze punten den geest van opstand naar andere plaatsen over te planten. Met dit doel wees hij zijn broer Celestino ais opperbevelhebber van den inval langs de grens van Colombia, ais tweede bevelhebber generaal J u an Figueroa, en als chef van den grooten stal generaal Clodomiro Sanchez. Generaal Jorge Bello, oud-commandant van San Carlos, het fort en staatsgevangenis van Maracaibo, en eigenaar van een plantage ge naamd El Banco, waar een groote menigte arbeiders werkzaam is, kreeg de opdracht een opstand uit te lokken in het fort van San Car los en zich van de stad Maracaibo meester te maken en aan Castro alzoo de toe,vang tot het binnenland van Venezuela open te stellen. Eindelijk richtte Castro zich in een eigen handig geschreven brief aan generaal Ansel- ma Zapata, hem bevelend, troepen te werven er. zich van den Staat Bolivar aan den Orinoco meester te maken. Camelo Castro was do tussehenpersoon om deze missive aan generaal Zapata over te brengen. Dit deed hij met een begeleidend schrijven. Deze beide brieven zijn door de onderteeke naars eigenhandig geschreven en berusten op het algemeen Secretariaat van den president der republiek. Dit heele plan bad Castro met. zijn gewone waaghalzerij in elkaar gezt. De tijd om het uit te voeren moest vallen in de dagen van het Eeuwfeest. Dat plan moest echter in duigen vallen, le. doordat zij die belast waren den inval langs do grens van Colombia te onder nemen, dien inval niet aandurfden, omdat de degelijke militaire organisatie van den staat Tachira en de waakzaamheid van de autoritei ten van Colombia langs de grens hun plan nen in den weg stonden; 2e. doordat liet com plot van generaal Jorge Bello was uitgelokt en deze was gevangen genomen; 3e. doordat geftieraal Zapata zich niet liet overhalen aan dit verraad deel te nemen. In plaats daarvan zond hij den eigen brief van Castro als bewijs van zijn trouw aan den president der repu bliek en op dit oogenblik nog maakt generaal Zapata als raadslid deel uit van het bestuur van den staat Bolivar; 4e. doordat de stoom boot met het oorlogsmateriaal, dat Castro noo- dig had om Venezuela in vuur en vlam te zet ten, verloren ging. Deze boot, de bekende Consul Grosstuck, was door den vorigen president vnn Haiti An- tónio Simon bij aankomst te Port-aü-Prince voor den schijn als eigendom van het gouver nement van Haiti verklaard, om aan Castro tijd te geven het geschikte oogenblik van den inval af te wachten. Om dien schijn nog meer te rechtvaardigen, had de Sonsul Grosstuck zijn naam in dien van Antonio Simon veranderd en maakte deze pre sident bij de revolutie die intussehen op Haiti tegen zijn bestuur was losgebroken, van deze boot gebruik om troepen te vervoeren en een aanval af te slaan, waarbij het schip een defect aan de machine opliep. Toen echter generaal Leconte in dien strijd tegen Simon de zege be haalde en tot president van Haiti werd uitge roepen, verklaarde hij deze boot met al zijn oorlogsmateriaal, daar aan boord, tot eigen dom van het nieuwe gouvernement van Haiti. W aar Castro zelf intussehen gebleven is, blijft nog een geheim. Al de bewijzen voor het plan van Jorge Bello zijn aan het gouvernement in handen gevallen en binnenkort zal hij voor een krijgsraad te recht staan. DE SCHILLENBOER. Zorals het gewoonte was en gebruik zal blij ven, \an. onze knolgewassen en vruchten slechts de kern ter consumptie te gebruiken en. de schil als waardeloos te beschouwen zoolang zullen: wij deze laatste behandelen als afval. Dus be hoort er in elke .keuken een sehiliertbaik. En derhalve worden de schillen daarin opgeruimd. Maar zooveel waarnemingsvermogen bezitten wij toch wel, te hebben kunnen constaleerein, dat er eeiiig verschil bestaat tusschen vuilnis en schillen. De vuilnisman en de schillenman worden door twee verschillende functionarissen belichaamd. Het is de schil'©",man, en zijn beroep, waarover hier iets mee te deelen, ons doel is. Er zijn schillenmannen en schillen, vrouwen. Zij hebben beiden gemeen, dat zij maar heel sjofeltjes langs den weg gaan. Hun beroeps-equipement bestaat uit alle mogelijke soorten en variëteiten van ver voermiddelen. Want, wanneer zij de deftige of arme buurt doorgaan, huis na huis aanbellen, stoep op stoep af, ein van trap tot trap, de étagekokers omhoog hun „sehrlle"! doen gal men, dan moeien zij den groente-afval, dien zij aldus ophalen, weten te bergen. Zij gebruiken handkarren en rugzakken, al raar mate den omvang van hun bedrijf; soms, bij omzet in het groot, benutten zij door ver vallen paardjes getrokken wagens, waarin de schiltenocgst vervoerd wordt, en. een enkele maal treft men voor hun karren nog een exem plaar aan van het overigens, in Amsterdam uit stervend ras eer trekezels. Wat jebeurt er met onze aldus opgehaalde s chili en? In hoofdzaak worden ze gebruikt voor het in en om de groote stad levende klein-vee, omdat dit bij schillen vet wordt. Voor konijnen, geilen, varkens zou hel een ongelukkig bestaan zijn, indien zij geen schillen te e en kregen; en aangezien de veestapel van dit klein-vee in en om Amsterdam tamelijk aan zienlijk is, zoo vervult de groote siad een plicht van billijkheid door dit gedierte met zijn voor menschel ijk gebruik ongeschikt, maar voor dier lijk gebruik zeer gezochien groenten-afval te voe den. Dit veevoer is echter niet dadelijk voor con sumptie geschikt. En het is verwonderlijk wat zulk een bladzijde uit het grootboek van een Stad ons weer leert. Want eigenaardig klinkt het, wanneer men. eens de technische opmer kingen wil aanhooren van deze schilleniventers. De sehillembak staat in elk huishouden steeds in of naast de keuken, bij de hand. Maar niet slechts de grauwe aardappe'.slierien, de bleek© kom kom m er s rch i Itersde* kleurige kooï-burlen- b laden, het kantige wortelloof en de wil te-kool stronken. worden er in verzan:eld neen, het is verwonderlijk, zoo weinig onderscheidingsver mogen onze keukenmeiden dikwijls betrachten bij het gebruik van schillen- en vuilnisbak. Zoo raken onder de schillen steeds een on noemelijk aantal voorwerpen verdwaald, die evenmin bij dezen keukenafval als in een die- renniaag thuis behooren. En dus beslaat het tweede bedrijf van het schillen,vak ia het nauwv keurig nazoeken, schiften en sorleeren van den z.g. schillenafval. De eerste zuivering geschiedt uit de hand. Baarbij wordt reeds dadelijk een onderscheid gemaakt voor welk soort van vee het voer be stemd zal zijn. Want wortelloof is bestemd voor de dclieale konijnen, koolbladen voor de ro- busle geilen en al het overige verteerbare af val voor de veeivratk-e mrkans. W«nmeer d-ezo groep~s»sorec/itig Heeft plaats go- had Wordt •deze DexuieJi/ijgs uilgechud in groo.'c ijzeren zee.Tamen, waarvan de mazen klein zijn. Men schudt. En daa valt alles wat niet als veevoe-isel geschikt is, door de mazen. Wat er al niet door valt! Het is een. geheele staalkaart! 1 Spelden, naalden, breipennen, pak- naalde/i, haken, oogen, spijlers, schroeven, kram men, scherven, capsules, sleutels. De grootere voorwerpen, als stukken meiaal, groentenhussen en'sardine blikjes worden nauw keurig opgezocht en verwijderd. En vooral naar touw wordt zorgvuldig gezocht, omdat deze traetatie van ons klein-vee gewoonlijk een nood lottige uitwerking heeft. Dan komt het ook wiel voer, dat voorwerpen van waarde uit de zeef te voorschijn komen. En hier zij de plaats, dit pordeneur van het gilde van den schillenboer in het rechte licht te plaatsen; zij zijn stipt eerlijk ten opzichte van alles wat niet behoort tot de schillen, die zij komen ophalen. Natuurlijk kan de schiften man, die zijn eigen karrenvracht sorteerde, niet nagaan uit welken sehillembak de gevonden zilveren lepel of vork afkomstig is. Doch hij wikkelt zijn, vondst netjes in een stuk krant. Als hij den volgenden dag langs komt, en zijn roep „schillé'' door de straat laat galmen, dan kan men er zeker van zijn, dat men op de vraag: „Baas, heeft u mis schien ook een zilveren vork tusschen de schil len van gisteren gevondenhet verloeren voorwerp uit een der zakken van don eerlijken vinder te voorschijn ziet komen. Ook deze slordigheid, die een groote stads- eigen,schap schijnt te zijn» vermag soms deze vaklieden op bun ft pro pos te brengen. Dan blijkt, dat het niet als een zeldzaamheid geldt, indien horloges uit de schillen voor den dag komen. En vond er niet zoo'n sjo'el schiüemannetje on laugs een dame-daschje met veertien glimmende gouden tientjes onder zijn afval? „Verbeeldje dat 'n geit zooiets waardeloos te eten had gekregen.!" was zijn zakeLijke opmer king, toen hij den volgenden dag aan mevrouw X. op de IJ-gracht haar eigendom teruggaf. (Ilbld.) Recht op gevangenschap. Een Engelsch sprekende Noor, die twintig jaar geleden op Java de wildernis introk, vestigde zich dood- moederziel als Europeaan alleen op een bosch rijk plekje aan Straat Soenda, tusschen Anjer Kidoel' en Laboean. Hij plantte daar het een en ander, dreef er een kleinen handel, kreeg een stukje grond in erfpacht en leefde er al die jaren hoogst eenvoudig. Deze asceet nu werd onlangs hij verstek tot zooveel gulden boete subsidiair een week ge vangenisstraf veroordeeld, omdat hij een beetje met de grenspaaltjes van zijn land had ge scharreld. Evenals Napoleon, had hij zijn ge bied een tikje vergroot. En dat mag niet in Indië. Wanneer hij moest betalen of zitten, was nog niet bepaald. Het vonnis was nog niet in knacht van gewijsde gegaaD. Maar onze Noor had juist zijn kapok-oogst binnen en het kwam hem daarom 14 dagen geleden maar het beste voor om n n zijn week maar even uit te „die nen" (betalen vond hij zonde van 't geld). Hij reisde daarom naar Batavia en meldde zich bij de gevangenis in de bovenstad aan. Daar evenwel wilde men hem niet binnen laten. Hij kwam nog niet in de registers der gevangenis voor.... Maar hij stond op zijn stuk: hij was hier nou eenmaal gekomen om in de gevangenis te gaan ziten en h(j moest en hij zou in de gevangenis. Wat drommel: „Of ze hem dat dan nil t gunden!" Jawel werd hem geantwoord ons hart is goed genoeg, maar u hebt er nog geen récht op. Ik ben veroordeeld zei de Noor ik heb de gevangenis eerlijk verdiend; ik heb er me nu eenmaal op gespitst, en ik heb rust noodig. Bovendien schikt het me nu het best. En hij hield zich vast aan den deurpost van „the governement house", zooals hij het fraaie Pers-gebouw in de bovenstad noemt. Maar tegen den avond móest hij het opgeven. Hij begreep, dat er op andere wijze raad ge schaft moest worden, en nam een advocaat in den arm. Langs de dwaalwegen des Réchts voerde deze hem naar het verlangde doel: Hij kwam er in! En hij is er ook al weer uit. Maar is hij is vol lof. „The governemet house ia alli-igrht," vertelde hij ons, „but I preferred to be in Anjer!" Een pestrat. Uit een klein binnenplaatsje op Java schrijft men aan „de Loc.": Pijlsnel liep de notaris den tuin uit; een doode rat ligt in rottingsproces op den grond achter zijn woning. Heel het stedeke liep uit, in rep en roer gebracht: „Heb je 't gehoord? 'n Pestrat gevonden." De nieuw-benoemde ad- sistent-resident nog niet ter plaatse, werden de maatregelen genomen door den controleur, die met den regent, patih, wedono en een hee- len drom oppassers de commandant van de pradjoerits was er ook bij zich op weg be gaven naar de pestrat, pardon, naar het huis van den notaris, en deze, intussehen gevlucht naar den straatweg, staat in gespannen ver wachting uit te kijken naar de mannen van de daad. Drukdoend-zenuwachtig grijpt hij den controleur bij den schouder: „Zeg, kerel, stel je voor, een doode rat.... als 't maar geen.Kern, en daar gaan ze, voet voor voet den tuin in; voor 'thuis een onafzienbare me nigte reikhalzende nieuwsgierigen, Chineezen, Arabieren en Inlanders: „orangmati", wordt er geroepen. „Vermoord", neen, zegt de een, „gan- toong diri". Prosit. De commandant van de pradjoerits zwaait zijn oud model sabel, vóórop met den bleeken patih naast -zich en den schelen wedono, met waterige oogen, voor zich uit duwend, naar de plaats des onheils. „Daar hei-je-'m, pasop", zegt de notaris; „voorzichtig", roept de beangste controleur in zijn waardigheid van waarne mend adsïstent-resideat, „ati-ati", schreeuwt de dikke regent, zweetdruppelend van agitatie. Daar lag 't beest. Brrr.... Op eerbiedigen af stand biijven ze staan. Eerst wordt een plek o; den grond met carbol eu sublimaat, begoten, daarop wordt een stopflescb, laatst gebruikt om sigaren droog te bewaren, thans half ge vuld met insectenpoeder, geplaatst en nu neem-1 een oppasser langzaam met 2 lange stokken besmeerd met teer, het cadavertje op en breng: 't voorzichtig over in de flesch. Ziezoo, de rat is veilig opgeborgen; de flesch wordt met een laag vaseline en naphta bedekt en verzegeld gaat ze in een gereedstaand blikken trommeltje voorzien van ontsmettingsmiddelen. Touwen, kruiselings gebonden over het deksel, wu-arop met groote letters: „Besmettelijk". In triomf gaat het nu naar buiten, waar de menigte 't uitgilde van de pret: „Lo tida, „or&ng tapi „tikoos mati".Dom volk, om zóó te spotten met den ernst van het oogen blik. Ik zag het trommeltje staan aan het sta tion ter verzending naar Soerabaja, en wij, Europeanen, waagden 't niet dichterbij te ko men, maar de inlanders gaven er niets om; een dame tilde voorzichtig do rokken op bij het passeeren van het gevaarlijk vrachtgoed, als gold 't een helsche machine. Behouden komt het ter bestemder plaatse in bevoegde handen, waar Je inhoud, serieus on derzocht en geanalyseerd, een negatief resul taat opleverde, met de aanwijzing dat 't doode ratje bloedende gaatjes in het lichaam ver toonde, vermoedelijk afkomstig van de beten eener kat. Intussehen zaten ze op 't plaatsje in zak en aschde notaris had zijn hebben en' houden in den steek gelaten en in afwachting van den uitslag van het onderzoek, veiligheidshalve zijn intrek in 't hotel genomen, waar hij carbolzeep gebruikte hij het baden. De controleur reinig de zich met lysol, de commandant van de prad joerits met teerzeep, de regent had zich laten inwrijven met paremangel, de patih en wedono vonden 't beter zich binnenshuids te ontsmetten en verlekkerden zich aan een flesch Pierre Chabanneau (drie sterretjes), terwijl de held van den dag, de oppasser, die het ratje tus schen twee stokken nam, nog geen uur latex uit een pisangblad, met zijn ongewassehen tier geboden, rijst en sajoor zat te smullen. En toen het verblijdend bericht kwam. dat 't geen pestrat geweest was, ging er een zucht op van gerustheid. De notaris betaalde der hotelhouder leuk-grijnzende zijn rekening en de rust in aller harten keerde terug, ieder ver toonde zich weder in innige voldaanheid van het leven, in het openhaar. Tegelijkertijd arri veerde de nieuwe adsistent-resident, feestelijk ingehaald, met gamelan en muziek, verdrijvend al die gerimpelde gelaatstrekken van d-oorge- sfanen angst. ZUIDER-SPAARNE. hoot dè jonge wijkvereeniging „Zuider Spaar de' hi het Ro -eupriëel is aan de meergegoeden dezer sia-1 de volgende circulaire toegezonden: „Het zal uwe aandacht niet zijn ontgaan, dat in déze stadswijk is opgericht de vereeniging „Zuider-Spairne", die ten doel heeft den school- gaanden kinderen harer leden eens in 't iaar eesi feestdag te bereiden. Om zooveel kinderem, als mogelijk is, in dat feest te doen deelen, is de contributie zeer laag gesteld, slechts op een minimum van 10 ets. per maand, in de hoop, dat de gegoeden in dit gedeelte der stad wel iets voor 't goede doel zouden willen bij dragen, waarom wij dan ook in art. 3 van het Reglement hebben bepaald, dat de Vereeni- ging onderscheidt: loden, begunstigers(sters) die jaarlijks f 1 en donateurs(trices), die jaarlijks minstens f 1.50 bijdragen. Dat 'n vereeniging ais deze. ge'.ijk er ook bestaan in de z.g. Am- sterdamsehe, Schoier- en Leidsche kwartieren, hier gewenseht was, blijkt uit het feit, dat zij reeds over de 200 léden telt. Naarmate evenwel het aantal kinderen, dat wij in het feest be trekken, grooler is, naar die male rijst ook de behoefte aan steun van hen, die wij in df categorie van donateurs wenschen aan te wer ven, en 't is daarom, dat wij de vrijheid ne men, ons tot u le wenden met het beleefd ver zoek, bijgaande briefkaart te willen invullen en aan een. der ondergeteekenden te doen toekon:ec.. Mijnheer, Mevrouw I De kinderen onzer leden j^iOpi twintig kilometer afstand ten Noord- yriesten Senlis op den linkeroever vian de jBso ligt de hoofdplaats van een kanton, |dat centrum was va,n een der voornaamste welen van het- koninkrijk van Soiseons on- Wr de Merovingers, en welk: plaats tot op P®t einde der middeleeuwen een mlaat» vun pniga be te ekeri is gebleven is. Het is Verberie, Br 1356 was Verberie uo-g, een koninklijke fadentie, Nai Philips den Schoone, Lodc- Öik! X, den [Woelige en Philips dsn Uange, Dicl^t' i. Ö't06'U. De graaf van Herneuse verhief de stem. Zijn gelaal werd purperrood. En dan de 'oorlog.... steeds oorlog...» die ruïneert- en d'oodt. Ik ben edelman en bereid mijn bloed t« shorten voor iedere rechtvaardige zaakmaax de herinnering a an z'ooveel onnoodige bloed baden dioet mijn hart pijn. „In .Vlaanderen m Bretagne, heb ik ge- zién hoe de lijken zich ophoopten, hoe de branden lover al woeddenEn dan, daar was de Engelschman, de verwtoestende En- gelschman, tegen wien wij onzen grond niet hebben kunnen verdedigen. Maar vader, ge bebt tjoch goed uw plicht gedaan. Hloe zou ik kunnen zeggen dat ik de zending vfolbracht heb, die mij dooi' mijn Glod én Koning is opgelegd?Moeten wij niet, in ruil Voor de goederen, die ons ge schonken zijn, demgene beschermen, die ar beidt en lijdt?..... Zijn wij niet tcw.ge- schloten hierin Zijn wij niet x erantwoorde- lijk v(oor aille rampen, die over Frankrijk geklomep zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5