KERKBERICHTEN. Met sneeuwde niet meer; koud en iriscn woei de wind hem in het gezicht, toen hij met vasten tred het kerkhof opging. Vele menschen hadden zich hier verzameld. De prachtige monumenten der rijken zoowel als de houten kruisjes der armen, waren door liefdevolle handen versierd met de schoon ste bloemen en kransen. De anders zoo stille plaats, bood een treffenden aanblik, ernstig en statig richtten de kruisen zich naar den hemel, aan de menschen een weerzien ver kondigend. Ongemerkt, in ernstige gedachten verzon ken, schreed Frits Bergman langs de graven, onwillekeurig hen benijdend, die, aan alle aardsche zorgen ontrukt, nu zoo vredig rust ten, hun verrijzenis verbeidend. Anders was hij een opgeruimde, levenslustige jongeman, doch hier op de plaats der dooden, waar de mensch al het aardsche laat varen en zich in het eeuwige verdiept, kwam hem het stre ven der menschen naar eer, geluk en roem, zoo onbeduidend voor. Hier, waar hij zooveel weenende oogen om zich heen zag, werd hij zich 't leed der wereld zoo recht bewust. Hij dacht aan zijn gestorven ouders, die in een verafgelegen stad begraven lagen en hem en zijn zuster eens als hulpelooze kinderen achter gelaten hadden. Onder vreemden, op een kostschool hadden zij hun kindsheid en eerste jeugd doorgebracht. Later had Frits zich aan den koopmansstand gewijd en door noeste vlijt en bekwaamheid had hij het ver mogen van zijn ouders vergroot en nu be woonde hij met zijn zuster Hertha een bekoor lijke villa in de Giselastraat, waar zij samen een gelukkig en harmonisch leven leidden. Zijn gelukkig huiselijk leven liep evenwel ten einde, daar Hertha met zijn vriend Hans van Sternfeld in het huwelijk zou treden en hem dan alleen in zijn prachtig huis zou ach terlaten. Hij dacht met droefheid aan deze naderende scheiding, daar hij zeer veel van Hertha hield en zich zijn leven niet zonder haar denken kon. Zijn vriend ried hem aan een vrouw te nemen, hij kon immers uit de beste kringen kiezen, en menige jonge dame zou vol vertrouwen haar lot in zijn handen willen stellen. Doch ofschoon hij zeer dik wijls in gezelschap van jonge dames verkeer de, had hij tot nu geen vrouwelijk wezen ge vonden, voor wie hij een warmer gevoel be zat dan dat van oppervlakkige vriendschap. Buiten zijn zuster, die hem het toonbeeld van vrouwelijke bevalligheid en minzaamheid scheen, interesseerde hij zich weinig voor da- Slechts één had zijn hart weten te boeien en een blijvenden indruk op hem gemaakt; dat was Irena von Hohenwart, de ©enige dochter van den rijken baron, bij wien hij voor ongeveer twee jaar als reserve-officier ingekwartierd was geweest. Irena was toen, nauwelijks de kinderschoe nen ontwassen, een bevallig meisje van ze ventien jaar. Nog zag hij haar voor zich, dat blondgelokte kopje met het lieve ge zichtje en die zonnige blauwe oogen; daarin te staren, was eens zijn grootste geluk ge weest. Hij dacht aan de heerlijke dagen in haar ouderlijk buis doorgebracht en aan die uren, waarin hü aan Irena's zijde door de donkere dennenwouden en de sehoone vel den in de omgeving van Eozenheim, waar zich het beerenhuis van den baron bevond, bad gedwaald. Hoe zij hem naar haar lieve lingsplekje gevoerd had en hem van haar gelukkige kindsheid verteld had. Helder en opgeruimd blikten die blauwe oogen de wereld in, geen leed of groot ver driet bad het lieve voorhoofd nog bewolkt, het leven had haar tot nu slechts rozen op den weg gestrooid, waarin zich geen doornen bevonden. Glanzend en zonnig lag de toe komst voor het bekoorlijke schepsel, dat hij altijd met een teere voorjaarsbloem verge leek, open. De gelukkige tijd van zijn oponthoud in B. was evenwel te spoedig voorhij. De dag voor zijn vertrek, terwijl hij met zijne troe pen op manoeuvre was. moest Irena plotse ling in gezelschap van haar moeder op reis. Dit bericht ontstemde hem zeer, want hij ge voelde, hoeveel hij van haar hield en hoeveel verdriet hem het plotselinge afreizen van de jonge barones deed. Zonder afscheid, droevig en ontstemd, ver liet hij den volgenden dag bet heerenhnis, waarin hij zulke gelukkige dagen had door gebracht. Vermoedde hij wel, dat de bai-on, die trotsch was op zijn adel, tot deze plotse linge reis had aangespoord, omdat hij Frits Bergman van lager afkomst vond, dan een echtgenoot voor zijn dochter paste? Hij zelf had evenwel niet aan een huwelijk gedacht, daar hij wel inzag, dat de baron hem nooit zijn dochtertje tot eehtgenoote zou afstaan. En Irena? Hij meende dikwijls een innigen glans in haar oogen te ontwaren, als hij haar van zijn zuster of landstreek vertelde en dat zij hem zoo vertrouwelijk had aangezien, waardoor zijn hart sneller ging kloppen. Maar zij was nog zeer jong en het verschil in stand, dat zich tusschen hen bevond, had hem van een verklaring teruggehouden. Hij keerde naar Munchen terug en ver dreef zijn gedachten door ijverig werken. Doch het beeld van het sehoone meisje, dat hij sedert dien tijd niet weer had gezien, rnstte diep in zijn hart en riep in hem vele prettige herinneringen wakker. Het kerkhof werd langzamerhand weder eenzaam en nog altijd liep Frits Bergman, in gedachten verdiept, over de besneeuwde paden. De droevige Novemberdag, de plaats, waar hij zich bevond, paste geheel bij zijn stemming van dit oogenhlik. Hij trad op eenige graven toe. Hoeveel levens stonden hier opgeteekend, die in den bloei der jeugd afgebroken waren, hoeveel hoop en jeugdig geluk lag hier begraven? Frits Bergman ging den hoek om, in oen smal zijlaantje. Hier heersehte diepe stilte, geen mensch was er meer; slechts aan bet eind van het Padje, waar zich een wit marmeren kruis verhief, ontwaarde hij een vrouwelijke gestalte, die zeer treurig scheen. Zij knielde bij een heu vel en hij meende haar zacht snikken te hoo- reu. Een sluier van zwart crêpe verborg bet .gezicht, dat van hem was afgewend. Geheel verdiept in haar smart, bespeurde zij de aanwezigheid van den vreemde niet, die met innig medeelijden op de jeugdige verschijning, die hem zoo bekend voorkwam, neerzag. Had hij dit blonde haar, dat onder de sluier zichtbaar was, niet reeds ergens anders gezien? Hij kwam nog een stap nader en beschouwde opmerkzaam het grafmonu ment. .Jrena von Hohenwart stond ine^ gouden letters op bet marmeren kruis. Strak, als had hü een visioen gehad, bleef zijn blik daarop staren. Hij voelde, hoe zijn bloed naar zijn hart stroomde, een hevige 6inart doortrilde hem. Irena. bet engelach tige, senoone meisje, waaraan hij zoo even nog gedacht had, dood?- Was het mogelijk, het meisje, dat hij zoo hartelijk liefhad, was niet meer? Hij moest zekerheid hebben, mis schien had hij zich vergist. Naderbij komend las hij er duidelijk: „Ire na, Baronesse von Hohenwart". Een zucht van verlichting ontsnapte aan zijn borst. Het was dus haar moeder en de jonge dame, die hier geknield lag, was Irena. Och, waar had hij ook zijn oogen gehad: het was het beval lig meisje zelf, hij zag het aan de lichte bui ging van het lieve kopje. Met een onbe schrijfelijk gevoel van geluk, dat zoo snel op den hevigen schrik volgde, trad hij op de jonge dame, die zich intusschen had opge richt, toe. Ja, 'twas Irena von Hohenwart. Doch wat was zij veranderd. Het waren nog wel de zelfde sehoone oogen, die nu zoo ernstig en bedroefd om zich heen blikten. Het schelm- sehe lachje op den mond was verdwenen en had voor een treurigen trek plaats gemaakt. Het opgeruimde, vroolijke kind van vroeger, was een ernstige jonge vrouw geworden, die onder een groot leed gebukt scheen te gaan. Hoe schoon was zij geworden, nu zij voor hem stond in haar zwart rouwkleed. Jrena, juffrouw Irena, hier moet ik u dan weervinden", had hij geroepen en had haar kleine gehandschoende rechterhand aan zijn lippen gedrukt, terwijl zijn blik met innig medelijden op haar bleek gelaat rustte. In de vreugde van het weerzien had hij haal bij haar voornaam genoemd. „Mijnheer Bergman-" zeide Irena en een blijden glans kwam in haar oogen, terwijl haar een zacht rood naar de wangen steeg. Zij had hem dadelijk herkend. „Mijnheer Bergman, o, ik wist wel, dat ik u nog een maal in het leven zou ontmoeten; er is zoo veel veranderd in die twee jaren", sprak zij zacht, terwijl haar oogen zich met tranen vulden. „U heeft dus veel treurigs beleefd", zeide hjj ernstig en zijn donker oog rnstte deelne mend en met warme belangstelling op haar. „Tot mijn groote spijt bemerkte ik, dat n om uw moeder treurt, en ik betuig u mijn har telijke deelneming in nw verlies," „Maar", sprak hij verder, sta mij toe, u van deze plaats te brengen, die slechts treurige her inneringen hjj u kan opwekken. Het wordt al eenigszins donker en een koude mist spreidt zich over het land uit" Irena von Hohenwart legde vol vertrou wen haar hand op den haar aangeboden arm. In de nabijheid van dezen man, dien zij in haar gelukkig onderlijk huis had leeren ken nen, gevoelde zij, boe een zachte kalmte in haar gewond hart drong; en als een ver moeid kind liet zij zich door hem van het kerkhof brengen. Zij vertelde hem, dat zij nu alleen op de wereld was, daar haar vader voor een jaar plotseling en onverwacht aan een beroerte gestorven was, terwijl haar moeder nu sedert kort hier rustte. „Veroorloof mij een vraag", onderbrak Frits haar, „hoe komt u zoo hier en zoo zon der eenig geleide?" vroeg hij ernstig en zag haar bezorgd aan. Irena glimlachte even. „Mijnheer Bergman, u is voor mij geen vreemde en wanneer het u interesseert, zal ik u onze lotgevallen ver tellen, die, helaas, sinds dien heerlijken tijd, dat ik u leerde kennen, geheel anders zijn geworden", zeide het jonge meisje, terwijl een weemoedige trek op haar lief, bekoorlijk gezichtje zichtbaar werd. „Ik dank u voor uw vertrouwen", zeide Frits met warmte. „Het heeft me onuitspre kelijk veel genoegen gedaan, u na zoo langen tyd weder te ontmoeten, te meer daar ik toen niet afscheid van u heb kunnen nemen." Een dankbare blik nit Irena's sehoone oogen trof hem: Hij had kunnen juichen, zoo gelukkig gevoelde hij zich in hare nabijheid. Doch het groote leed, dat haar getroffen had, verdrong zijn eigen gelukkige stemming en vol deelneming luisterde hij naar de woor den, toen zij met welluidende stem voortging: „Toen was ik het verwende kind van mijn ouders, in geluk en rijkdom opgegroeid. Kom mer-en leed kende ik niet, met alles, wat een jong meisje genoegen kan doen, werd ik door mijn lieve ouders omringd. Opgeruimd en gelukkig genoot ik het sehoone leven. Zoo heeft n me leeren kennen", zeide zij, en een oogenhlik zweefde het schelmsche glimlachje, dat haar zoo bekoorlijk maakte, en dat hij zoo gaarne zag, weer om haar mond. Frits knikte toestemmend. De heele wereld meende, dat wij zeer en zeer rijk waren, wat ook het geval was, tot papa in den laatsten tijd door groote verlie zen zijn geheele vermogen verloor. Mama en ik hadden er niet het geringste van, daar papa er ons geen woord over ge sproken had. „Hij was te zwak, die goede va der", voegde zjj er met roerende liefde aan toe. „Hij zou het ontzettend gevonden hebben ons, van wie hij zoo hartelijk veel hield in nood armoede te zien, zoodat wij ons al onze liefgeworden gewoonten zouden moeten ont zeggen. De kostbare huishouding werd ook verder geleid, zooals zij vroeger was, schitte rende feesten en jachtpartijen bedekten voor de wereld onzen ondergang, welke evenwel toch niet lang meer geheim gehouden kon worden. Mijn vader had ondertusschen nog één hoop, waaraan hü zich als een verdrinkende aan een stroohalm vastklemde, en inderdaad hoopte hij, door een huwelijk van mij met een rijken grondbezitter nit de buurt, die dik wijls bij ons aan huis kwam, ons van den wissen ondergang te redden. Zijn innigste wensch was, dat ik den baron tot echtgenoot zon nemen, zooals mama me later vertelde". „Arm kind", dacht Frits, toen Irena een oogenhlik ophield en als in een droom ver legen voor zich uit staarde. „Hij was tamelijk veel ouder dau ik ver volgde zij dan, „en sedert mijn vroegste jeugd een welkome gast in het huis van mijn va der. Daar vandaan kwam het wellicht, dat ik zulk een groot vertrouwen in hem had. Hü was altijd aardig en vol attenties voor me en ik ging met hem om als met een ouden broer, 'k Had intusschen geen vermoeden van zijn en papa's wenschen. omdat ik niet aan trouwen dafht, wijl ik in het onderlijk huis zoo gelukkig was, dat mijn scheiding daarvan zeker verdriet zou hebben ge daan. Om evenwel mijn armen vader zorgen te besparen, zou ik toch alles gedaan hebben en toen ook zijn wensch vervuld hebben. Doch bet kwam geheel anders uit: Papas onver wachte dood, mama's ernstige ziekte vernie tigden al deze verwachtingen als met éen slag. Papa stierf, zonder ons van den slechten toestand van zijn vermogen op de hoogte te kunnen stellen en het noodlot rukte snel en onverbiddelijk aan. Alles werd ons ontnomen. Laat me van die treurige dagen zwijgen, nu is immers het zwaarste en het ergste gele den, doch toen dacht ik van verdriet en lij den te zullen sterven' vertelling. „Hoe vreeselijk moet u geleden hebben in die dagen!" antwoordde Frits, die opmerk zaam naar haar woorden geluisterd had. „Doch die baron heeft u toch zeker trouw terzijde gestaan". „Ja," antwoordde zij met warmte, „hij heeft mij bijgestaan en heeft me behandeld, zooals slechts een edel man doen kan. Zoo erg had hij zich onzen toestand niet voorgesteld. Hij wilde voor ons onze bezittingen terugkoo- pen, doch ik kon zijn grootmoedig aanbod niet aannemen; dan smeekte hij mij den lie- velingswenseh van vader te vervullen en zijn vrouw te worden, waardoor alle smart voor mij een einde zon nemen. „En u, hield n van hem?" onderbrak Frits haar gejaagd. Irena zag hem een oogenhlik uitvorschend in de oogen, dan haar eigen oogen neer slaande, zeide zij op zachten toon: „Ik was zoo terneergeslagen in die dagen en voelde me zoo onuitsprekelijk ongeluk kig, dat mij zijn verzoek als een lichtende ster in donkeren nacht had moeten schijnen. Ik achtte hem hoog, hield van hem om zijn edelmoedig hart, doeh zoo vaak ik ook mijn hart onderzocht en mij zelf voor ondankbaar en dwaas uitmaakte liefde gevoelde ik niet voor hem en het stond my tegen hem aan mij te verhinden en te misleiden." Frits had haar gesprek vol belangstelling gevolgd; bij haar laatste woorden voelde hij zich zoo vroolijk en gelukkig als hij in jaren niet geweest was. Hoe wonderbaar had zich alles toegedragen hoe geheel anders had hij zich Irena's lot voorgesteld. „En toen zijt gij naar hier verhuisd," zeide hij, nadat zij zweeg, „en hier op zulk een on verwachte wijze ontmoet ik u weer!" „Zoo is 't!" antwoordde zij. „Wij hebben hij een verre bloedverwant onzen intrek geno men, terwijl mama voor ongeveer drie weken na zeer lang ziek te zijn geweest, vader ge volgd is en mij hier alleen heeft achterge laten. Doch vergeef mij, mijnheer Bergman", onderbrak zij zich zelf, terwijl zij ondertus- sehen het kerkhof hadden verlaten. „Ik heb u veel te lang opgehouden en 'kmoet ook naar huis. Tante zal allang op mij wachten. Ti Dank n hartelijk voor uw vriendelijkheid, het deed me zoo goed me eens nit te kunnen spreken." „Juffrouw Irena", zeide hij teeder, „ik heb zoo onuitsprekelijk naar u verlangd en nu, nadat ik n gevonden heb, wilt u weder, zoo als vroeger, spoorloos verdwijnen". Hij wierp haar tegelijk een blik toe, die haar diep in de ziel drong. „Dat moet ik inderdaad", antwoordde zij lachend; „want nu mama dood is, houdt me ook niets meer terug; en ik heb het voorstel van een Engelsehen lord aangenomen, die voor zijn kinderen een gouvernante zocht en over acht dagen denk ik op ï'eis te gaan. Daarom bezocht ik vandaag het kerkhof, om van mama's graf afscheid te nemen. „U wilt dus weggaan, en in dat koude, ne velachtige Engeland een ondergeschikte be trekking aannemen?" riep hij huiten zich zelf. „Neen, dat mag dan kan niet gebeuren." „Is het dan zoo verschhrikkelijk, datgene te doen, wat anderen in mijne plaats ook zou den doen? Wel, 'tis een geluk voor mij, dit gevonden te hebben", sprak Irena, „daar kan ik mij nuttig maken en in een vreemd land zal het me gemakkelijker vallen, mij aan mijn tegenwoordige leefwijze aan te passen". Hij hoog zich over haar heen, en haar diep in de oogen ziende, zeide hij innig: „Juffrouw Irena, 't kan u geen ernst zijn; heb toch ver trouwen in mij; niet waar, u wilt immers die reis niet ondernemen, als ik u zeg, dat n mij daardoor ongelukkig maakt?" „Nu is er helaas niets meer aan te verande ren", hernam zij. „Doch, daar is een rijtuig", riep zij snel, toen een onbezette koets lang zaam hen voorbij reed. Zij stapten er op af> Irena zeide aan den koetsier haar adres, terwijl Frits het portier opende en haar hij het instijgen behulpzaam was. „Zal ik n weerzien?' had hjj gezegd en een angstige vraag lag in mm oogen toen hij Ire na's hand vast in de zijne hield. Irena's sehoone oogen rustten één oogen hlik in de zijnen, dan baar sluier omlaagtrek- kende, zeide zij met van innerlijke ontroering licht trillende stem: „Nu, vaarwel, mijnheer Mergman, tot weer ziens!" „Tot weerziens!" antwoordde hij met een van geluk stralend gezicht, een kus op haar hand drukkend. Hij maakte het portier toe en in 't volgend oogeüMik stond hij alleen op straat. In gedachten stond hy daar. Een snel voor bij-glijdende slede bracht hem tot de werke lijkheid terug. Een laatsten blik op liet voort rollende rijtuig werpend, keerde hy zich om en nam de tram. De avond was reeds geval len, de lantaarns werden aangestoken, toen Frits Bergman in gelukkige gedachten ver zonken, naar huis reed. Hij voelde, dat Irena hem lief had en dat bij een gelukkig leven tegemoet ging. Dit gevoel had hem ook met bedrogen, want toen de lente in 't land kwam, toen de boo- men en struiken in de Engelsche tuinen zich tooiden met hun bladerenpracht en de eerste theebloempjes hare teere kelkjes ontsloten hadden, vond in de feestelyk versierde Ma theuskerk de dubbele trouwplechtigheid dei- beide paren plaats. Irena zag er heerlijk schoon nit, in haar witzijden kleed met het myrtenkransje m het blonde haar en vormde met Hertha's donkere schoonheid een wonderbaar con trast. Alle oogen richtten zicli op de knappe paren, die er zoo onbeschrijflijk gelukkig uit zagen. Op den avond van denzelfden dag reis de Frits met zijn jonge vrouw naar 'net zon nige Zuiden, naar het Lago Maggmre, daar de wittebroodsweken dooi- te Irena genoot van de hekoorr.jUheul oei na tuur met volle teugen en aan de zijde van haar beminden echtgenoot verga zy den korten, treurigen tijd van haar overigens zoo zonnig leven; en mmder bedroefd, dacht zy aan haar gestorven ouders, die het geluk van hun kind niet meer beleefd hadden. Frits had tot Irena's groote blydschap haar ouderlijk heerenhuis gekocht en het haar als bruidsgeschenk gegeven; het zou haar zo merverblijf worden. Met vreugdetranen be dankte zij hem voor dit bewijs van zijn liefde. Toen zij het vaderland achter zich lieten en op dien praclitigen Meidag de wereld into- gen, vroeg Frits zijn jonge vrouw: „Ben je mi gelukkig, lieveling?" j „Moe kan je net nog vragen* antwoordde over 7, 9 uur en hall 11 do Hoogmis, fialï 7, zij. O, Frits, lieve Frits, ik had niet gedacht L'of met Predikatie. nog zoo gelukkig te worden", „God zegene je voor je lieve woorden", zei- besloot Irena haur de hij bewogen, „nooit zal het je berouwen, dezen stap gedaan te hebben. Wat in mijn macht staat, om je gelukkig te maken en je voor leed te bewaren, zal geschieden; dat beloof ik je vandaag op onzen trouwdag, mijn eigen, lief vrouwtje." En hij heeft woord gehouden. Op de han den droeg hij zijn bevallige eehtgenoote, die geluk en zegen in zijn huis gebracht had. Eén dag is voor haar een onvergetelijke gedenkdag geworden, en ieder jaar op All MAANDAG Vanaf Kalf 7 'zal do F. CfamH nmnie worden uitgereikt; om het kwartier tot half 8. Dinsdags en Vrijdags vanaf 6 uur. DINSDAG, 's avonds Kalf 8 Lof ter eere' Vain den 'F. Antoniu®. DONDERDAG, om 9 uur H. M.is VOof de leden der Br.schap van O. L'. Vrouw vian Altijdd. Bijstand. VRIJDAG, om half 8 oefening van tfeh H'. Kruisweg. ZATERDAG, gelegenheid om te biechtéö 's morgens van half 8 tot half 10 en 's middags zielendag wandelen zy samen naar het kc j van 4_5 uur vooraI VQor de kindcren en verd«r hof en tooit Irena het graf van haar moeder „rW c »0n« in i met immortellen, asters en andere herfst- 1 parochianen., bloemen. Dan herdenken zij het uur, waarop zij elkaar hier, door Gods wonderbare hestie ring, weergevonden hebben en dat hun zoo veel geluk kwam brengen in die droeve No- vembermaand op Allerzielendag. C. Parochiekerk Sint Jan. A ms ter d a m s tra a t.) ZPNDAG, om 7 uur en half 9 do stille H. Missen, half 11 de Hoogmis, 2 uur Cate chismus, 7 uur Lef met predikatie .en Ro zenhoedje. DINSDAG 's avonds half 8 Lof ter oeire van den H. Antomius. DONDERDAG, 's avonds half 8 Lof ter ©ere vain het H. Sacrament. VRIJDAG, a.m. van half 5half 6 ge legenheid om te biechten voor de kinderen1, ZATERDAG, 's nam. van 4—halt 10 gelegen heid om te biechten. Gedurende deze week da gelijks de Catechismus uitgenomen Maandag do H H. Missep -to 7, half 8 en 9 uur. H A ARLEMMER LI ED E. ZONDAG, half 8 da Vroegmis, kwartier over 9 uur Catechismus, kwartier over 10 uur de Hoogmis, half 3 Kruisweg-oefening voer do geloovigo Zieden. DINSDAG, Feestdag van den II. iWilü- brordus, half 9 gezongen H. Mis. Geen ver plichting oin Mis te hoorem. [WOENSDAG, 10 uur gezongen Hi, Mis met huwelijks inzegening. DONDERDAG, Vrijdag en Zatej-dag Kalf 12 Catechismus. ZATERDAG, gelegenheid tot biechten, als gewoonlijk, i Auteursrecht voorbehouden. Kathedrale kerk St. Bavo. ZONDAG, de H.H. Missen te half 7, 8 en 9 uur en te haLf 11 de Hoogmis. Catechismus naar gewoonte Half 7 Lof met conferentie. Vóór het Lof het Rozenhoedje MAANDAG, kwart- over 9 uur plechti ge Requiem-mis Voor de overledene Bisschop pen en Kanunniken en 'oim| half 11 plechtig© Conventueel© Mis van het Hoogw. Kapittel. 7 uur Zielen-Lof met Rozenhoedje voor d© gel. zielen, half 10 geen Hl Mis. DINSDAG- en Don der d a jgajv onxl 8 uur cUrsus. ZATERDAG, 's ajvands 7 u,ur Roizlenhoedje in de Mari akapel. Parochiekerk van den H. Joseph'. ZONDAG, De stille H.H. Missen te 7 en half 9, te half 11 de Hoogmis. Na den middag te 1 uur leering. Half 5 jongens con gregatie en te 7 uur Lof met Predikatie. MAANDAG, Dinsdag ,en [Woensdag te' Kalf 8 Lof voor de gekwwige zielen. DINSDAG, 7 uur Congregatie; te 10 uur Veni Creator en gezongen H. Mis, waaronder huwelij ksinzegening. [WOENSDAG, 6 uur Miej. Beteren poot. geti Appelman als lid der Broederschap, Mart. v. Gorcum. DONDERDAG, half 8 Lof ter eere Vajn ihlet Alierh. Sak-raimtónt. VRIJDAG, van af Kalf 7 gelegenheid oirü tie biechtten uitsluitend' voor kinderen. ZATERDAG, Feestdag v. d. H. MartinuS, tie 8 uur 'gezongen Hl Mis, Kalf 9 H. Mis ding ten 7 uur Lof, voor de bekeering der Zondaren in de kapel 8 van het Miraculeuze Mariabeeld, 's Namiddags I ZANDVOORT bad van 5-10 uur gdegenheid om Ie biechten; half j ZONDAG, Heden de le Zondag van Ü4 of me o Rozenhoedje. maland. Na den middag 3 uur Lof, waaronder De Heilige M.s om 6 uur zal voortaan ge- plechtige Installatie van den nieuwen Pas- lezen worden m de Kapel v. h. Miraculeuze£0()I._ Gatech. Mariabeeld, ingang door de Klopperspoort. jn de week Gatech. volgens gewoonte. Beh^e, Maandag en Zalerdag iederen och-| DINSDAG, St. [WillehrOrdus. Verplichting een. uu r' 1 van Mishoorsn door Z. H. den Pans optgehe- Congregatie v. d. H. Maagd Maria Onbetvl. Ontv. ven l s OVERVEEN. ZONDAG, de H.H,. Missen ten 7 uur, half 9 en ten 10 uur de Hoogmis; ten 3 uur dc Vespers. DINSDAG, 's avonds te 7 uur Lof ïnet PTeek, ter voorbereiding van het 40 uur Gebed. (WOENSDAG, te 7 uur Lof met. preek. DONDERDAG, gelegenheid tot hiech tett te 7 uur Lof met preek. VRIJDAG, te 7 unr de H. Slis en uitstel ling. Den geheelen dag aanbidding, te 1 uur Lof met preek. ZATERDAG, den geheelen 'dag aanbad en den H. Joseph. Afd. Dames van af 16 jaar Dinsdagavond 7. uur; afd. Jongens van 13—17. jaar Zondag half 5. Parochiekerk van den H. Antonins van Padna. ZONDAG, te half 6, 7 uur en half 9 de ge lezen H.H. Missen, te half 11 de Hoogmis. DINSDAG, te 8 uur gezl H. Mis ter eere van den H'. 'Antonius Van Padua. 's Avonds e half 8 Lof en Vergadering der Br.schap. DONDERDAG, te half 10 de H. Mi® met Predikatie bp het Klerkhof „St, Barbara". VRIJDAG, te 8 uur 'gezongen Requiem- Mis Votor 'de overl. Leden der Broederschap van den Hl Kruisweg, 'e Avonds te half 8 Lof en oefening Van den Hl Kruisweg Voor de overl. Leden. ZONDAG 12 NoiV. de Hoogmisvoor de heden 'der Broederschap van den Hl Kruis weg'. Kerk van het Allerheiligste Hart. (Kleverparkweg.) ZONDAG, 1ste der maand tie verdienen Vollen aflaat voor dei leden der Eerherstel lende Communie, (te 7 ©n 9 uur de (stille H.H. Missen, te half 11 de Hoogmis, onder de H.H. Missen Predikatie, te half 1 Oaiteoh. te 4 Uur L'of, Predikatie en akte Van Eer herstel. Ln de week de H.H. Missen te half 8 en 9 uur. DINSDAG1, te half 8 gezongen H. Mis ter eere Van den B. Antbmius, 7 uur Lof. VRIJDAG, te half 8 gezongen' H. Mis ter eere vian het H. Hart, te 7 uur «Me ning .van den Hl Kruisweg, Parochiekerk ▼au Onze Lieve Vronif. ZONDAG, d© H.H. Missen te Kalf 6, 7 uu!r, half 9 en te half 11 de Hoogmis. Te 12 uur Catechismus voor de meisjes en te 1 uur voor de jongens Te 7 uur Lof. MAANDAG, te half 8 Zielenlef- DINSDAG, te 7 uur de H. Mf J.oalanes 'Boeren als lid Van den Ned; lu K. Volksbond. Te half 8 Zielen lol. [WOENSDAG, te kwart byer 8 uur ge-i zongen Requiem^vpor, ©e waneaenqn die op j^en Dinsdag volle aflaat te verdienen DONDERDAG, half 11 Gez. Hi. Dienst met Veni-Creaitör voor Bruidegom en Bruid. 7 uur Lof ter eere va-n het Alierh Sacrament; ZATERDAG, Gelegenheid om te biechten van 58 uur. In den ondertrouw zijn opgenomen: Petrus Joannes Seders en Jo-anna. Maria Vink. SCHOTEN. (St. Bavo.) ZONDAG, Om half 8 uur de Vroeg mis, oim 10 uur 'die Hoogmis, out 6 luw Kruist- weg. DINSDAG, Feestdag van den H>. [Willi- h'rordus, patroon van ons Vaderland en van het Bisdom. Geen verplichting van Mishoo ren. VRIJDAG, om 7 uur Lof. Door de week de H. Mis om Kwart over 8 uur (schoolnil-O Dagelijks vo-or en na de H. Mis. Zaterdag van 4 uur af gelegenheid om te biechten. ÜYoensdag, Vrijdag en Zaterdag om 12 Uur de Catechismus. DRIEHUIZEN. ZONDAG, 7 uur Vroegmis, 10 uur de Hoogmis, 'snam. half 3 de Vespers. ZATERDAG, 'sav. van 5—8 uur gelegenheid om le biechten. In de week de H. Missen om 9 uur. VELSEN (Velseroord.) Hulpkerk der Eerw. P ate ra Oapuoynen. ZONDAG, Om 7 uur H. Mis mot onder richting om 9 uur Catechismus voor de jon gens, die dit jaar hunne 1ste plechtige H>; Communie gedaan hebben, om 10 uur de Hl Mis voor onze weldoeners met predikatie, om 2 uur Catechismus voor de andere jongens en Meisjes. Ten 3 uu.r Lof en Kruisweg. MAANDAG toit en met Dönddbdag 'aav. om half acht Rozenhoedje en Kruisweg voor de Geloovigo Zielen. DINSDAG, Feest van den H. Willebrordua Patroon van het Bisdom van Kaar lean, een van devotie, doclh geene verplichting St. Barbara, an stL BaV01 begraven zijn. Te half 8 Zielettd°L DONDERDAG te kw;a|rfc pver 8 uur ge- zfcingen Requiem voor dé overledene leden <3^1 BroiMersétiap vak Gedurige Aanbidding. Te hajl 8 Ziel-emIotl i Aartsbroederschap der H. Familie. Do vergaderingen der H. Familie worden gehouden iederen Zondag des middags te balf 5 uur in de kerk aan het Spaarne, Iederen Zondag te kwart over vier uur bestaat er gelegenheid zich aan te g3V°?7~~ lid der H. EamUie en der Vereenigmg .»v oor Bede» 'nai de Congregatie „Dc-profundi' Voor Joannes Boeren, lid van do ihue Sectie. DINSDAG, 7 Nov. Feest va|ni den H. Wil- librcxrdus, P'atiooln va» d0 lede Sectie. ZONDAG, 12 Nov. beest vain d-en TL Lebuinus' Patroon van de 16de Sectie. Parochiekerk van de H.H. Elisabeth en Barbara. (Schoterkwartier.) voor alle Geloovigen, die na gebiecht en gecommuniceerd te heibbcn, deze kerk be zoeken gedurende de uitstelling van het Al ierh., Sacrament. VELSEN (Wtjkeroog.) ZONDAG, 7 uur Vroegmis, 10 uur Hoogmis. Om 1 uur en half 2 Catechismus, .Om 6 uur Léf tea- eere van de Hl Maagd Maria' met RiOizeiuhoedje. MAANDAG, om half 7 H. klis bij 'de Eerw. Zusters. Van half 8—8 uur gelegen heid om te biechten. De II. Communie wordt uitgereikt om half 8 en om 8 uur. DINSDAG, 7 uur Lof ter eere van den H. Antcunius'- Va» 67 uur gelegenheid cxm te biechten Voor kinderen. VRIJDAG, '2de Vrijdag der ma,anti. Urn 7 tulr Zielen!ot' met Rozenhoedje. Van 6--7 uur gelegenheid om te bi echten, voor km- dcrcfn. ZATERDAG, van 4—5 uur gelegenheid om ie [biechten voor kinderen; 5—9 uur voor de ZONDAG, de H.H. Missen om half 6, kwart rive parochianen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 14