der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad." GELOOFSVERDEDtGING. Het hutje bij de zee. De Rouw. Paler Theobald Mathew een weidoener der SVSenschheid. I EEN LIED PER WEEK. Dit nummer behoort bij de „Nieuwe Haarl. Courant" van 18 NOVEMBER* Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 18S1 (Staatablad No. 124.) Zondag 19 Nov. Maandag 20 Oinsdag Woensdag 21 22 Donderdag 23 Vrijdag 24 Zaterdag 25 24ste Zondag na Pink steren, H. Elisabeth, Weduwe. H. Felix van Valois, Be lijder. 0. L. Vrouw Praesentatie. H. Caecilia, Maagd en Martelares. H Clemens I, Paus en Martelaar. H, Joannes van het Kruis, Belijder. H. Catharina, Maagd en Martelares. Ëvangetïeverkiaring. XIX FEUILLETON OFFICIEELE KERKLIJST U i'Jf G A V VA« O Bi KINDËRliUISVESf No. 29—31—33. HAARLEM. Directeur B. H. M. v. d. GHXKN OT, AD VESTMNT-JSKi Van 1 tot 8 regel» f LSO. Elke regei m-er OJtO, ngesondea mededeslingen tassohen den tekst t n i \ite i rvgeis fi.60: eLke reg t meer 0.80. VIER EN TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. Les uit den eersten brief van den H. apostel Paulas aan de ThessalonicensenI, 210. Broeders I Altijd zeggen wij Gode dank we gens u allen, zonder ophouden uwer gedachtig zijnde in onze gebeden, dewijl wij ons herinne ren aan het werk uws geloofs en aan uwen ar beid en uwe liefde en aan de geduldigheid uwer hoop op onzen Heer Jezus Christus, voor God en onzen Vader; daar wij, van God beminde broeders! uwe uitverkiezing kennen. Want ons Evangelie was bij u niet in woorden alleen, maar ook in kracht en in den Heiligen Geest en in groote volheid, gelijk gij weet, hoedanig wij om uwentwil onder u geweest zijn. En gij zijt navolgers geworden van ons en van den Heer; daar gij in veel verdrukking het woord hebt aangenomen met blijdschap des Heiligen Gees- tes; zoodat gij een voorbeeld zijt geworden voor al de geloovigen in Macedonië en in Achaje. Want van u uit is het woord des Heeren ver breid geworden, niet alleen iiT Macedonië en in Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof in God uitgegaan, zoodat wij niet noodig hebben iets te zeggen. Want zij zeiven verkondigen, aangaande ons, hoedanig ons optreden bij u geweest is, en hoe gij u van de afgoden bekeerd hebt tot God, om den levenden en waren God te dienen en uit den hemel te verwachten zijnen Zoon, dien Hij uit de dooden heeft opgewekt. Jezus, die ons. verlost heeft van den toekomsti- gèn toorn. Evangelie volgens den H. Mattheüs; XIII, 31—35. In dien tijd sprak Jezus tot de scharen deze gelijkenis: Het Rijk der hemelen is gelijk aan een mostaardzaad, dat iemand, nam en in zijnen akker zaaide. Dit nu is wel het kleinste van al de zaden; maar wanneer het opgeschoten is, is het groofcer dan al de moeskruiden en wordt een boom, zoodat de vogelen des hemels komen en wonen in deszelfs takken. Eene andere gelijkenis sprak Hij tot hen Het Rijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat eene vrouw nam en onder drie maten meel ver mengde, totdat dit geheel gedeesemd werd. Dit alles sprak Jezus in gelijkenissen tot de scharen, en zonder gelijkenissen sprak Hij niet tot Hen, opdat vervuld zoude worden wat ge sproken was door den profeet, die zeidè: Ik zal mijnen mond openen in gelijkenissen, ik zal ver melden wat verborgen was van de grondvesting der wereld af. 24ste ZONDAG NA PINKSTEREN. Machtig en goddelijk in zijn oorsprong is het koninkrijk van Christus op aarde. Gedurende al de jaren van zijn bestaan is het door de list van den duivel en de boosheid der menschen aange vallen, het zal ook tot aan het einde der dagen als een mikpunt wezen, waarop de hel en hare dienaren hunne pijlen zullen richten, maar de eindoverwinning is aan Hem Die alles vermag, en in zijne eeuwige zegepraal zullen deelen die genen die Hem in den strijd des levens zijn ge trouw gebleven. Dit alles wordt ons geleerd in de verschillende gelijkenissen die Jezus over het rijk der Hemelen ons heeft voorgesteld. En in het Evangelie van dezen Zondag leert Hij ons de groote kracht die in het Godsrijk gelegen is, zoowel ter uitwendige uitbreiding als ter in wendige heiliging des menschenHet kleine mosterdzaad, het kleinste van alle zaden, wordt een zoo groote plant, dat het op een boom ge lijkt, terwijl zijne takken zich uitbreiden en aan de vogelen schaduw en bescherming biedenhet zuurdeeg onder drie maten meel vermengd door trekt de geheele m»ssa meel, zoodat het geschikt gemaakt, wordt tot het bereiden van een smake lijk en voedzaam brood, Volgens de meeste schriftverklaarders wordt ons onder het eerste beeld, van het mosterdzaad, de uitbreiding der kerk van Christus onder alle volkeren, en onder het tweede, van het zuur deeg, de zegenrijke inwendige werking der ge nade in iedere ziel voorgesteld. In den beginne nietig en weinig ledematen tellend, zou de keek weldra de haar inwonende kracht ontwikkelen in weerwil van alle aanval len der hel zich uitbreiden en haar invloed tot aan de uiteinden der aarde doen gelden, gelijk het kleinste der zaden opgroeit tot een boom. Maar niet zonder strijd ging die uitbreiding; Stormen van allerlei aard loeiden over haar, maar zij waren niet in staat den opkomenden boom te ontwortelen. Reeds de apostelen werden vervolgd en gehaat, en hun werd verboden nog verder den naam en de leer van Jezus te predi ken. Maar onverschrokken gingen zij voort „en al grooter en grooter werd de menigte mannen en vrouwen die in den Heer geloofden", ver haalt de H. Lucas ons. De wortelen drongen al dieper in den grond en breidden zich verder uit, toen de apostelen zich over den ganschen aardbodem verspreidden om het Evangelie te verkondigen. Een hevige strijd bleef niet uit toen hun leer meer en meer aanhangers begon te winnen. Millioenen christenen vielen als bloedgetuigen van. hun geloof maar oojc daar door werd het zaad niet uitgeroeid. Daarna kwamen de invallen der barbaren, die alles te vuur en te zwaard verwoestten, en de kerk van Christus met den ondergang dreigden, maar de barbaren bogen zich voor de macht van die kerk en werden veranderd in hare getrouwe kinderen. Toen beproefden de ketterijen hun kracht; duizenden harer kinderen zag de kerk zich ont scheuren, maar de ketterijen neigden ten onder gang, van vel enzijn de namen zelfs vergeten en de kerk bleef in volle kracht bestaan. Zoo groei de het zaad steeds voort, trots alle stormen die het bedreigden, en is nu geworden tot een boom die de geheele wereld overschaduwt, en alle volkeren der aarde vinden onder dien boom be schutting en rust. Met die uitwendige uitbreiding ging ook een wonderbare inwendige kracht tot heiliging der zielen gepaard. Zij is gelijk aan een zuurdeeg dat alle3 doordringt Al de waarheden door den goddelijken Leermeester verkondigd, al de ge naden door den Verlosser der wereld verdiend, bezitten de kracht om, gelijk een zuurdeeg het meel, den geheelen mensch te doordringen en te hervormen in een nieuwen mensch. Zij zijn een licht voor den geest, een kraclht voor den wil, een vuur dat het hart in vlam zet. Het treffend ste voorbeeld daarvan zien wij in de groote be keerlingen die het Evangelie voorstelt. Diep ge zonken in de zonde was een Maria Magdalena, maar de genade Gods werkte in haar, en zij werd een groote heilige. Een moordenaar hing stervend aan zijn kruis, maar ©en straal der ge nade trof hem en hij verfoeide zijne misdaden en mocht de blijde verzekering uit Jesus' mond hooren dat hij nog dienzelfden dag in het Para dijs zou worden opgenomen. Die kracht Gods werkt nog altijd voort in de kerk ter heiliging van den mensch en door dringt zijne ziel geheel en al, en geeft hem kracht om zijne plichten te vervullen en vruch ten van heiligheid voort te brengen. Die kracht der kerk toont zich niet alleen in den afzonder lijken mensch, maar heeft zich ook getoond en toont zich nog in de geheele maatschappij. Ziet slechts het groote versohil in zeden, zoodra de kerk zich van een volk heeft meester gemaakt. Denkt slechts aan de ondeugden en misdaden die in de heidensche maatschappij heerschten, en die zich overal weer vertoonen, zoodra de kerk hare wetgevende macht over eene maat schappij verloren heeft. „Dit alles sprak Jesus in gelijkenissen tot de scharen, en zonder gelijkenis sprak Hij niet tot hen." De reden waarom Hij slechte in gelijke nissen tot hen sprak, wordt ons door den H. Mathaeus zelf eenige verzen vroeger aangege ven, de Joden waren niet waardig dat Hij dui- lijker tot hen sprak, want zij wilden toch niet gelooven, noch aan Zijn woorden, noch aan Zijn schitterendste wonderen, en dus werd tot straf voor hunne hardnekkigheid hun de genade ontnomen dat Christus openlijk en duideliik tot hen sprak over Zijn Rijk. Is de H. Mis geen verloochening van het Kruisoffer? Het Allerheiligst Sacrament des Altaars is door Christus niet slechts ingesteld als een voedsel voor onze zielen, maar ook als een offer van het Nieuw Verbond. Een voornaam bestanddeel van iederen eeredienst zijn de offers, zoodat 't algemeen aangenomen is, dat een eeredienst, die geen offers heeft, iets mist en vandaar dan ook, dat alle volken steeds in hun godsdienst een plaats inruimden aan de offers de Maho- medanen en Protestafiten uitgezonderd. Wat wonder dat dan ook Christus èen of fer instelde, toen Hij Zijn H. Kerk stichtte. Door velen wordt nu opgeworpen, dat het onbloedige offer der H. Mis een verlooche ning is van het offer bij uitnemendheid: de bloedige Kruisdood van Christus. Laten we nagaan wat hiervan waar is. „Wat is een offer?" We laten den Katechismus wederom het antwoord geven en dan lezen wij: „Een offer is een zichtbare gave, die door een priester aan God wordt opgedragen, om Hem, als on zen oppersten Heer te erkennen en te aanbid den." Hieraan sluit nauw aan de verdere vraag: „Welk is het offer van Nieuw-Verbond?" „Het offer van het Nieuw-Verbond is Jesus Christus zelf". Let wel op: er wordt niet gezegd, dat het offer van het Nieuw-Verbond is het Kruis offer, doch Jesus Christus zelf, Die Zich eens op bloedige wijze otterde aan het kruis en nog dagelijks op onbloedige wijze in de H. Mis als onbevlekt otter aan God wordt op gedragen. Tot goed begrip zullen wij nog eens een definitie moeten geven en wel van de H. Mis. „De H. Mis is het onbloedig offer van het Nieuw-Verbond, waarin Christus zich zelf onder de gedaanten van brood en wijn aan Zijn Hemelschen Vader opoffert door den priester". Waarin zit nu eigenlijk de moeilijkheid, die tot boven dit artikel staande vraag aan leiding geeft? We zullen het eens onderzeeken. De tegenwerpers zeggen of bedoelen al thans, dat de Roomsch-Katholieken door hun leer over het offer der H. Mis te kort doen aan de oneindige waarde van het Kruisof fer, omdat zoo zeggen zij, geleerd zou wor den, dat het bloedig offer van Christus aan het kruishout niet voldoende was voor onze verlossing. Maar dat leert de H. Kerk volstrekt niet. Integendeel Zij zegt dat door 't bloedige offer van Chris tus aan het kruis een overvloedige voldoe ning is gegeven, een voldoening van onein dige waarde voor alle zonden van de geheele wereld. De genadenschat ons door het H. Kruis offer verdiend is, zooals de H. Kerk ons leert, oneindig groot en meer dan voldoende om alle menschen zalig te maken. Dus hieruit volgt de leer der H. Kerk, dat de zondeschuld door Christus aan het kruis geheel werd afgelost en alle genaden, die ons geschonken werden, aan het kruis verdiend werden. Maar dit is nog niet voldoende: wij moeten deelachtig worden gemaakt aan de verdien sten van 't Kruisoffer, m.a.w. de voor ons ge storte losprijs moet aan ons worden uitbe taald, willen wij daarmede de hemelglorie verdienen. De middelen hiervoor zijn de sacramenten: „genademiddelen" het woord geeft het dui delijk aan en daaronder komt op de aller eerste en voornaamste plaats het H. Sacra ment des Altaars, de onbloedige offerande der H. Mis. De H. Mis ontleent dus al hare kracht aan het bloedige offer van Calvarië. In plaats dat dus de H. Mis een verlooche ning zou zijn van het offer des Kruises, is zij er een aanvulling, een voortzetting van en dient zij om ons deelachtig te maken aan de verdiensten van Christus' bloedig offer. Hierbij nog het volgende: No. 35 uit de Leeuwerk. Muziek van J. R. Thomas. Beelden uit mijn kinderjaren, Uit mijn jeugd zoo vrij en blij; Trekken somtijds, kalm en rustig, Aan mijn peinzend oog voorbij. 'k Denk nog dikwijls aan die diagen, Vol geluk en stille vreê, Hoe verheugd ik steeds ontwaakte, In ons hutje bij de zee. (bis). Mijn verbeelding ziet de bloemen Voor ons ned'rig venster staan, En liet Strand, waar 'k schelpen gaarde, Glanzen, bij het licht der maan. 'k Hoor mijn moeders zoet vermanen, Als ze mij in 't bedje leê, En ik voel weer 's levens morgen, In ons hutje bij de zee. enz. Wat ik later mocht ervaren, 's Levens droefheid, 's levens vreugd: Immer zal mijn hart u loven, Vreedzaam plekje uit mijn jeugd I En mijn laatste wensch zal wezen, Dat ik eens, in kalmen vreê, 't Moede hoofd ter rust mag vlijen, In ons hutje bij de zee. enz. Steeds li ad hij de drankzucht als ramp beschouwd, doch thans kende hij ie als do bijna alle de origeltikk hun misdaden oorzaak nel ere o-e O'JCL de- van als woners van dit verblijf hem dwaasheden bekend hadiden, en de moeder lampen. Dikwijls moest hij bij zichzelf herhalen: „Als de drank zucht niet bestond, dan waren die en die man nen niet ziekelijk en ongeschikt voor den ar beid, hadden die en die personen van liet werk hunner handen kuunen leven, waren deze kin deren uiet verlaten en verweesd, zou dit werk huis bij mi leeg staan I Steeds .meer en meer drong zich bij hem de overtuiging op, dat Je drankzucht een hoofdoorzaak van alle sociale *walen is en dat alle strijd tegen armoede en blende weinig baat, zoolang men niet de bron ervan verstopt, d. w. z, zoolang men de drank- ■hekt niet met allen ernst bestrijdt. Met al de kracht van zijn priesterlijk woord j®9tte hij nu deze ondeugd aan en wees er op, de mensch, Gods evenbeeld, zich hierdoor 'ik maakt aan het redelooze dier. Hij toonde dat de drankzucht meer huisgezinnen ten onder brengt dan tegenspoed, meer menschen ten grave.doet dalen dan hongersnood of pest. Wat brengt het volk in de gevangenis, in de armenhuizen, tot den bedelstaf, zoo riep hij in bezielde taal uit niet anders dan de drank zucht? Lees slechts de verslagen der politie en der armenhuizen. Met nadruk wees hij ook op de blijvende gevolgen der drankzucht, die toch zoo vreeselijk zijn en welke hij eiken dag onder allerlei gedaanten in het werkhuis onder de oogen kreeg. Doch al zijn pogingen bleven zon der krachtig gevolg; het scheen hem toe, dat hij tevergeefs werkte en zwoegde om de harten te vermurwen en tot inkeer te brengeneen inge kankerde gewoonte hield ze als in onverbreek bare boeien gekluisterd. Den pater bloedde het hart en in vurig gebed klaagde hij den hemel zoolang zijn nood, totdat deze zich erbarmde en een zekeien weg tot redding aanwees. Van een zijde vanwaar hij die het minst verwachtte, werd hem de eerste wenk der goddelijke Voor- z lenig head gegeven. Niets is voor het gel„ovig ll;Ert leerrijk troostvoller en meer vruchtbaarmakend dan de sporen der goddelijke leiding in do g6Schiodenis van buitengewone en uitstekende mannen na te gaan en te erkennen. Zelfs een oppervlakkgi'e blik, geworpen in Pater Mathew's leven, kan die hoogere Leiding niet ontkennen, vooral niet bij het keerpunt waartoe wij thans genaderd zijn en waartoe de Voorzienigheid, zicli bedien de van een man, wiens verschijning; voor onzen held beslissend werd. Die man was William Martin, een lid der Anglicaansche Kerk en di recteur van het Corksche werkhuis. Bij alle volkeren bestaat ©ene soort van touw tan teeken van droefheid over den dood hunner Op den vooravond van Zijn lijden heeft dierbaren, Die natuurlijke uiing dor smart, Christus het H. Misoffer ingesteld. j waaraan allen in zulk© omstandigheden behoefte In zijn brief aan de Corinthiërs verhaalt gevoelen, openbaart zich overeenkomstig den de H. Paulus dit volgen derwijze: landaard en het volkskarakter in verschillende „Iu den nacht waarin Hij verraden werd, vorm an en gebruiken, welke niet zelden tot nam Jesus het brood en brak het dankende wettelijke voorschriften zijn verheven, en zeide: Neemt en eet, dit is mijn Lichaam, j Van enkele der voornaamste volkeren der hetwelk voor u zal worden overgeleverd: oudheid wensch en wij deze rouwgewoonten hier doet dit tot Mijne gedachtenis. Insgelijks llied© te deelen. nam Hij den kelk, nadat Hij het avondmaal ])0 Egypfenaren lieten ten teeken van. rouw gehouden had zeggende: Deze kelk is het, dan Wd en de haren groeien. „Wanneer een Nieuw Verbond in Mijn Bloed: doet dit, zoo Egyptenaar sferft zegt Diodorus van Sicilië dikwijls gij dien drinken zult, tot Mijne ge- -• e dachtenis! Want zoo dikwijls gij dit brood vnfrte" hun ge- zult eten en den kelk drinken, zult gij den ruisen de Stad onder dood des Heeren verkondigen, totdat Hij \et slafen vaa .l^merkreten totdat het li- kome!" ehaam begraven is. Zij onthouden zich van b&- Uit deze woorden van den H. Paulus leeren J?1' 7ijn' i0kk«-nijm T dragen «f® wei^8 we dus, dat het H. Offer der Mis door Chris- klo6der?n' J dea do?d van eetl koninf Ls d* tus vooral is ingesteld om bij ons voortdu- ?T a,fm6?n' "toners moeten daaraan rend levendig te houden de gedachtenis aan de0:n,emenl Z1J scheuren h™ kleederen, slui- Zijn bitter Hiden en dood. jtan h,un t0mpels' onti,ouck>r\ Zlch vaa Kardinaal.Gibbons zegt het zoo schoon: jaan de «°,de;r en fvierea geurende 72 dagen „Hij wilde dat het tooneel van den Calva- 8een ,enjkel fc/'sL GrO0Pf; 611 vrou- riëberg ons immer voor oogen zoude zweven.gemm van 2( 0 tot 300, loopen. met Hij wist, dat Hij op deze wijze het best onze s'r om "an m'dde. gemoerde kleederen door liefde kon winnen en droefheid over de zon- Slra'eu der sta 1 en zingen tweemaal daags de in onze harten kon inplanten. Daarom klaagliederen ter eere van den doode" Alle was het Zijn wil, dat over de geheele we- 8ere^htshoven zijn gesloten, alle spelen zijn ver- reld in elke kerk een altaar zou worden opge- boden, de man en de vrouw mogen, zoolang richt als een gedenkteeken van Zijn ontfer- c'8 koning niet begraven i>, niet samenwonen mende liefde, gelijk de kinderen Israëls aan 011 de kiaagzangers geeseieu zich zeil op de den oever van den Jordaan, dien zij waren ton011 der treurmuziek. Na de begrafenis van doorgetrokken, een gedenkteeken oprichtten, den doode duurt de gewone rouw van 40 tot dat hun herinnerde aan de almachtige hand j 72 dagen. des Heeren. Vandaar is het H. Misoffer naar .Bij de Joden was de rouw gestreng verplicht; waarheid de plechtige gedachtenisviering bij verschilde in duur overeenkomstig de waar van Christus' lijden." dighedd, welke de overledene tijdens zijn leven We meenen wel, dat nu voldoende duide- had bekleed, lijk is, dat en waarom de vraag: „Is de H. i Over koningen en leidsmannen van het volk Mis geen verloochening van het Kruisoffer?" van Israël rouwde het geheele volk gedurende beslist ontkennend moet beantwoord worden. dagen. ,,D© gamsche menigte nu ziende, dat X. Aëron was verschelden, beweende hem 30 da gen in al hare familiën". (Numeri XX, 30). Zoo ook over Moses. ,,En de kinderen van Is raël beweenden hem in de velden van MoaW Met nog twee andere aanzienlijke Ieren, ook leden der Engelsche Kerk, had deze edele man reeds een jaar of tien geleden een bond tot be strijding van het drallkmisbruik in het leven geroepen. Alhoewel bezield met de beste bcdoe- lingen, en uit al mirten, strijdend èn d>oor woord èn door voorbeeld, konden zij niet bogen op succès. De grootste Tiinderpiaai voor de voor uitgang van hun stieven was de godsdienst, dien zij beleden: zij waren I rotestiant, terwijl het Iersche volk Katholiek is. Men vertrouwde hen niet en verdacht hen zelfs yan pr03elieterima. kerü. Daarom wikte het Volk niet iui8teren naar hun waarschuwingen en vfermaningeii en hun pogingen wekten by de spotlust op. Iten andere stn i i ÖC,a-ui-den-weg w.:is net ongehoorde middel, dat, naai, lnm uood„ zakelijk was om de drinkers t0 ver^., reIl, u weten: geheelonthouding Van alle bedweinien. de dranken, van whisky, wijn en bier. >)Matig zijn, zoo zeide men, est; maar zich van alles te onthouden, dat m dwaasheid! Dat is een be- leediging voor de oorzienigheid. die ons de goederen der aarde ten gebruike heeft afge staan 1" Maar de onverschrokken mannen, die de hnad aan de ploeg geslagen hadden, wisten te volharden. William Martin in het bijzonder hield niet op, z0° dikwijls slechts de gelegen heid zich daartoe aanbood, den pater, als bij in het werkhuis kwam, er opmerkzaam op te ma ken, dat alweder het drankmisbruik de eenige of voornaamste oorzaak was van het geval, dat in behandeling kwam. En niet zoodra bemerkte hij dan, dat in Theobald's edelmoedig priester- hart de rechte snaar begon te trillen, of hij voegde erbij„O, Pater Mathew, welk een ont zettend goed zou toch in deze stad kunnen ge sticht worden, als gij ons zoudt willensteunen." Deze gedurig herhaalde opwekking, die hem als een smeekbede achtervolgde, miste hare uit werking niet. Daarbij kwam, dat vele andere aanzienlijke Protestanten zich bij William Martin aansloten en den pater trachtten te overtuigen, dat hij tot matigheidsapostel geroe pen was. Openhartig beleden zij hun onmacht en legden voor hem rondborstig de verklaring af, dat zij hem om zijn populariteit, om dè liefde welke het volk hem toedroeg, ials den eenigen persoon beschouwden, in staat om de yndeugd der drankzucht met vrucht te bestrij den. In de levendigste kleuren schilderden zij hem de gevolgen af, welke daaruit op stoffelijk en zedelijk gebied zouden voortspruiten. En al was Pater Mathew van dit laatste innig over tuigd, al verlaagde hij als priester niets vuriger dan de verbanning van den drankduivel, toch beschouwde hij zich nog niet aanstonds als de aangewezen persoon. Hij wilde niet voorbarig te werk gaan en vroeg daarom een bedenktijd van een paar maanden om die ernstige zaak eerst rijpelijk te overwegen en zich in het gebed licht te verschaffen. Pater Theobald trok zich nu in de eenzaam, beid terug. Reuzenhoog rees hier voor zijn oogen de opdracht, die men hem wilde toever trouwen. Geheelonthouding van alle bedwel mende dranken! dat was een eisch, die tegen alle Iersche zeden en gewoonten rechtstreeks indruisohte. die met het oog ep den toestand van het land onuitvoerbaar scheen, ja, die de meeste Ieren als krankzinnigenwerk zouden beschouwen. Dezen armen lieden, door zwaren arbeid en gruwzame onderdrukking gekweld, den eenigen troost al was het een schijn- troost te ontrooven, hun het glas uit de hand te slaan en hen toe te roepen: „Houdt op met drinken!" hen zelfs een belofte te laten afleg gen en houden, neen, dat was te veel gevraagd, dat scheen onmogelijk! Daarbij kwamen nog overwegingen van anderen aard. Als het onmo gelijke eens werkelijkheid werd, dan zouden er vele duizende menschen zonder werk en brood zijn. Zoo groot was in Ierland het getal van hen, die in drankbereiding of drankverkoop hun broodwinning bezaten. De stad Cork alleen telde er 5000. En dan nog die geweldige kapi talen, die in de branderijen gestoken waren I Zjjn eigen broeder had een branderij, zijn zwa ger ook. Mocht hjj dan den een ten onder bren gen om een ander te redden? Dan weer vroeg hij zich af: Ontbreekt het on zen godsdienst aan kracht om dit kwaad te over winnen? Heeft onze godsdienst niet reeds tot g ter hervormingen geleid dan deze? Zou het n-et beter zijn de christelijke zedewetten te pr j- diken en de menschen tot matig gebruik van sterke dranken aan te sporen? Doch dan moest hij weer tot zich zelf zeggen: dat heb ik en dat hebben andere geestelijken reeds, zoodlang ge- daa.i. maar waar is bet succes? Daarbij stond hij voor het feit, dat zij, die juist het eerst eu het meest hulp behoefden, door hun drinken geheel van kerk en godsdienst waren ve-, rreemd. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 13