der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen
Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad."
GELOOFSVERDEDtGING.
Het hutje bij de zee.
De Rouw.
Paler Theobald Mathew
een weidoener der
SVSenschheid.
I EEN LIED PER WEEK.
Dit nummer behoort bij de
„Nieuwe Haarl. Courant" van 18 NOVEMBER*
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 18S1 (Staatablad No. 124.)
Zondag 19 Nov.
Maandag 20
Oinsdag
Woensdag
21
22
Donderdag 23
Vrijdag 24
Zaterdag 25
24ste Zondag na Pink
steren, H. Elisabeth,
Weduwe.
H. Felix van Valois, Be
lijder.
0. L. Vrouw Praesentatie.
H. Caecilia, Maagd en
Martelares.
H Clemens I, Paus en
Martelaar.
H, Joannes van het Kruis,
Belijder.
H. Catharina, Maagd en
Martelares.
Ëvangetïeverkiaring.
XIX
FEUILLETON
OFFICIEELE KERKLIJST
U i'Jf G A V VA« O Bi
KINDËRliUISVESf No. 29—31—33. HAARLEM.
Directeur B. H. M. v. d. GHXKN OT,
AD VESTMNT-JSKi
Van 1 tot 8 regel» f LSO.
Elke regei m-er OJtO,
ngesondea mededeslingen tassohen den tekst t n
i \ite i rvgeis fi.60: eLke reg t meer 0.80.
VIER EN TWINTIGSTE ZONDAG NA
PINKSTEREN.
Les uit den eersten brief van den H. apostel
Paulas aan de ThessalonicensenI, 210.
Broeders I Altijd zeggen wij Gode dank we
gens u allen, zonder ophouden uwer gedachtig
zijnde in onze gebeden, dewijl wij ons herinne
ren aan het werk uws geloofs en aan uwen ar
beid en uwe liefde en aan de geduldigheid uwer
hoop op onzen Heer Jezus Christus, voor God
en onzen Vader; daar wij, van God beminde
broeders! uwe uitverkiezing kennen. Want ons
Evangelie was bij u niet in woorden alleen,
maar ook in kracht en in den Heiligen Geest en
in groote volheid, gelijk gij weet, hoedanig wij
om uwentwil onder u geweest zijn. En gij zijt
navolgers geworden van ons en van den Heer;
daar gij in veel verdrukking het woord hebt
aangenomen met blijdschap des Heiligen Gees-
tes; zoodat gij een voorbeeld zijt geworden voor
al de geloovigen in Macedonië en in Achaje.
Want van u uit is het woord des Heeren ver
breid geworden, niet alleen iiT Macedonië en in
Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof
in God uitgegaan, zoodat wij niet noodig hebben
iets te zeggen. Want zij zeiven verkondigen,
aangaande ons, hoedanig ons optreden bij u
geweest is, en hoe gij u van de afgoden bekeerd
hebt tot God, om den levenden en waren God
te dienen en uit den hemel te verwachten zijnen
Zoon, dien Hij uit de dooden heeft opgewekt.
Jezus, die ons. verlost heeft van den toekomsti-
gèn toorn.
Evangelie volgens den H. Mattheüs;
XIII, 31—35.
In dien tijd sprak Jezus tot de scharen deze
gelijkenis: Het Rijk der hemelen is gelijk aan
een mostaardzaad, dat iemand, nam en in zijnen
akker zaaide. Dit nu is wel het kleinste van al
de zaden; maar wanneer het opgeschoten is,
is het groofcer dan al de moeskruiden en wordt
een boom, zoodat de vogelen des hemels komen
en wonen in deszelfs takken.
Eene andere gelijkenis sprak Hij tot hen
Het Rijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat
eene vrouw nam en onder drie maten meel ver
mengde, totdat dit geheel gedeesemd werd.
Dit alles sprak Jezus in gelijkenissen tot de
scharen, en zonder gelijkenissen sprak Hij niet
tot Hen, opdat vervuld zoude worden wat ge
sproken was door den profeet, die zeidè: Ik zal
mijnen mond openen in gelijkenissen, ik zal ver
melden wat verborgen was van de grondvesting
der wereld af.
24ste ZONDAG NA PINKSTEREN.
Machtig en goddelijk in zijn oorsprong is het
koninkrijk van Christus op aarde. Gedurende al
de jaren van zijn bestaan is het door de list van
den duivel en de boosheid der menschen aange
vallen, het zal ook tot aan het einde der dagen
als een mikpunt wezen, waarop de hel en hare
dienaren hunne pijlen zullen richten, maar de
eindoverwinning is aan Hem Die alles vermag,
en in zijne eeuwige zegepraal zullen deelen die
genen die Hem in den strijd des levens zijn ge
trouw gebleven. Dit alles wordt ons geleerd in
de verschillende gelijkenissen die Jezus over het
rijk der Hemelen ons heeft voorgesteld. En in
het Evangelie van dezen Zondag leert Hij ons
de groote kracht die in het Godsrijk gelegen is,
zoowel ter uitwendige uitbreiding als ter in
wendige heiliging des menschenHet kleine
mosterdzaad, het kleinste van alle zaden, wordt
een zoo groote plant, dat het op een boom ge
lijkt, terwijl zijne takken zich uitbreiden en aan
de vogelen schaduw en bescherming biedenhet
zuurdeeg onder drie maten meel vermengd door
trekt de geheele m»ssa meel, zoodat het geschikt
gemaakt, wordt tot het bereiden van een smake
lijk en voedzaam brood,
Volgens de meeste schriftverklaarders wordt
ons onder het eerste beeld, van het mosterdzaad,
de uitbreiding der kerk van Christus onder alle
volkeren, en onder het tweede, van het zuur
deeg, de zegenrijke inwendige werking der ge
nade in iedere ziel voorgesteld.
In den beginne nietig en weinig ledematen
tellend, zou de keek weldra de haar inwonende
kracht ontwikkelen in weerwil van alle aanval
len der hel zich uitbreiden en haar invloed tot
aan de uiteinden der aarde doen gelden, gelijk
het kleinste der zaden opgroeit tot een boom.
Maar niet zonder strijd ging die uitbreiding;
Stormen van allerlei aard loeiden over haar,
maar zij waren niet in staat den opkomenden
boom te ontwortelen. Reeds de apostelen werden
vervolgd en gehaat, en hun werd verboden nog
verder den naam en de leer van Jezus te predi
ken. Maar onverschrokken gingen zij voort „en
al grooter en grooter werd de menigte mannen
en vrouwen die in den Heer geloofden", ver
haalt de H. Lucas ons. De wortelen drongen
al dieper in den grond en breidden zich verder
uit, toen de apostelen zich over den ganschen
aardbodem verspreidden om het Evangelie te
verkondigen. Een hevige strijd bleef niet uit
toen hun leer meer en meer aanhangers begon
te winnen. Millioenen christenen vielen als
bloedgetuigen van. hun geloof maar oojc daar
door werd het zaad niet uitgeroeid.
Daarna kwamen de invallen der barbaren, die
alles te vuur en te zwaard verwoestten, en de
kerk van Christus met den ondergang dreigden,
maar de barbaren bogen zich voor de macht van
die kerk en werden veranderd in hare getrouwe
kinderen.
Toen beproefden de ketterijen hun kracht;
duizenden harer kinderen zag de kerk zich ont
scheuren, maar de ketterijen neigden ten onder
gang, van vel enzijn de namen zelfs vergeten en
de kerk bleef in volle kracht bestaan. Zoo groei
de het zaad steeds voort, trots alle stormen die
het bedreigden, en is nu geworden tot een boom
die de geheele wereld overschaduwt, en alle
volkeren der aarde vinden onder dien boom be
schutting en rust.
Met die uitwendige uitbreiding ging ook een
wonderbare inwendige kracht tot heiliging der
zielen gepaard. Zij is gelijk aan een zuurdeeg
dat alle3 doordringt Al de waarheden door den
goddelijken Leermeester verkondigd, al de ge
naden door den Verlosser der wereld verdiend,
bezitten de kracht om, gelijk een zuurdeeg het
meel, den geheelen mensch te doordringen en te
hervormen in een nieuwen mensch. Zij zijn een
licht voor den geest, een kraclht voor den wil,
een vuur dat het hart in vlam zet. Het treffend
ste voorbeeld daarvan zien wij in de groote be
keerlingen die het Evangelie voorstelt. Diep ge
zonken in de zonde was een Maria Magdalena,
maar de genade Gods werkte in haar, en zij
werd een groote heilige. Een moordenaar hing
stervend aan zijn kruis, maar ©en straal der ge
nade trof hem en hij verfoeide zijne misdaden
en mocht de blijde verzekering uit Jesus' mond
hooren dat hij nog dienzelfden dag in het Para
dijs zou worden opgenomen.
Die kracht Gods werkt nog altijd voort in de
kerk ter heiliging van den mensch en door
dringt zijne ziel geheel en al, en geeft hem
kracht om zijne plichten te vervullen en vruch
ten van heiligheid voort te brengen. Die kracht
der kerk toont zich niet alleen in den afzonder
lijken mensch, maar heeft zich ook getoond en
toont zich nog in de geheele maatschappij. Ziet
slechts het groote versohil in zeden, zoodra de
kerk zich van een volk heeft meester gemaakt.
Denkt slechts aan de ondeugden en misdaden
die in de heidensche maatschappij heerschten,
en die zich overal weer vertoonen, zoodra de
kerk hare wetgevende macht over eene maat
schappij verloren heeft.
„Dit alles sprak Jesus in gelijkenissen tot de
scharen, en zonder gelijkenis sprak Hij niet tot
hen." De reden waarom Hij slechte in gelijke
nissen tot hen sprak, wordt ons door den H.
Mathaeus zelf eenige verzen vroeger aangege
ven, de Joden waren niet waardig dat Hij dui-
lijker tot hen sprak, want zij wilden toch niet
gelooven, noch aan Zijn woorden, noch aan
Zijn schitterendste wonderen, en dus werd tot
straf voor hunne hardnekkigheid hun de genade
ontnomen dat Christus openlijk en duideliik tot
hen sprak over Zijn Rijk.
Is de H. Mis geen verloochening van het
Kruisoffer?
Het Allerheiligst Sacrament des Altaars
is door Christus niet slechts ingesteld als
een voedsel voor onze zielen, maar ook als
een offer van het Nieuw Verbond.
Een voornaam bestanddeel van iederen
eeredienst zijn de offers, zoodat 't algemeen
aangenomen is, dat een eeredienst, die geen
offers heeft, iets mist en vandaar dan ook,
dat alle volken steeds in hun godsdienst een
plaats inruimden aan de offers de Maho-
medanen en Protestafiten uitgezonderd.
Wat wonder dat dan ook Christus èen of
fer instelde, toen Hij Zijn H. Kerk stichtte.
Door velen wordt nu opgeworpen, dat het
onbloedige offer der H. Mis een verlooche
ning is van het offer bij uitnemendheid: de
bloedige Kruisdood van Christus.
Laten we nagaan wat hiervan waar is.
„Wat is een offer?"
We laten den Katechismus wederom het
antwoord geven en dan lezen wij: „Een offer
is een zichtbare gave, die door een priester
aan God wordt opgedragen, om Hem, als on
zen oppersten Heer te erkennen en te aanbid
den."
Hieraan sluit nauw aan de verdere vraag:
„Welk is het offer van Nieuw-Verbond?"
„Het offer van het Nieuw-Verbond is Jesus
Christus zelf".
Let wel op: er wordt niet gezegd, dat het
offer van het Nieuw-Verbond is het Kruis
offer, doch Jesus Christus zelf, Die Zich eens
op bloedige wijze otterde aan het kruis en
nog dagelijks op onbloedige wijze in de H.
Mis als onbevlekt otter aan God wordt op
gedragen.
Tot goed begrip zullen wij nog eens een
definitie moeten geven en wel van de H. Mis.
„De H. Mis is het onbloedig offer van het
Nieuw-Verbond, waarin Christus zich zelf
onder de gedaanten van brood en wijn aan
Zijn Hemelschen Vader opoffert door den
priester".
Waarin zit nu eigenlijk de moeilijkheid,
die tot boven dit artikel staande vraag aan
leiding geeft?
We zullen het eens onderzeeken.
De tegenwerpers zeggen of bedoelen al
thans, dat de Roomsch-Katholieken door hun
leer over het offer der H. Mis te kort doen
aan de oneindige waarde van het Kruisof
fer, omdat zoo zeggen zij, geleerd zou wor
den, dat het bloedig offer van Christus aan
het kruishout niet voldoende was voor onze
verlossing.
Maar dat leert de H. Kerk volstrekt niet.
Integendeel
Zij zegt dat door 't bloedige offer van Chris
tus aan het kruis een overvloedige voldoe
ning is gegeven, een voldoening van onein
dige waarde voor alle zonden van de geheele
wereld.
De genadenschat ons door het H. Kruis
offer verdiend is, zooals de H. Kerk ons leert,
oneindig groot en meer dan voldoende om
alle menschen zalig te maken.
Dus hieruit volgt de leer der H. Kerk, dat
de zondeschuld door Christus aan het kruis
geheel werd afgelost en alle genaden, die ons
geschonken werden, aan het kruis verdiend
werden.
Maar dit is nog niet voldoende: wij moeten
deelachtig worden gemaakt aan de verdien
sten van 't Kruisoffer, m.a.w. de voor ons ge
storte losprijs moet aan ons worden uitbe
taald, willen wij daarmede de hemelglorie
verdienen.
De middelen hiervoor zijn de sacramenten:
„genademiddelen" het woord geeft het dui
delijk aan en daaronder komt op de aller
eerste en voornaamste plaats het H. Sacra
ment des Altaars, de onbloedige offerande
der H. Mis.
De H. Mis ontleent dus al hare kracht aan
het bloedige offer van Calvarië.
In plaats dat dus de H. Mis een verlooche
ning zou zijn van het offer des Kruises, is
zij er een aanvulling, een voortzetting van
en dient zij om ons deelachtig te maken aan
de verdiensten van Christus' bloedig offer.
Hierbij nog het volgende:
No. 35 uit de Leeuwerk.
Muziek van
J. R. Thomas.
Beelden uit mijn kinderjaren,
Uit mijn jeugd zoo vrij en blij;
Trekken somtijds, kalm en rustig,
Aan mijn peinzend oog voorbij.
'k Denk nog dikwijls aan die diagen,
Vol geluk en stille vreê,
Hoe verheugd ik steeds ontwaakte,
In ons hutje bij de zee. (bis).
Mijn verbeelding ziet de bloemen
Voor ons ned'rig venster staan,
En liet Strand, waar 'k schelpen gaarde,
Glanzen, bij het licht der maan.
'k Hoor mijn moeders zoet vermanen,
Als ze mij in 't bedje leê,
En ik voel weer 's levens morgen,
In ons hutje bij de zee. enz.
Wat ik later mocht ervaren,
's Levens droefheid, 's levens vreugd:
Immer zal mijn hart u loven,
Vreedzaam plekje uit mijn jeugd I
En mijn laatste wensch zal wezen,
Dat ik eens, in kalmen vreê,
't Moede hoofd ter rust mag vlijen,
In ons hutje bij de zee. enz.
Steeds li ad hij de drankzucht als
ramp beschouwd, doch thans kende hij
ie als do
bijna alle
de origeltikk
hun misdaden
oorzaak
nel ere
o-e
O'JCL
de-
van
als
woners van dit verblijf hem
dwaasheden bekend hadiden,
en de moeder
lampen. Dikwijls
moest hij bij zichzelf herhalen: „Als de drank
zucht niet bestond, dan waren die en die man
nen niet ziekelijk en ongeschikt voor den ar
beid, hadden die en die personen van liet werk
hunner handen kuunen leven, waren deze kin
deren uiet verlaten en verweesd, zou dit werk
huis bij mi leeg staan I Steeds .meer en meer
drong zich bij hem de overtuiging op, dat Je
drankzucht een hoofdoorzaak van alle sociale
*walen is en dat alle strijd tegen armoede en
blende weinig baat, zoolang men niet de bron
ervan verstopt, d. w. z, zoolang men de drank-
■hekt niet met allen ernst bestrijdt.
Met al de kracht van zijn priesterlijk woord
j®9tte hij nu deze ondeugd aan en wees er op,
de mensch, Gods evenbeeld, zich hierdoor
'ik maakt aan het redelooze dier. Hij toonde
dat de drankzucht meer huisgezinnen ten
onder brengt dan tegenspoed, meer menschen
ten grave.doet dalen dan hongersnood of pest.
Wat brengt het volk in de gevangenis, in de
armenhuizen, tot den bedelstaf, zoo riep hij in
bezielde taal uit niet anders dan de drank
zucht? Lees slechts de verslagen der politie en
der armenhuizen. Met nadruk wees hij ook op
de blijvende gevolgen der drankzucht, die toch
zoo vreeselijk zijn en welke hij eiken dag onder
allerlei gedaanten in het werkhuis onder de
oogen kreeg. Doch al zijn pogingen bleven zon
der krachtig gevolg; het scheen hem toe, dat hij
tevergeefs werkte en zwoegde om de harten te
vermurwen en tot inkeer te brengeneen inge
kankerde gewoonte hield ze als in onverbreek
bare boeien gekluisterd. Den pater bloedde het
hart en in vurig gebed klaagde hij den hemel
zoolang zijn nood, totdat deze zich erbarmde en
een zekeien weg tot redding aanwees. Van een
zijde vanwaar hij die het minst verwachtte,
werd hem de eerste wenk der goddelijke Voor-
z lenig head gegeven.
Niets is voor het gel„ovig ll;Ert leerrijk
troostvoller en meer vruchtbaarmakend dan de
sporen der goddelijke leiding in do g6Schiodenis
van buitengewone en uitstekende mannen na te
gaan en te erkennen. Zelfs een oppervlakkgi'e
blik, geworpen in Pater Mathew's leven, kan
die hoogere Leiding niet ontkennen, vooral niet
bij het keerpunt waartoe wij thans genaderd
zijn en waartoe de Voorzienigheid, zicli bedien
de van een man, wiens verschijning; voor onzen
held beslissend werd. Die man was William
Martin, een lid der Anglicaansche Kerk en di
recteur van het Corksche werkhuis.
Bij alle volkeren bestaat ©ene soort van touw
tan teeken van droefheid over den dood hunner
Op den vooravond van Zijn lijden heeft dierbaren, Die natuurlijke uiing dor smart,
Christus het H. Misoffer ingesteld. j waaraan allen in zulk© omstandigheden behoefte
In zijn brief aan de Corinthiërs verhaalt gevoelen, openbaart zich overeenkomstig den
de H. Paulus dit volgen derwijze: landaard en het volkskarakter in verschillende
„Iu den nacht waarin Hij verraden werd, vorm an en gebruiken, welke niet zelden tot
nam Jesus het brood en brak het dankende wettelijke voorschriften zijn verheven,
en zeide: Neemt en eet, dit is mijn Lichaam, j Van enkele der voornaamste volkeren der
hetwelk voor u zal worden overgeleverd: oudheid wensch en wij deze rouwgewoonten hier
doet dit tot Mijne gedachtenis. Insgelijks llied© te deelen.
nam Hij den kelk, nadat Hij het avondmaal ])0 Egypfenaren lieten ten teeken van. rouw
gehouden had zeggende: Deze kelk is het, dan Wd en de haren groeien. „Wanneer een
Nieuw Verbond in Mijn Bloed: doet dit, zoo Egyptenaar sferft zegt Diodorus van Sicilië
dikwijls gij dien drinken zult, tot Mijne ge- -• e
dachtenis! Want zoo dikwijls gij dit brood vnfrte" hun ge-
zult eten en den kelk drinken, zult gij den ruisen de Stad onder
dood des Heeren verkondigen, totdat Hij \et slafen vaa .l^merkreten totdat het li-
kome!" ehaam begraven is. Zij onthouden zich van b&-
Uit deze woorden van den H. Paulus leeren J?1' 7ijn' i0kk«-nijm T dragen «f® wei^8
we dus, dat het H. Offer der Mis door Chris- klo6der?n' J dea do?d van eetl koninf Ls d*
tus vooral is ingesteld om bij ons voortdu- ?T a,fm6?n' "toners moeten daaraan
rend levendig te houden de gedachtenis aan de0:n,emenl Z1J scheuren h™ kleederen, slui-
Zijn bitter Hiden en dood. jtan h,un t0mpels' onti,ouck>r\ Zlch vaa
Kardinaal.Gibbons zegt het zoo schoon: jaan de «°,de;r en fvierea geurende 72 dagen
„Hij wilde dat het tooneel van den Calva- 8een ,enjkel fc/'sL GrO0Pf; 611 vrou-
riëberg ons immer voor oogen zoude zweven.gemm van 2( 0 tot 300, loopen. met
Hij wist, dat Hij op deze wijze het best onze s'r om "an m'dde. gemoerde kleederen door
liefde kon winnen en droefheid over de zon- Slra'eu der sta 1 en zingen tweemaal daags
de in onze harten kon inplanten. Daarom klaagliederen ter eere van den doode" Alle
was het Zijn wil, dat over de geheele we- 8ere^htshoven zijn gesloten, alle spelen zijn ver-
reld in elke kerk een altaar zou worden opge- boden, de man en de vrouw mogen, zoolang
richt als een gedenkteeken van Zijn ontfer- c'8 koning niet begraven i>, niet samenwonen
mende liefde, gelijk de kinderen Israëls aan 011 de kiaagzangers geeseieu zich zeil op de
den oever van den Jordaan, dien zij waren ton011 der treurmuziek. Na de begrafenis van
doorgetrokken, een gedenkteeken oprichtten, den doode duurt de gewone rouw van 40 tot
dat hun herinnerde aan de almachtige hand j 72 dagen.
des Heeren. Vandaar is het H. Misoffer naar .Bij de Joden was de rouw gestreng verplicht;
waarheid de plechtige gedachtenisviering bij verschilde in duur overeenkomstig de waar
van Christus' lijden." dighedd, welke de overledene tijdens zijn leven
We meenen wel, dat nu voldoende duide- had bekleed,
lijk is, dat en waarom de vraag: „Is de H. i Over koningen en leidsmannen van het volk
Mis geen verloochening van het Kruisoffer?" van Israël rouwde het geheele volk gedurende
beslist ontkennend moet beantwoord worden. dagen. ,,D© gamsche menigte nu ziende, dat
X. Aëron was verschelden, beweende hem 30 da
gen in al hare familiën". (Numeri XX, 30).
Zoo ook over Moses. ,,En de kinderen van Is
raël beweenden hem in de velden van MoaW
Met nog twee andere aanzienlijke Ieren, ook
leden der Engelsche Kerk, had deze edele man
reeds een jaar of tien geleden een bond tot be
strijding van het drallkmisbruik in het leven
geroepen. Alhoewel bezield met de beste bcdoe-
lingen, en uit al mirten, strijdend èn d>oor
woord èn door voorbeeld, konden zij niet bogen
op succès. De grootste Tiinderpiaai voor de voor
uitgang van hun stieven was de godsdienst, dien
zij beleden: zij waren I rotestiant, terwijl het
Iersche volk Katholiek is. Men vertrouwde hen
niet en verdacht hen zelfs yan pr03elieterima.
kerü. Daarom wikte het Volk niet iui8teren
naar hun waarschuwingen en vfermaningeii en
hun pogingen wekten by de
spotlust op. Iten andere stn i i
ÖC,a-ui-den-weg w.:is net
ongehoorde middel, dat, naai, lnm uood„
zakelijk was om de drinkers t0 ver^., reIl, u
weten: geheelonthouding Van alle bedweinien.
de dranken, van whisky, wijn en bier. >)Matig
zijn, zoo zeide men, est; maar zich van alles
te onthouden, dat m dwaasheid! Dat is een be-
leediging voor de oorzienigheid. die ons de
goederen der aarde ten gebruike heeft afge
staan 1"
Maar de onverschrokken mannen, die de
hnad aan de ploeg geslagen hadden, wisten te
volharden. William Martin in het bijzonder
hield niet op, z0° dikwijls slechts de gelegen
heid zich daartoe aanbood, den pater, als bij in
het werkhuis kwam, er opmerkzaam op te ma
ken, dat alweder het drankmisbruik de eenige
of voornaamste oorzaak was van het geval, dat
in behandeling kwam. En niet zoodra bemerkte
hij dan, dat in Theobald's edelmoedig priester-
hart de rechte snaar begon te trillen, of hij
voegde erbij„O, Pater Mathew, welk een ont
zettend goed zou toch in deze stad kunnen ge
sticht worden, als gij ons zoudt willensteunen."
Deze gedurig herhaalde opwekking, die hem
als een smeekbede achtervolgde, miste hare uit
werking niet. Daarbij kwam, dat vele andere
aanzienlijke Protestanten zich bij William
Martin aansloten en den pater trachtten te
overtuigen, dat hij tot matigheidsapostel geroe
pen was. Openhartig beleden zij hun onmacht
en legden voor hem rondborstig de verklaring
af, dat zij hem om zijn populariteit, om dè
liefde welke het volk hem toedroeg, ials den
eenigen persoon beschouwden, in staat om de
yndeugd der drankzucht met vrucht te bestrij
den. In de levendigste kleuren schilderden zij
hem de gevolgen af, welke daaruit op stoffelijk
en zedelijk gebied zouden voortspruiten. En al
was Pater Mathew van dit laatste innig over
tuigd, al verlaagde hij als priester niets vuriger
dan de verbanning van den drankduivel, toch
beschouwde hij zich nog niet aanstonds als de
aangewezen persoon. Hij wilde niet voorbarig
te werk gaan en vroeg daarom een bedenktijd
van een paar maanden om die ernstige zaak
eerst rijpelijk te overwegen en zich in het gebed
licht te verschaffen.
Pater Theobald trok zich nu in de eenzaam,
beid terug. Reuzenhoog rees hier voor zijn
oogen de opdracht, die men hem wilde toever
trouwen. Geheelonthouding van alle bedwel
mende dranken! dat was een eisch, die tegen
alle Iersche zeden en gewoonten rechtstreeks
indruisohte. die met het oog ep den toestand
van het land onuitvoerbaar scheen, ja, die de
meeste Ieren als krankzinnigenwerk zouden
beschouwen. Dezen armen lieden, door zwaren
arbeid en gruwzame onderdrukking gekweld,
den eenigen troost al was het een schijn-
troost te ontrooven, hun het glas uit de hand
te slaan en hen toe te roepen: „Houdt op met
drinken!" hen zelfs een belofte te laten afleg
gen en houden, neen, dat was te veel gevraagd,
dat scheen onmogelijk! Daarbij kwamen nog
overwegingen van anderen aard. Als het onmo
gelijke eens werkelijkheid werd, dan zouden er
vele duizende menschen zonder werk en brood
zijn. Zoo groot was in Ierland het getal van
hen, die in drankbereiding of drankverkoop
hun broodwinning bezaten. De stad Cork alleen
telde er 5000. En dan nog die geweldige kapi
talen, die in de branderijen gestoken waren I
Zjjn eigen broeder had een branderij, zijn zwa
ger ook. Mocht hjj dan den een ten onder bren
gen om een ander te redden?
Dan weer vroeg hij zich af: Ontbreekt het on
zen godsdienst aan kracht om dit kwaad te over
winnen? Heeft onze godsdienst niet reeds tot
g ter hervormingen geleid dan deze? Zou het
n-et beter zijn de christelijke zedewetten te pr j-
diken en de menschen tot matig gebruik van
sterke dranken aan te sporen? Doch dan moest
hij weer tot zich zelf zeggen: dat heb ik en dat
hebben andere geestelijken reeds, zoodlang ge-
daa.i. maar waar is bet succes? Daarbij stond
hij voor het feit, dat zij, die juist het eerst eu
het meest hulp behoefden, door hun drinken
geheel van kerk en godsdienst waren ve-,
rreemd. (Wordt vervolgd).