Het Spookkasteel BUITENLAND. BINNENLAND. De roovers van het kasteel d'Herneuse. Handschoeneni üu Bon iflapché oy on s," Haarlem-Brussel. Handschoenen. ii' F UILL T ON VAN NOEL GAOLOIS. 29) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™!KL£ftS S—- DE MOEILIJKHEDEN DER ITALIANEN IN TRIPOLIS. Uit een brief van den correspondent der „N. R, CV' te Rome ontleencn wij de volgen de interessante beschouwingen Een zooeven verschenen buitengewone edi tie van de Tribuna meldt, dat va,n het ©ene op het andere oogenblik een groot gevecht te Bengazi te verwachten is. Ook daar heeft de vijand zich even goed georganiseerd als rondom Tripoli, en schijnt de leiding der Turksche officieren over hun troepen en over do verbonden Arabieren niets te .wensehen over te laten. Men 'heeft tot nog toe weinig of niete ge hoord over Reuga-zi, wat echter thans uit lekt toont dat de toestand daar, op enkele kleine verschillen na, geheel overeenstemt met dien te Tripoli De verschillen zijn dat de vijand zich meer in het binnenland sa mentrekt en niet de dagelijksc.he kleine aan vallen op de Italiaan,sehe stellingen pleegt te doenintegendeel heeft hij ze volkomen met rust gelaten tot voor eenige dagen. Toen zijn kleine patrouilles op koenen dagen, hardnek kig weerkeerend na ellce verdrijving en blijk baar de in het achterland opgehoopte macht aankondigend, die voortdurend met- man schappen. munitie, geld en levensmiddelen gevoerd wordt, welke over de Egyptische grens binnenkomen. Voorts is het alles evenals te Tripolibij huiszoeking blijken overal en nergens patro nen, geweren, levensmiddelen verborgen neemt men ze weg en komt men over een paar dagen terug, dan zijn er waarachtig alwéér. [Waar voor den drommel de kerels die wapens vandaan halen, daar zit het heele Italiaansohe commando over te piekeren. Soms krijgt men een karavaan te pakken, maar dat is uitzondering. Uit een hevig kanonvuur dat de Turken in de laatste dagen op Bengazi openden, blijkt dat ze ook over nieuwe en goede kanonnen beschikken, Idie blijkbaar ook uit Egypte zijn ingevoerd. Want van de 14, die oorspronkelijk in Ben- gazi waren, zijn er 10 door ide Italianen ge nomen of verlaten gevonden, en het is niet aan te nemen dat de beschieting der Turken met slechte 4 kanonnen werd gevoerd. IIoc keurig de Turken den dienst hebben geor ganiseerd, blijkt wel daaruit, dat die geweren en patronen zoo maar niet los en bij kleine hoeveelheden worden ingevoerd, maar in mooie zinken kisten met hout gevoerd, in mooi afgepaste porties Zoo heeft men ze in do huizen, liggend binnen de loopgraven- linie van de Italianen gevonden, verborgen onder zakken meel, tusschen stapels olijven, in kelders, onder bedden, op kerkhoven en Wie weet waar al niet meer. Die organisatie verrast en beangstigt een ieder. Waar hebben de Turken die wijsheid Vandaan Bekend is dat een groot deel der officieren, die zich met het Turksche leger voor Tripoli en Bengazi bevinden, hun op leiding van Duitsche officieren hebben ge kregen. Zijn er echter ook Duitsche officie ren met de Turken [meegekomen, hebben Duit sche officieren het leger in handen? Men voorspelt van ja en werkelijk doiet de taoderne strategie van den vijand ver onder- fctellen dat hij onder andermans leiding staat. Den Italianen te Bengazi staait dus dezer dagen een harde strijd te wachten. Maar ook zij hebben hun maatregelen genomen. Om trent den uitslag is het echter maar beter, zich niet aan veronderstellingen te wagen. Te Tripoli hetzelfdetwee mannen met een draagbaar, waarop in ©en doelt gewikkeld gedaante ligt, gevolgd door huilende, diep bedroefde vrouwen en kinderen, willen naar het kerkhof, om daar hun betreurde doode te begraven. De soldaten houden den stoet aan. onderzoeken de heele bende (als een Engeisch oorrespondent dat gezien had dan Was dat weer als een wreed, omnenscihelijk optreden gekwalificeerd) en de gedaante op de baar, onder den doek, blijkt een hoop geweren, munitie enz. te zijn, de kinderen en vrouwen blijken hoepen patronen bij zich te dragen. 'e Nachts zoo beschrijft Barzini ziet toen aan den einder valn de woestijn geheim zinnig© lichtseinen, opgloeiend, uitddovend, met geregelde iuascihenpoozen. De Italianen kunnen die seinen niet verstaan. iWla.t ver telt men, welke orders deelt men uit aan den een of anderen Arabier die nonchalant op zijn platte dak in den nacht naar die lich ten tuurt of ze Ihem niet aangaan, maar die den zin ervan begrijpt en aanstonds de or ders zal gaan uitvoeren Het is de geheim zinnigheid, de Oostersche geheimzinnigheid, die erger is dan het open gevaar. Men be weert dat de afdeeling van de vereeniging „Eenheid en Vooruitgang" te Tripoli her steld is en geheime samenkomsten houdt en door die lichtseinen, daar ver in de wojestijn, 's nachts orders ontvangt. Verder schijnt er een onderaards che- ver binding .te bestaan tusschen G-argajresj en Tripoli. Men zoekt Overal, want die gang staat aangegeven op een Turksche kaart, die echter wijselijk niet de uitmonding toont. Men zoekt al dagen, op het jotodsclhe kerk hof, .in tuinen, in kelders. Maar ook dat mysterie blijft nog .onopgelost. Prettig kan men zich daarbij natuurlijk niet voelen', als men weet dat het gevaar overal schuilt, on tastbaar. Men heeft grijsaards, kreupelen, kinderen gevonden in hinderlagen, schietend op de Italiaamsche soldaten. Als men ze fu- sileert, (hluilt "de geheele Europeesdhje pers van verontwaardiging. Elk o ogen blik schiet men op officieren, onlangs nog op generaal do Ghaurand, uit het ©en of andere bbschje. Gaat men er heen dan vindt men Arabieren zonder wapens, en blijft men machteloos, daar de order luidt niet aan ongewapenden te raken. Kinderen en vrouwen hebben op scldaten geschoten die gewonden vervoerden, de vrouwen hebben 'zich de valsehheid en slinksehheid zelve betoond. Er is oip gewe zen door enkelen, maar men wil het niet ge- looven. Indertijd was het tegen Engeland, (ge durende den Boeren-oorlog, thans is het tegen Italië; vandaag of morgen krijgen wij een beurt-, als er iets in onze koloniën voor valt Moet er een Nobelprijs voor den 'vr®'le gegeven worden dit jaar? Uit Stockholm! wordt aan het „Berlimer TageMaU" geseind: In de Noorsche pers is dezer dagen op roerende wijze de kwestie besproken, of het niet juist zou Zijn om den Nobcl-prijs voor dien vrede dit jaar niet te vergeven. Dit zou a!s een belonging tegen, den veroveringsoorlog in Tripoli bedoeld zijn. In het bijzonder heeft men zich daarover ge ërgerd, dat Theodora Monala, die indertijd den vredesprijs heeft gekregen, thans den oorlog in Tripoli verdedigt en daardoor een belachelijke rol speelt. Naar ik verneem, valt er, niettegen staande deze overwegingen, niet aan te twijfelen, dat de vredesprijs volgens de regelen wordt uitgekeerd. Ook staat reeds vas', dat prof. Slang bij de plechtige uitreiking een voordracht zal houden over den gemeenschappelijken arbeid van de Noorsche landen Voor een gelijke bur gerlijke wetgeving. Helden der kinematografie. Het is in de wetenschappelijke wereld bekend, dat de moe dige broeders Keajrton een buitengewoon fraaie verzameling kinemafograische opnamen van, wil de dieren uit de onuitputtelijke j ach (gronden van Oost-Afrika mee naar Europa hebben ge bracht, waaronder opnamen vian leeuwen en rhi- n-oc crossen, die zij deels met het grootste levens gevaar, (soms met het toestel in de opgevulde huid van een koe verstopt) verkregen hebben. Minder gelukkig zijn twee reizigers geweest, die met den kinematograaf in West-Afrika werk ten. Volgens een te Londen ontvangen bericht is Octave Frièrc, die kinieznatografisohe opna men van wilde dieren in het Congo-gebied deed, een slachtoffer van zijn beroep geworden. Hij reisde de streek rondom het Bangwolomeer, in gezelschap van den bekenden Duitschen onder zoekingsreiziger Luitenant Graetz, af. Eenigen tijd geleden werden zij door een kudde wild© buf fels aangevallen. Frière werd door de woedende dieren zoodanig met de horens toegetakeld, dat hij aan zijn wonden stierf, en ook luitenant Graetz werd zwaar gewond. De veroveringstocht van den opium. De tijden dat de booze geest van den opium al leen in bet verre oosten huisde, zijn lang voorbij. Onlangs heeft men in Parijs weer een koopman in hechtenis genomen, die een uitgebreiden handel in opium dreef en van jaar tot jaar stijgende inkomsten daarmee verwierf. Het euvel is uit China door alle wereld- deelen heengetrokken en hoe energieker de Chineezen den opiumhandel onderdrukken, des te levendiger bloeit hij op in andere we- relddeelen. Eerst trok de „booze, donkere fee" met de gestaarte koelies naar Italië en thans zijn er in Melbourne en Sidney ontel bare opiumscholen, die niettegenstaande alle wettelijke verbodsbepalingen op den invoer, middelen en wegen vinden, om de verderfe- T5a.r het land binnen te smokkelen. In Anid-Afrika, in Kaapstad, in de Vereenigde htaten, hield het euvel in 1863 met de Chi- neesche werklui zijn intocht. Bij honderden werden de zonen van het Hemelsclie Rijk in Amerika gebruikt bij het aanleggen van spo ren. Tien jaar later waren er in alle weste lijke staten van de Unie opiumholen. Ken tucky begon met strenge wetten te maken, maar ook thans nog duurt de veroverings tocht voort en heeft reeds Chicago en New- Orleans bereikt. Van San Francisco tot aan New-York worden listige opium-handelaars rijke mannen, ja zelfs Canada is al overdekt met opiumholen en in Quebec, Montreal, als ook in Britsoh Columbia sohieteu zij als pad destoelen uit den grond. Niet anders is het op de Philippijnen en in Zuid-Amerika, waar in 't bijzonder Peru een paradijs voor opium- rookers is. En in Europa neemt het opium verbruik van jaar t,ot jaar toe. Engeland maakte het begin, thans' zijn er in Londen meer opinmholen dan ooit. Leden der betere kringen zien een sport erin, in 't geheim dit „fashionable" euvel te huldigen. Frankrijk dankt den groei van het opium euvel aau de thuiskomende kolonialen. Niet alleen in Marseille en Toulon, ook in Brest, Cherbourg en Bordeaux ontstonden opium holen. Vooral officieren van de marine ge ven zicli aan het kwaad over. De strengste wettelijke maatregelen hebben geen uitwer king gehad.. De mode maakte zich meester van de opium en daarmee was Parijs ver overd, waar talrijke scharen, élégants, artis- ten, schrijvers en tooneelspelers er zich aan verslaven. Ook tot de studeerende jongeling schap strekt het kwaad zieh uit, pas onlangs is in de onmiddellijke nabijheid van de Sor- honne weer een opiumhol opgericht. Iu een oud-Japmiseh hotel. In het hoog gelegen bergland van Niikko ligt, 2000 voet bo ven de zee, het dorp Ilatsjisi; het is langge- strekt en in do hoofdstraat zijn vele mooie winkels, waarin vooral houtsnijwerk en pels te koop is. Toen wij eindelijk, zoo vertelt een Engeisch reiziger, bij het eind van het dorp aankwamen, waar de beide Eairopeesche ho tels liggen, bleek ,dat zij beiden overvol wa rm en zoo gingen wij dan naar het Knoski- hotel, het eerste Japansche hotel. Wij bleven op de waranda staan, eu vroegen onmiddellijk naar een kamer. Klaarblijkelijk ve-stond men echter geen woord, want men keek ons ver baasd aan. Wanhopig sloeg ik mijn woorden boek op, zocht de uitdrukking: „Hebt u een kamer'?" op en toen. probeerde ik in allerlei toonaarden te zeggen: „Zashiki waarima.su ka?" Maar ook dit verstond men klaarblijkelijk niet en zoo stond ik dan. weer op, en wij gingen om ons verzoek door dalen duidelijk te ma ken, het huis binnen. Een a'gemeene kreet van wanhoop. Een. geschoeide voet op de kostbare matten. Wij trokken dus onze schoenen, uit en volgden den waard, die nu wel begrepen had waar het om ging. Wij werden nu een zeer zindelijke, spiegel gladde, gepolijste trap opgevoerd en kwamen ten slotte in onze „Zathiki". Twee zijden van 'de ruimte bestonden uit verschuifbare muren van ondoorzichtig papier en een kakemono hing als eenige versiering aan den derden, muur. De vierde besfond uit een groot venster, waarvan de drempel zieh slechts ©mi halven voet boven den bodem bevond. Van hieruit had men een blik in den too verachtigs'en, kiepen tuin, dien men zich voorstellen, kan: kleine watervalletjes piaistm over de sierlijke rotsen en goudvisschem zwammen in heldere vijvers onder verrukkelijke kleine boompjes. Het eenige meubelstuk in de kamer was een tafel van een halven voet hoog te, waarop een „hibatsji" stond en de bodem was met zachte matten bedekt. Nadat wij een weinig uitgerust waren, klapten wij in de handen eu op handen en voeten kwam een meisje binnen, dat nu haar handen op den grond samenvouwde en als groet haar voorhoofd daarop liet rusten, waarna ik ter stond met behulp van mijn woordenboek zeide: „O naka ga sukimashita" (wij hebben honger). Maar wij steunden deze woorden tevergeefs door handbewegingen. Het zag er naar uit, alsof wij onzen honger ook verder zouden behouden, tot dat zij tenslotte door d© een o f andere ingeving scheen te begrijpen, waaraan wij leden en nu werd na een poosje eten gebracht, maar niet zonder dat men ons eerst had willen dwirgen een bad te nemen, wat wij echter standvastig weiger den, wijl wij wisten dat hetzelfde water voor alle gasten gebruikt werd. Wij gingen zitten met gekruiste beeoea en ateax nu met eetstaaf- jes alle mogelijke ongewone spijzen. Onze bed den waren weeke matten en als dekens dienden dikgevoerde kimono's. Het wasschen den volgenden, morgen was een publiek schouwspel; en toen wij bulten het huis kwamen, vonden wij daar onze schoenen weer, maar vreeseiijk vuil en doornat van den regen van nacht. KATHOLIEKE UNIVERSITEIT. Men schrijft aan „De Tijd": Verschillende gemeenten in het Zuiden des lands zullen, naar verluidt in de dagbladen, pogingen aanwenden bij het bestuur der Rad- boudstichting, om de eerlang op te riebten katholieke universiteit binuen hare muren gevestigd te zien. Tilburg, Den Bosch, Eind hoven, Nijmegen en andere plaatsen zullen beproeven de universiteit te verkrijgen. Het bestuur der Radboudstichting beeft dus slechts te kiezen. Begrijpelijk is bet, dat ook Maastricht niets ongedaan zal laten om de K. U. te bekomen, en in de afdeelingen tot onderzoek van de gemeentebegrooting 1912 werd geïnformeerd, of B. en W. reeds stappen hebben gedaan om de kath. universiteit voor bet aloude Traject ad Mosam te verkrijgen. In een afdeeling werd als algemeene wenseh te kennen gegeven, dat Maastricht niets on gedaan moest laten in dezen, terwijl de raads leden tevens de meening waren toegedaan, dat eventueel niet zon mogen worden opge zien tegen bet brengen van zware financieele offers. Het antwoord van B. en W. was, dat hun college zieh met een officieel schrijven tot het bestuur der Radboudstichting wenden zal, met het verzoek mede te deelen, of er kans bestaat, om de op te richten K. U. te Maastricht te vestigen. In dat schrijven zul len B. en W. tevens mededeelen, dat de ge meente niet zal opzien tegen het brengen van beduidende financieele offers, wanneer daar door de vestiging der Universiteit te Maas tricht kan worden verzekerd. B. en W. zul len in ieder geval al het mogelijke doen, om den door de raadsleden uitgesproken wensch te verwezenlijken. Van 24 appelbollen. Men meldt uit Am sterdam Een geacht collega aan een onzer grootste dagbladen was voor de zooveekte maal vader geworden. De mededeeling van bet heuglijke nieuws wekt© sensatie op het redactiebureau. De chef der verslaggeverij, zelf vader van een talrijk kroost, riep: „Kerel, kerel, wat is dat in teressant." De chef-buitenland, die altijd vreeseiijk werkt met citaten, kwam den blijden vader tegemoet met Victor Hugo's: Lorsque l'enfant parait, le cercle de familie applaudit a grands eris." Enfin, de jonge spruit veroorzaakte een al gemeene toenadering.... de vader zou op ap pelbollen tracteeren. 24 appelbollen werden in een lunchroom be steld. Ze moesten bezorgd worden bij de re dactie van blad voor binnenland. Maar redacteuren van bladen schrijven dik werf niet alleen slecht (ik kom mij-zelf niet te na, wanneer ik dit zeg), maar spreken vaak ook slecht. Men verstond in plaats „binnenland", „Bin nenkant" en zoo werden de goud-gelige bollen naar den Binnenkant gezonden, waar het redac tiebureau niet te vinden was. De loopjongen, die het kistje met d© zoete waar liet balanceeren op zijn hoofd, werd er „naar" van. Hier is plaats voor de volgende anecdote, waar(aan mijn verhaal nauw verwant is. Men zou in den Stadsschouwburg „Le Rói d'Ys" van Lalo geven. Op een diamantslijperij, waar men „stapel" was op muziek, stuurde een diamant-bewerker zijn loopjongen om twee plaatsen te halen. Om te zorgen, dat hij de boodschap goed deed, had men hem gezegd, dat hij maar om twee plaatsen voor „radijsjes" moest vragen, dan zou men hem wel begrijpen. De jongen gaat. Heel dikwerf herhaalt hij het woord radijsjes, zóó dikwerf, dat hem het woord niet meer te binnen wilde schieten en bij het plaatsbureau van den schouwburg gekomen, was hij het woord verge ten. Maar hij moest zijn boodschap doen en hij vroeg„Mijnheer, geef u mij twee plaatsen van vanoch u weet wel van die knolletjes. Zooals het dezen loopjongen ging, gang het ook den loopjongen van de lunchroom. De naam van het blad, waar de bollen bezorgd moesten worden, was hij vergeten en hij bezorg de ze ten slotte aan de redactie van een ander blad. De redactieleden daar vielen op de bollen als hongerige wolven aan. Heel de redactie stond voor de kist geschaard en de zetmachines ston den een oogenblik stil, bij gebrek aan copie. En terwijl men zich hier to goed deed, wacht te men daar ginds op de bollen, die niet kwa men. Men telephoneerde, onderzocht en einde lijk bleek de vergissing, toen er van de 21 appel bollen niets meer was overgebleven. De collega's, die de appelbollen hadden ge kregen en gegeten, weigeren te betalen. Ze dachten, dat ze afkomstig waren van een dank baar inzender, die eindelijk een ingezonden stuk had geplaatst gekregen. En men vertelt, dat de „gelukkige" vader met de lunchroom wil procedeeren, wie de schade moet betalen. („Yad.") Uit bef volksleven. In het doorgaans nog al stille gehucht Overhoven, onder Sit- tard, heeft zich een dezer dagen in het vroe ge ochtenduur behalve een zeer aandoenlijk tooneel, ook een tooneel van strijd, met, en verzet tegen een drietal dienaren der wet in functie, afgespeeld zooals hier nooit voorheen wel zal zijn voorgekomen. Van een daar wo nend echtpaar, waarvan de man een flink gedeelte van ieder jaar afwezig is en dan gewoonlijk logeert in het Rijks-hotel ,de houten lepel" werden de twee jongste kin deren aan de ouderlijke macht onttrokken en zonden dien dag het lot gaan deelen van een 4-tal oudere broertjes en zusjes, die reeds sedert geruimen tijd in eene voor hen beter passende verblijfplaats worden ver zorgd. Ten einde die beide kinderen nn nit hunne omgeving weg te halen, begaven zich in den vroegen morgen de maréchausseés Steennert en Beulen alsmede de gemeenteveldwachter Gruizen naar bedoelde woning. Manlief was afwezig. De moedor alsmede de oudste zoon, 19 jaar oud, hadden reeds geraden, waarom dat rijtuig op het pleintje voor hunne wo ning stilhield en hadden ze er den tijd toe gehad zeer zeker zouden zij die woning tot een „fort Chabrol" hebben ingericht. „Watl Kinderen halent voor den ddat zal niet gebeuren, eerder blijven jullie allemaal kapot," aldus orakelde de zoon. Meteen nam hij een riek en stormde daarmede op de dienaren der wet aan, doch dezen staken hunne handen ook niet in hun ne zakken en weldra nam het gevecht eer» aauvaug. De moeder hielp haar zoon dap per in den strijd. Een stok door een der maré- chaussées te verdediging gebruikt, ging bij den eersten slag in tweeën. In het heetst van den strijd geraakte de moeder eensklaps bui ten gevecht, daar zij hjj een noodzakelijk retireeren de onvoorzichtigheid beging, „in een mestput te vallen. Zoonlief waren nu ook spoedig de wapenen ontrukt waarmede hij weliswaar eenige slagen had uitgedeeld, doch die hem ruimschoots werden terugbe taald. Men geraakte dan eindelijk binnen de armzalige woning. Een 8-jarig jongetje was reeds op en had een gedeelte van het buiten afgespeelde tooneel al sidderend gade geslagen. Zeer gewillig liet hij zich in het gereedstaande rijtuig plaatsen. In een scha mel bedje lag het 3-jarig meisje en sliep nog. Een der maréchaussées zag zich dus ge noodzaakt tot de harde taak over te gaan, het kind nit zyn rnstigen slaap op te nemen en het in nachtgewaad, bestaande uit een half versleten hemdje, naar het rijtuig te dragen, terwijl moeder en zoon door de beide politiemannen in bedwang werden gehou den, hetgeen natuurlijk een zware karwei was, want ook deze, overigens als hardvoch tig hekend staande vrouw, voelde thans, nn ze zieh van haar jongste telg zag scheiden, de moederlijke liefde boven komen. Terwijl zij en haar zoon maar voortgingen met razen en tieren, en de grofste gemeen heden naar de hoofden der politiemannen bleven slingeren, wier harde plicht het toch was aan de bepaling der wet te voldoen, werden de kinderen in het rijtuig door be hulpzame bnren van de noodige kleeren en boterhammen, koffie enz. voorzien waarna het rijtuig den weg naar het station Sittard insloeg. De 19-jarige zoon, die zich in zijne jeugd ook eenmaal zoo zag weggevoerd, later hij zijne uitbesteding zijn haas te Ble- riek meermalen ontvluchtte, volgde steeds het rijtuig onder het uiten van allerlei be dreigingen. Ten slotte zagen de maréchaus sées zich genoodzaakt den opgewonden jon gen te arresteeren. Bij fonilleering kwam een groot broodmes voor den dag, hetwelk hjj onder zijne kleeren verborgen had. De kinderen toonden zieh zeer inschikke lijk in hun lot. Glunderend van genoegeD beschreef het 8-jarig jongetje aan zijn zusje hoe goed zij het thans zouden krijgen in hun aanstaande nieuwe verblijf. L. K. OF NAAR HET FRANSCH o De woeker had in 'dien tijd zeer groote Mxnetingen aangenomen, zoodat de overlie den meermalen moesten ingrijpen. Toen de nacht gekomen was liep La. Ri botte van woning tort woning. Hij had in den namiddag' niets meer willen drinken, daar hij helder van geest wilde blijven en fotï'offen weri door een ongewone levemdig- jfteid in Compiègne. droepen boeren, gewapend met' zeisen, kooi- yerken, bijlen enz. liepen voortdurend door P® stad en men zon een o,ogenblik gedacht hebben, dat zij veel schade aanrichtten. Al- was gericht op de plundering van een «nis buiten de muren. La Rihotte, ging op! het' eerste bericht den aanyal paar het juut, wta'ar de boeren, onder wie zicli roevers gemengd had den, woedend cn brullend een verlaten huis in brand staken. Het d ak stortte in, toen hij aankwam. Hij hield zich wat ter zijde en volgde met een opmerkzaam oog de vordeningen van den brand, die langzamerhand alles, wat er nog- van het huis over was, verteerde. Hij werd nieuwsgierig.... Aan wie behoort dat huisvroeg hij aan ©enige burgers, die uit nieuwsgierig heid hierheen gekomen waren, evenals hij. -I een niet zeer gewichtig persoon, een jood, Samuel genaamd.... -— SamuelI Hg .duivel hale hem! Door dn-zen plofcselingen slag ontmoedigd, "Va 1 botte vooruit naar de woning. Hij bleed voor de puinhcopen staan en vroeg zieh af wat nu te doen, terwijl hij zich schaamde over zijn o-ndoordaohte beweging. Hij mengde zich onder de boeren, die niet verwonderd waren over zijn aanwezigheid, want er waren reeds meerdere avonturiers bij hen gekomen en door hun gesprekken vernam hij alles wat hij weten wilde. De woning was onverhoeds aangevallen', maar de aanvallers hadden er Samuel niet gevonden en ook niet de rijkdommen, die ■hij onder zich had. Alles was verdwenen, zonder dat men wist hoe. I Men vermoedde wel, dat er een geheime bergplaats was, maar toen de vloer openge broken was, had men niets ontdekt en geen enkele verborgen toegang was voor den dag gekomen. La Ribotte was, evenals vele anderen ervan overtuigd, dat Samuel met ver weg was en i zijn schatten niet in den steek gelaten had. I Toen de „Jacques wegtrokken naar de Oise om zich in verbinding te stellen met :de hoofdmacht onder Chariot de Clermont, verliet hij de plaats met. Vele bandieten, die i met de boeren waren mede gekomen volg eden zijn voorbeeld en zochten góed en j zee kwaad als 't ging een schuilplaats tus- 6CJi€n de roakende pLiinihoop^n Drie muren waren uitstort. Een stond nog overeind, gestut door Zware steenMoli. ken. waaruit de schoorsteen oraw« La Biïotte ©n ie anaeren»^nMn Tt>1 «ver het terrein te ontnumen, ZOo gauw het mogelijk was .de afgekoelde overblijfselen aan te raken. De geheele nacht werd aan dien arbeid besteed. De morgen begon reeds te schemeren. Er was geen steen, ot geen stuk balk, dat niet van zijn plants genomen was; alleen het stuk muur, dat was blijven staan kon den toe gang tot een of andere geheime schuilplaats bevatten. De avonturiers gingen bij verschillende deelen van den muur staan in afwachting, dat Samuel zou verschijnen. Als ie Jood zich ergens verborgen had, dan had hij er zeker ook voor gezorgd niet van honger te zullen sterven binnen ader en-twintig uur, want de dag ging voorbij zonder dat degenen, die op hem wachten zelfs maar de schaduw Van zijn neus. of zijn haard zagen. Sommigen gaven het op. De nacht, die nu volgde en even weinig resultaat opleverde, ontmoedigde de laatsten, zoodat La, Ribot te meester van het terrein was, ten minste zoo meende hij. Munt den vorigen avond was een man bij de woning gekomen, die oplettend alle per sonen bekeken had, bij het licht van een brandstapel, waarhij de avonturiers nu en dan hun verstijfde ledematen kwamen ver warmen Toen La Ribotte naderde, week de man terug in de schaduw. Ik heb hem! Ik hén op tijd, had hij gemompeld. Le Truand want naar men waarschijn lijk reeds begrepen heeft, was deze het die die-n dag te Compiègne was aangekomen Iliad vernomen welke gebeurtenissen zich den vorigen dag hadden afgespeeld en had zon- i der te wachten zijn schreden gericht naar de puinhoopen van liet huis van Samuel, j Veronderstellend, dat hij daar zijn vroege- ren vriend wel zou kunnen aantreffen, was hij zoo voorzichtig zieh niet te laten zien en zoo kon hij a-lle bewegingen van La Ri botte nagaain, zonder dat deze ook maar in het minst bemerkte, dat hij bespied werd. Tegen den morgen ging Le Truand naai de tegenovergestelde zijde van den muur, dan waar zijn vroegere makker was en wachtte. Do uren gingen voorbij, ééntonig, zonder dat er iets gebeurde. La Rdbbtte werd onge duldig. Satan mag de ziel van dien hond heb ben Ik kan fxxh geen weken bij deze puin hoopen blijven! Als morgenochtend Samuel niet voor den dag is gekomen ga ik naar Jacob terug en vraag ik hem een betereii geldschieter te zoekend. Na deze overweging wikkelde hij zich in zijn mantel en ging hij op den grond liggen. De avondnevel vervaagde de omtrekken van personen en zaken toen eenig gedruiseh. dat hij hoorde hem de oogen deed openen. Het geluid kwam uit den schoorsteen, dien men niet onderzocht had. La Ribotte had den vorigen avond dezen eteenen schoorsteen bekeken, maar hij rust te op een enkelen steen, waarin geen groef of opening te zien was. De steen gleed weg en dcor de opening kwam voorzichtig en geheimzinnig een ge stalte. Het was Samuei, die toen hij niets meer gehoord had sinds den vorigen avond, er een oog .aan durfde wagen. La Ribotte verdween geheel achter de bal ken, die overal verspreid lagen en Le Tru and was goeld verbergen. Samuel luisterde oplettend. Toen geen en kel geluid de aanwezigheid van eenig levenc wezen verried, kwam hij geheel te voorschijn. Hij durfde zich eerst niet verwijderen. Toen hjj geheel zeker was stiet hij met den voel tegen den steen en plaatste dien alJns weer in zijn ouden toestand. De jool verwijderde ziel» haastig. Toeval lig .ging .hij juist den kant. uit; waar Lc Ribotte was. Toen hij dicht bij den avontu-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5