TWEEDE BLAD Rond de Liturgie. Walgelijk BUITENLAND. BINNENLAND. Woudschennis. Vragenbus. ZATERDAG as NOVEMBER 1911 NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT Het is een onomstootelijk feit, dat de sociaal- ïemoeraten in onze Tweede Kamer, sinds ze ge zien hebben dat door dwarsdrijverij 's lands za ken deerlijk in de war kunnen worden gestuurd, dat dus een gering aantal in staat is om de heele regeeringsmachine stil te zetten, in onbe schoftheid en onparlementaire handelwijze buitengemeen zijn toegenomen 1 Het vlegelachtig gedrag der socialisten bij de behandeling der Militiewet, die zoolang moge lijk is gerekt, de blijkbare toeleg om alle so ciale hervormingen die de Regeering gereed heeft, op de lange baan 1:e schuiven, het er gerlijke gescheld en de allerlaagst-bij-dcn- grondsclie ..aardigheden" dio Ruijs zich veroor looft, dat alles toont duidelijk aan dat de zeven socialisten het peil van onze lweede Ka mer opzettelijk en met voorbedachten rade naar beneden willeu balen. Personaliteiten, laffe maar beleedigende „moppen" op de mannen van talent dio bun ga ven beschikbaar stellen voor 's volks welzijn, hoort men in de Kamer eiken dag. Maar zoo iets als gisteren en eergisteren is "voorgevallen, heeft het Nod-erlaiidsche parle ment nog niet beleefd! Wij bed-oelen den laffen, belcedigenden, schan delijken aanval van een onbenulligheid als do socialist Schaper is, tegen een zoo onkreukbaar, hoogstaand, bekwaam en edel staatsman van Europeesche vermaardheid, als ,lhr. Mr. de Sa- Yormin Lohman. Een der edelste figuren van onze volksvertegenwoordigors, geëerd door al degenen die beginseltrouw cti liooge geestesga ven weten te waardeoren, is Jhr. Lobman een man, die steeds ook door zijn tegenstanders is gerespecteerd. Dezen ouden, eerbiedwaardige staatsman is het nu overkomen, dat een volksmenner als Schaper, die op de schouders van de massa is geklommen naar Je hoogte van Kamerlid, hem durft, te beschuldigen van wat dezen man zeker juist in de allerlaatste plaats ooit kon worden aangewreven: van oneerlijkheid en nepotisme! De lieer Lohinan heeft gisteren in de Kamer zitting zelve duidelijk aangetoond, dat er voor de laffe, oneerlijke beschuldiging van Schaper geen grond is, en daarenboven, dat deze vlegel achtige persoonlijke aanval met de zaak die men ir. de Kamer behandelde, niets uitstaande had, en er dus alleen uit persoonlijken haat was bij gesleept. „Voor het land en voor de Kamer" sprak de heer Lobman, en voor deze was de eerlijke, eer biedwaardige kampioen van onkreukbaarheid en eerlijkheid reeds bij voorbaat gerechtvaar digd Was de aanval-zelf reeds walgelijk zooals we het gisteren in ons „Kameroverzicht" noem den, de houding van Schaper na het waardig woord van Jhr. Lohman was nog meer walge lijk.' Grof en beleedigend, verwaten en brutaal als een straatvlegel wien zelfs een geduchte af straffing niet meer verbeteren kan, jouwde Schaper na het waardig protest van den heer Lohman, den man dien hij zoo laag beleedigd had, nog uit. De geheelo rechterzijde ging als één man leen, en liet Schaper in z'n eentje tieren; doch iclfs zulke lessen van behoorlijkheid, in ons Par lement tot dusver een unicum, zijn voor Schaper, Duijs en consorten slechts olie in hot vuur Hun ellendige houding, die dan toch nu wel »ilo perken te buiten gaat, honden ze vol: de lezers van „Het Volk" verlangen immers steeds ti.'euwe „pikante" zaken" van hun creaturen in de Kamer! Maar „Het Volk" moge dan met een grijns van hatelijk genoegen bij dit gedoe van vreugde opspringen, het Nederlandsche volk, het ech te volk, krijgt genoeg van deze vlegelachtige manier van optreden, die ons Parlement ten schande is 1 Wij zijn er zeker van, dat niet alléén de Ka tholieken die in Zaandam door hun wegblijven van de stembus Duijs deden verkiezen, maar de ivergroote meerderheid van onze natie de Amstcrdamsche diamantslijpers en andere mis leide arbeiders die met een soeialistisehen „toe komststaat" worden gepaaid, dan uitgezonderd - genoeg heeft van zulke walgelijke manieren! Zelfs hun, die lichtzinnig anders nog wel eens lachen om een „grapje", -- die een hatelijkheid tegenover een katholiek of geloovig Protestant niet zoo heel erg- vinden, moet de houding, die de socialisten in den laatsten tijd aannemen, en de laffe, onwaardige, schandelijke houding van Schaper in het bijzonder, al te kras zijnl Zelfs" de liberale ochtendbladen spreken alle hun verontwaardiging uit! Wij zeggen nog eens: laat men zich dat alles herinneren/als de stembus ons roept. Mag de schande op ons blijven liggen, dat zul ke lui achtbare, eevbied-afdwingende, bekwame mannen van ons land ten aanhoore van een ieder kunnen beleedigen? Een Köpenick in Frankrijk. Er verdwij nen, schrijft de corr. van de N. R. Crt., in de laatste tijden werkelijk wel wat heel veel „bankiers" met de fondsen hunner clien tèle natuurlijk. Ditmaal is het een bankier, Kapper genaamd, die eigenlijk het goede denkbeeld gekoesterd bad voor vermoord door te gaan, maar thans blijkt er levend van doorgegaan te zijn met een deficit van een millioen, wel te verstaan. Men vraagt zich af hoe het publiek er loe komt aan de avonturiers, die plotseling als „bankier" uit den grond opgerezen komen, om er even plotseling in te verdwijnen, zijn geld toe to vertrouwen. Do dure stand, het imposante bureau, de gegalonneerde portier, zijn voldoende de beurzen van de goege meente te openen. Het is mij als advocaat gebeurd drie uit Nederland geestdriftig overgekomeu eu reeds ingepalmde personen bijna in toorn te gen mij te zien ontbranden, omdat ik hun ten sterkste afried vijf-en-dértig duizend i'rs. op deze wijze weg te gooien. Zij waren reeds zoozeer in een soes gebracht en hadden de verwezenlijking van stoute verwachtingen reeds zoozeer voor oogen, dat zehet mij kwa lijk namen deze sclioonö illusiën te storen. Een zoo voornaam financier, in een zoo sjiek bureau, met een portier, een groote verga derzaal. Ze wilden dat ik mij zelf overtuigde van den ernst van .den man en van zijn za ken; de groote financier ontving dezer dagen elkén middag van twee tot drie uur. Dat was een reden om er 's morgens om elf uur heen te gaan. En wat bleek? De sjieke bureau's met den portier, de vergaderzaal, de groote dossierkasten on heel de verdere indrukwekkende rest was per uur te huur. Dien morgen om elf uur was het een andere finaueieele grootheid, die er slachtoffers im poneerde; 's middags van half vier tot zes was het dien dag een Londensch „promotor eu geldschieter op juweelen", naar men mij zeide. Wie weet of er des avonds niet een klaudestiene speelbank huisde. En als men iu die „sjieke bureaux" met alle geweld zijn geld wilde wagen, zou mogelijk liasardspel nog de sekuors'te manier geweest zijn. Do geschiedenis van een „lioofd-admini- strateur van de koloniale secties van ooste lijk Afrika", waar de korrespondent te Parijs, hierboven op bedoelt, is inderdaad zoo onge looflijk mal eu en lijkt zóó onwaarschijn lijk, dat wij ons afvragen of zij niet die van den „kapitein van Köpenick" overtreft. Ziehier in liet, kort het geval, dat zieb te Granville heeft afgespeeld. Op een goeden morgen komt er in de pro vinciestad een onbekende aan en neemt zijn intrek in een hotel. Niemaud weet van waar de mail komt, maar hij heeft een titel; „hoofd administrateur van de koloniale sec ties van oostelijk Afrika" en hij noemt zich meneer Dnrand de Bellefond de Gournet; hij is gedecoreerd. En dadelijk, zonder dat iemand een cent van hem ziet, eet en drinkt hij duur, huurt kamers. En begint zich dan in de stad te laten zien; in uniform, en in wat voor uniform. Het hoofddeksel is dat der onderprefecten, de zwarte dolman draagt zilveren versierselen; de degen is een zee officiersdegen en over de jas prijkt een breed bnrgemeesterslint, een fraaie drie kleurige sjerp van zijde en gloednieuw. Weldra wordt het bekend, dat deze hooge person iiage in de streek een school voor ko lonialen landbouw wil vestigen en van alle kanten worden hem terreinen te koop aan geboden. Ten slotte vestigt de beer Durand do Bellefond de Gournet zijn keus op een landgoed van drie-en-twintig hectaren. En nu moet de school gesticht worden. Daar is dus ook een bestuurder voor noodig. Gelukkig bezit de heer Bellefond een schoonvader, de heer Girard een machinist die wel is waar wat jonger is dan hij zelf, maar wat zou dat. Girard komt to hulp, met zijn vrouw. De koloniale school is gesticht. Eiken Zondag wordt op de boer'derij die op bet aangekochte terrein staat, triomfante lijk de vlag gebeschen. Voor een staats school is echter personeel noodig: de leer lingen komen wel vanzelf. De Bellefond I plaatst advertenties iu bladen uit de streek I en in een Parijscli blad. Er worden gouden bergen beloofd met succes. Uit een gat in Bretagne biedt zich een brave boer met drie zonen aan; acht andere jongelingen volgen. Meneer de hoofd administrateur der kolo niale secties van Oost-Afrika begint met 1500 frank borgstelling te vragen aan den braven boer, die betaalt De welvaart voor de koloniale school is begonnen. Alles op de onderneming gaat militaire- ment, dus moeten er ook uniformen zijn. De Bellefond bestelt elf uniformen bij den kleermaker uit de plaats; zwarte jas en groene broek; kosten 600 frank, die niet be taald worden. De uniform van den hoofd- j administrateur onderscheidt zich van de tien andere door overvloediger gebruik van goud-galon. En aan het hoofd van dit sehit- terend escorte trekt de heer Duraud de Bel- lefond de Gournet door de streek. Met een notaris uit de buurt weet hij vriendschap te sluiten; het veelvuldig gebruik van diens automobiel verschaft hem krediet bij j vleeschhouwer, kruidenier, modiste e. a. te Granville. Ilij laat betalen, door zijn schoou- I vader, den machinist, met bons, die alle drie maanden aan de koloniale school voldaan zullen worden. Dan gebeurt er iets prachtigs, dat aan meneer de Bellefond gelegenheid geeft zich in zijn volle kracht te toonen. Het ministe rie van oorlog zendt twee wagons kruit naar Granville en laat tegelijkertijd don station chef weten, dat er twee administrateurs den wagon in ontvangst zullen komen nemen. De wagons komen aan: de stationchef schrijft dat aan den administrateur-generaal. Maar wie is er to Granville administrateur gene raal? Niemand weet het. Gelukkig is er nog een postbode! Wie is er meer „administra teur" dan meneer .Durand de Bellefond de Gournet? I Deze krijgt den brief van den stationschef en de Bellefond baast zieb naar Granville 'te gaan, loont er grooieu ijver, bemoeit zich met alles, laat de wagens met kruit fzetten door een piket soldaten pp wanner ck echte administrateur aankomt, vindt bij alles reeds afgedaan. De Bellefond beeft slechts zijn dank te aanvaarden. Dan woont deze in uniform do manoeuvres bij; hij dringt door tot in de nabijheid van een generaal en laat zich zijn brieven toezenden aan bet adres van „meneer den 11oofd-adminitratenr bij den kolonel van bet tweede regiment." Wan neer de ramp van de Liberté gebeurt, weet de Bellefond wat zijn pkeht is. In de streek wonen ouders, wier zonen zijn omgekomen. De hoofd administrateur gaat .bun iu groot tenue uit naam van de Regeering der repu bliek deelneming hdtnSgen. Terusgekc rd ontvangt bij notabelen in bet schóól ge bouw". Des avonds komt de pastoor van Bréville eten. Maar eindelijk begaat de Bel lefond een zwakheid. Bij do versierselen, die i hij op zijn uniform dropg, had het hem van niet groote beteekenig toegeschenen er het legioen van eer bij te hangen. Maar een in discreet inspecteur van politie kwam D m vragen of bij zijn brevet als ridder eens mocht zien. En dat was liet begin van de de bacle. De hoofdadministrateur van de kolo niale secties in Oost- kfrikn. zal zicli na voor den rechter moeten vera of woorden. H ij laat j in de streek van Granville een schuld van 30 000 frank achter. De bladen stellen de vraag, boe bet moge lijk is, dat er in een departement, dat pet slot toch „bestuurd" wordt, zulk een aller- dwaaste vertooning mogelijk is kunnen zijn. Goed gevolg. Naar het Brusselsche „N. v. d. D." meldt, heeft de hurgcnieestcv van Brussel, tot nader bevel, alle straatbetoögin- gen en samenscholingen op den openbaren weg verboden. Dit is genomen, zoo verklaart M. Max, gelijk het „N. v. d. D." verder mede deelt, omdat er sedert eenigen tijd ingerichte benden iu de stad rondlooptm en erge wan ordelijkheden veroorzaken. I „De burgemeester gaat het bind door, schijnt daarmee de betoogingen te bedoelen, door de koffiehuisbedienden tegen de plaat- singsbureelen ingericht, eu ook die door de j winkelbedienden gehouden, om de sluiting der groote magazijnen ten 7 ure 's avonds te bekomen. Maar terzelfder tijd zijn ook de li berale en socialistische studenten en jonge wachten door dat verbod getroffen en zullen zij niet meer in benden mogen rondloopeu, om de katholieke jongelingen aan te vallen l en te mishandelen. Zonder bet te wille» zeg gen, heeft M. Max dus eindelijk toegegeven aan den wenscb dier rustige burgers, die al gemeen vroegen dat er aan die roodblauwe woelingen een einde zou gesteld worden. Het was dan ook hoogst tijd daarvoor, wilde men geen bloedige botsingen zien gebeuren", i Een oude misdaad. |e Konitz, in Oost- Pruisen, is in Maart IcOO oen 16-jarige knaap vermoord, Winter genaamd, wiens lijk uit een vijver werd opgehaald. liet gerucht ging dat men hier met een ntueelon moord te doen had eu een Israëliet is zelfs, van die misdaad verdacht, eenigen tijd in voorarrest geweest, doch moest weer op vrije voeten worden ge steld, omdat er geen bewijzen voor zijn schub* waren. Thans heeft de gescheiden vrouw van een handelsagent, destijds te Konitz gevestigd, haar voormaiigen echtgenoot als den moorde naar aangewezen en zij heeft daarbij uitvoerige inlichtingen gegeven, die overeenstemmen met de bij de ontdekking van de misdaad geconsta teerde feiten. Een Nederlnudsch-Hessisehe kolonie. Dr. Skinner, van het natuurhistorisch museum te New-York, heeft op een eiland, Ramapo Hills genaamd, ongeveer 50 K.M. van New-York ge legen, een kolonie ontdekt van circa 200 men sehen, die .afstammen van blanken, Indianen en negers. Do blanke stamvaders dezer kolonie wa ren Nederlanders en Hessen. Eerstgenoemden waren meerendeels ontvluchte gevangenen, de laatsten uitgewekenen tijdens den vrijheidsoor log Hun afstammelingen hebben een blanke kleur, maar hun vooruitstekende jukbeenderen en lange, smalle schedels duiden hun Indiaan- sche afkomst aan, terwijl liuu dikke lippen en witte tanden hun verwantschap met liet zwarte ras bewijzen». Ook treft men onder hen ver scheidene zuiver-Hollandsehe familienamen aan, als De Groot, De Vries, Van Donk en dergelijke. DE ST. VTNCENTIU S-VEREEN. IN 1910. i Blijkens hel. algemeen verslag over de con- I l'evenliëu en liefdewerken der vereeniging van den H. Viueentius a Paulo, gedurende het jaar 1910, werden in dat jaar ingesteld 9 centrale Raden, en 19 bijzondere Raden; in gelijfd 248 eonferentiën, verdeeld over 21 ver- schillende landen, waaronder 4 in ons land. Iu het afgeloopen jaar werd de vereeni ging gevestigd in de Eransehe kolonie Da- homey en op het Engelsche eiland St. Lucia. Door de hooge bemiddeling van den be- j- schermheer der Vereeniging, Z.Em. kardi naal Vine. Vannutelli, zijn in dit jaar 1911 de reeds lang in Columbia bestaande lief dadige vereenigingcu toegetreden tot de St. i Vinceutius-vereenigiug en zullen zich nu overeenkomstig bet reglement der vereeni ging hervormen. Voor de St. Vincentius-ver- eenigiug is de aanwinst van dit groote ka- I tholieke -land, zooals het verslag zegt, een waarlijk providentieele gebeurtenis. WERK AAN DEN WINKEL. Ten gc-.oego \an de steeds spaarzamer ge- hoorde klagers, dat ons huidig ministerie niets uitvoert, la en we lner een lijstjo volgen van webontwerpen, die alleen hij he! ministerie van i Justdie in de maak zijn. Naar we in de Memorie van Antwoord 110- I pens de dusLt'ehegioo'iag leren, hoopt Minister j Rcgotit binnen niet al ie langen tijd met voor- j sleden to-t op'o si g der ceds-kweslie te komen. W eis voorstellen o; invoering der voorwaar- J deiijkc strafopschorting, tot bevordering der be- f faling van ge'dbocBan en -lot uitbreiding der voor- I waardelijkc kivrijheidsslciling iju gereed óm i het departement te verlaten. Een voorstel lot algemeeue herziening van hot welhoek van strafvordering wordt binnen .- betrekkelijk korten tijd i- 'ge iend. Eerlang zal een. herziening van het Eerste bock van het Wetboek van Strafrecht de Ka mi er bereiken. Een wetsvoorstel tol beteugeling van land- j looperij en bedelarij zal iui den loop van liet 1 zittingsjaar worden Ingezonden. Binnen enkele maanden is hel elfde te vcr- I wachten van een wet tot bestrijding van ha- j bilu eelc dronkenschap. J Evenzoo eindelijk slaat het geschapen met een wet op de woonwagens en. de woonsche pen. Klachten als zou het mieislerii niets .uitrich ten, kunnen dus wel heel en al ingepakt wor den. Bij hel vele, dat nog onder handen is weer een heele reeks nuttige maatregelen in j voorbereiding, waaronder er ve/schilletido- zijn, 1 die van alle zijden hartelijk zullen toegejuicht 1 worden ea zeer zeker de maatschappij ten goede zu"en komen'. Als.. de anderen, die mede te zorgen heb ben, dal weaschen in wetten worden omge- zel, nu maar even voortvarend te werk gaan aks het ministerie. Aan werk, dat hun vanwege ;de Regeering wordt voorgezet, ontbreekt liet niet. LLOYD- EN RIVIERA-EXPRESS. Men verzoekt ons opname van het volgende: j Vanaf dei lea December a. s. zal door een nieuwen luxe-trein, „Lloyd- en Riviera-Express" LXXIX. Oorsprong- der Kerkklok. i f Werden in het Oude Verbond de Joden krachtens Gods bestel door middel van twee zilveren bazuinen tot den tempeldienst uit.- genoodigd, de eerste christenen konden wilden zij niet aan de heidenen bekend wor den elkander slechts in het geheim om trent tijd en plaats van de godsdienstoefci. ning inlichten. Nauwelijks echter had Con, stantijn het heidendom afgezworen (begin 4p eeuw), of ook zij lieten zich in het openbsap en op feestelijke wijze ter kerke roepen, hier door middel van bazuingeschal, .ginds door welluidende hamerslagen op liout. steen ei' metaal, later algemeen door klok keu. Door wie en wanneer de klokken uitgevon den zijn, valt niet met zekerheid te zeggen. Sommigen houden Paulimis, bis-uliop van Nola (einde 4e eeuw) voor den uitvinder, an deren Paus Sabintanius (60460G). Zeker dat, toen in 659 de stad Orleans belegerd werd door Clotarius, koning der Franken, en bisschop Lupus de klokken zijner kerk liet luidende Frankische soldaten, niet wetende wat er aan de band was, liet hazen pad kozen. Zoowel de doelmatigheid der klokken tot snelle en vèrklinkeude verkondi ging aller heilige handelingen der Kerk. als haar feestelijke en op hot gemoed diep in grijpende klanken, droegen veel bij tot snelle en algemeene invoering ervan in de gansehe Kerk. genaamd, een nieuwe treinverbinding tot stand komen. De trein loopt dagelijks in de ririlling van het Noorden naar het Zuiden en omge- I keerd. Hij bestaat geheel uit sa!ou- slaap- e:t restauratie-rijtuigen mei doorgaande wagens van 's Gravenhage en Amsterdam naar Marseille cn Ventimiglia, alsook van 's Gravenhage en Am sterdam naar Genua, zoo-dat <lc passagiers ge- tegenheid hebben, zonder onderweg o.cr te slap- peat, tiurne plaats van bestemming te bereiken. J Do I.lovd- eu Riviera Express, die natuurlijk ook voor het verkeer naar de fusschenst» ih»v> gebruikt kan worden, vormt eene uitstekend© verbinding van en naar de Middelhui Iscftc Zee, welke vooral van be'ang is voor reizigers, die een reis naar de voornaamste havens der No-od en Zuidkust van de Middel!,andsdie Zee wil len ondernemen. Van Marseille b.v. vertrekken Norddevilsclier Lloyd-booten naar Tunis cn Egypte in aansluiting aan den Lloyd- en Ri viera Express, terwijl in Genua een uitstekende verbinding in aansluiting aan de Rijksposl.boo- len, alsook aau de Mittelmeer-Levau'e hooien en het naar Corfu en A'exandrië varende sl iom- I schip „Priuz Hein rich" (alle van den Nord- dcutsche Lloyd), wordt verkregen. De trein vertrekt uit den Haag (S.S.) om 2.48 nam., uit Amsterdam (W. P.) 3.10. nam. en komt j den volgenden dag om 4.15 nam. in Genua, en 8 in Ventimiglia aan. Het is de vlu.ste treinverbinding, die lussdien Nederland cn de voornaamste plaatsen aan de Noordkust <'er Middeltandsche Zee eu de Noord-Afrikaansche haveats beslaat. Vr, Er slond onlangs iels in de „Nieuwe Haarl. Courant" over de loten van liet Paleis voor Volksvlijt. Er is verschil, rclirijlt u, over do leeni-g van het jaar 1867. Nu heb ik loten van het jaar 1869, trekking elk jaar iu de mus ad Juni. Zijn. ook deze loben nu niet in orde? En moet ik mij ook bij de onderteekenaars .au het protest aansluiten? Antw. De kwestie loopt èu over de loten van het jaar 1867, èn over die van hel jaar 1869, u zult dus goed doeu u zoodra mogetijk bij de protestbeweging aan te sluiten. V r. van J. H. G. alhier. A n t w. Uw ijver om de vereeniging een nieuw vaandel te bezorgen, vinden wij zeer prijzens waardig. Wij vreezen echter dat u aa:i het door u bedoelde adres niet zult terecht komen. Die dames hebben maar één doel, cn werken voor dat doel. Wij zouden echter als de offertjes der leden niet toereikend zijn, oen beroep do 11 op de beurzen van buiten de vereeniging sta m menschen. V r. Zoudt u mij een of meerdere handboe ken (boekjes) kunnen aanwijzen voor praetkcha Fransehe Handelscorrespondentie'? Antw. Wij kunnen u op deze vraag hier Ier plaalse niet van antwoord dienen. Het zou gelijk staan met ceaie aaubeveling onzerzijds. V-. eu it u echter tot den eersten den besten boekhande laar hier ter stede, en deze za! u voorzeker ]S u de tijd weer nadert, dat men met de boo- roen in de bosschen en plantsoenen van Haar lem op eigenaardige wijze gaat omspringen, en Sfcifs in de stukken aan den Raad, door burge meester en wethouders ingediend, reeds een lan ge, droeve lijst voorkomt van geboomte, dat ten doode staat opgeschreven, mag een kort woord van protest togen het voorgenomen vandalisme niet ontbreken, meent de heer J. ]j\ M. Sterck 'in do O. H. Ot. Hij schrijft: De Raad van Haarlem laadt een zware ver wet woordelijkheid op zich door, op advies van ién persoon, bij moge dan ook nog zoo'n groote «iendroloog zijn, te besluiten lot liet houden van puike ingrijpende slachtingen onder de boomen, l'uls nu reeds in de laatste jaren geregeld hebben 'plaats gehad. Hebben de achtbare leden zieb "persoonlijk op de hoogte gesteld, door eigen aau- schouwing, van het effect, dat in den Hout ver- I kregen zal worden door het verwijderen van zoo vele boomen? Indien de adviseur nu eens van een verkeerd beginsel uitging bij zijn plannen ttot verbetering en verfraaiing volgens ziju op- V'a t ti d g Wat wil de bekwame boomkundige L. Sprin ger van den Hout maken Moet het een natuur- jbosch blijven, of in een wandelpark herschapen jij* orden? j Lit de resultaten, van het werk dat onder lei- 1 ding van den heer Springer wordt uitgevoerd, blijkt ten duidelijkste, dat hij dit laatste wil. De Hout moet een „.natuurlijk park" worden en juist hiertegen dient nipt zorg gewaakt. Wie bijvoorbeeld het plantsoen heeft gekend 1 tnsseheu Frederikspark en Kleine Houtweg en ziet wat de heer S. er van gemaakt heeft, krijgt een juist inzicht van zijn bedoeling. In 1909-10 j is daar de eene prachtboom na den anderen geveld en tusschen enkele nog uitgespaarde booineu ligt nu een keurig onderhouden gras veld, met een paar schamele bloemperkjes dooi' hoog kippengras beschermd en.... on zichtbaar en hier en daar een palm in pot. Dat was de „zomcrpracht" 1911. Dat het maken van parken voor den lieer Springer reeds lange jaren een groote beko ring heeft, blijkt ook nog uit zijn in 1S96 ver schenen, zeer vefdienstelijk geschrift over den Haarlemmer Hout Dl1 bi. 49 over de ver nietiging der flora schrijvende, ZCgt hij o. a. en onze H. Hout, die door de herhaalde verwoestingen eu herplautingen liet karakter van een natuurboseh verloren, doch dit. door de verandering van Zoeker groolendeels herkregen heeft, zal door het vernietigen van de natuur lijke flora hoe langer hoe meer een opgemaakte wandelplaats i n s t e d e van een natuur- 1 ij k park worden. Ik heb dezo laatste wa orden gespatieerd. Zij zeggen het duidelijk: do Ilout moot een natuurlijk park. worden, het ziju de woo-den 'des heeren Springer- Maar hoe kan de lieer j Springer ook anders willen cn handelen! Hij 'noemt zich tuinarchitect, en js er grooter tc- genstrijdighoid denkbaar dan ni de heide deelen van deze benaming? IUt,1-architeef, aartsbouw- lieor van tuinen en parken.; men voc](; wat, het t>eteekent: do natu^i uoov kunst vervangen. Het natuurboseh moet cen ..natuurlijk park" worden. De dendiologiseho kennis 0n bekwaamheid rail den lieer Springer slaan bij mij hoog aan geschreven, maar een boach a]s de Haarlemmer Hout behoort nog met eer, ander oog beschouwd te worden dan nat- \au een tuinarchitect, en wel als uiuuurrnonument, als een prachtstuk van wording. Lijnrecht- tegenover het nalamc- park-stelsol van den heer Springor s.aJ!t b.v. dat wat in 't beroemde hoseli van Fotilaiuebleau 'wordt gehuldigd, waar zelden een boom wordt omgehakt, doch waar do goivorre bezoekers, zoo wel als de kunstenaars, 0 zoo.gaarne Iu Barbi zon hun schilderstudiën maken, voor de gelicelc wereld getuigen van de ongeëvenaarde schoon heid van dat bosch. Aio kout daar niet de be roemde vruzenhoomen 0n als ,.Lc Jupiter", „Lo I'haramond en dergelijke, die misschien wel „ziek" zijn, waar toch cc-n verrukking voor hot schoonlieiuLevrnd oog blijven. En juist voor dit na to urm-hoon schijnt de tuinarchitect weinig Ie gevoelen. Dit blijkt o.a. weer uit de o-spsenryvirfg der ve.-oordeelde bomen in de ,-,rol i i ifgs voord Ach t" aau den Raad, waarvan de terminologie wel van den lieer Springer afkomstig moet. zijn. Wat voor een dendroloog een „beschadigde", of „misvormde", of „minderwaardige", „krom me" of „onregelmatig geplante" boom is, kan van een artistiek en aesthetisch oogpunt ge zien, juist een bijzonder mooie en schilderachtige stam zijn. Waar een tuinarchitect vindt, dat te veel boomen staan, geeft soms juist die dichte beplanting door rijzige lijnen, warme kleuren eri zacht getemperd licht een effect, dat een artist ongaarne zou missen. Maar de heer Springer ziet niet in het natuurboseh: „Een levendige 'kcrek van ongekorven hout", zooals Hooft, en na hem vele anderen gedicht hebbenEr moet gekorven worden, de zon moet in den Hout doordringen! hoeveel wandelaars klaagden niét in dezen heeten zomer, dat er bijna géén koel schaduwplekje meer over is in den ITout. E11 waarom? Er zijn een-ige tering achtige bloempjes gezaaid, daar zijn groote graf borden, bijgezet: „Streng verboden bloemen te jilukken." Zaai bloemen eu plant bloemhout in uw parken, 111:1 ar schend daarom geen bosch, waaraan ge nog in geen honderd jaar de boomen kunt teruggeven, die go nu meed oogenloos er oir hakt. Iu. den Kleinen Hout staan in liet onschat- Ijeiai' mooi 0 „Beuk en rond", vier beukeu ten doo- dv opgeschreven „zijn slecht en leveren gevaar op", staat er bihonh'k hij. Och. dat gevaar. Is er in deu Hout ooit iemand gedood of gekwetst door een boom, die zoogenaamd „.gevaar" opleverde? Bij d u storm van 30 October zijn tal van gevaarlijke, boomen blijven staan, terwijl de meest gezonde exemplaren zijn doorgebroken. Hakken en hou wen is 't systeem; maar hoeveel wordt er bijy- plant? Waarom wordt een gezonde Loom. dio zoogenaamd in den weg staat, niet naar 1 ruimere plek overgeplant? Veel bezwaar iicci'; dit niet. Bij het kasteel Haurzuylens is een heel park met groote boomeu van elders overgeplant. Is 't werkelijk de wensch van 't meerei-dool der inwoners van Haarlem en Heemstede, dat- het aloude stadsbosch een stadspark worde, dat den naam van Hout niet meer verdient-, om-dat er geen mooi hout meer in zal staan? Caveant Consules! dat de Gemeenteraad er voor wake. Men late niet aan den man, die meer dendrolo- gisch dan aesthetisch blijkt te zijn aangelegd, de beslissing in deze hoogst belangrijke vraag. Men stelle hem ter zijde een of meer der zake kundigen op artistiek en aesthetisch gebied. On getwijfeld zal de jonge vereeniging „Heem schut" die zoo-veel voor het behoud van ons ste- deschoon doet en ook in Haarlem met goeden uitslag reeds gedaan heeft, eveneens in de Haar- lemmerhoutquaestie haar liulp en advies willen geven. Moge de Gemeenteraad nog geen beslissing nemen over de voorgestelde boomrooiingen, zon der het oordeel van «Heemschut" te hebben gevraagd. J. F. M. STEROL'-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5