Verzoend en bereenigd.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Sociale Berichten.
Waar het ongeloof toe leidt.
Handschoenen.
Staten-Generaal.
Sport en wedstrijden.
Hei Bon ülapché
„ioyons,"
Handschoenen.
Haarlem-Brussel*
Gewisselde stukken.
fCUILLCTON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Wij lazen onlangs in eenige katholieke bla-
jflen een ingezonden stukje, waarin iemand
den raad gaf van katholieke zijde eene bro
chure te doen verspreiden over het afschu
welijke zedenschandaal te Parijs aan het
licht getreden. Natuurlijk niet om de vieze
geschiedenissen op te disschen, maar om lee-
png te trekken uit de treurige feiten, die een
gilling van afschuw doen gaan door iedere
toog niet geheel bedorven en perverse ziel.
De inzender had geen ongelijk, teekent de
N. T. Crt. hierbij aan.
De Katholieke Kerk wordt iederen dag in
Ïiaar werk, in haar bedienaren, in haar hei-
igste instellingen zelfs bestreden door las
ter en leugen van de gemeenste soort. In alle
landen verschijnen bladen en blaadjes, waar
in met pen en teekenstift de Kerk bij het
,volk verdacht wordt gemaakt door smetten
te werpen op het gedrag der katholieke pries
ters. Wanneer er eens hier of daar een pries
ter, die ten slotte ook maar een mensch is,
bezwijkt voor de verleiding, zijn plicht ver
geet, zijn beloften schendt, met een strafrech
ter in aanraking wordt gebracht, dan zitten
over geheel de wereld op liberale en sociaal
democratische daghladbureaux persproleten
met hun venijnige pen gereed om het inte
ressante geval tegen de Kerk, die reinheid
eischt van haar bedienaren en ook van haar
kinderen, uit te buiten.
Nietwaar, zij, die verheven persridders, die
door geen enkel smetje hun blazoen ooit za
gen bevlekt; die in hun eigen leven zulke
reuzen van zelfverloochening en zelfbeheer-
sching zijn, zij hebben het recht naar een in
stelling, wier leer en streven naar de beoefe
ning van alle deugden uitgaan, met steenen
te werpen!
Christus heeft het immers reeds gezegd, dat
wie zonder zonde was, den eersten steen naar
de overspelige vrouw mocht werpen, dan
hebben zij, die deugdzame mannen, toch wel
zeker het recht hun zwadder te spuwen op
de Kerk, die als instelling haar reinheid wist
te bewaren en wier volgelingen de vergelij
king met het gilde der vrijzinnige perska-
valieren nog wel kunnen doorstaan. Het par
ticulier leven der vrijzinnige persbroeders
staat wel zoo hoog, dat wanneer er op dui
zend geestelijken er één zijn toog ontsiert, zij
als vonnis tegen de negen honderd negen en
negentig anderen in hun bericht moeten la
ten uitkomen, dat het hier gold een pastoor,
een broeder, een non; dat zij zelfs onware ge
schiedenissen door een of anderen vrijzinni
gen zedelijkheidsapostel kunnen laten fanta-
seeren en er dan met veel zedelijkheidsver-
toon verspreiding aan geven in de wereld
pers.
Ja zeker Flachou, een der grootste man
nen uit de vrijzinnige dagbladenwereld, de
machtige radico-socialist, bij mocht wel zijn
vast cliché gereed hebben over de „monstres
en soutane", de monsters in toog, want hij
was zelf een voortreffelijk en zedelijk man.
De vele jonge kinderen van 6 tot 13 jaren,
die hij ongelukkig heeft gemaakt; Lncienne
Lamaire, die op den dag harer eerste H. Com
munie, met het witte kleed der onschuld nog
getooid, door haar moeder welk een wijf!
naar zijn villa werd gebracht, kunnen
het getuigen.
Ja, de arbeiders van Parijs en andere plaat
sen in Frankrijk, die zich door zulke kerels
dagelijks tegen priesters en kloosterlingen
laten opzetten, zij hebben wel gelijk van
hunne kinderen te onttrekken aan de diena
ren der Kerk, die hunne onschuld bescher
men, en vertrouwen stellen in ploerten als
den hoofdredacteur van de Lanterne, die de
kindereu des volks behandelen op een wijze,
die in de tilden der slavernij niet werd ge
duld!
De zusterkens der armen moesten er uit;
zij verzorgden de huishoudens van de arme
tobbers en slovers; zij kookten het eten voor
den vader en de kinderen als de moeder ziek
lag; en onderwijl gaven zij den kleinen les
sen in godsdienst en deugd en leerden hen
weerstand bieden aan verlokkingen van
beestmenschen als Flachon. En daarom wel
licht moesten zij er uitten minste Fla-
chon's blad, dat radicaal-socialistische blad,
dat het heil des volks alleen beoogde! decre
teerde zulks dag in dag uit, zelfs nog, toen
geen enkel blad in Frankrijk het meer tegen
de Engelen in kloosterkleeding durfde op
nemen. Flachon durfde dat welniet
waar, die zonder zonde was mocht den eer
sten steen werpen naar de gevallen vrouw
hij was zoo edel en zoo nobel, dat hij het
naar de meest hoogstaande vrouwen van
dezen tijd kon doen.
Kom, het geval zou te gemeen zijn om er
itkHMtvr igftkhvivpw—
van te gewagen, wanneer het niet maar toe
val was, dat Flachon nu gesnapt is, maar
dat zijn vrienden en soortgelijken door zul
len gaan de Kerk en haar dienaren te beklad
den, terwijl zij zelf wentelen in het vuilste
drek.
Dat is zoo treurig in onzen tijd, dat de
leugens en lasterlijke aantijgingen uit een
deel der vrijzinnige pers bij het volk ver
dacht maken degenen, die oprecht het heil
des volks beoogen en dat het volk de schur
ken, die het om den tuin leiden, niet kent en
niet doorziet.
Daartegen is niets anders te doen, dan bij
gelegenheid als deze, aan de menschen te
doen zien, wie het zijn, die vooraan staan tn
de anti-clericale beweging.
1Schoen-iiidustoie. In verschillende landen is
patent genomen op een vinding, die volgens
de deskundigen een revolutie in de schoenindus
trie zal veroorzaken. In ieder geval zal over
eenige jaren het schoeisel van de soldaten zich
totaal gewijzigd hebben. Zooals men weet, is
het in tijd van oorlog van het grootste belang
dat de schoenen van de soldaten snel verzoold
kunnen worden. Dit nu wordt mogelijk gemaakt
door de nieuwe vinding. Het leer, dat togen de
zool aankomt, is voorzien van kleine gaatjes,
waarin de pennetjes treden, die zich aan de
zool bevinden. De schoen is zoo ingericht, dat
het totaal onmogelijk is, de zool te verliezen,
wanneer men de schoen aanheeft. Heeft men de
schoen uit, dan kan men den zool even gemak
kelijk verwijderen als de nieuwe aanbrengen. Ve
len zijn de mecning toegedaan, dat dit nieuwe
soort schoeisel niet tot het leger zal beperkt
blijven.
Vóórgevoelde uitvindingen. De Hollandsche
dominé Rist, die in de 17e eeuw leefde, maakt
in zijn geschriften melding van een onderzeeboot:
Een wonderlijk en avontuurlijk schip is gedu
rende den jongsten oorlog, die Holland en En
geland voerden, gebouwd. Het werd „De schrik
der zee" genoemd. Men zeide. van dit schip,
dat hij de vijandelijke vloot onder, water zou
vernietigen. De brutale Engelsehen waren ech
ter voor deze „Schrik der zee" volstrekt niet
bevreesd. Zij beschouwde heigeen over dit schip
gezegd werd als een praatje. Men vergeleek het
met den berg, die een muis gebaard had." De
„Neue Freie Presse" voegt hieraan toe, dat de
dominé niet veel vertrouwen in deze onderzee
boot scheen te hebben. In zijn geschriften maakt
hij ook melding van een luchtschip, dat echter
niet omhoog wilde. Had de uitvoerder echter zijn
proeven voortgezet, zoo schrijft de geestelijke,
dan zou het luchtschip stellig omhoog zijn ge
gaan."
Nieuw eiland verrezen. Ten Zuiden van
Trinidad is een nieuw eiland te voorschijn ge
komen. Tot groote verbazing der kustbewoners
opende zich in 't begin van November plolseling
de zee en werden geweldige wolken rook en
vuur honderden voeten hoog opgeworpen. Een
visscher vond op 4 November een kleinen kegel
boven het water uitsteken op een plaats waar
hij wist, dat tevoren geen Land had bestaan.
Groote gasbellen stegen aan aile kanten in het
water op; de man werd bang en roëide weg.
Dien avond hoorde men een luiden knal, gevolg!
door geweldige massa's rook en vuur.
Den volgenden ochtend vroeg stevende de gou
verneur van Trinidad, wien het geval bericht
was, erheen om het nieuwe stukje grond, dat de
naluur den Britten had toegedacht, welwillend in
ontvangst te nemen. Het eiland is ruim een hec
tare groot en ligt 3 K.M. verwijderd van het
dorp Chatham in de Erinbaai, waar Columbus
geland moet zijn toen hij Trinidad ontdekte en
19 K.M. van Boea de la Sierre of Slangebek,
den zuidelijken ingang der golf van Paria. Of
schoon de grond van het nieuwbakken eiland nog
warm was, landde het gezelschap. De korst was
tamelijk hard en men zag twee kleine kraters,
ongeveer 6 voeten in middellijn. Het hoogste
punt was ongeveer 5 meter boven zee. Een des
kundige was van meening, dat men hier te doen
had met het ontstaan van een moddervulkaan,
veroorzaakt door pelroieumgas. Men bespeurde
fossiele overblijfselen van zeedieren.
DE BEWAPENING DER POLITIE!
Zooals bekend, is enkele maanden geleden
door den burgemeester van Amsterdam een
oommissie uit het politiekorps benoemd om
de quaestie der bewapening van de politie
nader te onderzoeken en daarover rapport
uit te brengeen.
De commissie komt, zooals reeds met een
enkel woord is gemeld, tot de conclusie, dat
betere bewaping der politie dringend is ge
boden.
Zij meent, dat de bewaping met de revol
ver in booge mate preventief zal werken.
In eenige bepaaldelijk genoemde gevallen
zooals o.a. tie mishandeling, door een groot
aantal kwaadwilligen, van een politie-agent,
tijdens de bouwvakstaking geposteerd aan de
Ceintuurbaan, en van een agent, tijdens de
zelfde staking, aan de De Wittenkade zou
naar de de meening der commissie, niet zijn
voorgevallen, als de agenten de revolver
hadden kunnen vertoonen.
Bewapening van de surveilleerende poli
tiemannen met dit wapen acht de commissie
niet alleen voor de handhaving der openbare
rust en veiligheid, doch ook voor de persoon
lijke bescherming der politiebeambten nood
zakelijk.
Bij het mededeelen dezer conclusie aan bet
hoofd der politie wordt er op gewezen, dat de
commissie niet bedoelt, het opeens met den
revolver wapenen van het geheele politie
corps. Er zou kunnen worden begonnen met
het aldus wapenen van de surveilleerende
politiemannen, die 's nachts moeten dienst
doen in afgelegen stadsgedeelten.
De aldus bewapenden zouden streng moe
ten worden geinstrueerd, eerst in de uiterste
noodzakelijkheid van de revolver gebruik te
maken. Maar bet bezit alleen reeds van dat
wapen zou den politieman die, in den nacht
op de meest afgelegen stadsgedeelten voor de
rust beeft te waken, een grooter gevoel van
persoonlijke veiligheid geven. Waarbij komt,
dat eventueele belagers van dergelijke „een
zame posten" zich meer dan thans zouden be
denken, de politiemannen te na te komen,
wetende, dat dezen het vuurwapen niet te
vergeefs dragen.
Veelbeteekencnd. Op den gevel van het
voor eenige jaren geslechte Zeemanshuisf te
Rotterdam prijkten de raadselachtige letters
P. P. P. Er is toen in een der bladen meege
deeld, dat de adelborsten der marine, die Vroe
ger aldaar een minder gewenscht tijdelijk on
derkomen vonden, die letters verklaarden door
„Pakt 'm, Plukt 'm, Pluist 'm".
Thans meldt de Duitsche „Echo", dat in den
kruisgang der St. Annakerk te Augsburg op
den grafsteen van het oud'e patriarchische han
delsgeslacht Vöblin dezelfde letters viermaal
voorkwamen en het volgende beduiden.
Piper Pep er it Pecuniam. (De peper bracht geld
aan).
Pecunia Peperit Pompam. (Het geld leidde
tot overdaad.)
Pompa Peperit Paupertatem. (De overdaad
leidde tot armoede.)
Paupertas Peperit Pietatem. (De armoede
leidde tot godsvrucht.)
Uit de Memorie van Antwoord
op de Oorlogsbegrootiug.
Nadere overweging van de REGELING
VOOR DE OFFICIEREN VAN GEZOND
HEID, voor de paardenartsen en voor de mili
taire apothekers en kennisneming van de daar
tegen aangevoerde bedenkingen hebben den mi
nister er toe gebracht, in de bezoldigingen voor
deze oategoriën eenige verbetering aan te bren
gen, door de traetementen te stellen als volgt:
Officieren van gezondheid2e klasse bij aan
stelling, 1600, na 4 jaar'dienst 2000; le
klasse, bij aanstelling (dus na 8 jaar dienst^
2500, na 10 jaar dienst 2600, na 12 jaar
2800; na 16 jaar 3000; na 20 jaar 3200;
dir. off. van gezondheid 3e kl. 3500; 2e kl.
4000; le kl. 5000.
Paardenartsen en milit. apothekers: 2e kl. bij
aanstelling 1Q00, na 3 jaar 1800, na 6 jaar
2100; le kl. bij aanstelling, dus n,a 10 jaar
dienst, 2500; na 15 jaar 2700; na 20 jaar
2900; na 25 jaar 3200; ding. paardenarts
of milit. apotheker met rang van majoor 3500,
idem met rang van overste 4000.
In dit stelsel zou dan de gratifcatie bij in
diensttreding behooren te vervallen. In acht
dient genomen te worden dat laatstgenoemde
titularissen den officiersrang gemiddeld twee
jaar vroeger kunnen bereiken dan de officieren
van gezondheid. Tot aan de bevordering tot
hoofdofficier geeft 's ministers stelsel voor de
officieren van gezondheid 1400 voordeel bo
ven dat van minister Cool, die eveneens geen
gratificatie bij aanstelling wilde zien toegepast.
Tegen overlegging van het rapport van den
inspecteur van den geneeskundigen dienst der
landmacht heeft de minister geen bezwaar. De
ze opperofficier heeft voorgesteld, de bezoldi
ging der officieren van gezondheid bij aanstel
ling te brengen op 2000 en haar daarna gedu
rende 25 jaren met gelijke tussohenpoozen van
vijf jaren, telken met 500 te doen opklim
men; dit stelsel zou gepaard moeten giaan met
bevordering onafhankelijk van de bestaande or
ganisatie op vaste tijdstippen. De kapiteins
rang zou na 10 jaren dienst als officier, de ma
joorsrang na 20 jaren dienst als zoodanig en de
rang van luitenant-kolonel weder 5 jaar later
bereikt worden.
Voor militaire apothekers en paardenartsen
werd een aanvangstraetement van 2000, en
iedere periodieke verhooging telkens na zes ja
ren, eveneens met bevordering na een bepaald
aantal dienstjaren, voorgesteld.
Reeds omdat dit geheele stelsel vooraf wijzi
ging van een drietal artikelen van de Bevorde-
ringswet voor de landmacht 1902 zou noodig
maken, kon het niet worden overgenomen.
De minister vereenigt zich volkomen met de
zienswijze van hen die aan DE LUCHTVAART
uit een militair oogpunt, voor ons land groote
beteekenis hechten en zegt hij zeer te
recht aanvoeren dat wij in dit opzicht niet ach
ter kunnen blijven. De luchtvaart zal voor ons
het meest doelmatige middel zijn om de aan
valsplannen dier tegenpartij tijdig te ontmaske
ren. Afwachten tot dat de luchtvaart minder
gevaarlijk is geworden, zou gelijk staan met
voor geruimen tijd van dat middel afstand te
doen, zeer ten nadeele, ook van het moreel, der
eigen troepen.
Door de onderwerpelijke aanvraag wordt in
geenen deele vooruitgeloopen op de luchtvaart
organisatie, ten aanzien van welker totstandko
ming de minister zich voorstelt eerlang de me
dewerking der Staten-Generaal in te roepen.
Want hoezeer ten onzent, met het oog op de
beperkte middelen de vliegdienst in diie organi
satie den voorrang hebben zal, wij zullen in die
organisatie de ballons toch niet geheel kunnen
missen.
In elke organisatie zal men dus behoefte heb
ben aan personeel, dat met de eischen der
luchtvaart vertrouwd is. Het aanbod van den
heer Joehems bood nu op ongezochte wijze de
gelegenheid voor bedoeld personeel ©efenmate-
riëel te verkrijgen. Van het personeel zal uit
den aard der zaak, wanneer zulks vóór de tot
standkoming eener bepaalde luchtvaart-organi
satie noodig mocht blijken, reeds dadelijk goede
diensten kunnen worden verwacht, terwijl als
dan de ballon zelf, zij het slechts onder gunstige
omstandigheden, voor verkenningsdoeleinden
kan worden gebruikt. De voorgestelde uitgaven
(voor eens) zijn dus zegt de minister verre
van doelloos, maar bepaald in het belang der
defensie te achten.
De ballonloods is niet alleen bestemd voor het
opbergen van den hierbedoelden ballon, doch
deze loods is ook bruikbaar voor het opbergen
van vliegmachines en kabelballons, zoodat hoe
ook in de toekomst zich de organisatie der
luchtvaart hier te lande zal ontwikkelen, het be
slist vaststaat, dat deze loods noodig is.
De regeering meende het aanbod van den
heer Joehems te meer niet te mogen afslaan
omdat door de aanvaarding van den motorbal
lon op geen enkele wijze wordt voomitgeloopen
op de goedkeuring van de Staten-Generaal met
betrekking tot later in te dienen voorstellen be
treffende de organisatie van eene luchtvaartaf-
deeling en op de keuze van het daarbij te gé
bruiken materieel.
Kosten van de bij Koninklijk
besluit vian 9 Juni 1904 no. 36 in
gestelde Staatscommissie in het
belang van den ha ndeldrijvenden
en industriëelen middenstand, en
van de in verband met den ar
beid vian die commissie te houden
enquête 22,000.=»
"Belooning van den secretaris
van de in het vorige artikel be
doelde Staatscommissie 500.
Subsidie aan de te Brussel ge
vestigde veieeniging „Internatio-
naler Verband zum Studium der
Verkaltnissen des Mittelstandes" 1,000.
Kosten van het houden van
voordrachten en van het anders
zins verstrekken van voorlichting
ten behoeve van den handeldrjj-
venden en industriëelen midden
stand en van technische voorlich
ting ten behoeve van de nijver
heid 17,000.
Subsidiën voor banken ten be
hoeve van den handeldrijvenden
en industriëelen middenstand 10,000.
Jaarwedden, toelagen en beloo
ningen van het personeel van het
Rijksbureau tot onderzoek van
handelswaren te Leiden 8,450.
Gebouwen, meubelen, benoo-
digdiheden voor de te verrichten
werkzaamheden, reiskosten en
verdere uitgaven ten behoeve van
het Rijksbureau tot onderzoek
van handelswaren te Leiden 5,350.—
Bijdrage in de kosten van.het
station voor maalderij en bakkerij
te Wageningen 8,500.-
Kosten van inrichting en in
standhouding van een proefsta
tion voor de lederihdustrie met
daaraan verbonden voorlichtings
dienst 6,940.
Totaal 82.740.—
Voeg daarbij de 131,020.50, die de Regee
ring beschikbaar stelt voor het handelsonder
wijs, dan komen we tot een totaal bedrag van
213,700.50.
Dus ruim twee ton voor den Middenstand!
Voorwaar een mooie som!
Ruim 2 ton voor den Middenstand.
Onder 't Ministerie van Landbouw ressor
teert, zooals onze lezers weten, ook de afdeeling
„Handel".
Welnu, in de Staatsbegrooting van dit jaar
wordt de Middenstand in die afdeeling wederom
goed bedacht.
De volgende subsidie's worden voorgesteld:
Subsidie aan de Vereeniging
„Bureau voor Handelsinlichtin
gen", gesticht op initiatief van
de Maatschappij van Nijverheid
te Amsterdam 3,600.
FrajiSfhe en Duitsche vliegmenschen.
Een poos geleden is er op het vliegveld van
Reims een standje voorgekomen tus hen den
roemru tuigen vlieger Védrines en een piepjon
gen Duischen ieerling-vlieger, Wily i ,ahn gëhee-
ten. Deze, als een echt haantje, heeft toen met
Védrines willen duelieeren, maar de luchtman
had wel wat beters te doen, waarop het Duit-
schertje hem voor lafaard schold en b;j een
nieuwe woordenwisseling vijf revolvers ho en op
hem loste. Dat hel met den jongen Hahn toen
niet heel slecht is afgcloonen, heeft hij aan zijn
meester Védrines te danken, die zijn makers
belette den Ieeriirg-\lieger ie lijf te gaan en dezen
eigenhandig afranselde. De re hIer heeft zicli met
het geval bemoeid en Vé trines tot ze ien frank
zijn leerling tot honderd frank boele veroordeeld
beiden voorwaardelijk.
Men weet hoe Iro sch de Franschen en te
recht op hun onversaagde vliegers z n en op
de bui:engewone diens en, die zij bij e groote
legeroefeningen in dezen zomer bewezen heb
ben. Junius, van de Echo de Paris, is veront
waardig! over het geval VédrinesUahn, of ei
genlijk allen maar woedend op den Dui s her
en als ui ing van Duitschen-haat v. i len wij hier
iets meer van zijn wrokkende ergernis weer
geven.
Het vonnis van Reims, zegt hij, s'elt eens le
meer een der ernstigs e vraagstukken van dezen
tijd: dat der vreem'e i gen. Wie is di. IIaha 1
Een Duilscher, die in Frankrijk le-sen in luc! t-
vaart komt nemen. Het minste, dat men wel van
zoo'n leerling kan vergen is, dat hij zich be
hoorlijk gedraagt. En voor Jurlas is het, zeFs
uit de korte mededeeti: gen van het bericht van
de ruzie op het vliegveld, klaar hoe grof van
manieren en g of van geest de Duiischcr is. Hij
is niet bij ons vandaan, zegt Ju.ius. eu dat ziel
men dadelijk. Dat hij Védrines c an lafheid kon
schuldigen en niet begrijpt, dat hij daarmede
een buitengewoon groo e onhebbe ikheid beging,
komt omdat hij vreemdeling is. Maar hij durft
zelfs een revolver uit zijn z ak halen; één is er
maar die zoo iels doen kan, onder kameraden
«gyi m tyjcm
■aB-'vWcwirceei
4)
Toen ik; dien ongelukkige m het dal
(zag li,gig en, hadden de Oostenrijkers hum
gewonden reeds opgenomenhet z;ou een af
schuwelijke wreedheid geweest 'zijn dien mam
hulpeloos te laten liggen!
Ja, bromde de majoor, en nu moet ik
ide onzen laten wachten om idieji moo^en mijn-
heer te verbinden!.... Een aardig .werkje
Een vijand op den heen helpen.
Een gewonde is geen vijand, majoor,
,Wierp de luitenant tegen, terwijl hij op
latend.
Toen zij het huis waren binnengegaan, be-
igaven zij zich naar de kamer, waar de be-
weners twee bedden in gereedheid hadden ge
bracht, een voor den Eramsehen luitenant,
het andere voor den 'Oostcnrijhsehen offi
cier.
i Bij dezen laatste Zat een vrouw aam een
(•keus te breien, terwijl zij van tijd tot tijd
een blik wierp op den gewonde. Het was
de vtouw Van den pachter, die door een
(gevoel van medelijden gedreven werd om
vis ziekenverpleegster op te treden. Toen
'e majoor en zijn metgezel binnenkwamen,
'tend zij op en ging' de kamer uit.
De majoor naderde het bed en keek met
and acht naar den gewohde, wiens borst
pijnlijk zwoegde. de toornige woorden van den dokter, dat
Hij kon zes- of zeven en twintig jaar de keningsgezinden te g'oeder trouw zijn in
zijn; zijn fijn en edel gelaat was op dit hun wijze vam beschouwing der z-aken' De
c-ogenblik overtrokken met een dcodelijke j legers der Republiek bestrijden en de wa-
bleekheid. Hij had een middelmatig grootepens keeren tegen Frankrijk zijn voor hen
twee geheel verschillende dingen! Ge zult,
voegde de jonge man er op smeekenden toon
bij, ge -zult den ongelukkige toch niet aan
middelmatig groote
gestalte en zqn niet zwaar gebouwde lede
maten zijn doorzichtige' en smalle hunkien
getuigden hiet van veel spierkracht.
Hmzeide de majoor, die arme jon-zijn lot overlaten
gen, die moeielijk het gewicht van een ku- j Ge ziet wel van nietbromde de ma-
ras zou kunnen dragen, 'tls vreemd, Co-,jcor ,op knorrigen toon en hij nam zijn in-
fcurg zendt ons gewoonlijk andere mannen strument weer ter hand.
dan zulke. j Teen de operatie was ofgeloopen, keek hij
Terwijl hij aldus sprak, opende de ge-j een oogenblik den officier der koninklijken
neesheer zijn taschje en hij' had reeds zijn i aan en zeide hoofdscnuddend
werktuig genomen toen de gewonde, met
het hoofd heen en weer schuivend, mom
pelde l
Ik heb idcrst
De majoor liet zijn hand weer zakken en
staarde met wijd geopende oogen zijn pa
tiënt aan.
Een Fratoschmanriep de eerlijke
dokter uit en hij liet dezen uitroep verge
zeld gaan van een krachtwoord, dat alleen
gebruikt werd in zeer bijzondere gevallen.
De luitenant scheen zijn verbazing niet
te deelen. De dokter zag dit en op woeden
den' toon riep hij uit
Gij wist daten gij hebt er mij' niets
Van gezegd!en gij doet mij alles in den
steek laten om niet alleen een vijand maar
zelfs een verrader te verzorgen!
Dat is nutteloos werk, als ik mij niet
vergis -' De arme kerel zal er niet boven op
komen
Teen wendde hij zich tot den luitenant,
wees cp het andere bed en zeide
Nu. is het uw beurt. Vlug-(.Waarom
zijt ge nog niet gaan liggen Denkt ge,
dat ik mijn dag hier wil zoek brengen.
De luitenant trok geholpen door den
majoor, zijn kleeren uit en ging te bed lig
gen. Toen het verband vernieuwd was, ging
de geneesheer heen en de jonge man bleef te
béd liggen, onbeweeglijk en d roomer ig', zijn
blikken gericfit naar zijn kamergenoot, aan
wiens borst een smartelijk en voortdurend
geklaag' ontsnapte.
Een maand ging Voorbij. De luitenant
was zoo gioed als genezen, en dat hij den
Gij weet wel, majoor, antwoordde de j arm nog in een draagband, droeg', was al-
luitenant zender terug .te techrikken voioT leen uit voorzorg. Wat den officier der
Koninklijken aanging', de droeve voorspel
ling' van den majoor scheen in vervulling
te zullen ga,an, want hij ontwaakte slechts
uit een hevige koorts om in een toestand
van uiterste zwakheid te vervallen.
Op zekeren dag evenwel, toen de luitenant
terugkeerde van de wandeling', welke hij
iederen da.g deed om zijn krachten te be
proeven, vond hij den armen gewonde over
eind in zijn bed zitten, bezig het adres op
een brief te schrijven.
Kijk, het gaat vandaag zeker beter
zeide de luitenant tot den ander wiens wan
gen licht gekleurd waren 'door een weinig
koorts..
Ja dat is zoo' Ik heb dan oiok van
de gelegenheid gebruik gemaakt, om dezen
brief te schrijven, dien gij _mij beloofd hebt
te zullen bezorgen, als gij in Frankrijk zult
zijn teruggekeerd. .(Maar, voegde hij er
zuchtend bij het is maar een 'tijdelijke ver
betering' dat voel ik wel.
[\V aarom u toch altijd gekweld met die
zwartgallige gedachten. Ik heb u beloofd
dien brief te bezorgen aan uw vader, en ik
zie niet in, welke hinderpalen zich daar
tegen zcuden kunnen verzetten. Moet u dat
juist niet wat rustiger stemmen
Zeker, luitenant, en ik ben u oneindig
dankbaar voor dezen nieuwen dienst, dien
gij wilt vcegen bij die, welke gij mij reeds
bewezen hebt. Deze brief, waarin ik mijn
treurigen toestand beschrijf, zal den onge-
lukkigen markies de Kennarvor voorberei
den op het verlies van zijn laats ten zoon!
Bij het hcoreu van dezen naam, dien dt
gewonde voor het eerst uitsprak, kleurde
een vluchtig rood het gelaat van zijn mei
gezel, maar overigens toonde hij geen tee
ken van verrassing en op een toon van
vriendelijk verwijt, hernam hij
Alweer!....Dat is verkeerd van u! Ah
ge dat denkbeeld van een naderend einde
in uw geest post laat vatten, zult ge zekeï
uw genezing vertragen.
Zender dat hij de opmerking van den
jengen man scheen gehoord te hebben, ging
de gewonde voort:
Mijn uren zijn geteld, ik herhaal het-
u: en een vreeselijke angst verteert mij het
hart. Mijn dood zal mijn vader een vreese-
lijken slag toebrengen; maar er is een arm
onschuldig wezen, dat er misschien nogmeei
de noodlottige gevolgen van zal onder
vinden.
- Het koude zweet parelde den gewonde op
het voorhoofd; hij wreef met een zakdoek
ever de oogen en hernam toen eensklaps
met koortsachtige gejaagdheid:
Ik verkeer in een vreeselijken toestand
er van mijn familie, ver van mijn vrien
den!Luister, luitenant; wij staan nht
aan denzelfden kant, wijl gij een regeen»>/
dient, welke ik haat en veracht.... ia,w
gij zijt een man met een edel hart. datgena
wat gij reeds voor mij gedaan hebt, is mij
daarvoor een waarborg-' Luitenant, wilt
mij een laatsten dienst bewijzen opdat tk
in vrede zal kunnen sterven.
(IWordt vervolgd.)