Verzoend en bereenigd. BUITENLAND. BINNENLAND. Sociale Berichten. Waar het ongeloof toe leidt. Handschoenen. Staten-Generaal. Sport en wedstrijden. Hei Bon ülapché „ioyons," Handschoenen. Haarlem-Brussel* Gewisselde stukken. fCUILLCTON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Wij lazen onlangs in eenige katholieke bla- jflen een ingezonden stukje, waarin iemand den raad gaf van katholieke zijde eene bro chure te doen verspreiden over het afschu welijke zedenschandaal te Parijs aan het licht getreden. Natuurlijk niet om de vieze geschiedenissen op te disschen, maar om lee- png te trekken uit de treurige feiten, die een gilling van afschuw doen gaan door iedere toog niet geheel bedorven en perverse ziel. De inzender had geen ongelijk, teekent de N. T. Crt. hierbij aan. De Katholieke Kerk wordt iederen dag in Ïiaar werk, in haar bedienaren, in haar hei- igste instellingen zelfs bestreden door las ter en leugen van de gemeenste soort. In alle landen verschijnen bladen en blaadjes, waar in met pen en teekenstift de Kerk bij het ,volk verdacht wordt gemaakt door smetten te werpen op het gedrag der katholieke pries ters. Wanneer er eens hier of daar een pries ter, die ten slotte ook maar een mensch is, bezwijkt voor de verleiding, zijn plicht ver geet, zijn beloften schendt, met een strafrech ter in aanraking wordt gebracht, dan zitten over geheel de wereld op liberale en sociaal democratische daghladbureaux persproleten met hun venijnige pen gereed om het inte ressante geval tegen de Kerk, die reinheid eischt van haar bedienaren en ook van haar kinderen, uit te buiten. Nietwaar, zij, die verheven persridders, die door geen enkel smetje hun blazoen ooit za gen bevlekt; die in hun eigen leven zulke reuzen van zelfverloochening en zelfbeheer- sching zijn, zij hebben het recht naar een in stelling, wier leer en streven naar de beoefe ning van alle deugden uitgaan, met steenen te werpen! Christus heeft het immers reeds gezegd, dat wie zonder zonde was, den eersten steen naar de overspelige vrouw mocht werpen, dan hebben zij, die deugdzame mannen, toch wel zeker het recht hun zwadder te spuwen op de Kerk, die als instelling haar reinheid wist te bewaren en wier volgelingen de vergelij king met het gilde der vrijzinnige perska- valieren nog wel kunnen doorstaan. Het par ticulier leven der vrijzinnige persbroeders staat wel zoo hoog, dat wanneer er op dui zend geestelijken er één zijn toog ontsiert, zij als vonnis tegen de negen honderd negen en negentig anderen in hun bericht moeten la ten uitkomen, dat het hier gold een pastoor, een broeder, een non; dat zij zelfs onware ge schiedenissen door een of anderen vrijzinni gen zedelijkheidsapostel kunnen laten fanta- seeren en er dan met veel zedelijkheidsver- toon verspreiding aan geven in de wereld pers. Ja zeker Flachou, een der grootste man nen uit de vrijzinnige dagbladenwereld, de machtige radico-socialist, bij mocht wel zijn vast cliché gereed hebben over de „monstres en soutane", de monsters in toog, want hij was zelf een voortreffelijk en zedelijk man. De vele jonge kinderen van 6 tot 13 jaren, die hij ongelukkig heeft gemaakt; Lncienne Lamaire, die op den dag harer eerste H. Com munie, met het witte kleed der onschuld nog getooid, door haar moeder welk een wijf! naar zijn villa werd gebracht, kunnen het getuigen. Ja, de arbeiders van Parijs en andere plaat sen in Frankrijk, die zich door zulke kerels dagelijks tegen priesters en kloosterlingen laten opzetten, zij hebben wel gelijk van hunne kinderen te onttrekken aan de diena ren der Kerk, die hunne onschuld bescher men, en vertrouwen stellen in ploerten als den hoofdredacteur van de Lanterne, die de kindereu des volks behandelen op een wijze, die in de tilden der slavernij niet werd ge duld! De zusterkens der armen moesten er uit; zij verzorgden de huishoudens van de arme tobbers en slovers; zij kookten het eten voor den vader en de kinderen als de moeder ziek lag; en onderwijl gaven zij den kleinen les sen in godsdienst en deugd en leerden hen weerstand bieden aan verlokkingen van beestmenschen als Flachon. En daarom wel licht moesten zij er uitten minste Fla- chon's blad, dat radicaal-socialistische blad, dat het heil des volks alleen beoogde! decre teerde zulks dag in dag uit, zelfs nog, toen geen enkel blad in Frankrijk het meer tegen de Engelen in kloosterkleeding durfde op nemen. Flachon durfde dat welniet waar, die zonder zonde was mocht den eer sten steen werpen naar de gevallen vrouw hij was zoo edel en zoo nobel, dat hij het naar de meest hoogstaande vrouwen van dezen tijd kon doen. Kom, het geval zou te gemeen zijn om er itkHMtvr igftkhvivpw— van te gewagen, wanneer het niet maar toe val was, dat Flachon nu gesnapt is, maar dat zijn vrienden en soortgelijken door zul len gaan de Kerk en haar dienaren te beklad den, terwijl zij zelf wentelen in het vuilste drek. Dat is zoo treurig in onzen tijd, dat de leugens en lasterlijke aantijgingen uit een deel der vrijzinnige pers bij het volk ver dacht maken degenen, die oprecht het heil des volks beoogen en dat het volk de schur ken, die het om den tuin leiden, niet kent en niet doorziet. Daartegen is niets anders te doen, dan bij gelegenheid als deze, aan de menschen te doen zien, wie het zijn, die vooraan staan tn de anti-clericale beweging. 1Schoen-iiidustoie. In verschillende landen is patent genomen op een vinding, die volgens de deskundigen een revolutie in de schoenindus trie zal veroorzaken. In ieder geval zal over eenige jaren het schoeisel van de soldaten zich totaal gewijzigd hebben. Zooals men weet, is het in tijd van oorlog van het grootste belang dat de schoenen van de soldaten snel verzoold kunnen worden. Dit nu wordt mogelijk gemaakt door de nieuwe vinding. Het leer, dat togen de zool aankomt, is voorzien van kleine gaatjes, waarin de pennetjes treden, die zich aan de zool bevinden. De schoen is zoo ingericht, dat het totaal onmogelijk is, de zool te verliezen, wanneer men de schoen aanheeft. Heeft men de schoen uit, dan kan men den zool even gemak kelijk verwijderen als de nieuwe aanbrengen. Ve len zijn de mecning toegedaan, dat dit nieuwe soort schoeisel niet tot het leger zal beperkt blijven. Vóórgevoelde uitvindingen. De Hollandsche dominé Rist, die in de 17e eeuw leefde, maakt in zijn geschriften melding van een onderzeeboot: Een wonderlijk en avontuurlijk schip is gedu rende den jongsten oorlog, die Holland en En geland voerden, gebouwd. Het werd „De schrik der zee" genoemd. Men zeide. van dit schip, dat hij de vijandelijke vloot onder, water zou vernietigen. De brutale Engelsehen waren ech ter voor deze „Schrik der zee" volstrekt niet bevreesd. Zij beschouwde heigeen over dit schip gezegd werd als een praatje. Men vergeleek het met den berg, die een muis gebaard had." De „Neue Freie Presse" voegt hieraan toe, dat de dominé niet veel vertrouwen in deze onderzee boot scheen te hebben. In zijn geschriften maakt hij ook melding van een luchtschip, dat echter niet omhoog wilde. Had de uitvoerder echter zijn proeven voortgezet, zoo schrijft de geestelijke, dan zou het luchtschip stellig omhoog zijn ge gaan." Nieuw eiland verrezen. Ten Zuiden van Trinidad is een nieuw eiland te voorschijn ge komen. Tot groote verbazing der kustbewoners opende zich in 't begin van November plolseling de zee en werden geweldige wolken rook en vuur honderden voeten hoog opgeworpen. Een visscher vond op 4 November een kleinen kegel boven het water uitsteken op een plaats waar hij wist, dat tevoren geen Land had bestaan. Groote gasbellen stegen aan aile kanten in het water op; de man werd bang en roëide weg. Dien avond hoorde men een luiden knal, gevolg! door geweldige massa's rook en vuur. Den volgenden ochtend vroeg stevende de gou verneur van Trinidad, wien het geval bericht was, erheen om het nieuwe stukje grond, dat de naluur den Britten had toegedacht, welwillend in ontvangst te nemen. Het eiland is ruim een hec tare groot en ligt 3 K.M. verwijderd van het dorp Chatham in de Erinbaai, waar Columbus geland moet zijn toen hij Trinidad ontdekte en 19 K.M. van Boea de la Sierre of Slangebek, den zuidelijken ingang der golf van Paria. Of schoon de grond van het nieuwbakken eiland nog warm was, landde het gezelschap. De korst was tamelijk hard en men zag twee kleine kraters, ongeveer 6 voeten in middellijn. Het hoogste punt was ongeveer 5 meter boven zee. Een des kundige was van meening, dat men hier te doen had met het ontstaan van een moddervulkaan, veroorzaakt door pelroieumgas. Men bespeurde fossiele overblijfselen van zeedieren. DE BEWAPENING DER POLITIE! Zooals bekend, is enkele maanden geleden door den burgemeester van Amsterdam een oommissie uit het politiekorps benoemd om de quaestie der bewapening van de politie nader te onderzoeken en daarover rapport uit te brengeen. De commissie komt, zooals reeds met een enkel woord is gemeld, tot de conclusie, dat betere bewaping der politie dringend is ge boden. Zij meent, dat de bewaping met de revol ver in booge mate preventief zal werken. In eenige bepaaldelijk genoemde gevallen zooals o.a. tie mishandeling, door een groot aantal kwaadwilligen, van een politie-agent, tijdens de bouwvakstaking geposteerd aan de Ceintuurbaan, en van een agent, tijdens de zelfde staking, aan de De Wittenkade zou naar de de meening der commissie, niet zijn voorgevallen, als de agenten de revolver hadden kunnen vertoonen. Bewapening van de surveilleerende poli tiemannen met dit wapen acht de commissie niet alleen voor de handhaving der openbare rust en veiligheid, doch ook voor de persoon lijke bescherming der politiebeambten nood zakelijk. Bij het mededeelen dezer conclusie aan bet hoofd der politie wordt er op gewezen, dat de commissie niet bedoelt, het opeens met den revolver wapenen van het geheele politie corps. Er zou kunnen worden begonnen met het aldus wapenen van de surveilleerende politiemannen, die 's nachts moeten dienst doen in afgelegen stadsgedeelten. De aldus bewapenden zouden streng moe ten worden geinstrueerd, eerst in de uiterste noodzakelijkheid van de revolver gebruik te maken. Maar bet bezit alleen reeds van dat wapen zou den politieman die, in den nacht op de meest afgelegen stadsgedeelten voor de rust beeft te waken, een grooter gevoel van persoonlijke veiligheid geven. Waarbij komt, dat eventueele belagers van dergelijke „een zame posten" zich meer dan thans zouden be denken, de politiemannen te na te komen, wetende, dat dezen het vuurwapen niet te vergeefs dragen. Veelbeteekencnd. Op den gevel van het voor eenige jaren geslechte Zeemanshuisf te Rotterdam prijkten de raadselachtige letters P. P. P. Er is toen in een der bladen meege deeld, dat de adelborsten der marine, die Vroe ger aldaar een minder gewenscht tijdelijk on derkomen vonden, die letters verklaarden door „Pakt 'm, Plukt 'm, Pluist 'm". Thans meldt de Duitsche „Echo", dat in den kruisgang der St. Annakerk te Augsburg op den grafsteen van het oud'e patriarchische han delsgeslacht Vöblin dezelfde letters viermaal voorkwamen en het volgende beduiden. Piper Pep er it Pecuniam. (De peper bracht geld aan). Pecunia Peperit Pompam. (Het geld leidde tot overdaad.) Pompa Peperit Paupertatem. (De overdaad leidde tot armoede.) Paupertas Peperit Pietatem. (De armoede leidde tot godsvrucht.) Uit de Memorie van Antwoord op de Oorlogsbegrootiug. Nadere overweging van de REGELING VOOR DE OFFICIEREN VAN GEZOND HEID, voor de paardenartsen en voor de mili taire apothekers en kennisneming van de daar tegen aangevoerde bedenkingen hebben den mi nister er toe gebracht, in de bezoldigingen voor deze oategoriën eenige verbetering aan te bren gen, door de traetementen te stellen als volgt: Officieren van gezondheid2e klasse bij aan stelling, 1600, na 4 jaar'dienst 2000; le klasse, bij aanstelling (dus na 8 jaar dienst^ 2500, na 10 jaar dienst 2600, na 12 jaar 2800; na 16 jaar 3000; na 20 jaar 3200; dir. off. van gezondheid 3e kl. 3500; 2e kl. 4000; le kl. 5000. Paardenartsen en milit. apothekers: 2e kl. bij aanstelling 1Q00, na 3 jaar 1800, na 6 jaar 2100; le kl. bij aanstelling, dus n,a 10 jaar dienst, 2500; na 15 jaar 2700; na 20 jaar 2900; na 25 jaar 3200; ding. paardenarts of milit. apotheker met rang van majoor 3500, idem met rang van overste 4000. In dit stelsel zou dan de gratifcatie bij in diensttreding behooren te vervallen. In acht dient genomen te worden dat laatstgenoemde titularissen den officiersrang gemiddeld twee jaar vroeger kunnen bereiken dan de officieren van gezondheid. Tot aan de bevordering tot hoofdofficier geeft 's ministers stelsel voor de officieren van gezondheid 1400 voordeel bo ven dat van minister Cool, die eveneens geen gratificatie bij aanstelling wilde zien toegepast. Tegen overlegging van het rapport van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht heeft de minister geen bezwaar. De ze opperofficier heeft voorgesteld, de bezoldi ging der officieren van gezondheid bij aanstel ling te brengen op 2000 en haar daarna gedu rende 25 jaren met gelijke tussohenpoozen van vijf jaren, telken met 500 te doen opklim men; dit stelsel zou gepaard moeten giaan met bevordering onafhankelijk van de bestaande or ganisatie op vaste tijdstippen. De kapiteins rang zou na 10 jaren dienst als officier, de ma joorsrang na 20 jaren dienst als zoodanig en de rang van luitenant-kolonel weder 5 jaar later bereikt worden. Voor militaire apothekers en paardenartsen werd een aanvangstraetement van 2000, en iedere periodieke verhooging telkens na zes ja ren, eveneens met bevordering na een bepaald aantal dienstjaren, voorgesteld. Reeds omdat dit geheele stelsel vooraf wijzi ging van een drietal artikelen van de Bevorde- ringswet voor de landmacht 1902 zou noodig maken, kon het niet worden overgenomen. De minister vereenigt zich volkomen met de zienswijze van hen die aan DE LUCHTVAART uit een militair oogpunt, voor ons land groote beteekenis hechten en zegt hij zeer te recht aanvoeren dat wij in dit opzicht niet ach ter kunnen blijven. De luchtvaart zal voor ons het meest doelmatige middel zijn om de aan valsplannen dier tegenpartij tijdig te ontmaske ren. Afwachten tot dat de luchtvaart minder gevaarlijk is geworden, zou gelijk staan met voor geruimen tijd van dat middel afstand te doen, zeer ten nadeele, ook van het moreel, der eigen troepen. Door de onderwerpelijke aanvraag wordt in geenen deele vooruitgeloopen op de luchtvaart organisatie, ten aanzien van welker totstandko ming de minister zich voorstelt eerlang de me dewerking der Staten-Generaal in te roepen. Want hoezeer ten onzent, met het oog op de beperkte middelen de vliegdienst in diie organi satie den voorrang hebben zal, wij zullen in die organisatie de ballons toch niet geheel kunnen missen. In elke organisatie zal men dus behoefte heb ben aan personeel, dat met de eischen der luchtvaart vertrouwd is. Het aanbod van den heer Joehems bood nu op ongezochte wijze de gelegenheid voor bedoeld personeel ©efenmate- riëel te verkrijgen. Van het personeel zal uit den aard der zaak, wanneer zulks vóór de tot standkoming eener bepaalde luchtvaart-organi satie noodig mocht blijken, reeds dadelijk goede diensten kunnen worden verwacht, terwijl als dan de ballon zelf, zij het slechts onder gunstige omstandigheden, voor verkenningsdoeleinden kan worden gebruikt. De voorgestelde uitgaven (voor eens) zijn dus zegt de minister verre van doelloos, maar bepaald in het belang der defensie te achten. De ballonloods is niet alleen bestemd voor het opbergen van den hierbedoelden ballon, doch deze loods is ook bruikbaar voor het opbergen van vliegmachines en kabelballons, zoodat hoe ook in de toekomst zich de organisatie der luchtvaart hier te lande zal ontwikkelen, het be slist vaststaat, dat deze loods noodig is. De regeering meende het aanbod van den heer Joehems te meer niet te mogen afslaan omdat door de aanvaarding van den motorbal lon op geen enkele wijze wordt voomitgeloopen op de goedkeuring van de Staten-Generaal met betrekking tot later in te dienen voorstellen be treffende de organisatie van eene luchtvaartaf- deeling en op de keuze van het daarbij te gé bruiken materieel. Kosten van de bij Koninklijk besluit vian 9 Juni 1904 no. 36 in gestelde Staatscommissie in het belang van den ha ndeldrijvenden en industriëelen middenstand, en van de in verband met den ar beid vian die commissie te houden enquête 22,000.=» "Belooning van den secretaris van de in het vorige artikel be doelde Staatscommissie 500. Subsidie aan de te Brussel ge vestigde veieeniging „Internatio- naler Verband zum Studium der Verkaltnissen des Mittelstandes" 1,000. Kosten van het houden van voordrachten en van het anders zins verstrekken van voorlichting ten behoeve van den handeldrjj- venden en industriëelen midden stand en van technische voorlich ting ten behoeve van de nijver heid 17,000. Subsidiën voor banken ten be hoeve van den handeldrijvenden en industriëelen middenstand 10,000. Jaarwedden, toelagen en beloo ningen van het personeel van het Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren te Leiden 8,450. Gebouwen, meubelen, benoo- digdiheden voor de te verrichten werkzaamheden, reiskosten en verdere uitgaven ten behoeve van het Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren te Leiden 5,350.— Bijdrage in de kosten van.het station voor maalderij en bakkerij te Wageningen 8,500.- Kosten van inrichting en in standhouding van een proefsta tion voor de lederihdustrie met daaraan verbonden voorlichtings dienst 6,940. Totaal 82.740.— Voeg daarbij de 131,020.50, die de Regee ring beschikbaar stelt voor het handelsonder wijs, dan komen we tot een totaal bedrag van 213,700.50. Dus ruim twee ton voor den Middenstand! Voorwaar een mooie som! Ruim 2 ton voor den Middenstand. Onder 't Ministerie van Landbouw ressor teert, zooals onze lezers weten, ook de afdeeling „Handel". Welnu, in de Staatsbegrooting van dit jaar wordt de Middenstand in die afdeeling wederom goed bedacht. De volgende subsidie's worden voorgesteld: Subsidie aan de Vereeniging „Bureau voor Handelsinlichtin gen", gesticht op initiatief van de Maatschappij van Nijverheid te Amsterdam 3,600. FrajiSfhe en Duitsche vliegmenschen. Een poos geleden is er op het vliegveld van Reims een standje voorgekomen tus hen den roemru tuigen vlieger Védrines en een piepjon gen Duischen ieerling-vlieger, Wily i ,ahn gëhee- ten. Deze, als een echt haantje, heeft toen met Védrines willen duelieeren, maar de luchtman had wel wat beters te doen, waarop het Duit- schertje hem voor lafaard schold en b;j een nieuwe woordenwisseling vijf revolvers ho en op hem loste. Dat hel met den jongen Hahn toen niet heel slecht is afgcloonen, heeft hij aan zijn meester Védrines te danken, die zijn makers belette den Ieeriirg-\lieger ie lijf te gaan en dezen eigenhandig afranselde. De re hIer heeft zicli met het geval bemoeid en Vé trines tot ze ien frank zijn leerling tot honderd frank boele veroordeeld beiden voorwaardelijk. Men weet hoe Iro sch de Franschen en te recht op hun onversaagde vliegers z n en op de bui:engewone diens en, die zij bij e groote legeroefeningen in dezen zomer bewezen heb ben. Junius, van de Echo de Paris, is veront waardig! over het geval VédrinesUahn, of ei genlijk allen maar woedend op den Dui s her en als ui ing van Duitschen-haat v. i len wij hier iets meer van zijn wrokkende ergernis weer geven. Het vonnis van Reims, zegt hij, s'elt eens le meer een der ernstigs e vraagstukken van dezen tijd: dat der vreem'e i gen. Wie is di. IIaha 1 Een Duilscher, die in Frankrijk le-sen in luc! t- vaart komt nemen. Het minste, dat men wel van zoo'n leerling kan vergen is, dat hij zich be hoorlijk gedraagt. En voor Jurlas is het, zeFs uit de korte mededeeti: gen van het bericht van de ruzie op het vliegveld, klaar hoe grof van manieren en g of van geest de Duiischcr is. Hij is niet bij ons vandaan, zegt Ju.ius. eu dat ziel men dadelijk. Dat hij Védrines c an lafheid kon schuldigen en niet begrijpt, dat hij daarmede een buitengewoon groo e onhebbe ikheid beging, komt omdat hij vreemdeling is. Maar hij durft zelfs een revolver uit zijn z ak halen; één is er maar die zoo iels doen kan, onder kameraden «gyi m tyjcm ■aB-'vWcwirceei 4) Toen ik; dien ongelukkige m het dal (zag li,gig en, hadden de Oostenrijkers hum gewonden reeds opgenomenhet z;ou een af schuwelijke wreedheid geweest 'zijn dien mam hulpeloos te laten liggen! Ja, bromde de majoor, en nu moet ik ide onzen laten wachten om idieji moo^en mijn- heer te verbinden!.... Een aardig .werkje Een vijand op den heen helpen. Een gewonde is geen vijand, majoor, ,Wierp de luitenant tegen, terwijl hij op latend. Toen zij het huis waren binnengegaan, be- igaven zij zich naar de kamer, waar de be- weners twee bedden in gereedheid hadden ge bracht, een voor den Eramsehen luitenant, het andere voor den 'Oostcnrijhsehen offi cier. i Bij dezen laatste Zat een vrouw aam een (•keus te breien, terwijl zij van tijd tot tijd een blik wierp op den gewonde. Het was de vtouw Van den pachter, die door een (gevoel van medelijden gedreven werd om vis ziekenverpleegster op te treden. Toen 'e majoor en zijn metgezel binnenkwamen, 'tend zij op en ging' de kamer uit. De majoor naderde het bed en keek met and acht naar den gewohde, wiens borst pijnlijk zwoegde. de toornige woorden van den dokter, dat Hij kon zes- of zeven en twintig jaar de keningsgezinden te g'oeder trouw zijn in zijn; zijn fijn en edel gelaat was op dit hun wijze vam beschouwing der z-aken' De c-ogenblik overtrokken met een dcodelijke j legers der Republiek bestrijden en de wa- bleekheid. Hij had een middelmatig grootepens keeren tegen Frankrijk zijn voor hen twee geheel verschillende dingen! Ge zult, voegde de jonge man er op smeekenden toon bij, ge -zult den ongelukkige toch niet aan middelmatig groote gestalte en zqn niet zwaar gebouwde lede maten zijn doorzichtige' en smalle hunkien getuigden hiet van veel spierkracht. Hmzeide de majoor, die arme jon-zijn lot overlaten gen, die moeielijk het gewicht van een ku- j Ge ziet wel van nietbromde de ma- ras zou kunnen dragen, 'tls vreemd, Co-,jcor ,op knorrigen toon en hij nam zijn in- fcurg zendt ons gewoonlijk andere mannen strument weer ter hand. dan zulke. j Teen de operatie was ofgeloopen, keek hij Terwijl hij aldus sprak, opende de ge-j een oogenblik den officier der koninklijken neesheer zijn taschje en hij' had reeds zijn i aan en zeide hoofdscnuddend werktuig genomen toen de gewonde, met het hoofd heen en weer schuivend, mom pelde l Ik heb idcrst De majoor liet zijn hand weer zakken en staarde met wijd geopende oogen zijn pa tiënt aan. Een Fratoschmanriep de eerlijke dokter uit en hij liet dezen uitroep verge zeld gaan van een krachtwoord, dat alleen gebruikt werd in zeer bijzondere gevallen. De luitenant scheen zijn verbazing niet te deelen. De dokter zag dit en op woeden den' toon riep hij uit Gij wist daten gij hebt er mij' niets Van gezegd!en gij doet mij alles in den steek laten om niet alleen een vijand maar zelfs een verrader te verzorgen! Dat is nutteloos werk, als ik mij niet vergis -' De arme kerel zal er niet boven op komen Teen wendde hij zich tot den luitenant, wees cp het andere bed en zeide Nu. is het uw beurt. Vlug-(.Waarom zijt ge nog niet gaan liggen Denkt ge, dat ik mijn dag hier wil zoek brengen. De luitenant trok geholpen door den majoor, zijn kleeren uit en ging te bed lig gen. Toen het verband vernieuwd was, ging de geneesheer heen en de jonge man bleef te béd liggen, onbeweeglijk en d roomer ig', zijn blikken gericfit naar zijn kamergenoot, aan wiens borst een smartelijk en voortdurend geklaag' ontsnapte. Een maand ging Voorbij. De luitenant was zoo gioed als genezen, en dat hij den Gij weet wel, majoor, antwoordde de j arm nog in een draagband, droeg', was al- luitenant zender terug .te techrikken voioT leen uit voorzorg. Wat den officier der Koninklijken aanging', de droeve voorspel ling' van den majoor scheen in vervulling te zullen ga,an, want hij ontwaakte slechts uit een hevige koorts om in een toestand van uiterste zwakheid te vervallen. Op zekeren dag evenwel, toen de luitenant terugkeerde van de wandeling', welke hij iederen da.g deed om zijn krachten te be proeven, vond hij den armen gewonde over eind in zijn bed zitten, bezig het adres op een brief te schrijven. Kijk, het gaat vandaag zeker beter zeide de luitenant tot den ander wiens wan gen licht gekleurd waren 'door een weinig koorts.. Ja dat is zoo' Ik heb dan oiok van de gelegenheid gebruik gemaakt, om dezen brief te schrijven, dien gij _mij beloofd hebt te zullen bezorgen, als gij in Frankrijk zult zijn teruggekeerd. .(Maar, voegde hij er zuchtend bij het is maar een 'tijdelijke ver betering' dat voel ik wel. [\V aarom u toch altijd gekweld met die zwartgallige gedachten. Ik heb u beloofd dien brief te bezorgen aan uw vader, en ik zie niet in, welke hinderpalen zich daar tegen zcuden kunnen verzetten. Moet u dat juist niet wat rustiger stemmen Zeker, luitenant, en ik ben u oneindig dankbaar voor dezen nieuwen dienst, dien gij wilt vcegen bij die, welke gij mij reeds bewezen hebt. Deze brief, waarin ik mijn treurigen toestand beschrijf, zal den onge- lukkigen markies de Kennarvor voorberei den op het verlies van zijn laats ten zoon! Bij het hcoreu van dezen naam, dien dt gewonde voor het eerst uitsprak, kleurde een vluchtig rood het gelaat van zijn mei gezel, maar overigens toonde hij geen tee ken van verrassing en op een toon van vriendelijk verwijt, hernam hij Alweer!....Dat is verkeerd van u! Ah ge dat denkbeeld van een naderend einde in uw geest post laat vatten, zult ge zekeï uw genezing vertragen. Zender dat hij de opmerking van den jengen man scheen gehoord te hebben, ging de gewonde voort: Mijn uren zijn geteld, ik herhaal het- u: en een vreeselijke angst verteert mij het hart. Mijn dood zal mijn vader een vreese- lijken slag toebrengen; maar er is een arm onschuldig wezen, dat er misschien nogmeei de noodlottige gevolgen van zal onder vinden. - Het koude zweet parelde den gewonde op het voorhoofd; hij wreef met een zakdoek ever de oogen en hernam toen eensklaps met koortsachtige gejaagdheid: Ik verkeer in een vreeselijken toestand er van mijn familie, ver van mijn vrien den!Luister, luitenant; wij staan nht aan denzelfden kant, wijl gij een regeen»>/ dient, welke ik haat en veracht.... ia,w gij zijt een man met een edel hart. datgena wat gij reeds voor mij gedaan hebt, is mij daarvoor een waarborg-' Luitenant, wilt mij een laatsten dienst bewijzen opdat tk in vrede zal kunnen sterven. (IWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1911 | | pagina 5