TWEEDE BLAD Amsterdamsche Bears. Do ritlderlijk© roov©r van Derbyshire. STADSNIEUWS. BINNENLAND. mu Mn Bon Mm*o:hé iojfons. ?i%: ;3>Cl€s©asi®üs,s! a a piern» Bmassel Occasions". DONDERDAG 4 JANUARI 1912. Gemeenteraadsvergadering. 90 'lw 9 D/4 91 91s/s 94*/4 6 biU 981/2 90% iuo 4l%e t44 ioo%fc iüb% 98®/4 iOD/s *0 31% 77% 291, 66 70 673% f/ié 748 j 30s/? 99 99 NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT (Zitting van gisteren.) De rede van den Burgemeester, gisteren door ons in extenso weergegeven, word her haaldelijk door applaus der leden onderstreept (o. m. bij de hulde aan de Duurteeommissie en die voor 't Ambtenaren-Reglement gebracht en bij het aanbod der ver. „Haerlem") en werd aan het einde geestdriftig toegejuicht. De heer van Styrum als Nestor van den Raad zeide den burgemeester dank voor zijn gelukwenschen en bracht hem mede de beste wenschen namens den Raad voor zijn persoon en gezin. Op de rede van den burgemeester verder in gaande, zeide spr. dat de burgemeester het oor van den Raad heeft: als hij iets zegt, dan hééft hij ook iets te zeggen 1 Wat het overzicht van het gebeurde in het afgaloopen jaar be treft spreker wenscht dit alleen aan i vullen met een zeer belangrijk feit: de •rbenoeming vian den burgemeester-zelf, welke Raad met waardeerende dankbaarheid ge flikt (applaus). En wat de toekomst betreft, spr. zegt, dat »lfs als al datgene wat de burgemeester aan- .ondigde eens niet mocht vervuld worden, deze toch niet „desespereeren" zal; zóó is de gedrags lijn des burgemeesters altijd geweest. Tot den Raad zeide spr. dat deze in het komende jaar ongetwijfeld voort zou gaan zijn plicht te doen eveneens „niet wanhopende" aan de toekomst onzer goede stad (applaus.). Bij de behandeling der agenda, volgende op de Nieuwjaarswensch des burgemeesters, deed de Voorzitter allereerst mededeeling van de ingekomen stukken. Onder deze vermelden wij de volgende Een verzoekschrift van 't bestuur der Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij, be treffende doorgaande exploitatie van de lijn StationspleinDreef en StationspleinSeho- terweg, en een schrijven van het bestuur der vereeniging Haerlem, houdende aanbieding van een som van 121000 om daarvoor te doen hou wen een toren op het raadhuis. Daarna kwamen de verschillende voordrach ten der agenda aan de orde. Aan den heer M. Moerdijk werd eervol ont slag verleend als onderwijzer aan de school voor m. u. 1. o. alhier, en de voordracht tot wijzi ging der titulatuur van den directeur en boek houder der gemeente-lichtfabrieken en van hunne instructiën, werd goedgekeurd, met aan neming tevens van een amendement-Thiel, dat door B. en W. was overgenomen. Aangenomen werd eveneens het voorstel tot vaststelling van de verordening op het geldelijk beheer der oude lichtrabriekeu. De eergisteren in ons blad meegedeelde amen dementen van den heer W eij 1 a n d werden bij deze voorstellen in stemming, gebracht. Het eer ste amendement, om de technische verantwoor delijkheid van den boekhouder af te nemen en op de schouders van het technisch personeel te leggen, werd verworpen met 19 tegen 14 stem men, het tweede amendement, om de kas-op- neming te vereenvoudigen, werd aangenomen met. 17 tegen 16 stemmen. Nu 7wam aan de orde het Ropport der Duurte-Commissie. B. en W. stellen, naar aanleiding van het Rapport, do navolgende motie voor: „De Raad der gemeente Haarlem, overwegen de dat de meerderheid der Commissie tot de conclusie komt dat geen algemeene nood in de zen winter te wachten is, overwegende dat in deze omstandigheden geen aanleiding bestaat tot tusschenkomst der gemeente, gaat over tot de orde van den dag." De heer Bregonje is de eerste spreker. Hij brengt allereerst hulde aan den Secretaris der Commissie. Dan gaat hij nog eens. na de conclusie der minderheid, die zegt dat er wel geen „algemeene nood" is, maar dat de gemeen te moet zorgen dat deze nood' niet komt! Spr. bestrijdt de conclusies die de meerder heid der commissie z. i. heeft gebouwd op de cijfers van „Weldadigheid n. Vermogen" en van het Burg. Armbestuur. De enkele honderd be zoekers der publieke vermakelijkheden tellen niet zegt spr. bij de duizenden werklie den, die nood lijden. De conclusie der minderheid is óók gegrond, zegt spr., op betere kennis van deze vier com missieleden met den toestand der werklieden. Ook het beroep dat z. i. de meerderheid der Commissie doet op de Bank van Leening, wordt door spr. bestreden. Hij voert verder voor het bestaan van nood aangroote sterfte onder de zuigelingen dezen zomer, verValsching van levensmiddelen, enz. Spr. haalt hierbij aan het artikel van de „N. H a a r 1. C t.", instemmende ermee dat er verwachtingen zijn opgewekt, die, naar spr; hoopt, mogen worden vervuld. Da heer Heerkens Thijssen bestrijdt de rede des lieeren Bregonje. Spr. herhaalt nu uitvoeriger, wat hij reeds in de Prov. Staten heeft gezegd; de vraag die aan de Commissie was voorgelegd was allereerstis er een nood toestand hier ontstaan? En ter beantwoording dezer vraag kijkt men natuurlijk naar degenen die „op den kant" staan. Als er nood is, dan vallen er natuurlijk sommigen af, welnu, het is juist omgekeerd gebleken: de in richtingen van weldadigheid hebben minder dan vroeger behoeven uit te keeren. Dat alleen de beteekenis der gegeven cijfers. Doch die beteekenis spreekt toch voor zichzelf, al heeft de Commissie nog tallooze andere gegevens onder zocht. Wat betreft- de staten en tabellen, die aan het Rapport zijn toegevoegd, en die door de min derheid der Commissie als argumenten worden beschouwd, zegt spr., dat deze tabellen niet veel vertrouwen wekken, omdat ze klaarblijkelijk naar den duren kant „geflatteerd" zijn: de duurder geworden producten komen er vijf-, zesvoudig op voor, de niet-duurder geworden producten slechts éénmaal, of niet. Zoo is het veraamelcijfer van deze tabellen niet betrouw baar! Daarenboven, zegt spr., is, dank zij Gods hulp, de vrees die voor een naderenden strengen win ter werd gekoesterd en die inderdaad tot zoo groote ongerustheid kon leiden, gelukkig niet bewaarheid gebleven. De natuur treedt ook hier weer, God zij dank, bemiddelend open spr hoopt dat de Raad de zaak nu maar verder aan de natuur moge overlaten. De heer Bregonje blijft bij zijn conclu sie dat de toestand voor de laagst-bezoldigden inderdaad benard moet heeten. Hfj handhaaft dus zijn voorstellen. De heer Middelkoop meent dat de fac toren die de meerderheid der Oommissie leidden tot hare conclusie, niet zoo krachtig en juist zijn als deze meerderheid meent. De nota-Kalb- fleisch besprekende, acht spr. het voorstel om een maand vooruit te betalen, niet practisch. De voorstellen der minderheid vindt spr. aan bevelenswaardig, echter zou hij eraan willen toevoegen de invoer van gemeentewege van goedkoop Argentijnsch vleesch, dat overal zeer bevalt, behalve in Oostenrijk, waar echter de agrarische politiek van den landadel dit tegen houdt. Het Rapport-zelve besprekende, meent spr. dat uit het liooger in prijs worden van al de landbouwproducten zou moeten volgen een ver betering van den toestand der landbouwers-pro ducenten. Doch dit is niet het gevolg, dus zegt spr. moet er „iets" aan haperen, en wel aan de -agrarische toestanden in ons land. De Voorzitter doet hier een beroep op de welwillendheid van den heer Middelkoop, om niet te veel in economische beschouwingen af te dwalen. De lieer Middelkoop doet zijn best om zoo nauw mogelijk zich bij het onderwerp te bepalen. Voortgaande bespreekt spr. het wetsontwerp-Talma om den arbeiders land te verschaffen, welk ontwerp spr. niet voldoende acht. Spr. wijst er voorts op, dat de economische toestanden niet zullen verbeteren door een toe slag te geven, of door het loon te verhoogen, het zit niet in de lage loonen, maar het zit 'm in de productie: de wijze van productie ten platte- lande deugt niet, en wordt die verbeterd, dan zullen de toestanden ook in de steden verbete ren. Dt heer H. D. K rusemm betoogt tegen over den heer Middelkoop, dat deze den Raad en de Regeering achteruit wil brengen: die wil de overheid weer raden te handelen in vleesch en visch, zooals in het jaar 1681 gebeurde, naar we bij Mr. Enschedé lezen! Daar wil spr. niet aan meedoen Nu nog wat over de cijfers: de secretaris, wien spr. hulde brengt, heeft b.v. in de tabel op bladzijde 7 de rijst, die niet duurder werd, per Kilogram geteld, maar de groene erwten en de bruine boonen per HectoliterDie laatste werden duurder, maar er is natuurlijk absoluut geen conclusie te trekken uit een optelsom van één K.G. rijst twee H.L. erwten! De heer Middelkoop repliceert even om te zeggen dat hij over „handelen in vleesch" niet heeft gesproken. De heer T h i e 1 vraagt of de Tweede Ka mer, verschillende gemeenten, tal van werkge vers allen dwalende zijn te goeder trouw.... want die allen hebben toch toeslag gegeven?.. De heer de Braai sluit zich bij den heer Thiel aan: de debatten zooals ze nu loopen zijn veel te theoretisch. En de meerderheid der Com missie heeft zich volgens spr. op te eng stand punt geplaatst. De gemeente heeft als werk geefster iets te doen. De Voorzitter zegt dat dit thuisbe- hoort bij punt 8 der agenda, het voorstel-Bre- gonje,- om aan de gemeentewerklieden een toe slag te geven. De heer Bregonje doet dan het voorstel om deze beide dingen (het Rapport en het voor- stel-Bregonje) samen te behandelen. Dit voor stel wordt verworpen met 26 stemmen tegen en 7 voor. De heer de Braai verklaart zich nu vóór de conclusie van B. en W. en onderschrijft dat de gemeente, als zijnde er geen noodstand, niet behoeft in te grijpen. De heer Tjeenk Willink Vraagt of de motie van B. en W. niet te algemeen is gere digeerd? Want z. i. pr-aejudicioert zij óók wel op de beraadslagingen over punt 8het voorstel- Bregonje. X)e Voorzitter komt terug op het feit dat de heer Bregonje heeft gezegd: de instel ling der duurte-commissie zou verwachtingen hebben opgewekt. Welnu, dit is volgens spr. heelemaal niet het geval. B. en W. hebben te voren daartegen zelfs al gewaarschuwd! Tegenover den heer Tjeenk Willink houdt de voorzitter vol dat de motie van B. en W. goed is geredigeerd. Doch dit laatste geeft aanleiding tot eenige discussie, waarbij de lieeren Heerkens T h ij s s o n, S 1 i n g e nberg e. doen uitko men, dat gepraejudiceerd wordt op het voorstel- Bregonje. z Ten slotte laat het college van B. en W. de tweede zinsnede„Overwegende dat de gemeen te niets moet doen" vallen Aldus gewijzigd wordt de motie met alge meene stemmen aangenomen, op die van den heer Bregonje na. De lantaarnopstekers. Bij het verzoek van de lantaarnopstekers om loonsverkooging, waartoe de heer de Braai een voorstel heeft gedaan, verdedigde deze laat ste zijn voorstel. Merkwaardigerwijs bleek hier uit, dat B. en W. het afwijzend advies der sub commissie voor de lichtfabrieken aanhalen, maar.dat deze afwijzing gold het geven van een gratificatie, niet het geven van loonsver- hoogipg. De heer de Braai toonde voorts aan, dat de lantaarnopstekers in hun loon achteruit zijn ge- gaan, waarop echter de heer Huls wit ant woordde, dat hem de termen voor loonsverhoo- ging absoluut niet overtuigend voorkomen. De directeur vindt het loon voldoendede lantaarn opstekers werken 10% uur per week en krijgen daarvoor 5.50, wat behoorlijk betaald is. Na repliek van den heer de Braai zegt de heer van de Kamp dat een spreken van „-anderhalf uur werk per dag" niet juist is. Die menschen moeten uit hun nachtrust, kortom hun werk is geheel anders dan de heer Hulswit het voorstelt. Spr. wenscht een andere regeling met 't laten doorbranden van alle lantarens. De Voorzitter -acht dit heelemaal bui ten de orde! De heer vandeKamp bepaalt zich er dan toe te zeggen dat zijn plan 9000 per jaar zou kosten Eender raadsleden: 'k Zou je danken, daar zijn tweeduizend lantarenopstekers voor te krij gen De heer Schram steunt het voorstel-de Braai, en de heer Bregonje zegt dat de lan taarnopstekers zich tot den heer Blom hebben gewend: den goeden weg hebben ze dus bewan deld. De Voorzitter wil piet terugkomen op het verfoeielijke fooienstelsel, en omdat dit een argument is vóór de gevraagde loonsverhoo- ging, waarschuwt de voorzitter tegen aanne ming van het voorstel. De heer Kleijnenberg steunt het voor stel-de Braai. De lantaarnopstekers hadden een historisch recht om „te wenschen", en dat his torisch recht, dat nu vervallen is, moet men com- penseeren. Na nog eenige discussie vraagt de heer M o- d o o hoe het nu eigenlijk zit met den werktijd der lantaarnopstekers, doch niemand gaat hier op in. Het voorstel-de Braai wordt nu in stemming gebracht en aangenomen met 23 voor, en 10 stemmen tegen. Wijziging der pensioenverordening. Deze zaak, vroeger al eens aan de orde ge weest, is toen aangehouden. De heer Heerkens Thijssen, die een voorstel tot redactiewijziging heeft ingediend, heeft van B. en W. niet voldoende argumenten vernomen waarom zijn amendement niet aan nemelijk is verklaard. De wethouder K r u s e- m a n verduidelijkt nog eens het advies. Na eenige discussie wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Bij de bepaling van den datum van terugwer kende kracht der inwerkingtreding van dit voorstel doet de heer vandeKamp het voor stel om den datum van 17 Mei 1911 te ver vangen door 27 Augustus 1910, omdat op dien datum het adres is ingekomen van de vereeni ging van politiebeambten „Verbetering zij ons streven", dat tot dit voorstel geleid heeft. Dit wordt echter bestreden door wethouder Kruseman, en bij stemming verworpen met 30 tegen 3 stemmen. Boonien An den Zijlsingel. De dertien boomen op den Zijlsingel zullen worden geveld, zoo neemt de Raad zonder stem ming aan. (Zie vervolg Eerste Blad.) 3 Jinunl Vorige DUBBEL SPEL. De Bond van Nederlandsche Onderwijzers heeft, oudergewoonte, in de Kerstweek een alge meene vergadering gehouden. Veel belangrijks is er dit jaar niet verhan deld. Van beruchte bekendheid is het, in welk vaarwater de Bond zeilt en 't verwondert daar om niemand, dat hulde werd gebracht aan de sociaal-democratische Kamerfractie. Op deze vergadering kwam intusschen aan het licht, dat er nog ander vreemd spel gespeeld wordt door den Bond, althans door zijn be stuur. Keer op keer, nog zeer onlangs, is door den Bond uitgesproken, dat het onderwijs Rijkszaak moet zijn. In den gedachtengang van den Bond, bestaan de uit lieden die ongeveer alles aan den Staat willen opdragen, is dat uitnemend te begrijpen Thans, plotseling, heeft het hoofdbestuur het roer omgeworpen. Onderwijs geen rijkszaak, luidde zijn advies, en het wilde de algemeene vergadering een mo tie in dien geest laten aannemen. Vanwaar die ommekeer? Het „Huisgezin" verklaart dien als Volgt: „De heeren v,an het hoofdbestuur zien onder politiek opzicht de toekomst donker in. Zij duchten dat de „clericalen" voorshands wel de baas zullen blijven in het rijksbewind, en als die de lakens moesten uitdeelen, dan, vreezen zij, wordt het er voor het onderwijs niet beter op. Bovendien, in de groote steden draagt men voor het onderwijs redelijk goed zorg: de sala rissen zijn niet slecht, de gebouwen niet kwaad, de leermiddelen in goeden staat. Kortom, men kan het er wel mee doen. Om het platteland had het hoofdbestuur zich niet bekommerd. Maar juist dit platteland kwam tegen de zwenking van het hoofdbestuur met nadruk op. Al jaren heeft het platteland van onderwijs Rijkszaak verbetering van positie, van school gebouwen, van leermiddelen enz. verwacht, en nu zou in eens de lang gekoesterde hoop in rook moeten opgaan." Het hoofdbestuur werd op de vergadering grimmig aangevallen en zag ten slotte zijn mo tie van de baan geknikkerd. Tegen het stelsel onder wijs-Rijksza ak zijn veel bezwaren aan te voeren, al is er ook vóór te pleiten. Dat neemt echter niet weg, dat de ne- derlaag van het hoofdbestuur van den Bon? dubbel verdiend is. En aan de organisatie zal het dubbelzinnig spel geen goed doen, waarover ook niemand^ spijt behoeft te hebben. 3 pCt Cert. Ned. W. S. 2 74 pE t. Gert. 5 pCt. Tahaksl. Buig. Zege 11. Buig. 4 pCL GoudL Hong. 4 Oblig. Kronenrenle. 5 pCL April—Octoberren te 4 Jan.—Jutirente. 4 MeiNovemberrent. 4,Vï pCt Portugal Tabak. 3 4V, 4 Obl. Ie Serie, Iwangor Dombrowo Rusland 1909 4 Groote Russ.sp. 1898 4 Nicolai Sp. j, 4 Rusland 1880 4 Zuid-West 4 Rusland Hope 4 Rusland 1894 öe Rm. 4 Rusland Binneni. 3 pCL imp. Loan Japan R/i Obk le Serie 3 pCt Cuba 1904 5 pCL Bumenl. Mexice. 3 GoudL in p. 3l 3 pCt hunding Brazilië, 3 Bahia ia g. 3L, 3 Para 1901 3 Rto de Janeiro (F. D 3 Sao Paulo 1908 3 pCL Dominica 4 pCL Aigeua. ii.B.K, 4 BaarL Ii.B.K 4 Nationale ii.B.K. pCLNorib West pac. H.B gCL Argent H.B.L. 3 dito Cedula K R/i Lng. Land C.Sp. Aano. Amalgama i©d Copper Am. Car en Epuaury Am. lilde en Leaihe United States Steel Barge en Muorm. Cutu Mij. YorsLenL n ilaud. Maa tscb, G»w. Aand. Pale,en Aand. Kedjang Lebong. Aand. üeconsot. Petrol, ■m Koninklijke petr, Aanu. Amslerd. Buhner. Dea-Batavia NederL Aand. Java, China, Japan R/jgCL übt. Marine Pret. Marine A Comm. Marine Aand. AmsLerdam Den j Arendsburg l'abak» Aand, Holl. Spoo.c \S" Aand. Staatsspoor i'/j pCu Ohi. Underground 10ü%c 3 glit. Zuid-iLal. Spoor 047/g Aand. Waiscüau eon en i83% R/a pCt. Mosk. Kieuw ,\vyr. 97% R/2 Wladikawkas, lUU')g uonunon iopeka 10tb/2 4 pCL Alg. Hyp. l'opeka a8t/lfc 4 Conv. Bd. idem- iüo% Common Denser z0'/le Common Erie Hl1/8 4 pCL le hyp. idem. 7D/s 4}/jt pCt.Nat. Railsv oi Me.-ikL8% 4 pCL general Erie öo Common Kansas C. South, 73®/je Pref. Kansas C. South, 29s/8 3 pCL übt. idem. Common Missouri K. X, lOO1/. Common New-ïork Ontari U Common Noriolk 110 Common Rock Island j 2415/'je Common South Paciiic llkü/4 4 pCt, Convert idem 96 4 le Ref. Hyp. idem 94x/16 Comm. Southern Railw, 28i/16 Common Union Pacific 173 4 pCL goud QUI. idem lüt>3/4 4 t, Convert Qbl. idem 10215/1g Common Wabash Sh. j R/s pCt BraziL Railw, j 8öa/4 5. pCL Xuoatan, j 97Mg 2üpCt- Antwerpen 1882.' 885/s Turkije lSIfi, 1 - S7 821/te 69i/2 97*/8 95ï/s 9 U«/9 97'/h 88"/16 836/l8 88H4 lie 88 887/ig 9ül/g 937/g 96a/, l02i/4 477/, 100"/id 1043/4 9e*/4 98"/ie I0l*7ie 100% lUlit/ie 9*% 98% 100 10ül/4 957/s 98®/ie 99% 657/ic 54% 21'/8 08"/ie 118% t68 485 587/g 677 £1 k% 444 19 937/2 07% 94 O^/ie 20% 4i 737 71o 80% 92% 81% 691 91% 95% Of/8 98 88 88% 93 97% 47% 104%, ie iOü 95% 99% 55% 2*% 70% 168 185% 274 kiO 69 660/8 20a/g 81% 92% 60 97% 73s/ie 30% 96% 100%e 39 109 25"% 1127/4 96% 94 175% 6% 86a/4 557/gt 225/g- 71%: 185%' 281 21%0 100%; 65 21%, 32%! 77% 99 rëiUlLLETOKi 3) .,0 ja, Hanna Stick, zeker! Ik wist niet dat zij zoo'n mooien knaap heeft, zei de korpo raal, toen de jonge man zijn slanke gestalte oprichtte en hem onbevreesd aanzag. „Jongens worden gauw genoeg groot, niet waar, korporaal! lachte de brave Stick vroo- lijk, maar komaan, daar ge gekomen zijt om Z. M.'s antwoord voor te lezen, zoo laat ons hooren wat het is. Ik heb het echter zeer druk en „Neen, John Stich, het is mijn plicht in elke woning van Derbyshire moet zij worden bekend gemaakt, dat staat bier. Als ge daar straks, bij bet kruispunt waart gekomen, badt i ge mij deze moeite kunnen besparen." „Ik had 't druk, merkte John droogjes op,' en de korporaal begon te lezen: „Daar bet ter kennisse van het Parlement Sgekomen dat sommige onderdanen des Ko- rf 31?1 Etsten tijd de vaan des op- ro) ;pvi 11 °PgeEeven, den pretendent Ka- 'lard verheffend boven de wet- %f.'r"imieit des Konings, zoo wordt bij k 1ef dat deze personen schuldig ■j- t' eiyaad en door de landswetten1 gevolge co., dood veroordeeld zijn.! Verder wordt bepaald dat het leder trouwmaar onverschillig voortging: „Daar had je onderdaa,n des Konings verboden is, om men-Lord Lovat, je hebt zeker wel van hem ge- schen, die lage oproermakers en verraders zijn van Koning en vaderland,, te berbergen of te beschermen, te kleeden en te voeden; en dat elk onderdaan van Z. M. die een zooda- ?e?J-erJa?er °1 re8el doodt, een daad van ge- hij i» ill.™ trouw volbrengt, waarvoor boord. Stich, bij is een paar dagen geleden onthoofd, juist als Lord Kilmarnockzij waren edellieden, ziet ge, en daarom kregen ze een beul alleen voor ben, in Tower Hill, dat is in Londen; minderen in rang zijn op een b i "v """""6', naaiiuui gehangen en nu zijn er nog maar drie rsbel- ontvangen"°0mile van twintig guinjes kanlen meer zoek, en twintig guinjes zijn voor Nadat de' lezing geëindwi w u I iedei;/J.ie het *!oofd van een van hen bij den er een pauze. John Stfchleunde te naastbywonenden magistraat inlevert. ?p y',]a ba-j De smid schraapte zpn keel, „Zeg op, wie mer, de jonge man begon weer het vuur aan zijn het!" vroeg hij bruusk, te blazen. Buiten vielen de droppels van een Sept-emberbui op bet rieten dak der smidse. „Wel, zei John eindelijk, toen de korporaal bet gewichtige perkament in zijn ransel had Sir Andreas Macdonald, en dan Squire Fairfield, je zult je hem wel herinueren, John Stich, aan den weg naar Staffordshire! „Ja, ja, ik leen hem goed genoeg zijn mo opgeborgen, „zult ge ons nu ook zeggen wie der was eene paapsche en bij was de zaak der Stuarts toegedaan.eeu jonge man nog, en nu zich te moeten verbergen om zijn levenswilnu en wie is d© derde?" „De jonge graaf Stretton." „Wat, die van Stretton Hall?" zei John Stich met groote verwondering, „Jim, jon gen," voegde hij er ernstig bij, „je bent een onhandige lummel." De jonge man was onwillekeurig opge sprongen bij bet hooren van dien laatsten naam, en de blaasbalg die bij hanteerde, was kletterend op den grond gevallen. „Drommels!" lachte de brave John, „een paiiementsacte kan van iemand wel een ge patenteerd moordenaar maken, maar het de personen zijn die op last van het Parle ment door onze dorpelingen moeten ver moord worden! boe zullen wij dep rebel ken nenen hem doodschieten.... als we er een zien!" „Een paar weken geleden stonden er veer tig namen op de lijst, menschen van wie men wist dat zij zich in Derbyshire schuil hiel den, zei de jonge soldaat, maar „Nu, wat is er met dat maar! een paar we ken geleden waren er dus veertig menschen die men mocht dooden, wat is er van ben!" „De meesten zijn gevat cn opgehangen," antwoordde kalm de soldaat. Jim, jongen! let op het vuur," beval John zjjn „neef uit Nottingham", want deze keek j moet vreemd loopen als ze op die manier een met starende oogen en trillende lippen naar j goeden smid van je kunnen maken; wat denk élen Wrwaal.- die er seen acht op sloeg.iii er van korporaal?" „Duivels! de jongen is misschien te week- hartig. Onze jongens van Derbyshire hebben I niet veel hersens in hun bollen, is 't wel?" j „Nu, korporaal, je kent immers bet spreek woord: „Derbyshire geboren en Derbyshire gevoedhé?" „Sterk van arm en zwak van moed," lachte de soldaat, aldus de gepaste aanhaling be sluitend. Dat is bet juist. Drommels! ze heb ben wat courage noodig; wat is een rebel of een verrader anders dan ongedierte? en ma ken we niet allen ongedierte dood; dat zal niemand toch moord noemen, hé? "Hij lachte hartelijk en onbezorgd, terwijl hij eens op zijn ransel klopte waarin de proclamatie van Z. M. was opgeborgen. Hij was niets anders daa een jonge soldaat, plichtgetrouw, gehoor zaam, die er geen eigen oordeel op wilde of mocht nahouden. Hem was geleerd dat re bellen en verraders tuig was, welnu! Lug waren ze en als zodanig moesten ze uit den weg geruimd térwille van de rust in het koninkrijk en de veiligheid van Z. M. den koning. John Stich maakte geen aanmerking op de geloofsbelijdenis van den korporaal. „We zullen daar wel eens een anderen keer over praten, korporaal, „zei hij ten laatste" maar nu heb ik nog veel te doen, zooals je ziet." „Nu vriend Stich, niet beleedigd zijn.... het leven bestaat uit plichten, niet waar John? Bevelen van Z. M.- en ik kreeg ze van den kapitein die ze van den hertog van Gum- herland zelf heeft, dus, zult ge aan de Bood schap deuken?" „Ja, ik zal er zeker aan denken". „Iedereen weet dat je een trouw onderdaan van Koning George bent, voegde de korpo raal er op verzoenenden toon bij, want John was een man van invloed in het district, en ik ben overtuigd dat je neef dat ook is, maar plicht is plicht, en er is niets heleedigends' mee bedoeld". 4 „In orde, korporaal", zei John ongeduldig. „Goeden morgen dan, John Stich". „Goeden morgen". f De jonge man kreeg een hoofdknik, daarop^ draaide de korporaal zich op zijn hakken oui en commandeerde: 1 „Geeft acht! rechts omkeert voorwaarts' marsch!" John Stich en de jonge man keken het troepje rood gerokte mannen na, toen zij om de hut heentrokken; het doffe geluid hunnei voetstappen stierf spoedig weg, terwijl zij langzaam voortgingen over de moerassige heide naar het dorp Aldwork. Hl. DE VLUCHTELING. Terwijl de laatste doffe geluiden in de verti wegstierven, was het binnen in de smederij doodstil. John had zijn werk niet hervat; bet was nu zijn beurt om treurig voor zich uit te staren. De jonge man had de blaasbalg' weg geworpen en liep de ruwe leemen 'v; 7' op en neer als een in een kooi gevaavu' roofdier. „Vervolgd!" moinoelde lui L' ;d 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5