mmmmf -3ETAALT Gff ^UNA ECN CULCtN voor uw BOTER 7 I I Letteren en Kunst. KERKNIEUWS Sport en wedstrijden. Rechtszaken. Leger en Vloot. 2üNINSMAAK-sV0EDIN6SWAARDE-GELUI\AAN-NATUURB0TER Amsterdamsche Beurs. Uit onze Oost. US ELDERS. Marktnieuws. H m¥.: DOCH - DE - HELFT- GOEOKOOPER Opgegeven door F. Th. Everard. De f omdsenmarkt te New-York kenmerkte zu .h den eersten benrsda^1 deer een leven- 'dage en vaste stemming. Door het publiek vooral werd meer belangstelling getoond, als den laatsten tijd het geval was. Gunstige berichten uit de' staal- en ijzerindustrie ver oorzaakten mede een willige stemming. Slot zeer vast en hooger. lie. Amerik. afdeeling aan oinze beurs was niet zoo willig als verwacht moteht worden. "Voor de lagere soorten bestond binnen- lamfcahe vraag, .Op de hoogere kctersen wa,- rcn Industrieële soorten voior locale reke ning ter markt. P etroleum waarden hooger. Zoowel Ko- ninklijke als Geconsolideerde werden tot stij gende prijzen uit de markt genomen. iOok van de lagere soorten kodden enkele een belang rijk avans behalen. Fabaksmarkt zeer willig. De duurder© soorten bereikten 10 a 20 pCt. hoiogere no teering. Mijnwaarden verdeeld. Staatsfondsen algemeen prijshoudend Prolongatie 33A na 4 pCt. BENOEMINGEN. Z. D. H de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot assistent, te I-Jsselmui- den, den weleerw. heer A. B. Schenk. FELIX DA11X. t l IVe bekende populaire Duitsohe schrijver Felix Dahn ijst op 77-jarigen leeftijd te Ber lijn gestorven. .Felix Dahn, 'die d'otojr zijn voornaamste werk. den kistotrisohen roman „Ein Kampf um Pom", internationale be kendheid won, was eigenlijk een man der wetenschap, rechtsgeleerde en geschiedkun dige. Pij werd te Hamburg in 1834 geboren studeerde te Muncthen en Berlijn) eh werd in 1865 professor vpior Duitsdh. recht, staats recht en rechtfilosofie te Königsberg!, in 1888 te Breslau. Behalve juridische werken schreef hij talrijke trom;ana. vooral de geschiedenis Ider oude Germanen betreffende, nofvellen en, dra ma's; vooral „Ein Ealmpf tim P|o)m" en „At- tila" zijn gretig gelezen. Het eetgitigenCem- de boek verscheen in 1876. KATHOLIEK SPOTBLAD! Het Katholieke Volk 'deelt mee, dat het binnen niet al te langen tijd een geïllustreerd spotblad Kal uitgeven, dat om de 14 dagen zal verschijnen. PADVINDEBIJ EN BADE N-P03V.ELL. Generaal Baden-Powell die eenige majan- den geleden p|ns land bezoicht heeft in ver band met de padvinderij is heden nit Sou thampton vertrokken oan een groot© we reldreis te beginnen, ten einde in alle lan den propaganda te mak on voor de beweging en daai\ waUr roods kbrpsen bestaan, met de leideps de richting to hespreken, welke men djient te volgen, .opdat ter meer eenheid' kiotme in do leiding, i f"7* Zijn reis Kal acht maanden duren. Eerst gaat de generajal ria&r Britseh Wóst-Indië, dan naar New-York, Boston, Philadelphia. Washington, Chicago dn -San Francisco. Van daar naiair Japan, .oan daiarna Australië te bezoeken. Vervolgens staat een| bezopk nlag Afrika óp heb programma, He generaal tzial traichten een groioten we reldbond te sticjhten. De Engelsche padvindersbond telt thans een half millioen leden; in 1911 zijn er 60,000 bijgekomen. BU1TENGEWiQNE PLICHTSBETRACH TING .VAN. EEN INLANDER De „JavarBode" kwam het volgende staal tje var buitengewone pHditsbetrachüng van een inlander ter oojre, iOp een onbewoond eiland aan de Oostkust van Borneo, Boploe Sambït, wialren, twee iiehlwaehtcrs. .Een hunner kreeg einde Juli beriberi en kon van af 6 Augustus niet meer loepenluj stierf op 31 Augustus. De andere. Saoemin genaamd, .kreeg even eens in het begin van Augustus beri-beri en kon op 23 Augustus niet meer zelf den 33 meter hooger: toren opklimmen', om het licht aan te steken en te onderhouden. Op dien datum kwa,men toevallig tw;ee schildpadja gers otp jhóc eiland, en Saoenixn vroeg dezen adsistentio.- 1 f J;" r Daar dezfe menseben. het' licht niet zelf kónden Behandelen, pet Saocm i n gich el- ken otehtend en avond met een touw naar blo(ven: trekken .ejn' werd; hij! daar neergelegd, om do roodige aanwijzingen te geven. Tot 29 Aug. Jiield Saoemin', :die steeds ernstiger ziek' werd, pp dezje wijze het licht branden de. Toen pór hij' niet meer versjouwd wor den.,en werd het licht verder tot 6 Sep tember jop jzijn aanwijzing d'o|or een der Schildpadjagers behandeld. Op dien datum kwam het gouv el-nements-sto'oimschip met af lossers. l j Al Idien' tijd heeft het licht goied gebrand, tel*wijl Saoemin wist, dat hJijl pas begin Sep tember zOju worden' ajfgelio)sit en dat, als het licht niet brandde, ..vermoedelijk1 reeds veel eerder een schip zölu zijn gezonden, om een otaderzöek in te stellen'. .Dofcjh dan Kou de scheepvaart gevalair hebhetx geloiopen, en dat wilde hij' tot eiken1 prijlsl voorkomen. Den pranjgen Saoemin', die th'alng beterende .is dó KilVeren' medaille v)an de iOiranje assau pirde verleend, een hóoge malar wel- Veridiende onderscheiding. woordfng van' de vraag joif op. den duuï tcenen of halflinnen' worPkleedPig lieer .vioior BM Puk isl. t' FAILLISSEMENTEN. Falliet verklaard: i; 28 Dec. Pt H. Staamer, koopman, te 's-Gral vennage, ÖMitte de [WKthstraat 30. J. Smit Hiznj., vroeger bloemist, thans ar beider te [Winkel. [Opgeheven wegens gebrek aiain actief het faillissement (v|an P. .Oapelle, sigarenhande laar te Enschedé, en A. J. Spiekerman. be diende. te Amsterdam Alb. Thymstraat 42'. NIEUJVE KLEEDING. Dó minister van oorlog heeft, nalar het „Vad." meldt, .bepaiald, dat bij het regiment grenadiers en jagers', het le, 6e en 8e re giment infanterie, een proef Kal worden ge nomen met in te voeren nieuwe werkklee- ding van halflinnen en zulks ter beaint- HAARLEM, 3 Jan. Veemarkt. Koeien en Os sen 1 sinks, f 260; N. Kalveren aangev. en ver kocht 17 stuks, 1610; Schapen 3 stuksPaar den 1 st. BEVERWIJK, 3 Januari 1912. Andijvie f 5 per 100 stuks; Koolrapen f 6 per 100; Worte- teien f 1.25 per ILL.; Bieten f 1 per 100 st, Ram en as f 3 per 100 st.Schorseneeren f 15 per 100 bos; KieiaardappeLen f 3, Zandaardap- pelen f 4 per H.L.; Roodekool f 8, Wittekooli f 12, Savoiekool 10 per 100 stuks, Bloemkool f 10—15 per 100; Uien f 4.50 per 100 pond; Prei f 15 per 100 bos; Pieterselie f 5, Selderij f 8 per 100 bos; Appelen f 5 per mand. ff Sa &ÊÊÊÊÊÊÊÊÊWA i ff? MË - - M WÊÊÊrA '11 _J;lemde tanden, „vervolgd als een wild fcéest! misschien doodgeschoten als een dolle hond, achter een heg of in een greppel!" Hij liet een lange bittere zucht hooren, vol »mart, angst en teleurstelling. Zoover was het dus met hem gekomen! Zijn naam bij die .van de anderen de verraders en rebellen en hij was toch onschuldig! „Neen, mylord," zei de smid rustig, „niet zoolang John Stich nog een dak heeft om u te beschutten." De jonge man hield even op met zijn ge jaagd heen en weer loopen; een vriendelijke, dankbare blik verzachtte de zorgvolle uit drukking van zijn gezicht. Met een jongens achtige beweging wierp hij het fraaie haar, dat in een overvloed van krullen over zijn voorhoofd viel, naar achteren, terwijl hij met rondborstige en innemende gratie de hand van den smid in de zijne greep. „Goede Stich! zei hij eindelijk, met een lichte trilling in zijn stem, en te moeten denken, dat ik niets kan doen om je liefde te vergelden!" „Neen, mylord", antwoordde John Stich, zijn breede gestalte oprichtend, „spreek niet van vergelden. Ik zou voor u en de uwen mijn leven willen geven". En dit was niet overdreven. John meende elk woord dat hij zei. Eerlijke, vriendelijke, .eenvoudige Stich! hij hield van hen aan wie hij alles te danken had, hij hield van hen met geheel zijn sterke, trouwe natuur. De gestor ven Lord Stretton had hem groot doen bren- 'gen, hem een ambacht laten leeren en hem in het huisje met de smederij er achter, dicht Dij het kruispunt, gezet; en daar de eerlijke Stich voelde dat al het goede in zijn leven hem geworden was door den Lord en zijne familie, zoo moest ook alles wat hij te geven had, het hunne zijn. „Och, ik vrees", zuchtte de jongeling, dat je je leven waagt, door mij te verbergen". Toch berustte alles op een groote vergis sing. Philip James Gascoyne, elfde hertog van Stretton, was op dit tijdstip nog geen een en twintig jaar. Er is een mooi portret van hem op Brassing Hall, van de hand van Hogarth, even vóór dezen tijd. De kunstenaar heeft de trotsche trekken prachtig weergegeven; de mooie blauwe oogen, het jongensachtige met krullen bedekte voorhoofd, alles sedert vele generaties eigen aan het geslacht der Gas- coynes. Hij was er ook in geslaagd den sen- titieven mond, die eenigszins vrouwelijke vorming der lippen, de al te ronde lijn van kin en kaak weer te geven, waardoor het schoone gelaat misschien wat aan mannelijk heid te kort komt. Zeer zeker duidt het be nedengedeelte van het gezicht een zekere be sluiteloosheid, een zwakke wil, aan, maar te gelijk is het zoo open, zoo kinderlijk, zoo on bezorgd, dat het aller harten wint, ook al blijft het verstand er koel bij. Natuurlijk had hij in zijn jeugd sympathie gekoesterd voor de zaak van Stuart. Hadden de Gaseoynes niet, vóór honderd jaren, ge leden en gestreden voor Karei Stuart, en waarom zuuden zij veranderd zijn? "Waarom, trouw blijven aan een vreemde dynastie, aan een Koning die de taal van zijn volk met een vreemd accent sprak? Zijn vader, de gestor- ven Lord Stretton, een goedmoedig Britscb edelman, die niet van redeneeren hield, had 1 het niet de moeite waard gevonden om zijn opwassenden zoon de godsdienstige en staat-1 kundige kwesties nit te leggen, verhonden aan het in stand houden dezer vreemde dy nastie. Misschien begreep hij ze zelf niet goed. Het familiedevies luidt: „Pour le roi!" Daar om vochten de Gaseoynes voor Stuart toen die koning was, en tegen hem toen hij slechts pretendent was, en de oude Lord Stretton verwachtte van zijn kinderen dat zij eerbied zouden hebben voor het familie devies, en er geen eigen meeningen op na zouden houden. Toch deed de Stuart-zaak menig hart warm kloppen. Uit Schotland kwam de faam van den „bonnie Prince", die overal de harten won; hij had eenige vrienden onder de lords, uit de Hooglanden; terwijl zijn vader leefde was er in de Midlands geen gelegenheid ge weest om eenig stout stuk voor den preten dent te ondernemen. Toen de oude graaf stierf, volgde Philip, die toen nog een echte jongen was, hem in titel en bezittingen op. In den eersten roes van nieuwe plichten en nieuwe verantwoor delijkheid, werd zijn vroeger enthousiasme op den achtergrond gedrongen. Als pair van het rijk, zwoer hij trouw aan Koning George, en met al het vuur zijner jeugdige romanti sche natuur, hield hij vast aan dezen nieuwen eed, idealiseerde dien, en weerstond trouw de vleierijen en verlokkingen die uit Schot land en Frankrijk tot hem kwamen. Daarop kwam de tijding dat Karei Eduard gesteund door fransch geld en fransehen invloed, te gen Londen zou optrekken, en in Derby zou stilhouden ten einde zijn vrienden in de Mid lands rondom zijn banier te verzamelen. De jonge graaf, geslingerd tusschen de herinne- iencd, en de verplichtingen zij ner nieuwe positie, was bevreesd dat men hem zou overhalen, om zijn trouw aan Ko ning George te verbreken. Philip's eenige hoop, om uit deze moeilijk heid te geraken was, de verleiding te ont vluchten; hij wist dat Karei Eduard, gedach tig aan zijn vToegeren ijver, een beroep zou doen op zijn hulp en toewijding en dat hem, Philip, de kracht om te weigeren, zou ont breken. Dus ontvluchtte hij het graafschap: of schoon zichzelf verachtend om zijn lafhartig heid, hield hij toch jongensachtig vast aan de idee dat hij zijn eed aan koning George gestand moest doen. Hij wilde groote afstanden plaatsen tus schen hem en de mogelijkheid van ontrouw te worden aan dien eed, het mogelijk zwich ten voor den „bonnie Prince", dien niemand kon weerstaan. Hij liet zijn zuster, Lady Pa tience te Stretton Hall, achter, onder de hoe de van bedienden, en hij, de trouwe onder daan van Koning George werd een voort vluchtige. Daarop volgde de catastrofe: de ellendige terugtocht van Derby; het ontredderd over blijfsel van een teleurgesteld leger; eindelijk bij Culloden geheele ondergang; de soldaten van Koning George het land doorzoekend naar rebellen, verbeurdverklaringen, korte verhooren, haastige executies. Spoedig veranderde de verdenking in ze kerheid: de voortvluchtige graaf van Stret ton was een voormalig aanhanger van den Pretendent. Op zijn vermoeienden tocht van Derby had Prins Karei Eduard een nacht verblijf gevraagd en verkregen op Stretton Hall. Toen Philips trachtte zich met zijn zus ter in gemeenschap te stellen en naar huis terug te keeren, ondervond hij dat zij be waakt werd, en dat hijzelf, door een parle- mentsacte was vogelvrij verklaard. Toch wist hij zich onschuldig en trouw: hoe zijn naam op de lijst der rebellen was geko men was hem een raadsel: iemand moest een valsehe beschuldiging tegen hem hebben in gebracht. Maar wie? Waren het soms zijn oude vrienden, de aanhangers van Karei Eduard om wraak te nemen over zijn laf heid? Intusschen was hij, die nog een echte jon gen was, een vogelvrije geworden, een door het Parlement ter dood veroordeelde. Mis schien zou alles eenmaal worden opgehel derd, alles in 't reine komen, maar op dit oogenblik was hij gelijk aan een wild dier, dat zich in heggen en sloten verbergt, terwijl zijn leven afhing van de genade van den een of anderen Judas die zijn medemensch voor twintig guinjes wil verkoopen. Het was vree- selijk, vreeselijk! Philip trachtte tevergeefs den geheelen dag zich aan zijn ziekelijke droo- men te onttrekken. Meermalen greep hij ae hand van den vriendelijken smid, en mom pelde dan angstig: „Mijn brief aan mijn zus ter, John? Ben je er zeker van dat zij hem gekregen heeft? „Ja, daar hen ik zeker van, mylord", antwoordde de geduldige John, minstens een keer of zes per dag. Maar sedert het bezoek van den korporaal, was Philip nog gejaagder geworden. „Mijn brief," herhaalde hij steeds, „heeft Patience mijn brief? Waarom komt zij niet?' En in weerwil van John's waarschuwingen, ging hij aan de deur staan waar hij het ge zicht had over de verlaten heide, terwijl b'j met brandende oogen over de wildernis van struik en brem heenzag naar den verren ho rizon waar zijn thuis lag en waar zijn gedul dige, liefhebben zuster hem wachtte. (Wordt vervolgd). SPiffin ii-i-l" IfAtï I dl ri -WI V' 'S Aitl-.:** "'v. - pV i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 6